UNIVERSITEIT VAN ARUBA Faculteit der Rechtsgeleerdheid Studiejaar 2013-2014
PERSONEN EN FAMILIERECHT Bachelor 3
Universiteit van Aruba mr. M. Gielen prof. mr. G.R. de Groot 1
Inhoud Voorwoord Inleiding Omschrijving van het vak Studiedoel Verplichte literatuur: A Handboeken B Aanvullende literatuur Aanbevolen literatuur Onderwijsvorm Onderwijs De opbouw van de stof De wetgeving De rechtspraak Leerdoel Bonusopdracht De oefen-opdrachten Tentamenstof Tentamen en eindcijfer Vragen
3 3 3 3 3 3 4 4 5 5 5 5 5 6 6 7 7 7
Programma-overzicht
8
Jurisprudentielijst Relevante wetswijzigingen in Nederland en Curacao Leerstof -overzicht 1 Introductie 2 De persoon 3 Samenlevingsvormen 4 Echtscheiding 5 Afstamming 6 Afstamming (vervolg) en adoptie 7 Gezag over minderjarigen 8 Maatregelen van Jeugdbescherming 9 Bescherming van meerderjarigen 10 Bespreking proeftentamen
9 10 13 13 16 22 26 29 32 34 38 41 44
Proeftentamen
45
Bijlage 49 1. Prof. Mr. G.R. de Groot, Nieuwe ontwikkelingen betreffende erkenning en het Nederlanderschap, WPNR 2009 – 6800, blz 442 – 449; 2. Aanvullingen en wijzigingen Burgerlijk Wetboek Curaçao – Boek 1, blz 1 t/m 25 – uitgave van 11 november 2011, Stichting Jurdoc; 3. Brieven van vaderschap 2557/JAZ; 4. Advies brieven van vaderschap nr. HAR – 77/02; 5. GHvJNAA 3 juli 2008, H-27/08 ; 6. GHvJ 16 augustus 2011, EJ 793/10 – H 75/11; 7. GEA 8 oktober 2009, behorende bij E.J. nrs. 3050 van 2008 en 1798 van 2007 (verzoek verlening ondertoezichtstelling); 8. Voogdijregeling Antilliaanse en Arubaanse jongeren (Raad van Kinderbescherming); 9. Rubric beoordelen leerdoel en vragen. 2
Voorwoord Inleiding Deze reader bevat naast een omschrijving van het vak een opgave van de voorgeschreven literatuur, jurisprudentie en wenken voor een studiestrategie. Zo bevat deze reader praktische informatie over het onderwijs, zoals het programma-overzicht, een weekoverzicht van de stof met casusmateriaal en over zaken die verband houden met de tentamens. Tevens wordt verantwoording afgelegd van de wijze van opbouw en presentatie van de stof. Omschrijving van het vak
Het Personen- en Familierecht is in Aruba geregeld in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Iedereen krijgt er in de praktijk mee te maken. Immers het PFR geeft regels ten aanzien van de persoonlijke staat van burgers, zoals bijvoorbeeld: geboorte, naam, nationaliteit en burgerlijke staat, en hun onderlinge persoonlijke relaties, zoals bijvoorbeeld: huwelijk, scheiding en ouderlijk gezag. Op een aantal onderdelen wijkt het Arubaanse Personen- en Familierecht af van het Nederlandse Personen- en Familierecht. Aan deze verschillen zal met name tijdens het onderwijs aandacht worden besteed. Bij de bovenstaande onderwerpen gaat het vaak ook nog over het grondrecht van eerbiediging van ‘family life’ als bedoeld in artikel 8 EVRM en het verbod van discriminatie. Ook hier zal aandacht aan worden besteed. Voorts wordt aandacht besteed aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Studiedoel Het vak Personen- en familierecht (P&F) is gericht op: - Het verwerven van basiskennis van en inzicht in het systeem en de kernleerstukken van het Arubaanse Personen- en Familierecht zoals dit is neergelegd in Boek 1 van het Arubaanse Burgerlijk Wetboek; - Het zelfstandig toepassen van het verworven inzicht bij het analyseren en beargumenteren van een ongeordende feitencomplex zoals zich dat in de praktijk ook kan voordoen om zo tot een juiste oplossing van het probleem te komen; - Zelfstandig kunnen opstellen van leerdoelen bij afzonderlijke deelgebieden binnen het personen- en familierecht (competentiemanagment); - Het opstellen van vragen met als doel het gekozen leerdoel bij de afzonderlijke deelgebieden te bereiken; - Zelfstandig kennis en inzichten eigen maken en kunnen toepassen in een aantal verdiepende familierechtelijke vraagstukken. Verplichte literatuur A Handboeken 1. M.J.A. van Mourik, A.J.M. Nuytinck, Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht (Studiereeks Burgerlijk Recht deel I), 5e druk, Kluwer Deventer 2012, ISBN 978 90 131 0078 5;
2. C. Bollen en J.J.A. Hamers, Wetgeving Arubaans privaatrecht 2010/2012, Boek 1, Boom Juridische uitgevers, Den Haag 2010 (ook verkrijgbaar bij de receptie van de Universiteit van Aruba) 3. Kluwer Collegebundel, 2013-2014, Kluwer Deventer óf Verzameling Nederlandse Wetgeving, 2013-2014, Koninklijke Vermande, Lelystad. 4.
reader (via de docent (digitaal) beschikbaar gesteld)
B Aanvullende literatuur Voor het onderdeel jeugdbescherming dient te worden bestudeerd: 1. Maatregelen ter bescherming van minderjarigen, hoofdstuk 19 uit Familierecht Geschetst, uit de serie Ars Aequi Geschetst, 1e druk Ars Aequi Libri 2009, ISBN 978-90-691-6853-1 blz. 185 t/m blz. 202 3
Gelet op de ontwikkelingen op het gebied van Personen- en familierecht binnen de Caribische gebiedsdelen zijn onderstaande artikelen eveneens verplicht. De betreffende tijdschriften bevinden zich in de universiteitsbibliotheek. 2. Prof. dr. G-R. de Groot Schneider, Haasje over springen: aantekeningen bij de landsverordening herziening namenrecht, TAR-Justitia 2010, nummer ¾, blz. 162 – 167 3. Mr. J.R. Sijmonsma, Herziening huwelijksvermogensrecht, TAR-Justitia 2010, nummer ¾, blz. 168-173 4. Mw. Mr. S. Inderson, Kabritu di:…..Mihó kada tata tuma su yu, gerechtelijke vaststelling vaderschap, TAR-Justitia 2010, nummer ¾, blz. 178-183 5. Mw. Mr. U. Luydens, Gezamenlijk gezag, TAR-Justitia 2010, nummer ¾, blz. 184 – 188 6. Mr. J. de Boer, Het personen- familie- en erfrecht na de overzeese staatkundige transactie, WPNR 2011, nummer 6898, blz 701 – 704 Deze literatuur dient u zelf tijdig te bemachtigen voorafgaand aan de betreffende colleges. Aanbevolen literatuur Het verdient de aanbeveling om naast bovenstaande (verplicht voorgeschreven) literatuur, andere literatuur te bestuderen. De strekking van onderstaande lijst is, dat als u een bepaald onderdeel van de stof moeilijk kunt doorgronden aan de hand van de verplicht voorgeschreven literatuur, u mogelijk met behulp van deze lijst bronnen kunt opsporen die wel tot het gewenste inzicht leiden. Uiteraard bent u niet verplicht onderstaande boeken aan te schaffen. Alle hieronder genoemde titels staan in de juridische bibliotheek tot uw beschikking. 1. 1 S.F.M. Wortmann, J. Van Duijvendijk-Brand, Compendium van het Personen- en familierecht, 11e druk, Kluwer Deventer 2012, ISBN 978 90 130 9542 5 2. W.M. Schrama, Familierecht Geschetst, uit de serie Ars Aequi Geschetst, Ars Aequi Libri 2009, ISBN 978 90 691 6853 1 3. K. Boele-Woelki, W.M. Schrama, P. Vlaardingerbroek (red.), Jurisprudentie Personen- en familierecht 1979 – 2010, 3e druk 2010, Ars Aequi Libri, ISBN 978 90 691 6675 9 Gelet op de ontwikkelingen in het personen- en familierecht in Nederland zijn de volgende tijdschriften van belang: het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht (FJR), het Nederlands Juristenblad (NJB), het Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR) en Ars Aequi (AA). Hoewel het hier steeds gaat om de ontwikkelingen in het Nederlandse personen- en familierecht, kunnen deze ontwikkelingen (mogelijk in de toekomst) direct of indirect van belang zijn voor de ontwikkelingen van het personen- en familierecht in Aruba. Zie voor specifieke ontwikkelingen binnen de Caribische landen van het Koninkrijk de uitgaven van Tar-Justicia (tot 2010) en het sinds 2010 nieuw opgerichte Caribisch Juristenblad (CJB). Onderwijsvorm In 2012 is de onderwijsfilosofie van de FdR opnieuw vastgesteld, met onder andere als doel de studenten actiever te betrekken bij het leerproces. Hierbij wordt uitgegaan van het zogenaamde Student Gericht Onderwijs (Student Centered Learning – SCL). In dit blok zal toepassing worden gegeven aan het student gericht onderwijs (SCL). Naast kennisoverdracht en het kweken van inzichten in de verschillende deelgebieden van het Arubaanse personen- en familierecht zal daarom bijzondere aandacht worden besteed aan het meer actief leren door de studenten zelf. Een concrete, praktijkgerichte situatie (meestal in de vorm van een krantenartikel) zal daarbij als uitgangspunt dienen om zichzelf de vaardigheid eigen te maken leerdoelen te kunnen construeren om (deel)gebieden binnen het personen- en familierecht zelfstandig te kunnen doorgronden. 4
Onderwijs maandag 14.00 uur – 16.00 uur donderdag 14.00 uur – 16.00 uur Het onderwijs start vanaf maandag 26 augustus 2013 en loopt door tot het einde van blok 1.1 (6 weken). Tijdens de colleges wordt de leerstof besproken in het licht van de in Aruba geldende wet- en regelgeving. Naast de verplichte collegebijeenkomsten zullen er mogelijk een of meer bijeenkomsten worden georganiseerd waarin gastsprekers nadere uitleg komen geven met betrekking tot de leerstof van personen- en familierecht. Deze bijeenkomsten zijn facultatief. U wordt echter aangeraden om deze bijeenkomsten bij te wonen omdat zij U zullen helpen bij een beter begrip van de leerstof, het onderling verband tussen de leerstukken en U een kijkje zullen geven in de praktijk van het personen- en familierecht in Aruba. De eventuele datum en de tijden van deze bijeenkomsten zullen op een nader tijdstip worden bekendgemaakt. Opbouw van de stof Binnen het vak PFR zullen de meeste onderdelen van het personen- en familierecht aan de orde komen. Als eerste komen de aspecten aan de orde die betrekking hebben op de staat van personen (rechtspersoonlijkheid, naam, nationaliteit) en het “partner-relatie-recht” (huwelijk, andere samenlevingsvormen, gevolgen van het huwelijk, huwelijksvermogensrecht, echtscheiding en alimentatie), en daarna aspecten van de ouder-kind relatie (ouderlijk gezag, omgangsrecht na een echtscheiding, afstammingsrecht en de kinderalimentatie en speciale maatregelen van kinderbescherming). Binnen dit vak wordt ook stil gestaan bij de internationale mensenrechtenverdragen, zoals het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Beide verdragen zijn door Aruba geratificeerd en oefenen grote invloed uit op het Arubaanse personen- en familierecht. De wetgeving De Universiteit van Aruba heeft in 2011 de wettenbundel Wetgeving Arubaans Privaatrecht 2010-2012 uitgegeven met daarin de laatst geldende wetteksten op het gebied van het Arubaanse privaatrecht