VERKOOPDOCUMENTATIE UITGIFTE KAVELS D E B R A K E II W I N S U M ( 3e F A S E )
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Inhoudsopgave 1. Introductie .......................................................................................................................................... 3 2. Wijze van uitgifte/ Procedure ........................................................................................................... 4 2.1 Procedure ...................................................................................................................................... 4 2.2 Uitgifte/ optievoorwaarden ............................................................................................................. 4 2.3 Voorwaarden en bouwmogelijkheden............................................................................................ 5 2.4 Prijslijst ........................................................................................................................................... 6 2.5 Inlichtingen / Verkoop .................................................................................................................... 7 3. Een bouwkavel in De Brake II........................................................................................................... 8 3.1 Hoe verder ..................................................................................................................................... 8 3.2 Akte van levering ........................................................................................................................... 8 3.3 Overdrachtskosten......................................................................................................................... 8 3.4 Hypotheekakte ............................................................................................................................... 8 3.5 De bouwvergunning ....................................................................................................................... 8 3.6 Bestemmingsplan .......................................................................................................................... 9 3.7 Welstand ........................................................................................................................................ 9 3.8 Sonderingsgegevens ..................................................................................................................... 9 3.9 Bouwbesluit.................................................................................................................................... 9 3.10 Tijd ............................................................................................................................................... 9 3.11 Uitzetten kavel en woning ............................................................................................................ 9 3.12 Bouw- en woonklaar maken ...................................................................................................... 10 3.13 Het maken van een rioolaansluiting........................................................................................... 10 3.14 Aansluitkosten............................................................................................................................ 10 3.15 Adressen nutsbedrijven ............................................................................................................. 10 3.16 Architectenkosten ...................................................................................................................... 11 3.17 Constructeur .............................................................................................................................. 11 3.18 Rente tijdens de Bouw ............................................................................................................... 11 3.19 Bouwactiviteiten ......................................................................................................................... 11 3.20 Duurzaam bouwen..................................................................................................................... 11 3.21 Politiekeurmerk veilig wonen ..................................................................................................... 11 BIJLAGE 1: VAN TOEPASSING VERKLAARDE ARTIKELEN UIT DE “ALGEMENE UITGIFTEVOORWAARDEN VAN DE GEMEENTE WINSUM” BIJLAGE 2: (relevante) ALGEMENE REGELS EN PROCEDURES VOOR DE UITGIFTE VAN BOUWKAVELS VOOR WONINGBOUW 1998 BIJLAGE 3: (relevante) VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN DE BRAKE II WINSUM BIJLAGE 4: BEELDKWALITEITPLAN (uitwerking deelgebied 3)
20 oktober 2006
2
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 1. Introductie In deze verkoopdocumentatie vindt u relevante informatie voor de verkoop van de kavels. Hiervoor zijn in de bijlagen de relevante onderdelen uit het bestemmingsplan, beeldkwaliteitsplan en exploitatieovereenkomst weergegeven. U kunt deze documenten in zijn volledigheid inzien bij de gemeente Winsum. Aan deze verkoopdocumentatie kunnen dan ook geen rechten ontleend worden. Op onderstaande foto en tekening is aangegeven welke kavels in deze fase uitgegeven zullen worden.
20 oktoberVrije 2006 kavels
3
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 2. Wijze van uitgifte/ Procedure De uitgifte van de kavels vindt plaats conform de “ALGEMENE REGELS EN PROCEDURES VOOR DE UITGIFTE VAN BOUWKAVELS VOOR WONINGBOUW 1998” (zie bijlage 2), “uitgifteregels woningbouwkavels van de gemeente Winsum zoals door de Raad vastgesteld op 16 juni 1998”. De uitgifte/verkoop van kavels wordt uitgevoerd door de ontwikkelingscombinatie en begeleid door de gemeente Winsum. 2.1 Procedure 1
Middels het bijgevoegde aanmeldingsformulier kunt u uw belangstelling melden aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Winsum. U dient u belangstelling kenbaar te maken voor 22 november 2006 voor 17.00 uur door het bijgevoegde aanmeldingsformulier in te vullen en op te sturen naar het op het formulier genoemde adres.
2
In de openbare bijeenkomst op 23 november 2006 om 19.00 uur, in het gemeentehuis te Winsum, worden de ontvangen aanmeldingen conform de uitgifte regels in de “algemene regels en procedures voor de uitgifte van bouwkavels voor woningbouw 1998”, ingedeeld in de uitgiftecategorieën 1 t/m 3 en wordt binnen deze categorieën via loting de uitgifte volgorde bepaald.
3
Aansluitend aan deze openbare bijeenkomst worden, op dezelfde dag, in volgorde van de uitgiftecategorieën en in uitgiftevolgorde optie-/uitgifte(verkoop) overeenkomsten gesloten.
4
Van de aanmeldingen die niet gehonoreerd kunnen worden wordt een ‘wachtlijst’ aangelegd. De bepaalde uitgiftevolgorde blijft ook van toepassing op deze wachtlijst.
5
Van de openbare bijeenkomst en de uitgifte wordt een proces verbaal opgemaakt.
2.2 Uitgifte/ optievoorwaarden 1
Het is mogelijk direct tot koop te besluiten. In dat geval wordt zo spoedig mogelijk een voorlopige koopakte gesloten.
2
Als alternatief kan een optieovereenkomst worden aangegaan. • Een optie wordt vastgelegd in een optieovereenkomst en geldt voor 1 maand. Voor deze optie wordt een bedrag van 455,-- in rekening gebracht. Bij aankoop van de bouwkavel wordt dit bedrag verrekend met de koopprijs. Wanneer aan het einde van de optieperiode niet tot aankoop wordt overgegaan wordt dit bedrag met u verrekend. • Verlenging van de optie voor een periode van maximaal 3 maanden is mogelijk. Voor deze verlenging wordt, bij vooruitbetaling, een optierente in rekening gebracht van 1% per maand, berekend over de kavelprijs inclusief BTW. Bij aankoop van de bouwkavel wordt de optierente niet verrekend met de koopprijs. • Een Optiehouder die dat expliciet en met vermelding van de/het kavel(nummer), tijdens de uitgiftebijeenkomst, kenbaar maakt krijgt éénmalig de mogelijkheid alsnog een vervangende optie te nemen op een “vrijkomende” kavel (“vrijkomen” doordat een optie niet leidt tot koop). In dit geval blijft de eerder overeengekomen optieperiode gehandhaafd. Hebben meerdere optiehouders belangstelling voor dezelfde vervangende optie dan is de, tijdens de openbare bijeenkomst bepaalde, uitgiftevolgorde bepalend.
20 oktober 2006
4
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 2.3 Voorwaarden en bouwmogelijkheden Verkoopvoorwaarden
:
Zie bijlage 1: Van toepassing verklaarde artikelen uit de “algemene uitgiftevoorwaarden van de gemeente Winsum”. Zie bijlage 2: (relevante) “Algemene regels en procedures voor de uitgifte van bouwkavels voor woningbouw 1998”.
Bestemmingsplan
:
Zie bijlage 3: Voorschriften uit het bestemmingsplan de Brake II Winsum.
Beeldkwaliteitplan
:
Zie bijlage 4: relevante onderdelen uit het beeldkwaliteitplan De Brake II ‘uitwerking deelgebied 5”.
Eisen kavels aan het water
:
Zie bijlage 5: Bepalingen op te nemen in de akte van levering voor die percelen welke aan de waterpartijen zijn gelegen.
