hager PC-software voor RF-configurator Tebis TX 100
Handleiding 6T7266
Inhoud Voorwoord ..............................................................................................................................2 Overzicht.................................................................................................................................3 1 Sneltoetsen..................................................................................................................................................3 2 Indeling van de schermen ..........................................................................................................................3 3 Pictogrammen .............................................................................................................................................4 4 Definities......................................................................................................................................................5
Typografische afspraken .......................................................................................................6 Installatie en start...................................................................................................................7 1 Vereiste configuratie...................................................................................................................................7 1.1 Hardware-configuratie............................................................................................................................ 7 1.2 Software-configuratie ............................................................................................................................. 7
2 Installatie .....................................................................................................................................................7 2.1 De toepassing installeren....................................................................................................................... 7 2.2 SmartMedia-kaartlezer installeren ......................................................................................................... 7
3 Instelling van de voorkeuren......................................................................................................................8 3.1 Taal van de toepassing wijzigen............................................................................................................ 8
Aanpak van de toepassing ....................................................................................................9 1 Navigeren door de explorer........................................................................................................................9 2 Projecten bewerken ..................................................................................................................................10 2.1 Detail van het project............................................................................................................................ 10 2.2 Lijst van producten............................................................................................................................... 11 2.3 Lijst van verbindingen.......................................................................................................................... 12
Beheer van de projecten......................................................................................................13 1 Project creëren ..........................................................................................................................................13 1.1 SmartMedia-kaart.................................................................................................................................. 13 1.2 Informatie van het project invullen...................................................................................................... 13 1.3 Informatie van het project opslaan ...................................................................................................... 13
2 Project raadplegen....................................................................................................................................14 3 Project wijzigen .........................................................................................................................................14 3.1 Algemeen .............................................................................................................................................. 14 3.2 Draagwijdte van de wijzigingen ........................................................................................................... 14 3.3 Veldwaarden wijzigen........................................................................................................................... 14 3.4 Wijzigingen opslaan ............................................................................................................................. 15
4 Documenten afdrukken ............................................................................................................................15 4.1 Actueel beeld ........................................................................................................................................ 15 4.2 Documentatie Installateur .................................................................................................................... 16 4.3 Documentatie klant............................................................................................................................... 16
De toepassing updaten........................................................................................................17 1 Algemeen...................................................................................................................................................17 2 Update........................................................................................................................................................17
Problemen oplossen ............................................................................................................18
1
Voorwoord Dit document is de handleiding van de « PC-software voor de configurator Tebis TX100 ». De bedoeling van deze handleiding is de gebruiker te helpen om met de toepassing vertrouwd te raken. Deze handleiding omvat vijf belangrijke delen : Overzicht Installatie en starten Aanpak Beheer van de TX100-projecten Update van de toepassing Het eerste deel geeft een overzicht van de organisatie van de interface van de toepassing en enkele definities die specifiek zijn voor elektrische installaties, de nomenclatuur van de pictogrammen van de TX100 enz. Deel twee gaat over de installatie van de toepassing op het toestel van de klant met de vereiste configuratie van de computer en de randapparatuur die noodzakelijk is voor de goede werking ervan, en bevat informatie die nuttig is als u de software voor de eerste keer start. Het derde deel geeft een gedetailleerde voorstelling van de interface van de toepassing en overloopt alle beschikbare schermen en de functies die eraan gekoppeld zijn evenals de afgebeelde gegevens. Deel vier gaat gedetailleerd in op de bewerkingen die op de projecten kunnen worden toegepast : archiveren, raadplegen, naam wijzigen enz. Het laatste deel legt het automatisch update-proces van de toepassing uit met behulp van een update-kaart van de configurator TX100.
2
Overzicht 1
Sneltoetsen
1 Sneltoetsen
Alle mogelijke middelen om de door de toepassing geboden functies op te roepen, zijn : Gebruik van de verbindingen (menu-items of knoppen door enkele klik op de linkermuisknop) Gebruik van de sneltoetsen : CTRL+C CTRL+X CTRL+V
Kopiëren Knippen Plakken
CTRL+Z
Laatste bewerking / wijziging ongedaan maken
ALT+F4
Toepassing verlaten of actief venster sluiten Om tussen de verschillende geopende vensters in bewerking te schakelen.
