Universiteit Gent
Het Groene Boekje II
Geologie 2007-2008
Paleontologie 1 S8, eerste semester, examen in januari De prof Paleontologie 1 bestaat uit twee delen: een deel dierenpaleontologie en een deel paleobotanie (de plantjes). De eerste helft van het semester krijg je dierenpaleontologie van prof. Verniers. Deze zie je voor het eerst maar zal je na je 2e jaar nooit meer vergeten. Hij is zeer vriendelijk en heeft bijna meer respect voor de studenten als omgekeerd. Ongelooflijk ook hoeveel ie ook weet, op elk gebied kan je iets bijleren van hem. Dierenpaleontologie is zijn vakdomein. Als je thuis wat fossieltjes liggen hebt en je wil weten wat ze zijn, dan kan je altijd bij hem terecht. Het 2e deel van Paleontologie 1 wordt gegeven door prof. Louwye. Hem heb je leren kennen tijdens de lessen ‘Inleiding tot de Geologie’ in het eerste jaar en tijdens jullie excursie. Daar hoef ik dus niet veel meer over te zeggen. Een sympathieke prof die graag interactief les geeft. Dus wees er met het kopje bij. De cursus De cursus dierenpaleontologie is een hele brok. Er staat heel veel info in, hele opsommingen van eigenschappen waarvan je soms geen idee hebt wat ze zijn. Leren aan de hand van zijn slides kan heel wat helpen. De prof geeft ook duidelijk aan wat héél belangrijk is. Als je er tijdig aan begint vormt het geen stuikelblok. De cursus paleobotanie is zowat de beste cursus die je in je eerste 2 jaar voorgeschoteld krijgt. Daarmee bedoel ik dat deze zeer overzichtelijk is samengesteld. Handig is ook dat de figuren niet in bijlagen staan, maar bij de tekst zelf. Je gaat het best naar de lessen en noteert zoveel mogelijk bij de figuren bij. Leer niet enkel de opgesomde eigenschappen vanbuiten, maar leer de cursus ook begrijpen. Zoek verbanden en verschillen! De practica De practica bestaan uit tekenen, tekenen en nog eens tekenen. De hele namiddag, soms meermaals per week. Voor dierenpaleontologie hoort ongeveer bij elk Fylum een practicamiddag. Per namiddag maak je zo een 15 tekeningen gemiddeld. Probeer niet gewoon over te tekenen, maar zoek aan de hand van de theorie naar de eigenschappen die zichtbaar zijn. Duidt ze eventueel aan op je tekening. Voor de practica paleobotanie zijn er minder tekeningen te maken. De opstellingen zijn elke week dezelfde. Je moet er gewoon voor zorgen dat je op het einde van de practica elk preparaat bent afgegaan. Werk je een namiddagje minder hard, dan zal de daar de week erachter voor boeten. Probeer een goed gemiddelde te houden. Er is veel werk onder microscopen, zie dat je geen preparaat breekt door te hard in te zoomen! Het examen Het examen bestaat normaal uit een hoofdvraag, een denkvraag en 10 begrippen. De hoofdvraag kan zowel over dieren als over planten gaan. De denkvraag gaat dan over het andere deel. De 10 begrippen zijn normaal mooi fifty-fifty. Je krijgt op het examen ook een doos met 3 dierenfossielen. Die bekijk je goed voor je bij prof. Verniers op mondeling gaat. Daar bespreek je alles wat je ervan weet. Ben je fout zal hij samen met jou opnieuw redeneren. Op het mondeling bij prof. Louwye ben je onvoorbereid. Hij legt er enkele fossielen voor je neus die je normaal in het practicum gezien hebt en stelt er een aantal vragen over. Geen reden tot paniek, hij geeft je de kans om rustig na te denken.
Twieoos Hoofdvraag: - Bespreek brachiopoden - Rhyniopsida, bespreek evolutie en geef een typerend voorbeeld. Denkvraag: - Welke is het beste: fylogenie op basis van genetica of op basis van morfologie? Verklaar en argumenteer vanuit uw standpunt als paleontoloog Begrippen: - Burghess shale - pygidium - thorax - Cooksonia - en zo kan van alles een 5tal regels (max) uitleg gevraagd worden. Deze zijn niet dé twieoos, het is een richtpunt voor wat je mag verwachten. Want ze hebben veel mogelijke vragen.
