Uitval en herstel Handreiking preventieve ondersteuning voor sociaal kwetsbare mensen
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
augustus 2011 - M.J.G. Hijnekamp, T. Nienhuis, L.M. Sluys ©Tympaan Instituut
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Inhoud 1
Inleiding
Inhoud
blz 1
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding Afbakening onderwerp Aanpak Leeswijzer
1 1 2 3
2
Trap van uitval en herstel
4
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 4 4.1 4.2 4.3
Inleiding Proces van uitval en herstel Preventie en de trap van uitval en herstel Risicogroepen Verantwoordelijkheden centrum- en regiogemeenten Inventarisatie preventieve ondersteuning Inleiding Overzicht aanbod Zicht op de doelgroep Beeldvorming Informatie, advies en voorlichting Outreachend werken Netwerken: Signalering en afstemming van hulp Ondersteuning bij wonen Financiële ondersteuning Mantelzorgondersteuning Ondersteuning van jeugdigen en ouders Ondersteuning bij (vrijwilligers)werk Versterken van het netwerk Beleidsmaatregelen voor gemeenten Inleiding Maatregelen voor gemeenten: beleid Maatregelen voor gemeente: uitvoering Literatuur Bijlagen
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
4 4 5 6 7 8 8 8 10 10 11 12 14 15 16 17 18 20 21 23 23 23 24
Uitval en herstel
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
1 Inleiding
Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) staat het bevorderen van participatie van burgers in de samenleving hoog op de agenda. Gemeenten kunnen weerbare burgers stimuleren zich op verschillende gebieden vrijwillig in te zetten. Daarnaast moeten gemeenten een beleid voeren gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van kwetsbare burgers. Sociaal kwetsbare burgers vallen onder de Wmo en zijn gebaat bij een duidelijk ondersteunend beleid van gemeenten. Deze mensen kampen met problemen op meerdere gebieden (zoals psychisch, financieel en relationeel) en zijn niet in staat daar op eigen kracht uit te komen. Zij lopen daardoor een verhoogd risico op maatschappelijke uitval. Het Tympaan Instituut en Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling in Zuid-Holland signaleren dat het ondersteunend Wmo-beleid voor sociaal kwetsbare mensen verder verbeterd kan worden. Vooral (kleinere) regiogemeenten zoeken nog naar hun rol, in aanvulling op de rol van centrumgemeenten1 vanuit de prestatievelden 7, 8 en 92. Er is veel onduidelijkheid over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen centrum- en regiogemeenten, niet alleen over de financiële inzet, maar ook over de taakverdeling. Wat doen de centrumgemeenten en welke speelruimte is er voor de regiogemeenten? Gemeenten krijgen daarnaast te maken met een nieuwe groep sociaal kwetsbare mensen die een beroep op de Wmo kan doen. Dat komt door de wijzigingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (ABWZ). Vanaf 2013 wordt de extramurale begeleiding uit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo. Het gaat onder meer om woonbegeleiding, thuisbegeleiding, dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking en dagopvang voor ouderen (http://www.vng.nl). Voor het Tympaan Instituut was een en ander aanleiding om een handreiking voor gemeenten te schrijven over mogelijkheden voor preventieve ondersteuning aan sociaal kwetsbare mensen. De handreiking is ook interessant voor Wmo-adviesraden die gemeenten kunnen adviseren over het beleid voor sociaal kwetsbare mensen. Dit rapport is de uitgebreide versie van de handreiking. Daarnaast verschijnt een beknopte factsheet ‘Uitval en herstel’.
1.2
Afbakening onderwerp Het doel van deze handreiking is gemeenten handvatten bieden voor het vormgeven van preventief ondersteunend beleid voor sociaal kwetsbare mensen. Bij deze mensen is vaak een combinatie van risicofactoren aanwezig. Voorbeelden van die risicofactoren zijn schulden, alcohol- en drugsmisbruik, eenzaamheid, psychische stoornissen of ingrijpende gebeurtenissen in
1
In Zuid-Holland zijn dit Delft, Dordrecht, Den Haag, Gouda, Leiden, Rotterdam, Spijkenisse en Vlaardingen.
2
Maatschappelijke opvang, inclusief vrouwenopvang (7), Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (8) en verslavingszorg (9).
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
1 Inleiding
de jeugd. Op eigen kracht zijn zij (tijdelijk) niet in staat de moeilijkheden het hoofd te bieden. Hier vallen ook de doelgroepen van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) onder. Preventie is een breed begrip met meerdere betekenissen. In deze handreiking wordt hier het volgende onder verstaan: • Preventie gericht op het voorkomen van maatschappelijke uitval. Het gaat om mensen die zelfstandig wonen en een verhoogd risico lopen op/verhoogd kwetsbaar zijn voor maatschappelijke uitval: - Mensen met beginnende of dreigende problemen. Vroegtijdige signalering en een tijdige aanpak van problemen kan (verergering van) problemen voorkomen. Zo nodig vindt toeleiding naar (meer gespecialiseerde) hulp plaats. - Mensen met een opeenstapeling van problemen. Preventie heeft vooral een functie om verergering van de situatie en/of overlast voor de omgeving te voorkomen. • Preventie gericht op het bevorderen van maatschappelijk herstel. Het gaat om mensen die maatschappelijk zijn uitgevallen en (al dan niet onder begeleiding) weer zelfstandig gaan wonen. - Mensen die op straat hebben geleefd of in een instelling hebben gezeten waarbij goede nazorg, ondersteuning bij hun herstel en re-integratie moeten voorkomen dat ze weer terugvallen. Collectieve preventie gericht op alle inwoners is buiten beschouwing gelaten. In bijlage 1 is uitgewerkt waarom preventie zo belangrijk is.
1.3
Aanpak Om tot deze handreiking te komen, zijn de volgende stappen genomen.
Instellen van klankbordgroep De klankbordgroep bestond uit vertegenwoordigers van Zorgbelang Zuid-Holland, GGD Hollands Midden, Zorgvragers Organisaties GGZ Midden-Holland, gemeente Katwijk en Leiden en woningbouwvereniging Hoek van Holland. De deelnemers staan vermeld in bijlage 2. De klankbordgroep heeft meegedacht over de handreiking.
In kaart brengen van doelgroepen, ondersteuningsaanbod en goede voorbeelden Vanuit de literatuur is een theoretisch kader gevonden waarbinnen de problematiek van sociaal kwetsbare mensen kan worden geplaatst: de trap van uitval en herstel. Verder is de doelgroep uitgewerkt en zijn het preventieve ondersteuningsaanbod en goede voorbeelden in kaart gebracht. Op basis van het literatuuronderzoek is een overzicht van mogelijke (beleids)maatregelen voor gemeenten opgesteld.
Toetsen van (beleids)maatregelen Het overzicht van mogelijke (beleids)maatregelen is voorgelegd aan de klankbordgroep en vervolgens aan een selectie van gemeenten en Wmo-adviesraden (bijlage 2). De reacties zijn verwerkt in een aangepast overzicht. Tot slot heeft een groepsgesprek plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de werkgroep GGZ van Zorgbelang Zuid-Holland West en mantelzorgers van (ex-)GGZ-cliënten uit het
2
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
1 Inleiding
Mantelzorgpanel van het Tympaan Instituut3. Daarin is geïnventariseerd wat de ondersteuningsbehoeften zijn, in hoeverre daarin is voorzien en wat vanuit cliëntenperspectief verbeterd kan worden.
1.4
Leeswijzer Deze handreiking gaat over het preventieve aanbod voor sociaal kwetsbare mensen. Hoofdstuk 2 schetst het theoretisch kader: de trap van uitval en herstel. Dit kader geeft inzicht in de doelgroep, de verantwoordelijkheidsverdeling tussen regio- en centrumgemeenten, de problematiek en de probleemaanpak. Hoofdstuk 3 inventariseert de mogelijkheden voor het preventieve ondersteuningsaanbod. Hoofdstuk 4 sluit af met een overzicht van mogelijke (beleids)maatregelen voor gemeenten.
3
Uit privacyoverweging zijn de namen van de deelnemers aan het groepsgesprek niet vermeld. Verwijzing naar deze informatie is aangeven als ‘Groepsgesprek 2011’. 3
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
2
Trap van uitval en herstel
2.1
Inleiding
2 Trap van uitval en herstel
Het kader van deze handreiking is de OGGZ-trap van uitval en herstel. Redenen om deze als uitgangspunt te nemen zijn: • veel gemeenten gebruiken de trap als kader in lokale en regionale OGGZ-beleidsnota’s; • aan de hand van de trap is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen centrum- en regiogemeenten goed inzichtelijk te maken; • de trap geeft direct een beeld van de doelgroep en hun problematiek; • de trap sluit goed aan bij de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wmo gericht op het voorkomen van maatschappelijke uitval (vangnetfunctie) en bevorderden van herstel en maatschappelijke participatie (herstelfunctie).