Toekomstige ontwikkelingen
:
Met betrekking tot toekomstige ontwikkelingen in de nabijheid van de Brake II verwijzen wij u naar de structuurvisie ‘Kijk op Winsum van september 1998’ welke ter inzage ligt bij de afdeling Ruimte van de Gemeente Winsum.
20 oktober 2006
5
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 2.4 Prijslijst kavelnummer 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
20 oktober 2006
Oppervlak in m² 758 704 690 652 810 812 845 858 711 725 653 782 576 570 567
verkoopprijs 149.735,-139.068,-136.303,-128.796,-169.646,-194.222,-202.116,-205.225,-161.603,-164.785,-148.420,-177.741,-124.065,-122.772,-122.126,--
6
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE De verkoopprijzen zijn vrij op naam (v.o.n.). Dat wil zeggen dat volgende kosten in de prijs zijn inbegrepen: - grondkosten; - notaris- en overdrachtkosten; - makelaarscourtage; - omzetbelasting. Niet in de “vrij op naam”-prijs zijn opgenomen: o rente over grondkosten vanaf 1 februari 2007; o financieringskosten (afsluitprovisie en kosten hypotheekakte). o éénmalige bijdrage ad. 680,70 ten behoeve van toekomstig onderhoud aan de waterpartijen voor de kavels welke aan het water zijn gelegen. De kaveloppervlakten zijn circa. De juiste kavelgrenzen zullen na oplevering worden vastgesteld door het kadaster. Afwijkingen in kaveloppervlakten worden niet verrekend. Al onze aanbiedingen zijn, tenzij anders aangegeven, geheel vrijblijvend. De Brake II VOF behoudt zich het recht voor om wijzigingen op de inhoud van deze prijslijst aan te brengen. Betaling vindt plaats op het moment dat u de notaris verzoekt tot levering van de kavel. Wanneer u nog niet tot levering van de kavels over kunt of wenst te gaan, zal vanaf 1 februari 2007 een rentepercentage worden berekend van 8 % per jaar over de koopsom tot aan de datum van levering. Deze rente dient samen met de koopsom van de kavel te worden voldaan op het moment van levering. 2.5 Inlichtingen / Verkoop
:
Boelens Jorritsma Woningmakelaars Wierdaweg 3 9951 ER WINSUM Telefoon 0595-441524 E-mail:
[email protected] www.boelensjorritsma.nl Tebbens Torringa Makelaardij o.g. Nieuwe Ebbingestraat 119 9714 AM GRONINGEN Telefoon 050-5717818 E-mail:
[email protected] www.nieuwbouwgroningen.nl
20 oktober 2006
7
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 3. Een bouwkavel in De Brake II 3.1 Hoe verder Hoe gaat het verder wanneer u in aanmerking komt voor een kavel in de Brake II. De makelaar zal de optie of koop van uw kavel schriftelijk vastleggen middels een optieverklaring of koopovereenkomst. Vervolgens zult u worden uitgenodigd om deze te komen ondertekenen bij de makelaar op kantoor. Tevens kunnen tijdens dit gesprek overige zaken aan bod komen welke van belang zijn bij het kopen van een kavel. De volgende stap is naar de notaris. Het aanbod van de kavel krijgt u per brief meegedeeld, samen met de brief en de voorwaarden die op desbetreffende kavel betrekking hebben gaat u naar Notariskantoor Greven te Leens, Wierde 7, telefoonnummer 0595 - 572 205. 3.2 Akte van levering De notaris maakt voor u en de verkopende partij een zogenaamde akte van levering op. Als beide partijen akkoord zijn gegaan met de akte, zorgt de notaris er vervolgens voor dat de akte ‘gepasseerd’ wordt. U krijgt dan een uitnodiging van de notaris om bij hem op kantoor de akte te komen ondertekenen. Daarna regelt hij dat in de kadastrale registers van de overheid officieel vermeld wordt dat u de eigenaar bent van dat ene stuk grond waarop u gaat bouwen. 3.3 Overdrachtskosten Voor het passeren van de akte bent u ‘overdrachtskosten’ verschuldigd aan de notaris. Naast dit tarief bent u kadasterkosten verschuldigd, deze bedragen ca. 46,-- (inclusief BTW.) aan recherchekosten en ca. 451,-- aan inschrijvings- en uitmetingskosten (over dit laatste bedrag is geen BTW. verschuldigd). 3.4 Hypotheekakte Ook wanneer u een hypotheek wilt afsluiten voor de aankoop van de bouwkavel en het laten bouwen van het huis, komt u bij de notaris terecht. Hij maakt voor u de hypotheekakte op. Ook daaraan zijn voor u kosten verbonden. De notaris hanteert een gereduceerd tarief wanneer u de akte van levering en de hypotheekakte op dezelfde dag bij hem laat passeren. Wilt u er meer over weten? Notariskantoor Greven geeft u alle gewenste informatie. 3.5 De bouwvergunning Voordat u aan het bouwen gaat, hebt u een bouwvergunning nodig. Die vraagt u aan bij de gemeente, bij de afdeling Ruimte. Deze afdeling zorgt niet alleen voor de handhaving van de (noodzakelijke) voorschriften en regels op het gebied van bouwen, maar helpt u ook met informatie en adviezen. U doet er dan ook verstandig aan eerst bij deze afdeling aan te kloppen, voordat u een bouwaanvraag indient. De deskundigen van de afdeling zijn graag bereid antwoord te geven op uw vragen. Ze kunnen u uitleggen hoe u het beste te werk kunt gaan en welke regels gelden. Dit kan tijd, geld en teleurstelling besparen. Natuurlijk kunt u dit ook allemaal aan uw architect of aannemer overlaten. Voor het aanvragen van een bouwvergunning moet u gebruik maken van een formulier van de gemeente. Dit formulier kunt u krijgen bij de centrale balie van de gemeente (telefonisch aanvragen is ook mogelijk). Daarnaast kunt u de brochure bouwregels krijgen daarin ziet u wat de gemeente nodig heeft om uw aanvraag te kunnen beoordelen.