Kartering 1 S8 + Veld, tweede semester, examen in juni De prof Opnieuw prof. Verniers die je tegen deze tijd wel naderhand begint te kennen. Op het veld wordt hij bijgestaan door Timothy Debacker. Je zal er zeker één dag mee moeten optrekken. Hij is een aangename kerel die graag lacht en zeer goed uitleg geeft. Je leert hem ook kennen tijdens de practica en excursies van Structurele geologie. Ook andere assistenten uit de gang van prof. Verniers komen enkele dagen een handje toesteken. De cursus en voorbereiding Een cursus is er niet echt. Enkel wat slides en heel wat uitleg van de prof. Het veldwerk wordt in een aantal lessen voorbereid. Je hebt normaal thuis nog wat werk voor je op het veld kan. De prof legt alles goed uit en laat het dan aan jullie over. Bij vragen kan je echter steeds bij hem terecht. Je bereidt je geologische kaart voor aan de hand van theoretische gegevens en bodemkaarten. Je bekijkt ook wat luchtfoto’s… Het is niet moeilijk, maar er is wel wat werk aan. Wanneer je terugkomt van het veld zijn er een aantal verwerkingslessen waarin je geologische kaart vorm krijgt. Er is echter nog heel wat werk aan na de uren, dus begin er tijdig aan met je groep. Wie het uitstelt zal de laatste dagen voor het afgeven zijn nachtrust mogen vergeten… Op het veld Je verblijft 5 dagen in Ronquières. Je kan buiten je tentje op slaan (Zorg voor een goede slaapzak!) maar er zijn sinds vorig jaar ook nieuwe matrassen voorzien in de kamers boven het cafeetje zodat je ook binnen kan slapen. Tip: er is recent brand uitgebroken en het STINKT er vreselijk! Wees ook niet al te enthousiast, want het comfort binnen is minimaal. Het eten daarentegen is met veel liefde, zorg en toewijding bereid door twee schattige oudjes die het cafeetje uitbaten en je maar al te graag je bord een 4e maal vullen met lekkere Belgische Kost. De eerste dag ga je op stap met de prof en de assistenten. Je leert er de knepen van het vak. De
overige dagen ben je vooral op jezelf aangewezen. Soms krijg je gezelschap van de prof of een assistent. Elke avond volgt er een heerlijke maaltijd die met veel liefde, zorg en toewijding bereid is door twee schattige oudjes die het cafeetje uitbaten en je maar al te graag je bord een 4e maal vullen met lekkere Belgische Kost. Dit alles gevolgd door het verwerken van de dag en voorbereiding van de volgende dag. Met een pintje is dit best gezellig. Het examen De meeste punten staan op het uiteindelijk afgegeven werk. De prof beoordeelt een klein beetje naar het werk op het veld en naar het examen. Dat examen is eigelijk niet meer dan het overlopen van je kaart. Hij wijst op eventuele fouten en vraagt soms meer uitleg over hoe je interpretatie. Het examen valt buiten de examenperiode op een onderling af te spreken datum.
Sedimentaire Geologie 1 S8, eerste semester, examen in januari De prof Prof. Jacobs ga je nog een paar keer tegenkomen in je geologische loopbaan. Het is een sympathieke kerel. Hij is druk bezet maar probeert je altijd te helpen als het nodig is. Als je erop let, zal je zien dat hij één bepaalde trui heel graag draagt. Hij heeft ook een aantal stopwoordjes die je vlug zult leren kennen. De cursus Omwille van de wolfijzers en schietgeweren in de cursus, zal het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een tijdje duren eer je netjes mooi door je eerste hoofdstuk geraakt om de doodeenvoudige reden dat je nog moet wennen aan de lange zinnen en moeilijke woorden (nogal vreselijk veel) waardoor je op het einde van de zin reeds lang de draad kwijt bent en maar beter opnieuw begint omdat je zelfs vergeten bent waarover het gaat. Soit, dit als voorsmaakje. Elk hoofdstuk bestaat uit een deel tekst en een deel figuren. Het beste is dat je naar de lessen gaat om zoveel mogelijk uitleg te schrijven bij de figuren zodanig dat je ze ook begrijpt. De practica Een middagje relaxen… Als je tijdens de practica zelf goed doorwerkt, heb je minder werk thuis. Er wordt grotendeels aandacht geschonken aan het interpreteren van boringen. Dat zal je wel merken als het zover is. Het examen Dat is wat anders. Zorg dat je alles goed kent maar vooral begrijpt! Iedereen krijgt verschillende vragen maar het zijn wel elk jaar dezelfde 26 vragen die terugkeren waarvan je er drie op het examen krijgt. Achteraf volgt een mondelinge bespreking waarbij hij nog wat denkvragen stelt, soms test hij ook of je oplettend was in zijn lessen. Prof. Jacobs is gierig met punten dus zorg dat hij geen gelegenheid krijgt om wat minder te geven. Schrijf alles op wat je ervan weet! Twieoos (Leer deze vanbuiten, op het examen komen ze zeker terug! Het zijn er geen 26 omdat sommigen gecombineerd zijn. Je zal bv niet de indeling van Paleo-,Meso- en Cenozoïcum moeten geven, maar ofwel van het Paleozoïcum ofwel van het Meso- en Cenozoïcum.)