2.2
Proces van uitval en herstel Centraal in de trap van uitval en herstel staat het begrip ‘sociale kwetsbaarheid’. Mensen zijn sociaal kwetsbaar als zij (tijdelijk) niet in staat zijn op eigen kracht moeilijkheden te overwinnen en hun leven in te vullen zoals ze zelf willen. In die sociale kwetsbaarheid spelen verschillende risicofactoren een rol, zoals schulden, alcohol- en drugsmisbruik, eenzaamheid of psychische stoornissen, maar ook toegankelijkheid van voorzieningen (GG&GD Utrecht 2010). Zonder preventieve ondersteuning kunnen sociaal kwetsbare mensen in een neerwaartse spiraal terechtkomen. De trap van uitval en herstel geeft dit proces visueel weer (figuur 1). De indeling in treden is gebaseerd op de hoeveelheid, ernst, duur en complexiteit van de problemen, de mate waarin mensen zichzelf kunnen redden en het soort hulp dat zij nodig hebben om weer aansluiting bij de maatschappij te vinden (GG&GD Utrecht 2010). Figuur 1
Trap van uitval en herstel
bron: GG&GD Utrecht 2010
De doelgroep per trede staat aan de linkerkant van figuur 1 in de rode blokken. Trede 0 richt zich op de algemene bevolking, trede 1 op mensen die een risico vormen in de gemeenschap, trede 2
4
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
2 Trap van uitval en herstel
op mensen die kwetsbaar zijn in de gemeenschap, trede 3 op mensen die kwetsbaar zijn in instituties en tot slot trede 4 op mensen die kwetsbaar zijn op straat. De trap begint bij het proces van uitval: de pijl naar beneden. Bovenaan bij de linkerkant van de trap gaat het over mensen die nog geen problemen hebben. Zij wonen zelfstandig en kunnen zichzelf redden. Naarmate de problematiek toeneemt, dalen zij op de trap en neemt het risico op maatschappelijke uitval toe. Met goede ondersteuning lukt het mogelijk zich te handhaven. Zo niet, dan kunnen ze in een crisis terechtkomen, dakloos worden of behandeling nodig hebben van de GGZ of verslavingszorg. In dat geval zijn zij op de onderste treden van de trap beland. Vervolgens is het zaak dat mensen die zijn ‘uitgevallen’ zo snel mogelijk herstellen, via de trap van herstel (de pijl omhoog). In eerste instantie gebeurt dat door vanuit de instelling waarin zij behandeld zijn goede nazorg te bieden. Mensen die vervolgens weer op eigen benen komen te staan hebben wellicht blijvende ondersteuning nodig om zich op een bepaald niveau te handhaven of om te voorkomen dat ze opnieuw in de problemen komen en terugvallen. De trap van uitval en herstel vormt in het ideale geval een sluitende keten: van preventie, signalering en toeleiding naar hulp, praktische ondersteuning, behandeling, zorg en opvang, nazorg, herstel en re-integratie.
2.3
Preventie en de trap van uitval en herstel Hoe eerder mensen begeleiding krijgen, zowel in het proces van uitval als bij het herstel, hoe beter. Het voorkomt dat mensen (verder) uitvallen of terugvallen. Om (vroegtijdig) in te kunnen grijpen, is het van belang zicht te krijgen op de risicofactoren die de kans op uitval vergroten en beschermende factoren die de kans op herstel bevorderen. Die factoren kunnen in de persoon of in de sociale omgeving liggen, maar ook in de maatschappelijke context (tabel 1). Tabel 1
Overzicht risicofactoren en beschermende factoren
risicofactoren
maatschappij
individu en sociale omgeving
- bevolkingssamenstelling: vergrijzing, verkleuring, toename alleenstaanden en eenoudergezinnen - maatschappelijke ontwikkelingen: economische crises, armoede, werkloosheid - weinig draagvlak en tolerantie voor kwetsbare mensen: discriminatie - gebrekkige kwaliteit en toegang tot de zorg: vermaatschappelijking van de zorg, zorgverzekering - werking van instanties en regelingen: bureaucratie, ingewikkelde procedures, verzakelijking
-
inadequate huisvesting laag inkomen/problematische schuldsituatie slechte gezondheid laag opleidingsniveau werkloosheid kindermishandeling/huiselijk geweld, traumatische ervaringen (aanhoudende) psychische problemen/ stoornissen verstandelijke beperkingen drugs- en alcoholmisbruik kleine criminaliteit, in aanraking met politie/ justitie eenzaamheid/sociaal isolement/onvoldoende omgevingssteun instituut- of inrichtingsverleden
5
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
2 Trap van uitval en herstel
maatschappij beschermende factoren
individu en sociale omgeving
- toegankelijke, kwalitatief goede zorg en - persoonlijke competenties onderwijs - veerkracht en gezondheid - toegang tot maatschappelijke hulpbronnen, - sociale steun uit persoonlijke netwerk huisvesting, inkomen, werk, opleiding, verblijfsstatus - levensloopbestendige wijken, veilig en gezond woon- en leefklimaat
bron: MOVISIE 2010a, Ministerie van VWS en VNG 2006
Hoe meer risicofactoren aanwezig zijn in een persoon, des te groter de kans op (verder) uitvallen en des te groter de noodzaak de problemen aan te pakken. Hoe langer iemand in een risicovolle situatie verkeert, hoe moeilijker het proces van uitval is te keren. Dit gaat ook op voor beschermende factoren, maar dan in positieve zin. Hoe meer beschermende factoren, hoe kleiner de kans op uitval (MOVISIE 2010a). Via het gemeentelijke beleid zijn risicofactoren en beschermende factoren deels te beïnvloeden. Hoofdstuk 3 geeft voorbeelden van preventief aanbod, dat gericht is op deze te beïnvloeden factoren. Dat geldt vooral voor maatschappelijke factoren, zoals een goed armoedebeleid, duidelijke procedures voor het aanvragen van hulp of een positief klimaat voor sociaal kwetsbare mensen (Ministerie van VWS en VNG 2006). Op individuele factoren, zoals traumatische ervaringen of slechte gezondheid, heeft de gemeente minder invloed.
2.4
Risicogroepen Deze handreiking focust zich op mensen die een risico vormen (trede 1) en die kwetsbaar zijn in de gemeenschap (trede 2). Voorbeelden van risicofactoren die zich bij hen voordoen staan in tabel 1. Om een nog duidelijker beeld van de groep sociaal kwetsbare mensen te geven, staat hieronder uitgewerkt om wat voor soort mensen het kan gaan. Mensen die een verhoogd risico lopen maatschappelijk uit te vallen zijn onder andere: • eenzame mensen/mensen in een sociaal isolement; • (oudere) mensen met depressie; • dementerende ouderen; • gescheiden ouders; • langdurig overbelaste mantelzorgers; • langdurige werklozen; • mensen met financiële problemen/in armoede; • mensen met licht verstandelijke beperkingen en gedragsproblemen; • meervoudige probleemgezinnen/ontregelde huishoudens; • jongeren met opgroeiproblemen; • mensen die hun woning verwaarlozen en vervuilen (woningvervuilers). (Ministerie van VWS en VNG 2006) Als de problemen zich opstapelen en deze mensen er zelf niet meer uitkomen, kan het zijn dat zij op straat komen te staan of worden opgenomen in een instelling (bijvoorbeeld GGZ of verslavingszorg). Zij zitten dan aan de onderkant van het proces van uitval. Vervolgens wordt eraan gewerkt dat zij op de trap van herstel terechtkomen.
6
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
2 Trap van uitval en herstel
De mensen op de trap van herstel komen dus uit dezelfde groep als degene op de trap van uitval, alleen hebben zij inmiddels door hun maatschappelijke uitval een ‘etiket’ gekregen, zoals: • (ex-)GGZ-cliënten; • (ex-)verslaafden aan alcohol en/of drugs; • (ex-)daklozen, waaronder zwerfjongeren; • (ex-)gedetineerden; • straatprostituees. (Ministerie van VWS en VNG 2006)
2.5
Verantwoordelijkheden centrum- en regiogemeenten Preventief beleid voor de algemene bevolking en risicogroepen in de gemeenschap (trede 0 en 1) valt onder de verantwoordelijkheid van alle gemeenten en lokale of regionale uitvoeringsorganisaties. Taken van zowel regio- als centrumgemeenten zijn bijvoorbeeld het organiseren van collectieve preventie, lokale zorgnetwerken en inloopvoorzieningen, als vorm van welzijnswerk. Curatief beleid voor mensen die kwetsbaar zijn in instituties en op straat (trede 3 en 4) vallen onder de verantwoordelijkheid van centrumgemeenten, GGD’s, zorgverzekeraars/zorgkantoren en GGZ-instellingen. Centrumgemeenten zijn verantwoordelijk voor bovenlokale/regionale voorzieningen. Kerntaken van centrumgemeenten zijn onder meer: het bevorderen van samenwerking, coördineren van zorgnetwerken, bieden van voorzieningen voor alcohol- en drugsverslaafden en maatschappelijke opvang. In het grensgebied tussen preventie en curatie voor mensen die kwetsbaar zijn in de gemeenschap (trede 2) hebben alle partijen een gedeelde verantwoordelijkheid. Afstemming tussen regio-, centrumgemeenten en instellingen is van groot belang voor een sluitende keten van ondersteuning en zorg. Meer informatie over de afstemming tussen centrum- en regiogemeenten staat in bijlage 3.
