V.1.0
thinknx configurator Handleiding
Configurator handleiding 1
V.1.0 Inhoudsopgave
Installatie ......................................................................................................... 4 Dowload software .................................................................................... 4 IP Changer................................................................................................ 5 Aansluitingen ........................................................................................... 6
thinknx Configurator ...................................................................................... 6 Knoppen omschrijving ............................................................................ 8 Het toevoegen van System objecten ...................................................... 8 Het toevoegen van een ETS-project...................................................... 10 System settings ..................................................................................... 11 Functies.................................................................................................. 12 Een pagina toevoegen aan een functie ................................................. 13 Kopiëren, plakken en schik ................................................................... 15 Het kopiëren van objecten..................................................................... 15 Pagina’s kopieren .................................................................................. 15 Object "Switch“..................................................................................... 17 system object "Switch schedule" ......................................................... 19 Plaatsen van een achtergrondafbeelding ............................................. 20 Object "Rolluik" en "Blinds" ................................................................ 21 Object "Chronothermostaat"................................................................. 23 Object “Analoge waarde” ...................................................................... 26 Object “RGB lamp” ................................................................................ 27 Pop up venster RGBObject “scene” ..................................................... 28 Object “Static text“ ................................................................................ 31 Object"Weer" ......................................................................................... 32 Object “Camera” .................................................................................... 33 Object “Alarm device” ........................................................................... 34 verdelings editor .................................................................................... 35 Sensors list: ........................................................................................... 36 Object "IR-zender" ................................................................................. 37 Object “Generic command” .................................................................. 38 Object logical function “Combination” ................................................. 41 Object “SMS Gateway” .......................................................................... 41 Object “Sonos zone player” .................................................................. 44 Object “Report” ..................................................................................... 45 Recipients editor.................................................................................... 46 Report waardens.................................................................................... 46 Object “Load Control” ........................................................................... 49 Objects “Audio and Video Matrix” ........................................................ 50 Push Notification en automatische paginaverandering ....................... 53 Object webpage “WebUI” ...................................................................... 54
Hoe zet u het project in werking ................................................................. 56 Het optimaliseren van het project ......................................................... 56 Toegang tot thinknx SmartStation ........................................................ 57 Het uploaden van een project naar de server ....................................... 59 Server instellingen ................................................................................. 60 licentiebeheer......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Het verlenen van toegang aan een cliënt.............................................. 62 netwerkinstellingen ............................................................................... 63 Configurator handleiding 2
V.1.0 KNX-bus monitor ................................................................................... 64 Het uploaden van het project aan de iPad ............................................ 64 Exporteren van een project voor de windows client ............................ 67 Toegang tot het systeem via het internet met de iPad / Android......... 68
Configurator handleiding 3
V.1.0
Installatie
In dit hoofdstuk leggen we uit hoe u de configuratie software en de basisconfiguratie van de SmartStation installeert
Dowload software Download de laatste versie van de thinknx configurator in de download sectie van onze website http://www.thinknx.com
Pak de bestanden uit en start setup.exe. Volg de aanwijzingen op het scherm tijdens de installatie. BELANGRIJK: voor een goede werking van het programma te waarborgen installeer de laatste versie van Adobe Flash Player
Configurator handleiding 4
V.1.0
IP Changer
De applicatie-programma IP Changer zoekt in het netwerk voor aangesloten smartstations en toont de actuele IPconfiguratie van elk apparaat. Na het selecteren van het juiste apparaat is het mogelijk om de IP-instellingen (standaard configuratie is DHCP) te veranderen en op te slaan dat doe je door te drukken op de knop "Bewaar Server Setup". Het is sterk aan te raden om DHCP uit te schakelen en een statisch IP-adres te gebruiken om in de toekomst problemen met de verbinding te voorkomen.
Configurator handleiding 5
V.1.0
Aansluitingen
USB poorten voor RS232
RS23 2 poort en
Configurator handleiding 6
V.1.0
thinknx Configurator
Dit hoofdstuk laat zien hoe u uw project met behulp van de thinknx configurator. Maken, openen en opslaan projecten Druk op de knop "New" om een nieuw project te maken.
Als u op de knop "Open" druk komt er een pop-up venster te voorschijn met de volgende functies: Lijst met opgeslagen projecten Knop "Open": open het geselecteerde project Knop "Import": importeren van een eerder opgeslagen project bestand (bestand met de extensie erg.) Knop "Remove": verwijder het geselecteerde project uit de lijst Knop "Rename": de naam van het geselecteerde project
Configurator handleiding 7
V.1.0
Knoppen omschrijving Ord ene n S l u it
E x p o
Sla het
Activ eer de Vo eg
Interfac e: Strucuu r van de grafisch e interfac e
Configurator handleiding 8
S y st e e m :
V.1.0
Het toevoegen van System objecten
Objecten in thinknx Configurator zijn verdeeld in grafische objecten en het systeem objecten. Systeem objecten zijn opgenomen in de "system" map, grafische objecten bevinden zich in de "Interface" map. Veel systeem objecten zijn nauw gebonden aan grafische objecten. b.v. om een RGB led controle te creeren moet je een object maken in de systeem map, en een tweede op de interface alvoorts hun met elkaar verbinden. Hetzelfde geldt voor thermostaten en scenes. Klik op de "system" map, klik met de rechtermuisknop op "System" en kies het gewenste element.
Eigenschap venster van het geselecteerde object.
