VEILIGHEID
Centexbel INFO Nummer 10 van 21 december 2009
HiViSAFE : objectief zichtbaar & zichtbaar objectief ! Klimaatconferentie in Kopenhagen : Vlaams Textielbedrijf toont de weg !
Colofon Verantwoordelijke uitgever Jan Laperre, Centexbel Redactiecomité Jan Laperre, Bob Vander Beke, Ann De Grijse & Eline Robin
Gastredacteurs Marc Gochel, Fred Foubert, Michel Longrée, Philippe Lemaire, Anneke Saey, Stijn Devaere, Luc Ruys, Bernard Paquet
Fotografie Marc Van Hove Layout Eline Robin Copyright Centexbel 12/2009
Centexbel INFO 10-2009 p. 3
Inhoudstafel Veiligheid Textiel voor objectieve en subjectieve veiligheid
Dienstverlening aan de industrie
Beschermende kleding: tussen veiligheid en vernieuwing Europa beschermt spelende kinderen: de nieuwe speelgoedrichtlijn
Testen
Weerstand tegen laserstralen : uniek in Europa ! Medisch textiel: medische uitrusting of persoonlijk beschermingsmiddel ? Pas op voor de vingers! Nieuwe testapparatuur voor beschermende handschoenen
Onderzoek & Ontwikkeling
Multifunctionele beschermende kleding tegen explosiegevaar, elektrocutie en vlambogen
Opmerkelijke resultaten
HiViSAFE : objectief zichtbaar & zichtbaar objectief ! Slim bekeken: Centexbel en het onderzoek naar intelligent textiel voor meer veiligheid Klimaatconferentie in Kopenhagen : Vlaams Textielbedrijf toont de weg !
4
6 7
8 9 10
11
12 14 15
Centexbel INFO 10-2009 p. 4
Veiligheid ... Textiel voor objectieve en subjectieve veiligheid !
100
% veiligheid bestaat niet. Een mens moet nu eenmaal leven met het feit dat hij of zij op elk ogenblik gevaar kan lopen. De mate van dit gevaar verschilt uiteraard naargelang de omgeving en de concrete situatie waarin hij of zij zich bevindt (werk, verkeer, sport, thuis…). Zolang de mogelijke risico’s tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht kunnen worden, is er geen vuiltje aan de lucht. In bepaalde gevaarlijke situaties, of bij het gebruik van bepaalde producten, verplicht de wetgeving echter risicoanalyses uit te voeren en/ of speciale beschermingsmiddelen toe te passen. Dankzij aangepaste preventieve maatregelen wordt het risico op ongevallen, kwetsuren, ziektes en beschadigingen sterk teruggedrongen. Ondanks alle mogelijke preventieve maatregelen blijft er soms toch nog een “onveilig gevoel” over, dat zich niet laat meten. Anderzijds voelen mensen zich ten onrechte heel veilig in situaties die objectief gevaarlijk zijn. Voorlichting en certificatie zijn zinvolle instrumenten om deze subjectieve of irrationele (on)veiligheid van materialen, voorwerpen, beschermingsmiddelen, … te objectiveren, in kaart te brengen en te beheersen. Textiel speelt een heel belangrijke rol in het verhogen van de persoonlijke veiligheid en de veiligheid van omgeving en/of producten. Beschermende kleding, aangepast verpakkingsmateriaal, functionele textielfilters en andere textielmaterialen beschermen personen en/of goederen, verminderen het risico op ongelukken of verhogen het gevoel van veiligheid.
Textiel voor meer persoonlijke veiligheid Voor elk risico (specifieke impact) bestaat een aangepaste (CE-gemerkte) kleding, zoals beschermende kleding tegen: • klimatologische omstandigheden, zoals koude, hitte, regen… • extreme hitte en vlammen door brand van gebouwen en bosbranden • verdrinkingsgevaar • chemische producten en dampen • biologische / bacteriologische gevaren • radioactieve straling • kogels, messteken, naalden... • elektrocutie en ontploffingsgevaar … of kleding met een preventieve werking door : • verhoogde zichtbaarheid • camouflage met als extreem voorbeeld textiel waardoor de drager quasi onzichtbaar wordt • valprotectie en verankering voor bergbeklimmers en hoogtewerkers • bewaking van aanwezigheid- en/of gezondheidsparameters via sensoren …
Een belangrijke uitdaging is het ontwerpen en produceren van beschermende kleding tegen meervoudige gevaren. Materialen en/of finishes die personen of goederen perfect beschermen tegen bepaalde impacts bieden soms totaal geen bescherming tegen andere gevaren. De vergrijzing van de bevolking en de wens van vele ouderen, aangemoedigd door de politiek, om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, het risico van terroristische aanslagen, de toenemende angst van ouders om hun kinderen onbewaakt rond te laten lopen… werken nieuwe soorten persoonlijke beschermingsmiddelen in de hand die dankzij technologische ontwikkelingen zoals miniaturisatie van de elektronica of het incorporeren van slimme materialen (zie Centexbel INFO 2009-9) gerealiseerd kunnen worden, waarbij we echter het vraagstuk van het recht op privacy nooit uit het oog mogen verliezen.
Gezonde textielproducten Anderzijds besteedt Centexbel heel veel aandacht aan de samenstelling van textiel, aan het vrijkomen van schadelijke stoffen die via verdamping, speeksel, zweet… in het lichaam en/of het milieu terechtkomen. In samenwerking met Fedustria en essenscia Vlaanderen organiseert Centexbel workshops en informatiecampagnes voor de opvolging van de REACH richtlijnen in de Vlaamse textielindustrie. Daarnaast analyseren onze laboratoria voortdurend textielproducten (van vezels tot geconfectioneerde artikelen) om hun overeenstemming na te gaan met de Europese, internationale of privénormen op het vlak van veiligheid. Vooral bij textielproducten voor kinderen (kleding, huishoudlinnen, speelgoed, kinderzitjes…) hanteren we de strengste normen. Eén van de recente initiatieven die we in dit domein genomen hebben is de invoering van het nieuwe label Proof of Trust by Centexbel waarmee we het consumentenvertrouwen objectief willen garanderen. Proof of Trust verifieert en certificeert de samenstelling van producten aan de hand van één tot vier pijlers: afwezigheid van ftalaten, van solventen, gebruik van gerecycleerd materiaal en van biologische grondstoffen. Daarnaast certificeren we textielproducten en productieprocessen volgens Oeko-Tex 100, 1000 en 100plus, made in Green en GuT, en lichten we bedrijven door op het vlak van overeenstemming met de milieuwetgeving (uitstoot, afval, energie-efficiëntie…).
