vroeg
V A K B L A D O V E R VROE GTI J DI GE ON DERKEN N I N G EN INTEGR ALE VR O EGHULP BIJ O NTW IK K ELINGSS TOORNI SSE N
4/5
JAARGANG 29, DECEMBER 2012
THEMA
Ik wil iets vertellen maar weet niet hoe Digitale brug tussen zorgverlener en cliënt
In drie weken naar compleet behandelplan
in deze vroeg: In drie weken naar compleet behandelplan
Van de redactie 04
Het Nijmeegse ZOOM-IN komt in drie weken tijd tot een samenhangend behandelplan. In vier jaar tijd zijn al meer dan 600 kinderen gescreend.
Ik wil iets vertellen, maar weet niet hoe
06
Met behulp van eenvoudige communicatiehulpmiddelen kunnen kinderen met ernstige meervoudige beperkingen leren initiatief te nemen. Maar hoe selecteer je een passend technisch hulpmiddel?
ICT in het kort
09
Zorg op afstand werkt
10
Handige apps voor in het onderwijs
12
Digitale brug tussen zorgverlener en cliënt
14
Eén gezin, één plan, één team
16
Tablets, smartphones, laptops, we kunnen niet meer zonder. Ook in de zorg voor jonge kinderen en binnen de vroeghulp worden deze middelen steeds meer ingezet. Bij het vullen van deze special over ICT viel ons op dat er heel veel gaande is op dit gebied. De mogelijkheden zijn legio voor ouders, kinderen, maar zeker ook voor professionals. Zo kan de ICT niet alleen goed worden gebruikt in het communiceren met ernstig meervoudig beperkte kinderen, maar ook om zorg op afstand te bieden.
6 00
Buurtzorg Jong helpt gezinnen waar kleine of grote problemen zijn. Na enkele succesvolle pilots zijn de eerste teams nu operationeel.
14
In deze uitgave van Vakblad Vroeg belichten we een aantal ICT-mogelijkheden. We realiseren ons echter dat het slechts een greep is uit een steeds voller wordende vijver. Iedere dag worden er nieuwe programma’s, apps en sites toegevoegd. Vakblad Vroeg gaat zelf ook mee in deze ontwikkeling. Allereerst met een eigen twitteraccount om het nieuws over signaleren en behandelen van ontwikkelingsproblemen te verspreiden. U kunt ons vinden op @vakbladvroeg. Inmiddels volgen ruim 300 mensen ons. Daarnaast heeft Vroeg een website, www.vakbladvroeg.nl. Deze is op z’n zachtst gezegd momenteel niet heel sprankelend. Niettemin kunt u als abonnee grasduinen in het archief en vindt u op de agenda allerlei interessante symposia, congressen en opleidingen. Begin 2013 ziet echter een geheel vernieuwde website het licht. Ook zullen we dan vindbaar zijn via Facebook.
Autisme: van signaleren tot behandelen
18
Opvoeden doen professionals en ouders samen
20
In het kort
21
Transitie jeugdzorg krijgt vorm
22
Op deze manier geven we samen met de redactie Vakblad Vroeg een nieuwe impuls. We zijn heel benieuwd wat u als lezer daarvan vindt. Opmerkingen over de ‘nieuwe’ VROEG of suggesties voor onderwerpen en artikelen zijn van harte welkom bij
[email protected] Evenals nieuwe abonnees!
24
Louise van den Broek hoofdredacteur
Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdzorg. Wat zijn de kansen en valkuilen voor de integrale vroeghulp?
Agenda
colofon contact DG Communicatie
redactie
hoofdredacteur
drs. Jeanne Berkelmans
Louise van den Broek
orthopedagoog/GZ-psycholoog
Postbus 158
drs. Susan Osterop
1600 AD Enkhuizen
pedagoog/landelijk
0228-326068
projectcoördinator VVI
[email protected] www.vakbladvroeg.nl
drs. Hanne Cools
bladmanagement Jan de Graaf vormgeving De Graafisch Vormgeving
16
GZ-psycholoog kind en jeugd Monique Gerlagh verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg
ISSN: 1570-5722
drs. Karin de Roos ervaringsdeskundige
2 vroeg december 2012
vroeg december 2012 3
In drie weken naar compleet behandelplan
foto: Zoom In
Het Nijmeegse ZOOM-IN heeft in vier jaar tijd meer dan 600 kinderen gescreend. En de aanmeldingen blijven binnenstromen. Het geheim van dit succes is de kordate aanpak. Eerst door tijdens twee screeningsdagen de zwakke en sterke punten in
moeten zowel ouders als school een aantal vragenlijsten invullen. Ook ontvangen zij, samen met een informatiebrief, een uitnodiging voor een afspraak met onze arts. Het is de bedoeling dat de ingevulde vragenlijsten mee worden genomen naar het polibezoek bij de arts van het team. Na het polibezoek heeft de kindouderondersteuner met de arts en de orthopedagoog een eerste overleg. Dan wordt bekeken of de gestelde hulpvragen te beantwoorden zijn. Als dat het geval is, dan wordt zo snel mogelijk na de eerste week een afspraak gemaakt om het kind gedurende twee dagen te screenen. Een fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist en orthopedagoog gaan aan het werk met het kind. Tijdens de screening vinden verschillende onderzoeken plaats, bijvoorbeeld een intelligentietest, motoriektest of schrijfobservatie. Welke precies is onder meer afhankelijk van de hulpvraag. Tevens krijgen sommige ouders de gelegenheid om in een gesprek met een maatschappelijk werkende alle kind- en gezinsfactoren goed in kaart te brengen.
Advies Na de screeningsweek gaat het team om tafel om alle bevindingen te bespreken. In de derde week vindt het adviesgesprek plaats voor de ouders. De arts, orthopedagoog en kind/ouder-ondersteuner lichten de uitslagen en bevindingen toe. Tijdens dit gesprek is de leerkracht of intern begeleider van het kind ook welkom. Een aantal weken na het adviesgesprek volgt nog een eenmalige bijeenkomst op school met de ambulant begeleider, leerkracht, intern begeleider en ouders, het zogenaamde natraject. De bevindingen worden op dat moment concreet vertaald naar de onderwijssituatie. Ook na het traject bij ZOOM-IN kunnen ouders overigens altijd bellen als ze nog vragen hebben of advies nodig hebben. Puzzel past in elkaar Veel ouders herkennen zich in de wijze waarop het multidisciplinair team van ZOOM-IN hun kind heeft gezien en geobserveerd. Hetzelfde geldt voor de scholen. De opluchting van ouders is vaak groot. Recent verwoordde een ouder dit
‘Bevindingen worden concreet vertaald naar onderwijssituatie’
als volgt: “Ik wil begrijpen waarom mijn kind anders is of anders doet, terwijl je niets aan de buitenkant ziet. Na jaren van het kastje naar de muur te zijn gestuurd door verschillende instanties vielen bij ZOOM-IN alle puzzelstukjes in elkaar.”
Opluchting Op een mistige donderdagochtend kom ik op mijn werk en direct belt een moeder. Een leerkracht had de dag ervoor aangegeven zich zorgen te maken, omdat haar kind nooit het werk in de klas af had, nog steeds niet kan knippen, dromerig lijkt, erg vaak naar de wc moet en weinig contact zoekt met andere kinderen. Ik leg haar uit dat ZOOM-IN wekelijks vier kinderen kan screenen, er geen wachtlijst is en elk kind aan het eind van de week een cadeautje heeft verdiend. Plus dat de kinderen bij het polibezoek een stickerbeloningskaart meekrijgen om weer mee terug te nemen naar de eerste screeningsdag. Ik hoor opluchting in haar stem. Ze besluit vandaag nog een verwijskaart te gaan halen bij de huisarts.”
kaart te brengen op het gebied van motorisch functioneren, cognitie, communicatie en gedrag. Vervolgens door binnen een week met een samenhangend behandelings-
auteursinformatie
plan te komen.
Roos Verkaart (024-3272717,
[email protected]) is kind-ouderondersteuner bij ZOOM-IN.
Door Roos Verkaart
ZOOM-IN is een in Nijmegen gevestigd expertisecentrum voor zorg en ondersteuning gebaseerd op samenwerking tussen de Sint Maartenschool, de Sint Maartenskliniek en REC-Rivierenland. De afkorting staat voor Zorg en Onderwijs Op MaatIntegraal. Bij ZOOM-IN kunnen kinderen van 3,5 tot 16 jaar worden aange4 vroeg december 2012
meld waarvan de motorische hulpvraag op de voorgrond staat. Het behandelende team bestaat uit meerdere professionals zoals een fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, arts, maatschappelijk werkster, psychologisch medewerker, kind-ouderondersteuner, orthopedagoog en ambulant begeleider. Daarnaast is er
veel contact met andere professionals. Geregeld bellen scholen, huisartsen, therapeuten in de eerste lijn, kinderpsychiaters of andere partners.