Configurator handleiding 9
V.1.0
Het toevoegen van een ETS-project Voeg In het System het "Ets Project" element toe. Exporteren csv-bestand van ETS: In ETS klik met de rechtermuisknop op "hoofdgroepen" en selecteer de optie "export groep adressen"
Met ETS 3 gebruik u de standaard uitvoering parameters (zie foto hieronder), in het ETS 4 activerende de vlag "Export header-informatie"
Configurator handleiding 10
V.1.0
System settings Klik op “Systeem" In de parameters venster kunt u de volgende instellingen specificeren: IP-adres: Plaats het IP-adres u hebt toegewezen aan uw server (bv: 192.168.1.9). Dit adres wordt gebruikt door de Windows-client om de server te lokaliseren System Name: type de naam van het project KNX-adres: De standaard KNX fysieke adres van de server is 15/15/255. In dit veld kunt u dit adres veranderen. Tijd groep: KNX groepsadres waarin de systeem tijd wordt geschreven / gelezen Datum groep: KNX groepsadres waarin de systeem datum wordt geschreven / gelezen Tijd server: Wanneer geactiveerd stuurt de server de werkelijke tijd en datum aan de respectieve groupos hierboven vermeld. Als de optie is uitgeschakeld leest de server de informatie van de KNX-bus
Configurator handleiding 11
V.1.0
Functies De items die u vinden in het drop-out menu aan de linkerkant van het scherm heten functies. U kunt de functies in het hoofdmenu lijst van de "Interface" map vinden, u kan ze daar hernoemen, in-of uit schakelen,of een persoonlijke icoon toevoegen. Voor elke functie die u maakt kunt u een pagina aanmaken Er zijn maximaal 20 funcions beschikbaar. Selecteer de map "Interface" en klik op het element "Functie 0“
Door op de hooft menu knop te klikken, krijg je toegang tot het navigatie venster met daar in de active
"
Parameter venster instellingen: Instelling: ingeschakeld / uitgeschakeld. Als de instelling is ingesteld op uitgeschakeld dan zal deze function niet worden weergegeven in het drop-out menu. Icon: Selecteer het gewenste pictogram bestand, deze zal automatisch weergegeven worden op de linkerkant van de functiebeschrijving, met een standaard resolutie van 60x60 pixels. Label: Naam van de functie Web: aan / uit om deze functie te zien op de webpagina
Configurator handleiding 12
V.1.0
Een pagina toevoegen aan een functie U kunt pagina's toevoegen aan elke functie, elke pagina bevat grafische elementen, zoals afbeeldingen of pictogrammen. Druk op de knop "Add" en selecteer "pagina".
Configurator handleiding 13
V.1.0 Elke pagina wordt automatisch aangemaakt en verschijnt op de bovenste balk vanaf de linkerkant, de enige beperking van het aantal pagina's dat u kunt maken is het aantal tekens dat kan worden weergegeven op de bovenste balk. Hoe langer de namen van de pagina's, hoe minder pagina's die u kunt maken.
Subpagina’s toegevoegt aan de functie
Parameter venster instellingen: Label: Naam van de pagina View in web: zet deze functie aan/uit om deze in de webpagina te zien.
Configurator handleiding 14
V.1.0
Kopiëren, plakken en schik Met de copy / paste functie kunt u voorwerpen en hele pagina's kopiëren en je kunt veel tijd besparen in de grafische creatie van uw project. Met het arrangement dat u kunt de volgorde van de objecten en pagina's binnen het project, bv. zien en met de commando lijstweergave in de juiste volgorde zetten.
Het kopiëren van objecten Selecteer eerst het object dat u wilt kopiëren. Dit kan worden gedaan op de grapical interface, of aan de boomstructuur van het project (interface venster). Dan gewoon met de rechtermuisknop op het object en selecteer "copy" en opnieuw met de rechtermuisknop op een vrije gedeelte van het scherm en selecteer "plakken". U kunt ook gebruik maken van het toetsenbord van de rechter muisknop, gebruik "Ctrl-C" te kopiëren en "Ctrl-V" om te plakken.
Pagina’s kopieren Naast enkele voorwerpen die je ook kunt kopiëren kan dat ook met hele pagina's. Om dat te doen selecteer de pagina die u wilt kopiëren in de boom-structuur in de interface venster, klik met de rechtermuisknop en selecteer "copy", dan met de rechtermuisknop op de functie waarin u de pagina wilt kopiëren en 'plakken selecteren ". In dit voorbeeld hebben we de pagina “eerste verdieping”gekopieert die onder anderen de functie verlichting bevat, deze gaan we plakken in de functie verwarming.
Configurator handleiding 15
V.1.0 Het ordenen van objecten en pagina's Aangezien de weergave van de voorwerpen op de pagina en verticaal op de iPad wordt bepaald door hun positie in de structuur van de project (Interface venster) kan het noodzakelijk zijn om hen op en neer in de structuur te verplaatsen, dit maakt het makkelijk om alle commando's te groeperen van een bepaalde kamer. Dit kan gedaan worden met behulp van de " move frontward " en " move backward " commando's, die u vind door te klikken op de "Arrange" knop. Met dezelfde methode kunt u de positie van de pagina's binnen de functie wijzigen. LET OP: Het is zeer belangrijk dat de achtergrond beelden, zoals plattegronden of foto's, altijd zo ver mogelijk naar achteren worden geplaatst (ze moeten altijd op de eerste plaats van de objecten lijst staan van de functies in het interface venster). Dit is gewoon om ervoor te zorgen dat alle commando voorwerpen zoals lichtschakelaars of jalozie bediening op de voorgrond zijn en niet onder het beeld weg vallen (als de foto over de knop heen ligt dan bent u niet in staat ze te gebruiken, ook al is het een transparante deel van de foto waardoor je de knoppen kan zien).
Configurator handleiding 16
V.1.0
Object "Switch“ Het object "Switch" wordt gebruikt voor elke vorm van schakelcommando: toggle, dimmen, te sturen 1, stuur 0, 1 sturen indien ingedrukt en 0 wanneer losgelaten, om byte waarde te zenden, enz. Het is een zeer flexibele functie en maakt het mogelijk een grote verscheidenheid van de controles te maken. Verbonden met het systeem object "Switch schedule" dit object kan gebruikt worden met een tijdschakelaar. Op de grafische interface druk op de knop "Add" en selecteer "Switch". Elk object wordt automatisch geplaatst in de linker bovenhoek.