waaronder tevens de relevante wetgeving met betrekking tot personen- en familierecht (zie verplichte literatuur). De gebruikelijke studentenwetbundels van Kluwer en Vermande bevatten eveneens de voor dit vak relevante Nederlandse wetgeving, in het bijzonder Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, en de internationale mensenrechtenverdragen. Via www.overheid.nl kunt u relevante Nederlandse wetswijzigingen, wetsvoorstellen en bijbehorende toelichting raadplegen. U wordt aangeraden de relevante delen van het wetboek steeds mee te nemen naar de colleges. De wetgeving die tijdens de colleges en/of tijdens de opdrachten ter sprake wordt gebracht, moet worden geraadpleegd en wordt tijdens het tentamen bekend verondersteld. De rechtspraak Bij de weekoverzichten wordt steeds afzonderlijk aangegeven welke rechterlijke uitspraken U minimaal voor de betreffende leerstofeenheid dient te bestuderen. Via meerdere wegen is de Nederlandse rechtspraak, rechtspraak uit de overige delen van het Koninkrijk en verdragsrechtelijke uitspraken digitaal te raadplegen. Een andere belangrijke bron is www.rechtspraak.nl of www.jwb.nl (jurisprudentie actueel). Vooraan in deze reader vindt U een algemeen overzicht van alle jurisprudentie die voor dit vak minimaal bestudeerd dient te worden. Daarnaast strekt het tot de aanbeveling ook andere in de literatuur aangegeven rechtspraak te raadplegen om zo een beter en dieper inzicht te verwerven in de verschillende leerstukken van het personen- en familierecht. Arubaanse uitspraken dan wel uitspraken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie zullen (voor zover deze digitaal niet beschikbaar zijn) tijdig door de docent ter beschikking worden gesteld. Leerdoel Via een leerdoel geeft de docent op duidelijke en concrete wijze aan wat hij/zij tijdens de module of tijdens het college wil bereiken op het gebied van kennis, inzichten en/of vaardigheden (ook wel aangeduid als eindterm of einddoel). Ook een student kan zichzelf tijdens het bestuderen van (een deel van) de stof een bepaald leerdoel of leerdoelen stellen. Bij de leereenheden 2 t/m 9 zijn de leerdoelen voor U niet of maar gedeeltelijk geformuleerd. Het is de bedoeling dat U als student zelf op zoek gaat naar uw persoonlijke leerdoel voor het betreffende leerstuk. Om dit te 5
ondersteunen zijn bij elke leereenheid een of meerdere krantenartikelen geplaatst die als doel hebben U een situatie uit de praktijk te presenteren bij het specifieke leerstuk. Naar aanleiding van dit artikel kunt U zelf een juridisch leerdoel formuleren waarin U aangeeft welke kennis, inzichten of vaardigheden U m.b.t. het aangekaarte onderwerp wilt verwerven. Om dit leerdoel te formuleren dient U zich steeds de vraag te stellen wat u over dit onderwerp al weet en wat u nog aan kennis, inzichten of vaardigheden wilt verwerven. Met dit leerdoel voor ogen stelt U vervolgens zoveel mogelijk vragen op die U kunnen ondersteunen dit leerdoel te realiseren. Aan de hand van deze vragen gaat U in de literatuur en of jurisprudentie op zoek naar de juiste antwoorden. Bonusopdracht (facultatief) De eigen leerdoelen (zie vorige paragraaf) met een minimaal aantal bijbehorende vragen kunt U voorafgaand aan elk college als bonusopdracht bij de docent inleveren. Het indienen van de leerdoelen met bijbehorende opdrachten is facultatief. Bij de leereenheden 2 t/m 9 zijn per leereenheid steeds twee verschillende artikelen opgenomen met het verzoek n.a.v. van dit artikel een of meerdere leerdoel(en) te formuleren en een aantal bijbehorende vragen te bedenken. Het onderwerp moet wel vallen binnen een (deel) gebied van het Arubaanse personen- en familierecht. Vervolgens gaat U in de (voorgeschreven of aanvullende) literatuur en/of (voorgeschreven of aanvullende) jurisprudentie op zoek naar de antwoorden op de door uzelf opgestelde vragen. Let erop dat U als aankomend jurist steeds de juiste bronvermelding aangeeft. Twee voorbeelden zijn opgenomen op blz.14 en 15 van deze
reader. Deze leerdoel-opdrachten dienen in duo’s gemaakt te worden, waarbij de ene student het eerste artikel voor zijn rekening neemt, en de andere student het andere artikel gaat uitwerken. Vervolgens beoordelen deze studenten schriftelijk elkaars werk met behulp van de rubric beoordelen leerdoelen en vragen (zie bijlage 9). De leerdoelen in combinatie met de vragen (+ antwoord) en de beoordeling van de duo-student wordt minimaal 1 uur voor aanvang van het betreffende college ingeleverd bij de docent. Elk leerdoel-opdracht wordt met een V (voldoende) of O (onvoldoende) beoordeeld waarbij de docent ook de rubric beoordelen leerdoelen en vragen als richtlijn gebruikt. In totaal dient elke student (die mee doet) minimaal voor zeven (7) verschillende leerdoelopdrachten in te leveren om in aanmerking te komen voor een vol (1) bonuspunt. Indien een student geen 7 leerdoelopdrachten heeft ingeleverd, maar wel minstens vier (4) leerdoelopdrachten met een voldoende heeft afgesloten krijgt deze student maximaal een half (1/2) bonuspunt. Dit bonuscijfer zal worden opgeteld bij het cijfer van u schriftelijk tentamen en vormt samen het eindcijfer voor het vak Personen- en familierecht. Het eindcijfer is maximaal een 10. Voorbeeld: indien U een 7.4 haalt voor uw schriftelijk tentamen + 1 bonuspunt = eindcijfer 8.4. Dit bonuspunt is slechts 1 jaar geldig en vervalt aan het einde van dit collegejaar. Tijdens het college kan aan een of meerdere studenten worden gevraagd hun gekozen leerdoel met bijbehorende vragen voor te leggen aan de groep. De oefen-opdrachten Bij elke leseenheid is tevens oefenmateriaal opgenomen bestaande uit een aantal casus. Het oefenmateriaal is onder anderen bedoeld om U (meer) concrete situaties te presenteren waarbinnen U de leerstof kunt herkennen en individueel of in groepsverband kunt toepassen. De antwoorden op het oefenmateriaal zijn terug te vinden in de door U bestudeerde verplichte leerstof en zullen daarom in beginsel tijdens de colleges niet worden behandeld noch door de docent worden beoordeeld. Het oefenmateriaal biedt U een goede gelegenheid om bijvoorbeeld in groepsverband de leerstof nogmaals te bespreken en/of toe te passen.
6
Tentamenstof Tot de tentamenstof behoren de voorgeschreven hoofdstukken en paragrafen uit Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht van Van Mourik/ Nuytinck, zoals die zijn terug te vinden in het programmaoverzicht van deze reader, de voorgeschreven artikelen uit Tar-Justicia en WPNR en hoofdstuk 19 uit Familierecht Geschetst, de voorgeschreven jurisprudentie, de (uitgedeelde/voorgeschreven) bijlagen en handouts en de collegedictaten. Tentamen en eindcijfer Aan het einde van het blok vindt er een schriftelijk tentamen plaats. Het tentamen bestaat uit een aantal open vragen. Daarnaast zullen enkele casus worden gegeven met enkele deelvragen. Het totaal aantal te behalen punten bedraagt 40 punten. Het cijfer voor het schriftelijk tentamen zal worden berekend door de totaal behaalde score te delen door 4. Het eindcijfer voor dit vak wordt bepaald door het cijfer dat behaald wordt voor het schriftelijk tentamen eventueel vermeerderd met het bonuspunt tot een maximaal van een 10 als hoogste eindcijfer. Als U dus bijvoorbeeld een 7.4 heeft behaald voor het schriftelijk tentamen en U heeft een voldoende voor de bonusopdrachten, dan wordt U eindcijfer een (7.4 + 1 =) 8.4. Het u de bonusopdrachten niet gemaakt, dan geldt het cijfer voor het schriftelijk tentamen als uw eindcijfer. Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen mag slechts gebruik gemaakt worden van de wetboeken. In de wetboeken mogen geen aantekeningen staan. Er mogen derhalve geen opmerkingen, arresten e.d. worden genoteerd in de wetboeken. Tijdens het tentamen is het gebruik van jurisprudentiebundel(s) niet toegestaan. Op het schriftelijk tentamen Personen- en familierecht zijn de regels en richtlijnen m.b.t. Tentamens ter uitvoering van artikel C22 van toepassing. Zie hoofdstuk 9.3 van de Studiegids 2013-2014. Vragen Indien u vragen of opmerkingen heeft over dit vak kunt u terecht bij: mevr. mr. M. Gielen telefoon 582 3901 ext 224 (maandag, dinsdag en donderdag) e.mail:
[email protected]
7
Programmaoverzicht Leerstofeenheid 126 aug. 2013 29 sept. 2013
329 aug. 2013
Onderwerp:
Personen- en familierecht en huwelijksvermogensrecht en erfrecht (5e druk)
Hoofdstuk 1, m.u.v.1 §§ 1.4 en 1.7 Algemeen: plaats en functie van het P&R Artikel J. De Boer – WPNR 2011 Invloed van het EVRM Andere internationale mensenrechtenverdragen De persoon: naam, begin en eind van Hoofdstukken 2, 3, 4, 5 en 17 persoonlijkheid, dood Artikel prof. G.R. de Groot - TAR Afwezigheid, vermissing Woonplaats Bloedverwantschap en aanverwantschap Art. 26 BUPO Hoofdstuk 6, m.u.v. § 6.7, hoofdstuk 7 Het huwelijk (alleen doorlezen) en hoofdstuk 8, Andere samenlevingsvormen m.u.v. §§ 8.3 t/m 8.5 en 8.8 en 8.9 Huwelijksrecht Artikel J. De Boer – WPNR 2011 Artikel J.R. Sijmonsma – TAR
42 sept en 5 sept
Echtscheiding Alimentatie Omgang na echtscheiding Scheiding van tafel en bed Ouderschapsplan
512 sept
Afstamming en adoptie Art. 7 IVRK
6 - 16 sept 719 sept en 23 sept
(Afstamming (vervolg) en adoptie Gezag over minderjarigen Onderhoudsverplichting Omgangsrechten- en plichten Ouderschapsplan Voogdij Omgang en informatie bij meerderjarigheid Maatregelen van jeugdbescherming
826 sept 930 sept
Te bestuderen leerstof uit: Studiereeks
Hoofdstukken 9 en 10 De hoofdstuk 14, m.u.v. de nrs. 210a en § 14.5, en hoofdstuk 15 – beide hoofdstukken alleen in hoofdlijnen) Artikel J. De Boer – WPNR 2011 Hoofdstuk 11 Artikel J. De Boer – WPNR 2011 Artikel mr. S. Inderson - TAR Hoofdstuk 12 Hoofdstukken 13, 14 (m.u.v. nr. 210a en § 14.5) en hoofdstuk 15 Artikel mr. U. Luydens -TAR
Uit:
Familierecht
geschetst:
Hoofdstuk 19
Bescherming meerderjarigen (curatele, bewind en Hoofdstuk 16 mentorschap) Afwezigheidsbewind versus meerderjarigen bewind verzoekschriftprocedure 10 - 3 okt. Proeftentamen en uitloop Tentamen: ......................................................(nader te bepalen door de faculteitraad) Her-tentamen: .......................................................(nader te bepalen door de faculteitraad) WIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN
1