Centexbel INFO 10-2009 p. 5
... door textiel ! Textiel voor een veiligere omgeving Textielproducten worden ook getest en gecertificeerd (gevisualiseerd door de CE-markering) op hun vermogen om bepaalde risico’s in de omgeving te beperken of uit te sluiten. Eén van de meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden is brandwerend textiel dat wordt toegepast in openbare gebouwen, feesttenten, passagiersschepen, treinen, vliegtuigen en ruimtevaarttuigen. Het brandlab van Centexbel is door verschillende nationale en Europese overheden geaccrediteerd om dit soort materialen te testen volgens heel strenge Europese, nationale en internationale normen. Naast brandveiligheid (waaronder vlamverspreiding, rookverspreiding en rooksamenstelling) moet dit textiel ook aan allerlei mechanische eisen (scheursterkte, weerstand tegen veroudering onder invloed van licht en vocht …) weerstaan die allemaal samen eveneens de veiligheid bevorderen.
Textielproducten en hun veiligheidsfunctie: • geotextiel en geomembranen worden gebruikt
om de grond waarop gebouwen, wegen, dijken en andere constructies worden gebouwd te verstevigen, te stabiliseren, te draineren… of om te voorkomen dat giftige stoffen zouden lekken uit stortplaatsen. Centexbel is actief in de verschillende normalisatiecommissies die de product- en testnormen voor geotextiel en geomembranen ontwikkelen. U vindt op onze website een heel handige shortlist van deze normen, die onze expert voor u heeft samengesteld http://www.centexbel.be/publications • filterdoeken voorkomen stofuitstoot en verbeteren de luchtkwaliteit • cleanroom kleding voor medisch gebruik en voor de productie van elektronische onderdelen in een stofvrije omgeving. Centexbel beschikt over de nodige
• • • •
apparatuur om deze kleding te testen en heeft enkele jaren geleden een apparaat ontwikkeld waarmee de analyses kunnen uitgevoerd worden zonder het proefstuk te beschadigen. Deze methode werd door Edana (vereniging van nonwoven producenten) als referentie opgenomen. kabels voor de verankering van schepen en boorplatformen antistatisch textiel voor toepassingen in kleding en andere artikelen autogordels gewapend textiel voor autobanden ter voorkoming van klapbanden
Bescherming van goederen
Verpakkingstextiel kan zodanig gefunctionaliseerd worden dat het niet enkel bescherming biedt tegen mechanische impactbeschadiging of tegen bevuiling tijdens transport en opslag maar bijvoorbeeld ook tegen chemische stoffen (textiel met anticorrosieve werking), tegen statische ontladingen van het verpakkingsmateriaal (om beschadiging aan elektronische componenten te voorkomen, anti-explosieve werking van bigbags). Door PCM’s aan te brengen wordt de thermische belasting op de ingepakte goederen verminderd en door het incorporeren van speciale (bio)detectoren in textielverpakkingsmateriaal kan het temperatuursprofiel van de ingepakte goederen opgevolgd worden of de aanwezigheid van speciale stoffen gedetecteerd worden (antiterreur toepassingen). Contact Bob Vander Beke Sales & Marketing director tel: 09/243 82 17 gsm: 0475/52 41 50
[email protected]
made in Green® by AITEX
Centexbel INFO 10-2009 p. 6
Dienstverlening Beschermende kleding: tussen veiligheid en vernieuwing
D
e belangstelling voor Persoonlijke Beschermingsmiddelen en beschermend textiel is op dit ogenblik bijzonder groot. De Europese Commissie beschouwt ze zelfs als een Europese "lead market", waarin Europa wereldwijd de toon kan aangeven. Beschermingsmiddelen zijn één van de Europese speerpuntdomeinen, zoals hernieuwbare energie, duurzaam bouwen en bioproducten. De Commissie verwacht dus heel wat innovatieve doorbraken in dit domein. Ontwikkelingen op het vlak van intelligent textiel en nanotechnologie kunnen hier zeker een belangrijke rol in spelen.
Anderzijds zitten persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) al meer dan twintig jaar ingebed in een wettelijk kader (EU Richtlijn 89/686) dat PBM fabrikanten verplicht een strikte procedure te volgen vooraleer zij hun producten - voorzien van de ondertussen algemeen bekende CE markering - op de markt mogen brengen. Naast de Europese richtlijn bestaan er honderden geharmoniseerde product- en testnormen, die de wettelijke bepalingen in technische eisen vertalen. Ook hierin geeft Europa de toon aan en heel dikwijls worden normen en testmethoden die in Europa zijn ontwikkeld overgenomen door de internationale normalisatie. Opdat dit omvangrijke systeem zou kunnen functioneren, worden heel wat middelen en mensen ingezet. Zo worden in Europa meer dan 100 keuringsorganismen erkend, enkel en alleen om de certificatieprocedures te kunnen uivoeren. De helft van die organismen is actief in beschermende kleding. Centexbel is één van de leidinggevende organismen hierin. Om deze positie te behouden en te versterken, zetten zowel de mensen van het Centexbel PPE certificatieteam als onze andere personeelsleden zich onafgebroken in op verschillende domeinen, van normalisatie tot onderzoek. De hoofdtaak van certificatie bestaat in het aantonen van de overeenstemming van producten met de onderliggende normen. Deze taak vereist dat die normen op de voet worden gevolgd. Als sectoraal operator voor de textielsector en via onze actieve deelname in een groot aantal normwerkgroepen is Centexbel uitstekend geplaatst om deze taak uit te voeren. De enorme complexiteit van de normen roept bij veel bedrijven vragen op waarvoor zij een beroep kunnen doen op onze vakspecialisten, zoals in het kader van de normenantennes “kleding” of “technisch textiel”. Wie meer systematische en gestructureerde informatie nodig heeft, kan terecht op de ontbijtsessies of horizonverkenningen, waar beschermende kleding een regelmatig weerkerend thema is.