Je kan het opject bewegen, door te klikken op de knop “move”
Configurator handleiding 17
V.1.0 Parameter venster instellingen "Switch" Switching type: selecteer de gewenste opdracht Graphic: selecteer de gewenste afbeelding of selecteer "Custom" om uw eigen pictogrammen te gebruiken (een voor elke staat (ON, OFF, DIMMING). Visualization: voorbeeld van het object voor de aan en uit status. Time schedule: activeer de timer-functie en selecteer vervolgens de betreffende schakelaar schema systeem object Use pop-up: zet aan / uit de pop-up voor het schakelen van het licht ON / OFF-groep: Selecteer het groep adres van de ingevoerde ETS-project of schijf het met de hand (1 bit). Voorbeeld: 1/1/5 ON / OFF groep feedback: Selecteer het groeps adres van de ingevoerde ETS-project of schijf met de hand (1 bit) Label: Naam van het object. Deze naam wordt gebruikt in de verticale visie op de iPad en op de webpagina. Scale: Vergroten of verkleinen van object Rotation: Draaien van het object Positie: bekijken en wijzigen van de positie van het object (X-en Y-as). View in list: zet aan / uit om dit object te zien op de verticale uitzicht op de iPad View in web: zet aan / uit om dit object te zien op de webpagina Als u "Dimmer" selecteert als type opdracht dan worden de KNX groepen "waarde" en "waarde feedback" toegevoegd. Selecteer de betreffende groep adressen (1 byte) van de geïmporteerde ETS-project. Op de client-interface word de dim pop-up automatisch geactiveerd.
Configurator handleiding 18
V.1.0
system object "Switch schedule" Het systeem object "Switch schedule" samen met het grafisch object "Switch" help u met het maken van timers (bv. tijdschakelaar op de buitenverlichting, enz.) Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Switch schedule".
Label: geef de naam in voor het overzicht object
Schakel tijdschema in de Switch grafische object in en selecteer het bijbehorende schema
Configurator handleiding 19
V.1.0
Voorbeeld van een wekelijkse timer
Selectie van de dag handmatige controler
activate timer
knopen + en – voor tijd instellingen
De save knop stuurt de timer instellingen naar de server
Configurator handleiding 20
V.1.0
Plaatsen van een achtergrondafbeelding Foto's kunnen worden ingebracht in het project zodat het mooier en begrijpelijker voor de eindgebruiker wordt. U kunt gebruik maken van plattegronden, foto's, cad-tekeningen in diverse formaten als png, jpg, bmp of gif. Wij raden het gebruik van PNG-bestanden, met name voor plattegronden, omdat ze in staat zijn delen van de afbeelding transparant te maken en dat maakt het visuele effect beter. U kunt gebruik maken van 2D of 3D plattegronden, het hangt vooral af van de software die u gebruikt om ze te maken. De creatie van 3D-plannen is meestal zeer tijdrovend. Druk op de knop "Add" en selecteer "Image". Blader naar de map met de afbeelding. Voor de positionering, arrangement en schalen kijk in in het hoofdstuk hiervoor.
Lamp met een standaart grafisch uiterlijk
Lamp met een persoonlijk uiterlijk
Voorbeeld Achtergrond afbeelding in png formaat
Configurator handleiding 21
V.1.0
Object "Rolluik" en "Zonwering" Druk op de knop "Add" en selecteer "Roller shutter" of "Blinds". Parameter venster instellingen: Voeg de KNX groepen: stop, bewegen, de waarde en de waarde terugmelding.
Het rolluik verschijnt op de grafische user interface
Configurator handleiding 22
V.1.0
Object "Chronothermostaat" Het object "Thermo comfort" wordt gebruikt om te communiceren met een KNX thermostaat (het kan niet worden gebruikt met een "stand alone" thermostaat) en geeft u de mogelijkheid om een weektimer voor de verwarming te creëren. U kunt de gewenste temperatuur voor elk uur van de dag en voor elke dag van de week ingeven. Het geeft u de actuele kamertemperatuur, de actuele setpoint en feedback van de verwarming / koeling klep. Druk op de knop "Add" en selecteer "Thermo comfort". Ga naar de "system" map en voeg (rechter klik) het systeem object "Chronothermostaat" toe. (zie afbeelding hieronder)
Geef in het parameter venster de naam voor de thermostaat in.
Selecteer het object “Thermo comfort” in de grafische pagina.
Configurator handleiding 23
V.1.0
Parameter venster instellingen "Thermo comfort" Gebruik uitgebreide interface: Indien geactiveerd, wordt de modules: nachts, stand-by en comfort toegevoegd, deze worden gecontroleerd met behulp van 1 bit of 1 byte groep adressen. Gebruik klokthermostaat: activeren / deactiveren om gebruik te maken van "chrono" die het mogelijk maakt om toegang te krijgen tot de wekelijkse timer Object klokthermostaat: selecteer de bijbehorende klokthermostaat systeem object De werkelijke temperatuur groep: Plaats de 2 byte KNX-adres Setopoint groep: Plaats de 2 byte KNX-adres Terugkoppeling setopoint groep: Plaats de 2 byte KNX-adres
Popup met een simpele interface
Koeling controlegroep: plaats de 1 bit KNX-adres om de status van de koelafsluiter te zien Verwarming controlegroep: plaats de 1 bit KNX-adres om de status van de verwarmingsafsluiter te zien Naam: Naam van de klokthermostaat
Popup met een uitgebreide interface
Configurator handleiding 24
V.1.0
Voorbeeld van een wekelijkse timer
Configurator handleiding 25
V.1.0
Object “Analoge waarde” Het object "Analoge waarde" laat u toe om een waarde ontvangen van de bus (bv. meteorologische gegevens, zoals temperatuur of wind snelheid, energie-informatie, etc.) en om een specifieke waarde te versturen naar een KNX-adres (bijv. bewerken van een drempelwaarde) . Druk op de knop "Add" en selecteer "Analoge value"
Parameter venster instellingen "Analoge value" Send value: indien ingeschakeld activeert een pop-up op de client interface die u toelaat om een analoge waarde in te voeren en te sturen naar het gekoppelde KNX adres. Value: voorvertoningvan de geplaatste waarde op de grafische pagina Max value: Plaats de maximale waarde voor het object (bijv. tmperature waarde 40) Min value: Plaats de minimale waarde voor het object (bijv. tmperature waarde -10) Factor: Plaats de vermenigvuldigingsfactor voor de aangegeven waarde Visualisatie: Selecteer de gewenste afbeelding KNX data type: Selecteer het type KNX waarde voor de visualisering Waarde groep: Selecteer de KNX groepsadres voor de visualiseren van de geïmporteerde ETS-project
Configurator handleiding 26
V.1.0
Voorbeeld van analoge waarden van een grafische pagina
Voorbeeld van een venster in een analoge waarde te sturen
De omvang van de te kiezen waarde wordt bepaald door de MIN en MAX waarden. Deze worden ingevoerd in het parameters venster
Configurator handleiding 27
V.1.0
Object “RGB lamp” Druk op de knop "Add" en selecteer "RGB lamp". Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "RGB" (zie afbeelding hieronder)
Parameter venster instellingen "RGB" Naam: Naam van de RGB-object Koppel de 1 byte KNX-objecten voor rood, groen en blauw van het geïmporteerde ETS-project. De feedback groepen zijn niet noodzakelijk maar kunnen gewenst wel worden aangesloten
Selecteer het object "RGB lamp" op de grafische pagina. Parameter instellingen window graphics object: RGB-object: selecteer de bijbehorende object
Sla je favorite kleuren op
Kleur selectie Pop up venster RGB
Schakel de RGB LED’s uit
Helderheid instelling Configurator handleiding 28
Het instellen van de timer van de kleur verandering
V.1.0
Object “scene” Druk op de “Add”knop en selecteer “Scene”. Ga naar de “system”folder en voeg het system object “Scene” toe. (rechter muis knop) Parameter venster instellingen "Scene"
p
Naam: Naam van het scene object KNX groep: Oproepen van de scene via een 1-bit KNX-adres (als "1" wordt verstuurd naar de groep). Opname: activeren / deactiveren de mogelijkheid om de scene op te nemen / te veranderen in het pop-up venster op de client. Actie lijst: als je de opname uitschakelt dan kunt u de scene gelijk maken in de configurator.