m.u.v.= met uitzondering van (de hier aangegeven paragrafen hoeven niet bestudeerd te worden) 8
Jurisprudentielijst l.e.1 EHRM 13 juni 1979, NJ 1980, 462 Marckx arrest l.e.2 HR 13 februari 1998, NJ 1999, 57 (dubbele geslachtsnaam kind) HvJ Europese Gemeenschappen 2 oktober 2003, zaak C-148/02 (Garcia Avello tegen België), zie ook de Groot, Op weg naar een Europees IPR op het gebied van personenrecht, WPNR 2004, nr. 6577, blz 360 – 363. EHRM 27 april 2000, appl. No.: 42973/98 Bijleveld – Nederland (zie NJB 2000, pag 1337 t/m 1338) (tevens opgenomen in de jurisprudentiebundel Personen en familierecht van Ars Aequi – zie aanbevolen literatuur) HR 23 september 1988, NJ 1989, 740 ( Beukema-van Veen) Hof Leeuwarden, 3 april 2012, LJN: BW 1960 (betwisting van staat) l.e.3 Hof Amsterdam 27 oktober 1994, NJ 1996, 130 (nietigverklaring huwelijk) (in de bibliotheek) HR 13 april 2007, LJN: AZ 6095 / JOL 2007, 50 (Oduber /Lamers) l.e.4 HR 27 november 1981,NJ 1982, 503 (ECLI:NL:HR:1981:AG4271) (Boon/ van Loon) GHvJNAA 26 aug 2008, LJN: BF0059 (ECLI:NL:OGHNAA:2008:BF0059) (toepassing Boon/ van Loon) HR 19 december 2008, LJN:BF3928 (ECLI:NL:HR:2008:BF3928) (verlenging partneralimentatie) l.e.5 HR 15 april 1994, NJ 1994, 608 (Valkenhorst) HR 22 september 2000, NJ 2001, 647 (ECLI:NL:HR:2000:AA7204 (deskundigenonderzoek verwekker) HR 16 februari 2001, NJ 2001, 571 (ECLI:NL:HR:2001:AB0032) (vervangende toestemming bij erkenning) Brieven van vaderschap 13 juni 2002, nr 11/02, HAR-77/02 en 2557/JAZ (zie bijlage) HR 12 november 2004, LJN: AQ 7386 (ECLI:NL:HR:2004:AQ7386) (misbruik bevoegdheid) GHvJNAA 16 juli 2009, H534/ 08, LJN BJ6210 (ECLI:NL:OGHNAA:2009:BJ6210) (gerechtelijke vaststelling vaderschap) HR 18 februari 2011, NJ 2011, 90 (vaderschapsactie versus juridisch ouderschap) l.e.7 EHRM 22 juni 1989, CEDH serie A vol. 156, NJ 1992, 705 (opheffing OTS en strenge beperking omgang) HR 10 september 1999, NJ 2000, 20 (gezamenlijk gezag of eenhoofdig gezag na echtscheiding 1)) HR 4 februari 2005, NJ 2005, 422 (bijzonder curator) HR 27 mei 2005, NJ 2005, 485 (gezamenlijk gezag en erkenning) HR 4 april 2008, NJ 2008, 494 (LJN: BC2241)(informele rechtsingang kind) GHvJNAA 3 juli 2008, H-27/08 (zie bijlage) GHvJNAA 16 augustus 2011, EJ 793/10 – H 75/11(gezamenlijk gezag na eensluidend verzoek) (zie bijlage) GHvJACSXMenBES 26 maart 2013, LJN: CA 3297 (limitering afwijzing omgangsregeling) Gerechtshof ’s Hertogenbosch 18 juli 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:3253 ( minimale basis gezamenlijk gezag) Hof Leeuwarden, 21 juni 2012, LJN: BX0531 (gezamenlijk gezag en verhuizing) l.e.8 GEA 8 oktober 2009, behorende bij E.J. nrs. 3050 van 2008 en 1798 van 2007 (verzoek verlenging ondertoezichtstelling) (zie bijlage) HR 4 april 2008, NJ 2008, 506 (gedwongen ontheffing) l.e.9 HR 1 december 2000, NJ 2001, 390 (twee curatoren) HR 28 maart 1980, NJ1980, 378 (echtscheiding en curatele) WIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN
9
Relevante wetswijzigingen in Nederland Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding van 27 november 2008, Stb. 500, in werking getreden 1 maart 2009 Wet tot wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerde partnerschap, de geslachtsnaam en het verkrijgen van gezamenlijk gezag van 9 oktober 2008, Stb 410, in werking getreden op 28 februari 2009, , Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen van 11 april 2011 tot wijziging van de titels 6,7 en 8 van het Burgerlijk Wetboek, Stb205 , in werking getreden 1 januari 2012 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen alsmede enige andere wetten in verband met de verbetering van de positie van pleegouders (verbetering positie pleegouders) (Kamerstukken I, 32 529, nrs. A-K) (Stb. 2013, 72 en 73; i.w.tr. per 1 juli 2013) Openbare behandeling familiezaken Wet van 26 april 2012 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende het personen- en familierecht aanvaard en gepubliceerd in Staatsblad 2012, 200 (i.w.tr per 1 januari 2013) (Kamerstukken 32 856) Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Wet van 14 maart 2012, Stb. 2013, 142 tot wijziging van diverse wetten in verband met de invoering van de verplichting voor bepaalde instanties waar professionals werken en voor bepaalde zelfstandige professionals om te beschikken over een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling en de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen, onderscheidenlijk die meldcode te hanteren (verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling) (Kamerstukken I, 2012/13, 33 062, nrs. A-B; i.w.tr. op 1 juli 2013)
Stand van zaken: Wetgeving in wording van belangrijke wetten: De hier gegeven opsomming is niet limitatief. De genoemde wetsvoorstellen kunt u digitaal inzien via www.overheid.nl Herziening kinderbeschermingsmaatregelen Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming (Kamerstukken 32 015, nrs. A-D) Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Kamerstukken I, 2012/13, 32 444, nrs. A-D) Curatele, beschermingsbewind en mentorschap Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek inzake curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen en mentorschap ten behoeve van meerderjarigen en enige andere bepalingen (Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap (Kamerstukken I, 2012/13, 33 054, nr. A) 10
Initiatiefnota van het lid Van der Steur De indiener stelt een wettelijke verankering van mediation voor. Doel daarvan is dat mediation ook wettelijk een volwaardig alternatief is voor de traditionele rechtspraak. Deze wettelijke verankering bestaat uit een achttal elementen: (Kamerstukken II, 2011/12, 33 122, nrs. 1-3) Beperking duur partneralimentatie Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie en tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het desverzocht verstrekken van berekeningen van draagkracht en behoefte in zaken betreffende partneralimentatie (Kamerstukken II, 2011/13, 33 311, nrs. 1-7) Nationaliteitsgevolg duomoederschap Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (Kamerstukken II, 2012/13, 33 514, nrs. 1-5 (R1998)) De Tweede Kamer heeft op 21 mei 2013 ingestemd met wetsvoorstel 33 514. Gelijkstelling huwelijk en geregistreerd partnerschap Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap (Kamerstukken II, 2012/13, 33 526, nrs. 1-3) Professionalisering jeugdzorg (ingediend op 25 april 2013) Aanpassingen van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere wetten ten behoeve van de professionalisering van de jeugdzorg (Kamerstukken II, 2012/13, 33 619, nrs. 1-4) Let op: In het regeerakkoord VVD – PVDA 2012-2016 van 29 oktober 2012 zijn een aantal punten opgenomen die relevant zijn voor de ontwikkeling van het personen- en familierecht en het procesrecht in familiezaken in Nederland. Voor zover hier relevant betreft het: Het civiele proces wordt vergaand vereenvoudigd en gedigitaliseerd. Het onderscheid tussen verzoekschrift en dagvaardiging kan vervallen. Hoger Beroep wordt gestroomlijnd. Echtscheidingen zonder tussenkomst van de rechter worden mogelijk als er geen kinderen betrokken zijn en partners overeenstemming over de echtscheiding hebben bereikt. De DNA-test wordt gebruikt als middel tegen identiteitsfraude. Huwelijken tussen neef en nicht worden in beginsel verboden. Gezinsmigratie betreft het kerngezin: een duurzame, exclusieve relatie tussen partners en degenen die door biologische verwantschap tot het gezinshuishouden behoren. Het kind van een afgewezen asielzoeker dat tenminste vijf jaar voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar in ons land is krijgt een verblijfsvergunning indien het deze aanvraagt voor het bereiken van de leeftijd van 21 jaar en zich niet langdurig aan het toezicht van de rijksoverheid heeft onttrokken. Hetzelfde geldt voor een alleenstaande minderjarige vreemdeling die tenminste vijf jaar voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar in ons land is. Alleen de in Nederland verblijvende gezinsleden van het kind van een afgewezen asielzoeker, krijgen bij deze vergunningsverlening een afgeleide verblijfsvergunning. Illegaal verblijf wordt strafbaar gesteld. Daarbij zijn particulieren en particuliere organisaties die individuele hulp bieden niet strafbaar. Door een goede onderlinge samenwerking kunnen ouders, onderwijs, jeugdzorg en politie tijdig risicogedrag signaleren en zo criminele carrières voorkomen. De rechter krijgt de mogelijkheid 11
als aanvullende maatregel “ter beschikking aan het onderwijs” (TBO) op te leggen. Barrières die effectief optreden van politie en justitie in de weg staan, worden waar dat kan weggenomen. ´(p. 27)
Relevante wetswijzigingen in Curaçao Landsverordening herziening namenrecht van 8 mei 2010, P.B. 2010, 29. Inwtr. bij Lb van 9 okt 2010, P.B. 2010, 85. Doordat de invoering één dag voor de staatkundige verandering heeft plaatsgevonden, geldt deze regeling zowel in het land Curaçao als in het land Sint Maarten. Ten aanzien van de BES-eilanden is een voorbehoud gemaakt. Op de BES-eilanden blijft na de staatkundige verandering het oude namenrecht, zoals dit gold in de Nederlandse Antillen, van toepassing. Landsverordening herziening huwelijksvermogensrecht Meldrecht en meldcode bij kindermishandeling Gerechtelijke vaststelling vaderschap
12
Leerstofeenheid 1 – introductie Algemeen: plaats en functie van het P&R Internationale mensenrechtenverdragen o EVRM o IVBPR (BUPO) o Internationaal Vrouwenverdrag o IVRK Artikel 39 Statuut - concordantiebeginsel Nationale wetgeving Te bestuderen stof Studiereeks Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht (verder aan te duiden als Studiereeks) Hoofdstuk 1, m.u.v. § 1.4 en § 1.7 Mr. J. de Boer, Het personen- familie- en erfrecht na de overzeese staatkundige transactie, WPNR 2011, nummer 6898, blz 701 – 704 (zelf kopiëren) Additionele informatie (niet verplicht): Prof. Mr. A.I.M. van Mierlo, Civiele wetgeving in evenwicht, over concordantie in het Burgerlijk recht en Burgerlijk procesrecht binnen het Koninkrijk, uit: 50 jaar Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden, samengesteld door L.J.J. Rogier en H.G. Hoogers (redactie), uitgave van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2004, blz. 151 – 166.
