vocaal
ensemble
markant
muzikale leiding : Geert Vermeyen presentatie : Frank Tubex
zaterdag 22 oktober 2005 - OLVrouwkerk Herentals
Welkom op dit eerste lustrumconcert van Vocaal Ensemble Markant uit Herentals. Vanavond blikken we terug op de muziek die Markant gedurende de voorbije vijf jaren ten gehore heeft gebracht op zijn jaarlijkse themaconcerten.
We hebben voor u de
mooiste, meest geliefde en meest markante liederen even onder het stof vandaan gehaald en hopen dat u er samen met ons van zal genieten. We stellen u ook graag een bijzonder nieuw werk voor dat we vanavond voor het eerst uitvoeren.
‘The
making of the drum’ van ex King’s Singer Bob Chilcott beschrijft het ritueel van het maken van een Afrikaanse trom doorheen een vijfdelige cyclus van nu eens ritmisch opzwepende, dan weer bijzonder mysterieuze Afrikaanse klanken.
Geert
Vermeyen
Geert behaalde in 1983 het diploma notenleer aan de Muziekacademie van Merksem, waar hij ook viool studeerde. Het samen musiceren heeft hij voornamelijk geleerd in de jaren dat hij deel uitmaakte van het schoolorkest bij Remi De Roeck. De liefde voor koor en koormuziek begon op 8-jarige leeftijd in het knapenkoor van het Merksemse St.-Jan Berchmanscollege. Sinds 1985 leidt hij het kinderkoor van de parochie O.L.Vrouw van Smarten te Merksem waaruit in 1990 het gemengd koor Lejra ontstond. Hij volgde zangles bij Dirk Van Croonenborgh en maakt deel uit van het kamerkoor Helicon uit Lier. In 2004 voltooide Geert de opleiding koordirectie van het DKO in de muziekacademie van Lier bij Marleen De Boo en Geert Hendrix. Momenteel volgt hij in Lier muziekgeschiedenis bij Geert Hendrix en piano bij An De Koninck.
Vocaal Ensemble Markant sopranen
alten
Hilde Braet Nancy Buyens Maria Cambré Liesbeth De Ceulaer Katrien Govaerts Ann Vanbeckevoort Rit Van Laer
Tonia Beuls Ivette Hilderson Els Janssens Ulli Janssens Hilde Vanbeckevoort Lieve Van den Broeck bassen
tenoren Alexander Van Accom Stefan Vansant Bart Wynants
Roeland Beeldens Günther De Praitere Ivo Thijs Jan Voorspoels
Markant staat steeds open voor nieuwe leden. Heb je interesse, contacteer ons dan op 014/217671 of via onze website welcome.to/markant
zondag 7 januari 2001
Exsultate justi Lodovico Viadana (1560-1627) Exsultate, justi, in Domino: rectros decet collaudatio.
Verheugt u, juicht voor het hemels hof: oprechte harten past Gods lof.
Confitemini Domino in cithara: in psalterio decem chordarum, psallite illi. Cantate ei canticum novum: bene psallite ei in voci feratione.
Ontvouwt Gods eer, laat die ten hemel varen, op citerklank, op galm van vijf paar snaren. En zwaait, nooit spel noch zingen moe, den Hoogste een nieuwe lofzang toe.
Exsultate, justi, in Domino: rectros decet collaudatio.
Verheugt u, juicht voor het hemels hof: oprechte harten past Gods lof. (vertaling : Joost Van Den Vondel)
El grillo Josquin Deprez (1440-1521) El grillo è buon cantore che tiene longo verso. Dalle beve grillo canta. El grillo è buon cantore.
De krekel is een goede zanger die een lang lied aanheft. De krekel zingt over drinken. De krekel is een goede zanger.
Ma non fa come gli alti uccelli, come li han cantato un poco. Van de fatto in altro loco, sempre el grillo sta pur saldo. Quando la maggior è’l caldo alhor canta sol per amore.
Maar hij doet niet zoals de andere vogels, wanneer deze een poosje gezongen hebben. Zij gaan dan elders naar toe, maar de krekel, die blijft altijd waar hij is. En wanneer het het warmste is, dan zingt hij alleen nog voor de liefde.