Omdat de PBM-fabrikant de vrije keuze heeft tussen tientallen certificatieorganismen, is het noodzakelijk dat ze allemaal de normen en wetgeving op een uniforme manier interpreteren. Daarom neemt Centexbel steeds deel aan de ervaringsuitwisseling tussen deze organismen, zowel tijdens de vergaderingen als via het CIRCA forum (samenwerkingsplatform via het internet).
Dit leidt tot aanbevelingen, waaraan wij ons houden bij de beoordeling van PBMs. Bedrijven kunnen steeds een exemplaar van deze aanbevelingen krijgen, in afwachting dat ze publiek gesteld worden op de website van de Europese Commissie. Testen zijn onverbrekelijk verbonden met normen en certificatie. Onze laboratoria zijn niet enkel geaccrediteerd volgens EN ISO 17025 maar nemen ook regelmatig deel aan vergelijkende proeven. Deze laten toe de eigen vaardigheden aan te scherpen en de reproduceerbaarheid van beproevingsmethoden te verbeteren. Tenslotte is ook het onderzoek essentieel, vooral om nieuwe testmethoden te ontwikkelen en te valideren. Zo hebben verschillende meetmethoden, die mee door Centexbel ontwikkeld werden, hun weg gevonden naar de normalisatie. Begin 2010 worden de eerste schuchtere stappen gezet om de twintig jaar oude EU Richtlijn 89/686 te herzien waarbij eerst en vooral een impactstudie moet worden uitgevoerd en de twintig jaren ervaring met de Richtlijn in kaart moet worden gebracht. Het streefdoel is een nieuwe en verbeterde Richtlijn. Wanneer die er uiteindelijk zal komen is nog niet duidelijk. Enkel een paar onverbeterlijke optimisten durven daar nu al een datum op plakken. Contact Fred Foubert Certification and standardization officer tel: 09/243 82 42 gsm: 0475/542 424
[email protected]
Centexbel INFO 10-2009 p. 7
Dienstverlening Europa beschermt spelende kinderen: de nieuwe speelgoedrichtlijn
D
e Europese Unie heeft de veiligheidsvereisten voor speelgoed bijgewerkt voor alle speelgoed dat verkocht wordt in de eenheidsmarkt. De nieuwe Speelgoedrichtlijn brengt de veiligheidsmaatregelen van 1988 in overeenstemming met het nieuwe speelgoed van deze eeuw en met de technologische inzichten en brengt verbeteringen aan om de uitvoering van de richtlijn meer kracht bij te zetten. De EU telt ongeveer 80 miljoen kinderen jonger dan 14 jaar. Speelgoed en spelletjes zijn cruciaal in hun ontwikkeling: dankzij speelgoed maken kinderen plezier, trainen ze hun handigheid, denkvermogen, zintuigen, verbeeldingskracht en leren ze om samen te spelen met andere kinderen. In 2007 werd voor meer dan 14 miljard euro aan speelgoed verhandeld in de EU. Meer dan 80% van het speelgoed werd
Kwaliteit goedkoop speelgoed ver zoek
De kwaliteit van goedkoop speelgoed is ondermaats. Dat blijkt uit een onderzoek van kwaliteitscontroleur TÜV Rheinland in opdracht van de Nederlandse omroepen VARA en NOS. Twee van de drie onderzochte artikelen konden zelfs niet aan de eisen beantwoorden. Normaal gezien mogen die artikelen dan ook niet verkocht worden binnen Europa. In heel wat speelgoed werden schadelijke weekmakers gevonden. Sommige speelgoedonderdelen konden ook makkelijk ingeslikt worden. TÜV onderzocht enkel speelgoed dat minder dan tien euro kost. bron: Het Belang van Limburg 22/11/2009
van buiten de EU ingevoerd (waarvan 97% afkomstig uit Azië). Waar de fabrikanten verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun producten, moeten de invoerders, notified bodies en nationale overheden elk op hun beurt erop toezien dat de speelgoedartikelen die in de Europese winkels verkocht worden voldoen aan alle veiligheidsvereisten. Omdat kinderen snel meegaan met nieuwe trends verandert het aanbod van speelgoedartikelen snel en zonder ophouden. En hoewel sommige artikelen er nog precies hetzelfde uitzien als 25 of 50 jaar geleden, toch zorgen nieuwe materialen of productieprocessen voor grotere verschillen dan op het eerste gezicht blijkt. Het is daarom van levensbelang voor kinderen dat de veiligheidsvereisten en normen de nieuwste trends in speelgoed op de voet volgen.
Voor meer veiligheid De vernieuwde richtlijn verbiedt voortaan het gebruik van een aantal allergene chemicaliën en bepaalde metalen. Andere geurstoffen en chemicaliën mogen enkel gebruikt worden als de verpakking hiertegen duidelijk waarschuwt. Verdere voorziet de nieuwe speelgoedrichtlijn in bijgestelde specifieke grenswaarden voor bepaalde stoffen. De Richtlijn legt verschillende voorwaarden op aan de aanwezigheid van chemische stoffen in speelgoed in overeenstemming met de REACH reglementering die het gebruik van chemicaliën regelt in de eenheidsmarkt. Alle kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische (voortplantingsverstorende) stoffen (CRM) worden verboden in speelgoed, met uitzondering van lage concentraties aan specifieke stoffen die vooraf door de wetgeving werden toegelaten. Het insluiten van speelgoed in voedingsproducten wordt verder aan banden gelegd. De speeltjes moeten afzonderlijk verpakt worden en de verpakking mag geen risico van verstikking inhouden. Over het algemeen worden de regels om verstikking te voorkomen uitgebreid tot alle speelgoed, en niet enkel voor baby’s en peuters jonger dan 36 maand. Waarschuwingen, zoals de minimumleeftijd, moeten duidelijker vermeld worden. De kopers moeten alle relevante informatie direct en duidelijk kunnen aflezen zodat ze kunnen beslissen of het product geschikt is voor hun kind voor ze tot de aankoop overgaan.