20 oktober 2006
8
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 3.6 Bestemmingsplan Als u de aanvraagformulieren hebt ingevuld en ingediend bij de afdeling Ruimte, gaan de deskundigen van de gemeente vervolgens bekijken of uw bouwplan voldoet aan allerlei regels en voorschriften. Zij kijken onder andere naar veiligheid en degelijkheid, maar ook of het ontwerp van uw huis bij de buurt en het landschap past. Met dit laatste beginnen ze. Het bestemmingsplan voor de Brake II (bijlage 3) en de uitwerkingen daarvan in beeldkwaliteitplannen (bijlage 4) worden er dan bijgehaald. Daarin staat nauwkeurig beschreven waarvoor de grond gebruikt mag worden, hoe groot het huis mag worden enzovoort. Is alles in orde dan wordt uw bouwplan verder in behandeling genomen. Strookt uw bouwplan niet met het bestemmingsplan en de uitwerkingen, dan moet u uw bouwplan aanpassen. In sommige gevallen bijvoorbeeld als het om kleine verschillen gaat, kan de gemeente u vrijstelling van het bestemmingsplan geven. 3.7 Welstand Als uw bouwplan de toets aan het bestemmingplan doorstaan heeft, komt de volgende stap: de beoordeling van de zogenaamde welstandscommissie Dit is een onafhankelijke commissie van architecten en stedebouwkundigen. Is het advies van de welstandscommissie afwijzend, dan zal de gemeente u vragen het bouwplan aan te passen. U kunt zo’n vervelend oponthoud trouwens voorkomen door in een veel eerder stadium – desnoods nog voordat u de bouwkavel koopt – bij de afdeling Ruimte te komen praten en een schetsontwerp in te dienen. Dit kan dan met de deskundigen van de welstandscommissie worden besproken. De leges voor welstandsadvisering zijn begrepen in de leges voor de bouwaanvraag. 3.8 Sonderingsgegevens De grond is niet overal stevig genoeg om erop te bouwen. Daarom moet de koper zelf laten onderzoeken of de grond voldoende draagkracht heeft voor een woning. Aan de hand van zo’n ‘sonderingsonderzoek’ kan bepaald worden wat voor soort fundering onder het te bouwen huis moet komen. Voor zo’n sonderingsonderzoek moet u als koper van de kavel zelf opdracht geven; de kosten van het onderzoek zijn ook voor u. De resultaten van het onderzoek, het sonderingsrapport, moet u samen met de bouwaanvraag bij de gemeente inleveren. 3.9 Bouwbesluit De laatste stap in de beoordeling van uw bouwplan is de toetsing aan het Bouwbesluit. Dit is een wettelijke regeling van de rijksoverheid. Hierin staat aan welke eisen (o.a. voor veiligheid en duurzaamheid) bouwplannen moeten voldoen. 3.10 Tijd De wet schrijft voor dat de gemeente binnen dertien weken een beslissing moet nemen op uw bouwaanvraag. Deze regel geldt niet als een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig is, dan mag het langer duren. 3.11 Uitzetten kavel en woning De kavels worden uitgezet door de ontwikkelingscombinatie van de Brake II. Het uitzetten zal na de bouwrijpe levering plaatsvinden. Pas dan kan duidelijkheid worden gegeven over de definitieve oppervlakte van de kavels. Bij het uitzetten zullen alle hoekpunten duidelijk worden gemarkeerd. Nadat de bouwvergunning is verleend gaat, of laat de eigenaar de woning overeenkomstig de bouwvergunning uitzetten. Hiervan geeft de eigenaar vooraf bericht aan de afdeling bouw – en woningtoezicht van de gemeente. De medewerker van de gemeente gaat dan na of de woning goed is uitgezet en geeft tevens de hoogte aan van de begane grondvloer (peilhoogte).
20 oktober 2006
9
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
3.12 Bouw- en woonklaar maken Het plangebied waar u gaat bouwen, levert de ontwikkelingscombinatie bouwrijp op. Dat wil zeggen dat de rioleringen, kabels, gasleidingen e.d. al in de grond liggen. Ook zijn dan al voorlopige bouwstraten aangelegd. Wanneer alle huizen op de kavels gebouwd zijn, maakt de ontwikkelingscombinatie het gebied woonklaar. De definitieve bestrating komt er in. De straatlantaarns worden geplaatst. De bomen en struiken worden geplant, gras wordt ingezaaid. Kortom, de laatste hand aan uw buurt. 3.13 Het maken van een rioolaansluiting De riolering van uw woning moet uitkomen op het gemeentelijk riool. Bij de prijs van uw kavel is de aanleg en aansluiting van het riool niet inbegrepen. De dak-afvoerleidingen van de woningen op de kavels die direct aan waterpartijen grenzen mogen niet lozen op de riolering maar dienen te lozen op de waterpartijen. Deze afvoerleidingen dienen te worden uitgevoerd in de kleur groen. 3.14 Aansluitkosten In verband met aansluiting van uw woning op de nutsvoorzieningen dient u rekening te houden met de aansluitkosten voor onderstaande voorzieningen. •
Elektriciteit, Gas en Kabelaansluiting
•
Waterleiding
•
Telefoon
3.15 Adressen nutsbedrijven Gas, Electra, Kabel
Essent Energie Aanvraag aansluitingen consumenten Tel. 038 - 85 12 699
Telefoon
KPN Telecom BV Consumenten, verkoop en informatie Tel. 0800 – 04 02 (gratis)
20 oktober 2006
10
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 3.16 Architectenkosten Indien u zowel qua vorm als qua bruikbaarheid een goede woning wenst, is het inschakelen van een architect zeker zinvol. Bovendien kan een architect meer voor u doen: bouwvergunningen aanvragen, overleggen met nutsbedrijven, toezicht houden op de bouw, etc. De brochure ‘een architect kiezen’ is op aanvraag verkrijgbaar bij de BNA, Keizergracht 321, 1016 EE Amsterdam, 020-5553666 3.17 Constructeur De constructeur bepaalt o.a. de sterkte en stabiliteit van alle dragende constructieonderdelen. Hieronder is bijvoorbeeld te noemen, de lengte en dikte van de fundering aan de hand van bodem- en bouwgegevens. 3.18 Rente tijdens de Bouw U moet de grond al in eigendom en betaald hebben voor de eerste spa de grond in mag. Daarna moet u waarschijnlijk de aannemer in termijnen tijdens de bouw betalen. U hebt dus al met kosten te maken voordat u in uw nieuwe huis woont. Heeft u (een deel van) de totale stichtingskosten geleend, dan moet u hierover tijdens de bouw al rente gaan betalen. Het is verstandig daar in uw budget rekening mee te houden. 3.19 Bouwactiviteiten Wanneer u gaat bouwen op uw kavel dient u er voor te zorgen dat tijdens de bouw de naastliggende kavels en de straat (inclusief berm) in nette staat worden gehouden. Het is in ieders belang dat geen overlast wordt veroorzaakt dan wel ondervonden. 3.20 Duurzaam bouwen De gemeente wenst het duurzaam bouwen te stimuleren. De gemeente en de exploitanten zijn overeengekomen om een fonds voor duurzaam bouwen in te stellen, daarmee kunnen financiële drempels voor toepassing van duurzaam bouwen worden verkleind, c.q. weggenomen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Ruimte van de gemeente Winsum. 3.21 Politiekeurmerk veilig wonen Veel mensen hebben het idee dat ze veilig wonen. Maar helaas ondervinden steeds meer Nederlanders het tegendeel. Er is nu echter een manier om zeker te weten dat u veilig woont, namelijk het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Dit keurmerk is een soort meetlat voor veilig wonen. Het is ontwikkeld door de politie, in samenwerking met een groot aantal deskundigen en belanghebbende partijen. Samen hebben ze in beeld gebracht hoe woningen en buurten zo veilig mogelijk zijn te maken. In de Brake II is het Politiekeurmerk Veilig Wonen verplicht gesteld. Wilt u meer weten over het Politiekeurmerk Veilig Wonen? Neem dan contact op met de afdeling bouw- en woningtoezicht van de gemeente Winsum.
20 oktober 2006
11
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE BIJLAGE 1: VAN TOEPASSING VERKLAARDE ARTIKELEN UIT DE “ALGEMENE UITGIFTEVOORWAARDEN VAN DE GEMEENTE WINSUM” ARTIKEL 1.1. GELDIGHEID a.
Deze algemene uitgifte voorwaarden behoren bij iedere uitgifteovereenkomst tussen de gemeente Winsum en haar wederpartij(en) waarin deze uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard, en vormen daarmee één onverbrekelijk geheel.
b.
Alleen die hoofdstukken en artikelen die in de uitgifteovereenkomst van toepassing zijn verklaard gelden tussen partijen.