7
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
3
Inventarisatie preventieve ondersteuning
3.1
Inleiding In dit hoofdstuk is het mogelijke preventieve ondersteuningsaanbod voor sociaal kwetsbare mensen beschreven1. Eerst wordt een overzicht van het totale preventieve aanbod gepresenteerd voor mensen die een risico vormen en kwetsbaar zijn in de gemeenschap (treden 1 en 2). Het overzicht maakt duidelijk dat veel aanbod zowel een functie heeft in het voorkomen van uitval als in het bevorderen van herstel/voorkomen van terugval. Zo is aandacht voor het versterken van het sociale netwerk voor alle sociaal kwetsbare mensen van belang. De concrete uitwerking ervan bepaalt waar het aanbod in de trap te plaatsen is. Op de trap uitval heeft aanbod gericht op het sociale netwerk meer de vorm van maatjesprojecten, terwijl het op de trap van herstel bijvoorbeeld vorm krijgt via cliëntgestuurde projecten. Vervolgens is ieder aanbod afzonderlijk uitgewerkt. In de beschrijving wordt een onderscheid gemaakt in de noodzaak van ondersteuning en de invulling van de ondersteuning. Bij ieder aanbod staat een voorbeeld ter inspiratie. De meeste voorbeelden zijn niet bewezen effectief. Dat bevestigt het pleidooi van de Gezondheidsraad (2011) om meer te investeren in kennis over de OGGZ. Vanuit het project (O)GGZ-spiegel2 komen te zijner tijd goede voorbeelden beschikbaar.
3.2
Overzicht aanbod In tabel 2 is het preventieve aanbod op trede 1 en 2 van de trap van uitval en herstel geordend. Ook is een relatie gelegd met de prestatievelden van de Wmo. Voor degene die vanuit de prestatievelden werken is in bijlage 4 een overzicht van het aanbod per prestatieveld opgenomen. Zicht krijgen op de doelgroep en verbeteren van de beeldvorming is voor alle treden op de trap van uitval en herstel van belang.
1 2
Op individueel niveau kan het participatiewiel een hulpmiddel zijn om inzicht te krijgen in de situatie van mensen met problemen en de te formuleren doelen en een passend aanbod te realiseren (Van Houten, Winsemius (red.) 2010). De (O)GGZ-spiegel is een project van het Landelijk Platform GGZ en VO!CE in samenwerking met de Regionale Cliëntenorganisaties. Het is een onderzoek over het (O)GGZ- beleid van gemeenten, bestaande uit twee delen: een kwaliteitsonderzoek onder cliënten en gemeenten en belangenbehartiging naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek. Meer informatie over de (O)GGZ-spiegel is te vinden via http://voicenederland.nl. 8
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Tabel 2 Aanbod preventieve ondersteuning op de trap van uitval en herstel doelgroep
aanbod gericht op uitvalpreventie
aanbod gericht op herstel
↓
↑
prestatieveld
collectieve gezondheidsbevordering voor algemene bevolking (trede 0) risico in de - beleidsadvisering over structurele risico’s zoals gemeenschap alcohol, drugs en/of eenzaamheid (trede 1) - duidelijke informatie en advies, fysiek en digitaal: wmo-loket met (o)ggz-expertise, ondersteuning bij het vinden van de juiste diensten - voorlichting: informatiebijeenkomsten, voorlichting op scholen over alcohol/drugs - signalering: huisbezoeken - preventieve financiële ondersteuning: formulierenbrigades, budgettrainingen - versterken van het sociale netwerk: maatjesprojecten, vriendendiensten - mantelzorgondersteuning: voorlichting, lotgenotencontact, cursussen - ondersteuning gezinnen: cjg’s met goed ondersteuningsaanbod, (online) cursussen - aandacht voor eenzaamheid en sociaal isolement: projecten tegengaan eenzaamheid
- zelfstandig wonen 1, 2, 3, 4, - stimuleren kennismaking wijk: buurtbewoners 5, 8, 9 en sociaal kwetsbare mensen, inzet ervaringsdeskundigen als ambassadeur - duidelijke informatie en advies, fysiek en digitaal wmo-loket met (o)ggz-expertise, ondersteuning bij het vinden van de juiste diensten, inloopwinkels - signalering: nazorg (waakvlamcontact) - financiële ondersteuning: formulierenbrigades, budgettrainingen - versterken van het sociale netwerk: maatjesprojecten, vriendendiensten/maatschappelijke steunsystemen, creatieve ateliers - mantelzorgondersteuning: voorlichting, lotgenotencontact, cursussen - ondersteuning gezinnen: cjg’s met goed ondersteuningsaanbod - ondersteuning bij (vrijwilligers)werk, banenmarkt, sollicitatietrainingen - aandacht voor eenzaamheid en sociaal isolement: projecten tegengaan van eenzaamheid
kwetsbaar in de gemeenschap (trede 2)
- zelfstandig wonen met woonbegeleiding 1, 2, 3, 4, - beschermd en begeleid wonen 5, 6, 7, 8, 9 - re-integratie in werk, sociaal contact in de buurt - duidelijke informatie en advies, fysiek en digitaal: wmo-loket met (o)ggz-expertise, stappenplan zelfstandig wonen, informatie lokale aanbod vanuit instellingen, inloopwinkels - outreachend werken: signaleringsfunctie via lokale/regionale zorgnetwerken in wijken via wijkbeheer, woningcorporaties, wijkagent, samenwerking huisartsen, huisbezoeken, meldpunt voor zorgwekkende situaties, casemanager, straatadvocaat - afstemming netwerken, crisiskaart - financiële ondersteuning: aanpak huurschuld, armoedebeleid, voorschotten, schuldhulpverlening - mantelzorgondersteuning: respijtzorg, voorlichting, lotgenotencontact - versterken netwerken: eigen kracht, maatschappelijke steunsystemen - ondersteuning gezinnen: ondersteuning gezinnen: cjg, praktische thuisbegeleiding, afstemming hulp, casemanager - ondersteuning bij wonen: afspraken met woningcorporaties, energieleveranciers
- duidelijke informatie en advies, fysiek en digitaal: wmo-loket met (o)ggz-expertise, inloopwinkels - outreachend werken: signaleringsfunctie via lokale/regionale zorgnetwerken, in wijken via wijkbeheer, woningcorporaties, wijkagent, samenwerking huisartsen, huisbezoeken, meldpunt voor zorgwekkende situaties, casemanager - toeleiding naar (gespecialiseerde) zorg - afstemming netwerken - financiële ondersteuning: aanpak huurschuld, armoedebeleid, voorschotten, schuldhulpverlening - mantelzorgondersteuning: respijtzorg, voorlichting, lotgenotencontact - versterken netwerken: eigen kracht, maatschappelijke steunsystemen - ondersteuning gezinnen: cjg, praktische thuisbegeleiding, afstemming hulp, casemanager - ondersteuning bij wonen: afspraken met woningcorporaties, energieleveranciers
opvang, behandeling en toeleiding naar zorg voor mensen die kwetsbaar zijn op straat en in instanties (treden 3 en 4)
9
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3.3
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Zicht op de doelgroep Waarom? Om goed beleid te kunnen voeren is het van belang dat gemeenten weten om hoeveel mensen het gaat en wat hun behoeften aan ondersteuning zijn. Dit biedt aanknopingspunten voor de benodigde aanpak. Betrouwbare cijfers over de omvang van het aantal sociaal kwetsbare mensen ontbreken. Dat heeft enerzijds te maken met onduidelijke definiëring en afbakening, maar ook met de bereikbaarheid van de mensen zelf. De beschikbare informatie is vooral bij de centrumgemeenten aanwezig. Regiogemeenten hebben vaak onvoldoende zicht op het aanbod en bereik van het aanbod voor de eigen inwoners. Voor mensen uit de regiogemeenten kan het een drempel vormen naar een voorziening in de centrumgemeenten te gaan. Deze informatie blijkt uit gebruiksgegevens van centrumgemeenten.
Hoe? •
•
3.4
Stem af tussen centrum- en regiogemeenten. Zorg als regiogemeenten dat er zicht is op het aanbod van centrumgemeenten en het gebruik daarvan door inwoners uit de eigen gemeente. Dit geeft zicht op wat regiogemeenten aanvullend kunnen doen. Trek als regiogemeenten samen op om een sterke positie richting de centrumgemeenten in te nemen.
Beeldvorming Waarom? De beeldvorming over sociaal kwetsbare mensen is vaak negatief. Zo worden ex-psychiatrische cliënten in de media vaak afgeschilderd als ‘gevaarlijke gekken’ (Mink 2010). Als mensen eenmaal zo’n etiket hebben, voelen zij zich niet meer serieus genomen en wordt hun herstel mogelijk bemoeilijkt. Uit angst om gestigmatiseerd te worden zoeken mensen bijvoorbeeld geen (of te laat) hulp, wat een negatief effect op de gezondheid kan hebben (Mink 2010). Het is belangrijk te voorkomen dat sociaal kwetsbare mensen alleen geassocieerd worden met overlastbestrijding.
Hoe? •
•
•
Besteed aandacht aan voorlichting aan beleidsmakers, ambtenaren, raadsleden, College van B en W, politie, medewerkers van woningcorporaties, onderwijsinstellingen en beheerders van buurthuizen. De inzet van rolmodellen is hierbij een krachtig middel, bijvoorbeeld via radioprogramma’s of interviews in lokale huis-aan-huisbladen. Kwartier maken. Dit is een overkoepelende term voor diverse initiatieven om de integratie van sociaal kwetsbare mensen in de maatschappij te verbeteren. Bijvoorbeeld via kwartiermakerfestivals, het aanstellen van kwartiermakers bij GGZ-instellingen en landelijke manifestaties (http://www.kwartiermaken.nl). Organiseer bijeenkomsten gericht op voorlichting en het bevorderen van contact tussen mensen met en zonder een psychische of psychiatrische beperking. Ervaringsdeskundigen zelf aan het woord laten, is een vorm van maatschappelijke participatie die bijdraagt aan hun zelfvertrouwen en aan een positievere beeldvorming bij het publiek.