- Beschrijf de verdeling en massa van sedimentaire gesteenten in de tijd. - Wat is het belang van de snelheid van sediment accumulatie en geef hiervan enkele voorbeelden. - Welke onderbrekingen treden op tijdens de afzetting van sedimentaire gesteenten? - Beschrijf de procedure voor het vastleggen van stratigrafische eenheden. - Geef de verschillende soorten stratotypes en leg de hiërarchie vast van de lithostratigrafische eenheden. - Beschrijf de invloed die de wijzigingen in de omgeving uitoefenen op de tolerantie van organismen. - Wat is speciatie en leg de verschillende modellen van evolutie uit. - Toon de invloed aan van bemonstering op de resolutie van de biostratigrafie. - Beschrijf de verschillende soorten range-zones. - Illustreer de chronostratigrafische betekenis van de biozones en verduidelijk het begrip ‘homotaxie’. - Beschrijf de hiërarchie van de chronostratigrafische en geochronologische eenheden. - Welke absolute ouderdomsbepalingen ken je en geef hun respectievelijke voor- en nadelen. - Beschrijf het proces van magnetisatie van gesteenten en duid de verschillende soorten magnetisme aan. - Welke veldtesten voor magnetisme ken je? - Geef de indeling van Paleo, Meso- of Cenozoïcum? - Toon het belang van de magnetostratigrafie aan en illustreer dit met een aantal toepassingen. - Bespreek het verband tussen de sedimentaire aanvoer en de relatieve zeespiegelbewegingen. - Wat is sequentiestratigrafie? Geef kenmerken en onderdelen. - Welke sequentiegrenzen zijn er en hoe ontdek je ze? - Wat zijn PAC’s en hoe ontstaan ze? - Bespreek de tijd in stratigrafie. - Geef de verschillende soorten sedimentatie-onderbrengen? - Geef het verband tussen de relatieve zeespiegelbew., subsidentie, eustatisme en afzettingen.
Optische Mineralogie & Petrografie S8, eerste semester, examen in januari De prof Optische mineralogie werd vorige jaren gegeven door dr. Mees, een toffe (soms wat droge) peer. Sinds dit jaar wordt het vak echter gegeven door een andere prof waar ik jullie helaas nog niets over kan vertellen… De cursus Het is een bijvakje met, ik vermoed, de dunste cursus van het jaar (onder voorbehoud, want bij de nieuwe prof zal het wel andere koek zijn). In de theorielessen wordt in hoog tempo een reeks figuren overlopen waar je maar beter wat kan van noteren want niet alles staat in de bijgeleverde nota’s. De practica De practica bestaan uit een voormiddagje turen in een microscoop. Afgezien van de migraine die je eraan kan overhouden, valt dit echt wel mee, een rustig sfeertje, ideaal om te ontwaken.
Je leert enkele vaardigheden om mineralen te herkennen op slijpplaatjes. Deze zijn niet zo moeilijk en normaal gezien heeft iedereen die wel onder de knie. Het examen Het examen bestaat net als de lessen uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. In het praktische gedeelte moet je een aantal mineralen halen uit 2 slijpplaatjes. Een deel van de cursus mag hierbij gebruikt worden. Het theoretische deel bevat vragen uit de cursus en vragen over wat gezegd is geweest bij de figuren. Over het algemeen vormt dit vak geen struikelblok. Geen moeilijk examen dus, maar dr. Mees geeft niet veel punten. Twieoos Alles kan gevraagd worden. Zie wel dat je het allemaal snapt want er zitten ook wel een aantal doordenkertjes in.
Informatica S9, eerste semester, examen in januari De prof Wordt gegeven door Peter Dawyndt: een rustige, jonge staartmansprof. De lessen Krijg je samen met de 1e bachelor biotechnologie en geografie. Voor diegenen die het niet zo hebben voor informatica zijn de lessen een en al saaiheid. Bewijs: slapende studenten in het auditorium. De cursus Een gigantische brok vol met programmeertaal…In het begin van het semester krijg je ook de gelegenheid om het boek Microsoft office te kopen. Dit is een dikke kloefer van een handleiding voor Excel, Word, Powerpoint, Acces,… Na de lessen uit het handboek moet je een powerpointpresentatie maken (met een onderwerp naar keuze, wél een uit je studiedomein) waarin je zoveel mogelijk facetten uit de lessen in verwerkt (tabellen, diaopbouw,…). Deze taak telt mee voor 10% van je examen. De practica Deze gaan door in de pc-lokalen van het S9 gebouw. De practica bestaan uit een reeks oefeningen op programmeren met Visual Basic, en een deel Excel. Tijdens de practica kan je vragen stellen aan de assistent. Het handige aan deze practica is dat ze niet verplicht zijn, en dat je telkens een 3-tal weken de tijd krijgt om een oefeningenreeks af te maken. Na die drie weken volgt dan een mondelinge evaluatie (daarvoor moet je uiteraard wél verplicht aanwezig zijn op ‘t werkcollege). Het examen Is volledig open boek. Je mag zowel cursus als handboek meenemen. Het examen bestaat normaal gezien uit 4 oefeningen: 1 op Excel, 1 op Excel gecombineerd met VBA en 2 op VBA. Er wordt geen theorie gevraagd.
