SIDE-BY-SIDE KO E L - / V R I E S C O M B I N AT I E G e b r u i k e rs h a n d l e i d i n g
Uw nieuwe koelautomaat . . . . . . . . . . 3-4 Algemeen uitrustingsniveau Registratie van het toestel Veiligheidsmaatregelen Elektrische aansluiting Installatie Plaatsen Ontdooien Gebruikershandleiding . . . 4-5 Instellen temperatuur Warme buitenkant Koelgedeelte . . . . . . . . . . . . 5 Draagplateaus Groenten- en fruitladen Groenten- en fruitladen met regelbare luchtvochtigheid Beleglade Beleglade met regelbare temperatuur Uitneembare flessenhouder Deurvakken . . . . . . . . . . . . . 5 Eierrek Zuivelvak Flessenrek Deurvakverdelers Magnetisch deurrubber Verstelbare deurvakken Diepvriesgedeelte . . . . . . . 5-6 Draagplateaus Diepvrieslade IJsbakje Automatische ijsmaker (optie) Automatische ijsmaker IJsdispenser Waterdispenser Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . 6 Verwisselen gloeilampen Reinigen Milieutips . . . . . . . . . . . . . . . 6 Tips voor als u met vakantie gaat . . . . . . . . . . . . 6 Storingszoeklijst . . . . . . . . . 7 Energiewijzer/typeplaatje
.. 7
Garantiecertificaat . . . . . . . . 8 Opmerking: Deze koelautomaat heeft mogelijk minder mogelijkheden dan hierboven beschreven.
TEMPERATUURIJSBAKJES & INSTELLING LADEN TEMPERATUUR- KOELGEDEELTE SCHAPPEN IN INSTELLING DEUR VRIESGEDEELTE DIEPVRIESGEDEELTE VERLICHTING
SCHAPPEN VRIESGEDEELTE UITSCHUIFBARE DIEPVRIESLADE
AFDEKPLAAT GROENTEN-/ GROENTEN-/ FRUITLADE FRUITLADE AFNEEM- ZELFDRAGENDE BAAR PLATEAUS VLOERKOELGEDEELTE ROOSTER
TEMPERATUURINSTELLING VRIESGEDEELTE
TEMPERATUURINSTELLING KOELGEDEELTE
ZUIVELVAK AUTOMATISCHE IJSMAKER & VERLICHTING IJSCONTAINER
SCHAPPEN KOELKASTDEUR
FLESSENREK EIERREK
ZUIVELVAK BELEGLADE MET REGELBARE TEMPERATUUR
EIERREK
DEURVAKVERDELERS SCHAPPEN IN SCHAPPEN UITNEEMBARE DEUR VRIESFLESSENHOUDER DIEPVRIES- UITSCHUIFBARE GEDEELTE GEDEELTE DIEPVRIESKORF FLESSENREK SCHUIF REGELBARE AFNEEMBAAR LUCHTVOCHTIGHEI VLOERROOSTER D ZELFDRAGENDE VERSTELBARE UITSCHUIFBARE PLATEAUS DEURVAKKEN LADEN MET REGELBARE LUCHTVOCHTIGHEID
Deze handleiding beschrijft meerdere modellen. Mogelijk zijn niet alle opties van toepassing.
TOESTELBESCHRIJVING Registratie van het toestel Uw nieuwe koelkast is ontworpen om topprestaties te leveren. Hij is makkelijk te reinigen en betrouwbaar. Lees eerst zorgvuldig de gebruikershandleiding. U bent dan snel op de hoogte van alle mogelijkheden die dit apparaat u biedt. U vindt informatie over werking en onderhoud van het apparaat. Noteer model- en serienummer in de ruimte hieronder. Deze gegevens vindt u op het typeplaatje dat is aangebracht aan het plafond van de koelruimte. Geef deze nummers door aan uw leverancier in geval van storing. Een voorbeeld van het typeplaatje vindt u op pagina ??. Bewaar deze gebruikershandleiding
Uw nieuwe koelautomaat Afvoeren oude toestel
Milieumaatregelen Koelsysteem en isolatiemateriaal van oudere typen koel-/vriesautomaten bevatten fluorchloorkoolwaterstoffen (CFK’s). Vrijkomende CFK’s tasten de ozonlaag aan. Lever uw oude toestel in bij een erkend afvalbrengpunt of laat het ophalen door de gemeentereiniging. l
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt zijn karton, poly-ethyleenfolie (PE) en CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim). Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen afvoeren.