ALT+TAB
Gebruik van het contextueel menu (klik op rechtermuisknop, item selecteren en klik op linkermuisknop)
2
Indeling van de schermen
2 Indeling van de schermen
Menubalk Titelzone Titel beeld
actueel
Menu beeld
actueel
Klantzone voor weergave van gegevens Actueel beeld
Informatiezone
3
/
3
Pictogrammen Toepassing
3 Pictogrammen
Symbool
Bedieningstype Aansteken Doven Aan - Uit type schakelaar Aan - Uit type afstandsschakelaar Aan - Uit type afstandsschakelaar voor unidirectionele producten Verhogen dimniveau
Verlichting
Verlagen dimniveau Dimmen via drukknop Geforceerd uitschakelen Geforceerd inschakelen Inschakelen met vertraging Uitschakelen met vertraging ...
Sfeerscenario 25%, 50%, 75% of 100% Ophalen type drukknop Neerlaten type drukknop
Rolluiken / jaloezieën
Ophalen – neerlaten type drukknop Geforceerd ophalen Geforceerd neerlaten Beveiliging « Slecht weer » Comfort Eco Comfort / Eco Vorstbeveiliging
Verwarming
Geforceerde bediening Stop Geforceerde bediening Comfort Geforceerde bediening Eco Comfort met vertraging Eco met vertraging Master-klok Slave-klok
Klok
Functie Op – Neer type schakelaar Functie Neer – Op type schakelaar Functie Op type schakelaar Functie Neer type schakelaar
4
Schemerschakelaar
Master-schemerschakelaar
Roomcontroller
Weergavezone op roomcontroller (1 tot 4)
Alle toepassingen
4
Slave-schemerschakelaar
Logische functie Geen functie ...
Sfeerscenario 1 tot 8
Definities Kanaal
4 Definities
: wijst op een ingang of een uitgang.
Unidir : wijst op een product of een ingangskanaal radiozender. De “unidir”-kanalen kunnen geen informatie van de andere kanalen van de installatie ontvangen. Bidir : wijst op een product of een kanaal radiozender en –ontvanger. Alle uitgangskanalen zijn “bidir”. TP
: wijst op een product of een kanaal dat verbonden is met de draadbus.
5
Typografische afspraken Om de informatie duidelijk en verstaanbaar te maken, hebben wij enkele afspraken en pictogrammen vastgelegd. Belangrijke informatie over het gedrag van de toepassing wordt voorafgegaan door het symbool : Informatiezone De tekst staat cursief om aldus de informatiezone af te bakenen. Informatie met als doel de aandacht van de gebruiker te vestigen op een specifiek punt of een specifieke werking van de toepassing wordt voorafgegaan door het symbool :
!
Waarschuwing
Ook hier staat de paragraaf cursief.
6
Installatie en start 1
Vereiste configuratie
1 Vereiste configuratie
1.1 Hardware-configuratie Besturingssysteem :
Windows® XP / Windows 2000 Professional
Processor :
Intel Pentium 1Ghz of hoger
Geheugen :
128 MB RAM
Schijfruimte : 30 MB (voor de installatie) Vereiste randapparatuur :
CD-ROM- of DVD-ROM-speler
SmartMedia-kaartlezer op USB-poort Optionele randapparatuur :
Windows-compatibele printer
1.2 Software-configuratie Acrobat Reader versie 5.0 of recentere versie voor het bewerken van documentatie in PDF-formaat (geleverd op de installatie-CD-ROM).
2
Installatie
2 Installatie
2.1 De toepassing installeren U kunt de toepassing installeren door de installatie-CD-ROM gewoon in het CD-ROM-station van uw computer te plaatsen. Volg dan de instructies van het installatieprogramma op. Meer informatie vindt u in bijgaande documentatie : « Installatiegids van de PC-software voor de configurator Tebis TX100 ».