Op tien jaar 97 soorten speelgoed uit de Voor een betere navolging handel genomen De nieuwe Richtlijn versterkt In België werden de voorbije tien jaar 97 soorten speelgoed uit de winkelrekken gehaald. Dat antwoordde minister van Consumentenzaken Magnette op een parlementaire vraag. 78 verwijderingen gebeurden in opdracht van de overheid. In de 19 andere gevallen was het de producent zelf die het initiatief nam. Het ging vooral om poppen en pluche figuren, plastic figuurtjes, educatief speelgoed en waterjojo's. De problemen die werden vastgesteld hadden te maken met de aanwezigheid van kleine deeltjes en chemische stoffen. In tien jaar werden voor 1.332 soorten speelgoed dossiers geopend. In 70 procent van de gevallen bleef het daarbij omdat de betrokken artikelen niet in België verkocht werden. bron: http://www.tgmagazine.be (februari 2009)
de positie van de autoriteiten van de lidstaten (die verplicht worden onderling en met de Europese Commissie samen te werken) om te controleren of de producten die worden aangeboden effectief overeenstemmen met de veiligheidsnormen. De inhoud van de documentatie die fabrikanten en invoerders ter beschikking van de nationale overheden moeten stellen werd bijgewerkt en moet meer bepaald de samenstelling en materialen vermelden. Bovendien moet het dossier een veiligheidsanalyse van mogelijke gevaren inhouden. Ten slotte stemt de nieuwe Richtlijn de voorwaarden voor risicoanalyses door de controlerende organismen en de marktcontroles af op de herziene regels die van toepassing zijn op alle sectoren. Als gecertificeerd laboratorium is Centexbel uw partner in het beoordelen of het speelgoed dat u produceert of invoert in overeenstemming is met deze nieuwe Europese Richtlijn, die ten laatste op 20 juli 2011 in de Belgische wetgeving zal worden omgezet. Contact Stijn Devaere Adviseur duurzame textielproductie & REACH tel: 09/243 82 27 gsm: 0497/436 077
[email protected]
Anneke Saey Technologisch adviseur productveiligheid tel: 09/243 82 44 gsm: 0496/128 792
[email protected]
Centexbel INFO 10-2009 p. 8
Testen
Weerstand tegen laserstralen : uniek in Europa !
I
n operatiekwartieren wordt vaak met lasers gewerkt. Nochtans is het gebruik van laserstralen niet helemaal zonder gevaar. Wanneer een laserstraal per ongeluk in contact komt met de huid kan dit wonden veroorzaken, gaande van lichte brandwonden tot diepe snijwonden. Aangepaste afdekdoeken moeten de patiënt tegen dit gevaar beschermen. De Europese richtlijn 93/42/EEG van toepassing op alle medische instrumenten beschrijft de essentiële voorwaarden voor hun design en productie. Het technisch comité van ISO ontwikkelde de norm ISO 11810 voor het testen en verifiëren van de producentenclaims en voor het bepalen van het beschermingsniveau van afdekdoeken tegen laserstralen.
Dankzij onze nieuwe testapparatuur onderwerpen wij textielmonsters aan een CO2-laserstraal en analyseren wij de initiële aansteektijd, de schade veroorzaakt door de ontbranding en de penetratie van de stralen. Bovendien voeren wij de testen uit in zowel een normale als in een met zuurstof verrijkte atmosferische omgeving. Contact: Bernard Paquet Onderzoeker tel: 087/32 24 38 gsm: 0474/681 092
[email protected]
Centexbel is het enige Europese laboratorium dat is uitgerust om de weerstand van afdekdoeken tegen laserstralen te testen volgens ISO 11810
Centexbel INFO 10-2009 p. 9
Testen
Medisch textiel: medische uitrusting of persoonlijk beschermingsmiddel ?
E
uropa regelt het vrije verkeer van goederen en diensten via gemeenschapswetgeving, meestal Europese Richtlijnen.
Die talrijke Europese Richtlijnen kunnen elkaar wel eens overlappen en zo grijze zones creëren. Dan is het nodig dat de Europese Commissie klaarheid schept en de juiste interpretatie aangeeft. Dat geldt bij voorbeeld voor sommige vormen van medisch textiel, die zowel een medische uitrusting als een persoonlijk beschermingsmiddel kunnen zijn. Een tweetal jaar geleden werd de oorspronkelijke Richtlijn Medische Hulpmiddelen (93/42) herzien. In de vroegere interpretatie van die Richtlijn (voor de herziening) ging men uit van het principe van de “primary intended use”. Dat betekende dat bij een product met twee functies, bijvoorbeeld een zonnebril met correctieglazen, een van beide functies voorrang had. De bril uit het voorbeeld beschermt tegen zonnestraling (en is daardoor een beschermingsmiddel), maar corrigeert ook het zicht (en is daarmee een medische uitrusting). Andere voorbeelden zijn chirurgenjassen, medische maskers en handschoenen voor medische toepassingen. In dergelijke gevallen met dubbel gebruik kreeg meestal de medische toepassing de voorrang en moest het product enkel aan de eisen van de medische richtlijn voldoen. Sinds de herziening van de Medische Richtlijn (nieuwe referentie 2007/47) is dit niet meer het geval. Een product voor dubbel gebruik, dat dus zowel beschermingsmiddel als medisch hulpmiddel is, moet nu voldoen aan de bepalingen van beide richtlijnen. Een jas, die zowel de chirurg beschermt tegen de ziektekiemen van de patiënt als de patiënt tegen de bacteriën van de dokter, moet dus voldoen aan de eisen van de PBM richtlijn en aan de eisen van de medische richtlijn. Hoewel het principe dus al twee jaar vastligt, was het tot nu toe niet duidelijk hoe de certificatie van dergelijke producten moest verlopen. In een eerste interpretatie van de Europese Commissie kreeg de medische richtlijn voorrang. Wie zijn product in overeenstemming met de medische richtlijn op de markt bracht, kon ermee volstaan te verklaren dat hij ook aan de eisen van de PBM richtlijn voldeed. Dat had echter bepaalde onverwachte en onlogische gevolgen.