Veiligheidsmaatregelen en waarschuwingen l Lees vóór u het toestel installeert eerst zorgvuldig de gebruikershandleiding. U vindt hierin belangrijke informatie over installatie, gebruik en onderhoud van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding. Een eventuele volgende gebruiker van dit toestel kan daar zijn voordeel mee doen. Attentie: • Neem een beschadigd toestel niet in gebruik. Neem bij twijfel contact op met uw leverancier. • Lees, voordat u het toestel installeert of aansluit, de gebruikershandleiding eerst goed door. Het toestel moet worden aangesloten op een elektriciteitsnet waarvan de spanning overeenkomt met die op het gegevensplaatje. • Onderhoud en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door erkend onderhoudspersoneel. Onoordeelkundig uitgevoerde reparaties kunnen levensgevaar opleveren. • Alcohol en vloeistoffen met een hoog alcoholpercentage alleen afgesloten en staand bewaren. Bewaar nooit explosieve en licht-ontvlambare stoffen in de koelkast. • Stop nooit ijsblokjes,direct nadat u ze uit het vriesgedeelte hebt gehaald, in uw mond. Verbranding ten gevolge van de zeer lage temperatuur kan het g evolg zijn. • Voorkom beschadigingen aan het koelsysteem. Wees voorzichtig met scherpe voorwerpen. Gebruik deze ook niet om ijsaanslag te verwijderen. Verbuig de leidingen van het koelcircuit niet. Weglekkend koelmiddel kan ernstige verwondingen aan de ogen veroorzaken . • Houd ventilatie-openingen vrij. • Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Laat kinderen niet op laden zitten; zorg er ook voor dat kinderen de deur(en) niet als schommel gebruiken. Gebruik de plint, laden en schappen nooit als opstapje.
Gebruikershandleiding
Gebruik l
l
Voorzorgsmaatregelen Maak uw oude toestel onklaar. Verwijder de stekker en knip de aansluitkabel door. Verwijder de deur(en).
Afvoeren verpakking
Gebruikershandleiding
Gebruik dit toestel alleen voor huishoudelijke doeleinden. Gebruik het alleen voor het doel waarvoor het werd ontworpen, namelijk het bewaren van levensmiddelen.
Indien het noodzakelijk is dat de Afb. 2 achterzijde van de koelautomaat waterpas gesteld wordt, adviseren wij u hieronder een plank te leggen.
Dit toestel voldoet aan de voorschriften van de richtlijn 87/398/EEG inzake elektromagnetische compatibiliteit. De koelautomaat voldoet aan alle wettelijke eisen met betrekking tot veiligheid.
230 V - 50 Hz De koelautomaat moet worden aangesloten op een wandcontactdoos met randaarde. De wandcontactdoos moet volgens de geldende voorschriften geïnstalleerd zijn.
Installatie l Let bij het opstellen van de koelautomaat op de volgende punten: • Houd vòòr de koelautomaat voldoende ruimte vrij voor een goede luchtcirculatie rond het ventilatierooster aan de onderzijde. • Plaats het toestel in een goed geventileerde ruimte. Een goede werking van het toestel is alleen gewaarborgd als dit wordt geplaatst in een ruimte, waarvan de omgevingstemperatuur niet beneden de +13 °C komt. • Houd aan zij-, boven- en achterkant minimaal 1,25 cm vrij. Dit vergemakkelijkt de installatie van uw koelautomaat en kunt u deze later ook weer makkelijk verplaatsen. Om de deur(en) van de koelautomaat geheel te kunnen openen moet u ervoor zorgen dat er voldoende ruimte is tussen deurscharnieren en wand.
Plaatsen l Plaats de koelautomaat waterpas. Afhankelijk van het model kan het toestel op twee verschillende manieren waterAfb. 1 pas gesteld worden. Modellen met wieltjes en een stelschroef in de voorste hoeken. Deze toestellen kunt u door in- of uitdraaien van de stelschroeven waterpas stellen (zie afb. 1).
STELSCHROEF OMHOOG
•
STELWIELOMLAAG NAAR LINKS DRAAIEN
Ontdooien l
De koelautomaat is voorzien van een automatisch ontdooisysteem.
Gebruikershandleiding
Elektrische aansluiting l
•
STELWIELOMHOOG NAAR RECHTS DRAAIEN
STELSCHROEF OMLAAG
Modellen met stelwieltjes. Deze toestellen kunnen waterpas gesteld worden door het vloerrooster te verwijderen en vervolgens de wieltjes aan de voorzijde, met behulp van een schroevendraaier, omhoog of omlaag te draaien (zie afb. 2). De wieltjes aan de achterzijde kunnen niet ingesteld worden. U zet de koelautomaat vast door één of beide borgvoetjes aan de voorwieltjes naar beneden te klappen.
Instellen temperatuur l Alle modellen Behalve bij ingebruikname de temperatuurinstelling met ten hoogste één letter (vriesgedeelte) of cijfer (koelgedeelte) per keer bijregelen. Laat de temperatuur eerst 24 uur stabiliseren voordat u bijregelt. Bedenk dat bijregelen van de temperatuur in het ene gedeelte de temperatuur in het andere gedeelte enigszins beïnvloedt. LET OP: Door de bedieningsknop voor het koelgedeelte op Ø te zetten wordt de koeling van BEIDE gedeeltes stopgezet. De stroomtoevoer wordt hierdoor NIET stopgezet. De koelautomaat is uitgerust met twee bedieningsknoppen: één voor het koelgedeelte en één voor het vriesgedeelte. De bedieningsknoppen bevinden zich achterin het koelgedeelte, aan de bovenzijde.