ARTIKEL 1.2. DEFINITIES OMSCHRIJVING DEFINITIES. AFLEVERING: feitelijke ter beschikkingstelling van de onroerende zaak. ALGEMENE UITGIFTEVOORWAARDEN: deze voorwaarden van de gemeente Winsum die bestemd zijn om te gelden bij gemeentelijke uitgifteovereenkomsten. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum. INGEBRUIKNEMING: het moment waarop de wederpartij voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijke werkzaamheden in of uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder. NOTARIËLE AKTE: de voor overdracht vereiste akte van levering. ONROERENDE ZAAK: de grond en/of de opstallen die het object van de uitgifteovereenkomst vormen waarbij deze algemene voorwaarden behoren.
OVERDRACHT: juridische eigendomsovergang door inschrijving van de akte van levering in de openbare registers.
UITGIFTEOVEREENKOMST: de overeenkomst tot verkoop waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn. VERKOOP: de overeenkomst waarbij de gemeente zich verbindt een onroerende zaak te leveren en de wederpartij om daarvoor een prijs in geld te betalen. WEDERPARTIJ: koper.
20 oktober 2006
12
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
ARTIKEL 2.9. KAPVERBOD De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn dat het zich eventueel bevindende boombestand zoveel mogelijk moet worden gespaard. Zich bomen mogen niet worden gekapt tenzij daarvoor door burgemeester en bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening een kapvergunning kapvergunning vermelde wachttijd is verstreken.
op de uitgegeven grond op de grond bevindende wethouders krachtens de is verleend en de in die
ARTIKEL 2.10. RADIO- EN T.V. ANTENNES De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn, dat in de gemeentelijke bouwverordening de plaatsing van antenneconstructies van meer dan 5 meter hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan. BEBOUWING ARTIKEL 3.2. BEBOUWING a. De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de uitgifteovereenkomst aangegeven bebouwing, welke al naar gelang de bestemming van de grond (een) woning(en), bedrijfsgebouw(en) of kanto(o)r(en) of bijzondere- of andere nader omschreven bebouwing kan betreffen. b. Binnen twee jaar na datum van het ondertekenen van de notariële akte moet de op de grond te stichten bebouwing voltooid en gebruiksklaar zijn; indien daartoe aanleiding bestaat, kan deze termijn door Burgemeester en Wethouders worden verlengd. c. Zolang niet is voldaan aan de in lid b vermelde verplichting mag de koper de grond niet zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders in eigendom of economische eigendom overdragen, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden. Voor vestiging van het recht van hypotheek is geen toestemming nodig. d. Het bepaalde in lid c. is niet van toepassing in geval van executoriale verkoop en van verkoop op grond van artikel 3:174 NBW. e. De in lid c. bedoelde toestemming wordt geacht te zijn verleend als de overdracht van de onderhavige grond geschiedt ter uitvoering van een tussen de in uitgifteovereenkomst genoemde koper en diens wederpartij(en) gesloten koop-aannemingsovereenkomst, waarbij genoemde koper zich tegenover die wederpartij verplicht, de in de uitgifteovereenkomst genoemde en in de daarbij vermelde tekening nader gedetailleerde opstallen te bouwen. f. Het in dit artikel in lid e gestelde, geldt uitsluitend voor de in de uitgifteovereenkomst genoemde koper(s) en gaat niet over op diens rechtsopvolgers. g. Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn de bebouwing wel is aangevangen maar nog geen 50% van de geschatte bouwtijd is verlopen, is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd ter grootte van 10 % van de koopsom. h. Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn de bebouwing is aangevangen, maar meer dan 50% van de bebouwing gereed is, verlenen Burgemeester en Wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid g., onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.
20 oktober 2006
13
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE WONINGEN ARTIKEL 3.3. VERPLICHTING ZELFBEWONING EN VERBOD DOORVERKOOP a.
De wederpartij verplicht zich de op de verkochte grond te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewonen en die woning met de daartoe behorende grond niet aan derden te zullen doorverkopen, één en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden. Artikel 2.13. is van toepassing.
b.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in geval van: 1. verkoop op grond van een machtiging van de rechter als bedoeld in artikel 3:174 NBW; 2. executoriale verkoop; 3. schriftelijke ontheffing door burgemeester en wethouders als bedoeld in lid d.; 4. faillissement. Het bepaalde in lid a. en b. vervalt nadat de wederpartij de desbetreffende woning gedurende één jaar heeft bewoond. Als maatstaf geldt hierbij de datum waarop en de tijd gedurende welke de wederpartij als bewoner van het desbetreffende adres in het bevolkingsregister is ingeschreven. Burgemeester en Wethouders kunnen schriftelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel. Deze ontheffing wordt echter steeds verleend in geval van: 1. verandering van werkkring van de wederpartij op grond waarvan redelijkerwijs verhuisd dient te worden; 2. overlijden van de wederpartij of diens echtgenootje of partner; 3. ontbinding van het huwelijk van de wederpartij door echtscheiding of ontbinding van een samenlevingsverband; 4. verhuizing waartoe wordt genoodzaakt door de gezondheid van de wederpartij of van een van zijn gezinsleden.
c.
d.
ARTIKEL 3.4. AANLEG PARKEERPLAATS De wederpartij verbindt zich tegenover de gemeente om gelijktijdig met het gereedkomen van de woning(en), voor zijn rekening een van de openbare weg af met een auto toegankelijke parkeerplaats (bij elke woning) aan te leggen en in stand te houden. Bij niet nakoming van de verplichting tot het aanleggen en/of instandhouden van bedoelde parkeerplaats(en) is koper aan de gemeente een boete verschuldigd van 45,38 voor elke dag dat de wederpartij in gebreke is. ARTIKEL 3.10. KABELS, LEIDINGEN EN DERGELIJKE. a. De koper van het verkochte moet duiden dat op-, in-, aan- of boven de uitgegeven grond en de daarop te bouwen opstallen kabels, leidingen, verdeelkasten, brandkranen alsmede aanduidingsborden voor openbare doeleinden worden aangelegd, geïnspecteerd onderhouden en vernieuwd op de plaatsen waar en de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders dit nodig zal achten. Omtrent de plaats en de wijze waarop wordt tevoren met de eigenaar overlegd. b. Het is de koper van het verkochte niet toegestaan op respectievelijk in of boven die plaatsen van het verkochte als hierboven sub a bedoeld, bouwwerken op te richten, een gesloten wegdek aan te brengen, ontgrondingen te verrichten, bomen danwel diepwortelende struiken te planten noch aan derden toestemming tot zulke handelingen te verlenen. c. Indien koper niet meewerkt aan het onder a. bepaalde danwel in strijd handelt met het onder b bepaalde, verbeurt koper ten behoeve van de gemeente een dadelijk opeisbare boete van twee honderd vijftig gulden ( 113,45) voor elke week of gedeelte van een week dat het niet meewerken danwel het in strijd handelen voortduurt. d. De kosten van noodzakelijke verplaatsing casu quo verlegging van de onder a. genoemde voorzieningen welke op verzoek van koper plaatsvindt, komen voor rekening van de koper.