Wiskunde 3 en geostatistiek Sterre en Boerenkot, 1e semester, examen in januari De profs Prof. Meirvenne geeft les met gezag. Als je niet stil bent, ga je het geweten hebben. Z’n lessen kun je niet echt missen maar als je er eens niet bent is dat geen ramp. Hij heeft er wel een hekel aan om te moeten lesgeven als er weinig aandacht is. Dan heeft ie liever dat je niet komt.Hij is wel steeds bereid om te helpen met vragen. De andere prof is prof. De Bruyn. Je hebt er de eerste 2 weken les Wiskunde 3 van. De lessen zijn net als de leerstof vrij saai en vooral gebaseerd op het maken van oefeningen. De cursus Het is een cursus zoals jullie gewoon zijn in het middelbaar. Niet te dik en alles staat erin. Veel van de formules die erin staan moet je niet te letterlijk kennen maar hoe meer je vanbuiten weet, hoe beter je op de examenvragen zult kunnen antwoorden. De oefeningen Normaal gezien krijg je voor de pauze theorie en na de pauze oefeningen. Bij het deel geostatistiek gaan deze door op de Landbouwfaculteit aan de Coupure doordat de computerprogramma’s die je nodig hebt enkel op die computers staan. Het examen Niet zo moeilijk maar probeer alvast vroeg genoeg eraan te beginnen. Het is niet meer zo middelbaars als vorig jaar. Het deel geostatistiek leert vrij traag en is soms wat abstract. De laatste hoofdstukken die pas écht over geostatistiek gaan (en ook het belangrijkste zijn!) gaan een pak trager dan de rest. Misreken je niet. Het deel wiskunde 3 is vrij eenvoudig. Er worden twee oefeningen gevraagd die je normaal wel kan oplossen. Twieoos - Bespreek ordinary block-krigging - Wat is semivariantie? -…
Structuurchemie S4 bis, eerste semester, examen in januari De prof Werd vorig jaar gegeven door Etienne Schacht. De prof houdt van stilte in zijn lessen, je houdt je dus beter koest. Al bij al heeft hij wel een boontje voor de geologen. De lessen De lessen zijn best interessant. Je krijgt hier en daar wat meer uitleg over onderwerpen die de prof interesseren. Als je vragen hebt, zal de prof die met plezier beantwoorden. Pas wel op als er buitenlandse studenten de lessen mee volgen. Dan schakelt de prof immers over op een soort verbasterd Nederlands-Engels en dan verlies je zeker je aandacht… De cursus Een dun cursusje, in vergelijking met wat je gewoon bent. Het bestaat grotendeels uit leerstof die je waarschijnlijk al volledig in het secundair onderwijs gezien hebt: organische chemie. Je
leert de opbouw, nomenclatuur en ruimtelijke structuur van organische verbindingen, voornaamste organische reacties, de alcoholen, aldehyden, koolhydraten,… etc De practica Labojas is verplicht, bril krijg je in bruikleen. Een vod en lucifers zijn ook altijd handig, dan moet je je buur niet te veel lastig vallen. De practica zijn wel plezant in die zin dat het allemaal niet zo correct moet zijn als vorig jaar. Een gram meer of minder, dat maakt allemaal niet zoveel uit, zolang het maar vooruit gaat en niet ontploft, of in brand schiet. (Tip: Zorg ervoor dat de plastic darmen van je opstelling niet te dicht bij je bunsenbrander staan of heel je ziet heel je opstelling in de fik schieten.) De assistent Hector (De Hubert van de S4bis) maakt het leven in het labo al wat aangenamer. Breek zoveel glazen je wil, Hector herstelt het wel. Naast Hector zijn er nog twee assistenten die niet echt geologen-gezind zijn: spreek vooral geen kwaad woord over chemici, want je zal het geweten hebben. Het nadeel van deze practica is dat het vaak wat uitloopt en dat je elke keer een verslag moet afgeven. Misschien is dit dit jaar anders. Het examen Je krijgt vier vragen die eigenlijk letterlijk uit de cursus komen. Na de schriftelijke voorbereiding overloopt de prof kort je antwoorden. Het is geen moeilijk examen, maar de prof houdt wel van volledige antwoorden. Twieoos -Koolstof kan in organische verbindingen voorkomen in diverse hybridisatievormen. Wat is het verschil tussen sp³,sp² en sp-hybridisatie? -Bij electrofiele substitutie van benzeen is een methylsubstituent o,p-richtend en een nitrogroep m-richtend: waarom? -Wat zijn PBC’s en dioxines? -Hoe kan ethyleenglycol worden bereid uitgaande van etheen? …