De bedieningsknop voor het koelgedeelte heeft 11 standen, plus Ø. Hoe hoger het cijfer dat u instelt, des te lager de temperatuur. Stel in eerste instantie de bedieningsknop in op 6. De bedieningsknop voor het vriesgedeelte heeft zeven standen (A tot en met G). Hoe hoger de letter die u instelt, des te lager de temperatuur. Stel in eerste instantie de bedieningsknop in op D. De laagste temperatuur (G) moet u slechts gedurende korte tijd gebruiken. Na het inschakelen draait de motor van de koelautomaat meerdere uren ononderbroken. Dit is normaal. Indien u de temperatuur van één van de ruimten bij wilt regelen, kunt u deze als volgt instellen: Ingebruikname
Koelgedeelte op 6 instellen. Vriesgedeelte op D instellen
Koelgedeelte te WARM:
Bedieningsknop koelgedeelte één cijfer hoger instellen.
Koelgedeelte te KOUD:
Bedieningsknop koelgedeelte één cijfer lager instellen.
Vriesgedeelte te WARM: Bedieningsknop vriesgedeelte één letter hoger instellen. Vriesgedeelte te KOUD:
Bedieningsknop vriesgedeelte één letter lager instellen.
Koelautomaat UIT:
Bedieningsknop koelgedeelte op Ø instellen.
Koelgedeelte Warme buitenkant l De buitenkant van het koelgedeelte kan af en toe warm aanvoelen, bijvoorbeeld na inschakelen van het toestel, tijdens warm weer of als gevolg van veelvuldig openen van de deur. Dit is normaal; het draagt er toe bij dat condensafzetting aan de buitenzijde van het toestel voorkomen wordt.
Koelgedeelte Draagplateaus l Uitneembare draagplateaus: Levensmiddelen die zich achterin het koelgedeelte bevinden zijn makkelijk bereikbaar dankzij uitschuifbare draagplateaus. Verwijder het plateau door het tot aan de aanslag naar voren te trekken. Til nu het plateau aan de voorzijde licht omhoog en trek het gelijktijdig verder naar voren. (Enkele modellen zijn voorzien van zelfdragende uitschuifbare draagplateaus, waarangs gemorste vloeistoffen niet kunnen weglekken. Alle plateaus kunnen op dezelfde wijze in hoogte versteld worden. Let er hierbij op dat zelfdragende draagplateaus binnen hun framewerk blijven.)
Deurvakken Beleglade l In de beleglade kunt u vers vlees en vleeswaren bewaren. Deze lade is uitschuifbaar en bevindt zich onderin het toestel. HOUD DE BELEGLADE ZOVEEL MOGELIJK GESLOTEN.
Beleglade met regelbare temperatuur l Sommige modellen zijn voorzien van een uitschuifbare beleglade met regelbare temperatuur. De bedieningsknop van de beleglade bevindt zich bij de meeste koelautomaten tussen de bedieningsknoppen voor het koel- en het vriesgedeelte. Andere modellen hebben aan de linkerzijde een instelschuif. De temperatuur is instelbaar van koel (COOL) naar koud (COLD). Bewaar gevogelte in een plastic zak om uitdrogen te voorkomen. Verwijder de beleglade door hem tot de aanslag uit te trekken en vervolgens met iets meer kracht verder naar voren te trekken.
Uitneembare flessenhouder l
Diepvriesgedeelte Deurvakverdelers l Sommige modellen zijn voorzien van deurvakverdelers. Ze voorkomen dat etenswaren die rechtop bewaard moeten worden kunnen omvallen. De deurvakverdelers zijn verstelbaar door ze naar links of rechts te bewegen.
Magnetisch deurrubber l De deurrubbers zijn magnetisch en garanderen een luchtdichte sluiting van de deur(en).
Verstelbare deurschappen l Sommige modellen zijn voorzien van verstelbare en uitneembare deur-schappen. Til het schap rechtstandig omhoog, voorbij de houders in de deurbekleding en neem het uit (zie afb.). Andere schappen verwijdert u door ze gelijktijdig naar boven en naar u toe te bewegen. Plaats de schappen in omgekeerde volgorde terug.
De uitneembare flessenhouder kan zowel links als rechts naast een schap gehangen worden (zie afb.). Verbind de inkeping aan de achterzijde van de flessenhouder met de achterkant van het schap Verstelbare zelfdragende draagplateaus: De koelautomaat is voorzien van draadroosters of glazen draagplateaus. Verwijder deze door de achterzijde iets omhoog te tillen en vervolgens recht naar voren uit te nemen. Plaatsen: Houd het rooster/plateau op de gewenste hoogte met de voorzijde schuin omhoog, steek de haken in de gewenste openingen van de bevestigingsrail en laat vervolgens de voorzijde van het rooster/plateau voorzichtig weer naar beneden zakken.
Deurvakken Eierrek l Het eierrek past in een deurvak en is uitneembaar.
Zuivelvak l De zuivelvakken zijn extra diep en geschikt voor het bewaren van boter en kaas.