Jurisprudentie EHRM 13 juni 1979, NJ 1980, 462 Marckx arrest Leerdoelen Na het bestuderen van deze leereenheid wordt van u verwacht dat u: Inzicht in de plaats van het personen- en familierecht binnen het privaatrecht; Inzicht in de werking van bepaalde internationale verdragen op het gebied van personen- en familierecht, m.n. het EVRM; Inzicht heeft op de invloed van het concordantiebeginsel binnen het Arubaanse personen- en familierecht. Oefen- opdrachten geen opdrachten
13
Voorbeeld 1:
Uit Amigoe 13 oktober2011 ► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaand artikel “Staten accorderen wijzigingen in Burgerlijk Wetboek”. Bedenk minimaal 3 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 3 vragen (met het juiste antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. Leerdoel: Inzicht krijgen in de werking van internationale mensenrechtenverdragen op het Arubaanse personen- en familierecht Leerdoel: Weten wanneer een verdragsrechtelijke bepaling van toepassing is in het personen- en familierecht Vragen: 1) Welk(e ) verdrag(en) oefenen grote invloed uit op het Arubaanse PFR? 2) Wat is de verhouding tussen een bepaling uit het verdragenrecht en de nationale wetgeving? 3) Wanneer kan met succes een beroep worden gedaan op een bepaling uit een verdrag? 14
Voorbeeld 2: Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische kernleerstuk uit het PFR van bij de hiernaast afgebeelde overlijdensadvertentie. Bedenk minimaal 3 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel of deze leerdoelen te bereiken. Lever 3 vragen (met het juiste antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
Uit: Diario, 1 augustus 2012 Leerdoel: Inzicht krijgen in de juridische gevolgen van overlijden van een persoon Leerdoel: Inzicht krijgen in de rechtsgevolgen die voortvloeien uit verwantschap. Vragen: 1) Wat zijn de rechtsgevolgen van het overlijden van mevr. BellConnor? 2) Wat is een familie? 3) Wat is het verschil tussen bloedverwantschap en aanverwantschap, en welke rechtsgevolgen vloeien hieruit voort ?
15
Leerstofeenheid 2 – De persoon De persoon: naam, begin en eind van persoonlijkheid en dood, woonplaats bloedverwantschap versus aanverwantschap Art. 26 BUPO Art. 40 Statuut de Burgerlijke Stand (BS) afwezigheid, vermissing Te bestuderen stof Studiereeks: Hoofdstukken 2, 3, 4, 5 en 17 Prof.dr.G.R. de Groot Schneider, Haasje over springen: aantekeningen bij de landsverordening herzieningen namenrecht, uit TAR-Justitia 2010, nr 3 / 4, blz 162-167. (zelf kopiëren) Jurisprudentie HR 13 februari 1998, NJ 1999, 57 (dubbele geslachtsnaam kind) HvJ Europese Gemeenschappen 2 oktober 2003, zaak C-148/02 (Garcia Avello tegen België), NIPR 2004/1, nr2.) EHRM 27 april 2000, appl. No.: 42973/98 Bijleveld – Nederland (zie NJB 2000, pag 1337 t/m 1338) (tevens opgenomen in de jurisprudentiebundel Personen en familierecht van Ars Aequi – zie aanbevolen literatuur) HR 23 september 1988, NJ 1989, 740 ( Beukema-van Veen) Additionele informatie (niet verplicht): Mr. K.J. Saarloos, “Bezit van staat” of het wormvormig aanhangsel van het Nederlandse afstammingsrecht?, uit WPNR van 18 februari 2006, nr. 6654, blz 123-129. HR 9 maart 2012, LJN: BU9884 (Bezit van staat en nationaliteit)
Leerdoelen Na het bestuderen van deze leereenheid wordt van u verwacht dat u: de betekenis van de artikelen 1:1, 1:2 en 1:3 kent en kunt toepassen in een casus; inzicht hebt in de rechtsregels met betrekking tot de verkrijging en de wijziging van de voor- en de geslachtsnaam en deze regels kunt toepassen; weet onder welke omstandigheden men de naam van een ander wel en niet mag gebruiken; de regels met betrekking tot de woonplaats in een gegeven geval kunt toepassen; de begrippen bloedverwantschap en aanverwantschap kunnen onderscheiden en kunnen toepassen in een gegeven geval; op de hoogte bent van de functie en taken van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand (abs); weet welke akten en registers in dit kader van belang zijn en inzicht hebt in de functie van deze akten en registers; weet wat de begrippen “afwezigheid” en “ vermissing” inhouden; de gronden voor afwezigheidsbewind kent en op de hoogte bent van de rechtsgevolgen; weet wanneer een verklaring van rechtsvermoeden van overlijden in aanmerking komt en welke rechtsgevolgen daaraan verbonden zijn; weet welke gevolgen vermissing heeft voor het bestaande en een eventueel nieuw huwelijk van de achterblijvende echtgeno(o)t(e); de verworven kennis kunt toepassen op een casus. 16
Uit: Diario 3 februari 2010 ► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaand artikel “Differencia entre Burgerlijke Stand y Bevolkingsregister”. Bedenk minimaal 2 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 2 vragen (met het juiste antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
17
Uit Amigoe 13 april 2013 Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaand geboorte-advertentie. Bedenk minimaal 2 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 2 vragen (met het juiste antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. Maria Rodriguez-Diaz en Thomas Croes zijn twee jaar geleden in Aruba in gemeenschap van goederen getrouwd. Maria is geboren in Peru en heeft de Peruaanse nationaliteit en Thomas is geboren in Aruba en heeft de Nederlandse nationaliteit. Acht maanden geleden ontdekten zij dat Maria zwanger was van hun eerste kind. Thomas en Maria weten dat ze een dochter gaan krijgen. Na lang te hebben nagedacht besluiten zij hun dochter Sophienne te noemen. Ze laten de geboortekaartjes alvast drukken, waar ook de voornaam van Sophienne op staat vermeld. Toch moet haar naam nog officieel worden vastgelegd. Kort voor de geboorte van Sophienne overlijdt de oma van Thomas na een lang ziekbed. De oma wist al geruime tijd dat Sophienne geboren zou worden. Zij heeft daarom kort voor haar overlijden Sophienne opgenomen in haar testament. Na een voorspoedige zwangerschap bevalt Maria van hun dochter Sophienne . Thomas hoort van familieleden dat hij binnen vijf dagen na de geboorte van Sophienne naar Censo moet om aangifte te doen van de geboorte. Van een nicht hebben ze gehoord dat zij bij gelegenheid van de geboorteaangifte tevens de namen van het kind officieel kunnen vastleggen. Thomas gaat vier dagen na de geboorte naar Censo en geeft de gekozen naam door aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand schrijft daarop Sophienne in als Sophienne Croes. Dit onder protest van Thomas die zijn dochter de geslachtsnaam Rodriguez Croes wil geven naar Latijns Amerikaans gebruik. 18
a. Op het moment van haar geboorte komt Sophienne – uiteraard onbewust – voor het eerst in aanraking met het personen- en familierecht. Zij is vanaf dat moment een persoon die op grond van de wet rechten en plichten kan hebben. Wat is het belang van het verkrijgen van juridische rechtspersoonlijkheid? b. Door haar geboorte komt Sophienne ook in relatie tot haar familieleden staan. De relatie tussen Sophienne en haar ouders is echter sterker dan de relatie tussen Sophienne en haar achterneef. Geef aan wat het verschil is tussen juridisch bloedverwantschap en biologisch bloedverwantschap en in welke relatie staat dit tot aanverwantschap? c. Welke nationaliteit verkrijgt Sophienne? 2. Anna is gehuwd met Pedro. Samen hebben zij twee kinderen, Sandro en Carla. Anna heeft uit een eerder huwelijk al een dochter, Luz. Sandro gaat samenwonen met Maria en krijgt een dochter Faith, die door hem wordt erkend. Carla trouwt met Otmar en zij adopteren twee kinderen Nadia en Hosé. Na Pedro’s overlijden gaat Anna een samenlevingsovereenkomst aan met Karel. Geef gemotiveerd aan of er bloed- of aanverwantschap bestaat – en zo ja in welke graad en welke linie – tussen: a. Anna en Pedro b. Pedro en Hosé c. Faith en Nadia d. Sander en Luz e. Karel en Hosé f. Otmar en Luz 3. a. Thomas werkt als ambtenaar bij Directie Infrastructurele hervormingen. Hij wil verlof opnemen van zijn werk in verband met het overlijden van zijn oma. Geef aan of Thomas recht heeft op een verlofdag of dat hij een vakantiedag moet opnemen in verband met de begrafenis van zijn oma? b. Hoe zou uw antwoord op vraag a luiden als niet de oma van Thomas maar de overgrootvader van Maria was overleden? 4. Is naar de huidige stand van zaken artikel 8 EVRM van toepassing op het namenrecht? 5. De wet regelt formeel de woonplaats. Noem een aantal factoren waarvoor dit begrip van belang is? 6. Onder welke omstandigheden is men gerechtigd de naam van een ander te voeren? 7. Onder welke omstandigheden kan een echtgenoot van een vermist persoon een nieuw huwelijk aangaan? 8. De rechtbank van Amsterdam kreeg een verzoek binnen omtrent voornaamswijziging. Verzoekster kreeg van haar ouders de voornaam Jeanne d’Arc. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand weigerde deze naam in 1945. De ouders besloten op dat moment hun dochter Jeanne te noemen. Jeanne ervaart dit al haar hele leven als onrechtvaardig. In 2009 besluit Jeanne alsnog om een voornaamswijziging te vragen. Ze wil haar voornaam wijzigen van Jeanne naar Jeanne d’Arc. De 19