Fysica 3 S2, tweede semester, examen in juni De prof Prof. De Grave toont een stuk meer medeleven dan wat je van een fysicaprofessor gewoon bent. Met vragen kun je na de les altijd bij hem terecht, hij zal je zeker helpen. Soms lijkt hij wel een beetje zenuwachtig, vooral voor nieuw publiek. De cursus Alles staat er goed in uitgelegd, veel meer valt er niet over te zeggen. Het eerste deel gaat over elektrische velden, het tweede deel over magnetische velden dus kort samengevat elektromagnetisme. De geologen kregen vroeger ook nog een aantal lessen kernfysica, maar deze tijden lijken voorbij. De practica Het is hetzelfde principe als in eerste bachelor: 4 uur prutsen met allerlei toestellen en daar een verslag van maken waarop je dan punten krijgt. Ze zijn wel streng in het verbeteren van deze verslagen. Verschiet niet als je na uren zwoegen op je verslag met je hakken over de sloot geraakt. Deze keer is er geen examen op het einde van de practica, wat uiteraard wel
leuk is. Zoals vorig jaar zijn er ook een aantal oefeningenlessen. Hier kan je voordeel uit halen door te komen, maar als je de theorie niet beheerst zit je erbij voor spek en bonen. De oefeningen zijn niet zo eenvoudig. Het examen Bestaat uit twee delen: een dag theorie en een dag oefeningen. Het theorie-examen is schriftelijk met mondelinge verbetering. Je krijgt vier vragen schriftelijk waarvan hij er één samen mondeling overloopt. Voor de oefeningen mag je de cursus en een formularium meebrengen maar geen opgeloste oefeningen. Twieoos Alles wat in de cursus staat, moet gekend zijn. - Geef de wet van Gauss en leg volledig uit. - Bewijs dat de energie opgeslagen in een opgeladen condensator Ep = Q2/2C is. - Welke baan volgen de deeltjes die in de magnetosfeer terecht komen en hoe ontstaat poollicht? - Bespreek de massaspectrometer. - Bespreek de cyclotron. - Hoe ontstaat de kracht op een stroomvoerende geleider? - Bepaal aan de hand van het fasordiagram de amplitude van een RLC-keten ifv R, L, C en ? d. Wat is de impedantie? - Bespreek elektromagnetische golven. - Bespreek de wet van Ampère
Analytische chemie S12, tweede semester, examen in juni De prof Prof. Strijckmans is een stipt persoon. Wees op tijd in zijn lessen (tip: kom naar zoveel mogelijk lessen, anders sta je op de proclamatie voor verrassingen ). Z’n lessen geeft ie aan de hand van slides (die je ook elke les krijgt), maar waar helemaal niet veel op staat. Je noteert er tijdens de les best zoveel mogelijk bij. Wanneer hij het uitlegt is het soms duidelijker dan in het engelse handboek. Hij houdt ook van interactief les geven en werk daar ook zo goed mogelijk aan mee. Dit is voor hem even belangrijk als een examen. De cursus Een Engels boek… Begin op tijd met het lezen en samenvatten want het is een grote brok, 500 pagina’s. Een stuk meer dan van dierkunde dus. Zijn slides zijn leidraad voor wat je moet kennen. Na het boek komen er ook nog een aantal extra hoofdstukken over XRF. Vorige jaren kregen ook nog enkele extra lessen over chemometrie. Dit lijkt weggevallen te zijn. De practica Deze gaan door in de S12 in het labo op het gelijkvloers. Elk practicum wordt geëvalueerd op 20 punten en het gemiddelde van alle practica telt mee voor 1/5de van de punten. Een gouden tip: hoe meer je knoeit, hoe meer punten je hebt! En let ook goed op de beduidende cijfers! De eerste practica zijn grotendeels titraties. Nu maakt een gram meer of minder wel degelijk uit! De laatste practica mag je per twee uitvoeren en zijn al wat meer toegepaste proeven. Af en toe heb je wel eens een uurtje niks te doen dus zorg ervoor
dat je iets mee hebt om je bezig te houden. De assistentes zijn zeer behulpzaam. Het examen Je krijgt één oefening en twee theorievragen, waarvan 1 bestaat uit het verklaren van 5 woordjes uit de cursus, de andere vraag is een hoofdvraag (zie twieoos). Elke vraag staat op ¼ van de van de punten (plus de punten van het practicum). Het examen is schriftelijk met mondelinge verbetering. De oefening op het examen is niet moeilijk, daar kan je heel wat punten op halen. Zorg er wel voor dat je alles snapt want het mondelinge stuk is niet zoals je gewoon bent. Je moet hem echt vertellen wat je geschreven hebt en hij vraagt enorm door. Begin vlug met leren, dan wordt het examen geen hel. Twieoos - Onzekerheid op x (formule