Screening De aanmelding begint altijd met een verwijsbrief van de huisarts of specialist. Na ontvangst van de verwijzing
Kijk voor meer informatie over ZOOM-IN op: zoom-in.maartenskliniek.nl vroeg december 2012 5
Voor- en nadelen van de vele mogelijkheden worden pas duidelijk via vergelijkende observaties. Bij deze zoektocht zijn, naast de ouders, meerdere disciplines betrokken. In ieder geval een logopedist en een ergotherapeut, maar ook vaak een orthopedagoog, psycholoog of gedragsdeskundige. Het is een kwestie van samen uitproberen, evalueren en weer bijstellen, er is geen standaard onderzoek beschikbaar. Het ‘Dynamisch assessment’ helpt professionals in dit proces. Het is gericht op het voorspellen in welke richting het kind met meervoudige beperkingen zich kan gaan ontplooien. Dit gebeurt door gericht te observeren, zo mogelijk aangepaste testen af te nemen en door gebruik te maken van ontwikkelingsgerichte methodes. Met één druk op de knop een boekje lezen op de website van ‘Sprekend Boek’: www.hetsprekendboek.nl
Ik wil iets vertellen
maar weet niet hoe
Door te communiceren kunnen we aan elkaar duidelijk maken wat we bedoelen. Dat begint al vroeg in de ontwikkeling van een kind. Bij kinderen met een ernstige meervoudige beperking is dit echter niet vanzelfsprekend. Communicatiehulpmiddelen kunnen ondersteunen. Maar hoe selecteer je een passend technisch hulpmiddel? Door Daniëlle Golsteijn
Als er sprake is van een verstandelijke beperking blijft de taalontwikkeling vaak achter. Kinderen spreken niet zoals hun leeftijdsgenootjes of komen helemaal niet tot spreken. Motorische beperkingen kunnen het spreken nog eens bemoeilijken. Vaak is het ‘lezen’ van de lichaamstaal en de gezichtsuitdrukking de enige houvast in de communicatie. Vertrouwde perso6 vroeg december 2012
nen kunnen uit deze non-verbale communicatie informatie halen. Met behulp van eenvoudige communicatiehulpmiddelen, technologisch of niet-technologisch, kan het kind met ernstige meervoudige beperkingen leren initiatief te nemen in de communicatie.
Zoektocht Maar hoe selecteer je het juiste
hulpmiddel? De motorische en cognitieve mogelijkheden van het kind zijn daarin leidend. Hoe lang kan het met aandacht bezig zijn? Met hoeveel concentratie? Lukt het motorisch bedienen van een knop? Wordt het principe van actie-reactie begrepen? Deze vragen impliceren al dat het selecteren van een technisch hulpmiddel arbeidsintensief is: voor ieder kind is maatwerk nodig.
Actie-reactie Bij een kind met ernstige meervoudige beperkingen begint de zoektocht vaak met het principe van actie-reactie. In de vorm van spel kan een kind ervaren dat het invloed kan uitoefenen op de omgeving. Een voorbeeld is speelgoed op batterijen of elektrische apparaten waarbij met één druk op de knop het hondje loopt, de trein rijdt of de radio geluid geeft. De reactie die het kind terug krijgt is dus afhankelijk van het speelgoed of apparaat dat je kiest. Kies je voor een visuele of een auditieve reactie of voor beide? In oefen- en spelsituaties is het ook heel handig om over een schakelkastje te beschikken dat je op diverse manieren kunt instellen. Zo kun je bepalen hoe lang de reactie duurt. Of kun je de nadruk leggen op het oefenen van het loslaten van de knop, doordat dan de reactie pas volgt. Bij sommige schakelkastjes is het mogelijk een zelf ingesproken aansporingsboodschap in te spreken. Reageert het kind niet binnen bijvoorbeeld 30 seconden, dan spreekt de knop
een boodschap uit om het kind te stimuleren op de knop te drukken. Met de schakelaars die je gebruikt om speelgoed aan- en uit te zetten, kan het kind onder meer een spelletje spelen op de computer. Je hebt hier weer een ander schakelkastje, een zogenaamde ‘switchinterface’ voor nodig. Na het drukken op de knop verschijnt een leuk geluid en een plaatje of een filmpje
kiezen tussen twee knoppen die aangesloten zijn op de computer, elk met een ander soort reactie op het scherm. Hoe bewuster het kind gaat kiezen, hoe groter het begrip van actie-reactie. Bij sommige 1-knopssoftware moet het kind op het juiste moment leren drukken. Een spastisch kind kan daardoor intentiespanning gaan opbouwen, waardoor vaak net te vroeg of te laat op de knop wordt
‘Hulpmiddel kiezen is kwestie van uitproberen, evalueren en weer bijstellen’ op het beeldscherm. Actie-reactie software is te koop bij speciale bedrijven of webwinkels, maar er zijn ook websites waar gratis spelletjes te spelen zijn. In opkomst zijn allerlei apps voor de iPad die op het niveau van actie-reactie veel te bieden hebben. Dat kan door het scherm aan te raken of door er een externe schakelaar mee te verbinden. Daar is dan wel een speciale bluetooth schakelaar of een interface kastje, zoals de Applicator, voor nodig. Later biedt de iPad ook mogelijkheden als communicatie ondersteunend hulpmiddel. Deze software is vaak wel duurder dan de actie-reactiespelletjes. In het boek Icon Apps (Hans van Balkom et al) staat beschreven hoe een assessment en keuzeproces eruit ziet. Bovendien staan er 83 apps voor ondersteunde communicatie in beschreven met een tabel waarin de vereiste en te trainen vaardigheden gekoppeld worden aan de domeinen van het Communicatie Competentie Profiel.
Kiezen Het kiezen tussen twee mogelijkheden is een volgende stap. Eén knop om iets aan te zetten, de andere om iets uit te zetten. Of
gedrukt. Dat kan erg frustrerend zijn. Het is dan beter om het kind te leren werken met twee schakelaars. Gelukkig is er steeds meer software die ook met twee schakelaars te bedienen is. Soms zijn de motorische beperkingen zo groot dat het kind de knop niet handmatig kan bedienen. Een alternatief kan dan een beweging
Foto: Eelke Verschuur
vroeg december2012 7
Praatknop Handig is de 'praatknop', een eenvoudig opnameapparaat waarop groepsleiding of ouders een boodschap kunnen inspreken over de dagelijkse activiteiten en belevenis-
rapportage van de logopedist en/of ergotherapeut samen met een machtigingsformulier van een arts naar de zorgverzekeraar worden verstuurd. Eén van de hulpmiddelenleveranciers kan op basis van de informatie over het kind adviseren welk hulpmiddel het beste is. De hulpmiddelenwijzer van Vilans is eveneens handig om te raadplegen. Hier is sinds kort ook een assistent voor het zoeken van informatie over communicatiehulpmiddelen te vinden. Door het beantwoorden van een aantal vragen, kom je heel gericht in een categorie hulpmiddelen terecht die het beste past bij de mogelijkheden van het kind. Door ze onderling te vergelijken, ben
Handige links Er zijn allerlei sites waar de hulpmiddelen op te vinden zijn. Kijk bijvoorbeeld eens op: -
www.ocaat.eu www.rdgkompagne.nl www.edupro.nl www.logo-apps.nl www.opmaateduware.nl www.helpkidzlearn.com www.isaac-nf.nl www.kmd.nl www.focalmeditech.nl www.vindeenhulpmiddel.nl
Aanschaf Communicatiehulpmiddelen worden verstrekt door de zorgverzekeraar. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding moet er een advies8 vroeg december 2012
je goed voorbereid om het gesprek met een leverancier aan te gaan. Daarnaast kunnen professionals en ouders lid worden van ISAAC-nf , dit is een vereniging die zich inzet voor het bevorderen van ondersteunde communicatie in het Nederlands taalgebied. In netwerken en op studiedagen en symposia wordt kennis uitgewisseld. Isaac-nf werkt daarin samen met Vilans en de OC-leerstoel.