Handschoenen, maskers en chirurgenjassen vallen in de medische richtlijn onder de laagste categorie. Die geldt immers voor niet-steriele uitrustingen, die niet in het lichaam gebracht worden, en vereisen geen keuring door een erkend organisme. Zo kon de fabrikant zijn materiaal zonder veel controle op de markt brengen. Voor de PBM richtlijn gelden totaal andere regels. De hierboven genoemde producten behoren daar tot categorieën, waarbij een typekeuring en in sommige gevallen zelfs een jaarlijkse controle verplicht zijn. Het verschil tussen beide richtlijnen liet dus aan fabrikanten toe de geest van de wetgeving te omzeilen en beschermingsmiddelen op de markt te brengen zonder interventie van een erkend organisme, eenvoudigweg door ze als medische uitrusting te benoemen. Een recent interpretatief document van de Europese commissie zet deze scheve situatie recht en verplicht fabrikanten de toepasselijke certificatieprocedures van beide richtlijnen te volgen. Maskers, handschoenen, kleding enz. moeten dus nu ook een typekeuring ondergaan en, indien van toepassing, ook jaarlijks opnieuw gecontroleerd worden. Door zijn betrokkenheid en ervaring in beide domeinen is Centexbel in staat u met raad en daad bij te staan bij het op de markt brengen van deze producten. Contact: Marc Gochel Market manager Health, Safety & Security gsm: 0477/655 377 tel: 087/32 24 49
[email protected] Fred Foubert Standardisation & Certification Officer gsm: 0475/542 424 tel: 09/243 82 42
[email protected]
Centexbel INFO 10-2009 p. 10
Testen
Pas op voor de vingers! Nieuwe testapparatuur voor beschermende handschoenen
Z
ijn beschermende handschoenen nuttig? Als wij naar de statistieken van de arbeidsongevallen kijken, zijn ze dat zeker en vast. In 2007 had een derde van de arbeidsongevallen in België letsels aan de handen, vingers of polsen tot gevolg.
Daarom werd een nieuwe test ontwikkeld, de zogenaamde ISO-cut test volgens EN ISO 13997, waarmee we meer snijvaste materialen kunnen beoordelen. Centexbel beschikt over een dergelijk apparaat, waarbij de snijbeweging met verschillende aandrukkrachten wordt uitgevoerd.
Snijwonden spelen hierin een belangrijke rol. Het is dus meer dan noodzakelijk om de snijvastheid van handschoenen te kunnen bepalen aan de hand van een betrouwbare en strenge testmethode.
Deze nieuwe methode zal in de herziene versie van de norm voor handschoenen tegen mechanische risico's (EN 388) opgenomen worden.
Hoewel de “blade-cut” test die we tot nu toe gebruikten geschikt is voor handschoenen met een relatief lage snijvastheid, vereisen materialen uit zeer snijvaste vezels, zoals aramide of high-modulus polyetheen een aangepaste methode.
ISO cut toestel
Contact Fred Foubert Certification and standardization officer tel: 09/243 82 42 gsm: 0475/542 424
[email protected]
Centexbel INFO 10-2009 p. 11
Onderzoek & Ontwikkeling Multifunctionele beschermende kleding tegen explosiegevaar, elektrocutie en vlambogen
I
n een explosieve omgeving (ATEX) mogen noch de kleding noch de drager elektrische ontladingen vrijgeven. Personen die niet elektrisch geaard zijn of geen antistatische kleding dragen stapelen elektrische lading op via wrijving of inductie. Een antistatisch beschermend kledingstuk moet comfortabel zijn. De elektrische lading die het opstapelt mag de minimale ontvlambaarheidsgraad van de omgeving waarin het wordt gedragen niet overschrijden. De Europese normalisatiewerkgroep “antistatische eigenschappen van beschermende kleding” maakt deel uit van CEN TC 162 “Beschermende kleding met inbegrip van hand- en armbescherming en zwemvesten” en heeft als opdracht normen op te stellen aan de hand waarvan producent kunnen aantonen dat hun producten voldoen aan de vereisten van de Europese Richtlijn 89/686/EEG ‘persoonlijke beschermingsmiddelen’. Op dit ogenblik legt de werkgroep de laatste hand aan EN 1149 ‘Beschermende kleding – elektrostatische eigenschappen’. Een gelijkaardige maar louter economisch probleem is de (onmiddellijke of latente) schade die aan elektronische componenten wordt aangebracht wanneer die in contact komen met de kleding van de operatoren. De normen worden hier op internationaal niveau ontwikkeld, namelijk door de IEC ‘International Electrotechnical Commission’. De technische werkgroep IEC TC 101 WG5 ‘testmethodes voor kleding’ heeft zopas een nieuwe versie van de norm IEC 61340-5-1 gepubliceerd ‘Bescherming van elektronische apparaten tegen elektrostatische fenomenen – algemene vereisten’ en selecteert de beoordelingsmethoden voor kleding waarbij de risico’s exact gekwantificeerd worden. In deze situaties kan dezelfde bescherming toegepast worden als in explosieve omgevingen hoewel de aarding van zowel de gebruiker als van het kledingstuk veel eenvoudiger is omdat er op een vaste plaats gewerkt wordt. Andere situaties vereisen multifunctionele persoonlijke beschermingsmiddelen die aan verschillende normen tegelijk voldoen. Dit is bijvoorbeeld geval voor kleding die zowel antistatisch moet zijn (bescherming tegen ontploffing) als isolerend (bescherming tegen elektrocutie). Dit soort kleding is zeer nuttig voor brandweerlui of voor technisch personeel dat werken uitvoert in de buurt van zowel elektriciteit als gas. CENELEC (de Europese Elektrotechnische normalisatiecomité) ligt aan de basis van de norm EN 50286 voor beschermende isolerende kleding voor het uitvoeren van werken aan laagspanningsinstallaties (wisselspanning met effectieve waarde van 50 tot 1000 V). Deze norm werd opgesteld door de technische commissie CLC TC 78 “Uitrusting en instrumenten voor het uitvoeren van werken”.