gegeven) : benoem de parameters en leg uit hoe je de onzekerheid kan minimaliseren - Geef het verschil tussen GC en HPLC qua resolutie - Geef de resolutie, precisie, … van de waterstof referentie elektrode - Vergelijk de waterstof referentie elektrode en de zilver chloride elektrode - Verschillen tussen ED-XRF en WD-XRF - Atoomabsorptie en atoomemissie : geef verschillen en gelijkenissen - Vergelijk PCA en DA - Woordjes verklaren : ICP-MS, scintillatie-detector, terugtitratie,accumulatie-klok, potentiostaat, GFAAS, GC-MS, Geiger-Müllerteller, similariteit - Vraagstuk : pH van een oplossing 10,0 g tris en 10,0 g trisHCl in 250 mL : Wat is de pH na toevoegen van 10,50 mL HClO4? Wat is de pH na toevoegen van 10,50 mL NaOH? - Vraagstuk : Bereken het oplosbaarheidsproduct van AgBr aan de hand van volgende reacties: Ag+ + e- ? Ag(s) AgBr(s) + e- ? Ag(s) + Br
Geologie van België S8, tweede semester, examen in juni De prof Het eerste deel over het Paleozoïcum wordt gegeven door prof. Verniers. Het is in dezelfde stijl van paleo, met veel kleurrijke slides en vol enthousiasme uitgelegd. Prof. Marc De Batist is een leuke prof. Hij leidt je door het Krijt en het Cenozoïcum. Hij kan het heel goed uitleggen en is een plezier om mee op excursie te gaan. De cursus Alles staat erin, klaar en meestal duidelijk. Weer het principe van een deel tekst en een deel figuren. Je kan dus best zoveel mogelijk naar de lessen gaan om de figuren te begrijpen en om het volgende hoofdstuk in ontvangst te nemen. In het begin van het semester heb je de mogelijkheid om een geologische kaart van België en het boek ‘Geologica Belgica’ te kopen. Dit zijn twee aanraders: vooral bij taken en examen komen ze goed van pas.
Excursies Er zijn er vier in totaal. De eerste is een uitstap naar de Belgische Geologische Dienst in Brussel om opzoekingwerk te doen voor je taak. De overige drie vinden plaats op het terrein: twee keer één dag en een tweedaagse. Plezante excursies waar je heel wat kennis opdoet en waar een aantal fossielen en mineralen te vinden zijn. Het examen Dit bestaat uit een grote vraag, een excursievraag, een denkvraag en een kleine vraag. Het is een echt blokvak, onderschat het niet en begin op tijd te studeren. België heeft meer formaties en leden dan je denkt! Na het schriftelijk deel volgt een bespreking met beide proffen. Twieoos Grote vragen : - Bespreek de Ieper Groep - Bespreek de Zenne Groep … (zo kan elke groep gevraagd worden) - Bespreek de afzettingen van het Tertiair - Bespreek het Onder-Carboon - Er komt een buitenlandse vriend op bezoek : vertel hem schematisch over het Massief van Brabant - Geef een structurele samenvatting van de afzettingen in het Givetiaan en het Frasniaan - Bespreek geofysisch België en daarmee in verband de ontdekking van de structuur in het Massief van Brabant - Geef de structurele samenvatting van de afzettingen van het Dinantiaan - Bespreek het Famenniaan volledig en geef het verband met de Famenne Excursievragen : - Bespreek de groeve in Kruibeke - Bespreek wat we gezien hebben in Belgisch Lotharingen - Bespreek de groeve van Ampe in Egem - Bespreek het Dinantiaan langs de Maas Denkvragen : - Het Cenozoïcum bestaat uit een afwisseling van subsidentie en opheffing. Vinden we het evenwicht terug tussen deze twee in de stratigrafie en in de eenheden? Bespreek. - Bespreek het verschil tussen de Noordzee-afzettingen in het Paleogeen en het Devoon - België is gekend om zijn typische kalkriffen in het Frasniaan en het Dinantiaan. Bespreek de verschillen en gelijkenissen. - Bespreek het verschil tussen de Formatie van Diest en de Formatie van Brussel - Geef de omstandigheden waardoor grote pakketten krijt afgezet werden in het Boven-Krijt in een groot deel van Europa. Kleine vragen : - Duid de plaatsen die het meest gevoelig zijn voor seismiciteit aan op de kaart van België. Leg uit waarom. - Bespreek de formatie die de Romeinen vroeger gebruikten als bouwsteen en wij nog altijd. - Bespreek het magmatisme in België - Bespreek de geologie van de gasopslagplaatsen rond Loenhout in de Noorderkempen - Wanneer vinden we eolische sedimenten in het Cenozoïcum? - Bespreek de Iguanodons - Wat is de geologie onder de S8? Geef dikte, gesteenten, formaties en ouderdommen.