20 oktober 2006
14
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE ARTIKEL 3.1 1. ERFDIENSTBAARHEDEN OVER EN WEER VOOR OPSTALLEN. a. Ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifteovereenkomst vermelde uit te geven onroerende zaak (zaken) en ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifteovereenkomst vermelde naastgelegen onroerende zaak (zaken), worden gevestigd en aangenomen, al zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de toestand waarin die percelen zich ten opzichte van elkaar bevinden, gehandhaafd blijft. b. Onder andere geldt dit voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse kabels en leidingen, rioleringen, waterafvoeren, ventilatiesystemen, lichtinval, inankeringen, inbalkingen en overbouwingen. Hieronder kan echter nimmer een verbod tot bouwen of verbouwen worden verstaan. ARTIKEL 3.15. KETTINGBEDING a. De wederpartij is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in de daartoe in de uitgifteovereenkomst aangewezen artikelen bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlening daarop van een beperkt recht, aan de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde in de notariële akte woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van 22.689,-- ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid voor deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen. b. Op gelijke wijze als hierboven onder lid a. bepaald, verbindt de wederpartij zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de in lid a. bedoelde artikelen, als de in lid a. en in het onderhavige lid b. opgenomen verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder dient daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan te nemen. ARTIKEL 3.16. KWALITATIEVE VERPLICHTING De in de uitgifteovereenkomst aangewezen artikelen blijven rusten op het registergoed en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbenden een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. Aangezien van deze overeenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6:252 lid 2 NBW. ARTIKEL 3.17. KWALITEIT BEBOUWING De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn, dat de kwaliteit van de toekomstige bebouwing door de Welstandscommissie zal worden getoetst.
20 oktober 2006
15
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE BIJLAGE 2: (relevante) ALGEMENE REGELS EN PROCEDURES VOOR DE UITGIFTE VAN BOUWKAVELS VOOR WONINGBOUW 1998 I. Bepalingen Algemeen a.
b.
c.
Deze ' Algemene regels en procedures voor de uitgifte van bouwkavels voor woningbouw' (verder aan te duiden als "Uitgifteregels Woningbouwkavels") gelden bij iedere uitgifte van één of meer bouwkavels in een in- of uitbreidingsplan voor woningbouw, dat door de gemeente Winsum wordt geëxploiteerd. Bij een particuliere exploitatie maken deze "Uitgifteregels Woningbouw'onderdeel uit van de exploitatie-overeenkomst die de gemeente Winsum sluit. De gemeente Winsum kan de particuliere exploitant toestaan om een deel van de kavels voor vrijstaande woningen aan bouwondernemingen/projectontwikkelaars aan te bieden. Dit uitsluitend onder toepassing van de "Uitgifteregels voor Woningbouw". Bij verkoop zijn de "Algemene uitgiftevoorwaarden van de gemeente Winsum" (verder aan te duiden als "Uitgiftevoorwaarden') van toepassing. Deze zijn vastgesteld door de Raad van de gemeente Winsum op 25 mei 1992 en 25 augustus 1992. De uitgiftevoorwaarden zijn opgenomen in een notariële akte (op 26 augustus 1992 door notaris Hoenders verleden). Deze akte is ingeschreven ten Kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers te Groningen op 27 augustus 1992 in deel 4888, nummer 29.
II. Uitgifteregels c.
Voor de bouwkavels geleden de volgende regels:
categorie 1 In eerste instantie worden resterende bouwkavels uitgegeven aan (particuliere) inwoners wonende in of in de directe omgeving van het dorp waar bouwkavels worden uitgegeven *) en die: • gedurende een periode van minimaal 1 jaar, voorafgaand aan de start van de uitgifte, woonachtig zijn in het betreffende dorp van de gemeente Winsum; • zich verplichten om de op de kavel te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn/haar eventuele gezinsleden) te zullen bewonen; • de woning en de daartoe behorende grond niet aan derden zullen doorverkopen (één en ander met inachtneming van het vermelde in de ' Uitgiftevoorwaarden"). categorie 2 In tweede instantie worden resterende bouwkavels uitgegeven aan (particuliere) inwoners van de gemeente Winsum die: • gedurende een periode van minimaal 1 jaar, voorafgaand aan de start van de uitgifte, woonachtig zijn in de gemeente Winsum; • zich verplichten om de op de kavel te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn/haar eventuele gezinsleden) te zullen bewonen; • de woning en de daartoe behorende grond niet aan derden zullen doorverkopen (één en ander met inachtneming van het vermelde in de ' Uitgiftevoorwaarden' ).
20 oktober 2006
16
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
categorie 3 In derde instantie worden de resterende bouwkavels uitgegeven aan particulieren buiten de gemeente Winsum die: • zich verplichten om de op de kavel te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn/haar eventuele gezinsleden) te zullen bewonen; • de woning en de daartoe behorende grond niet aan derden zullen doorverkopen (één en ander met inachtneming van het vermelde in de "Uitgiftevoorwaarden").
In gevallen waarin deze beleidsnotitie niet voorziet beslist het College van Burgemeester en Wethouders.
20 oktober 2006
17
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE BIJLAGE 3: (relevante) VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN DE BRAKE II WINSUM Artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. Plan het bestemmingsplan De Brake II, bestaande uit de toelichting, voorschriften en plankaart. 2. Plankaart de kaart (nr. 02-98-390F) met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen. 3. Plangebied het geheel van grond en water daaronder begrepen dat door de grens van het plan wordt omsloten. 4. Bestemmingsvlak een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming. 5. Bestemmingsgrens een op de kaart aangegeven begrenzing van een vlak met eenzelfde bestemming. 6. Bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. 7. Bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 8. Gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 9. Bebouwing één of meer bouwwerken. 10.Bouwvlak een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten. 11.Bouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen. 12.Bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 13.Perceelgrens een lijn die een bouwperceel van andere terreinen of van de openbare weg scheidt. 14.Zijdelingse perceelgrens een perceelgrens tussen naast elkaar gelegen bouwpercelen. 15.Bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap. 16.Onderbouw een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen.
20 oktober 2006
18
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 17.Kap een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door één of meerdere hellende dakvlakken met een dakhelling van minimaal 30' . 18.Woning een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. 19.Geschakelde woningbouw woningen in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk naast elkaar gelegen woningen bevat. 20.Gestapelde woningbouw woningen in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat. 21.Hoofdgebouw een gebouw dat door zijn indeling, karakter en/of afmetingen op zichzelf geschikt is voor bewoning, bedrijfsvoering of dienstverlening. 22.Bijgebouw een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 23.Aanbouw een voor bewoning bestemd gebouw, dat een gebruikseenheid vormt niet de woning waartoe het behoort, zoals een (bij)keuken, een serre, een werkkamer, een uitbouw van de kamer, een bad- en doucheruimte. Artikel 2 WIJZE VAN METEN 2.1 Bij de toepassing van de voorschriften van het plan wordt als volgt gemeten: 1. Peil de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 2. Hoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot het hoogste punt van een bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet meegerekend. 3. Goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwdelen van als goten van dakkapellen niet meegerekend. 4. Afstand tot de zijdelingse perceelgrens de kortste afstand van enig punt van een op het bouwperceel voorkomend gebouw tot de zijdelingse perceelgrens. 5. Oppervlakte van een bouwwerk boven peil tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren). 2.2
Grond welke ten minste in aanmerking is of moet worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij beoordeling van een andere bouwaanvrage, hetzelfde bouwperceel betreffende, buiten beschouwing.
20 oktober 2006
19
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE Artikel 3 WOONDOELEINDEN; kaartaanduiding W Doeleindenomschrijving 3.1
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor woondoeleinden, kaartaanduiding W, zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a wonen; b verkeersdoeleinden in de vorm van wijk- en buurtontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, bruggen en parkeerplaatsen; c doeleinden van openbaar nut; d speel- en groenvoorzieningen en waterpartijen.