Odi et amo Tekst : Catullus – Muziek : Carl Orff Odi et amo. Quare id faciam, fortasse requires. Nescio, sed fieri id sentio et excrucior
Ik haat en ik bemin Waarom ik dat doe, vraag je je misschien af. Ik weet het niet, maar ik voel dat het gebeurt en ik ga eraan kapot.
zaterdag 27 oktober 2001
El condor pasa Boliviaans volkslied – bewerking : Peter Altmann Voteando el horizonte el cóndor va, sin temor saludando al sol con su valor. El homre a penas aprende a andar quiere ya pedir un arma para jugar.
Krijsend naar de horizon vliegt de condor, zonder vrees groet hij de zon met haar warmte. De mens heeft heeft met moeite leren lopen of hij vraagt al om wapens om mee te spelen
Gritemos todos a una voz: no mas hambre ni dolor! Que el homre solo cree amor viviendo en paz y unidad ay sin temor.
Roepen we allemaal met één stem: geen honger meer en ook geen pijn. Dat de mens enkel liefde mag scheppen, leven in vrede en eensgezindheid, zonder vrees.
El hombre es como el cóndor al volar. De un lugar a otro lugar ha de volar. La sangre entra en sus garras de dolor, de maldad, como imitación del hombre y su punal.
De mens is als de condor in zijn vlucht. Van de ene plaats naar de andere vliegt hij. Het bloed stroomd door zijn klauwen vol smart, vol kwaad, als imitatie van de mens en van zijn strijd.
Drie liederen Tekst : Rubén Darío – muziek : Félix Sierra
1. Introducción
1. Inleiding
Salve, dulce primavera, que en la aurora de mi vida diste la bienvenida cariñosa y placentera.
Gegroet, zachte lente, die mij in de dageraad van mijn leven welkom heet, liefdevol en behaaglijk.
Tú ries en la ribera, mientras yo en mi embarcación camino del remo al son por el pié lago azulado. ¡Ay! ¿Que llevaré guardado dentro de mi corazón?
Jij, jij lacht op de oever, terwijl ik in mijn bootje al roeiend vaar naar de rand van het blauwe meer. Ach, wat zal hiervan bewaard blijven in mijn hart?
Tendida la blanca vela casi vuelta mi barquilla, y va dejando su quilla sobre las ondas la estella.
Het witte zeil is uitgestreken, mijn bootje kantelt bijna om, en het laat zijn kielzog na op de golven.
Y mientras mi barca vuela y espuma hace saltar, doy al viento mi cantar, viendo bellos espejismos que decoran los abismos de los cielos y del mar.
En terwijl mijn bootje vaart en het schuim doet opspatten, schenk ik mijn lied aan de wind, en ik zie mooie luchtspiegelingen die de oneindigheid van de hemel en de zee weerspiegelen.
En el alba de la vida todo es luz esplendorosa. ¡Que esperanza tan hermosa es la esperanza nacida!
Bij de dageraad van het leven baadt alles in een schitterend licht. Hoe heerlijk is toch het nieuwgeboren verlangen!
¡Oh primavera florida! ¡Cuantas aves, cuanta flor! Cuanto divino rumor turba la apacible calma, cuando se despierta el alma al primer beso de amor
Och, bloemenrijke lente! Al die vogels, al die bloemen! Wat een goddelijk klankspel temidden de rustgevende kalmte, wanneer de ziel ontwaakt bij de eerste liefdeskus.
2. Divagaciones
2. Mijmeringen
Mis ojos espantos han visto, tal ha sido mi triste suerte; cual la de mi Señor Jesu Cristo, mi alma está triste hasta la muerte.
Mijn ogen hebben wreedheden gezien, zo was mijn droeve lot; zoals bij mijn Heer Jezus Christus, blijf ook mijn ziel bezwaard tot mijn dood.
Hombre malvado y hombre listo en mi enemigo se convierte; cual la de mi Señor Jesu Cristo, mi alma está triste hasta la muerte.
Slechte mensen en sluwe mensen worden mijn vijanden; zoals bij mijn Heer Jezus Christus, blijft ook mijn ziel bezwaard tot mijn dood.
Desde que soy, desde que existo, mi pobre alma armonías, cual la de mi Señor Jesu Cristo, mi alma está triste hasta la muerte.
Zolang ik leef, zolang ik besta, leeft mijn lichaam met mijn arme ziel, zoals bij mijn Heer Jezus Christus, blijft ook mijn ziel bezwaard tot mijn dood.