10
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Organiseer maatschappelijke stages voor scholieren bij voorzieningen voor sociaal kwetsbare mensen, zoals een dagactiviteitencentrum voor mensen met een psychiatrische achtergrond. • Geef als gemeente zelf het goede voorbeeld door sociaal kwetsbare mensen in dienst te nemen of werkbezoeken voor gemeenteambtenaren te organiseren naar voorzieningen voor sociaal kwetsbare mensen. Ook kunnen gemeenten banenmarkten voor deze mensen organiseren. • Stimuleer ontmoeting en kennismaking tussen bewoners, waaronder sociaal kwetsbare mensen, in de wijk. Bijvoorbeeld via een open huis bij een GGZ-voorziening of maatschappelijke opvang of een buurtbarbecue. • Organiseer voorlichting op scholen en (sport)verenigingen, bijvoorbeeld over verslaving. Het inzetten van ervaringsdeskundigen bij bijeenkomsten draagt bij aan empowerment. (Mink 2010) •
Voorbeeld: Ambassadeur GGZ-Wmo Drenthe Ambassadeurs zijn ervaringsdeskundigen, mantelzorgers of familieleden die veel ervaring hebben met de GGZ. Zij hebben specifieke deskundigheid op het vlak van onder andere psychiatrie, verslavingszorg, dak- en thuisloosheid, arbeidsre-integratie en sociale uitsluiting. Ambassadeurs kunnen tegen een kleine betaling ingeschakeld worden door Wmo-raden of Wmo-beleidsmakers. Zij zijn bijvoorbeeld inzetbaar tijdens vergaderingen, themabijeenkomsten of voorlichtingsavonden. Meer informatie: http://www.initiatiefgroep-ggzwmodrenthe.nl
3.5
Informatie, advies en voorlichting Waarom? Sociaal kwetsbare mensen zoeken zelf niet snel hulp. Dit heeft verschillende redenen, zoals de impact van de negatieve beeldvorming, het niet (h)erkennen van het probleem en niet weten waar hulp te zoeken (LPGGz 2007a, Mink 2010, Sluys, Hijnekamp-van Tiel 2006). Juist daarom is het belangrijk dat er goede informatie en voorlichting beschikbaar is over het aanbod. De deskundigheid over de GGZ binnen diverse organisaties, waaronder het Wmo-loket wordt door ervaringsdeskundigen als onvoldoende ervaren. Er wordt te weinig of onjuiste informatie gegeven over procedures en aanbod. Ook weten organisaties vaak te weinig van elkaar waardoor er niet goed wordt doorverwezen. Daardoor voelen mensen zich van het kastje naar de muur gestuurd (Groepsgesprek 2011). Juist voor sociaal kwetsbare mensen is het lastig ergens opnieuw op af te stappen, vandaar dat zij bij doorverwijzingen kunnen afhaken.
Hoe? •
Maak als Wmo-loket (en andere organisaties die met sociaal kwetsbare mensen te maken krijgen) gebruik van kennis en expertise van onder andere steunpunten of inloopwinkels GGZ. Deze organisaties hebben ervaring met en een groot bereik onder de doelgroep en kunnen als backoffice van het Wmo-loket fungeren. Er is voor informatie en advies geen behoefte aan een speciaal GGZ-loket, mits het Wmo-loket goed is uitgerust. Een goed Wmoloket biedt onder meer: - toegankelijke en herkenbare loketten met aparte spreekruimte voor de privacy; - een geduldige baliemedewerker, die luistert, doorvraagt, meedenkt en meehelpt om de vraag te verhelderen, zonder dat er direct een ‘etiket’ op hen geplakt wordt; 11
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
- medewerkers met kennis van zaken, die ondersteuning bieden bij het vinden van de juiste diensten; - goede en heldere doorverwijzing naar de juiste organisatie, als dat nodig is. • Zorg ervoor dat informatie fysiek en digitaal helder en toegankelijk is voor gebruikers. • Informeer ook actief organisaties, zoals woningcorporaties, over de ondersteuningsmogelijkheden binnen het loket. • Bied ondersteuning aan mensen met een persoonsgebonden budget (PGB), via informatie, advies, bemiddeling of trainingen. • Zet ervaringsdeskundigen in om informatie en voorlichting te geven, bijvoorbeeld via inloopwinkels of bij het organiseren van informatiebijeenkomsten. • Zorg er in overleg met centrumgemeenten voor dat informatie over lokale/regionale informatiepunten en inloopwinkels bekend zijn bij instellingen en dat cliënten deze informatie bij ontslag meekrijgen. • Zorg dat er heldere informatie beschikbaar is voor cliënten die vanuit een beschermende woonvorm of vanuit het ouderlijk huis zelfstandig gaan wonen, bijvoorbeeld een stappenplan over wat er allemaal bij zelfstandig wonen komt kijken. (ZON 2010, LPGGz 2007b, Groepsgesprek 2011) Voorbeeld: Ervaringsdeskundigen Midden-Holland De Zorgvragers Organisatie Midden-Holland (ZOG MH) heeft een trainingsaanbod voor en door ervaringsdeskundigen. Deze ervaringsdeskundigen uit de GGZ volgen zelf de basiscursus ‘werken met ervaring’. Daarna trainen zij loketmedewerkers (Wmo) en hulpverleners of zij geven gastlessen in het onderwijs. Meer informatie: ZOG MH http://www.zogmh.nl/wat doen wij/ervaringsdeskundigen Voorbeeld: GIDS Delft GIDS geeft informatie, advies en voorlichting over de GGZ aan (ex-)cliënten, familieleden, vrienden, betrokkenen en hulpverleners. Zij hebben een inlooppunt waar mensen met hun vragen terechtkunnen. GIDS organiseert voorlichtingsbijeenkomsten voor scholen en instellingen in het kader van (maatschappelijke) stages. Ook verzorgt GIDS rondleidingen op het terrein van GGZ-Delfland, zodat mensen kunnen zien hoe het er in de GGZ aan toe gaat. GIDS verzorgt in Delft eveneens workshops voor medewerkers van het Wmo-loket. GIDS wordt gerund door vrijwilligers die allemaal ervaringsdeskundig zijn. Meer informatie: http://www.ggz-delfland.nl
3.6
Outreachend werken Waarom? Sociaal kwetsbare mensen zoeken, zoals gezegd, niet snel zelf hulp. Hoe lager op de trap van uitval en herstel, hoe meer outreachende zorg nodig is om hen te bereiken. Deze groep wordt ook wel aangeduid als ‘zorgmijders’. Dit zijn mensen waar anderen zich zorgen om maken, maar die uit zichzelf niet om zorg vragen. Vooral ouderen in een sociaal isolement vormen een groep waar veel ‘onzichtbare’ problematiek heerst, zoals ernstige depressie of overmatig drankgebruik. Mensen vragen geen hulp omdat ze zich bijvoorbeeld generen, geen ziekte-inzicht hebben of in het verleden negatieve ervaringen hebben opgedaan met hulpverleners en daardoor afgehaakt 12
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
zijn. Een passieve vorm van informatieverstekken en voorlichten werkt bij deze groep niet, er is een proactieve houding nodig (Heineke, Venneman, Van Leur, Van Bergen 2009).
Hoe? Leg huisbezoeken af om het eerste contact te leggen, bijvoorbeeld: - bij cliënten van de WWB en de Wmo, met inachtneming van de privacywetgeving; - door medewerkers van loketten of mensen van het algemeen maatschappelijk werk. • Benut de signaleringsfunctie in wijken: - huismeesters, wijkbeheer, wijkopbouwwerkers of wijkagenten kunnen meer focussen op signalen van mensen dat er mogelijk iets aan de hand is of dat er iets dreigt mis te gaan; - woningcorporaties en wijkbeheer moeten meer en eerder de wijk in en niet wachten tot er tien klachten zijn vanuit de buurt alvorens op huisbezoek te gaan; - gemeenten kunnen dit in gezamenlijk overleg regelmatig op de agenda zetten en daarbij aangeven waar deze functionarissen/organisaties op kunnen letten en waar zij hun signalen kwijt kunnen. • Zorg dat er in de gemeente een meldpunt is waar burgers en professionals meldingen kunnen doen over zorgwekkende situaties. Deze zijn vaak bij de GGD ondergebracht, zoals Meldpunt Zorg en Overlast of Meldpunt Bezorgd. Zorg er ook voor dat deze meldpunten bekend zijn. • Zoek samenwerking met huisartsen die ook een belangrijke signalerende functie hebben: - informeer huisartsen en andere hulpverleners over mogelijke ondersteuning vanuit de Wmo van hun cliënten (en mantelzorgers) bij dreigende problemen; - vraag huisartsen bij signalering van dreigende problemen dit te melden, bijvoorbeeld bij het meldpunt. • Zet casemanagers in. Er moet vaak zoveel uitgezocht, geregeld, aangevraagd en ingevuld worden dat ondersteuning hierbij zinvol kan zijn om de druk op cliënt/mantelzorger te verminderen. Het gaat om een vaste individuele begeleider die zich met alles waar iemand op dat moment behoefte aan heeft bezighoudt: van woonondersteuning, huishoudelijke hulp tot hulp bij de financiën. • Zorg dat bemoeizorgwerkers niet door bureaucratie belemmerd worden en zo snel en goed mogelijk mensen toe kunnen leiden naar reguliere zorg. (LPGGz 2007a, Groepsgesprek 2011) •
Voorbeeld: Straat tot straat bezoeken Delft Tijdens de Straat tot straat bezoeken krijgen mensen in een persoonlijk gesprek alle informatie en advies over voorzieningen en instanties op het gebied van wonen, zorg, welzijn, opvoeding en inkomen. Ook wordt gewezen op de juiste ingang bij instanties. Mensen worden gebeld door een (vrijwillige) huisbezoeker die een afspraak maakt voor een huisbezoek. De huisbezoeken worden gedaan aan de hand van een vragenlijst. Het Straat tot straat bezoek is een samenwerking tussen de gemeente Delft, DIVA Delft, woningcorporaties en andere zorg- en welzijnsorganisaties. Meer informatie: http://www.divadelft.nl Voorbeeld: Straatadvocaat De Straatadvocaat staat mensen bij met psychiatrische of verslavingsproblemen die daardoor dakloos zijn of dat dreigen te worden. Hij helpt contacten met verschillende instanties op elkaar af te stemmen om mensen grip op hun eigen leven te laten krijgen.
