Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 20549 Artikel 1. Deze regeling berust op de artikelen 2, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, 3, tweede lid, 39, 53, tweede lid, 56 en 84 van de Algemene wet inzake rijksbe lastingen, de artikelen 2, eerste lid, onderdeel i, 5, tweede lid, en 63a van de Invor deringswet 1990, artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, artikel 2, zevende lid, van het Tij delijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven, artikel 1, onderdeel t, van de Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 1, onderdeel g, van de Invoerings wet Wet financiering sociale verzekeringen.
Reikwijdte
HOOFDSTUK 1 ORGANISATIE VAN DE BELASTINGDIENST Taak Belastingdienst
Artikel 3. 1. De organisatie van de Belastingdienst bestaat uit de volgende onderde len: a. Belastingdienst/Noord; Belastingdienst/Oost; Belastingdienst/Randmeren; Belastingdienst/Rivierenland; Belastingdienst/UtrechtGooi; Belastingdienst/Amsterdam; Belastingdienst/Holland Noord; Belastingdienst/Haaglanden; Belastingdienst/Holland Midden; Belastingdienst/Rijnmond; Belastingdienst/Zuidwest; Belastingdienst/OostBrabant; Belastingdienst/Limburg; b. Belastingdienst/Douane; c1. Belastingdienst/Centrale administratie (B/CA); c2. Belastingdienst/Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst Economische con troledienst (FIODECD). d. Belastingdienst /Centrum voor applicatieontwikkeling en onderhoud (B/CAO); Belastingdienst/Centrum voor infrastructuur en exploitatie (B/CIE); Belastingdienst/Centrum voor ondersteuning IV (B/COI); Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening (B/CFD); Belastingdienst/Centrum voor kennis en communicatie (B/CKC); Belastingdienst/BelastingTelefoon; e. Belastingdienst/Central Liaison Office (B/CLO); Centrale dienst voor in en uitvoer (CDIU); Douane informatiecentrum (DIC);
Organisatie Belastingdienst
1589
AWR
Artikel 2. 1. Er is een rijksbelastingdienst onder de naam Belastingdienst. Deze dienst is belast met de heffing en invordering van rijksbelastingen en met andere bij of krachtens de wet opgedragen taken. 2. De Belastingdienst staat onder het gezag van de Minister van Financiën.
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003
Belastingmiddelen
Douane Laboratorium; f. Belastingdienst/Toeslagen. 2. De in het eerste lid, onderdeel a, genoemde organisatieonderdelen zijn belast met de heffing en invordering van rijksbelastingen, andere dan bedoeld in het derde lid en andere dan de motorrijtuigenbelasting en de belasting zware motorrijtuigen, doch met dien verstande dat deze onderdelen wel mede zijn belast met de invorde ring van de motorrijtuigenbelasting en de belasting zware motorrijtuigen. Deze on derdelen zijn mede belast met de uitvoering van de basisregistratie inkomen. 3. Het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel is belast met de heffing en invordering van: a. de rechten bij invoer en de rechten bij uitvoer; b. de accijnzen; c. de omzetbelasting, indien artikel 7, zesde lid, artikel 17h, tweede of derde lid, of artikel 28 van de Wet op de omzetbelasting 1968 toepassing vindt, alsmede de om zetbelasting bij invoer, tenzij artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting 1968 toe passing vindt; d. de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van pruimtabak en snuifta bak; e. de kolenbelasting, voor zover deze wordt geheven ter zake van de invoer, be doeld in de artikelen 32, eerste lid, onderdeel m, en 35 van de Wet belastingen op milieugrondslag; 4. De B/CA is belast met de heffing en invordering van de motorrijtuigenbelasting en de belasting zware motorrijtuigen en is mede belast met de heffing en invordering van overige rijksbelastingen. De B/CA is mede belast met de uitvoering van de ba sisregistratie inkomen. 5. De Belastingdienst/Toeslagen is belast met het toekennen, uitbetalen en terug vorderen van: a. het kindgebonden budget, bedoeld in de Wet op het kindgebonden budget; b. de kinderopvangtoeslag, bedoeld in de Wet kinderopvang; c. de zorgtoeslag, bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag; d. de huurtoeslag, bedoeld in de Wet op de huurtoeslag. Artikel 3a. Het in het artikel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonder deel is mede belast met de heffing en invordering van de belasting van personenau to’s en motorrijwielen, tenzij: a. de belasting wordt voldaan door de vergunninghouder, bedoeld in artikel 8 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, of b. teruggaaf op verzoek wordt verleend.