rechtbank wijst het verzoek echter af. De naam Jeanne d’Arc is een buitenlandse geslachtsnaam en geen gebruikelijke voornaam. a. Is het mogelijk dat de voornaam of achternaam wijzigt zonder dat daar de rechter aan te pas komt? b. Waar vindt men de normen waaraan een verzoek tot voornaamswijziging in Aruba wordt getoetst? c. Welke procedure is voor een voornaamswijziging in Aruba voorgeschreven? d. Op welk moment komt de voornaamswijziging dan wel de achternaamswijziging tot stand? 9. Geef gemotiveerd aan wat als woonplaats in de zin van de wet moet worden gezien in de navolgende situaties: a. Een choller heeft als onderkomen een grote kartonnen doos op de parkeerplaats achter het busstation van Oranjestad. b. Juancho van 17 jaar is weggelopen van zijn ouderlijk huis op Boroncana en woont nu bij een vriend in Sero Colorado. c. Juancho is nog steeds niet terug op de dag dat hij 18 jaar wordt. d. Dina, 33 jaar, woont bij haar ouders in Santa Cruz. e. Marcel van 22 jaar, die onder curatele staat van zijn oom te Pos Chiqito, woont in een gezinvervangend huis in Noord. f. Ricardo’s (14 jaar) ouders zijn gescheiden. Ze hebben beide nog het gezag over Ricardo. De ene week woont Ricardo bij zijn vader en de andere week woont hij bij zijn moeder. 10. Arisha Jamar, een vrouw die geestelijk in de war is, heeft een jonge baby gekidnapt uit het Horacio Oduber Hospital. Vervolgens geeft zij het kind bij de Bureau van de Burgerlijk Stand en Bevolkingsregister in Oranjestad aan als haar eigen kind. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand vermoedt dat de geboorteaangifte niet helemaal pluis is, omdat Arisha een verwarde indruk maakt. Wat kan hij doen? 11. Een trotse vader vervoegt zich op een zeer druk tijdstip bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand voor de aangifte van de geboorte van zijn dochtertje. Hij geeft de door hem en de moeder bedachte voornamen op: Annerose Marie (roepnaam Annerose), de namen die ook in de geboorteadvertentie in de krant zullen worden vermeld. De ambtenaar vraagt nog: “ met een s of met een z” en registreert: Anne Rosemarie. Dit merkt de vader – aan wie wel gevraagd was de akte na te lezen – pas als hij weer thuis is gekomen. Kunnen de ouders ervoor zorgen dat de namen in de geboorteakte alsnog op de door hen gewenste manier worden geregistreerd en zo ja, op welke wijze? 12. Regina en Rudrick zijn op vakantie in Venezuela. Bij een aardverschuiving spoelt een deel van het bergdorp weg waar Regina en Rudrick op dat moment verblijven. Rudrick, die op het moment van de aardverschuiving een bergwandeling maakte, komt terug en vindt zijn echtgenote niet meer terug. Een jaar na de verdwijning van Regina begint Rudrick een verhouding met de tot dan toe vrijgezelle dame, Sheryll, met wie hij na enige tijd gaat samenwonen. Twee jaar later besluiten de twee met elkaar in het huwelijk te treden. a. Op welke wijze wordt het huwelijk tussen Regina en Rudrick ontbonden en wanneer kan Rudrick hertrouwen? b. Stel dat Sheryll voor de huwelijkssluiting bevalt van een kind van Rudrick. Wie is/zijn de juridische ouder(s) van het kind, waarvan Sheryll bevalt? 20
13. Valerie Varis, een bekende Arubaanse auteur van reisverhalen, onderneemt een solo-expeditie met een landrover van Tunis naar Cape Town (Zuid-Afrika). Het laatste contact met Valerie heeft plaatsgevonden op 15 juni 2008, waarin zij te kennen gaf vol goede moed op weg te zijn naar Kisangani in Congo. Sindsdien is geen enkel levensteken meer van Valerie vernomen. Op 10 december 2008 overlijdt een goede vriend van Valerie, die een tweetal antieke globes aan Valerie heeft gelegateerd. In dit legaat is de clausule opgenomen waarin staat dat het legaat bij vóóroverlijden van Valerie toekomt aan het Museo Historico Arubano (Fort Zoutman). a. Welk juridisch middel kan het museum met kans op succes aanwenden, om zo spoedig mogelijk de beschikking over de globes te krijgen? b. Stel dat de zoon en enige erfgenaam van Valerie, Jossy, in 2010 een brief in handen krijgt waaruit onomstotelijk vast komt te staan dat Valerie op 4 januari 2009 nog in leven was. Kan hij in dat geval juridische middelen aanwenden om, in eigen naam of in een andere hoedanigheid, de globes van het museum op te eisen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke? 14. a. Wat is de functie en wat zijn de taken van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand respectievelijk de ambtenaar van het bevolkingsregister? b. Waar in de wet zijn deze bevoegdheden vastgelegd? 15. a. De bevoegdheden van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand zijn sinds 2002 ruimer geworden. Noem enkele wetsbepalingen waarin aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand enige discretionaire bevoegdheid is toegekend. b. In hoeverre moet de burger zich neerleggen bij een beslissing van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand?
21
Leerstofeenheid 3 - Samenlevingsvormen Het huwelijk Andere samenlevingsvormen Huwelijksrecht Inwendige vereisten versus uitwendige vereisten Stuiten Nietig verklaren Artikel 40 Statuut Per 1 maart 2009 is het in Nederland wettelijk niet meer mogelijk om een huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap (afschaffing flitscheiding) Te bestuderen stof Studiereeks: Hoofdstuk 6 (m.u.v. §6.7), 7 (alleen doorlezen) en 8 ( m.u.v. §8.3 t/m §8.5 en §8.8 en 8.9) Mr. J. de Boer, Het personen- familie- en erfrecht na de overzeese staatkundige transactie, WPNR 2011, nummer 6898, blz 701 – 704
Mr. J.R. Sijmonsma, Herziening van het huwelijksvermogensrecht, uit TAR-Justitia 2010, nr 3 / 4, blz 168-173. (zelf kopiëren) Let op: Per 1 maart 2009 is het in Nederland wettelijk niet meer mogelijk om een huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap (afschaffing flitscheiding)
Jurisprudentie Hof Amsterdam 27 oktober 1994, NJ 1996, 130 (nietigverklaring huwelijk) – zie NJ in de bibliotheek HR 13 april 2007, LJN: AZ 6095 / JOL 2007, 50 (Oduber /Lamers) Leerdoelen Na het bestuderen van deze leereenheid wordt van u verwacht dat u: inzicht heeft in het rechtskarakter en de kenmerken van het huwelijk; weet welke inwendige en uitwendige vereisten worden gesteld om een huwelijk te mogen aangaan en welke formaliteiten moeten worden vervuld; weet welke mogelijkheden er zijn om een huwelijk tegen te gaan of een eenmaal gesloten huwelijk nietig te laten verklaren; de wettelijke bepalingen kunnen toepassen op een casus; inzicht heeft in de bepalingen waarin de rechten en de verplichtingen van de echtgenoten zijn neergelegd; weet welke vermogensrechtelijke gevolgen voortvloeien uit het feit dat echtgenoten zijn gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen; kunt aangeven wat onder huwelijkse voorwaarden moet worden verstaan.
22
Uit: Amigoe 26 augustus 2010 ► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaand artikel “Voor het altaar in de boeien geslagen”. Formuleer minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken, waarbij drie vragen betrekking hebben op het voorkomen van een voorgenomen huwelijk en drie vragen betrekking hebben op het vernietigen van een voltrokken huwelijk. Lever 2 vragen (met het juiste antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt die betrekking hebben op het voorkomen van een voorgenomen huwelijk. Lever 3 vragen (met het juiste antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt die betrekking hebben op het vernietigen van een reeds voltrokken huwelijk.
23
Uit: Diario 18 juni 2009
24
► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaand artikel “Tin un homber Arubiano cu tin dos casa simultaneamente. Bedenk minimaal 4 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 4 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. Bij de ambtenaar van de burgerlijke stand (abs) in Oranjestad melden zich een Nederlandse man die in Aruba geboren is en een Braziliaanse vrouw van Duitse afkomst, die aangifte doen van hun voorgenomen huwelijk. De man en vrouw lijken elkaar nauwelijks te kennen en blijken geen woord met elkaar te kunnen wisselen zonder tussenkomst van een onguur uitziende man, die als tolk dienst doet en zegt de broer van de vrouw te zijn. a. Het lijkt erop dat het hier een zogenaamd schijnhuwelijk betreft. Kan voorkomen worden dat dit huwelijk wordt voltrokken? Zo ja, wie kan/ kunnen daarvoor zorgen? b. Kunnen de aanstaande echtgenoten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat hun huwelijk toch wordt voltrokken? c. Stel dat de abs het huwelijk toch voltrekt, is er dan nog een mogelijkheid dat het nietig wordt verklaard? 2. Annaritza en Rico, beide 16 jaar oud, kennen elkaar van school. Op een verjaardagsfeestje van de vriendin van Annaritza krijgen ze verkering. Annaritza blijkt enige tijd later zwanger te zijn van Rico. Als de ouders van Annaritza horen dat ze zwanger is, staan ze erop dat ze met Rico trouwt. Rico wil wel, maar de ouders van Rico zijn absoluut tegen zo’n tienerhuwelijk. Kunnen Annaritza en Rico desondanks trouwen?
25
Leerstofeenheid 4 – Echtscheiding 1 Echtscheiding Alimentatie Omgang na echtscheiding Scheiding van tafel en bed Ouderschapsplan Te bestuderen stof Hoofdstuk 9 en hoofdstuk 10 De hoofdstukken 14 (m.u.v. nr. 210a en § 14.5) en 15 in hoofdlijnen ( deze 2 hoofdstukken zullen wel uitgebreid behandeld worden in leereenheid 7) Mr. J. de Boer, Het personen- familie- en erfrecht na de overzeese staatkundige transactie, WPNR 2011, nummer 6898, blz 701 – 704 Jurisprudentie HR 27 november 1981,NJ 1982, 503 (ECLI:NL:HR:1981:AG4271) (Boon/ van Loon) GHvJNAA 26 aug 2008, LJN: BF0059 (ECLI:NL:OGHNAA:2008:BF0059) (toepassing Boon/ van Loon) HR 19 december 2008, LJN:BF3928 (ECLI:NL:HR:2008:BF3928) (verlenging partneralimentatie) Leerdoelen Na het bestuderen van deze leereenheid wordt van u verwacht dat u: weet welke rechtsfeiten (kunnen) leiden tot ontbinding van een huwelijk en aan welke voorwaarden daarbij voldaan dient te worden; weet welke rechtsgevolgen verbonden zijn aan de verschillende wijze van ontbinding van een huwelijk en deze kunt toepassen in een casus; weet welke wetsbepalingen van toepassing zijn op de verschillende wijzen van ontbinding.