Flessenrek l
Groenten- en fruitladen l Gesloten groenten- en fruitladen: Deze uitschuifbare laden zijn geschikt voor het vershouden van groenten en fruit. Bewaar bladgroenten in een plastic zak om uitdrogen te voorkomen. De groenten- en fruitladen zijn uitneembaar en mogen met de hand afgewassen worden. De afdekplaat is geschikt als draagplateau. Verwijder de plaat door deze recht naar voren te trekken.
Sommige modellen zijn voorzien van een vast flessenrek onder in de koelkastdeur. Hierin kunnen grote flessen niet omvallen. Andere modellen hebben een uitneembaar flessenrek. Plaats het flessenrek in een deurvak met de gladde kant naar voren. Laat het vervolgens op de lipjes in het deurvak zakken. Het flessenrek is verstelbaar door het naar links of rechts te bewegen.
Onderhoud deurpanelen l Sommige modellen zijn voorzien van afneembare en daardoor makkelijk schoon te maken deurpanelen. Til het deurpaneel rechtstandig omhoog, uit de houders in de deurbekleding en trek het vervolgens naar u toe. Plaats het deurpaneel in omgekeerde volgorde terug.
Diepvriesgedeelte Draagplateaus l Verwijderen: Til het plateau rechtstandig omhoog, houd de linker- of rechterzijde naar beneden en neem het recht naar voren uit. Plaats het plateau in omgekeerde volgorde terug.
Diepvrieslade l De diepvrieslade is uitschuifbaar. Verwijderen: Zover mogelijk uitschuiven; de voorkant iets oplichten en uitnemen. Smeer de geleiderails in met vaseline als de diepvrieslade stroef glijdt (zie afb.) Zorg ervoor dat vloer en geleiderails schoon blijven!
GELEIDERAILS
Groenten-/fruitladen met regelbare luchtvochtigheid l De modellen met dispenser zijn voorzien van uitschuifbare groenten- en fruitladen met regelbare luchtvochtigheid. Deze stelt u in met een schuif aan de voorzijde van de lade. Bij fruit zet u de schuif op LOW (laag) en bij groenten zet u deze op HIGH (hoog). Verpak levensmiddelen die een sterke geur verspreiden.
BODEM DIEPVRIESGEDEELTE
Automatische ijs- en waterdispenser IJsbakje l Legen: Houd het ijsbakje ondersteboven boven een ijsemmer en wring de beide uiteinden ervan enigszins.
Automatische ijsmaker (optie) l Bij sommige modellen kan een automatische ijsmaker ingebouwd worden. Het typenummer van de ijsmaker staat aangegeven op een sticker. Deze sticker bevindt zich aan de achterwand van het koelgedeelte. Uw dealer kan de juiste ijsmaker voor u inbouwen.
Zet de ijsmaker uit (voeler omhoog) wanneer: 1. U de ijscontainer voor langere tijd verwijdert. 2. U de koelautomaat langere tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld tijdens vakantie. Sluit in dat geval ook de watertoevoer af. 3. U de waterleiding meerdere uren afsluit. WERKING VAN DE IJSMAKER IJS
Automatische ijsmaker l VULPIJP
MODELLEN MET AUTOMATISCHE IJSMAKER In de groentelade vindt u een in plastic verpakte waterslang. Met deze slang wordt het toestel aangesloten op een waterventiel. De ijsmaker volgens het - apart met de koelautomaat meegeleverde installatievoorschrift op de waterleiding aansluiten. De ijsmaker maakt continu ijsblokjes aan. De hoeveelheid ijsblokjes is afhankelijk van de temperatuur in het vriesgedeelte. Hoe lager de temperatuur, des te hoger de productie. Stel de temperatuur van zowel koel- als vriesgedeelte eerst op een gemiddelde waarde in, bijvoorbeeld 6 en D. Stel een lagere temperatuur in wanneer de deur van het vriesgedeelte vaak wordt geopend of wanneer in de keuken een hogere temperatuur dan normaal heerst.
Automatische ijs- en waterdispenser Nadat de koelautomaat is geïnstalleerd en de ijsmaker op de waterleiding aangesloten kan het 8 tot 12 uur duren voordat de ijsmaker ijsblokjes van goede kwaliteit levert. De eerste “lading” ijsblokjes kan klein en onregelmatig zijn als gevolg van lucht in de waterslang. Het is ook mogelijk dat u verontreinigingen in de eerste ijsblokjes aantreft door vuil in de watertoevoer. Wij adviseren u de eerste paar “ladingen” ijsblokjes weg te gooien. Hierna functioneert de ijsdispenser zonder problemen en levert hij ijsblokjes van goede kwaliteit. IJsblokjes kunnen - na langere tijd in de ijscontainer - een bijsmaak krijgen, aan elkaar vast vriezen of kleiner worden. Gooi deze ijsblokjes weg. Plaats een bakje met zuiveringszout (Natriumbikarbonaat) in het koelgedeelte om de lucht van sterk geurend voedsel te neutraliseren. Gedurende de aanmaak van ijsblokjes kunt u verschillende geluiden waarnemen: het zachte brommen van de motor; het geluid van vallende ijsblokjes in het ijsvak of het “klikkende” en zoemende geluid van het waterventiel. Deze geluiden zijn normaal. De ijsmaker is uitgerust met een voeler die verbonden is met een aan-/uitschakelaar. Hierdoor worden geen ijsblokjes aangemaakt zolang de ijscontainer gevuld is. U kunt de ijsmaker uitzetten door de voeler omhoog in de OFF-stand te zetten.