3. A ti
3. Voor jou
Yo vi una ave que suave sus cantares a la orilla de los mares entonó, y voló …
Ik zag een vogel die zachtjes zijn liedjes zong aan de oever van de zee, en wegvloog ...
Y a lo lejos, los reflejos de la luna en alta cumbre, que argentando las espumas, bañaba de luz sus plumas de tisú … y eras tú.
En in de verte overspoelden de spiegelingen van de hoge maan, die het schuim zilver kleuren, zijn veren van zijde met licht ... en toen kwam jij.
Y vi un alma que sin calma sus amores cantaba en tristes rumores y su ser con mover a las rocas parecía; miró la azul lejanía, tendió su vista anhelante, suspiró. Y cantando pobre amante, prosiguió y era … yo.
En ik zag een ziel die rusteloos, triest murmelend haar liefdes bezong en de rotsen leek te ontroeren; ze keek naar de blauwe verte, staarde er smachtend naar, zuchtte. En terwijl ze haar arme geliefde bezong, stapte ze verder en daar was ... ik
La canción del Cola-Cao Aurelio-Jordi Dotras – bewerking : Julio Domínguez Yo soy aquel negrito del África tropical que cultivando cantaba la canción del Cola-Cao. Y como verán ustedes yo les voy a relatar las multiples cualidades de este producto sin par.
Ik ben dat negertje uit tropisch Afrika dat tijdens het werken steeds het lied van Cola-Cao zong. En zoals jullie zullen zien ga ik jullie vertellen over de vele kwaliteiten van dit product zonder gelijke
Es el Cola-Cao desayuno y merienda ideal.
Cola-Cao is ideaal bij het ontbijt en als vieruurtje.
Lo toma el futbolista para entrar goles, también lo toman los buenos nadadores, si lo toma el ciclista se hace el amo de la pista y si es el boxeador, boxea que es un primor.
De voetballer neemt het om te scoren, ook de goeie zwemmers nemen het als de wielrenner het neemt, dan wordt hij meester van de piste en als de bokser het neemt, dan bokst hij als de beste.
Vrijdag 25 oktober 2002
Gisekin triptiek Tekst : Jo Gisekin – Muziek : Vic Nees
1. Begin Als de aarde lankmoedig dag wordt, de wolken liefkozend nacht, de bloemen het kleurig bezinksel van goud op gras. Als tussen halmen en wier een oceaan ligt van tijd voor de gespreide slaap van jou en mij.
3. Vandaag Het sneeuwt een rondbespannen stilte, breekbaar op porseleinen glas van stadslandschappen waar de wind geen lidmaat roert. De hemel koeler dan de verlaten hut van monniken die hun tijd opdoen met adeste-zangen. Het moest zomaar ontembaar doorgaan met vloeibaar te sneeuwen op vloeibaar gras.
2. April April heeft vlammendwitte twijgjes en liefde van schapen in groen waarop het onverzadigd de bloesem van kerselaars laat regenen. De omheining van de winter is spaarzaam doorbroken, het hooi moet heel wat later onder zeil : wat is dan de zomer? Een groeiend eiland dat onvoorwaardelijk zijn tijd afwacht.
Schoon jonkvrouw, ik moet u klagen Bewerking : Jetse Bremer Schoon jonkvrouw ik moet u klagen dat ik ben doorwond, en ik moet groot lijden dragen om uw roden mond. Moet ik lang uw liefde derven en uw klaar aanschijn, zo zal ik in rouwe sterven en van smart en pijn. In mijn hert stond gij geschreven doen ik u eerst zag. Goed en bloed en ook mijn leven, en wat ik vermag, zal ik lief door u verkoren, stellen tot een pand. Laat uw dienaar niet verloren, maar biedt hem de hand. Liefste, mocht ik bij u komen op uw kamerkijn en u spreken zonder schromen, alderliefste mijn, Dan zo hoop ik te verkrijgen uwe gratie goed. Laat ons saam te wijl bedrijven alle vreugden zoet.