Uit: Amigoe 10 februari 2010 26
► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaand artikel “I do, euhm I don’t!”. Bedenk minimaal 4 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 4 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
Uit: Diario 29 oktober 2011 ► Formuleer je eigen leerdoel of leerdoelen over een van de juridische leerstukken die verband houden met bovenstaande publicatie door de deurwaarder. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. a. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen een echtscheiding en een scheiding van tafel en bed? b. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten? 2. Kan men zich in rechte verweren tegen een verzoek tot echtscheiding casu quo een scheiding van tafel en bed? Zo ja, hoe? 3. In een echtscheidingsconvenant wordt de toepasselijkheid van artikel 1:160 BWA uitgesloten. a. Kunnen de echtgenoten artikel 1:160 BWA rechtsgeldig uit sluiten? b. Aangenomen dat het beding geldig is, wat is dan het effect van het al dan niet in het convenant uitsluiten van dit beding in de volgende gevallen: (N.B. Bij het beantwoorden van deze vraag kunt U ervan uitgaan dat de man alimentatieplichtig is, en de vrouw uitkeringsgerechtigd. (het omgekeerde is natuurlijk ook mogelijk)). 1) De vrouw hertrouwt 2) De man hertrouwt 27
3) De vrouw gaat een lat-relatie2 aan met een man 4) De vrouw gaat samenwonen met een man 5) De vrouw heeft gedurende de twee jaar dat de echtscheidingsprocedure liep, samengewoond met een man. Voordat echter de beschikking is ingeschreven gaat de relatie stuk. Haar vriend verhuisd. 4. De heer Vrolijk is sedert 27 jaar gehuwd met mevrouw Stamper als zij hem meedeelt te willen scheiden om te gaan samenwonen met haar vriend, de eveneens nog gehuwde heer Croes. Er zijn geen kinderen uit het huwelijk geboren. De heer Vrolijk heeft een goed salaris, mevrouw Stamper verdient als deeltijd kassière niet voldoende om in haar levensonderhoud te voorzien. Mevrouw Stamper verlaat al gedurende de procedure de echtelijke woning en trekt in een huurflat van FCCA. Zij vraagt aanvullende alimentatie ten bedrage van Afl 600,- per maand. Korte tijd later trekt de heer Croes bij haar in. De heer Vrolijk is van mening dat zij daarom geen recht op alimentatie heeft. De echtscheidingsbeschikking wordt uiteindelijk op 1 maart 2010 ingeschreven in de registers. a. Welke maatstaf moet aangelegd worden om te bepalen of mevrouw Stamper in beginsel recht heeft op alimentatie? b. Welke maatstaven bepalen de hoogte van de alimentatie en welke factoren zouden in casu daarbij een rol kunnen spelen? c. Stel dat mevrouw Stamper recht heeft op alimentatie. Wat kan zij doen om gedurende de procedure alimentatie te krijgen? En wat moet zij doen om ook na de echtscheiding alimentatie te krijgen? d. Welke wetsbepaling zal de heer Vrolijk aanvoeren om zijn stelling te onderbouwen dat mevrouw Stamper geen echt heeft op alimentatie? e. Stel dat de rechter in eerste aanleg in de echtscheidingsbeschikking toch de alimentatie op legt als gevraagd, tot wanneer zal de heer Vrolijk dan in beginsel uiterlijk moeten betalen? Zou het verschil maken als zij niet 27 maar 3 jaar waren gehuwd? 5. Geef aan wat in Nederland de functie van een ouderschapsplan is. 6. Patrick (ingenieur, verblijft voor zijn werk regelmatig in het buitenland) en Marie-Louise (huisvrouw) zijn gehuwd. Zij wonen samen met hun 3 kinderen, nu 8, 12 en 16 jaar oud in een huurhuis in de George Madurostraat. Marie-Louise wordt verliefd op een ander en wil scheiden. Dit bericht komt voor Patrick als een schok. Hij wil niet scheiden en hij wil ook niet voldoen aan het verzoek van Marie-Louise om het huis te verlaten. a. Kan Marie-Louise bewerkstelligen dat Patrick het huis verlaat en dat zij daar met haar kinderen kan blijven wonen, nu zij nog gehuwd zijn? b. Kan Marie-Louise bewerkstelligen dat zij ook na de echtscheiding daar kan blijven wonen? c. Patrick wil absoluut het (mede) gezag over de kinderen hebben. Hoe schat u zijn kansen in als Marie-Louise daarmee instemt als Marie-Louise daarmee niet in stemt d. Wat zijn de rechten van Patrick met betrekking tot de kinderen wanneer hij het gezag over de kinderen niet behoudt?
2
Lat = living apart together 28
Leerstofeenheid 5 Afstamming I erkenning ontkenning vaderschap brieven van vaderschap gerechtelijke vaststelling van het vaderschap adoptie vaderschapsactie Artikel 7 IVRK Te bestuderen stof Studiereeks: Studiereeks: hoofdstuk 11 Mr. J. De Boer, Het personen- familie- en erfrecht na de overzeese staatkundige transactie, WPNR 2011, nummer 6898, blz 701 – 704
Mw. Mr. S. Inderson, Kabritu di:…..Mihó kada tata tuma su yu (Gerechtelijke vaststelling van het Vaderschap), uit TAR-Justitia 2010, nr 3 / 4, blz 178-183. (zelf kopiëren) Jurisprudentie HR 15 april 1994, NJ 1994, 608 (Valkenhorst) HR 22 september 2000, NJ 2001, 647 (ECLI:NL:HR:2000:AA7204 (deskundigenonderzoek verwekker) HR 16 februari 2001, NJ 2001, 571 (ECLI:NL:HR:2001:AB0032) (vervangende toestemming bij erkenning) Brieven van vaderschap 13 juni 2002, nr 11/02, HAR-77/02 en 2557/JAZ ( wordt door docent verstrekt) HR 12 november 2004, LJN: AQ 7386 (ECLI:NL:HR:2004:AQ7386) (misbruik bevoegdheid) GHvJNAA 16 juli 2009, H534/ 08, LJN BJ6210 (ECLI:NL:OGHNAA:2009:BJ6210) (gerechtelijke vaststelling vaderschap) HR 18 februari 2011, NJ 2011, 90 (vaderschapsactie versus juridisch ouderschap)
Leerdoelen Na de bestudering van deze leerstofeenheid wordt van U verwacht dat u: inzicht hebt in de hoofdlijnen van het afstammingsrecht; de wettelijke regels op het gebied van afstamming binnen en buiten het huwelijk in hoofdlijnen kent en kunt toepassen in een casus.
Uit: Diario 25 oktober 2011 29
Formuleer je eigen leerdoel of leerdoelen over het juridische leerstuk of een van de deelleerstukken die verband houden met bovenstaande oproeping door de Griffier van het Gerecht in Eerste Aanleg. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
Uit: Amigoe 20 juli 2009 (N.B. Inmiddels is deze landsverordening in Curacao en St. Maarten aangenomen en inwerking getreden.)
► Formuleer je eigen leerdoel of leerdoelen over het juridische leerstuk of een van de deelleerstukken die verband houden met bovenstaand artikel “Vaststelling vaderschap voor buitenkinderen”. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. 30
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. Geef gemotiveerd aan of de volgende stellingen absoluut juist dan wel absoluut onjuist zijn: a. Vader van een kind is zijn biologische vader b. Een donor kan nooit de juridische vader van een kind zijn 2. Wesley en Marielsa zijn niet gehuwd. Beide willen dolgraag kinderen, maar uit onderzoek is gebleken dat Wesley helaas niet vruchtbaar is. Hij geeft Marielsa toestemming voor een kunstmatige donorinseminatie (KID). Kort nadat Marielsa zwanger is, strandt de relatie. Als er negen maanden na het begin van de zwangerschap een gezonde dochter is geboren, geeft Wesley te kennen dat hij zijn kind wil erkennen. Marielsa weigert daarvoor toestemming te geven. Bestaat voor Wesley in de gegeven omstandigheden de mogelijkheid om zijn kind te erkennen? 3. Het huwelijk van Jannie Duarte en Bob Valesques is op de klippen gelopen. Jannie heeft een vriend, Pedro Croes, van wie ze nu zwanger is. De echtscheidingsprocedure verloopt een beetje moeizaam. Op 3 augustus 2009 wordt eindelijk de echtscheiding uitgesproken. Op 4 augustus 2009 bevalt Jannie van een gezonde dochter Belle. a. Wat is de staat van belle bij haar geboorte en waarom is dat zo? b. Wie van de genoemde personen kan daar volgens de wet verandering in brengen? 4. Dennis Croes (17) woont al sinds zijn geboorte bij zijn moeder, Anna Croes. Anna is kort geleden verliefd geworden op de Nederlander Cees Spaans (gescheiden) en wil graag met Cees en Dennis een hecht gezinnetje stichten. Zij heeft Cees daarom gevraagd om Dennis te erkennen. Dennis is echter zeer gekant tegen deze erkenning. Cees is immers zijn vader niet en hij heeft geen vader nodig, vindt hij. a. Kan Dennis de erkenning tegenhouden? b. Stel, Dennis heeft toch, zij het alleen om zijn moeder een plezier te doen, zijn bezwaren laten varen. Kan hij, als de erkenning vervolgens heeft plaatsgevonden, daar nog iets aan veranderen? c. Maakt het daarbij uit dat Anna en Cees vervolgens met elkaar zijn getrouwd? d. Zou het voor de beantwoording van een van bovenstaande vragen verschil maken dat Cees niet de nieuwe liefde van Anna is, maar een oude – weer opgevlamde – liefde van Anna was: die destijds Dennis heeft verwekt? 5. Mariella Giel is bewust ongehuwd moeder van twee kleine kinderen. Zij ontvangt onderstand. De ambtenaar die de uitkering voor haar regelt, vindt dat de verleende onderstand voor zover verleend ten behoeve van de kinderen, verhaald dient te worden op de verwekker. Mariella is het daar niet mee eens en wil de naam absoluut niet prijs geven. Kan de ambtenaar met een beroep op het Valkenhorst-arrest, HR 15 april 1994, NJ 1994, 608 haar dwingen om de naam van de verwekker te noemen?
31
Leerstofeenheid 6 Afstamming II afstamming (vervolg) en adoptie Te bestuderen stof Hoofdstuk 12 Jurisprudentie Zie leereenheid 5 Leerdoelen Na de bestudering van deze leerstofeenheid wordt van U verwacht dat u: inzicht hebt in de hoofdlijnen van het afstammingsrecht; de wettelijke regels op het gebied van afstamming binnen en buiten het huwelijk in hoofdlijnen kent en kunt toepassen in een casus. de vereisten voor en de gevolgen van adoptie naar burgerlijk recht kent en kunt toepassen in een casus; inzicht hebt in de plaats en de betekenis van adoptie binnen het afstammingsrecht; de verschillende vormen van adoptie kunt onderscheiden.