Voobeeld: “Action list”: licht helderheid waarde 50% Naam van de actie KNX commando type „send 1 Byte“
Voer eerst het KNX groep adress in en dan „I” en dan de command waarde
Configurator handleiding 29
V.1.0
Voobeeld: “Action list”: TV aan Naam van de actie
Commando: buiten de KNX commandoos, kan je van alle system objecten die je hebt gemaakt ook alle controles toevoegen aan je scene.
IR string om te verzenden
attual
Voorbeeld “Action list” Pauze tussen twee acties Naam van de actie
Selecteer de commando „systeem-Make a pauze for a fixed interval [msec]“
Zet de pauze tijd in miliseconde
Configurator handleiding 30
V.1.0
Voorbeeld van een scene popup voor de klant
Voer de scene uit
Hernoem de scene
Configurator handleiding 31
Activer de timer voor de scenen
Neem de scene acties op: Wanneer je op deze knop drukt verschijnt er op links onder in het scherm een rood opneem symbol. Vanaf dit moment neemt de iPad iedere actie op. Je stopt met opnemen door op links onder in het scherm op het rode opneem symbol te drukken. Nu de de scene opgeslagen en kan uitgevoert worden.
V.1.0
Object “Static text“ Druk op de knop "Add" en selecteer "Statische text”
Voorbeeld van een statische tekst op een grafische pagina
Parameter venster instellingen "Statische text" Afmetingen: Tekstgrootte Kleur: Selecteer kleur van de tekst Naam: weergegeven tekst
Object"Weer" Druk op de knop "Add" en selecteer "Weather". Op de instellingen pagina voert u de naam van de stad of de postcode in. Een lijst van de postcodes van de steden kunt u downloaden op onze website. LET OP: Plaats niet meer dan een object weer per pagina.
Voorbeeld van een voorspelling van het weer
Configurator handleiding 32
V.1.0
Object “Camera” Druk op de knop "Add" en selecteer "Camera"
Voorbeeld van een IP camera met een resolution van 320x240 pixels
Parameter venster instellingen "Camera" Type: selecteer een van de reeds geïntegreerde camera's. Als uw camera niet in de lijst staat selecter "Generic Camera" Extern adres: vul hier het IP-adres of de DynDNS-adres van de camera. Externe poort: vul hier de http-poort van de camera (standaard poort is 80) Gebruikersnaam: vul de gebruikersnaam voor de camera toegang (bv. Gebruikersnaam voor Axis camera's is "root") Wachtwoord: vul het wachtwoord voor de camera toegang. LET OP: er moet een wachtwoord zijn, laat de parameter niet leeg. Afbeelding pad: voeg het pad van de MJPEG beeldbank van de camera in. Als u een ingebouwde camera heeft dan wordt dit pad automatisch getoond.
Configurator handleiding 33
V.1.0
Object “Alarm device” Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Alarm device"
Parameter venster instellingen "Alarm device" Soort apparaat: selecteer het juiste systeem uit de lijst Communicatie: selecteer het type Communicatie tussen de SmartStation en het alarmsysteem Seriële poort: vul het nummer van de RS232-poort die u gebruikt voor Communicatie. Standaard is poort "0". Partitions: plaats de gebieden geprogrammeerd in uw alarmsysteem (bv. beganegrond, 1e verdieping enz.) Partities lezen: Tijd van de status lezingen van de gebieden in tienden van seconden. Sensoren: plaats de sensoren geprogrammeerd in uw alarmsysteem. Sensoren lezen: Tijd van de status metingen van de sensoren in tienden van seconden. KNX Gateway: activeren / Communicatie-objecten voor KNX Communicatie uit te schakelen met het alarmsysteem Label: naam van het alarmsysteem
Configurator handleiding 34
V.1.0
Partitions editor
Central-index: nummer van de gebieden die u geprogrammeerd in uw beveiligingssysteem. LET OP: Nummering in configurator begint altijd met "0", als de eerste partitie van uw beveiligingssysteem heeft komt dit nummer 1 overeen met nummer 0 in de configurator. Disarming: zet de mogelijkheid om het alarmsysteem uit te schakelen door middel van een KNX-commando Inschakelen: zet de mogelijkheid om het alarmsysteem in te schakelen door middel van een KNX-commando Command bit: 1 bit KNX groepsadres om een gebied te activeren / deactiveren Command byte: een byte KNX groepsadres om een gebied te activeren / deactiveren Status bit: 1 bit KNX groepsadres om de status van het gebied (1 = actief, 0 = niet actief) te ontvangen. Status byte: een byte KNX groepsadres om de status van de gebied te ontvangen. Area naam: zet hier de naam van het gebied
Configurator handleiding 35
V.1.0
Sensors list:
Index-nummer: nummer van de sensor die u programmeerd in uw beveiligingssysteem. LET OP: Nummering in configurator begint altijd met "0", als de eerste sensor in uw beveiligingssysteem nummer 1 heeft dan komt dit overeen met nummer 0 in de configurator. Groep: plaats een KNX groep adres om te communiceren met de sensor (bv in te schakelen van verlichting met behulp van een bewegingssensor) Sensor name: plaats hier een naam voor de sensor Send all state: indien geactiveerd stuurt de sensor alle staten, indien uit stuurt de sensor alleen in alarmtoestand Stuur op verandering: indien geactiveerd stuurt de sensor de staat alleen op verandering
Configurator handleiding 36
V.1.0 Alarm system grafische pagina Druk op de knop "Add" en selecteer "keypad". Parameter venster instellingen "toetsenbord" Systeem: selecteer de beveiliging systeem waarop het toetsenbord is aangesloten
Op een nieuwe pagina op de knop "Add" en selecteer "Sensor". grafische voorbeeld “Sensor” Parameter venster instellingen "Sensor" Type sensor: selecteer de graphics van de sensor Central: selecteer de beveiliging systeem waarop de sensor is aangesloten. Sensor-device: selecteer de sensor uit de lijst
Configurator handleiding 37
V.1.0
Object "IR-zender" Het object "IR-transmitter" is gebonden aan de "IR Trans"-apparaat en maakt het mogelijk infrarood commando's te sturen naar verschillende apparaten, zoals TV's, DVD's, etc. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "IR-Transmitter".