Filmpjes Jeugdgezondheidszorg De JGZ Kennemerland beoordeelt apps die bedoeld zijn voor de Jeugdgezondheidszorg. Regelmatig verschijnt er een nieuwe app die door de redactie wordt beschreven en beoordeeld. Inmiddels is er al een aantal apps de revue gepasseerd, zie
Via youtube zijn verschillende filmpjes te vinden waarin je bijvoorbeeld kunt zien hoe autisme eruit ziet, wat kenmerken zijn van cerebrale parese of hoe je om kunt gaan met kinderen met spina bifida of met het downsyndroom. Surf naar youtube.com en vul eens diverse trefwoorden in. Leuk voor op de bank in de kerstvakantie!
http://jgzapps.tumblr.com
‘Lezen van lichaamstaal en gezichtsuitdrukking is vaak enige houvast’ sen van het kind. Het kind leert vervolgens dat het indrukken van de knop met een communicatieve boodschap een reactie kan uitlokken. Zo kan het kind iets vertellen of om hulp vragen. Daarna gaat de communicatie op de gebruikelijke manier verder: met gebaren, symbolen, foto’s of ja/ nee vragen. Het is raadzaam om de 'praatknop' in te spreken in het bijzijn van het kind. Zo weet het precies wat erop staat als hij het aan iemand anders wil laten horen. Er zijn ook praatknoppen die meerdere boodschappen kunnen bevatten. Zo kan er beurtwisseling ontstaan in de communicatie en kan er een praatje worden gemaakt. Een leuk alternatief voor de heen-en-weer schriftjes die vaak gebruikt worden op kinderdagverblijven.
ICT in het kort
auteursinformatie Daniëlle Golsteijn-Kramer Programmamedewerker Kwaliteit en Innovatie Gehandicaptenzorg Vilans, Utrecht Freelance ergotherapeut en OC-behandelaar Stichting Milo Contact:
[email protected]
Twitteraccounts
Speciaal onderwijs
Tegenwoordig wordt er heel wat afgetweet. Een greep uit de twitteraccounts die interessant zijn voor de doelgroep van Vakblad Vroeg zijn onder meer @ babywerk, @kinderbewcentr, @kentalis, @vgn, @ stinafo, @hetkinderpunt, @kinderfysionieuws, @ hetnji en natuurlijk @vakbladvroeg
De website ‘Speciaalonderwijs.kennisnet.nl’ is voor leerkrachten die lesgeven aan leerlingen met een beperking. Op de site zijn allerlei programma’s, apps en andere digitale hulpmiddelen te vinden om de lessen met ict aantrekkelijker en effectiever te maken. Er kan gezocht worden op de verschillende clusters, maar ook op diagnoses. De site wordt goed up to date gehouden.
Oog-hand coördinatie
Handboek iPad
Door de opkomst van tablets lopen jonge kinderen steeds vaker vast op een muisgestuurde laptop of computer. Dit heeft te maken met de heel andere oog-hand coördinatie die daarvoor nodig is. “Met de muis bezig zijn is eigenlijk een vertraagde handeling, dat vergt oefening”, aldus Remco Pijpers van Mijn Kind Online.
De iPad kan een belangrijk gereedschap zijn voor kinderen met speciale behoeften. Onlangs is een handboek uitgekomen, waarin staat aangegeven welke iPad het beste gebruikt kan worden en welke specifieke accessoires er aangeschaft kunnen worden. Het boek is in het Engels, maar is ook goed te gebruiken in de Nederlandse situatie:
Bron: Brabants Dagblad, 15-11-2012
kijk op ‘www.ipads4specialneedsbook.com’.
Groeigids Op 12-12-12 is de Groeigidsapp gepresenteerd. Met behulp van deze app kunnen ouders via hun smartphone het groeiboekje van hun kind bijhouden en individualiseren. Niet alleen heel leuk, maar ook heel zinvol voor een vroegtijdige signalering van ontwikkelingsproblemen. Zie ‘www.groeigids.nl’ voor de online versie of zoek de App in de Appstore.
Foto: Suzanne Reuling
met de voet, het been of het hoofd zijn. Als het kind de beweging maar bewust en gecontroleerd kan uitvoeren. Het kan even duren voordat de optimale positie van de knop gevonden is. Knoppen, ook wel schakelaars genoemd, zijn er bovendien in vele soorten en maten. Ook zijn er speciale instelbare hoofdsteunen met ingebouwde schakelaars verkrijgbaar.
vroeg december 2012 9
worden. Daarnaast kan er makkelijker tussendoor beeldcontact zijn, waardoor sneller en beter kan worden ingespeeld op de behoefte van de cliënt. Wel is het zo dat huisbezoeken niet geheel door beeldcommunicatie vervangbaar zijn. Het contact van de gezinsbegeleidster met ouders en kinderen in de thuissituatie blijft essentieel voor de begeleiding. Beeldcommunicatie is een uitstekende aanvulling hierop.
Zorg op afstand wérkt Foto: Kentalis
Er zijn steeds meer technische mogelijkheden om op afstand beeldcontact met elkaar te hebben. Het team gezinsbegeleiding van afdeling De Schakel van Kentalis past deze mogelijkheden toe in de begeleiding van ouders en kinderen. Met succes. De ervaring
Ander voordeel van beeldcontact is dat de ouders beter in de gelegenheid zijn een rustig moment uit te kiezen om zonder hun kind een gesprek te voeren. Ze zijn hierdoor meer geconcentreerd en minder snel afgeleid. Vaak hebben de ouders zich beter voorbereid op het contact en stellen efficiëntere vragen. Soms ligt
gen door beeldcontact, bespaart dit De Schakel op jaarbasis ¤ 24.000,- .
Nog meer mogelijkheden Er zijn nog volop andere mogelijkheden om beeldcommunicatie in te zetten. Je kunt bijvoorbeeld de ouders mee laten kijken met een logopediesessie op afstand. De Schakel is verder al gestart met een individuele gebarencursus op afstand. Beeldcommunicatie is namelijk te gebruiken voor het tolken door een gebarentolk. Voor de auditief beperkte ouders is er, naast e-mail en sms, met behulp van beeldcommunicatie visueel contact mogelijk; voor deze cliënten is dit een noodzaak om een gesprek te kunnen voeren. Zowel in gesproken taal als in gebarentaal zijn de ervaringen positief.
‘Beeldcommunicatie heeft praktische en financiële voordelen’
die is opgedaan met acht gezinnen smaakt naar meer. Door Lily Luyckx en Astrid van Hoek
De Schakel is een onderdeel van de Koninklijke Kentalis in de locatie SintMichielsgestel. Vanuit het Team Gezinsbegeleiding wordt hulp geboden aan gezinnen met een doof of slechthorend kind. Soms hebben deze kinderen nog bijkomende beperkingen. Daarnaast worden vanuit het team ook CODA-gezinnen begeleid. CODA staat voor ‘Children of Deaf Adults’. Dit zijn gezinnen waarvan de ouders een auditieve beperking hebben en waarbij de kinderen horend zijn. De te begeleiden gezinnen komen uit het hele land. De begeleiding vindt hoofdzakelijk thuis plaats, de gezinsbegeleidsters gaan regelmatig op huisbezoek.
Beeldcontact Het team gezinsbegeleiding neemt deel aan de pilot ‘Zorg op Afstand’. 10 vroeg december 2012
Deze pilot wordt ondersteund door ‘In voor Zorg’, een initiatief vanuit het ministerie van VWS. Doel is onderzoeken of de inzet van beeldcommunicatie een toegevoegde waarde heeft voor de begeleiding van de gezinnen. Voor de beeldcommunicatie worden verschillende middelen ingezet. Met name de ervaringen met Facetime via de iPad en de beeldtelefoon zijn positief. Ouders die zelf niet over de middelen beschikken, kunnen een iPad van de afdeling lenen. De gezinsbegeleidster maakt vooraf met de ouders een afspraak voor het beeldcontact. Uit privacyoogpunt is afgesproken dat de ouder op de afgesproken tijd het contact maakt. Dit om te voorkomen dat er inbreuk wordt gedaan op het gezinsleven.
Tijdens het beeldcontact komen allerlei praktische en inhoudelijke zaken aan de orde. Opvoedingsvragen of vragen over de communicatie met het kind kunnen prima via beeldcontact besproken worden.