Drie schuintamboers Bewerking : Jetse Bremer Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten. Eén van de drie die zag een aardig meisje. 'Zeg meisje lief, mag ik met jou verkeren?' 'Zeg jongeman, dat moet je mijn vader vragen.' 'Zeg ouwe heer, mag ik je dochter trouwen? Want zij is mij de schoonste aller vrouwen.' 'Zeg jongeman, zeg mij: wat is jouw rijkdom?' 'Mijn rijkdom is een trommel met twee stokken.' 'Nee! Schuintamboer, mijn kind kun je niet krijgen.' 'Zeg ouwe heer, ik ben nog iets vergeten. Mijn vader is groothertog van Brittanje. Mijn moeder is de koningin van Spanje.' 'Zeg jongeman, je mag m'n dochter trouwen.' 'Nee ouwe heer, je mag je dochter houwen.'
zaterdag 20 november 2004
Soir d’octobre Tekst : Emile Gardas - Muziek : André Ducret Un peu d'ombre et de lumière au partage entre chien et loup. La forêt redevient pierre et le renard est jaloux. Moi je rêve à la fenêtre mon bateau s'en va vers vous et j'ai vu viellir les hêtres. Je veux vivre près de vous.
Een beetje schaduw en wat licht op het scheiden van hond en wolf. Het woud wordt weer van steen en de vos is jaloers. Ik, ik droom bij mijn venster mijn bootje vaart naar u en ik heb de beuken oud zien worden. Dicht bij u wil ik leven.
On n'est pas dans les Cyclades on est bien dans nos îles à nous. Nous avons le vent maussade qui fait plier le genou. Mais pour vous, ce soir d'octobre, je voudrais rester debout. Que je sois perdu ou sobre. Je veux vivre près de vous.
We zijn niet op de Cycladen maar wel op onze eigen eilandjes. Er waait een moessonwind die de knieën doet buigen. Maar voor u, op deze oktoberavond, wil ik rechtop blijven staan. Of ik nu onstuimig ben of sober. Dicht bij u wil ik leven.
Je n'ai rien, ma poche est vide, le brouillard rampe de partout. Un passant passait, livide, il n'avait pas rendez-vous. Soir d'octobre à ma fenêtre. Faut-il être sage ou fou? Faut-il être ou ne pas être? Je veux vivre près de vous.
Ik heb niets, mijn zakken zijn leeg, de mist kruipt overal rond. Een voorbijganger gaat voorbij, lijkbleek, hij had geen afspraak. Oktoberavond bij mijn venster. Moet je wijs zijn of gek? Moet je zijn of niet zijn? Dicht bij u wil ik leven.
Priidite, poklonimsia Sergeï Rachmaninov Priidite, poklonimsia Tsarevi nashemu Bogu.
Kom, laat ons aanbidden God, onze Koning.
Priidite, poklonimsia i pripadem Hristu Tsarevi nashemu Bogu.
Kom, laat ons aanbidden en neerknielen voor Christus, onze Koning en onze God.
Priidite, poklonimsia i pripadem samomu Hristu Tsarevi i Bogu nashemu.
Kom, laat ons aanbidden en neerknielen voor de ware Christus, onze Koning en onze God.
Priidite, poklonimsia i pripadem Yemu.
Kom laat ons aanbidden en voor Hem neerknielen.
Des avonds worden mijn gepeinzen … Tekst : Alice Nahon – Muziek : Raymond Schroyens Des avonds worden mijn gepeinzen een hofke van geheimenis... Waar bloemen naar het westen wijzen, waar iedre vogel slapen is. Des avonds wordt de wereld kleener en dichter alle ver verleën... Die eenzaam zijn, worden alleener, en die beminnen méér bijeen. Des avonds weegt er op mijn zwijgen die schone, menselijke pijn... De drang een innig woord te krijgen en zelf voor iemand lief te zijn.
zaterdag 11 oktober 2003
The tyger Tekst :William Blake - Muziek : Jetse Bremer Tyger, tyger, burning bright in the forest of the night, what immortal hand or eye could frame thy fearful symmetry?
Tijger, tijger, vurig vlammend in het nachtelijke woud, welke onsterfelijke hand of oog kon jouw beangstigende symmetrie omvatten?
In what distant deeps or skies burnt the fire of thine eyes? On what wings dare he aspire? What the hand dare seize the fire?
In welke verre dieptes of luchten brandde het vuur van jouw ogen? Op welke vleugels dierf hij vliegen? Welke hand dierf dat vuur te grijpen?
And what shoulder and what art, could twist the sinews of thy heart? And when thy heart began to beat, what dread hand and what dread feet?
En welke schouder en wat voor een kunde, kon de spieren van jouw hart verwringen? En toen je hart begon te kloppen, welke geduchte hand en voeten?