Elektrische bescherming kan gecombineerd worden met bescherming tegen ontploffingsgevaar door kledingstukken uit verschillende lagen samen te stellen met verschillende functies: brandwerend, anti elektrische boog en isolerend (buitenlaag), antistatisch (middenlaag) en comfort (binnenlaag). In het Garinsul project analyseert Centexbel de wijzigingen die moeten worden aangebracht aan de normen die deze kledingstukken beoordelen en proberen we de verschillende problemen van de bestaande normen uit de weg te helpen, zoals: • behoud van de cohesie tussen de verschillende lagen tijdens het testen van het gedragen kledingstuk • onduidelijke beschrijving van de methodes voor wat betreft hun toepassing op multifunctionele kleding • ondoeltreffende testprocedures of gedeelten ervan om de kledingstukken te evalueren In het vervolgtraject bestuderen we de normen voor beschermende kleding tegen brandwonden veroorzaakt door de energie van infraroodstraling tijdens het optreden van een vlamboog of elektrische boog (EN 61482-1).
Opnieuw zullen we de verschillende bestaande normen op elkaar moeten afstemmen om hen toepasbaar te maken op multifunctionele kleding gebruikt als persoonlijke beschermingsmiddelen en een nieuwe testmethode ontwikkelen voor een voorafgaande beoordeling van het gedrag van de kleding in de aanwezigheid van elektrische bogen. Contact: Philippe Lemaire Onderzoeker tel: 087/32 24 33
[email protected]
Centexbel INFO 10-2009 p. 12
Opmerkelijke resultaten HiViSAFE : objectief zichtbaar & zichtbaar objectief !
D
e Europese markt van hoge zichtbaarheidskleding voor professioneel gebruik valt onder de norm EN 471. Maar ook al voldoen deze kleren aan de voorschriften van de norm, dan stelt zich toch de vraag of ze wel effectief bescherming bieden? En hoe gedragen ze zich in de loop van de tijd onder invloed van slijtage en onderhoud? Om op deze vragen te kunnen antwoorden, ontwikkelde Centexbel de testmethode HiViSAFE.
Hoge zichtbaarheidskleding verschijnt steeds vaker in het straatbeeld en behoort tot de groep van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). De kledingstukken moeten gecertificeerd worden volgens de testnormen vermeld in EN 471. De zichtbaarheid van het kledingstuk wordt verhoogd door het gebruik van fluorescerende kleuren (geel, oranje, rood) om beter zichtbaar te zijn overdag en van retro-reflecterende materialen om ‘s nachts opgemerkt te worden in de kruislichten van voertuigen. Dit waarborgt de minimale kwaliteit waaraan het kledingstuk moet voldoen wanneer het nieuw is.
De norm laat nog enkele problemen liggen... Vanzelfsprekend hebben niet alle kledingstukken, ook als ze aan de voorschriften van de norm beantwoorden, dezelfde eigenschappen. Bijgevolg worden ze niet allemaal even goed opgemerkt tijdens hun gebruik op het terrein en bieden ze niet allemaal dezelfde graad van bescherming aan de gebruiker. De verschillen hebben niet alleen te maken met de eigenschappen van de gebruikte materialen, maar ook met het model van het kledingstuk, de maat en een hele rist andere eigenschappen, zoals contrast, tekeningen, afwisseling en symmetrie. Dit stelt ons dus al voor een eerste probleem: zelfs wanneer hoge zichtbaarheidskledingstukken nieuw zijn, verschillen hun onderlinge prestaties. Het komt er dus op aan de specifieke beschermingsgraad van een bepaald kledingstuk te beoordelen. Het tweede probleem betreft de evolutie van een kledingstuk tijdens zijn gebruik en onderhoud: de eigenschappen van de samenstellende materialen verminderen onder invloed van wrijving, zon, vuil, mechanische inwerking, detergenten, het afwassen van bepaalde kleurstoffen en restvlekken na het wassen. De industriële wasser – vaak ook verhuurder van dergelijke kleding – is dus niet ‘gewapend’ om de prestaties op het vlak van zichtbaarheid te beoordelen van de kledingstukken die hij opnieuw in circulatie brengt.
De HiViSAFE methode lost de problemen op ! Hoewel EN 471 de verdienste heeft de markt te reguleren, laat ze het niet toe het beschermingsniveau van verschillende kledingstukken te vergelijken, en nog minder om hun evolutie in de tijd te beoordelen. Omdat we het uiterst belangrijk vonden deze leemte op te vullen, heeft Centexbel in samenwerking met enkele industriële partners een grootschalig onderzoeksprogramma geleid om de HiViSAFE testmethode op punt te stellen waarmee we met behulp van een testapparaat de zichtbaarheidseigenschappen van kledingstukken, nieuw of na gebruik, kunnen evalueren.