Beschrijving in hoofdlijnen 3.2
In dit artikellid wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het plan de doeleinden, die ingevolge artikel 3.1 aan de daar bedoelde gronden zijn toegekend, worden nagestreefd.
ruimtelijke hoofdstructuur 1
De te realiseren woongebieden worden geprojecteerd rondom te graven waterpartijen in relatie tot de waterpartijen van het reeds ontwikkelde plan De Brake 1, gelegen aan de zuidzijde van het plangebied.
2
Het indicatieve inrichtings- en verkavelingsplan "De Brake II” is richtinggevend voor de situering van de in artikel 3.1 omschreven doeleinden.
woongebieden 4
In de op de plankaart aangegeven gronden met de aanduiding "bebouwingsvrije zone" mogen geen bouwwerken worden gerealiseerd, met uitzondering van de in artikel 3.2.9 te geven vrijstelling.
5
In de op de plankaart aangegeven gronden met de aanduiding “open bebouwing" dient de minimale onderlinge afstand tussen de zijgevels van de hoofdgebouwen ten minste 8 meter te bedragen.
6
In de op de plankaart aangegeven gronden met de aanduiding “open bebouwing" en/of "alleen vrijstaande woningbouw toegestaan" mag bij situering van de woning met de kaprichting evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de voorliggende weg de goothoogte van de langsgevels die waarneembaar zijn vanaf de Onderdendamsterweg dan wel vanaf de oostelijke plangrens maximaal 3,25 meter bedragen; bij situering van de woning met de kaprichting haaks of nagenoeg haaks op de voorliggende weg mag de goothoogte van de langsgevels van het hoofdgebouw maximaal 5,50 meter bedragen.
7
Uitsluitend op de gronden met de aanduiding "geschakelde en/of gestapelde woningbouw" dienen woningen aaneen te worden gebouwd met een minimum van 3 woningen aaneen en een maximum van 6 woningen aaneen, dan wel woningen geheel of gedeeltelijk boven elkaar worden gebouwd. Op deze gronden mag worden gebouwd in ten hoogste 2 bouwlagen met een kap.
20 oktober 2006
20
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE 8
Uitsluitend op de gronden met de aanduiding "gestapelde woningbouw" mogen, naast vrijstaande en dubbele woningen, tevens woningen geheel of gedeeltelijk boven elkaar worden gebouwd (appartementenbouw). Op deze gronden mag bij realisatie van gestapelde woningbouw worden gebouwd in ten hoogste 4 bouwlagen, exclusief een eventuele niet voor bewoning bedoelde onderbouw (centrale entree, algemene verblijfsruimten, bergingen en garages).
9
Voorzover de aanduiding "gestapelde woningbouw" samenvalt met de aanduiding "bebouwingsvrije zone" kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het niet-bouwen in deze zone. Deze vrijstelling kan alleen worden verleend na een positief advies van de provinciale welstandszorg Groningen of hun rechtsopvolger.
10
Op de gronden met de aanduiding ' alleen vrijstaande woningbouw toegestaan" mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd. Deze aanduiding strekt zich ook uit over de gronden met de aanduiding "gestapelde bouw" in deelgebied IV voor zover geen gestapelde bouw overeenkomstig artikel 3.2.8 wordt gerealiseerd. Op deze gronden mag worden gebouwd in twee bouwlagen met een kap, met uitzondering van het bepaalde in artikel 3.2.6.
11
Voor het overige moet de woningbouw -zowel vrijstaand als dubbel, waarbij de hoofdgebouwen al of niet onderling verbonden kunnen zijn door middel van aanbouwen- gebouwd worden in maximaal twee bouwlagen met een kap, met uitzondering van het bepaalde in artikel 3.2.6.
12
Alleen in situaties, waarbij sprake is van een daarop afgestemde stedenbouwkundige groepering en inrichting, zijn incidenteel bouwvormen zoals plat afgedekte woningen mogelijk.
13
Er moet voldoende afwisseling zijn in de soorten woningen en de inrichting van de ruimte ertussen. Per straatzijde of bebouwingsgroep moet er wel voldoende overeenkomst blijven in kapvormen en/of aantal bouwlagen.
14
Bij de verkaveling t.b.v. nieuwbouw wordt uitgegaan van een minimale onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen van: zijgevels onderling 6 meter, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 3.2.5 en3.5; zijgevels en achtergevels 12 meter; voor- en/of achtergevels 20 meter.
15
De als woning gerealiseerde bebouwing mag worden gebruikt voor aan huisgebonden beroepsuitoefening en voor kantoorfuncties, met dien verstande dat voor dit gebruik maximaal 50 m² bedrijfsvloeroppervlakte mag worden ingericht dan wel mag worden gerealiseerd en aan de navolgende criteria wordt voldaan: a de woonfunctie als overwegende functie van het perceel mag niet worden aangetast; b er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; c het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken; d detailhandel is in beperkte mate toegestaan mits deze direct verband houdt met het aan huis gebonden beroep.
20 oktober 2006
21
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE water- en groenstructuur 16
Voor zover tot een bouwperceel water behoort, dan wel een bouwperceel direct grenst aan water en dit water een breedte op de waterlijn heeft van tenminste 1 5 meter, mag één aanlegsteiger per bouwperceel evenwijdig aan de oeverlijn worden gebouwd met een maximale lengte van 4 meter. Deze aanlegsteiger mag een maximale breedte hebben van 4 meter gerekend vanaf de waterinsteek. De aanleg van woonschepen aan deze steiger is niet toegestaan.
17
Voor zover tot een bouwperceel water behoort, dan wel een bouwperceel direct grenst aan water zal een oeververdediging van natuur- en milieuvriendelijke materialen dienen te worden gerealiseerd.
verkeersstructuur 18
De op de plankaart aangegeven indicatieve aanduiding "wijkontsluiting" geeft in hoofdlijnen de ligging aan van de hoofdontsluiting van het woongebied; deze wegen dienen een inrichting te krijgen overeenkomstig het op de plankaart aangegeven dwarsprofiel 1, met dien verstande dat plaatselijk aan twee zijden een voetpad ter breedte van 2 meter kan worden gerealiseerd.
19
De op de plankaart aangegeven indicatieve aanduiding "buurtontsluiting" geeft in hoofdlijnen de ligging aan van de wegen zonder doorgaande functie als ontsluiting van de woongebiedjes met een beperkte omvang; deze wegen dienen een inrichting te krijgen overeenkomstig het op de plankaart aangegeven dwarsprofiel 2, met dien verstande dat plaatselijk aan twee zijden een voetpad ter breedte van 2 meter kan worden gerealiseerd.
20
In zowel de wijkontsluitingswegen als de buurtontsluitingswegen kunnen ter plaatse van kruisingen met water hetzij een brug met een vrije doorvaart van 3,10 meter dan wel een ruime duiker geschikt voor kanodoorvaart worden gerealiseerd, met dien verstande dat in de verbindende wijkontsluitingsweg tussen de deelgebieden 111 en IV een brug met een vrije doorvaart van 3,10 meter moet worden gerealiseerd.
nadere eisen en vrijstellingen 21
De nadere eisen met betrekking tot de plaatsing van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden uitsluitend gesteld in het belang van de bewoonbaarheid van aangrenzende woningen en tuinen met het oog op bezonning en privacy en/of de bevordering van de samenhang van het stedenbouwkundig beeld.
22
De toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid blijft beperkt tot situaties waarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van aangrenzende woningen en tuinen t.a.v. bezonning en privacy en aan het bebouwingsbeeld.