2.2 SmartMedia-kaartlezer installeren Voor Windows XP : De installatie van een kaartlezer onder dit besturingssysteem vereist geen enkele bijkomende driver. U moet gewoon de lezer aansluiten op de USB-poort van de PC ; in het beeld van het « werkstation » van Windows verschijnen één of meer symbolen. Voor Windows 2000 : Voor de installatie van een kaartlezer onder Windows 2000 moet u de installatiehandleiding en de CD-ROM raadplegen die met de lezer wordt meegeleverd. De CD-ROM moet de drivers van uw randapparatuur bevatten die compatibel zijn met het systeem Microsoft Windows 2000.
7
3
Instelling van de voorkeuren
3 Instelling van de voorkeuren
3.1 Taal van de toepassing wijzigen Zodra de installatie uitgevoerd is, moet u de toepassing starten met behulp van het pictogram dat werd gecreëerd in het menu « Start » evenals het pictogram dat tijdens de installatiefase werd gecreëerd op het bureaublad. De toepassing start dan in de taal die u hebt gekozen tijdens de installatiefase van het product. Om een andere taal te kiezen, moet u vanuit het beeld « Project-explorer » gewoon de verbinding « Voorkeuren » selecteren. Er gaat dan een dialoogvenster open waarin u de taalparameters van de toepassing kunt instellen.
Figuur 1 : Dialoogvenster « Voorkeuren »
8
Aanpak van de toepassing 1
Navigeren door de explorer
1 Navigeren door de explorer
Bij het openen van de toepassing is het eerste venster dat op het scherm verschijnt de project-explorer die uit drie delen bestaat : Het bovenste deel bevat de titel en het logo van Hager Het linkerdeel toont de lijst van de (alfabetisch gesorteerde) projecten die momenteel worden bewerkt (het project dat momenteel wordt gewijzigd is extra opgelicht en staat bovenaan de lijst) Het gedeelte « klantzone » (onderaan rechts) bevat de boomstructuur van de projecten en een lijst met informatie waarvan de inhoud afhangt van het gekozen item in de boomstructuur.
Figuur 2 : Scherm « project-explorer » U kunt door de lijst van de projecten navigeren door gewoon de knooppunten van de boomstructuur te ontrollen, om toegang te krijgen tot de opgeslagen projecten. Zodra u een knooppunt hebt ontrold, verschijnt bij het selecteren van een project (enkele klik) allerlei informatie in het rechterdeel van de klantzone. U kunt dan precies het project kiezen dat u wilt bewerken. De boomstructuur is zo ontworpen dat slechts een structuur van twee niveaus diep wordt getoond, waarvan het eerste ofwel een project kan zijn ofwel een map en het tweede dan een project (in een map). U kunt de verschillende functies die voor dit beeld zijn voorzien, oproepen via het menu van de klantzone of via het contextueel menu van het venster. Vanuit dit beeld kunt u : Mappen creëren in de boomstructuur zodanig dat u de installatiebestanden TX100 in groepen kunt indelen. De naam van de mappen wijzigen Installaties openen in de bewerkingsmodus Installaties verplaatsen Installaties/ mappen verwijderen Documentatie afdrukken Het venster van de voorkeuren oproepen
9
2
Projecten bewerken
2 Projecten bewerken
U kunt een project bewerken door het gewoon in de boomstructuur van het beeld « Explorer » te zoeken, door dubbelklik op het bijbehorende pictogram of door de verbinding « openen » te selecteren (in het menu van de zone of in het contextueel menu).
2.1 Detail van het project Dit beeld verschijnt bij het starten van de bewerking van een project en kan worden opgeroepen via de verbinding « project » van het algemeen menu van het venster Bewerken van project. Het beeld bestaat uit verschillende velden voor het identificeren van een installatie : de naam en het adres van de betrokken klant van de installatie, de namen en het adres van de installateur, de data waarop de installatie werd gecreëerd en voor het laatst werd gewijzigd, enkele technische inlichtingen over het aantal TP/RF-ingangs- en uitgangsproducten en een veld voor commentaar. Het linkerdeel van het venster bevat generieke informatie zoals de naam van het project, de datum waarop het voor het laatst werd gewijzigd en een beschrijvend bericht.