Managementteam Belastingdienst
Artikel 4. 1. De Belastingdienst staat onder leiding van de directeurgeneraal Belas tingdienst, bijgestaan door een managementteam (het managementteam Belasting dienst). 2. De organisatieonderdelen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a, c, d en f, staan elk onder leiding van een managementteam met een voorzitter. 3. Het organisatieonderdeel, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, staat on der leiding van de algemeen directeur Douane.
AWR
Douane
HOOFDSTUK 2 AANWIJZING VAN FUNCTIONARISSEN Inspecteur en ontvanger
Artikel 5. 1. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c1, genoemde organisatieonderdelen en de algemeen directeur van
1590
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 het in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel zijn inspec teur en ontvanger als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorde ringswet 1990. 2. De directeurgeneraal Belastingdienst is inspecteur en ontvanger als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990 voorzover het de be lastingaangelegenheden betreft die verband houden met het Koninklijk Huis. Artikel 5a. 1. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c1, genoemde organisatieonderdelen en de algemeen directeur van het in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel zijn inspec teur als bedoeld in artikel 1, onderdeel t, van de Wet financiering sociale verzekerin gen en artikel 1, onderdeel g, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verze keringen. 2. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, onderde len a, c1 en f,, genoemde organisatieonderdelen en de algemeen directeur van het in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel zijn inspecteur en ontvanger als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van het Tijdelijk besluit tegemoetko ming buitengewone uitgaven.
Wfsv
Artikel 6. De voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Rijnmond is inspecteur en ontvanger als bedoeld in artikel 54, onderdelen f en g, van de Mijn bouwwet.
Mijnbouwwet
WIBB
Artikel 6a. De bevoegde functionaris, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, WIBB van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen is: a. voor de toepassing van de artikelen 4e en 4l van die wet: de inspecteur, bedoeld in artikel 5, eerste lid; b. voor de toepassing van de artikelen 4j, 4k en 6a van die wet: de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Centrale administratie (B/CA); c. voor de toepassing van artikel 4o van die wet: de voorzitter van het manage mentteam van de Belastingdienst/Oost. Directeur
Artikel 8. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, on derdelen a, c1 en c2, genoemde organisatieonderdelen en de algemeen directeur van het in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel oefenen het bestuur van 's Rijks belastingen uit. De voorzitters en de algemeen directeur kunnen ambtenaren aanwijzen die namens hen de bevoegdheden van het bestuur van 's Rijks belastingen uitoefenen.
Bestuur van 's Rijks belastingen
Artikel 9. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, on derdelen a en c1, genoemde organisatieonderdelen en de algemeen directeur van het in artikel 3, eerst lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel zijn ambtenaar als bedoeld in artikel 84 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (contactambte naar).
Contactambtenaar
1591
AWR
Artikel 7. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, on derdeel a genoemde organisatieonderdelen en de algemeen directeur van het in arti kel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel zijn gezamenlijk direc teur als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990.
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Inspecteur
Artikel 9a. De ambtenaren van de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a, c1, c2, ge noemde organisatieonderdelen zijn voor de toepassing van artikel 94 van de Wet op het notarisambt inspecteur als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Al gemene wet inzake rijksbelastingen.
Verplichtingen voorzitter managementteam FIOD-ECD
Artikel 10. De verplichtingen die ingevolge de artikelen 47, 47a, 48, 49, 50, 53 en 55 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 58, 59, 60 en 62 van de Invorderingswet 1990 bestaan jegens de inspecteur en de ontvanger, gelden mede jegens de voorzitter van het managementteam van de FIODECD alsmede jegens de door deze voorzitter aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst.