20 oktober 2006
22
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE Bebouwing 3.3
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
1
op de voor woondoeleinden, kaartaanduiding W, bestemde gronden zijn uitsluitend gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijn de, en werkzaamheden toegestaan die in overeenstemming zijn met de in artikel 3.1 genoemde doeleinden en in overeenstemming zijn met de bepalingen van de artikelen 3.2, 3.4 en 3.5 en met hierna onder 2 t/m 9 bepaalde; de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel voor woningbouw mag niet meer bedragen dan 50%; aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen mogen gezamenlijk per woning geen grotere oppervlakte hebben dan de woning met een maximum van 50 m²; bij toepassing van een plat dak mag de hoogte niet meer dan één bouwlaag zijn en bij toepassing van een kap mag de goothoogte niet meer dan één bouwlaag zijn. de afstand tussen enig deel van de bebouwing op een bouwperceel en de aansluitende zijkant van de verharding van voor en/of naastgelegen wegen en/of paden moet tenminste 6 meter bedragen (rooilijn) met uitzondering van het bepaalde in artikel 3.3.5 of artikel 3.3.6; op de gronden waar geschakelde en/of gestapelde woningbouw is toegestaan, kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen tot het bouwen aansluitend aan de zijkant van de verharding van voor en/of naastgelegen voetpaden; deze vrijstelling kan slechts worden verleend als over het stedenbouwkundig ontwerp van de geschakelde woningen in samenhang met de architectuur van de woningen een positief advies van de provinciale welstandszorg Groningen of hun rechtsopvolger is ontvangen; vrijstaande bijgebouwen moeten met een redelijke verspringing (minimaal 2 meter) achter de naar de weg gekeerde gevel van de woning worden gebouwd; in een daarop afgestemde vormgeving mogen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen vóór een naar de weg gekeerde gevel worden gebouwd mits de onder artikel 3.3.4 omschreven rooilijn wordt gehandhaafd; in hoeksituaties waarbij woningen met de achtergevel tegenover elkaar zijn geplaatst, bedraagt -in afwijking van het bepaalde in artikel 3.3.4- de afstand van voor aan de zijgevel gebouwde aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen minimaal 2 meter tot naastgelegen paden of parkeerplaatsen en minimaal 6 meter tot naastgelegen wegen. 3 de inhoud van gebouwen t.b.v. nutsvoorzieningen mag ten hoogste 50 m bedragen; de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, op tuinen en erven bij woningen mag ten hoogste 3 meter bedragen, uitgezonderd vlaggenmasten die ten hoogste 9 meter mogen bedragen, met dien verstande dat voor erf- en terreinafscheidingen de bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening, zoals deze luidden op het tijdstip van vaststelling van het ontwerp bestemmingsplan, van toepassing zijn; de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, op de overige gronden mag niet meer bedragen dan voor: vlaggenmasten 9 meter; lichtmasten langs wijkontsluitingswegen 6 meter; lichtmasten langs overige wegen en paden 5 meter; overige 4 meter.
2 3
4
5
6
7 8
9
20 oktober 2006
23
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE Nadere eisen 3.4
Met het oog op de samenhang tussen de bebouwing onderling en de bebouwing in relatie met de wegenstructuur en de water- en groen- structuur, zoals omschreven in de beschrijving in hoofdlijnen en met het oog op bezonning en privacy van aangrenzende woningen en tuinen, kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan: 1 de plaats van de woningen t.o.v. elkaar en de weg (bouwen in de rooilijn); 2 de afmetingen van woningen voor wat betreft de goot- en bouwhoogte en dakhelling, met het oog op de onderlinge samenhang per straatzijde en/of bebouwingscluster; 3 de plaats en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en al dan niet vrijstaande bijgebouwen; 4 het aantal aaneen te bouwen woningen, in die zin dat het aantal aaneen niet meer dan 2 mag bedragen, dan wel vrijstaand dient te worden gebouwd, behoudens daar waar op de plankaart is aangegeven dat gestapelde en/of geschakelde woningbouw is toegestaan; 5 de plaats van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere hoogte dan 1,50 meter.
Vrijstellingen 3.5
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.14 ten behoeve van een geringere onderlinge afstand van de zijgevels van hoofdgebouwen dan 6 meter, indien het ontwerp van de bebouwing voldoende waarborgen biedt voor de privacy en de bebouwing onderling met elkaar wordt verbonden door middel van aanbouwen.
Artikel 5 VERKEERSDOELEINDEN; kaartaanduiding V Doeleindenomschrijving 5. 1
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor verkeersdoeleinden, kaartaanduiding V, zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a wegverkeer in het algemeen; b fiets- en wandelpaden; c groenvoorzieningen en wegbermen; d bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen energievoorzieningen.
Bebouwing 5.2
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen: 1 de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan voor: lichtmasten 9,00 meter; overige 4,00 meter.
20 oktober 2006
24
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE Artikel 6 WATER; kaartaanduiding WA Doeleindenomschrijving 6.1
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor water, kaartaanduiding WA, zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a de waterbeheersing en waterhuishouding in en buiten het plangebied; b waterlopen; c waterpartijen en vijvers; d oeverstroken en groenvoorzieningen; e bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen energievoorzieningen.
Bebouwing 6.2
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen: 1 de bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend worden opgericht ten behoeve van: -de geleiding en beveiliging van het verkeer zowel te land als te water; -de waterbeheersing en waterhuishouding; ondergrondse transportleidingen; -de passage van landverkeer (bruggen); -de hengelsport; 2 de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter: 3 voor zover water direct grenst aan een bouwperceel en dit water een breedte op de waterlijn heeft van tenminste 15 meter, mag één aanlegsteiger per bouwperceel evenwijdig aan de oeverlijn worden gebouwd met een maximale lengte van 4 meter. Deze aanlegsteiger mag een maximale breedte hebben van 4 meter gerekend vanaf de waterinsteek.
Gebruik 6.3
Het gebruik van de in artikel 6.1 begrepen gronden ten behoeve van de aanleg van woonschepen of daarmee vergelijkbare vaartuigen is niet toegestaan.
20 oktober 2006
25
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Bestemmingsplankaart
20 oktober 2006
26
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Legenda plankaart
20 oktober 2006
27
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE BIJLAGE 4: BEELDKWALITEITPLAN (uitwerking 4 oktober 2006) 1.1 Algemeen Het beeldkwaliteitplan De Brake II heeft betrekking op de stedenbouwkundige en architectonische uitgangsprincipes voor de ontwikkeling van een tweede kwaliteitswoonlocatie voor de woonkern Winsum. De inhoud van het beeldkwaliteitplan heeft betrekking op de uiterlijke verschijningsvorm van de te realiseren woningen en bestaat uit een samenhangend pakket van voorschriften. Hieronder volgt een samenvatting van de meest relevante voorschriften, het complete plan is in te zien bij de afdeling Ruimte van de gemeente Winsum. 1.2 Ruimtelijke Kwaliteit De ruimtelijke kwaliteit van De Brake II wordt bepaald door enerzijds de externe belevingswaarde en anderzijds de interne belevingswaarde van de gerealiseerde woonwijk met zijn infrastructurele voorzieningen, openbare ruimten en bebouwingen. De twee belangrijkste aspecten voor de externe belevingswaarde zijn: 1.
de overgang en wisselwerking van de bebouwing langs de oostrand van de woonwijk met het open agrarische gebied in de richting Onderdendam tussen het Winsumerdiep en de Onderdendamsterweg;
2.
het ‘gezicht’ van de woonwijk naar de Onderdendamsterweg, hieronder vallen een groot aantal vrij uit te geven kavels.