Figuur 3 : Scherm « Beeld Project »
!
Deze verschillende velden kunnen slechts worden bewerkt als de SmartMedia-kaart waarop de installatie opgeslagen is in de kaartlezer is geplaatst. In alle andere gevallen kunnen de velden alleen worden gelezen (read-only). Ze kunnen nochtans worden geselecteerd om ze in een ander project (dat geopend is voor wijziging) of elke andere toepassing te kopiëren en te plakken.
10
2.2 Lijst van producten Met het beeld Product kan de lijst worden getoond van alle modules die in de geselecteerde installatie voorkomen. De lijst wordt voorgesteld in de vorm van een boomstructuur waarvan het eerste niveau het product zelf is (catalogusreferentie, beschrijving – aantal ingangen / uitgangen – , basisfunctie, versterkermodus, communicatiefout, flag product compleet…). Het tweede niveau komt overeen met de lijst van de ingangs- en uitgangskanalen van elk product dat voorkomt in de lijst (kanaalnummer, werkingswijze – ingang/uitgang –, beschrijving ingevoerd door de gebruiker …). In de linkerkolom staat zoals tevoren informatie over het geopend projet evenals details en beschrijvingen die specifiek zijn voor het in de boomstructuur geselecteerde product (indien beschikbaar). Om de lijst te doen verschijnen van de kanalen die aan een product zijn gekoppeld, klikt u gewoon op het « + »-teken aan het begin van de regel om het knooppunt te ontrollen.
Figuur 4 : Scherm « Beeld Producten »
!
Zoals voor het scherm « Beeld Project » kan de afgebeelde informatie slechts worden bewerkt als de SmartMedia-kaart van de installatie in de lezer is geplaatst. In dit geval kan de beschrijving van elk product worden gewijzigd. Daartoe gaat u als volgt te werk : Plaats de cursor op het product dat u wilt wijzigen, Selecteer de functie « naam wijzigen » (in het submenu of het contextueel menu), Wijzig de beschrijving Valideer de wijziging.
11
2.3 Lijst van verbindingen In dit beeld wordt de installatie getoond in de vorm van verbindingen. Er zijn twee weergavemodussen beschikbaar : Beeld van de installatie via de ingangen (een ingang gekoppeld aan verschillende uitgangen) Beeld van de installatie via de uitgangen (een uitgang gekoppeld aan verschillende ingangen) In beide gevallen wordt de installatie getoond in de vorm van een boomstructuur waarvan het eerste niveau dan overeenkomt met de lijst van de ingangen (of de uitgangen) van alle modules die in de installatie voorhanden zijn. Aan elk van deze ingangen (of uitgangen) is de lijst van de uitgangen (of ingangen) gekoppeld die ermee verbonden zijn. Dit beeld biedt dus de mogelijkheid om onmiddellijk de lijst van de ingangen terug te vinden die een uitgang aansturen (beeld « 1 Uitgang – N Ingangen »), en omgekeerd kunnen aan een bepaalde ingang alle uitgangen worden teruggevonden die door de ingang worden aangestuurd (beeld « 1 Ingang – N Uitgangen »). U kunt van de ene weergavemodus naar de andere omschakelen met behulp van de knoppen « 1 Ingang – N Uitgangen » en « 1 Uitgang – N Ingangen ».
Figuur 5 : Scherm « Beeld Verbindingen » Voor elke ingang (of uitgang) toont de boomstructuur de volgende informatie : Het pictogram van de uitgevoerde functie Een pictogram dat de toestand van het kanaal aanduidt (al dan niet een fout) Het kanaalnummer Het kanaaltype (ingang of uitgang) De uitgebreide beschrijving De verschillende informatie-elementen die in dit beeld kunnen worden gewijzigd zijn de uitgebreide en de korte beschrijvingen die gekoppeld zijn aan de ingangen en de uitgangen ; voor de toegang tot de wijzigingsmodus (door dubbelklik of via het contextueel menu) moet u zoals in de voorgaande beelden de kaart insteken die overeenstemt met de installatie in bewerking. Het beeld biedt de mogelijkheid om in het linkerdeel van het scherm informatie te tonen die verband houdt met het geselecteerde item in de boomstructuur. De lijst van de getoonde gegevens varieert namelijk naargelang van het geselecteerde itemtype : Voor een ingang toont de software het nummer, de functie en de uitgebreide naam. Voor een uitgang toont de software het nummer, de geassocieerde functie en de lijst van de gespecificeerde EIB-parameters.