IJSCONTAINE
Wanneer het vriesgedeelte de gewenste temperatuur bereikt, vult de ijsblokjesvorm zich auto-matisch met water en VOELER NAAR wordt er koude lucht over BENEDEN = AAN geblazen. Nadat het water is bevroren worden de ijsblokjes, naar boven, uit de vorm geAfb. 9 draaid. De veegarm transporteert ze naar de ijscontainer. De voeler registreert wanneer de container vol is en zendt een signaal naar de ijsmaker, die vervolgens stopt met de afgifte van nieuwe ijsblokjes. In de tussentijd is de ijsblokjesvorm weer met water gevuld en is de ijsmaker klaar om nieuwe blokjes af te geven. VEILIGHEIDSMAATREGELEN Raak de ijsmaker niet aan als de koelautomaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Hiermee voorkomt u gevaar voor uzelf en storingen aan bewegende delen. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ijsblokjes verkleuren; ze hebben dan een blauwgroene glans. De verkleuring kan het gevolg zijn van afzetting in of verontreiniging van de waterleiding. De ijsblokjes zijn ongeschikt voor consumptie en kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Gooi in dat geval de ijsblokjes weg en neem contact op met uw dealer.
Dispenser met twee bedieningshendels voor ijs en water IJsdispenser l Houd het glas zo hoog mogelijk onder de afgifte-opening voor ijsblokjes. Hiermee wordt voorkomen dat ijsblokjes naast het glas vallen. Druk het glas tegen het rubber vlak op de linker bedieningshendel. Stop de ijsafgifte door de druk op de bedieningshendel zodanig te verminderen dat de motor van de dispenser afslaat. Houd het glas onder de opening totdat er geen ijsblokjes
naar beneden vallen. Verwijderen van de ijscontainer: Til de ijscontainer aan de voorzijde omhoog en trek deze recht naar voren. Maak de container regelmatig schoon met een sopje van een neutraal schoonmaakmiddel (allesreiniger of afwasmiddel). Terugplaatsen: duw de ijscontainer zover mogelijk naar achter, totdat de onderkant achter de opstaande rand van het schap valt. Let op dat de lipjes voor het wormwiel, die zich aan de achterzijde van de container bevinden, tussen de vorken van de motor van het wormwiel rusten. Let op: Na installatie kan het enkele dagen duren voordat de ijscontainer gevuld is. VOEG NOOIT ANDERE IJSBLOKJES AAN DE INHOUD VAN DE IJSCONTAINER TOE. DEZE KUNNEN VERSTOPPING VAN DE DISPENSER TOT GEVOLG HEBBEN. Indien dit toch is gebeurd, moet u de container verwijderen en de inhoud weggooien. Verwijder ook eventueel achtergebleven ijsklompen aan de voorzijde van de dispenseropening en bij de ijsuitwerpopening. Indien de dispenser langere tijd (meer dan tien dagen) niet gebruikt wordt kunnen ijsblokjes gaan samenklonteren. Gooi in dat geval de gehele ijsvoorraad weg.
Waterdispenser l Houd het glas zo hoog mogelijk onder de afgifteopening voor water. Hiermee wordt spetteren voorkomen. Druk het glas tegen het rubber vlak op de rechter bedieningshendel. Stop de waterafgifte door de druk op de hendel te verminderen. Houd het glas onder de afgifte-opening om de laatste waterdruppels op te vangen. Bij het eerste gebruik, of nadat de koelautomaat weer op de waterleiding is aangesloten, komt eerst nog enige tijd lucht uit de waterafgifte-opening. Gooi de eerste tien getapte glazen water weg. Laat geen water weglopen in het rooster onder de afgifte-openingen. DIT IS EEN OPVANGBAKJE EN GEEN AFVOER. Kleine hoeveelheden water verdampen hierin. Grotere hoeveelheden water moeten met een spons of dweil verwijderd worden. Maak het opvangbakje regelmatig schoon, zodat geen aanslag kan ontstaan. Verlichting. De lichtschakelaar bevindt zich rechtsboven achter het bedieningspaneel van de dispenser. Druk op de schakelaar om de verlichting in of uit te schakelen. Aan-/uitschakelaar. Bij een aantal modellen is de dispenser met een aan-/uitschakelaar uitgerust. De aan-/uitschakelaar bevindt zich linksboven achter het bedieningspaneel van de dispenser. Druk op de schakelaar om de dispenser in of uit te schakelen.