AWR
HOOFDSTUK 3 RESSORTERING ONDER FUNCTIONARISSEN Ressortering
Artikel 11. 1. De woonplaats van een natuurlijk persoon dan wel de vestigingsplaats van een lichaam of een entiteit bepaalt, met inachtneming van de indeling opgeno men in de bijlage bij deze regeling en in samenhang met de taakverdeling, omschre ven in artikel 3, tweede en derde lid, onder welk belastingkantoor of onder welke douaneregio de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit ressorteert, tenzij in dit hoofdstuk dan wel op grond van het vierde lid anders is bepaald. 2. De voorzitter van een managementteam van een in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onder genoemde organisatieonderdeel en de algemeen directeur van het in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, genoemde organisatieonderdeel kan voor de toepassing van deze regeling namens de directeur, bedoeld in artikel 7, bepalen dat een natuur lijk persoon of een lichaam al dan niet tezamen met één of meer daarmee direct of indirect in bestuurlijk, financieel, administratief of maatschappelijk opzicht verbon den natuurlijke personen of lichamen als een entiteit wordt beschouwd. 3. De voorzitter van een managementteam als bedoeld in artikel 3, eerste lid, on derdeel a, en de algemeen directeur van het in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, ge noemde organisatieonderdeel, kan in daartoe aanleiding gevende gevallen namens de directeur, bedoeld in artikel 7, van het bepaalde in dit hoofdstuk afwijken. 4. De woonplaats van een natuurlijk persoon en de vestigingsplaats van een li chaam of een entiteit worden naar de omstandigheden beoordeeld.
Ressortering Ministers en staatssecretarissen
Artikel 11a. Met betrekking tot de heffing en invordering van rijksbelastingen, an dere dan bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, ten aanzien van Ministers en staats secretarissen, ressorteren deze personen onder de voorzitter van het management team van de Belastingdienst/Haaglanden. Deze bepaling geldt vanaf het belasting jaar waarin deze bewindslieden zijn benoemd tot en met het belastingjaar waarin zij zijn ontslagen.
Ressortering buitenlands belastingpliochtigen
Artikel 12. 1. Met betrekking tot de heffing en invordering van rijksbelastingen, an dere dan bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, ten aanzien van een niet tot een entiteit behorend natuurlijk persoon of lichaam die of dat buiten Nederland woont of is gevestigd, ressorteert de natuurlijk persoon of het lichaam onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Limburg. 2. Met betrekking tot de teruggave van dividendbelasting, ingehouden op dividen den uitgekeerd aan een inwoner van Aruba of de Nederlandse Antillen of aan een inwoner van landen waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten, ressor teert de natuurlijk persoon of het lichaam onder de voorzitter van het management team van de Belastingdienst/Limburg.
1592
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Artikel 13. 1. Met betrekking tot de heffing en invordering van rijksbelastingen, an dere dan bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit die: 1°. als hoofdactiviteit het bank en effectenbedrijf of het bedrijf van verzekerings maatschappij uitoefent, onder de voorzitter van het managementteam van de Belas tingdienst/Amsterdam; 2°. als hoofdactiviteit het bedrijf van gas en oliemaatschappij uitoefent, alsmede de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit die gespecialiseerd is in het verrich ten van werkzaamheden ten behoeve van gas en oliemaatschappijen, onder de voor zitter van het managementteam van de Belastingdienst/Rijnmond; 3°. een bedrijf uitoefent aan boord van een binnenschip en geen vaste woon of vestigingsplaats heeft, onder de voorzitter van het managementteam van de Belas tingdienst/Rijnmond; 4°. als hoofdactiviteit een bedrijf in de branche betaald voetbal uitoefent, alsmede de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit die zijn inkomsten grotendeels (ge middeld over de drie voorafgaande jaren) genereert uit ondernemingsactiviteiten in de branche betaald voetbal en de nationale overkoepelende organisaties in de bran che betaalde sport, onder de voorzitter van het managementteam van de Belasting dienst/UtrechtGooi; 5°. als hoofdactiviteit het bedrijf van energiebedrijf of afvalverbrandingsinrichting uitoefent, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Ri vierenland. 2. Onder bank en effectenbedrijven als bedoeld in het eerste lid, ten eerste, worden verstaan algemene banken, de Nederlandsche Bank N.V. en andere overheidsbanken en financiële instellingen, spaarbanken, hypotheekbanken, coöperatief georgani seerde banken, leasemaatschappijen met een omzet van meer dan € 18 000 000, wis selmakelaars, effectencommissionairs, marketmakers, leden van Euronext, effecten kredietinstellingen, participatiemaatschappijen en beleggingsinstellingen als be doeld in de Wet toezicht beleggingsinstellingen. 3. Onder verzekeringsmaatschappijen als bedoeld in het eerste lid, ten eerste, wor den verstaan levens en schadeverzekeraars die vallen onder de Wet toezicht verze keringsbedrijf 1993, ziektekostenverzekeraars, waaronder begrepen zorgverzeke raars, herverzekeraars, naturaverzekeraars, waaronder begrepen op onderlinge grondslag werkende uitvaartverzekeraars met meer dan 3000 verzekerden, coöpera tieve en andere verenigingen met als doel en feitelijke werkzaamheid het uitoefenen van een verzekeringsbedrijf op onderlinge grondslag.