12
Beheer van de projecten 1
Project creëren
1 Project creëren
Het creëren van een project gebeurt in verschillende fasen zodra de toepassing is gestart : Insteken van een SmartMedia-kaart die een installatie bevat Invullen van de definitievelden van het project in de toepassing Opslaan in de lokale database
1.1 SmartMedia-kaart Om een nieuw project in de boomstructuur van de explorer voor de projecten van de toepassing « PC-software » te creëren, is het absoluut noodzakelijk een door de configurator TX100 geformatteerde SmartMedia-kaart in te steken die alle informatie bevat voor de beschrijving van een Tebis-installatie.
!
Een door de configurator TX100 geformatteerde kaart bevat verschillende gegevensbestanden. Deze bestanden bevatten de informatie met betrekking tot de gerealiseerde installatie en worden door de toepassing « PC-sofware » geïnterpreteerd. Zodra de « PC-software » op de computer is geïnstalleerd, wordt bij het insteken van een SmartMedia-kaart een procedure voor creëren van een project gestart (ingeval het project nog niet gearchiveerd is) of een procedure voor bewerken van het project dat zich op de kaart bevindt (als het project al bestaat).
1.2 Informatie van het project invullen Als het project nog niet op de computer gearchiveerd is, opent de toepassing een nieuw venster met het beeld Project waarvan de informatievelden (naam en adres van de klant, van de installateur enz.) blanco zijn. Het is dan absoluut noodzakelijk al deze velden in te vullen om de nieuwe installatie te kunnen opslaan. Als het project al in de lokale database werd opgeslagen, is het venster met het beeld Project open en toont het de waarden die werden ingevoerd bij de laatste bewerking van de installatie. In geval van conflict tussen de opgeslagen versie en de versie van de kaart (de installatieversie van de kaart is bijvoorbeeld recenter dan de gearchiveerde versie) worden de gegevens van de lokale database door de toepassing « PC-software » geüpdatet op basis van die van de kaart.
!
Bij het creëren van een nieuw project is het onmogelijk een ander project verder te raadplegen zolang de velden niet zijn ingevuld. Als de toepassing wordt gesloten voordat de nieuwe installatie is opgeslagen, wordt u via een dialoogvenster gewaarschuwd dat het project niet zal worden gecreëerd in de database en wordt er voorgesteld terug te keren naar het invoerscherm of het creatieproces te annuleren.
1.3 Informatie van het project opslaan Zodra alle gegevens van het project ingevuld of gewijzigd zijn, moet u de de installatie opslaan. Deze fase zorgt voor de update van alle definitiegegevens van het project op de SmartMedia-kaart en in de lokale database. Het opslaan gebeurt via de functie « Opslaan » van het submenu of van het contextueel menu. Als het venster Project wordt gesloten tijdens het invoeren van de beschrijvingen van de installatie wordt u via een dialoogvenster gevraagd te bevestigen of u de wijzigingen of de update van de gegevens wilt stoppen.
Figuur 6 : Dialoogvenster « Opslaan »
13
2
Project raadplegen
2 Project raadplegen
U kunt een project raadplegen door het gewoon te zoeken in de boomstructuur van het « beeld Explorer », door dubbelklik op het bijbehorende pictogram of door de verbinding « openen » te selecteren (in het menu van de zone of in het contextueel menu). Het « beeld Project » wordt dan voorgesteld in een nieuw venster. Dit nieuwe venster geeft toegang tot alle informatie die beschikbaar is voor de betrokken installatie (lijst van de producten, lijst van de verbindingen) ; u kunt die informatie tonen door gewoon de betrokken verbinding te selecteren in het algemeen menu van de toepassing. Zo is het « beeld Product » toegankelijk via het item « Product » van het menu, het « beeld Verbindingen » via het item « Verbindingen » en het « beeld Project » via « Project ». Tijdens het raadplegen kunt u verschillende projecten tegelijk openen.