Het principe van de methode bestaat erin een zichtbaarheidsindex te koppelen aan een kledingstuk, in de staat waarin het zich bevindt. De index geeft de gemakkelijkheidsgraad weer waarmee het kledingstuk wordt waargenomen (gezien) in een omgeving die representatief is voor het werkelijke gebruik in het verkeer of op de werf. Tijdens het op punt stellen van de methode hebben we een beroep gedaan op de kennis van psychologen die gespecialiseerd zijn in de studie van de mechanismen van visuele waarneming, om de meest kenmerkende eigenschappen te identificeren voor de waarneming van hoge zichtbaarheidskleding. We hebben een laboratoriumtest op punt gesteld, gebaseerd op digitale fotografie, gevolgd door een beeldanalyse waarmee we een zichtbaarheidsindex kunnen bepalen voor het betreffende kledingstuk die bovendien overeenstemt met de menselijke waarneming. De methode werd aangepast om zowel de dagzichtbaarheid (met fluorescerende materialen) en de nachtzichtbaarheid (met retro-reflecterende materialen) te bepalen.
De meetmethode is snel, reproduceerbaar en heeft vanzelfsprekend geen invloed op het kledingstuk. De indexen voor de dagzichtbaarheid (Vd) en nachtzichtbaarheid (Vn) zijn grootheden die het beschermingsniveau weergeven die het kledingstuk biedt tijdens de dag en de nacht, op een manier die analoog is aan de bescherming die bijvoorbeeld op een tube zonnecrème wordt aangeduid.
Centexbel INFO 10-2009 p. 13
Opmerkelijke resultaten Voordelen en evolutie van de HiViSAFE methode Laten we het voorbeeld nemen van een confectioneur van hoge zichtbaarheidskleding die een nieuwe collectie ontwerpt of die het ontwerp van een van zijn modellen wil verbeteren op het vlak van zichtbaarheid. Een meting uitgevoerd op de verschillende kledingstukken geeft onmiddellijk aan welk model het beste presteert, of op welke plaats de reflecterende stroken het beste worden aangebracht, of met welk soort fluorescerende stof de beste zichtbaarheid wordt bereikt. Men begrijpt daarom dat de methode ook interessant is voor producenten van coating, fluorescerende stoffen of retro-reflecterende materialen: dankzij de HiViSAFE methode is het immers mogelijk de algemene zichtbaarheidsprestaties te beoordelen in functie van de gebruikte materialen. De methode is natuurlijk ook een bijzonder goede hulp in industriële wasserijen. In die sector stelt het probleem zich nochtans op een ander vlak. De HiVISAFE methode werd immers oorspronkelijk ontwikkeld als laboratorium testmethode. Daar waar het voor een confectioneur volstaat om één exemplaar van een bepaald model te testen, moet de wasser elk individueel kledingstuk evalueren omdat elk van hen een verschillende geschiedenis heeft (slijtage, aantal wasbeurten, enz.). Opdat de HiViSAFE methode voor hem nuttig zou zijn moet hij kunnen beschikken over een toestel dat op zijn productielijn aansluit om een snelle beoordeling van hoge zichtbaarheidskleding uit te voeren.
detail van de HiViSAFE tester in werking
Daarom heeft Centexbel een industrieel toestel ontwikkeld, de HiViSAFE Tester waarmee wassers de prestaties van de kledingstukken op ieder moment kunnen beoordelen en hun evolutie tijdens hun volledige levensduur kunnen opvolgen. Met deze praktische oplossing kunnen ze hun klanten een PBM ter beschikking stellen dat werkelijk doeltreffend is en op een optimale manier hun voorraad beschermende kleding beheren. Centexbel ontwikkelde de HiViSAFE Tester in samenwerking met een Belgische industriële wasserij die dit toestel geïntegreerd heeft in zijn kwaliteitscontroleproces. Geïnteresseerde confectioneurs en wasserijen zijn welkom voor meer informatie en een vrijblijvend prijsbestek.
Contact Steve Koper Technological consultant instrumentation gsm: 0474/681 094 tel: 087/32 24 35
[email protected]
HiViSAFE tester opgesteld in industriële wasserij
Centexbel INFO 10-2009 p. 14
Opmerkelijke resultaten Centexbel speelt het “slim op veilig”!
S
limme textielmaterialen en kledingstukken hebben op het eerste gezicht een grote amusementswaarde of dienen als handenvrije drager voor gsm’s, i-pods en andere gadgets. Toch is het voor zowel onderzoekers, ontwerpers als textielproducenten veel belangrijker en commercieel interessanter slimme textielmaterialen en kleding te onderzoeken en te ontwikkelen die de veiligheid van mens en omgeving verhogen! De Europese normalisatiewerkgroep CEN TC 248 WG31 Smart Textiles, voorgezeten door Centexbel, wil duidelijk definiëren wat “slim textiel” inhoudt zodat ook de productie, samenstelling, prestatievereisten van deze nieuwe producten genormaliseerd kunnen worden, naar analogie met andere materialen. Dit bewijst dat slim textiel in 10 jaar tijd evolueerde tot een volwaardige discipline. Sinds het prille begin van slim textiel legt Centexbel zich toe op het onderzoek en de ontwikkeling van slimme textielproducten in samenwerking met (Europese) collega onderzoekscentra en industriële partners uit de textiel- en andere sectoren (elektronica, chemie…). Centexbel ontwikkelt prototypes van slimme vezels of slim textiel op zijn semi-industriële pilootlijnen (breiplatform, extrusieplatform, coating en veredelingsplatform) die speciaal zijn uitgerust met het oog op het inbreien of co-extruderen van geleidende vezels, het zeefdrukken van geleidende inkten, het lamineren van geleidende folies… als op het aanbrengen, incorporeren, inkapselen… van slimme materialen via coating, extrusie en/of lamineren. Deze uitrusting stelt Centexbel bovendien in staat deel te nemen als initiatiefnemer of als partner in kleine en grootschalige regionale, Europese en privéonderzoeksprojecten. De kennis die we in het kader van deze onderzoeksprojecten verwerven stellen we dan opnieuw ter beschikking van uw bedrijf!