Bank- en effectenbedrijf, verzekeringsmaatschappij Bedrijf van olieraffinaderij
Bedrijf aan boord van binnenschip Bedrijf/onderneming in de branche betaald voetbal
Energiebedrijf of afvalverbrandingsinrichting Bank- en effectenbedrijven
Verzekeringsmaatschappijen
Algemeen nut beogende instelling
Artikel 14. 1. Met betrekking tot de heffing en invordering van de schenk en de erf belasting bepaalt de woonplaats of de vestigingsplaats van de erflater onderschei denlijk de schenker, met inachtneming van de indeling opgenomen in de bijlage bij deze regeling en in samenhang met de taakverdeling, omschreven in artikel 3, twee de en derde lid, onder welke inspecteur of ontvanger de natuurlijk persoon of het li chaam ressorteert. 2. Met betrekking tot de heffing en invordering van de schenkbelasting ressorteert de natuurlijk persoon of het lichaam, indien de erflater ten tijde van zijn overlijden geen woonplaats binnen Nederland had, onder de voorzitter van het management team van de Belastingdienst/Limburg. 3. Met betrekking tot de heffing en invordering van de schenkbelasting ressorteert de natuurlijk persoon of het lichaam, indien de schenker ten tijde van de schenking
Schenk- en erfbelasting
1593
AWR
Artikel 13a. Voor een verzoek om te worden aangemerkt als een instelling als be doeld in artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, en voor het niet meer aanmerken als een zodanige instelling ressorteert de instelling onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Oost Brabant.
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 geen woon of vestigingsplaats heeft binnen Nederland of, ingeval van een gezamen lijke schenking, geen van de schenkers ten tijde van de schenking een zodanige woon of vestigingsplaats heeft, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Limburg. Overdrachtsbelasting
Kapitaalsbelasting
AWR
Assurantiebelasting
Artikel 15. 1. Met betrekking tot de heffing en invordering van de overdrachtsbelas ting bepaalt de woonplaats of de vestigingsplaats van de verkrijger, met inachtne ming van de indeling opgenomen in de bijlage bij deze regeling en in samenhang met de taakverdeling, omschreven in artikel 3, tweede en derde lid, onder welke inspec teur of ontvanger de natuurlijk persoon of het lichaam ressorteert. 2. Indien een aangifte overdrachtsbelasting wordt gedaan door middel van een ak te, bepaalt de woonplaats of vestigingsplaats van de notaris, in afwijking van het eer ste lid en met inachtneming van de indeling opgenomen in de bijlage bij deze rege ling en in samenhang met de taakverdeling, omschreven in artikel 3, tweede en derde lid, onder welke ontvanger de notaris ressorteert. 3. Met betrekking tot de heffing en invordering van de kapitaalsbelasting ressor teert het lichaam, indien het lichaam geen vestigingsplaats heeft binnen Nederland, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Limburg. 4. Met betrekking tot de heffing en invordering van de assurantiebelasting ressor teert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het ma nagementteam van de Belastingdienst/Amsterdam.