Ervaringen positief Met de beeldcommunicatie is inmiddels met acht gezinnen ervaring opgedaan. Zowel de ouders als de gezinsbegeleidsters zijn enthousiast. Het blijkt mogelijk om op korte termijn een afspraak te plannen op een voor de ouders gunstig moment. Urgente zaken kunnen daardoor sneller besproken worden. Sommige ouders ervaren dit als minder belastend dan een huisbezoek. Doordat de gesprekken met de ouders op afstand plaatsvinden, kan bovendien het aantal huisbezoeken verminderd
er een briefje klaar met de vragen die de ouders willen stellen. Het blijft natuurlijk wel belangrijk om te kijken of beeldcommunicatie past bij de cliënt in zijn situatie. Ieder moet zich er prettig bij voelen. In vergelijking met een telefoongesprek, mailcontact of sms zijn er eveneens voordelen. Doordat je elkaar kunt zien, wordt het gesprek als meer persoonlijk ervaren. Het zien van de mimiek geeft een beter beeld over hoe de cliënt zich voelt en de informatie verwerkt. Hierdoor kun je ook de non-verbale signalen van de cliënt goed ontvangen. Beeldcommunicatie heeft ook praktische en financiële voordelen. Zo is het mogelijk om op een snelle en makkelijke manier een afspraak te maken. Daarnaast spaart het ook reistijd en reiskosten uit. Door één op de drie huisbezoeken te vervan-
Waarschijnlijk is het eveneens mogelijk om ouders te coachen op afstand. Bijvoorbeeld ouders van doofblinde kinderen op het gebied van de communicatie met hun kind. Door het gebruik van beeldcommunicatie worden ouders bovendien aangezet dit te gaan gebruiken met hun kind. Deze kunnen zo contact maken met opa en oma, vriendjes en klasgenootjes. Voor kinderen die in een instelling verblijven, is het een prachtig middel om contact te hebben met thuis.
Hoe verder? De pilot heeft laten zien dat beeldcommunicatie zeker een goede aanvulling is op de zorg die De Schakel biedt. De afdeling gaat dit middel bij meer gezinnen toepassen en uitbreiden met nieuwe mogelijkheden. Hopelijk stimuleren de opgedane ervaringen andere zorgverleners om op soortgelijke wijze met beeldcommunicatie aan de slag te gaan.
Virtuele spreekkamer Een andere mogelijkheid voor zorg op afstand, is het gebruik van Facetalk. Via een beveiligde internetverbinding kunnen gegevens worden uitgewisseld. In feite is Facetalk een virtuele spreekkamer. De zorgverlener spreekt met de cliënt en andere betrokkenen een tijdstip af voor een facetalk. De genodigden surfen naar de website en accepteren de uitnodiging. Iedereen kan via pc, tablet of andere mobiele apparatuur deelnemen. Behalve internet en een webcam is er géén extra apparatuur nodig. Momenteel wordt facetalk gebruikt in sommige ziekenhuizen. Zo zet het schisisteam van het UMC St Radboud FaceTalk in om consulten te houden met kinderen met de afwijking Schisis. Dit zijn kinderen geboren met een gespleten lip, een gespleten gehemelte, kaak of een combinatie hiervan. Via een videoscherm controleert de arts of het goed gaat met de patiënt. Het kind kan het online consult thuis doen en hoeft niet meer naar het ziekenhuis in Nijmegen af te reizen. Meer informatie is te vinden op www.facetalk.nl
auteursinformatie Lily Luyckx (l.luyckx@kentalis. nl) en Astrid van Hoek (
[email protected]) zijn werkzaam als gezinsbegeleidster van De Schakel.
vroeg december2012 11
Handige apps
Juf Jannie Kinderboerderij (taal, ¤ 1,59) Juf Jannie heeft inmiddels meerdere apps in de appstore staan. Eén daarvan is de app Kinderboerderij. Een mooie app om de woordenschat van het kind te vergroten. De app bestaat uit 4 scenes en elke scene bestaat weer uit twee onderdelen. Bij het ene onderdeel hoor je de woorden bij de afbeeldingen, plaatjes bewegen en er zijn geluiden bij. Bij het andere onderdeel worden vragen gesteld die bij dit thema horen. De app is gemaakt door leerkrachten.
voor in het onderwijs De iPad heeft een revolutie veroorzaakt in computerland. Vooral de eenvoudige bediening is opvallend: uitleg is eigenlijk niet meer nodig. Dit geldt zeker voor kinderen. Dat maakt nieuwsgierig naar de mogelijkheden in het onderwijs aan kinderen met een verstandelijke of meervoudige beperking.
Hello! Crayons (creatief, gratis) Hello! heeft meerdere apps uitgebracht. Eén ervan is de app Crayons. Je kunt daar zelf tekenen/ kleuren of gebruik maken van kleurplaten. Je hebt de keuze uit kleuren met krijtjes, stiften of kwasten.
Door Susan Spekschoor
De iPad is ingezet in verschillende leeftijds- en niveaugroepen op een school voor kinderen van 4 -12 jaar met een verstandelijke of meervoudige beperking. De kinderen waren direct enthousiast. Het maakt niet uit in welke groep je de iPad inzet, de meeste kinderen kunnen er mee werken. Neem de ervaring met een jongen die geen muis kan bedienen: na het openen van een app raakte hij het scherm aan en er gebeurde iets. Dat was bijzonder om te zien. De bedoeling en de mogelijkheid 12 vroeg december 2012
van een iPad was hem duidelijk. Zo zie je dat een iPad ook deze kinderen de mogelijkheid geeft om met ICT-middelen in de klas te werken.
deeld in vakken, thema’s en overige onderwerpen zoals autisme en dyslexie. U vindt er ook reviews en artikelen.
Verzamelsite In de appstore staan ontzettend veel apps, maar welke zijn nu goed voor (jonge) kinderen en ook nog eens educatief? Om die vraag te beantwoorden is het handig eens op de site ‘www.apps.yurls.net’ te kijken. Deze geeft een goed overzicht. De pagina’s zijn onderver-
Tien toppers Het aanbod is inmiddels aanzienlijk, waardoor je al gauw door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom in vogelvlucht een overzicht van tien apps die goed bruikbaar zijn, juist ook voor jonge kinderen met een verstandelijke of meervoudige beperking.
Awesome Xylophone (muziek, ¤ 1,79) Dit is een eenvoudige app waarmee je muziek kunt maken op de xylofoon. Je kunt met één of twee stokjes tegelijk muziek maken.
Maan Roos Vis letterlegger (taal-letters, ¤ 4,49) Dit is een app van Zwijssen voor beginnende lezers, maar ook voor kinderen die interesse krijgen in letters. De app bevat 5 niveaus en is gebaseerd op de leesmethode Veilig Leren Lezen.
Toca Tailor (spelen, ¤ 2,39) Toca Boca heeft inmiddels meerdere apps in de appstore. Met behulp van Toca Tailor ontwerpt het kind zelf een jurk, broek of shirt. Je kunt niet alleen kiezen uit bestaande stoffen, maar ook met de camera van de iPad of iPhone een stof maken. Wanneer de kleding klaar is dan kan de hoofdpersoon ook nog schoenen aan, ketting om, hoed op, et cetera. Als laatste heb je de mogelijkheid om een foto te maken van het eindresultaat.
Juf Jannie Puzzels (puzzelen, ¤ 1,79) Deze puzzel-app voor peuters en kleuters bestaat uit vijf niveaus. Van inlegpuzzel tot een puzzel van 25 stukjes. Per niveau heb je meerdere keuzes. De puzzels zijn kleurrijk en passen bij de belevingswereld van het kind. Ook kun je zelf een fotopuzzel maken.
Music Color (rekenen, ¤ 4,49) Met een druk op de knop hoor je de naam van een kleur, waarna je negen afbeeldingen ziet van voorwerpen, dieren, etc. die deze kleur hebben. Druk bijvoorbeeld op het paard en je krijgt foto’s te zien van het paard en je hoort ook het geluid erbij of klassieke achtergrondmuziek. Een prijzige app, maar zeker interessant voor kinderen die de kleuren willen leren.
Jop gaat slapen (spelen, ¤ 1,79) De app is geschikt voor jonge kinderen. Jop de giraf moet naar bed, maar dat kan niet. Eerst moet hij nog in bad, afdrogen, pyjama aan, tanden poetsen en meer. In deze app ga je Jop helpen.
Hulpmiddel De iPad biedt fantastische laagdrempelige mogelijkheden voor kinderen met een achterstand. Het is dan ook een mooie uitvinding, maar blijft net als de computer een middel. Je zet de iPad bewust in, omdat je daar een doel bij hebt. Het is geen vervanging van bijvoorbeeld een pc in de klas of de werkboeken. Dit zijn allemaal hulpmiddelen die ingezet kunnen worden om een doel te bereiken. Kijk dus goed wanneer, bij wie en waarom je de iPad in gaat zetten.
auteursinformatie 123 Cijfers (tellen, ¤ 0,89) Een app waarbij het kind leert tellen van 1 tot en met 10. Tel de dieren, maak jouw keuze uit één van de drie antwoorden en hoor of je het goed gedaan hebt.
LEGO Duplo (spelen, gratis) LEGO Duplo, maar dan als interactief verhaal. Ga mee in het verhaal en bezorg het cadeautje bij de jarige leeuw. Onderweg moet je bouwen en andere opdrachten uitvoeren.