3
Project wijzigen
3 Project wijzigen
3.1 Algemeen Het wijzigen van een project bestaat in het raadplegen van het project waarvan de SmartMedia-installatiekaart in de lezer is geplaatst. Wanneer u een kaart in de lezer plaatst terwijl de toepassing « PC-software » is gestart, wordt het project namelijk automatisch in de wijzigingsmodus bewerkt. Tijdens het raadplegen kunt u verschillende projecten tegelijk openen, maar tijdens het wijzigen kunt u slechts één openen.
3.2 Draagwijdte van de wijzigingen Het wijzigen van een project via de toepassing « PC-software » is van invloed op verschillende velden en veldtypes. Het is momenteel namelijk niet mogelijk de configuratie van een installatie te wijzigen, maar het is wel mogelijk een uitgebreide beschrijving te koppelen aan elke verbinding, aan elke ingang/uitgang, de korte beschrijvingen te wijzigen (die oorspronkelijk werden ingevoerd op de TX100), de informatie specifiek voor het project te wijzigen enz.
3.3 Veldwaarden wijzigen De methode voor wijziging van de velden verschilt naargelang van het getoonde beeld. Voor de veldwaarden van het beeld Project gebeurt de wijziging onmiddellijk via rechtstreeks bewerken van de gegevens in het tekstveld. Voor de beschrijvingen van een ingang/uitgang van een product van de installatie is de methode eenvoudig ; u moet gewoon de entiteit selecteren die u wilt wijzigen en de functie « Naam wijzigen » activeren. Deze opent dan een dialoogvenster met de lijst van de velden die kunnen worden gewijzigd evenals hun actuele waarde. De wijziging wordt slechts doorgevoerd na bevestiging van het dialoogvenster.
Figuur 7 : Voorbeeld van dialoogvenster « Naam wijzigen »
14
3.4 Wijzigingen opslaan Zodra alle gegevens van het project zijn gewijzigd, moet u de installatie opslaan. In deze fase worden alle definitiegegevens van het project op de SmartMedia-kaart en in de lokale database geüpdatet. Het opslaan gebeurt via de functie « Opslaan » van het submenu. Als het venster Project wordt gesloten tijdens het invoeren van de beschrijvingen van de installatie wordt u via een dialoogvenster gevraagd te bevestigen of u de wijzigingen of de update van de gegevens wilt stoppen.
4
Documenten afdrukken
4 Documenten afdrukken
De functie « Afdrukken » reageert verschillend naargelang van het beeld waarop u staat en geeft toegang tot verschillende soorten gegevens. De drie mogelijke afdrukopties zijn :
4.1 Actueel beeld De afdrukfunctie van het actueel beeld bestaat in het afdrukken op het afdrukmedium van het beeld dat u aan het raadplegen bent ; het beeld bevat een header en een footer en bepaalt op die manier tot welk project dat op de PC onder de toepassing « PC-software voor configurator TX100 » is opgeslagen, het afgedrukte item behoort. De inhoud van de printout op papier verschilt naargelang van het scherm van waaruit de afdruk wordt gevraagd ; hierna volgt de niet-exhaustieve inhoud van de verschillende beelden : Beeld Project : • Naam van de klant • Naam van de installateur • Commentaar van de installateur op dit project (vrije commentaar) • Tellers ingangs-/uitgangskanalen en TP-producten,… • PIN-code voor beveiliging van de installatie • Aanmaakdatum en wijzigingsdatum van de installatie Beeld Product : • Productnummer • Productidentificatie • Productreferentie (bijv. TR501) • Pictogram kanaal – voor elk kanaal van het product • Kanaalnummer - etiket (bijv. : 15) • Korte beschrijving (van product of kanaal) • Uitgebreide beschrijving (van product of kanaal) Beeld Verbinding via de ingangen : • Ingangsnummer – nummer toegekend door de TX100 – etiket • Pictogram van de ingangsfunctie • Korte beschrijving van de ingang • Textuele functie – tekst die de functie van de ingang beschrijft (bijv. : schakelklok) • Parameters (bijv. : 15 min.) • Nummer van de verbonden uitgang • Korte beschrijving van de uitgang • Pictogram van de gerealiseerde toepassing • Uitgebreide naam • Productidentificatie • Productreferentie
15
Beeld Verbinding via de uitgangen : • Nummer van de verbonden uitgang • Korte beschrijving van de uitgang • Pictogram van de toepassing gerealiseerd via de uitgang • Ingangsnummer • Pictogram van de functie van de ingang • Textuele functie • Parameter • Uitgebreide naam • Productreferentie • Productidentificatie De afdruk van het actueel beeld is alleen mogelijk op papier, er kan geen enkel PDF-bestand worden gegenereerd.