Belastingen op milieugrondslag
Artikel 16. 1. Met betrekking tot de heffing en invordering van de grondwaterbelas ting, de belasting op leidingwater, de afvalstoffenbelasting, de kolenbelasting anders dan bedoeld in artikel 3, derde lid onderdeel e, de verpakkingenbelasting, de vlieg belasting alsmede de energiebelasting, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/ Rivierenland. 2. Met betrekking tot de behandeling van een verzoek of een geschil als bedoeld in artikel 36p, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, zoals dit luidde op 31 december 2002, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit on der de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Noord. 3. Met betrekking tot de behandeling van een verzoek als bedoeld in artikel 20, 30, 45, 66, 67, 68, 69 en 70 van de Wet belastingen op milieugrondslag ressorteert de natuurlijke persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het manage mentteam van de Belastingdienst/Noord. 4. Met betrekking tot de behandeling van een verzoek als bedoeld in artikel 78, 87b, 87c en 92 van de Wet belastingen op milieugrondslag ressorteert de natuurlijke persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Rivierenland.
Motorrijtuigenbelasting en belasting zware motorrijtuigen
Artikel 17. Met betrekking tot de heffing en invordering van de motorrijtuigenbe lasting en de belasting zware motorrijtuigen alsmede de uitvoering van artikel 35a van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, zoals dit luidde op 31 december 2002, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de en titeit onder de voorzitter van het managementteam van de B/CA dan wel wat betreft de invordering van de motorrijtuigenbelasting en de belasting zware motorrijtuigen onder een voorzitter van een managementteam van een van de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, genoemde organisatieonderdelen met inachtneming van artikel 11, eer ste lid.
1594
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Artikel 18. Met betrekking tot de uitvoering van artikel 53, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, ressorteert de administratieplichtige onder de voorzitter van het managementteam van de B/CA.
Administratieplichtigen
Artikel 19. 1. De NAVO, met uitzondering van het NATO C3 Agency te Den Haag, Belastingdienst/ ressorteert met betrekking tot de heffing en invordering van rijksbelastingen, andere Haaglanden dan bedoeld in artikel 3, derde lid, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Haaglanden. 2. Onder de in het eerste lid genoemde voorzitter ressorteren de personeelsleden van de daar genoemde organisaties en hun partners als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, kinderen en andere inwonende gezinsleden van deze personeelsleden, indien zij niet in Nederland een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen, alsmede gewezen personeelsleden van deze organisaties, of hun nagela ten betrekkingen die van de desbetreffende organisatie een pensioen ontvangen en gewezen personeelsleden van deze organisaties die van de desbetreffende organisa tie geen pensioen ontvangen, indien en zolang een tijdens de actieve periode ont staan verlies als bedoeld in artikel 3.150 van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet is verrekend.
1595
Belastingdienst/ Haaglanden
AWR
Artikel 20. 1. De volgende instelling of personen die op grond van internationaal recht geheel of gedeeltelijk zijn vrijgesteld van belasting, ressorteren onder de voor zitter van het managementteam van de Belastingdienst/Haaglanden: a. het Internationaal Strafhof te Den Haag; b. het Internationaal Gerechtshof te Den Haag; c. het Permanente Hof van Arbitrage te Den Haag; d. de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht te Den Haag; e. het Internationale VNTribunaal inzake het voormalige Joegoslavië (Joegosla viëTribunaal, ICTY) te Den Haag; f. de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) te Den Haag; g. het NATO C3 Agency te Den Haag; h. het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) te Petten; i. het Europese RuimteAgentschap en het Europese Centrum voor Ruimtevaart techniek (ESA/ESTEC) te Noordwijk; j. het Europese Octrooibureau (EOB) te Rijswijk; k. Europol te Den Haag; l. Eurojust te Den Haag; m. de United Nations Environment Programme (UNEP) te Den Haag; n. het Infrastructural, Hydraulic and Environmental Engineering Institute for Wa ter Education (UNESCOIHE) te Delft; o. de High Commissioner on National Minorities of the Organization on Security and Cooperation in Europe (HCNM/OSCE) te Den Haag; p. het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikke ling te Ede/Wageningen; q. de African Management Services Company B.V. (AMSCO) te Amsterdam; r. het Iran United States Claims Tribunal te Den Haag; s. het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen (Common Fund) te Amster dam; t. de Internationale Nikkel Studie Groep te Den Haag; u. het Bureau Nederland van de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Den Haag; v. het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen te Den Haag; w. het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Aruba te Den Haag;