Susan Spekschoor is werkzaam bij De Onderwijsspecialisten Christoffelschool SO en eindredactrice Kleuterportaal. Via haar eigen website verzamelt zij apps voor kinderen: www.apps.yurls.net
vroeg december2012 13
naar de hoogst haalbare graad van beveiliging van de website. Daarom is gekozen voor een inlog-procedure door middel van DigiD en UZI-pas voor respectievelijk burgers en zorgverleners. Op de website zijn achtereenvolgens open, besloten en persoonlijke zorgcommunities te onderscheiden. Binnen iedere community zijn vier functionaliteiten beschikbaar; blog, forum, bestanden en wiki. Op een blog kunnen berichten worden geplaatst over interessante ontwikkelingen, mededelingen of persoonlijke ervaringen van de eigenaar van de community. Een blog kan bestaan uit tekst, maar kan ook een video zijn of afbeeldingen bevatten.
Digitale brug tussen zorgverlener en cliënt Steeds vaker blijkt samenhangende, patiëntgerichte en betaalbare gezondheidszorg hand in hand te gaan met doeltreffende communicatie. Drie jaar geleden leidde dit besef tot de oprichting van MijnZorgnet. Deze innovatieve oplossing slaat met een toegankelijke digitale infrastructuur de brug tussen professionals en patiënten. Voor het jeugddomein biedt het netwerk een uitgelezen kans. Door Karin de Roos
MijnZorgnet is een initiatief van professor dr. Jan Kremer (gynaecoloog) en professor dr. Bas Bloem (neuroloog) en is een dochteronderneming van het UMC St Radboud. Het idee is geboren uit de wens om de zorg op een andere manier te organiseren: meer geredeneerd vanuit de patiënt en georganiseerd in samenhang met alle betrokkenen. Wat begon met een paar aantekeningen op de achterkant van een bierviltje, groeide uit tot een businessplan. Een subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zorgde voor een stroomversnelling. Anno 2012 maken al meer dan 10.000 mensen gebruik van MijnZorgnet. 14 vroeg december 2012
Voordelen jeugddomein Cliënten kunnen via MijnZorgnet niet alleen zorgverleners, maar ook andere relevante (mantel)zorgers betrekken. Vragen stellen en informatie uitwisselen gaat eenvoudig en op een moment dat het hen schikt. Ouders krijgen op die manier de mogelijkheid hun regierol sterker uit te voeren. Zij kunnen alle informatie rond hun kind bundelen en met behulp van betrokken professionals het plan van hun kind integraal uitvoeren. MijnZorgnet biedt zorgverleners op hun beurt een uitgelezen kans om efficiënter en patiëntgerichter te werken. Zij kunnen zich profileren met
hun eigen digitale poli of praktijk. Vragen van patiënten kunnen worden beantwoord wanneer het hen uitkomt, met collega’s kan online worden overlegd en informatie kan eenvoudig worden gedeeld met groepen patiënten. Voor de netwerken van Integrale Vroeghulp biedt MijnZorgnet op die manier kosteloos een locatie-onafhankelijk platform voor professionele uitwisseling.
Hoe werkt MijnZorgnet? Het gebruik van MijnZorgnet is kosteloos voor zowel professionals als ouders. Omdat de communities toegang bieden tot medische informatie, streeft MijnZorgnet vanaf het begin
Op een forum wordt kennis en ervaringen met andere leden van een community (patiënten, mantelzorgers, zorgverleners) gedeeld. Het forum is de plek bij uitstek om met elkaar in gesprek te gaan, vragen te stellen en opmerkingen te plaatsen. Veel patiënten vinden het ook leuk om vragen van andere patiënten te beantwoorden. Op die manier nemen zij de zorgverleners werk uit handen. Via de bestandspagina kunnen documenten worden gedeeld met alle leden van de community, terwijl de wiki de mogelijkheid biedt een ‘levend artikel’ over een bepaald onderwerp te publiceren, dat vervolgens door leden van de community kan worden aangevuld. MijnZorgnet beschikt inmiddels over 29 groepen die zich vanuit het perspectief van ouders, professionals of een specifieke medische aandoening
bezig houden met (jonge) kinderen. Zo zijn er groepen over gedrag, opvoeding of zwangerschap, maar er zijn ook specifieke groepen geformeerd rond kinderen met bijvoorbeeld een schisis, een tracheacanule, een cochleair implantaat of coeliakie. Wie eenmaal deelnemer is van MijnZorgnet, kan zich bij iedere groep aansluiten die voor hem of haar relevant is.
Eindelijk samenhang De mogelijkheden die MijnZorgnet biedt kan het einde betekenen van de tijd waarin ouders ‘het recht krijgen het dossier van hun kind in te kijken’. Daarvoor in de plaats komt er juist een sterker accent te liggen op ‘het gelijkwaardig partnerschap tussen professionals en ouders’. Illustratief in dit licht is de volgende reactie van een moeder: “Mijn dochter heeft al vanaf jonge leeftijd problemen met de taalontwikkeling, het gehoor en de motoriek. Omdat de deskundigen het allemaal niet goed konden plaatsen, hebben we heel wat loketjes afgelopen. Ik heb nu zelf een dossier aangemaakt in MijnZorgnet, waar de verslagen van de psycholoog, audioloog, fysiotherapeut, KNO-arts en de logopediste allemaal in staan. Voor de laatste uitgebreide onderzoeken heb ik iedereen, inclusief de school en mijn ouders, toegang gegeven tot het dossier. Dit scheelt veel gedoe en werkt nu heel snel. Als ik een vraag heb aan een behandelaar, stel ik die eenvoudig in de community en ook anderen zijn vervolgens op de hoogte.”
Voordelen op een rij Ouders: • Regie over het zorgproces van hun kind • Uitwisseling van informatie in een veilige digitale omgeving • Vragen stellen wanneer dat hen zelf uitkomt • Ontmoeten van andere ouders, lotgenotencontact • Cliëntinformatie op één plek gebundeld • Laagdrempelige mogelijkheid om mantelzorgers te betrekken bij het zorgproces
Zorgverleners: • Vragen van patiënten beant woorden wanneer het uit komt • Online overleggen met collega’s • Op de hoogte blijven van wat er leeft bij ouders en cliënten • Eenvoudig informatie delen met groepen cliënten
auteursinformatie Karin de Roos is eigenares van bureau Schriftelijk (www.schriftelijk.com) en lid van de klankbordgroep Stichting Vroeghulp Rotterdam. Het artikel is geschreven met medewerking van MijnZorgnet.
Meer weten over MijnZorgnet? Ga naar www.mijnzorgnet.nl
“Als je eenmaal met MijnZorgnet bent begonnen, begrijp je niet dat je niet eerder bent gestart.” Hans van Mourik, fysiotherapeut vroeg december2012 15
Eén gezin één plan één team
'Een nieuwe kijk op zorg voor jeugd en gezin’
Buurtzorg Jong helpt gezinnen waar kleine of grote problemen zijn. Er wordt in
Buurtzorg Jong laat een gezin pas ‘los’ als het weer zelf verder kan. Centraal staan duurzame oplossingen, gericht op zorgonafhankelijkheid. Loslaten betekent soms dat men een vinger aan de pols blijft houden door er af en toe langs te gaan. Het vergroten van de zelfstandigheid van een gezin kan overigens ook gaan over het helpen bij het leren omgaan met beperkingen.
brede aanpak wordt voorkomen dat meerdere organisaties en hulpverleners zich met een gezin bezighouden. Dat heeft een enorm positief effect op zowel de gezinnen als de hulpverleners. Omdat alle disciplines in één team binnen één organisatie werken, kan het doel van één gezin, één plan, één team - recent opgenomen in het regeerakkoord optimaal gerealiseerd worden.
Multidisciplinaire teams De samenstelling van teams is verschillend en afhankelijk van de vragen en problemen die zich voordoen bij de gezinnen in een wijk of dorp. Professionals die passen binnen een team zijn maatschappelijk werkers, pedagogen,wijkverpleegkundigen, sociaal-psychiatrisch hulpverleners, ambulant begeleiders en jeugdzorgwerkers. Door de multidisciplinaire samenstelling van de teams en de
Zelfsturend Buurtzorg Jong werkt met zelfsturende teams. Dat betekent dat de professionals binnen de teams zelf de organisatie, planning en samenwerking regelen. Er zijn geen managers. De teamleden bepalen samen binnen organisatorische en professionele kaders de prioriteiten. Dat maakt dat een team altijd de hulp kan bieden die nodig is en zich niet beperkt voelt door het aanbod van een organisatie of de doelstellingen van het
management. De medewerkers hebben daardoor een grote mate van betrokkenheid, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en creativiteit.