13
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
De Straatadvocaat werkt outreachend: hij is mobiel, kan snel ter plaatse zijn en werkt zo min mogelijk op kantoor. Hij zoekt mensen actief op en zoekt mogelijkheden voor samenwerking met bijvoorbeeld mantelzorgers, hulpverleners, sociale dienst, woningbouwverenigingen, politie, onderwijs en gemeenten. Zuid-Holland heeft in diverse centrumgemeenten Straatadvocaten, zoals in Gouda, Leiden en Rotterdam. Ook regiogemeenten kunnen Straatadvocaten inzetten of een financiële bijdrage daaraan leveren. Meer informatie: LPGGz 2009
3.7
Netwerken: Signalering en afstemming van hulp Waarom? Mensen die problemen hebben op meer leefgebieden, zoals wonen, inkomen, omgang met de buurt, gezondheid (fysiek en psychisch), relaties, opvoeding en werk, lopen het risico buiten de boot te vallen. Netwerken kunnen helpen deze mensen tijdig te signaleren en gericht de problemen aan te pakken om ervoor te zorgen dat er een samenhangend pakket van hulp, zorg en dienstverlening wordt geboden die bij de persoonlijke leefsituatie past (Heineke, Venneman, Van Leur, Van Bergen 2009).
Hoe? •
•
Investeer in lokale OGGZ-netwerken, ook wel signalerings- en zorgnetwerken, wijk- en sociale teams genoemd. Kernpartners zijn veelal politie, woningcorporatie, Algemeen Maatschappelijk Werk, GGD, verslavingszorg, GGZ en sociale dienst. Daarnaast kunnen allerlei andere aanbieders van zorg, welzijn en aanvullende diensten betrokken worden. De netwerken vallen onder bemoeizorg. Meldingen bij lokale OGGZ-netwerken komen vooral voort uit signalen van de naaste omgeving van de cliënt, maar niet van de cliënt zelf (Heineke, Venneman, Van Leur, Van Bergen 2009). Stem af tussen de diverse netwerken, zoals OGGZ-netwerken, ketens gericht op jeugd, huiselijk geweld, veiligheid, armoedebestrijding, arbeidsre-integratie of wonen welzijn zorg. Er is in de praktijk veel overlap in deelnemende partijen. Het komt regelmatig voor dat een cliënt in meer ketens in beeld komt. Daardoor wordt mogelijk dubbel werk gedaan of worden verantwoordelijkheden afgeschoven. Op veel plaatsen wordt daarom gezocht naar mogelijkheden de ketens effectief en efficiënt te koppelen of in elkaar te schuiven (Bergen, Poll, Venneman 2010).
Voorbeeld: Signaleringsnetwerk Wijk bij Duurstede De gemeente en de Brede Welzijn Instelling hebben een Signaleringsnetwerk ingericht. Dit is een samenwerkingsverband van professionals binnen zorg- en dienstverlening in de gemeente Wijk bij Duurstede. Het doel is de nodige zorg te verlenen aan hen die dit niet (kunnen) vragen en wel nodig hebben. Huisartsen, thuiszorg, vrijwilligers, buren of Wmo-loket signaleren een probleem. Dit wordt besproken in het Signaleringsnetwerk. Een coördinator zorgt ervoor dat de ‘lijnen’ in de gaten gehouden worden en dat iedere partij (zorgaanbieders en vrijwilligers) zich aan de afspraken houdt. Meer informatie: http://www.stichting-binding.nl
14
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Voorbeeld: crisiskaart (Ex-)cliënten uit de GGZ maken een plan over hoe er tijdens en na een crisissituatie gehandeld moet worden. Daarmee houden zij invloed op wat er gebeurt tijdens crisis. Op de crisiskaart komt onder andere te staan: hoe ziet een crisis eruit, hoe te handelen bij crisis, contactpersonen (familie en vrienden), medicatie, behandelaars en wensen (bijvoorbeeld wie zorgt voor de uitkering, de post en het afzeggen van (vrijwilligers)werk). De crisiskaart is zo groot als een bankpas en past dus in een portemonnee. In Zuid-Holland wordt in verschillende regio’s gewerkt met crisiskaarten, zoals Leiden, Alphen aan den Rijn, Duin- en Bollenstreek, Midden-Holland, Delft Westland Oostland en Rotterdam. Meer informatie: http://www.zonzh.nl
3.8
Ondersteuning bij wonen Waarom? Inadequate huisvesting, het hebben van schulden en huisuitzetting zijn risicofactoren voor maatschappelijke uitval. Preventieve maatregelen moeten dergelijke situaties voorkomen. Dat geldt ook voor mensen in de herstelfase. Vroeger kregen zij een urgentieverklaring voor een woning in de wijk waar zij vandaan kwamen, tegenwoordig kunnen ze overal terechtkomen. Dit betekent dat mensen soms in een onbekende wijk komen te wonen ver van hun (eerdere) netwerk. Dat kan betekenen dat de mantelzorger niet meer in de buurt woont, dat er nieuwe contacten moeten worden gelegd, dat men opnieuw geaccepteerd moet zien te worden. Dat is voor veel mensen niet makkelijk en het risico in een isolement te raken in de nieuwe buurt is groot. Om problemen te voorkomen is het dus wenselijk mensen zo veel mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten wonen (Mink 2010).
Hoe? •
• • • • •
Maak lokale en regionale afspraken met woningcorporaties en particuliere huurders, bijvoorbeeld over: - plaatsingsbeleid van sociaal kwetsbare mensen in de wijk, zodat mensen die bijvoorbeeld net uit de verslavingsopvang komen niet een woning krijgen in een wijk met drugsoverlast; - voorkoming van huisuitzettingen door bijvoorbeeld al na twee maanden na het eerste verzaken van huurbetaling samen met de woningcorporatie in te grijpen; - tweede kans huren (het onder voorwaarden huisvesten van mensen met een huurschuld) of het stopzetten van de boetes op schulden. Wijs vanuit het Wmo-loket of lokale of regionale meldpunten woningcorporaties op mogelijke probleemsituaties. Leg samenwerkingsafspraken tussen woningcorporaties, gemeenten en bijvoorbeeld lokale of regionale meldpunt vast in een intentieverklaring of convenant. Benut de mogelijkheden van wijkbeheer om mensen op ondersteuningsmogelijkheden te wijzen, bijvoorbeeld door mee te gaan naar de woningcorporatie. Maak met de energieleveranciers afspraken over vroegtijdige aanpak van schulden op energierekeningen. Zorg voor ondersteuning bij het wonen via bijvoorbeeld thuiszorg en Algemeen Maatschappelijk Werk.
15
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Zorg dat loketmedewerkers en het Algemeen Maatschappelijk Werk desgewenst op huisbezoek gaan om de woonsituatie en eventuele behoefte aan ondersteuning kunnen vaststellen. • Maak een postadres mogelijk binnen de gemeente voor tijdelijk daklozen. (ZON 2011, Groepsgesprek 2011) •
Voorbeeld: Convenant Drechtsteden De gemeenten in de Drechtsteden hebben samen met zorgorganisaties en woningcorporaties integrale doelstellingen, inzet en intenties vastgelegd in een convenant gespreide huisvesting en zorg voor bijzondere doelgroepen. Meer informatie: Convenant Gespreide huisvesting en zorg voor bijzondere groepen (2007) Voorbeeld: Project Problematisch Woongedrag Zuidwest Drenthe Het Project Problematisch Woongedrag is gericht op vervuiling, wangedrag/overlast en wanbetaling van de huur. Doel is, voorkomen van instroom in de maatschappelijke opvang, afstemmen van hulp en bevorderen dat mensen zich zelfstandig kunnen handhaven en stimuleren dat zij tijdig reguliere hulp zoeken en aanvaarden. In het project werken gemeente, woningcorporatie, GGD, Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs, thuiszorg, politie, Regionale Instelling voor Begeleiding op het gebied van Wonen, Werken en Welzijn, Maatschappelijk Werk, Leger des Heils en GGZ samen. De casemanager vervult een belangrijke rol. Deze beoordeelt welke vorm van hulp nodig is. De casemanager is de schakel tussen woningcorporatie, huurder en hulpverlenende instantie. Hij of zij stelt een begeleidingscontract op, met daarin afspraken waar de huurder en de instantie zich aan moeten houden. Meer informatie: http://www.domesta.nl
3.9
Financiële ondersteuning Waarom? Sociaal kwetsbare mensen hebben vaak problemen met hun financiën. Stress door schulden en oplopende boetes en/of bezoeken van deurwaarders kunnen triggers zijn voor escalatie van problemen (LPGGZ 2007a). Financiële problemen hangen veelal samen met andere problemen, zoals gebrek aan werk, problemen met huisvesting en geen gebruikmaken van hulp vanuit de verwachting dat deze te duur is. Ook sociale contacten en vrijetijdsbesteding kunnen door gebrek aan financiën belemmerd worden (Sluys, Hijnekamp-van Tiel 2006).