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003
AWR
x. de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) te Den Haag; y. diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen; z. het instituut voor Nieuwe Technologieën van de Universiteit van de Verenigde Naties (UNU/INTECH) te Maastricht; aa. de Europese Organisatie voor de Veiligheid van de Luchtvaart (Eurocontrol) te Beek. 2. De volgende instellingen ressorteren voor de heffing en invordering van omzet belasting onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/ Haaglanden: a. de Belgisch Nederlandse Taalunie te Den Haag; b. het Benelux Merkenbureau te Den Haag; c. de Joint Aviation Authorities te Hoofddorp; d. de Volksbund Deutsche Kriegsgräber Fürsorge te IJsselstein; e. de Amerikaanse Militaire Begraafplaats te Margraten. 3. De volgende instellingen ressorteren voor de heffing en invordering van omzet belasting en van de in artikel 3, derde lid, bedoelde rijksbelastingen onder de voor zitter van het managementteam van de Belastingdienst/Haaglanden: a. internationale organisaties en NAVOonderdelen gevestigd, dan wel gelegerd in andere lidstaten van de Europese Unie, alsmede de daaraan verbonden personeelsle den; b. internationale organisaties gevestigd buiten het grondgebied van de Europese Unie. 4. Onder de in het eerste lid en het derde lid genoemde voorzitter ressorteren de personeelsleden van de daar genoemde organisaties en hun partners als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, kinderen en andere inwonende ge zinsleden van deze personeelsleden, indien zij niet in Nederland een bedrijf of zelf standig een beroep uitoefenen, alsmede gewezen personeelsleden van deze organi saties, of hun nagelaten betrekkingen die van de desbetreffende organisatie een pen sioen ontvangen en personeelsleden van in Nederland gevestigde diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, met uitzondering van honoraire consuls, alsmede personeelsleden van de in het tweede lid genoemde instellingen voorzover zij in aan merking komen voor diplomatieke vrijstellingen van belastingen. 5. Onder de in het eerste lid genoemde voorzitter ressorteren de Nederlandse leden van het Europees Parlement en hun partners als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Landinrichtingswet, Reconstructiewet Midden-Delfland en Herinrichtingswet OostGroningen en de Gronings-Drentse veenkoloniën
Artikel 21. Met betrekking tot de uitvoering van de ingetrokken Landinrichtingwet, de Wet inrichting landelijk gebied, de Reconstructiewet MiddenDelfland en de Her inrichtingswet OostGroningen en de GroningsDrentse Veenkoloniën ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het manage mentteam van de Belastingdienst/Randmeren. Met betrekking tot de uitvoering van de Natuurschoonwet ressorteert de natuurlijke persoon, het lichaam of de entiteit, voor zover aangewezen door Onze Minister, onder de voorzitter van het manage mentteam van de Belastingdienst/Oost Brabant.
Verdrag NederlandBelgië
Artikel 22. Met betrekking tot de heffing en invordering van rijksbelastingen, ande re dan bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, ten aanzien van een natuurlijk per soon waarop artikel 27 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het ver mogen van toepassing is en een tot een entiteit behorende natuurlijk persoon voor de toepassing van genoemd artikel, ressorteert de natuurlijk persoon onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Zuidwest.
1596
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 Artikel 23 t/m 25. Vervallen HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN Artikel 26. De Uitvoeringsregeling Belastingdienst wordt ingetrokken. Artikel 26a. Artikel 3, vijfde lid, onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing op de kindertoeslag, bedoeld in artikel 6a van de Wet op het kindgebonden budget. Artikel 27. 1. Een functionaris die op grond van deze regeling is aangewezen als di recteur, inspecteur of ontvanger treedt in de plaats van de functionaris die als zoda nig vóór 1 januari 2003 bevoegd was. 2. Beslissingen die zijn of worden genomen door een directeur, inspecteur of ont vanger die als zodanig vóór 1 januari 2003 bevoegd was, worden geacht te zijn ge nomen door de directeur, inspecteur of ontvanger die als zodanig door deze regeling is aangewezen.
Indeplaatstreding
Artikel 28. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.
Inwerkingtreding
Artikel 29. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Belasting dienst 2003.
Citeertitel
AWR
1597