Nationale Jeugdzorg Prijs Buurtzorg Jong heeft inmiddels pilots gedraaid in Amersfoort en Enschede. Deze pilots trokken veel belangstelling. In oktober 2012 is een team gestart in de gemeente Stichtse Vecht en vanaf januari 2013 gaan er teams starten in onder meer Putten en Amsterdam Zuid-Oost. De werkwijze van Buurtzorg Jong werd onlangs beloond met de Nationale Jeugdzorg Prijs.
auteursinformatie Annemiek de Klein (06-22918638, a.deklein@ buurtzorgnederland.com) is projectleider Buurtzorg Jong.
Kijk voor meer informatie op: www.buurtzorgjong.nl
de wijk gewerkt vanuit een klein, multidisciplinair en zelfsturend team waar men van op aan kan. Na enkele succesvolle pilots zijn de eerste teams inmiddels operationeel. Door Annemiek de Klein
Buurtzorg Jong, een initiatief van Buurtzorg Nederland, helpt een gezin snel en zo compleet mogelijk. Ieder gezin krijgt een eigen vertrouwde hulpverlener die luistert naar wat er aan de hand is en wat voor het gezin belangrijk is. Onder het motto ‘Eerst buurten, dan zorgen’ wordt daar binnen de eigen huissituatie uitgebreid de tijd voor genomen. Na het doornemen van de problemen wordt samen met het gezin naar oplossingen gezocht die het best passen binnen de mogelijkheden die er zijn. Wanneer nodig, steekt de medewerker van Buurtzorg Jong ook de helpende hand uit, bijvoorbeeld in het 16 vroeg december 2012
huishouden, bij het weer opbouwen van een dagritme of door een tienermoeder voor te doen hoe je een baby verzorgt. Daar blijft het niet bij. De hulpverleners geven ook praktische opvoedadviezen, gaan mee naar school als daar problemen zijn, onderhandelen met instanties, begeleiden jongeren naar een opleiding en doen nog veel meer. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de expertise van collega’s in het wijkteam en indien nodig van specialisten.
Duurzame oplossingen Kortom, Buurtzorg Jong doet datgene wat nodig is om het gezin effec-
tief te helpen. Daarbij wordt altijd gekeken naar wat de leden van het gezin zelf kunnen. Ook wordt nagegaan of er mensen in de omgeving zijn die iets kunnen betekenen voor het gezin. De teamleden doen dat praktisch door contact te leggen in de buurt met naaste bewoners en met andere ouders op school of in de omgeving. Indien nodig gaat men op zoek naar vrijwilligers om hen voor kortere of langere tijd te koppelen aan het gezin. Mantelzorgers en vrijwilligers worden ondersteund, zodat zij de goede dingen kunnen doen en het langer vol kunnen houden. vroeg december2012 17
Autisme:
van signaleren
tot behandelen
Autisme is en blijft een intrigerende stoornis die steeds beter én vroeger blijkt te diagnosticeren. Tijdens het Autisme Congres op 13 november is uitvoerig stilgestaan bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van screening, diagnostiek en behandelingen. Door Louise van den Broek, hoofdredacteur
Dagvoorzitter Ina van BerckelaarOnnes, emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit Leiden, houdt haar gehoor voor wat er gaat veranderen op het gebied van autisme in de DSM 5. Vanaf mei 2013 bestaat er nog maar één classificatie voor autisme, te weten de autismespectrumstoornis. Van de drie hoofdkenmerken die nu nog in de DSM IV worden onderscheiden, blijven er twee over: beperkte sociale interactie & communicatie en beperkte interesses & stereotypieën. Nieuw is verder dat sensorische informatieverwerking meetelt in de classificatie en dat de mate van ernst zal worden aangegeven. Tot slot benadrukt Van Berckelaar het feit dat de diagnose op elk moment in iemands leven kan worden gesteld. Dit ontlokt haar de oproep toch vooral heel voorzichtig te zijn met het stellen van een diagnose op jonge leeftijd.
screeningslijsten; MSc Jorieke Duvekot, onderzoeker van het Erasmus MC, laat de verschillende mogelijkheden hiervan de revue passeren. Wat ze bijna allemaal gemeen hebben, is dat ze goed onderscheid maken tussen normale en niet-normale ontwikkeling bij jonge kinderen, maar niet altijd tussen het wel of niet hebben van een autismespectrumstoornis. Uit onderzoek blijkt zelfs dat slechts 60% van de kinderen die voor hun derde jaar als autistisch worden gediagnosticeerd, deze diagnose in hun latere leven behouden. Het meest onderscheidende symptoom is volgens haar
Puzzelstukjes Ook tijdens de andere verhandelingen over screening en diagnostiek komt telkens naar voren hoe belangrijk het is om altijd meerdere stukjes van de puzzel te leggen alvorens over te gaan tot een classificatie of diagnose. Er bestaat inmiddels een aantal
Diagnostiek Komen kinderen als risicovol uit de screening, dan kunnen andere diagnostische middelen worden ingezet. Dr. Maretha De Jonge, cognitief gedragstherapeut en gz-psycholoog aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, vertelt over het ouderinter-
18 vroeg december 2012
view. Dr. Annelies de Bildt als psycholoog en onderzoeker werkzaam bij Accare in Groningen, geeft op haar beurt het belang van de directe observatie aan. Beide zijn tijdrovende middelen, maar zij maken het beeld veel completer. Voordeel van een goed ouderinterview is dat er uitgebreid naar voorbeelden en verhalen kan worden gevraagd. Deze maken soms heel schrijnend duidelijk wat er in de ontwikkeling van een kind gebeurt. Tijdens de gestandaardiseerde observatie, zoals door de ADOS, wordt bepaald gedrag bij de kinderen uitge-
‘Wees voorzichtig met het stellen van diagnose op jonge leeftijd’ de repetitieve en 'vreemde' gedragingen die de kinderen laten zien.
zijn er allerlei mogelijke behandelingen. In het middagprogramma komt een aantal veelbelovende programma's aan bod die min of meer evidencebased zijn dan wel in de onderzoeksfase zitten. Van het trainen van de executieve functies van kinderen middels computerprogramma's, via gedragstherapeutische programma's als Applied Behavioral Analyse, Pivotal Response Training en ESDM (Early Start Denver Model) tot aan de uitgebreide gezinsbehandeling zoals die in het Leo Kannerhuis is ontwikkeld. Al deze programma's vragen om een uitgebreide training en zijn zeer tijdsintensief. Gelukkig laat Van Berckelaer tot slot weten dat er heel goed uit de verschillende programma's te 'grazen' valt. Er zijn eenvoudige oefeningen voor professionals en ouders beschikbaar, die iets kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de kwetsbare autistische kinderen. Om haar woorden kracht bij te zetten, ontvangen alle aanwezigen een exemplaar van ‘Autisme bij jonge kinderen'. Dit boek is gestoeld op het Early Start Denver Model en laat zien hoe ouders en professionals spelenderwijs de ontwikkeling van een autistisch kind met behulp van eenvoudige strategieën een stapje verder kunnen helpen.
Early Start Denver Model
Pivotal Response Training (PRT)
Het ESDM is een ontwikkelingsgerichte behandeling voor vroege interventie bij jonge kinderen met autisme. Het model is gebaseerd op kennis van de normale ontwikkeling. Peuters en kleuters worden uitgelokt om samen met anderen dingen te beleven. Het doel is de ernst van de symptomen van autisme te verminderen en de ontwikkeling van kinderen, vooral op het gebied van cognitie, taal, sociale en emotionele vaardigheden, te versnellen. Om dat te bereiken moet de interventie zo vroeg mogelijk worden ingezet. Het ESDM richt zich op alledaagse activiteiten. Er is veel aandacht voor spel, imitatie en non-verbale communicatie. Het ESDM is ontwikkeld om te worden gebruikt en begeleid door professionals. Meer informatie is te vinden in het boek ‘Het ESDM voor jonge kinderen met autisme’, auteurs Sally J. Rogers & Geraldine Dawson.
Pivotal Response Training (PRT) is een gedragstherapie met ouder en kind. PRT is afgeleid van de principes van ABA. Het is een naturalistische leermethode, wat betekent dat het probeert om het kind in zijn eigen natuurlijke omgeving te laten leren. Bij PRT maken behandelaars gebruik van technieken om kinderen meer contact te laten maken en om functioneel taalgebruik te leren. Ouders leren deze technieken te gebruiken in de dagelijkse leefomgeving van hun kind. In Nederland is het Centrum Autisme (www.centrumautisme.nl) gecertificeerd door de Amerikaanse ontwikkelaars om de behandeling te geven.