What the hammer? What the chain? In what furnace was thy brain? What the anvil? What dread grasp? Dare its deadly terrors clasp?
Met welke hamer? Welke ketting? In welke oven werd je brein gesmeed? Met welk aambeeld? Welk een kracht? Dierf zijn dodelijke terreur te vatten?
When the stars threw down their spears, and water'd heaven with their tears did he smile his work to see? Did he who made the Lamb make thee?
Wanneer de sterren hun speren wierpen, en de hemel bevloeiden met hun tranen, lachtte hij bij het zien van zijn werk? Heeft hij die het Lam gemaakt heeft, ook jou gemaakt?
Black sheep Amerikaans wiegelied – bewerking : John Rutter Black sheep, black sheep, where d'you leave your lamb? Way down in the valley. Birds and the butterflies aflutterin' by, poor little thing cryin' 'Mammy'. Black sheep, black sheep, where d'you leave your lamb? Way down in the valley.
Zwart schaap, zwart schaap, waar heb je je lam achtergelaten? Daar beneden in de vallei. Vogels en vlinders fladderen er rond, het arme kleintje huilt ‘Mama’. Zwart schaap, zwart schaap, waar heb je je lam achtergelaten? Daar beneden in de vallei.
My mother told me before she went away to take good care of the baby. But I went out to play and the baby ran away, and the poor little thing cryin' 'Mammy' Black sheep, black sheep, where d'you leave your lamb? Way down in the valley.
Mijn moeder zei me voor ze wegging om goed voor de baby te zorgen. Maar ik ging buiten spelen en de baby die liep weg en het arme kleintje huilt ‘Mama’ Zwart schaap, zwart schaap, waar heb je je lam achtergelaten? Daar beneden in de vallei.
The blue bird tekst : Mary E. Coleridge - muziek : Charles Villiers Stanford
The lake lay blue below the hill, o'er it, as I looked there flew across the waters, cold and still a bird whose wings were palest blue.
Het meer ligt blauw onder de heuvel, en toen ik er over keek, vloog over het water, koud en stil een vogel met bleekblauwe vleugels.
The sky above was blue at last, the sky beneath me was blue in blue a moment, ere the bird had passed, it caught his image as he flew.
De hemel boven was eindelijk blauw de hemel onder mij was blauw in blauw en een moment, vóór de vogel voorbij was legde deze zijn beeld vast in de vlucht.
zaterdag 22 oktober 2005
The making of the drum Tekst : Edward Kamau Brathwaite - Muziek : Bob Chilcott
1. The skin
1. Het vel
First the goat must be killed and the skin stretched.
Eerst moet de geit gedood worden en zijn vel uitgestrekt.
Bless you, fourfooted animal, who eats rope, skilled upon rocks, horned with our sin; stretch your skin, stretch it tight, tight on our hope, we have killed you to make a thin voice that will reach further than hope, further than heaven, that will reach deep down to our gods where the thin light cannot leak, where our stretched hearts cannot sleep.
Gezegend ben jij, viervoeter, die afval eet, bedreven klimt op rotsen, je hoorns dragen onze zonde; strek je vel uit, span het strak op, span het op onze hoop, we hebben je gedood om een ijle stem te maken die zal reiken tot voorbij de hoop, tot voorbij de hemel, die zal reiken tot diep tot bij onze goden, waar het ijle licht niet binnenlekt, waar onze uitgestrekte harten niet tot rust kunnen komen.
Cut the rope of its throat, skilled destroyer of goats; its sin spilled on the washed gravel, reaches and spreads to devour us all.
Snij het touw van zijn keel, bedreven geitendoder; zijn zonde stroomt over het gewassen grind, strekt zich uit en verspreidt zich om ons allemaal te verteren.
So the goat must be killed and it’s skin stretched.
Zo moet de geit gedood worden en zijn vel uitgestrekt.
2. The barrel of the drum
2. Het vat van de trom
For this we choose wood of the tweneduru tree: hard duru wood with the hollow blood that makes a womb.
Hiervoor kiezen we hout van de tweneduru boom: hard duru hout met het holle bloed dat een moederschoot vormt.
In this silence we hear the wound of the forest; we hear the sounds of the rivers; vowels of reedlips, pebbles of consonants, underground dark of the continent.