Uit: Amigoe 10 april 2010
► Stel dat een Arubaans echtpaar naar Arubaans recht een kind uit Rusland heeft geadopteerd. Formuleer naar aanleiding van bovenstaand artikel “Adoptierel tussen VS en Rusland” je eigen leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende voor Aruba geldende juridische leerstuk. N.B. Je leerdoel moet dus betrekking hebben op het Arubaanse recht. Bedenk minimaal 4 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. 32
Lever 4 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
Uit: Diario augustus 2009 ► Formuleer naar aanleiding van bovenstaande oproeping van de griffier van het Gerecht in Eerste Aanleg dan wel de aankondiging van de deurwaarder je leerdoel of leerdoelen over het juridische leerstuk achter deze oproeping respectievelijk publicatie. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. De heer en mevrouw Simon- Faro, beiden midden 30, zijn ongewenst kinderloos. Ze onderzoeken net de mogelijkheid van adoptie van een buitenlands kindje als de zus van mevrouw en haar echtgenoot ( het echtpaar Rigaud – Faro) bij een auto-ongeluk op de Sasakiweg om het leven komen, achterlaten twee kleine kinderen, de twee-jarige Juancho en de baby Gaby. Bij testament blijkt mevrouw Simon-Faro door de ouders tot voogdes te zijn benoemd. Het echtpaar wil Juancho en Gaby zo snel mogelijk adopteren. a. Zal dit kans van slagen hebben? Zo ja, aan welke voorwaarden moet zijn voldaan? Zo nee, waarom niet? b. Juancho groeit op tot een onmogelijke teenager. Hij loopt weg en komt in aanraking met de politie en verbreekt alle banden met de Simons. Kan de adoptie ongedaan worden gemaakt? Zo ja, door wie en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan en wat zijn de rechtsgevolgen van deze ongedaanmaking? Zo nee, waarom niet? 2. Elisa Valesques woont samen met Dimitri Kock.Op een bepaalt moment verbreekt zij de relatie. Een paar dagen later ontdekt zij dat ze zwanger van hem is – wat zeker niet de bedoeling was – en dat de zwangerschap in een te ver gevorderd stadium is voor afbreking. Zij besluit het kind geborene te laten worden en dan af te staan voor adoptie. Kan Dimitri, als hij dit verneemt, aan Elisa’s voornemen in de weg staan? 33
Leerstofeenheid 7 – Minderjarigheid Gezag over minderjarigen Juridisch ouderschap biologisch ouderschap Sociaal ouderschap Onderhoudsverplichting Omgangsrechten- en plichten Te bestuderen stof Studiereeks: Hoofdstuk 13 en hoofdstuk 14 (m.u.v. nr. 210a en § 14.5) en hoofdstuk 15 Mw.mr. U. Luydens, Gezamenlijk Gezag , uit TAR-Justitia 2010, nr 3 / 4, blz 184-188. (zelf kopiëren) Additionele informatie (niet verplicht): Voogdijregeling Antilliaanse en Arubaanse jongeren (brochure van de Raad van Kinderbescherming) (zie bijlage) Jurisprudentie EHRM 22 juni 1989, CEDH serie A vol. 156, NJ 1992, 705 (opheffing OTS en strenge beperking omgang) HR 10 september 1999, NJ 2000, 20 (gezamenlijk gezag of eenhoofdig gezag na echtscheiding 1)) HR 4 februari 2005, NJ 2005, 422 (bijzonder curator) HR 27 mei 2005, NJ 2005, 485 (gezamenlijk gezag en erkenning) HR 4 april 2008, NJ 2008, 494 (LJN: BC2241)(informele rechtsingang kind) GHvJNAA 3 juli 2008, H-27/08 (zie bijlage) GHvJNAA 16 augustus 2011, EJ 793/10 – H 75/11(gezamenlijk gezag na eensluidend verzoek) (zie bijlage) GHvJACSXMenBES 26 maart 2013, LJN: CA 3297 (limitering afwijzing omgangsregeling) Gerechtshof ’s Hertogenbosch 18 juli 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:3253 ( minimale basis gezamenlijk gezag)
Leerdoelen Na de bestudering van deze leerstofeenheid wordt van U verwacht dat u: weet welke gevolgen de minderjarigheid heeft, met name ten aanzien van de handelings(on)bekwaamheid; weet wat “gezag” inhoudt en door wie het kan worden uitgeoefend; inzicht heeft in de betekenis van de bepalingen omtrent minderjarigheid en gezag en deze kunt toepassen op een casus; weet op welke wijzen voogdij kan ontstaan; inzicht hebt in de overeenkomsten en verschillen tussen ouderlijk gezag en voogdij; de verworven kennis kunt toepassen op een casus.
34
Uit Diario 24 september 2011 ► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van bovenstaande Oproeping van de griffier van het gerecht in Eerste Aanleg. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
Uit: Diario 8 maart 2012
35
Uit Amigoe 4 aug2010 ► Formuleer je leerdoel of leerdoelen met betrekking tot het achterliggende juridische leerstuk van het artikel “Tata cu no ta cria su yiunan awor tras di trali” of het artikel “Cel in bij niet betalen alimentatie”. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. Is een minderjarige handelingsbekwaam of handelingsonbekwaam? 2. Zal Anneke in onderstaande gevallen handlichting kunnen krijgen en maakt het daarbij verschil of (een van) de ouders zich tegen de handlichting verzet(ten)? a. Anneke (17) woont samen met Juan (18). Anneke weet dat zij niet in alle gevallen handelingsbekwaam is en vindt dat een onaangenaam idee. Zij woont immers al jaren niet meer bij haar ouders en verdient haar eigen geld als kassière bij een supermarkt. b. Anneke (17) woont samen met Juan (18). Omdat de post in Aruba niet efficiënt werkt, wil zij een koeriersdienst per scooter op poten stellen. 36
3. Beantwoord de volgende vragen kort en bondig. a. Odette (Ody) deCuba is pas 16 jaar oud als ze ongehuwd bevalt van een dochter, Luz Anne. Kan zij het gezag over Luz Anne krijgen? b. De verwekker is haar schoolvriend Lysandro Kock, eveneens 16 jaar oud. Kan Lysandro in beginsel het gezag over Luz Anne krijgen? c. Ody en Lysandro gaan samenwonen en verzorgen Luz samen. Verandert daardoor iets aan uw antwoord op vraag a. of vraag b.? d. Als Luz 1 jaar oud is, trouwen Ody en Lysandro. Maakt dit verschil ten opzichte van de situatie in sub c.? e. Ody raakt weer zwanger en bevalt van een zoon, Carlo. Verschilt de vraag naar het gezag over Carlo van de vraag naar het gezag over Luz? f. Ody herstelt echter niet goed van de bevalling. Zij blijkt aan een ernstige vorm van postnatale depressie te lijden en moet worden opgenomen. Maakt dit uit voor het gezag? g. Ody komt er bovenop en keert na enige tijd weer terug naar haar gezin. Maakt dit uit voor het gezag? h. De spanningen worden Lysandro teveel. Hij besluit te gaan scheiden en vraagt zich af hoe dat nu met het gezag over Luz en Carlo moet. Welke mogelijkheden zijn er wat betreft het gezag na de scheiding voor Ody en Lysandro? i. Na veel overleg leggen Lysandro en Ody in een convenant vast dat Ody het gezag krijgt. Is hiermee het gezag geregeld? j. Ody komt bij een verkeersongeval om het leven. In haar uiterste wilsbeschikking blijkt zij haar broer te hebben aangewezen als voogd. Moet Lysandro zich hierbij neerleggen? 4. Wat moet worden verstaan onder “ blokkaderecht” en wat zijn de consequenties van een beroep op het blokkaderecht? 5. Op welke punten is er verschil tussen datieve voogdij en testamentaire voogdij? 6. Gianna en Patrick zijn gescheiden. Sinds de scheiding zorgt Gianna in overwegende mate voor hun dochtertje Hanna. Alleen in het weekend is Hanna bij haar vader. Gianna heeft een uiterste wilsbeschikking gemaakt waarin Steven tot voogd is benoemd. Patrick heeft een uiterste wilsbeschikking gemaakt waarin Franklin tot voogd is benoemd. a. Gianna komt te overlijden. Hoe gaat het nu met het gezag? b. Moet Patrick, indien met het gezag belast, een boedelbeschrijving opmaken? En Steven?
37
Leerstofeenheid 8 - Jeugdbescherming Maatregelen van jeugdbescherming o ondertoezichtstelling o ontheffing o ontzetting Beperking en ontneming van gezag Internationaal Verdrag inzake Rechten van het Kind (IVRK) Te bestuderen stof W.A. Schrama, Familierecht geschetst, hoofdstuk 19 Maatregelen ter bescherming van minderjarigen, blz 185 t/m 202 (zie aanbevolen literatuur) Jurisprudentie GEA 8 oktober 2009, behorende bij E.J. nrs. 3050 van 2008 en 1798 van 2007 (verzoek verlenging ondertoezichtstelling) (zie bijlage) HR 4 april 2008, NJ 2008, 506 (gedwongen ontheffing)
Leerdoelen Na de bestudering van deze leerstofeenheid wordt van U verwacht dat u: de wetsbepalingen uit Boek 1 ter zake kunt toepassen. welke maatregelen tot beperking van en ontneming van gezag er zijn; weet onder welke omstandigheden zo’n maatregel kan worden opgelegd; inzicht hebt in het doel en de strekking van (voorlopige) maatregelen van justitiële jeugdhulpverlening; weet onder welke omstandigheden dergelijke maatregel eindigt; inzicht hebt in de gevolgen van de te onderscheiden maatregelen voor betrokken;
38
Uit: Amigoe 25 maart 2011 ► Formuleer naar aanleiding van bovenstaand artikel “Dievengezin” je leerdoel of leerdoelen over het in Aruba geldende juridische leerstuk achter dit artikel. Bedenk minimaal 4 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 4 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
► Formuleer naar aanleiding van bovenstaande oproeping door de griffier van het Gerecht in Eerste Aanleg je leerdoel of leerdoelen over het juridische leerstuk achter dit artikel. Bedenk minimaal 4 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 4 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
39
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. Beoordeel de volgende stelling op haar juistheid: Als een minderjarige zodanig opgroeit dat zijn zedelijke en geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, is steeds de maatregel van ondertoezichtstelling mogelijk. 2. Antonio Janga woont bij zijn moeder Elisa Santiago, dier alleen het gezag over hem heeft sinds ze is gescheiden van zijn vader, de in Aruba woonachtige Robertico. Antonio is een echte teenager, is onhandelbaar en heeft vrienden waar Elisa het absoluut niet mee eens is. Als Antonio weer eens dagen niet naar school is geweest en enkele dagen later in dronken toestand wordt thuis gebracht door de politie, is voor Elisa de maat vol. Elisa vindt dat zij het niet meer aan kan.Welke mogelijkheden heeft Elisa om binnen en buiten de justitiële jeugdhulpverlening hulp bij de opvoeding van Antonio te krijgen? 3. Beargumenteer de (on) juistheid van de volgende stelling: De juridische woonplaats van een minderjarige die onder toezicht is gesteld, is gelijk aan de woonplaats van de stichting die het toezicht over hem uitoefent, Fundacion Guia Mi.
40
Leerstofeenheid 9 – bescherming meerderjarigen curatele bewind mentorschap afwezigheidsbewind versus meerderjarigenbewind Te bestuderen stof Hoofdstuk 16 Jurisprudentie HR 1 december 2000, NJ 2001, 390 (twee curatoren) HR 28 maart 1980, NJ1980, 378 (echtscheiding en curatele) Additionele informatie (niet verplicht): Curatele, Bewind en Mentorschap, informatiebrochure van 26 juni 2012 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, vindplaats: www.rijksoverheid.nl (ga naar: onderwerpen/familie, jeugd en gezin) Leerdoelen Na de bestudering van deze leerstofeenheid wordt van U verwacht dat u: de regeling kunt toepassen op een casus. weet welke maatregelen er zijn ter bescherming van meerderjarigen en wat zij beogen te bereiken; inzicht heeft in de verschillen en overeenkomsten tussen deze maatregelen, zowel wat betreft de gronden waarop zij kunnen worden getroffen als wat betreft de gevolgen zowel voor de betrokkene als voor derden; de taken en de bevoegdheden van de aan te stellen vertegenwoordiger kent;
41
Uit: Diario 18 januari 2011 ► Formuleer naar aanleiding van bovenstaande bekendmaking van het Openbaar Ministerie van Aruba je leerdoel of leerdoelen over het juridische leerstuk achter deze publicatie. Bedenk minimaal 5 vragen die je kunnen ondersteunen om dit leerdoel te bereiken. Lever 5 vragen (met antwoord en vermelding van de gebruikte bron(nen)) in bij de docent om in aanmerking te kunnen komen voor het bonuspunt.