Structurele geologie met geologische kaartoefeningen S8, tweede semester, examen in juni De prof Vorige jaren waren dit 2 vakken. Geologische kaartoefeningen in 2e kan en Structurele Geologie in 1e lic. Het deel structurele geologie wordt gegeven door Verniers, het deel kaartoefeningen door Johan de Grave. De cursus De cursus kaartoefeningen is mooi samengesteld en voorzien van de nodige figuren. De lessen zijn zeker niet te missen!!! Ten eerste om te kunnen begrijpen waarover het gaat en ten tweede om de figuren te verduidelijken en te kunnen interpreteren. Dit vak is niet zo simpel en vraagt veel oefening! De cursus van structurele is niet zoals je ze gewoon bent van prof. Verniers. Hij is minder overzichtelijk en in elkaar geknutseld, een echt plakboek. De uitleg is soms onvolledig zodat je buiten de cursus moet gaan opzoeken. Soms bieden de slides oplossing. De practica Het hele semester door. Aanwezigheid verplicht. Elk practicum krijg je een aantal oefeningen om de cursus onder de knie te krijgen. Om de twee practica ongeveer moet je een individuele oefening maken die gequoteerd wordt. Met deze punten wordt rekening gehouden als je examenpunten op het randje liggen. Je krijgt ook vaak huiswerk mee : een ware hel want je steekt er heel veel tijd in! De practica van Structurele volgen op het einde van elke theorieles. Voor structurele Geologie ga je ook 2 maal op excursie. Leer alvast een marathon lopen. Het examen Een vermoeiende dag… ’s Morgens theorie, ’s namiddags 2 oefeningen waar je goed aan moet doorwerken wil je op tijd klaar zijn. De theorie gaat vooral over Structurele Geologie. Bij de oefeningen ’s middags krijg je enkele kleine theorievraagjes over Kaartoefeningen. Twieoos - Een Franse Geologe komt naar België. Je bent uitgekozen om haar de Structurele Geologie van België uit te leggen. Bereid op een 3tal pagina’s je uitleg voor. Staaf met voorbeelden te zien op het veld. Uitleg in het Nederlands uiteraard. - Hoe worden diaklazen gevormd? - Zekere vraag: 20 laagvlakpolen plotten en interpreteren Voor Kaartoefeningen moet je alles kennen maar vooral begrijpen! De theorie wordt gevraagd bij de oefeningen. Deze zijn in de aard van wat je gekregen hebt tijdens de practica, nu alleen alles door elkaar. Veel oefenen is de boodschap!
Inl. Topografie & geografische informatiesystemen S9, tweede semester, examen in juni De profs De Wulf is een hatelijke vent als het op examens aankomt, je bent gewaarschuwd. Hij vraagt enorm door op nauwkeurigheden van elk toestel. Je zult gauw merken dat hij keer op keer te laat komt (dat geldt blijkbaar ook voor prof. De Maeyer). Prof. De Maeyer is een rustige
kerel. Op het examen vroeg hij iemands cursus om te zien welke leerstof hij gegeven had om een 3e vraag te verzinnen… Je snapt het wel. Let wel; hiermee bedoel ik niet dat je op voorhand geslaagd bent. De cursus Alles staat er tot in de puntjes in en die puntjes moeten dan ook allemaal tot in de details gekend zijn. Je zal nog vloeken. Het is een enorme kloefer van een cursus voor een vak dat slechts drie studiepunten waard is. Gelukkig voor de geologen geeft ie wel een vragenreeks en enkel die reeks is te kennen voor het examen. Alleen jammer dat die vragenreeks bijna de hele cursus in beslag nemen. De cursus GIS is een boek dat de prof zelf geschreven heeft. Vrij kostelijk in vergelijking met andere cursussen. Het is in den beginne wat abstract, vooral als je niet opgelet hebt tijdens lessen en practica. Dus verschiet niet. De lessen De lessen zijn (zachtjes uitgedrukt) ongelooflijk saai. Wie aanwezig was, zat achteraan in de klas wat te prutsen. Hij herhaalt vaak wat hij vorige les of zelfs het vorige uur gezegd heeft. Het is alsof het hem niet interesseert welke stof hij al gegeven heeft. De prof overloopt wat in de cursus staat aan de hand van slides. Hij springt van het ene hoofdstuk naar het andere dus neem steeds de volledige cursus mee. Een les missen is geen ramp, alles staat toch in de cursus. Ga wel zeker naar de eerste les voor je cursus en nuttige informatie in verband met het examen. Vraag ook aan de prof of hij zijn slides op internet wil zetten. Dit is best handig aangezien zijn slides soms afwijken van de cursus. De