Parameter venster instellingen "IR-Transmitter" Label: Naam van het object Remotes directory: voeg het pad toe daar waar de txtbestanden van de IR-afstandsbedieningen zijn opgeslagen.. Meestal zie je ze vinden in C:\Program Files \ IRTrans \ afstandsbedieningen IP-address: plaats de statische IP-adres van de IRTrans-apparaat IR-commando's: definieer de enkele IR-commando's
Instellingen "IR-commando's" Naam: naam van de IR-commando Alias: identificatie van de opdracht. LET OP: dezelfde identificatie moet worden gegeven aan de grafische icoon (zie hoofdstuk "algemene knop"). Remote: selecteer de afstandsbediening opgeslagen met de IR trans software Commando: selecteer de opdracht geconfigureerd in de IR trans software
Configurator handleiding 38
V.1.0
Object “Generic command” Het object "Generic commando" stelt u in staat om de uit te voeren commando's van de apparaten te ïntegreerd in thinknx configurator, zoals IR-Trans, audio / video matrix, Sonos,enz. Druk op de knop "Add" en selecteer "generic command". Parameter venster instellingen "Generic command" Command: selecteer de uit te voeren opdracht. LET OP: de lijst bevat alleen de commando's die verband houden met al gemaakten systeem objecten. In dit voorbeeld kiezen we de IRcommando. Parameters: Plaats de waarde van de parameter gekoppeld aan de geselecteerde opdracht. f.e. "Alias" van de IR zender (zie hoofdstuk "IRzender") Font: select lettertype Tekst dimension: selecteer de tekst grote Text color: Kies uw tekst kleur Extra text: tekst worden gevisualiseerd Custom graphic: selecteer een gepersonaliseerde afbeelding voor de knop
Configurator handleiding 39
V.1.0
Voorbeelden van algemene knoppen met persoonlijke afbeeldingen
Configurator handleiding 40
V.1.0
Object logical function “Combination” De logische functie "Combination" wordt gebruikt om boolean logica (AND, OR, XOR) te maken uit een lijst van KNX groep adressen. Je kunt het gebruiken om bijvoorbeeld een OR logica te creëren het uitschakelen van de warmtepomp als alle verwarming gesloten zijn. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Combination".
Parameter venster instellingen "Combination" Operation: selecteer de gewenste logische bewerking. Inputs: voeg de ingangen van de logische functies (zie hieronder) Inverted output: omkerren van het resultaat van de logische functie Sending modus: selecteer de gewensde optie Output group: plaats de KNX groep adres in om het resultaat van de logische functie te schrijven
Groepsadres gekoppeld met de ingang van de logische poort attual
Configurator handleiding 41
V.1.0
Object “SMS Gateway” Registreer je op de website www.skebby.com Koop het gewenste pakket van sms (wij raden het basispakket aan).
Vergeet niet uw account gebruikersnaam en wachtwoord, je hebt zo nodig om de sms-service te configureren.
Configurator handleiding 42
V.1.0 Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "SMS Gateway".
Parameter venster instellingen "SMS Gateway" Label: naam van het object Username: gebruikersnaam van de skebby rekening Password: het wachtwoord van het skebby rekening Afzender: naam van de afzender getoond op de SMS Max SMS per day: het maximum aantal SMS die kunnen worden verzonden in een dag. Min. SMS for alert: een waarschuwing SMS-bericht wordt verzonden als het aantal SMS op de rekening van deze waarde bereikt Min. SMS-alert text: Tekst voor de alert SMS Tel. number for min. SMS: telefoonnummer waarnaar de melding SMS wordt gestuurd (zet de land code voor het telefoonnummer - 32 voor nederland)
Configurator handleiding 43
V.1.0
Object “Sonos zone player” Het object "Sonos zone player" wordt gebruikt om de Sonos-apparaten integreren en kunt u de belangrijkste commando's zoals play / stop, volume omhoog / omlaag en track + / volgen – aansluiten op KNX groep adressen en deze te koppelen met KNX drukknoppen. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Sonos zone speler".
Parameter venster-instellingen "Sonos zone speler" Label: naam van het object IP-adres: IP-adres van de Sonos ZonePlayer: LET OP: Sonos zone spelers werken alleen met DHCP, dus je moet naar de instellingen van uw DHCP-server (meestal de router) en een vast IP adres toe wijzen aan het MAC-adres van de Sonosapparaat Use KNX: aan / uit om Sonosapparaat met KNX te schakelen Play / Stop group: KNX groep adres voor play / stop Volume group: KNX groep adres voor volume omhoog / omlaag Track group: KNX groepsadres voor track + / -
Configurator handleiding 44
V.1.0
Object “Report” Het object "Report" laat u toe om gegevens van een of meer groep adressen te verzamelen en om een rapport te sturen per E-mail naar een lijst van ontvangers. Het rapport kan worden verzonden als een tekstbestand of HTMLbestand. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Report".