Dispenser met druktoets voor ijs, water of schaafijs Keuzeknop ijs en water l IJsblokjes: Zet de schuif op “CUBE” (middelste stand). Schaafijs: Zet de schuif op “CRUSHED” (linker stand). Gekoeld water: Zet de schuif op
Automatische ijs- en waterdispenser Het water uit de dispenser is gekoeld, maar niet zo koud als ijswater. Voor kouder water het glas eerst met ijsblokjes vullen en vervolgens gekoeld water bij tappen. Het water in het eerst getapte glas kan minder koel zijn dan dat in de volgende glazen. Vul een glas altijd eerst met ijs en daarna met vloeistof. Hierdoor wordt spetteren voorkomen.
Afgifte van ijs en water l Houd het glas zo hoog mogelijk tegen de afgifteknop. Zo kunnen er geen ijsblokjes naast het glas vallen. Bij de keuze van CUBE (ijsblokjes) kan het voorkomen dat de dispenser wat schaafijs afgeeft; er valt dan een ijsblokje in de schaafijsmaker. Wanneer overgeschakeld wordt van schaafijs naar ijsblokjes kan het voorkomen dat eerst nog wat schaafijs wordt afgegeven. Dit kan ook gebeuren wanneer zich onregelmatig gevormde ijsblokjes of ijssplinters in de ijscontainer bevinden. Bij het overschakelen van ijsblokjes naar schaafijs kan het enige tijd duren totdat de dispenser schaafijs afgeeft. Het duurt enkele seconden voordat de ijsblokjes die in de schaafijsmaker komen geschaafd zijn. Houd geen tere glazen, fijn porselein of breekbaar kristal onder de dispenser. Deze kunnen breken door de druk van de hand tegen de afgifteknop of door de kracht van vallende ijsblokjes. Bewaar alleen ijs dat door de ijsmaker is gemaakt in de ijscontainer. Ander ijs levert problemen op bij de aanmaak van schaafijs en kan verstopping van de dispenser veroorzaken. Grote hoeveelheden ijsblokjes kunnen direct uit de ijscontainer gehaald worden. De schaafijsdispenser mag niet langer dan vijf minuten achtereen gebruikt worden. Wanneer de ijsdispenser slechts af en toe gebruikt wordt, kunnen de ijsblokjes aan elkaar kleven. Deze moeten dan van elkaar gebroken of weggegooid worden.
Stoppen afgifte l Laat de afgifteknop los. Houd het glas onder de opening totdat er geen ijsblokjes/schaafijs naar beneden vallen of om de laatste waterdruppels op te vangen. De afsluitklep van de ijsdispenser blijft nog een ogenblik geopend. De klep maakt een geluid wanneer deze zich sluit.
Uitnemen en terugplaatsen van de ijscontainer l Verwijderen: Til de ijscontainer aan de voorzijde omhoog en trek hem recht naar voren. Maak de container regelmatig schoon met een sopje van een neutraal schoonmaakmiddel (allesreiniger of afwasmiddel). Terugplaatsen: Duw de container tot aan de aanslag naar achteren. Let op dat de lipjes voor het wormwiel, die zich aan de achterzijde van de container bevinden, tussen de vorken van de motor van het wormwiel rusten.
Onderhoud Verwisselen gloeilampen l MAAK HET TOESTEL STROOMLOOS VOORDAT U EEN GLOEILAMPVERVANGT. TREK DE STEKKER UITHETSTOPCONTACT. Koelgedeelte: De gloeilamp bevindt zich bovenin, aan de achterzijde van het koelgedeelte. Pak het beschermkapje aan de zijkanten beet en trek het - afhankelijk van het model - boven of onder van de bevestigingsstiften. Vervang de gloeilamp door een ander met eenzelfde wattage. Verwisselen gloeilamp in vriesgedeelte: (1) Trek de lipjes van het beschermkapje aan de bovenzijde los door met de duim in het midden boven op het kapje te drukken. (2) Zwenk het beschermkapje omlaag. (3) Vervang de afgekoelde gloeilamp. (4) Zwenk het beschermkapje zover naar boven dat de lipjes vastklikken. Verwisselen gloeilamp in dispenser: (1) Verwijder de ijscontainer. (2) Trek de lipjes van het beschermkapje aan de bovenzijde los door met de duim in het midden boven op het kapje te drukken. (3) Zwenk het beschermkapje omlaag. (4) Vervang de afgekoelde gloeilamp. (5) Zwenk het beschermkapje zover naar boven dat de lipjes vastklikken. (6) Plaats de ijscontainer. DISPENSERLAMP - ALLEEN MODELLEN MET DISPENSER. Vervang de gloeilamp door een ander met eenzelfde wattage. Maak het toestel stroomloos voordat u de gloeilamp vervangt. Trek de stekker uit het stopcontact.