Hoe? •
•
Bied preventieve ondersteuning, zo mogelijk bij mensen thuis, om mensen uit de schulden te houden en hen te ondersteunen bij hun financiële administratie, bijvoorbeeld via formulierenbrigades, financiële winkels, thuisadministratie en budgettrainingen. Zorg ervoor dat dit aanbod goed bekend is. Een aandachtspunt bij deze initiatieven is de acceptatie door mensen uit de doelgroep. Juist vanwege bepaalde ziektebeelden is men soms wantrouwend en laat men geen vreemden toe. Pak samen met woningcoöperaties vroegtijdige huurschuld aan, schakel zo nodig schuldhulpverlening in (zonder wachtlijst).
16
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Zorg dat loketmedewerkers voldoende deskundigheid hebben over de doelgroep en dat zij gericht kunnen informeren over mogelijkheden voor financiële ondersteuning. • Biedt sociaal juridische ondersteuning, snelle financiële hulp en voorschotten, kwijtschelding gemeentelijke lasten, tegengaan niet-gebruik van regelingen en armoedebeleid (voedselbank, bijzondere bijstand, armoedemeter). (ZON 2010, LPGGz 2007a, Groepsgesprek 2011) •
Voorbeeld: Budget Informatie Punt Katwijk Het Budget Informatie Punt is een plek waar mensen vrijblijvend informatie en advies kunnen krijgen over allerlei financiële zaken. Het Budget Informatie Punt is telefonisch bereikbaar en heeft inloopspreekuren. Het is een initiatief van de gemeente Katwijk. Meer informatie: http://www.katwijk.nl Voorbeeld: Formulierenbrigade Formulierenbrigades ondersteunen inwoners die in aanmerking komen voor toeslagen en voorzieningen, maar moeite hebben met het invullen van de formulieren die daarbij horen. Brigades zijn bedoeld om het gebruik van voorzieningen te stimuleren, hulpvragen te signaleren en zo nodig door te verwijzen naar instanties. Daardoor hebben zij een preventie werking, bijvoorbeeld het voorkomen van schuldhulpverlening. Ook kunnen brigades als re-integratietraject dienen: mensen uit de bijstand krijgen vanuit de brigade, de mogelijkheid tot re-integratie, stage of scholing. Mensen kunnen op eigen initiatief gebruikmaken van een brigade, maar in diverse gemeenten werkt de brigade ook outreachend. De gemeente levert de brigade via bestandskoppelingen een samengestelde lijst met cliënten aan, die door de brigade op eigen initiatief benaderd worden. Ook kunnen brigades voorlichtingscampagnes organiseren, bijvoorbeeld in buurthuizen. Door die outreachende aanpak worden personen bereikt die niet bereikt zouden worden als het initiatief bij de persoon zelf zou liggen. In Zuid-Holland zijn er onder andere brigades in Zoetermeer, Noordwijk, Katwijk, Gorinchem en Schiedam. Meer informatie: Rapport ‘Formulierenbrigades in Nederland’(Radar Advies 2009)
3.10
Mantelzorgondersteuning Waarom? Zorgen voor een sociaal kwetsbaar familielid of vriend is een van de meest belastende vormen van mantelzorg (Boer, Broese-van Groenou, Timmermans (red.) 2009). De zorg is doorgaans lang en intensief. Daarnaast krijgen deze mantelzorgers te maken met specifieke knelpunten, zoals de taboesfeer, negatieve beeldvorming en onvoorspelbaarheid van de stoornis (MOVISIE 2010b). Mantelzorgers en familieleden van deze groep vormen dus zelf ook een risicogroep. Om overbelasting te voorkomen is het van belang dat zij goed ondersteund worden. Een bijzondere groep mantelzorgers zijn kinderen. Kinderen van bijvoorbeeld psychiatrische of verslaafde ouders, laten meestal weinig merken van hun eigen zorgen en klachten. Ze willen hun ouders niet met nog meer problemen opzadelen. Ook kunnen schuld- en schaamtegevoelens van ouders en kinderen ervoor zorgen dat de problemen van deze gezinnen verborgen blijven
17
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
(http://www.nji.nl). Deze kinderen lopen een groot risico op geestelijke gezondheidsproblemen en hebben ook een grotere kans op verslaving aan drugs of alcohol.
Hoe? Maak bij het opstellen van mantelzorgbeleid gebruik van de kennis en ervaring van afdelingen preventie van de GGZ, Steunpunten GZZ of inloopwinkels met ervaringsdeskundigen. • Zorg dat er binnen de steunpunten mantelzorg voldoende expertise is over mantelzorgers van GGZ-cliënten (via trainingen of consultatie van medewerkers) of stel een specifieke GGZ-consulent aan. • Geef informatie en voorlichting aan familie, onder andere over de aard van de ziektebeelden, de beste manier van begeleiden en het beschikbare ondersteuningsaanbod voor cliënten en de mantelzorgers zelf. • Organiseer cursussen en trainingen voor mantelzorgers, zoals omgaan met schizofrenie of depressie. • Zorg voor goede ondersteuning van kinderen van sociaal kwetsbare ouders, bijvoorbeeld via ondersteuningsgroepen KOPP (Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen) of KVO (Kinderen van Verslaafde Ouders). • Bied voldoende mogelijkheden van respijtzorg voor mantelzorgers. • Organiseer lotgenotencontact, bijvoorbeeld gespreksgroepen voor familieleden (in Mantelzorgcafés en Alzheimercafés) of ondersteuning van zelfhulpgroepen van familieleden. • Zet vrijwilligers in ter ondersteuning van mantelzorgers van mensen met (O)GGZ-problematiek. Het is belangrijk dat deze vrijwilligers goed ondersteund en geschoold worden in de specifieke problematiek. (LPGGz 2007b, 2009, GGZ Nederland 2011, Groepsgesprek 2011, ZON 2010). •
Voorbeeld: Methode Familiezorg De Methode Familiezorg is een manier om de vraag achter de vraag te achterhalen. Via familiegesprekken (bij de familie thuis) wordt achterhaald wat de problemen in het gezin zijn, wat ieders rol is, hoe de verhouding is tussen draagkracht en -last. Op basis daarvan wordt samen met de familie bekeken welke hulp nodig is. De methode is bewezen effectief. Zij leidt tot meer open communicatie tussen zorgvrager, andere familieleden en professionals die bij het gezin betrokken zijn. De open communicatie leidt tot minder stress, wat op zijn beurt overbelasting kan voorkomen of verminderen. Op lange termijn leidt deze preventieve aanpak tot minder en/of minder zware aanspraken op intensieve en dure diensten en professionele zorg. Meer informatie: Tielen 2010
3.11
Ondersteuning van jeugdigen en ouders Waarom? Multiprobleemgezinnen zijn gezinnen waarin langdurig en op meer terreinen problemen spelen. Niet alleen in de opvoeding, maar ook in huishouding, werk/inkomen, relaties of individuele problemen van gezinsleden. Deze gezinnen weigeren vaak hulp of breken deze voortijdig af (http://www.nji.nl).
18
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Een andere risicogroep is jongeren die uit de jeugdzorg/jeugd-GGZ stromen vanwege hun leeftijd. Organisaties uit de jeugd- en volwassenenzorg vinden het lastig samen te werken omdat ze uitgaan van hun eigen kaders en financiering. Jongeren dreigen daarom tussen de twee vormen van zorg in te vallen.
Hoe? De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) vormen de spil in de ondersteuning aan jeugdigen en ouders. Het CJG kan een belangrijke rol spelen bij het realiseren van preventief aanbod. • Organiseer vroegtijdige signalering van problemen (paragraaf 3.7), bijvoorbeeld via de Zorg Advies Teams, Veiligheidshuizen of netwerken huiselijk geweld • Zorg voor een goed ondersteuningsaanbod, zoals: - ondersteuning van kinderen van sociaal kwetsbare ouders, bijvoorbeeld via Basiszorgcoördinatie Kwetsbare Kinderen of ondersteuningsgroepen KOPP of KVO; - trainingen en cursussen voor jongeren (face-to-face en online: e-hulp), zoals pesten, weerbaarheid, omgaan met geweld, depressie en eetproblemen; - zelfhulpgroepen en lotgenotencontact tussen ouders en jeugdigen, opgezet vanuit de doelgroep zelf; - praktische thuisbegeleiding met aandacht voor praktische ondersteuning (zoals meegaan naar een instantie), waarna gezinnen zelf weer verder kunnen of gaan werken aan de achterliggende problemen. • Zorg voor een goede aansluiting tussen jeugdzorg, jeugd-GGZ en volwassenenzorg. • Zet een netwerk van vrijwilligers op die jongeren een time-out bieden door opvang tijdens een crisissituatie. (LPGGz 2007a, GGZ Nederland 2011, MOVISIE 2010b, Steketee, Vandenbroucke 2010) •
Voorbeeld Lokale Intensieve Pedagogische Thuishulp Capelle aan den IJssel (LIPT) LIPT is een hulpverleningstraject voor gezinnen met complexe problemen. Het betreft gezinnen die (nog) niet in aanmerking komen voor geïndiceerde jeugdzorg of waar sprake is van een combinatie van lokale en geïndiceerde componenten van hulp. Bij LIPT werkt het gezin samen met een gezinscoach (de LIPT-er) en bepaalt zelf de te bereiken doelen. Kenmerkend voor LIPT is dat de hulpverlener meteen aan de slag gaat om een veranderingsproces op gang te brengen. Uitvoerders zijn maatschappelijke dienstverlening, jeugdgezondheidszorg en Bureau Jeugdzorg. Ook de gemeente is betrokken. Uit onderzoek blijkt dat gezinnen die hebben deelgenomen aan LIPT daadwerkelijk zijn geholpen. Er is ondersteuning geboden voordat problemen zijn geëscaleerd. LIPT voldoet aan het principe: één gezin, één plan. Lokale partners weten elkaar door LIPT goed te vinden. Er is een start gemaakt met standaardisatie van procedures waarmee de ernst van de problematiek in beeld wordt gebracht. Meer informatie: http://www.nji.nl Voorbeeld Grip op je Dip ‘Grip op je dip’ is e-hulp voor jongeren van 16-25 jaar met depressieve klachten. Doel is het verhelpen of verminderen van lichte depressieve klachten bij jongeren om een echte depressie te voorkomen. Dit gebeurt via een online groepscursus (chatbox). Hierbij wordt gebruikgemaakt van erkende en werkzame methodieken, zoals cognitieve gedragstherapie. De cursus is gebaseerd op een al bestaande face-to-facecursus.