Parameter venster instellingen "Report" Label: naam van het object Recipients: lijst met e-mail adressen waar het rapport wordt verzonden Values: waarden op te nemen Title: Titel van het rapport Textt: Mail tekst Subject: E-mail onderwerp Html: indien ingeschakeld het rapport wordt verzonden als html-bestand, anders wordt het verzonden als tekstbestand. Create chart: als dit is ingeschakeld geeft het een extra grafische evaluatie van de gegevens die verzonden zijn. Store interval: tijd voor de waarden die moeten worden verzameld formaat: days.hours: minuten: seconden Voorbeeld waarden voor een dag: 1.00:00:00 Voorbeeld valures gedurende een uur: 0.01:00:00 Lees interval: tijdsinterval tussen de metingen van de waarde formaat: uren: minuten: seconden Bijvoorbeeld het lezen van elke 10 seconden: 00:00:10
Configurator handleiding 45
V.1.0
Recipients editor
Name: naam van de ontvanger E-mail address: e-mailadres van de ontvanger Added Subject: specifiek onderwerp toegevoegd voor de ontvanger Added Text: specifieke tekst toegevoegd aan de e-mail voor de ontvanger Sent interval: interval voor het verzenden van deze geadresseerde
Report waardens Naam: naam van de waarde Force read: indien geactiveerd wordt de waarde gelezen op een regelmatige basis (lezen interval bewerkbaar is), anders wacht het programma passief op de gegevens Unit of measure: meeteenheid van de waarde Multiplying factor: factor te vermenigvuldigen met de leeswaarden Type: type van KNX waarde die moet worden gelezen Source: KNX of Modbus KNX groupe: KNX groep adres van de waarde die moet worden gelezen
Configurator handleiding 46
V.1.0 Voorbeeld van een HTML-rapport toegevoegt aan een e-mail verzonden vanaf de server
Configurator handleiding 47
V.1.0 Voorbeeld van een grafische evaluatie toegevoegd aan de e-mail
Configurator handleiding 48
V.1.0
Object “Load Control” Het object "Load Control" maakt een automatische uitschakeling van de belangrijkste belastingen zoals wasmachines, drogers, enz. wanneer het totale verbruik van het gebouw een bepaalde limiet heeft bereikt. Als de belasting weer op de voor aangegeven waarde zit dan word deze weer ingeschakeld. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Load Control".
Parameter venster instellingen "Load Control" Label: naam van het object Seriële port: seriële poort (0-3) waarop het meetinstrument is aangesloten (alleen voor Modbus) Maximum power: maximaal vermogen in W voor het gebouw. Wanneer deze waarde is overtrof begint de automatische uitschakeling. Warning threshold: als het verbruik van deze waarde bereikt is wordt er een waarschuwingssignaal verzonden naar de waarschuwing groep Power value group: groep adres waar de KNX energiemeter de consumptie waarde stuurt (2 of 4 bytes) Warning group: groep adres waarnaar het waarschuwings signaal wordt gestuurd (1 bit) Reconnection time: Tijd (in seconden), waarna een uitgeschakeld gereactiveerd wordt Disconnection time: Als de maximale vermogen wordt overschreden wacht het systeem gedurende een bepaalde tijd voordat het begint met het uitschakelen van de belasting. Load 1 group: groepsadres van de eerste last die verbroken wordt Laad 1 group: terugmeld adres van de eerste lading die moet worden verbroken
Configurator handleiding 49
V.1.0
Objects “Audio and Video Matrix” Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Audio matrix" of "Video matrix". Parameter venster instellingen bezwaar "Audio / Video matrix" Name: naam van het apparaat Device: het apparaat dat u wilt bedienen Use serial port: aanzettenvan seriële poort communicatie Serial port: voer het nummer van de seriële poort waarop de matrix is aangesloten (RS232-poort is nummer 0)
De enkele commando's van de audio / video matrix kan worden gekoppeld aan generieke opdrachten (zie hoofdstuk "Generic commando")
Configurator handleiding 50
V.1.0 Object "Universal Gateway" Met het object "Universal Gateway" kunt u handelingen activeren, afhankelijk van een opdracht of een specifieke waarde verzonden vanaf de KNX-bus. Je kunt bijvoorbeeld het gebruiken van het temperatuur alarm creëren. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "Universal Gateway".
Name: naam van het evenement Voorbeeld 1: de server stuurt een 1-bit KNX telegram alarm als de temperatuur hoger is dan 35 graden
KNX group: groeps adres waarin de waarde voor de gebeurtenis wordt gelezen C1 enabling: maakt voorwaarde 1 C1 command: Selecteer de gewenste actie om uit te voeren. De lijst bevat de commando's van de apparaten toegevoegd als systeemobjecten C1 command parameters: plaats de waarde van de opdracht (zie command parameterlijst aan het einde van het handboek). C1 conditions: actieve toestand voor de uit te voeren actie. C1 conditionparameters: selecteer de waarde voor de conditie.
Configurator handleiding 51
V.1.0 Voorbeeld 2: de server stuurt een SMS-bericht met de tekst "water alarm" als een 1-bit telegram met waarde 1 wordt verzonden naar de KNX groepsadres 4/5/3
Configurator handleiding 52
V.1.0
Push Notification en automatische paginaverandering Met het systeem object "Universal Gateway" is het mogelijk om het beheer van technische alarmen. De beschikbare functies voor die de automatische pagina verandering en de 'Push Notification' berichten, die op het scherm verschijnen ook als de iPad in stand-by en de ThinKnx toepassing wordt gesloten. Om de Push Notification te activeren hoeft u alleen de Universal Gateway te configureren, zoals beschreven in het hoofdstuk hierboven en kies het commando "System-send Push Notification", het invoeren in de parameters veld de tekst die moet worden verzonden als alarmbericht. Voor het configureren van de automatische paginaverandering selecteert u de opdracht "System-Change UI Function and Page - GENERAL" en voeg in de parameters veld het nummer van de function, dan is de "|"-teken en vervolgens het nummer van de pagina, fe 1 | 2 om naar pagina nummer twee in functie nummer 1. LET OP: de nummering van de functies en pagina's begint met 0. In de parameters venster van elke functie en de pagina vindt u het nummer. Deze twee functies kunnen ook worden gebruikt met het doel "Generic commando".