practica Voor topografie werden deze werden geleid door Daniël Van Damme. De data van de practica moet je zelf met hem vastleggen. De practica tellen voor één derde van de punten mee dus doe het zo goed mogelijk! De practica zijn niet zo moeilijk. Na een korte inleidingsles volgt de praktijk en mag je zelf met al die dure apparaten werken. Dit gebeurt steeds in groepjes en je moet elke keer een verslag afgeven dat beoordeeld wordt. Hoop maar al op goed weer want regen of geen regen, naar buiten moet je! Op het examen krijg je nog een mondelinge ondervraging over wat je gedaan hebt tijdens de practica. De vragen vallen best mee en naar het schijnt geeft Van Damme veel punten. De practica GIS vinden plaats in het computerlokaal. Eerst krijg je wat theorie en dan veel te weinig tijd om bijhorende oefeningen te maken. De meeste oefeningen worden afgewerkt op het einde van de les. Op het examen krijg je een schriftelijke oefening over de practica op pc. Je mag hier nota’s voor gebruiken. Het examen Alle vragen komen uit de vragenreeks dus in principe is dit niet zo moeilijk als je de vragen kent. Een hel om het te blokken maar het examen op zich is niet te moeilijk. Het is wel mondeling met schriftelijke voorbereiding. De voorbereiding gebeurt op één A4 (schrijf dus niet te groot). Z’n bijvragen, nauwkeurigheden e.d., kunnen wel lastig zijn dus mispak je niet aan dit vak. Twieoos - Bespreek de fouten bij rechtstreekse afstandsmeting. - Stel de basisformule op voor waterpassing, rekening houdende met de aardkromming. - Wat zegt de stelling van Gauss?
- Een afstand van ca 50 m dient gemeten met een nauwkeurigheid van 2 mm. Welke methoden komen al dan niet in aanmerking? - Vergelijk de nauwkeurigheid van EM afstandsmeting met die van GPS. - Wat is het minimum aantal satellieten bij GPS en waarom? - Wat is een collimatorkijker? - Wat is een prismastelsel van Wild? - Wat zijn de nadelen van een niet-optisch vizier? - Hoe werkt een stadimetrische afstandsmeter? - Hoe verloopt de fout in functie van de afstand bij stadimetrische afstandsmeting? - Wat zijn de vereisten voor kaartprojectiesystemen? - Bespreek het planimetrisch referentiesysteem. - Bespreek het altimetrisch referentiesysteem. - Geef de belangrijkste internationale referentiesystemen. - Welke onderdelen materialiseren de vizierlijn/vlak? - Wat is een Keppler-kijker? - Geef de nauwkeurigheid van de topografische kijkers. - Bespreek het schietlood. - Bespreek het buisniveau. - Bespreek het doosniveau. - Wat is het prismastelsel van Wild? - Bespreek optische afstandsmeting.? - Wat is de geoïde en geef de verschillen met de omwentelingsellipsoïde - Geef de verschillende kaartprojecties. - Bespreek de regeling van het buisniveau en de vizierlijn. - Bespreek de methode van geometrische hoogtemeting. - Geef het principe en de oorzaken van fouten bij waterpassing. - Welke instrumenten worden gebruikt bij geometrische hoogtemeting? - Geef het principe en de fouten bij trigonometrische hoogtemeting. - Geef de instrumenten voor afstandsmeting en hun nauwkeurigheid. - Bespreek optische afstandsmeters. - Wat is een planparallelle glasplaat? - Bespreek de theodoliet. - Bespreek elektromagnetische afstandsmeting. - Geef de werkingsmethode van GPS. - Een gebied van ongeveer 20 op 20 km dient altimetrisch gekarteerd te worden (hoogtelijneninterval van 1 m) . Mag een plat vlak rakend aan het centrum van het gebied als referentieoppervlak worden gebruikt of niet? Motiveer en geef eventueel een ander voorstel. (-> Een referentieoppervlak voor de meting, niet voor de kartering. ) - Kan men elektromagnetische afstandsmeting gebruiken zonder prismareflectoren? - Afstand van ongeveer 600 meter moet op 1 cm nauwkeurig gemeten worden. Welke methoden komen hiervoor in aanmerking? - Welke fouten worden gemaakt bij geometrische waterpassing? - Bespreek het verschil tussen de kikkersprong-methode en de wederkerige methode bij trigonometrische hoogtemeting. - Bespreek de invloed van straalbuiging bij differentiële hoogtemeting. En zo kan elk deeltje gevraagd worden! - Verschillen tussen raster- en vectorgis - Geografische oppervlakken - Geocoding en Georeferentie (3vb)
http://fkserv.ugent.be/geologica