19
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
De cursus is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Meer informatie: http://www.nji.nl
3.12
Ondersteuning bij (vrijwilligers)werk Waarom? (Vrijwilligers)werk is een belangrijk onderdeel bij herstel en re-integratie. Werk zorgt in belangrijke mate voor het gevoel dat mensen meedoen in de samenleving, dat zij nodig zijn, het geeft hen zelfwaardering. Bovendien is het een belangrijke bron van sociaal contact en zorgt het voor afleiding en ritme in het dagelijks leven. Betaald werk heeft de voorkeur, omdat het ook de financiële situatie verbetert en onafhankelijkheid bevordert. Maar ook vrijwilligerswerk kan een goede tussenstap zijn of vervanging van betaald werk. Toch is het voor veel sociaal kwetsbare mensen moeilijk een baan of vrijwilligerswerk te vinden, onder meer vanwege de focus op beperkingen in plaats van mogelijkheden en door gebrek aan kennis bij werkgevers (Mink 2010, ZON 2010).
Hoe? Organiseer als gemeente een banenmarkt voor sociaal kwetsbare mensen. • Zet mensen vanuit re-integratietrajecten als vrijwilliger in. Zorg voor voldoende begeleiding in het traject naar passend (vrijwilligers)werk en voldoende begeleiding in het (vrijwilligers)werk. • Organiseer zelfhulpgroepen ‘krijgen en houden van werk’ onder begeleiding van een (ervarings)deskundige. • Bied sollicitatietrainingen aan voor sociaal kwetsbare mensen. • Bevorder de toegankelijkheid bij vrijwilligersorganisaties voor mensen in de herstelfase. De inzet van bijvoorbeeld ex-GGZ-cliënten in buurthuizen draagt ook bij aan contact met buurtbewoners. (Mink 2010, ZON 2011) •
Voorbeeld: Wijkstewards in Zoetermeer Sinds maart 2011 heeft de gemeente Zoetermeer in diverse wijken wijkstewards. In dit project doen (langdurig) werkloze inwoners ervaring op in de veiligheidsbranche. Zij volgen een opleiding en brengen deze gedurende een jaar in de praktijk. Het uiteindelijke doel is doorstromen naar een reguliere baan in de beveiliging. De wijkstewards hebben vooral een signaleringsfunctie. Zij signaleren overlast, zoals zwerfvuil, (buren)ruzies en vandalisme en melden dit bij de gemeente. Het project helpt langdurig werklozen aan een baan, draagt bij aan de veiligheid en leefbaarheid van wijken en heeft een signalerende rol om problemen in kaart te brengen. Meer informatie: http://www.zoetermeer.nl
20
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3.13
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Versterken van het netwerk Waarom? Gebrek aan een sociaal netwerk is een risicofactor voor het ontstaan van problemen, de aanwezigheid van een netwerk is daarentegen een beschermende factor. Het is wel belangrijk dat het een ‘positief’ netwerk is, dus geen vrienden in het drugscircuit of van de straat. Sociaal kwetsbare mensen zijn vaak onvoldoende in staat sociale contacten te leggen en te onderhouden, maar kunnen hier wel behoefte aan hebben. Financiële drempels kunnen een extra belemmering zijn in de sociale contacten. (Sluys, Hijnekamp-van Tiel 2006, Sluys, Waal-Saulais 2006, Waveren, Sluys 2006) Het netwerk bij sociaal kwetsbare mensen bestaat vaak voor een groot deel uit professionele hulpverleners.
Hoe? Zorg voor maatschappelijke steunsystemen in de gemeenten, waarbij mensen geholpen worden een eigen netwerk op te bouwen. • Zet vrijwilligers in ter ondersteuning van de sociale contacten, via maatjesprojecten, buddy’s of vriendendiensten. Als mensen voor langere tijd aan elkaar gekoppeld worden is er tijd vertrouwen op te bouwen. Zorg ervoor dat deze initiatieven voldoende bekend zijn. • Zorg dat deze vrijwilligers goed ondersteund en geschoold worden in de problematiek van sociaal kwetsbare mensen. • Bevorder lotgenotencontacten, bijvoorbeeld via gespreksgroepen onder (ervarings)deskundige begeleiding of cliëntencafés. • Maak cliëntgestuurde projecten mogelijk, bijvoorbeeld op het terrein van sport, creatieve bezigheden (creatieve ateliers) of dienstverlening (fietsenreparatie). Deze projecten zetten in op de eigen kracht van mensen en hun mogelijkheden. (ZON 2010, 2011, Groepsgesprek 2011, Sluys, Hijnekamp-van Tiel 2006) •
Voorbeeld: Maatschappelijk Steun Systeem Zoetermeer Het Maatschappelijk Steunsysteem (MSS) Zoetermeer biedt mensen met psychische of psychosociale problematiek hulp bij het vinden van een zinvolle dagbesteding, juiste woonvorm, aangaan van sociale contacten of het regelen van financiële zaken en vervoer. Vertegenwoordigers van diverse organisaties komen maandelijks bij elkaar aan een zogenoemde werktafel. Tijdens de bijeenkomst behandelen de medewerkers vragen van cliënten over zorg, wonen, werk of het onderhouden van sociale contacten. Daaruit volgt een concreet voorstel waar de hulpverlener en de betrokkene mee verder kunnen. Van eerder besproken casussen wordt de voortgang bekeken. In MSS Zoetermeer werken de volgende organisaties samen: Effatha Guyot afdeling Brughuizen, Gemeente Zoetermeer Sociale Zaken, GGZ Zoetermeer, Limor, MOOI Zoetermeer, Brijder Verslavingszorg, Parnassia Ouderenpsychiatrie, REAKT dagbesteding en arbeidsrehabilitatie, RIBW Fonteynenburg, Vierstroomzorgring team thuisbegeleiding en Vierstroomzorgring team ouderenadvies. Meer informatie: http://www.reakt.nl
21
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
3 Inventarisatie preventieve ondersteuning
Voorbeeld: Eigen Kracht-conferenties Tijdens een Eigen Kracht-conferentie maken mensen met hun netwerk samen een plan voor de toekomst. Een onafhankelijke coördinator organiseert de conferentie. Eigen Kracht-conferenties zijn er in diverse vormen, zoals voor individuen en families (in de jeugdzorg of GGZ) of als er wrijvingen in een wijk of buurt zijn (Alle Hens). Alle varianten gaan uit van hetzelfde principe: een plan maken met betrokkenen waarbij de regie in handen blijft van de persoon of personen om wie het gaat. Eigen Kracht-conferenties zijn bewezen effectief. Meer informatie: http://www.eigen-kracht.nl
22
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
4 Beleidsmaatregelen voor gemeenten
4
Beleidsmaatregelen voor gemeenten
4.1
Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van maatregelen voor beleid en uitvoering die gemeenten kunnen nemen voor een ondersteunend preventief Wmo-beleid voor sociaal kwetsbare mensen. De maatregelen zijn vooral bedoeld om regiogemeenten te stimuleren preventief beleid te voeren, daarnaast zijn de maatregelen uiteraard ook relevant voor centrumgemeenten.
4.2
Maatregelen voor gemeenten: beleid Voer proactief beleid Voer als gemeente proactief beleid voor sociaal kwetsbare mensen. Zet in het beleid zwaar in op preventie en herstel. Op dit moment kan dat beleid vooral in kleine gemeenten versterkt worden. Maak bij het maken van het beleid gebruik van aanwezige kennis, onder meer van preventieafdelingen van GGZ-instellingen, cliëntenorganisaties en GGD’s. Leg de verantwoordelijkheid niet alleen bij centrumgemeenten. Bij preventie, vroegsignalering, tijdige hulp bieden en ondersteuning bij re-integratie, zijn juist de regiogemeenten aan zet. Die kunnen hierin ook samenwerken. Sluit aan op het Stedelijk Kompas van centrumgemeenten. Op onderdelen die lokaal moeten worden vormgegeven kan de regiogemeente regie voeren. Voorbeelden daarvan zijn schuldhulpverlening, preventie op het gebied van huisuitzetting, zorg bij huis organiseren, bevorderen re-integratie, opvang na detentie, preventie en opvang van huiselijk geweld en preventie en registratie van schooluitval bij jongeren (Heineke, Bokser, Deth 2007).