Configurator handleiding 53
V.1.0
Object webpage “WebUI” Met het object "WebUI" kunt u gebruikers aanwijzen die toegang mogen hebben tot de html-pagina's. Op dit punt zijn er alleen gebruikersnamen gemaakt, de wachtwoorden zullen later worden ingebracht in de server. Ga naar de "system" map en voeg (rechts klikken) het systeem object "WebUI". Label: naam van het object Users: plaats de lijst van de gebruikers die toegang hebben om html-pagina's te openen
Gebruikerslijst
Web access: aan / uit toegang tot het web
Name label: naam van de gebruiker Username: gebruikersnaam die zal worden gebruikt om de webpagina te openen. Het wachtwoord voor de eerste toegang is "password". Elke gebruiker kan een eigen wachtwoord op de eerste pagina van de webinterface aanmaken. User access: verlenen / weigeren deze gebruiker de toegang tot de webpagina
Configurator handleiding 54
V.1.0 De afbeelding van de webpagina wordt automatisch gegenereerd met de oprichting van het project in thinknx configurator. U kunt voor elke functie / pagina / object kiezen of het nu zichtbaar zal zijn op de webpagina of niet. Wanneer u ook uw project uploaden naar de thinknx SmartStation zal alle informatie van de webpagina wordt overgedragen worden. LET OP: de WebUI functie moet een software licentie om te kunnen werken. Zie hoofdstuk "License Management". Voorbeeld van een web-pagina met afbeeldingen op de iPhone
Na geupload het project bestand naar de server heeft u toegang tot de pagina's met behulp van een webbrowser het IP-adres van de server, gevolgd door poort 5051 (bijv. 192.168.1.2:5051). U wordt gevraagd om gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.
Configurator handleiding 55
V.1.0
Hoe zet u het project in werking
In dit hoofdstuk laten we zien hoe u het project dat u heeft gecreert op thinknx configurator up load en op de server en zijn clients (iPad, touch screen, Android). Voor het optimaliseren van de snelheid van de commando's en feedback hebben we besloten om alle afbeeldingen op te slaan direct bij de klanten, de server bevat alleen commando en logica informatie. Dit vereist dat u na elke wijziging van het project zowel de server en clients moet updaten.
Het optimaliseren van het project Voordat u uw project exporteert is het aanbevolen dat je de graphics optimaliseert, het verminderen van de grootte verhogin de snelheid bij de klanten. Dit kan gedaan worden met behulp van de automatische optimalisatie-functie, die 'reinigt' het project en verwijderen alle overbodige onderdelen. U vindt deze functie door te drukken op de knop "Exporteren"
Exporteren van het project voor thinknx SmartStation Zodra u het optimalisatie proces hebt uitgevoerd kunt u het project uploaden naar de server. Zoals reeds vermeld bevat de server geen afbeeldingen, alleen commando informatie. Het is zeer belangrijk om het actualiseren van de server na elke wijziging van het project, zelfs als de wijzigingen klein zijn (zoals het wijzigen van een afbeelding of het toevoegen van een tekst). Druk op de "knop Exporteren" in het hoofdmenu en kies "Export voor server".
Configurator handleiding 56
V.1.0 Sla het bestand op en onthoud de locatie. Het geëxporteerde bestand heeft de extensie. Srv extentie en bevat alle logische functies van het project, zoals KNX groep adressen, timers, scènes, etc. en een zeer beperkt deel van het symbool grafieken met betrekking tot de webpagina. In het volgende hoofdstuk leggen we uit hoe u het bestand dat u zojuist hebt geëxporteerd naar de server uploaden.
Toegang tot thinknx SmartStation LET OP: wij raden het gebruik van de browser "Mozilla Firefox" of "Google Chrome", we kunnen de volledige functionaliteit niet garanderen met Internet Explorer. Om toegang te krijgen van de server login pagina voert u het IP-adres gevolgd door: 5051 (bv http://192.168.1.2:5051) De eerste keer dat u toegang tot de server insert username "service" en wachtwoord "password". U wordt dan gevraagd om een nieuw wachtwoord in te voeren.
Configurator handleiding 57
V.1.0
Hooftpagina
Navigatie knopen
Configurator handleiding 58
V.1.0
Het uploaden van een project naar de server Op de hoofdpagina (Home) klik op de link "Configuratie upload". Klik op de knop " Select file ", blader naar de map waarin u het bestand. Srv bestand heeft neergezet, selecteer het en druk op "open". Druk op de "Upload" knop. Als de server klaar is met het uploaden van het bestand, voert het een snelle herstart en gaat terug naar de login pagina.
Configurator handleiding 59
V.1.0
Server instellingen Klik op de navigatie knop "Server". Op de " Server management " pagina kunt u de actieve licenties, het serienummer van de server en de versie van de firmware daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Vanaf deze pagina kunt u de licentie pagina openen, de gebruikers pagina (het beheer van wachtwoorden voor toegang tot het webgebruikers - zie hoofdstuk "WebUI), het netwerk configuratie pagina kunt u de firmware updaten en verandering aanbrengen in de datum en tijd.
Configurator handleiding 60
V.1.0
License nabagement Op deze pagina kunt u licenties activeren en geeft toegang aan klanten (aparaten) zoals iPad, touch screen of Android. Op de "Server beheer" pagina klik "Licenties & Codes"
Configurator handleiding 61
V.1.0
Het activeren van licenties Om een licentie (extra clients, multimedia, beveiliging, enz.) exemplaar te activeren en plak code in licentie op de "Insert licentie code" veld en druk op "Add License Code".