Reinigen l MAAK HET TOESTEL STROOMLOOS. TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT VOORDAT U HET REINIGT. Het toestel kan naar voren gereden worden om het te reinigen. Draai de stelschroeven in de voorste hoeken los door ze naar links te schroeven. Sluit, bij modellen met een automatische ijsmaker, eerst de watertoevoer af. Rijd het toestel terug nadat u de ruimte erachter schoongemaakt hebt. Zet het toestel weer vast door de stelschroeven naar rechts te draaien. Schakel de watertoevoer weer in. Binnenkant Maak de binnenkant van koel- en vriesgedeelte schoon met een sopje van een neutraal schoonmaakmiddel (afwasmiddel of allesreiniger). Gebruik GEEN schuur-, oplos- en polijstmiddelen of onverdunde schoonmaakmiddelen. Gebruik een oplossing van zuiverings-zout (Natriumbikarbonaat) in warm water. Behandel met schoon water na en wrijf de binnenkant goed droog. De kunststof onder-delen van het toestel zijn niet geschikt voor de vaatwasmachine. Let op dat bij het schoonmaken van temperatuurregelaars, binnenver-lichting en andere elektrische onderdelen geen water binnen kan dringen. Neem deze onderdelen goed af met een uitgewrongen dweil of spons. De glazen draagplateaus kunnen in warm water ondergedompeld en gewassen worden. LAAT DE PLATEAUS EERST OP KAMERTEMPERATUUR KOMEN. Buitenkant Houd gelakte delen schoon. Neem de buitenkant af met een vochtige doek en een sopje van een mild afwasmiddel. Nabehandelen met een schone, zachte doek. Neem het toestel niet af met een vieze vaatdoek of een natte theedoek; er kunnen resten achter-blijven die de lak aantasten. Gebruik geen schuurmiddelen of
Milieutips koelautomaat is met een hoge kwaliteit moffellak afgewerkt. Door regelmatig onderhoud blijft de lak jarenlang als nieuw. Maak de vinyl deurrubbers schoon met een oplossing van zuiveringszout in warm water of met een sopje van afwasmiddel. Verwijderen vloerrooster Pak het vloerrooster aan beide uiteinden beet en trek het recht naar voren. Plaats het rooster terug door de veerklemmen in de openingen onderin het toestel te drukken totdat het rooster vastklikt. Ontdooiwaterbakje Het ontdooiwater loopt in een bakje onder de ombouw, achter het vloerrooster en verdampt. Bij een hoge luchtvochtigheid kan er water in het bakje blijven staan. ONTDOOIUITEINDE Maak het ontdooiwaterbakje één OPEN WATERBAKJE CONDENSOR OPENING ACHTER keer per maand met zeepsop VLOERROOSTER VLOERROOSTER schoon. Verwijder het bakje door eerst het vloerrooster te verwijderen. Pak het bakje aan de uiteinden beet en trek het recht naar voren. Plaats het terug door de flenzen aan de zijkanten op de rails onderin de koelautomaat te leggen. Druk het ontdooiwaterbakje in het midden naar beneden, totdat het op de rails vastklikt. Plaats het vloerrooster terug. Condensor Voor een optimale werking van het toestel moet het vloerrooster en de ruimte rond de condensor minstens één keer per jaar goed schoongemaakt worden. De ruimte rond de condensor kunt u het best schoonmaken als u de koelautomaat voor het reinigen naar voren hebt gereden. Trek de stekker uit het stopcontact en rijd het toestel naar voren. Veeg of zuig het stof weg. Plaats de koelautomaat terug en steek de stekker in het stopcontact. Verwijder het vloerrooster en reinig het. Plaats het vervolgens terug.
Milieutips l • • • • • •
Let op dat de koelautomaat waterpas staat en de luchtcirculatie langs het vloerrooster niet geblokkeerd wordt. Controleer de deurrubbers op lekkage. Kijk regelmatig naar de boven- en onderkant en de zijkanten. Controleer de temperatuur. Vermijd te lage temperatuurinstellingen. Houd het diepvriesgedeelte zo vol mogelijk. Daardoor gaat tijdens het openen van de deur minder koude lucht verloren. Laat warme gerechten eerst afkoelen voordat u ze in koel- of vriesgedeelte plaatst. Bewaar vloeistoffen in een afgesloten verpakking. De motor moet anders langer draaien.
Als u met vakantie gaat l Wanneer u korter dan een maand van huis bent hoeft u niets aan de instellingen te veranderen. Bij langere afwezigheid:
Storingszoeklijst
ENERGIEWIJZER
Een storing? Gebruik deze lijst. Mogelijk kunt u het probleem zelf oplossen. PLAATSING • Plaats het toestel niet in een ruimte met een temperatuur onder 13 °C.
GELUID • Het geluid is duidelijk waarneembaar. Dit heeft een aantal oorzaken. • Koelautomaat staat niet waterpas. • Normale geluid van de koelmotor. • Vloer niet stevig genoeg.
KOELAUTOMAAT TRILT • Koelautomaat staat niet waterpas. • Leidingen trillen. • Ontdooiwaterbakje onjuist geplaatst. • Vloer niet stevig genoeg.
WATER OP VLOER ONDER KOELAUTOMAAT • Ontdooiwaterbakje niet of onjuist geplaatst. Verwijder vloerrooster en controleer dit. • Ontdooiwaterbakje moet als gevolg van hoge luchtvochtigheid geleegd worden.