Onderzoek & Ontwikkeling in slim textiel •
•
•
•
Safe@Sea: ontwikkeling van een nieuwe generatie vooruitstrevende beschermende kleding voor vissers op zee met verhoogde drijfkracht, weerstand tegen scheuren en perforatie, bescherming van hoofd en handen, noodsignalisatie en gps-systemen via de integratie van geavanceerde materialen en ICT-systemen en via de ontwikkeling van hoogperformante materialen. NoTeReFiGa: ontwikkeling van nieuwe temperatuurregelende vezels en innovatieve textielproducten voor een verbeterd thermisch comfort door de incorporatie van grote hoeveelheden PCM’s (phase change materials) in textielvezels. MONSOTEX : systeem voor slaapbewaking (op afstand), gebaseerd op intelligent textiel met ingebouwde psychometrische sensoren (elektrocardiogram, ademhaling, temperatuur...). MEDIATIC: integratie van een groot aantal verschillende soorten sensoren in textiel met het oog op : • optimalisatie van de comforttesten op werk- en medische kleding • gezondheidsbewaking op afstand
•
•
•
•
HYDROTEX bestudeert het gebruik van hydrogelen. Hydrogelen zijn materialen die in staat zijn water op te nemen en terug vrij te geven. Textiel dat met de juiste temperatuursgevoelige hydrogelen is uitgerust reageert op veranderingen in de lichaamstemperatuur door zijn textuur en volume te wijzigen, net zoals dit gebeurt met de vacht van dieren en biedt steeds de gewenste thermische bescherming. SWEET is gericht op een doorgedreven integratie van elektronica in textiel en wil een technologieplatform oprichten voor elastische en wasbare elektronische circuits en hun integratie in textiel. Polytect : integratie van slimme materialen en elektronica in functioneel textiel ter bescherming tegen natuurrampen (zie Centexbel INFO 9-2009). OFSETH onderzoekt de integratie van optische vezels in functioneel textiel om de prestaties van draagbare textielproducten voor gezondheidsbewaking uit te breiden.
Enkele slimme Centexbel prototypes en productontwikkelingen
Dit Centexbel Sensortapijt detecteert de aanwezigheid en maakt een onderscheid tussen stappen en vallen. Dit verhoogt de veiligheid van bijv. thuiswonende ouderen. In Living Tomorrow kunt u dit tapijt zien in de seniorenflat. Een tweede exemplaar werd tentoongesteld tijdens Futurotextiel 08 en bevindt zich nu in de hall van Centexbel Verviers.
T-shirt met geleidende vezels en gebreide sensoren voor de bewaking van gezondheidsparameters op afstand (Mermoth) (links) en trui met geleidende vezels en gebreide sensoren voor het bedienen van een rekenmachientje en grote noodtoetsen (rechts).
Contact: Marc Gochel Market manager Health, Safety & Security gsm: 0477/655 377 tel: 087/32 24 49
[email protected]
Centexbel INFO 10-2009 p. 15
Opmerkelijke resultaten Klimaatconferentie in Kopenhagen : Vlaams Textielbedrijf toont de weg !
D
e klimaatconferentie in Kopenhagen en de verbintenissen die de politieke leiders er zullen aangaan creëren hoge verwachtingen op het vlak van de bestrijding van de opwarming van de aarde. Terwijl de politieke leiders van grote industriële landen zoals de Verenigde Staten, China en India nog maar pas lijken te beseffen dat het hoog tijd is om te handelen, heeft een Vlaamse textielproducent al resoluut de groene kaart getrokken en is daarom met recht en reden van de partij op deze belangrijke klimaatconferentie. De firma DS Textiles uit Dendermonde en haar Franse dochteronderneming “Sommer” rollen op deze conferentie letterlijk de “blauwe loper” uit om alle groten der aarde welkom te heten. Dit innovatieve tapijt dat maar liefst 20.000m² groot is (dus groter dan 3 voetbalvelden) is samengesteld uit PLA (polymelkzuur), een volledig hernieuwbare grondstof!
Het gebruik van PLA in plaats van traditionele kunststoffen (PP of PET) op basis van petroleum leidt tot een onmiddellijke energiebesparing van 50% en een verminderde CO2 uitstoot van 60%. Tijdens een onderzoeksproject met steun van de Vlaamse Overheid via IWT-Vlaanderen, stelde DS Textiles in samenwerking met Centexbel het proces op punt om dit nieuwe polymeer te verwerken tot hoogwaardige vezels en eindproducten. Er werd niet alleen aandacht geschonken aan de ecologische aspecten van de grondstoffen maar van alle gebruikte additieven. Bovendien werden enkel nieuwe en energiezuinige productieprocessen toegepast.
De ecologische impact van het evenemententapijt wordt nog verder verminderd dankzij het recyclageprogramma dat in samenwerking met de Belgische firma “Galactic” werd uitgewerkt. Na gebruik wordt het tapijt via een “hydrolyseproces” omgezet in zijn oorspronkelijke bouwstenen (melkzuur) volgens het “craddle to craddle” principe. Hierdoor wordt de cyclus gesloten en kan het gezuiverde materiaal aan een volgende levenscyclus beginnen zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de eigenschappen van het product. Deze doorgedreven ecologische innovatie werd in juni 2009 in Parijs bekroond met de “Eco-verantwoordelijkheidsprijs”, uitgereikt door FFM2E (Fédération française des métiers de l’exposition et de l’événement) in samenwerking met IFES (International Federation of Exhibition and Event Services). Dit voorbeeld illustreert overduidelijk de vele mogelijkheden die de “bio-economie” biedt aan onze bedrijven die de weg van ecologische en duurzame innovatie willen inslaan.
Contact Luc Ruys Research manager “Nieuwe materialen” tel: 09/243 82 33 gsm: 0473/711 585
[email protected]
uw partner in veiligheid CENTEXBEL GENT Technologiepark 7 BE-9052 Zwijnaarde (Gent) Tel. +32 9 220 41 51 Fax +32 9 220 49 55 e-mail
[email protected]
www.centexbel.be
CENTEXBEL VERVIERS Avenue du Parc 38 BE-4650 Herve (Chaineux) Tél. +32 87 32 24 30 Fax +32 87 34 05 18 e-mail
[email protected]