ABA Applied Behavior Analysis (ABA) is in Nederland ook bekend als toegepaste gedragsanalyse. Kenmerken van de gedragsanalyse zijn het belonen, ondersteunen en oefenen van gewenst gedrag. De behandeling is zeer intensief en wordt één op één gegeven door ouders en professionals die uitgebreid getraind zijn.
lokt. De Bildt vertelde dat er een nieuwe module van de ADOS wordt ontwikkeld, waarmee kinderen vanaf 1 jaar al kunnen worden geobserveerd. Ook het ouderinterview, de ADI-R krijgt een aanpassing, waardoor deze beter geschikt wordt voor ouders van jonge kinderen.
Veelbelovende programma's Is de diagnose eenmaal gesteld, dan vroeg december2012 19
in het kort
26 september 2012 Symposium | Hogeschool Leiden
opvoeden, opleiden en opgroeien doe je samen www.jorikcongres.nl
Hoe signaleren we problemen bij jonge kinderen? Wat is nog ‘gewoon’ en wat niet meer?
Van schoot tot sofa In Nederland heeft ruim 5% van de kinderen onder de vijf jaar last van emotionele en gedragsproblemen. Niet bekend is hoeveel van deze baby’s en peuters met serieuze stoornissen daadwerkelijk worden gediagnosticeerd. Op 5 oktober 2012 liet Prof. dr. Hedwig van Bakel in haar oratie ‘Understanding infants: van schoot tot sofa’ weten daar verandering in te willen brengen. Hiertoe gaat ze de komende jaren bestaande diagnostiek en behandelingen voor deze doelgroep wetenschappelijk beter onderbouwen en verder ontwikkelen. Daarbij onderzoekt ze niet alleen hoe vaak deze stoornissen voorkomen, maar ook wat de oorzaak is van de problemen en hoe de kinderen en hun ouders beter geholpen kunnen worden.
Sport in speciaal onderwijs
Hoe kunnen school en ouders elkaar aanvullen? Allemaal vragen die op 26 september aan de orde kwamen tijdens het 6e jaarcongres van Stichting Jorik. Door Hanne Cools, redactielid Vroeg
Door werkelijke samenwerking met ouders én hun netwerk kunnen kinderen tóch veilig opgroeien in risicovolle gezinssituaties, aldus dr. Öry, kinderarts maatschappelijke gezondheidszorg. Hij benadrukt dat door met ouders samen te werken als partners de positie van het kind wordt versterkt: hierdoor wordt namelijk de eigen kracht van het gezin gemobiliseerd. Stichting Jorik vindt juist dit onderwerp de grootste uitdaging nu de regierol van de gemeenten in de jeugdzorg steeds belangrijker wordt. Tegelijkertijd wordt immers ook van burgers, instellingen en ondernemers verwacht dat zij in toenemende mate actief zijn in het gezamenlijk opvoeden, opleiden en gezond laten opgroeien van ‘hun’ kinderen en jeugdigen.
Gelijkwaardige samenwerking Van belang in dit licht is de aanpak van de GGD Hollands Midden, één van de aanbieders van een deelsessie. Vanuit de preventieve jeugdgezondheidszorg zochten zij naar manieren om de samenwerking met ouders op meer gelijkwaardige manier vorm te geven. Tegelijkertijd willen JGZ en GGD ook meer aandacht geven aan kinderen en gezinnen die dat ook echt nodig hebben. Die tijd kan bijvoorbeeld beschikbaar komen door niet langer álle reguliere contactmomenten uit te voeren bij gezinnen waar weinig of geen problemen zijn. Gezocht wordt naar manieren om beter in te schatten welke gezinnen dat zijn en welke ondersteuning het beste aansluit bij kind en gezin. Hiertoe is een instrument ontwikkeld, waarmee die gezamenlijke weging - in gesprek met ouders - tot stand komt. Basis voor dit gesprek vormt een kleurrijke matrix met de titel: ‘Wat zijn de krachten en behoeften van mijn gezin op dit 20 vroeg december 2012
moment?’ De matrix is leidraad voor een gesprek met ouders op een breed spectrum. Allereerst komt de ontwikkeling van het kind aan de orde: lichamelijk, verstandelijke, emotioneel en sociaal. Vervolgens wordt ingegaan op basiszorg en veiligheid, opvoeding en omgevingsfactoren.
Proefperiode Tijdens de workshop geven de initiatiefnemers – bij monde van pedagoog Marjanne Bontje en stafarts Nathalie Leeuwenburgh – nadere uitleg. Ook mogen de aanwezigen uitproberen of het inderdaad lukt om met behulp van de matrix werkelijk in gesprek met ouders te komen en de behoeften van een gezin goed in beeld te krijgen. Vanuit deze ervaring komt men met tips en adviezen, met name over de praktische toepasbaarheid van de matrix als leidraad voor een gesprek. Duidelijk is echter wel dat men de ambities van Hollands Midden om flexibeler te gaan werken en vorm te geven aan gelijkwaardigheid tussen professionals en ouders zeer waardeert. Het is nu wachten op de eerste ervaringen en resultaten van de proefperiode die nog dit jaar van start gaat. De ontwikkeling en monitoring van de nieuwe werkwijze wordt ondersteund door de Academische Werkplaats Jeugd Noordelijk Zuid-Holland.
Jonge risicokinderen Stichting Jorik zet zich in voor het ontwikkelen en verbreden van expertise op het gebied van jonge risicokinderen. Kijk voor meer informatie op: www.stichtingjorik.nl
Trapsgewijs Bij de CEDgroep is een handzaam boekje uitgekomen dat gaat over ‘omgaan met opvallend gedrag van jonge kinderen’. Het boekje geeft veel tips aan pedagogische medewerkers over drie veel voorkomende vormen van opvallend gedrag: druk, opstandig en teruggetrokken gedrag. Er wordt geïnventariseerd wat de behoeften zijn van deze kinderen en hoe je hier als professional mee om kunt gaan. Bedoeling is dat het kind net dat extra zetje krijgt om zich verder te kunnen ontwikkelen. Meer informatie: www.cedgroep.nl
Volgens bewegingswetenschapper Pieter Jelle Vuijk van het UMCG moeten kinderen met een licht verstandelijke beperking op het speciaal basisonderwijs meer bewegen. “Dit kan een gunstig effect hebben op hun lees- en rekenprestaties.” Vuijk richtte zich op een groep kinderen met leerproblemen en een laag IQ die speciaal basisonderwijs volgen. In zijn promotieonderzoek vond hij een positief verband tussen bewegingsvaardigheden en schoolprestaties. Vuijk promoveerde in oktober op de resultaten van zijn onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Meer informatie is te vinden op www.umcg.nl. Zoek onder persberichten.
Genetische variant en probleemgedrag Ruim een derde van de Nederlanders is drager van een genetische variant die de gevoeligheid voor het stresshormoon cortisol beïnvloedt. Kinderen die deze genetische variant van één of van beide ouders erven, reageren vaker op omgevingsfactoren zoals stress. Heeft een zwangere vrouw veel stress, dan kan het stressmechanisme van de foetus te gevoelig worden afgesteld. In de peutertijd hebben deze kinderen duidelijk meer kans op gedragsproblemen, waaronder angst en agressief gedrag. Dit blijkt uit onderzoek van Erasmus MC, waarop artsonderzoeker Fleur Velders op woensdag 31 oktober is gepromoveerd. “Het gaat om moeders die algemene angstige en depressieve klachten hadden, geen psychiatrische diagnose of klachten die direct verband houden met hun zwangerschap”, aldus Velders. “Zij voelen zich onder andere hopeloos over de toekomst, hebben minderwaardigheidsgevoelens of zijn zomaar plotseling bang. Al tijdens de zwangerschap vindt er een samenspel plaats tussen deze klachten van de moeder en genen van het kind. Dit geeft beter inzicht in het ontstaan van gedragsproblemen bij kinderen.” Bron: Erasmus MC
Foto: Suzanne Reuling
6e Symposium
Opvoeden doen professionals en ouders samen
vroeg december 2012 21
Transitie jeugdzorg krijgt vorm
‘Er is nog geen duidelijkheid over het oormerken van bestaande middelen’ directieraadsvoorzitter Ralph Pans meteen aankondigde dat het volgend jaar wordt herhaald. Er is een filmisch verslag gemaakt, dit is te vinden op de website www.vng.nl. Op youtube onder ‘jeugdfestival VNG’ zijn interviews terug te kijken.
Spoorboekje transitie Voor gemeenten en (jeugd)zorgaanbieders is er een actueel spoorboekje over de transitie jeugdzorg. Het spoorboekje ‘Dromen zijn doelen met deadlines’ omvat een stappenplan over alle zaken die gemeenten geregeld moeten hebben om op 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp over te nemen.
Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdzorg. Deze overheveling van taken en werkzaamheden wordt aangeduid als transitie. Hoe wordt aan deze megaoperatie vorm gegeven? En wat zijn de kansen en valkuilen voor de integrale vroeghulp? Door: Susan Osterop
De jeugdzorg valt nu nog onder het Rijk, de provincies, de gemeente, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet (ZvW). Vanaf 2015 zijn alle onderdelen die onder de verzamelnaam ‘jeugdzorg’ vallen in handen van de gemeenten: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdgeestelijke gezondheidszorg en jeugdlicht verstandelijk gehandicaptenhulp.
Hulp bij de transformatie Alle gemeenten hebben de opdracht om vorm te geven aan hun nieuwe taken op het gebied van de jeugdzorg, met inbegrip van die op het terrein van de integrale vroeghulp. 22 vroeg december 2012
Gelukkig worden gemeenten en zorgaanbieders ondersteund bij de transformatie. Er worden tal van informatiebronnen aangeboden, zowel digitaal als via bijeenkomsten:
Voordejeugd.nl De website ‘www.voordejeugd.nl’ is van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Veiligheid en Justitie (VenJ) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Bedoeld voor iedereen die professioneel is betrokken bij de uitvoering van de stelselwijziging jeugd. Nji.nl De website ‘www.nji.nl’ van het
Nederlands Jeugd Instituut bevat onder meer een themadossier transitie jeugdzorg met rubrieken als: transitie in de praktijk, regierol gemeenten, effectieve interventies, prestatie-indicatoren, zorgvuldig beslissen en voorbeelden van jeugdbeleid.
VNG jeugdfestival Op het VNG jeugdfestival kwamen onlangs op één dag ruim 700 mensen uit alle sectoren van de jeugdzorg bij elkaar, samen met wethouders en raadsleden. De informele setting en het diverse inhoudelijke aanbod leidde tot veel enthousiasme bij bezoekers en de 120 sprekers. Het festival was zo geslaagd, dat
Het spoorboekje volgt het hele transitie- en transformatieproces van begin tot einde. De stappen die gemeenten daarin nemen zijn onder meer: • het maken van strategische keuzes; • de organisatorische invulling; • het realiseren van de gemaakte keuzes. Het spoorboekje is gebaseerd op de consultatieversie van de nieuwe Jeugdwet. Het is een uitgave van het Transitiebureau Jeugd, een samenwerkingsverband tussen VWS, VenJ en de VNG. Het boekje is te downloaden via ‘www.voordejeugd.nl’.
Gevaren op de weg De ministeries verwerken momenteel de binnengekomen reacties op de concept-jeugdwet. Dit zijn er meer dan honderd. Het aangepaste voorstel gaat dan voor advies naar de Raad van State en daarna naar de Tweede Kamer. MEE Nederland en
andere partners hebben aandacht gevraagd bij de bewindslieden voor de Integrale Vroeghulp en de implementatie van het project Vroeg, Voortdurend, Integraal (VVI). In de concept-jeugdwet liggen namelijk wel wat gevaren. Zo is er nog geen duidelijkheid over het oormerken van de bestaande middelen van de Integrale Vroeghulp. Gebeurt dit niet, dan is het de vraag of gemeenten het geld daaraan wel besteden. Doen zij dit niet, dan bestaat het risico dat een belangrijk element in het nieuwe jeugdbeleid verdwijnt. Dat zou een slechte zaak zijn, te meer daar het bij Integrale Vroeghulp, naast vroegsignalering, met name gaat om diagnosticering. Een ander belangrijk aspect is de coördinatie in de hulpverlening, zodat ouders en kinderen niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Niet alleen voorkomt dat voor hen veel problemen, ook bespaart dit de samenleving veel onnodige kosten.
Dromen zijn doelen met deadlines
Spoorboekje transitie jeugdzorg
Het spoorboekje ‘Dromen zijn doelen met deadlines’ is te downloaden via ‘www.voordejeugd.nl’
auteursinformatie Susan Osterop (sosterop@ vgn.nl) is projectcoördinator Vroeg, Voortdurend, Integraal (www.vroegvoortdurendintegraal.nl). Zij is tevens redactielid van Vroeg.
Van transitie naar transformatie ‘Vroeghulp Ede’ is in de regio Zuid Veluwe in ontwikkeling als voorbeeld van krachtenbundeling van samenwerking op lokaal niveau. Om hiervan een succes te maken moet je elkaar kennen, korte lijnen hebben, kunnen integreren en bereid zijn om dicht bij en met elkaar te werken. Voor ouders en professionals wordt om die reden één voordeur voor vroeghulp gerealiseerd vanuit het centrum jeugd en gezin (CJG). Achter deze voordeur zit het hele traject van intake, vraagverheldering tot toeleiding naar vervolghulp en nazorg. De meerwaarde van samenwerking bevindt zich op het vlak van preventie, gezamenlijk vroegsignaleren, vroegdiagnostiek, multidisciplinair advies en begeleiden van zorgkinderen richting passend onderwijs. De gemeente is regiehouder en ondersteunt het samenwerkingsinitiatief om vanuit de praktijk op inhoud door te ontwikkelen, levend te houden en afspraken vast te leggen binnen de lokale basisstructuur jeugd.
vroeg december2012 23
georv
Vroeg, hét vakblad voor u! vroeg VAKBL AD
JAARGA NG
OVER VROEG TIJDIG
E ONDER KENNI
29, OKTOB ER 2012
THEMA
Spelen = ler
NG EN INTEGR ALE VROEG HULP
en: vier erv
Samen spele
Kinderen me
BIJ ONTW IKKELI
SSEN
3
t niet-aangeb
JAARGA NG
29, DECEM BER
OVER SIG NALER
EN EN VR OEGHU
ningen
toch?
oren herse
nletsel
LP BIJ ON TWIKK
ELINGSPR
OBLEMEN
4/5
2012
THEMA
Ik wil iets ve
aringsorde
n, logisch,
vroeg VAKBLAD
NGSST OORNI
Digitale bru
In drie weke
rtellen ma
g tussen zor
ar weet nie
gverlener en
n naar comp
t hoe
cliënt
leet behand
elplan
• Over signaleren en vroeghulp bij ontwikkelingsproblemen • Voor elke professional die zoekt naar verdieping • Abonnement ¤ 25,- p.j. • Plus-abonnement – 5 exemplaren - ¤ 100,- p.j. Abonneer u nu. Mail uw gegevens naar:
[email protected]
Volgende keer in Vroeg: Thema Ouders
In de volgende Vroeg staan ouders centraal. Bij jonge kinderen is de zorg van en de relatie met de ouders van onschatbare waarde voor hun ontwikkeling. Op welke manier kunnen zorgverleners ouders hierbij ondersteunen en hoe hebben ouders zichzelf al georganiseerd? U leest het in de volgende Vroeg.
Agenda punten 31 januari Oog voor het kind
6 maart Cursus: Eet- en drinkproblematiek
Tijdens deze dag krijgt u informatie over het onderzoeken van de ogen van jonge kinderen. Maar ook is er gelegenheid om te oefenen. Bedoeld voor jeugdartsen en JGZ-verpleegkundigen. Locatie: Ede Informatie: www.scem.nl
Deze cursus over problemen met eten en drinken bij baby's en zeer jonge kinderen is bedoeld voor logopedisten. Naast de theorie komen ook praktische vaardigheden voor onderzoek en behandeling ruim aan bod. Locatie: Amsterdam Informatie: www.proeducation.nl
agenda 7 februari Spel als therapie
Deze bijeenkomst is speciaal bedoeld voor kinderfysiotherapeuten. In een aantal lezingen staat de vraag centraal hoe spel therapie wordt en hoe therapie kinderspel wordt. Locatie: Leusden Informatie: www.nvkf.nl
6 maart Congres: Gedragsstoornissen
Een goede theoretische basis helpt leerkrachten om beter met gedragsstoornissen om te gaan. Wat gebeurt er in de hersenen van een kind met ADHD, ODD of CD? Hoe zorgt u voor een werkbare situatie in de klas? Locatie: Utrecht Informatie: www.medilex.nl
7 maart Theoriedag: Emotionele Ontwikkeling
Tijdens de theoriedag bespreekt Professor Anton Došen emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten en ervaringen uit de praktijk. Ook is er aandacht voor praktische hulpverlening (assessment, diagnostiek en behandeling). Locatie: Den Bosch Informatie: www.fortior.info
Organiseert u of uw organisatie een cursus, congres, symposium dat interessant is voor de lezers van Vakblad Vroeg? Geef het door aan
[email protected]