Het verlenen van toegang aan een cliënt Aangezien de toegang tot de server is voorbehouden aan een beperkt aantal klanten (wat overeenkomt met het aantal geactiveerde client-licenties), moeten deze worden ingeschakeld op de server. Dit kan gedaan worden op de "Licenties & codes 'pagina onder de" Klanten codes "sectie. Het eerste wat je hoeft te doen is een eerste poging maken om verbinding te maken met uw klant (zie specifieke hoofdstukken om te zien hoe dit te doen) om de server te vertellen wat de klants code is. Zodra de klant heeft geprobeerd om verbinding te maken zie je de code rechts van "Last aangesloten client-code:". Selecteer de code met de linker muisknop, rechts klik erop en kies "Copy", dan rechts klikken op de "Insert client-code" veld en selecteer plakken. Druk op de "Add Client Code" knop en een nieuwe lijn verschijnt op de lijst van cliënten hierboven. Nu moet je zijn "Enabled" veld te controleren en een korte beschrijving van de klant in te voeren.
Code van de klant, om te activeren
Configurator handleiding 62
V.1.0
netwerkinstellingen
Op de "Server beheer" pagina klikt u op "Netwerk configuratie". Op deze pagina kunt u de actuele netwerkinstellingen zien en wijzigen.
Configurator handleiding 63
V.1.0
KNX-bus monitor Met de bus-monitor kunt u de KNX-verkeer regelen en waarden naar specifieke groep adressen te sturen. Klik op de navigatieknop "Monitor".
Bus berichten: Afzender: fysieke adres van het toestel het verzenden van het telegram Bestemming: bestemming groepsadres van het telegram Gegevens: de waarde van het telegram
Configurator handleiding 64
V.1.0
Het uploaden van het project aan de iPad Zoals reeds gezegd wordt de grafische data opgeslagen op de iPad, niet op de server, dit is waarom je iPad moet woorden aangesloten op de computer waarop de thinknx configurator staat zodat je de graphics kan uploaden. Natuurlijk moet de iPad en de computer aangesloten worden op hetzelfde netwerk. Het eerste wat je moet te doen is het kopen van de app op Apple Store (zoek naar "thinknx"). U zult twee apps te vinden, thinknx tester (gratis app voor testdoeleinden, zonder verbinding met de server) en de volledige thinknx app, daarvoor moet u de volledige app kopen. Het is zeer belangrijk dat er geen beveiliging of firewall actief is op uw computer (geen van beiden firewall of een antivirus-software met firewall), omdat het zou niet toestaan dat uw iPad op de computer aansluit op het netwerk en het uploaden van het project niet gaat werken. Open thinknx configurator, open je project en druk op de "Tablet". Niets lijkt te gebeuren, maar op de achtergrond wordt een tijdelijk bestand gemaakt, in de linker benedenhoek van het scherm verschijnt "Tablet-server actief is".
U zult regel "http://
:5050 zien.". Dit adres moet worden ingevoerd in het veld "Configurator URL" op de thinknx instellingen pagina van de iPad (op de iPad Klik op Instellingen-icoon met versnellingen en klik op thinkx in de toepassingen). In het veld "Server adres" het IP-adres van uw thinknx SmartStation.
Configurator handleiding 65
V.1.0
De knop "Remember laatste configuratie" Activeert / deactiveert het uploaden van het project. Als de knop in de OFF positie staat dan verbinding de iPad met het adres in het veld "Configurator URL" en downloadt de graphics. Als dit eenmaal is gedaan dan moet deze knop terug zetten naar de ON positie, anders probeert de app elke keer de grafische bestanden te downloaden als je het programma opent. Elke keer als je je project wilt veranderen en uw iPad wilt updaten druk de "Tablet" knop in thinknx configurator (een geactualiseerde tijdelijke bestand wordt gemaakt), zet de "Remember laatste configuratie" knop op de iPad in UIT-stand en start de thinknx app. De eerste keer dat u probeert verbinding te maken met de thinknx SmartStation met uw iPad zal de app hangen aan het venster "Authenticatie in uitvoering", dit komt omdat je je iPad nog niet hebt ingestelt op de server. Zie hoofdstuk "Het verlenen van toegang aan een cliënt".
Configurator handleiding 66
V.1.0
Exporteren van een project voor de windows client thinknx speler is de naam van de Windows-client-toepassing. U kunt deze downloaden van onze website en installeren op de computers waarmee u verbinding wilt maken met de thinknx SmartStation. Na de installatie van de client-software vereist een speciaal project bevat, kan dit worden geëxporteerd, uiteraard, van de configurator. Druk hiervoor de knop "Exporteren" en kies "Export voor touchscreen". Een bestand met. Tou extensie wordt gemaakt, die moet worden gekopieerd naar elke computer waarop de clientsoftware (u kunt dit doen oa met behulp van een USB-stick). Wanneer u start thinknx speler verschijnt er een venster waar je bladeren naar de map met de. Tou-bestand en deze te selecteren. De client software zal u niet meer vragen voor dit bestand. Als u een bijgewerkte bestand will uploaden ga naar Start - Programma's - thinknx speler - Reset Project. De volgende keer dat u thinknx speler start zal die opnieuw vragen voor het bestand.
Reset Project: click this every time you want to upload an updated project file
Hetzelfde als voor de iPad ook de windows client dient te worden ingeschakeld op de thinknx SmartStation. Zie hoofdstuk "Het verlenen van toegang aan een cliënt".
Configurator handleiding 67
V.1.0
Toegang tot het systeem via het internet met de iPad / Android Om te kunnen visualiseren en uw systeem te beheren via het internet met uw iPad / Android-toestel moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan: - De klant moet beschikken over een ADSL-lijn of met een statisch IP-adres of met een dynamisch IP- adres en een DynDNS rekening - Op de router / firewall poort 7550 moet worden doorgestuurd naar het IP-adres van de thinknx SmartStation (als u niet bekend bent met dit soort configuraties raadpleeg dan de systeembeheerder van het netwerk) Wanneer de bovengenoemde voorwaarden worden gegeven hoeft u alleen maar naar de configuratie pagina van de iPad, "thinknx" te selecteren en in het veld "Server address" het statische IP-adres of de DynDNS-adres in te voegen
Configurator handleiding 68