De interne belevingswaarde wordt gekenmerkt door drie structurele elementen: 1.
de waterpartijen, die evenals in De Brake I in sterke mate de identiteit De Brake II bepalen. Een groot deel van de woningbouwkavels is direct aan deze waterpartijen gesitueerd;
2.
het noord-zuid-gerichte groengebied dat de woonwijk doormidden snijdt;
3.
de wijk- en buurtontsluitingswegen met een laankarakter.
1.3 Overgangszone oostelijke randbebouwing en open agrarisch gebied De overgangszone vormt de aflsuiting van de woonwijk en bepaalt, vanuit de richting Onderdendam via hetzij de Onderdendamsterweg hetzij de Trekweg naar Onderdendam, het gezicht van Winsum als dorp op het Hogeland. Het overgangsgebied heeft een grote mate van openheid en heeft een landelijke uitstraling. Vanuit de woonwijk is het aangrenzend open agrarisch gebied waarneembaar. In de overgangszone zijn ruime kavels gesitueerd, waarop individuele vrijstaande woningen met een overwegend lage goothoogte gebouwd moeten worden. Voor de particuliere tuinen, die grenzen aan het open agrarisch gebied, gelden beperkingen voor het oprichten van bouwwerken (bijgebouwen en afscheidingen) om de openheid te waarborgen. Bebouwing is uitgesloten in de bebouwingsvrije zones. Bij het ontwerp voor de woningen in deze zone moet bijzondere aandacht worden geschonken aan de architectonische vormgeving.
20 oktober 2006
28
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Voor de kleurstelling en materiaalkeuze van deze woningen moet gebruik gemaakt worden van de streekeigen kleuren en materialen en is het kleurenplan voor de gevelstenen richtinggevend.
Kleurenplan gevelsteen
20 oktober 2006
29
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
1.4 Architectuur van de bebouwing In de uitwerkingsplannen voor dit deelgebieden worden voor de vrij uit te geven kavels referentiebeelden geschetst voor de te realiseren woningen op die kavels. Hierbij is rekening gehouden met de geplande projectmatige bouw in de omgeving. De referentiebeelden geven de hoofdlijnen en kaders aan waarbinnen de bebouwing ontwikkeld moet worden door de kopers van deze kavels. Met andere woorden betekent dit dat de koper vrij is zijn eigen architect en bouwbedrijf te kiezen, maar een bouwplan dient te (laten) ontwikkelen die past binnen het gegeven totaalbeeld. Voor de woningen op hoeksituaties van wegen of water wordt extra aandacht gevraagd aan de architectonische uitwerking. Deze woningen hebben meerdere gevels die vanaf de openbare ruimte worden beleefd. Deze gevels moeten expressief zijn. Deze verbijzondering kan worden bereikt door middel van extra accenten, uitbouwen, erkers en dergelijke. Voor de hoekwoningen geldt eveneens dat bijzondere aandacht geschonken dient te worden aan de daar te plaatsen erfafscheidingen en de daarin op te bijgebouwen, zoals garages. De gemeente Winsum streeft naar het realiseren van een aantrekkelijke woonwijk met een aangename en gevarieerde woonomgeving. De plaats van de voorgevelrooilijn is hiervoor een belangrijk gegeven, omdat daarmee de begrenzing van de voor het oog open ruimte vanaf de straat wordt vastgelegd. Zelfs voor de ‘vergunningvrije’ bouwwerken gelden in dit gebied beperkende voorwaarden. In het gebied vóór de voorgevelrooilijn mogen bijvoorbeeld geen schuttingen van twee meter hoog worden opgericht. Er is daarom extra aandacht besteed aan de situaties waarbij bijgebouwen in een eindgevel of hoekoplossing naar de openbare weg gericht, worden neergezet. Naast de algemene maat voor de voorgevelrooilijn van zes meter achter de openbare verharding is hiervoor een uitzonderingsregel met een specifieke maat voor de afstand van de openbare verharding opgenomen. In deze strook geldt ook de beperking voor schuttingen die achter de voorgevelrooilijn vergunningvrij zijn. De bijgebouwen kunnen alleen in de bouwvlakken worden gerealiseerd. In principe geldt hiervoor dat de bijgebouwen zo dicht mogelijk bij de woningen gebouwd worden in een zone achter de voorgevelrooilijn. Een uitzondering hierop vormen de gebieden die niet aan de buitenrand van de woonwijk zijn gelegen langs de waterpartijen; hier kunnen bijgebouwen in de vorm van garages en carports aan de straatzijde worden geplaatst binnen het bouwvlak.
20 oktober 2006
30
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Criteria t.a.v. de vrij uit te geven kavels uit het beeldkwaliteitplan Voor de vrij uitgeefbare kavels is gekozen voor vrijstaande woningen met een zekere compactheid. Dit betekend dat er geen losse bergingen en hoge erfafscheidingen op de kavel worden gebouwd waardoor de woningen als complete losstaande eenheden overkomen. Elke woning is voorzien van een kap met een dakhelling van 30 - 60 graden. Dakkapellen en erkers zijn zeer wenselijke elementen aan de woningen. De dakranden zijn voor het grootste deel voorzien van uitkragende dakgoten waardoor een horizontale belijning benadrukt wordt. Een langskap dient uitgevoerd te worden met een goothoogte van maximaal 3,5 m en een dwarskap van maximaal 5,5 m. Voor de sfeer, uitstraling en diversiteit in het geheel wordt verwezen naar de referentiebeelden. Variëteit in de vormgeving van de woningen is belangrijk en zullen daarom in relatie met elkaar worden beoordeeld.
REFERENTIE BEELDEN
20 oktober 2006
31
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Tekening beeldkwaliteitsplan
20 oktober 2006
32
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE
Referentiebeelden
20 oktober 2006
33
KAVELUITGIFTE WINSUM DE BRAKE II 3e FASE BIJLAGE 5: Bepalingen op te nemen in de akte van levering voor die percelen welke aan de waterpartijen zijn gelegen IV
De erfgrens van de percelen gelegen aan waterpartijen is aan de waterzijde bepaald op insteek einde plasberm (zie ook doorsnede pagina 27).
V
De eigenaar van de percelen gelegen aan waterpartijen draagt er zorg voor dat riet en andere beplanting dat vanuit het eigen perceel in de waterpartij groeit wordt verwijderd.
VI
De bij de woningen behorende ligplaatsen mogen uitsluitend worden gebruikt door of ten behoeve van de bewoners van de woning. Het is niet toegestaan deze te verhuren of ter beschikking te stellen aan derden.
VII
Aan te legen steigers dienen te voldoen aan de volgende regels: -
De palen van de steigers mogen niet buiten de voorzijde van de plasberm worden geplaatst;
-
De dekplanken van de steiger mogen niet meer dan 0,50 meter uitsteken buiten de palen;
-
Een steiger dient gemaakt te worden conform de tekening welke aanwezig is bij de afdeling Ruimte van de gemeente Winsum en welke te zijner tijd onderdeel uitmaakt van de leveringsakte.
VIII
Elke koper van een kavel aan bevaarbaar water draagt éénmalig
680,67 bij, in verband met
de afkoopsom in het onderhoud van de waterpartijen, te voldoen bij levering van de kavel.
Aan deze documentatie kunnen geen rechten worden ontleend.
20 oktober 2006
34