Mogelijk nog 1 opdracht invoegen
42
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Oefen-opdrachten 1. Marina Weststraten is een 30-jarige vrouw die is gehuwd met Carlos Croeze. Vorig jaar is zij onder curatele gesteld wegens misbruik van verdovende middelen. Haar vader Marinus Weststraten, is tot curator benoemd. a. Geef een of meer redenen aan waarom Carlos niet tot curator van zijn vrouw is benoemd. b. Marina heeft een danig verschil van mening met haar vader. Zij wil hem absoluut niet meer als curator. Kan zij zelf om een andere curator vragen? c. Hoe luidt uw antwoord op vraag b indien Marina wegens een geestelijk stoornis onder curatele was gesteld? d. Tussen Marina en Carlos gaat het niet goed meer. Kan Marina echtscheiding verzoeken? 2. De heer Valesques (67) is een zeer vermogende weduwnaar op leeftijd, met volwassen kinderen. Op een gegeven moment komt hij de jeugdige weduwe Maria del Pilar (48) tegen , met wie hij gaat samenwonen. De kinderen zien machteloos toe hoe hun ooit sombere vader nu drie keer per jaar – met Maria natuurlijk – op vakantie gaat naar verre oorden, een nieuw huis heeft gekocht in Noord en dit huis opnieuw heeft ingericht met nieuwe meubels van EQ3, enzovoort. Wat blijft er nog over van vaders vermogen? Zij vragen uw advies over de mogelijkheid om maatregelen te nemen. 3. Extra moeilijke opdracht !!!!! Patrick Pronk heeft zich na zijn echtscheiding vol overgave in het nachtleven van Oranjestad gestort. Als de schulden en de vriendinnen hem te veel worden, besluit hij dat het tijd wordt om een adempauze in te lassen en zijn heil ergens anders te zoeken. Zonder achterlating van een adres en zonder orde op zaken te stellen vertrekt hij naar een onbekende bestemming. Enkele maanden na het plotselinge vertrek van Patrick wordt, op verzoek van een aantal belanghebbenden, door de rechtbank een bewindvoerder benoemt teneinde het (afwezigen)bewind te voeren over de goederen van de afwezige Patrick. In de beschikking van de rechtbank zijn verder geen bijzondere bepalingen opgenomen. Een van de belanghebbende is Geert Geerman die een opeisbare vordering van $125.000,- op Patrick heeft. Nadat de bewindvoerder er zich van overtuigd heeft dat de vordering van Geert valide is, besluit hij dat het voor alle partijen beter is dat de schuld van Geerman betaald wordt. Omdat Patrick nog steeds volstrek onbereikbaar is, gaat hij eigenmachtig over tot de verkoop van het huis van Patrick. Uit de opbrengst, die zo’n 15% onder de taxatiewaarde ligt, voldoet hij eerst de vordering van Geerman, waarna hij het restant ($100.000,-) op de rekening van Patrick stort. Is de door de bewindvoerder aangegane overeenkomst tot verkoop van het huis van Patrick geldig, nietig of vernietigbaar? Motiveer uw antwoord.
43
Leerstofeenheid 10 Proeftentamen en uitloop
44
Proeftentamen Opmerkingen vooraf: Het proeftentamen bestaat uit aantal open vragen Formuleer uw antwoorden gemotiveerd in correct Nederlands. Wees expliciet in uw beantwoording. U kunt niet volstaan met een enkel ja of nee. U dient te motiveren en zoveel mogelijk te verwijzen naar relevante wetsartikelen en eventueel jurisprudentie. - In totaal kunt u 40 punten behalen voor dit tentamen. Uw eindcijfer wordt berekend door het totaal aantal behaalde punten te delen door 4. Het totaal van 22 punten levert een voldoende op (5,5). - Alle vragen dienen naar Arubaans recht te worden beantwoord, tenzij uit de vraagstelling expliciet anders blijkt. - Tijdens het tentamen mag uitsluitend van niet-becommentarieerde wetsteksten gebruik worden gemaakt. Mocht tijdens het tentamen blijken dat die aantekeningen er wel in staan, dan leidt dit tot uitsluiting van het tentamen. - Voor dit tentamen dient u zich te hebben ingeschreven. Studenten die zich niet hebben ingeschreven kunnen niet aan het tentamen deelnemen. - Indien u wilt dat de docent u tentamen niet nakijkt, vermeldt u dan NIET NAKIJKEN op uw antwoordformulier. - De tentamenopgaven mag u meenemen. - Bespreking van dit tentamen zal plaatsvinden op XXXXXXXX uur in zaal X
VEEL SUCCES!
45
1. Casus (12 punten) Antonie en Annalisa zijn na een zeven jarig huwelijk gescheiden. Bij de echtscheidingsbeschikking is bepaald dat Annalisa alleen het gezag zal uitoefenen over hun 6jarige dochter Luz-Marie (kort: Luz) Enkele maanden na de echtscheiding leert Annalisa een zekere Giovanni kennen, met wie ze kort daarna in het huwelijk treedt. a. Welke formeel vereiste taak rust op de ambtenaar van de Burgerlijke Stand (abs) alvorens hij het huwelijk tussen Annalisa en Giovanni mag voltrekken? (2 punten) Als Luz 11 jaar oud is, komt Annalisa te overlijden. Annalisa heeft in haar uiterste wilsbeschikking een bepaling laten opnemen, waarin zij Giovanni aanwijst als de persoon die na haar dood het gezag over Luz zal gaan uitoefenen. Giovanni is daartoe graag bereid en aanvaart de voogdij. Tussen hem en Luz is inmiddels een hechte band ontwikkeld en Luz heeft sinds de echtscheiding geen enkel contact meer gehad met haar vader (Antonie). Als Antonie enkele maanden na het overlijden van Annalisa verneemt dat Giovanni de voogdij over Luz uitoefent, gaat hij door het lint. Volgens hem is hij, Antonie, de aangewezen persoon om het gezag over Luz uit te oefenen en niet Giovanni. b. Kan Antonie, met kans van succes, bewerkstelligen dat hij, ondanks de uiterste wilsbeschikking, met de uitoefening van het gezag over Luz wordt belast? Beargumenteer uw antwoord. (5 punten) Stel dat het Antonie is gelukt om het gezag over Luz te krijgen. Antonie heeft met deze actie vooral beoogd om zeggenschap te krijgen over de opvoeding van Luz. Maar vanwege zijn drukke baan is hij niet in de gelegenheid om ook daadwerkelijk de dagelijkse zorg over Luz op zich te nemen. Hij stemt daarom erin toe dat Luz voorlopig bij Giovanni en diens nieuwe vrouw woont. Als Antonie enkele jaren later hertrouwt, wil hij echter alsnog dat Luz, inmiddels 17 jaar, bij hem komt wonen. Dit tot groot verdriet van Giovanni, die zich inmiddels erg gehecht heeft aan Luz. Ook Luz zelf voelt er niets voor om weer bij haar vader te gaan wonen. c. Giovanni vraagt zich af welke juridische stappen hij kan ondernemen om de plannen van Antonie te dwarsbomen en alsnog de voogdij over Luz te krijgen. Hoe zou uw beargumenteerd advies aan Giovanni luiden? (5 punten)
46
Vraag 2 ( 8 punten) a. Op welke grond of gronden kan een voorgenomen huwelijk gestuit worden? (2 punten) b. Op welke gronden kan een huwelijk nietig worden verklaard? (3 punten) c. Wat is het verschil in rechtsgevolg tussen het vernietigen van een huwelijk enerzijds en de ontbinding van een huwelijk op grond van echtscheiding anderzijds? (3 punten)
3. Casus (7 punten) Netta de Bie en Gert Steens zijn gehuwd. Ze hebben samen twee kinderen, Davy (10) en Kimberly (8), over wie zij samen het gezag uitoefenen. Gert is verslaafd aan drugs en steelt om in zijn drugsverslaving te voorzien. Op een bepaald moment vindt Gert dat Davy groot genoeg is om zijn steentje bij te dragen en zet hem in bij het plegen van diefstallen. Netta protesteert wel, maar Gert zet toch door. Gert en Davy worden op heterdaad betrapt. De voogdijraad wordt ingeschakeld. De voogdijraad is van mening dat Gert, die inmiddels wel voor de diefstallen is veroordeeld maar voor wie (nog) geen cel beschikbaar is, absoluut niet met het gezag over Davy belast kan blijven en dat het in deze situatie beter is dat Netta ook geen gezag meer heeft, ook al heeft zij te kennen gegeven dat zij met het gezag belast wil blijven. a. Welke maatregel(en) van justitiële jeugdhulpverlening acht u hier voor de hand liggen, gezien het optreden van vader Gert? Geef daarbij gemotiveerd aan of deze maatregel(en) alleen ten aanzien van Davy geldt/gelden of tevens ook voor Kimberly geldt/gelden. (4 punten) Davy en Kimberly worden uiteindelijk in een pleeggezin geplaatst. Nadat Gert zijn straf in de KIA heeft uitgezeten, vertrekt hij naar Santo Domingo waar hij, na 2 jaar, succesvol weet af te kicken. Bij terugkomst in Aruba is hij van plan om samen met Netta een nieuw, clean leven te beginnen. Zij willen graag dat de kinderen weer bij hen komen wonen en zij willen wederom het gezag gezamenlijk uitoefenen. b. Ziet U mogelijkheden voor Gert en Netta om het gezag weer gezamenlijk uit te oefenen? U mag voor de beantwoording van deze vraag ervan uit gaan dat Netta inmiddels weer het gezag over de kinderen heeft. (3 punten)
47
4. Casus ( 8 punten) In de Amigoe van zaterdag 5 juni 2010 stond het volgende bericht:
a. Kan adoptie volgens de Arubaanse wet ongedaan worden gemaakt? Zo ja, door wie en aan welke voorwaarde(n) moet zijn voldaan. Wat zijn in dit geval de rechtsgevolgen van de ongedaanmaking. Zo nee, waarom niet? (6 punten) b. In de tekst staat dat het kind via zijn curator aangeeft niet mee te werken. Welk soort curator wordt bedoeld? (2 punten)
5. Wat is het verschil tussen een sterke adoptie en een zwakke adoptie? ( 2 punten) 6. Casus (3 punten) In de Bon Noticia-krant staat een advertentie met de volgende inhoud: Jacintha Westling en Antonio Croeze geven met blijdschap kennis van de geboorte op 10 juli 2010 van Mariano Juan Jose. Getrouwd op 14 juli 2010: Jacintha Wesling en Antonio Croeze Wat zijn de juridische relaties tussen Jacintha en Mariano en tussen Antonio en Mariano op 10 juli en op 14 juli 2010? U mag bij de beantwoording van de vraag er van uitgaan dat Antonio de verwekker is en er geen andere familierechtelijke handelingen hebben plaatsgevonden. (3 punten) 48
Bijlage 49
Mededeling Bij de gedrukte versie van deze reader zal op deze plaats de bijlagen zijn bijgevoegd. Bij de digitale versie van de reader worden de bijlagen apart als PDF-file op de server van de Universiteit geplaatst.
50