4.2 Documentatie Installateur De functie « Afdrukken » van de documentatie Installateur zorgt voor een volledig informatiepakket over een installatie die werd gerealiseerd met behulp van de configurator TX100 ten behoeve van de installateur. De documentatie bevat namelijk een afdruk in standaardformaat van alle beelden die vanuit de toepassing toegankelijk zijn, meer bepaald : Afdruk van de informatie van het « beeld Project » Afdruk van de lijst van de producten Afdruk van de verbindingen : beeld via de ingangen Afdruk van de verbindingen : beeld via de uitgangen Elke pagina bevat een gestandaardiseerde header en footer om een zo snel mogelijke identificatie van een afdruk mogelijk te maken. Deze documentatie kan zowel op papier als in PDF-formaat worden gegenereerd.
4.3 Documentatie klant Met de functie « Afdrukken » van de documentatie Klant kan beperkte informatie over de installatie worden verkregen, die bestemd is voor personen die slechts in beperkte mate vertrouwd zijn met de technische informatie. De verschillende beelden die kunnen worden afgedrukt voor deze documentatie zijn : Afdruk van de informatie van het « beeld Project » (zoals bepaald in de afdruk van het actuele beeld) Afdruk van de verbindingen : vereenvoudigd beeld via de ingangen • Korte beschrijving van de ingang • Textuele functie (bijv. : schakelklok) – de beschrijving gekoppeld aan de functie gerealiseerd via de ingang • Parameter • Korte beschrijving van de uitgang • Ingangsnummer (etiket) – om het verband te leggen met het logische schema van de elektricien • Uitgangsnummer (etiket) – om het verband te leggen met het logische schema van de elektricien Deze documentatie kan zowel op papier als in PDF-formaat worden gegenereerd.
16
De toepassing updaten 1
Algemeen
1 Algemeen
De RF-configurator TX100 bevat een mechanisme voor automatisch updaten. Dankzij een specifieke SmartMediakaart (upgrade-kaart) kan de TX100 zijn intern programma en zijn product- en gegevenscatalogussen updaten. De kans is groot dat de catalogus tijdens deze update-processen evolueert, maar de « PC-software » kan de installatiebestanden alleen correct interpreteren als zijn catalogus geüpdatet is. Daartoe stuurt Hager een update van de TX100 op een upgrade-kaart die een extra bestand bevat dat bestemd is voor de PC-toepassing.
2
Update
2 Update
Zodra de update van de configurator TX100 uitgevoerd is, moet u de toepassing « PC-software » gewoon starten en de upgrade-kaart in de kaartlezer van de computer plaatsen ; de toepassing detecteert automatisch de aanwezigheid van een nieuwe gegevenscatalogus en zorgt voor een automatische update van de informatie in haar lokale database.
17
Problemen oplossen Foutmelding/Foutcode
Beschrijving probleem
18
Oplossing
Aantekeningen
19
Aantekeningen
20
Aantekeningen
21
Aantekeningen
22
hager Hager Tehalit Systèmes SAS 132 Boulevard d’Europe BP 78 F-67212 Obernai Cedex www.hager.com