In deze stilte horen we de wonden van het woud; horen we het geluid van de rivieren; klinkers van rieten lippen, kiezels van medeklinkers, de donkere ondergrond van het continent.
You dumb adom wood will be bent, will be solemny bent, belly rounded with fire, wounded with tools that will shape you.
Stom hout, jou zullen we buigen, plechtig buigen, je buik rond maken met vuur, we verwonden je met gereedschap dat je vorm zal geven.
You will bleed, cedar dark, when we cut you; speak, speak, when we touch you.
Je zal bloeden, donker ceder, als we je kappen; spreek, spreek, als we je beroeren.
3. The two curved sticks of the drummer
3. De twee gebogen stokken van de drummer
There is a quick stick grows in the forest, blossoms twice yearly without leaves; bare white branches crack like lightning in the harmattan.
Er is een pittige stok die groeit in het woud, twee keer per jaar bloeit hij zonder bladeren; kale witte takken kraken als bliksem in de harmattan(1).
But no harm comes to those who live nearby. This tree, the elders say, will never die.
Maar geen kwaad overkomt hen die in zijn buurt wonen. Deze boom, zo zeggen de ouderen, zal nooit sterven.
From this stripped tree snap quick sticks for the festival. Its wood, heathard as stone is toneless as a bone.
Van deze naakte boom breken we pittige stokken voor het festival. Zijn hout, warm gehard als steen is toonloos als een bot. (1) harmattan : Afrikaans onweer
4. Gourds and rattles
2. Kalebassen en ratels
Calabash trees’ leaves do not clash. Calabash trees bear a green gourd. Burn, burn copper in the light, crack open seeds that rattle.
De bladeren van kalebas bomen klappen niet. Kalebas bomen dragen een groene vrucht. Brand, brand koperkleurig in het licht, breek open rammelende zaadjes.
Blind underground the rat’s dark sawteeth bleed the wet root, snap its slow long drag of time, its grit, its flavour, turn the ripe leaves sour.
Blind ondergronds doen de rat zijn donkere snijtanden de natte wortel bloeden, ze happen in zijn trage lange spoor van tijd, zijn korrel, zijn smaak, ze maken de rijpe bladeren wrang.
Clash rattle, sing gourd. Never leave time’s dancers weary like this tree that makes and mocks our music.
Klets ratel, zing kalebas. Laat de dansers van de tijd nooit lusteloos achter zoals deze boom die onze muziek maakt en imiteert.
3. The gong-gong
3. De gong-gong(1)
God is dumb until the drum speaks. The drum is dumb until the gong-gong leads it.
God blijft stom tot de trom spreekt. De trom blijft stom tot de gong-gong hem lijdt.
Man made, the gong-gong’s iron eyes of music walk us through the humble dead to meet the dumb blind drum where Odomankoma speaks.
Door de mens gemaakt, leiden de gong-gong zijn ijzeren ogen van muziek ons voorbij de nederige doden om de stomme blinde trom te ontmoeten daar waar Odomankoma(2) spreekt. (1) gong-gong : dubbele metalen bel (2) Odomankoma : Afrikaanse god, schepper van de wereld.
Met d ank a an onze sponsors d ie ons helpen Ma rkant te zijn
Bloemen Bulckens-Beirinckx De Heer en Mevrouw Van Opstal Huis Haest Café Brigand Mevrouw Greta Horemans Familie De Ceulaer-Lievens Bakkerij Van Den Bruel Salon Verbraeken 't Lekker ijsje van Baeten Kapsalon Anne Mie KBC Herentals Mevrouw Josee Heylen Dhr. en Mevr. Van Hove-Carpentier Familie Wynants-Dierckx
Herenthoutseweg 142/1, Herentals Poederleeseweg 100, Herentals Zandstraat 1, Herentals Bovenrij 59, Herentals Rozenstraat 43, Herentals Poederleeseweg 151, Herentals Herenthoutseweg 137, Herentals Lierseweg 120, Herentals Langepad 9, Herentals Augustijnenlaan 62, Herentals Grote Markt 3, Herentals Larikslaan 9, Herentals Bovenrij 44a, Herentals Snepkenshof 18, Kasterlee
alsook de sponsors die verkiezen anoniem te blijven
Vocaal Ensemble Markant Koppelandstraat 30, 2200 Herentals 014 / 21.76.71 - http://welcome.to/markant