RUISEND GELUID IN DIEPVRIESGEDEELTE
• Zekering defect. • Automatische ontdooicyclus. Duur: ± 20 minuten.
WARME LUCHT UIT VLOERROOSTER • Normale luchtcirculatie rond condensor.
VOORKANT TOESTEL VOELT WARM AAN • Bijzondere voorziening waardoor condensatie bij hoge luchtvochtigheid beperkt wordt.
DE KOELAUTOMAAT RUIKT • Sterk geurend voedsel is niet verpakt. • Controleer groenten-/fruitladen op bedorven voedsel.
VOEDSEL DROOGT UIT (VERS OF INGEVROREN) • Voedsel niet goed afgedekt of verpakt. • Groenten-/fruitladen niet goed gesloten. • Temperatuur te laag ingesteld.
• Normaal geluid. Ontdooiwater loopt langs het ontdooi-element.
TE HOGE LUCHTVOCHTIGHEID IN GROENTEN-/FRUITLADEN
MOTOR SLAAT VAAK AAN EN AF
• Voedsel niet goed afgedekt of verpakt. • Warm, vochtig weer.
• Motor houdt temperatuur stabiel. • Deuren worden te vaak geopend. • Deuren staan te lang open.
MOTOR DRAAIT GEDURENDE LANGERE PERIODES • Moderne koelkasten vereisen een langere koeling. • Omgevingstemperatuur te hoog. • Deuren worden te vaak en/of te lang geopend. • Condensor schoonmaken. Zie gebruikershandleiding.
KOELAUTOMAAT SLAAT NIET AAN • Thermostaatknop op stand Ø. • Stekker niet in stopcontact. • Storing in de stroomvoorziening.
VOCHTVORMING AAN BUITENKANT KOELAUTOMAAT • Kan voornamelijk in de ochtend optreden tijdens warm, vochtig weer. • Controleer de spaarstandschakelaar.
VOCHTVORMING AAN BINNENKANT KOELAUTOMAAT
KOELGEDEELTE TE KOUD • Temperatuur koelgedeelte te laag ingesteld.
VRIESGEDEELTE TE WARM • Temperatuur vriesgedeelte te hoog ingesteld. • Deur te lang geopend.
TYPEPLAATJE
INTERIEURVERLICHTING BRANDT NIET • Gloeilamp defect. • Stroomtoevoer onderbroken.
RODE GLOED IN DIEPVRIESGEDEELTE • Reflectie ontdooi-element gedurende ontdooicyclus.
IJSBLOKJES KRIMPEN • IJsblokjes krimpen door de koude lucht die erover geblazen wordt, vooral bij laag verbruik.
IJSBLOKJES KLEVEN AAN IJSBAKJE • Kalksporen in het water zijn afgezet op het ijsbakje. Reinig het bakje met een met azijn bevochtigde doek. Maak ijsbakjes tegelijk met het toestel schoon.
AUTOMATISCHE IJSMAKER WERKT NIET • Voeler staat in “OFF”-stand. • Wateraanvoer is afgesloten/ dichtgedraaid. • Waterdruk te laag. • Vriesgedeelte te warm.
IJSDISPENSER WERKT NIET
• Kan optreden tijdens warm, vochtig weer als de deuren te vaak en/of te lang worden geopend. • Deur sluit niet goed.
• • • •
DIEPVRIESGEDEELTE KOELT NIET GOED
WATERDISPENSER WERKT NIET
(consumptie-ijs, geconcentreerd vruchtensap) • Producten met een hoog suikergehalte worden in bevroren toestand niet “hard”.
Wijzigingen voorbehouden.
KOELGEDEELTE TE WARM • Temperatuur koelgedeelte te hoog ingesteld. • Thermostaat diepvriesgedeelte op laagste stand ingesteld. • Deur te lang geopend.
Dispenser geblokkeerd door ijs. IJsmaker defect. Aan-/uitschakelaar in UIT-stand. Deur vriesgedeelte niet gesloten.
• Wateraanvoer is afgesloten/ dichtgedraaid. • Waterdruk te laag. • Aan-/uitschakelaar in UIT-stand.
BESCHRIJVING ENERGIEWIJZER EN TYPEPLAATJE BOVEN IN KOELGEDEELTE 1. 2. 3. 4-7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Vermogen koelgedeelte Vermogen verwarmingselement ijsmaker Vermogen automatisch ontdooi-element Aantal lampen, ieder bij maximale belasting Energieverbruik koelsysteem per 24 uur Bruto capaciteit Netto opnamecapaciteit Capaciteit vriesgedeelte Capaciteit koelgedeelte Totaalwaarden Max. vriescapaciteit (kg/24 h.) ISO-temperatuurklasse Toegestane waterdruk automatische ijsmaker 4-sterren waardering vriesgedeelte Typenummer. Doorgeven aan dealer bij storingen. Serienummer. Doorgeven aan dealer bij storingen. Veiligheidsklasse Max. ampèrage Koelmiddel en hoeveelheid (in 1/100 kg) Nominale spanning Max. koelmiddeldruk bij normaal gebruik Testnorm