Werk aan beter zich op de doelgroep Zorg als regiogemeenten voor inzicht in de doelgroep en het aanbod. Hoe groot is de groep, wat doen centrumgemeenten, in hoeverre maken inwoners uit de regiogemeenten daar gebruik van? Bepaal op basis daarvan wat aanvullend nodig is op het gebied van preventie en herstel in de regiogemeente. Ook de OGGZ-monitor kan helpen meer zicht te krijgen op de vraag en het aanbod (LPGGz 2007b).
Voer inclusief beleid Voer inclusief beleid dat rekening houdt met de verschillende mogelijkheden en beperkingen van mensen. Daardoor zijn algemene voorzieningen ook beschikbaar voor sociaal kwetsbare mensen. Dit beleid past goed bij de Wmo. Bovendien wordt daarmee de boodschap gegeven dat de gemeente het belangrijk vindt dat iedereen kan meedoen en dit is goed voor de positieve beeldvorming bij het brede publiek (Mink 2010).
Voer integraal beleid Werk integraal vanuit Wmo, WWb en WSW (LPGGz 2007a). Stem beleid af met andere gemeentelijke afdelingen, zoals werk en inkomen, jeugd, onderwijs, mantelzorg en vrijwilligers. Hier zijn verschillende varianten in, variërend van een zelfstandige nota (O)GGZ tot inbedding van dit beleidsterrein in alle relevante nota’s van andere beleidsterreinen. Streef naar een sluitende keten van preventie, signalering en toeleiding naar hulp, behandeling, praktische ondersteuning, zorg en opvang, nazorg, herstel en re-integratie (GG&GD Utrecht 2010). 23
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
4 Beleidsmaatregelen voor gemeenten
Met aandacht voor alle gebieden: zorg, wonen, sociale contacten, (vrijwilligers)werk, familie/mantelzorg en financiën. Netwerken kunnen hier een belangrijke rol in spelen, mits deze op elkaar afgestemd zijn. Maak ook afspraken met partners, bijvoorbeeld met de woningcorporatie over huisuitzettingen. En werk nauw samen met de GGZ in het kader van goede nazorg.
Werk aan draagvlak Werk aan draagvlak op alle niveaus: ambtelijk, maar ook bestuurlijk. Dat is een succesfactor in het slagen van beleid en uitvoering. De rol van de wethouder of het college is vaak doorslaggevend. Het proces van opstellen van beleid en van beleid naar uitvoering is vaak ‘stroperig’. Er zijn veel partijen betrokken en als dan duidelijke leiding ontbreekt, kan het een langdurig traject zijn. Een knelpunt is, dat gemeenten vaak te maken hebben met partijen waar ze niet directe invloed op hebben, zoals de GGZ-instellingen. Een wethouder met daadkracht, visie, enthousiasme en durf kan hier een belangrijke rol in spelen. Als partijen elkaar sneller weten te vinden, leidt dat tot meer kwaliteit en zijn de kosten ook beter in de hand te houden. (Tanja 2010, http://www.wwzmaakhetsamen.nl)
4.3
Maatregelen voor gemeente: uitvoering Werk aan positieve beeldvorming Beeldvorming over sociaal kwetsbare mensen bij het brede publiek is op beide trappen van belang. Positieve beeldvorming kan eraan bijdragen dat mensen met beginnende problemen tijdig hulp durven te zoeken. Ook zorgt het ervoor dat het herstel van mensen die maatschappelijk zijn uitgevallen beter verloopt en daarmee kan het terugval voorkomen. Voorbeelden van maatregelen zijn kwartier maken, faciliteren van voorlichtingsbijeenkomsten met hulp van ervaringsdeskundigen, inzetten van ervaringsdeskundigen als ambassadeurs en als gemeente zelf het goede voorbeeld geven door sociaal kwetsbare mensen in dienst te nemen.
Zorg voor goede informatie, advies en voorlichting Goede informatie en voorlichting over het ondersteuningsaanbod en zo nodig gerichte doorverwijzing is belangrijk. Juist omdat sociaal kwetsbare mensen zelf niet snel hulp zoeken moet de informatie toegankelijk (fysiek en digitaal) en laagdrempelig zijn. Het Wmo-loket kan hier een belangrijke rol in vervullen, mits daar voldoende expertise over sociaal kwetsbare mensen aanwezig is. Steunpunten of inloopwinkels GGZ kunnen bijdragen door die expertise over te dragen aan loketmedewerkers. Laat hen bijvoorbeeld het Wmoloket testen en gericht aanbevelingen voor verbetering doen. Ook het trainen van loketmedewerkers door ervaringsdeskundigen is een optie. Verder is het van belang dat organisaties, zoals woningcorporaties, op de hoogte zijn van de ondersteuningsmogelijkheden binnen het loket en inloopwinkels. Vanuit een goede nazorg moeten mensen uit instellingen dit soort informatie bij hun ontslag meekrijgen. In de informatie en voorlichting kunnen ervaringsdeskundigen een belangrijke rol spelen. Zij zorgen voor een laagdrempeligheid en herkenbaarheid bij de te bereiken groep en het draagt bij aan het versterken van de eigen kracht van de ervaringsdeskundigen.
Werk outreachend Hoe lager iemand op de trap van uitval en herstel komt, hoe meer outreachende zorg nodig is om hen te bereiken. Passief informatie verstrekken en voorlichten volstaat dan niet meer.
24
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
4 Beleidsmaatregelen voor gemeenten
Organisaties in de wijk kunnen hier een grote rol in spelen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de signaleringsmogelijkheden van huismeesters, wijkbeheer, wijkopbouwwerkers of wijkagenten. Zij zijn een van de eerste die merken dat er problemen zijn. Dat geldt ook voor huisartsen. Door huisartsen te informeren over ondersteuningsmogelijkheden kunnen zij cliënten en hun mantelzorgers gericht doorverwijzen of een melding doen bij een lokaal/regionaal meldpunt voor zorgwekkende situaties. Andere mogelijkheden om outreachend te werken zijn het afleggen van huisbezoeken door loketmedewerkers of medewerkers van het maatschappelijk werk. Naarmate de problematiek van mensen toeneemt, is een vaste individuele begeleider/casemanager van groot belang. Er is behoefte aan één begeleider die zich met alles waar de persoon op dat moment behoefte aan heeft bezighoudt: van woonondersteuning, huishoudelijke hulp tot hulp bij de financiën. Via netwerken, zoals de OGGZ-netwerken of Zorg Advies Teams, kunnen problemen ook tijdig gesignaleerd en aangepakt worden. Een aandachtspunt daarbij is wel dat de diverse netwerken zo veel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Dit om te voorkomen dat dubbel werk gedaan wordt of verantwoordelijkheden worden afgeschoven.
Zorg voor ondersteuning bij wonen Tijdige ondersteuning bij wonen kan voorkomen dat mensen uit hun huis gezet worden en op straat belanden. Voor mensen die uit een instelling komen is ondersteuning nodig zodat zij op een goede plek terechtkomen. Voor goede woonondersteuning kunnen gemeenten afspraken maken met woningcorporaties en particuliere huurders. Bijvoorbeeld over plaatsingsbeleid van sociaal kwetsbare mensen in de wijk, het voorkomen van huisuitzettingen en tweede kans huren. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in convenanten. Ook met energieproviders zijn afspraken te maken over vroegtijdige aanpak van schulden. Door woningcorporaties en energieproviders te wijzen op het Wmo-loket of het meldpunt voor zorgwekkende situaties kunnen zij signalen doorgeven.
Zorg voor financiële ondersteuning Sociaal kwetsbare mensen hebben vaak problemen met hun financiën. Ondersteuning kan helpen om schulden te voorkomen of snel aan te pakken. Stress door schulden, oplopende boetes en/of bezoeken van deurwaarders kunnen triggers zijn voor escalatie van problemen. Voorbeelden van financiële ondersteuning zijn budgettrainingen, (outreachende) formulierenbrigades en financiële winkels waar mensen voor vragen en ondersteuning naar toe kunnen. Het is belangrijk dat dit aanbod, onder meer via het Wmo-loket, goed onder de aandacht wordt gebracht. Ook moet duidelijk zijn hoe mensen voorzieningen kunnen aanvragen. Verder valt te denken aan sociaal juridische ondersteuning, snelle financiële hulp en voorschotten, kwijtschelding gemeentelijke lasten, het tegengaan van niet-gebruik van regelingen en een goed armoede beleid.
Zorg voor mantelzorgondersteuning Zorgen voor een sociaal kwetsbaar familielid of vriend is een van de meest belastende vormen van mantelzorg. Deze mantelzorgers vormen dus zelf ook een risicogroep. Om uitval van de mantelzorgers te voorkomen is het belangrijk dat zij goed ondersteund worden. Jonge mantelzorgers verdienen daarbij speciale aandacht. Mantelzorgondersteuning wordt onder meer vanuit steunpunten mantelzorg geboden. Binnen deze steunpunten moet er voldoende expertise over mantelzorgers van (ex-)GGZ-cliënten zijn. 25
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
4 Beleidsmaatregelen voor gemeenten
Preventief aanbod voor mantelzorgers kan bestaan uit voorlichting, cursussen, lotgenotencontact en respijtzorg. Ook vrijwilligers kunnen ondersteuning bieden, mits ze kennis hebben van de problematiek. Voor jonge mantelzorgers van bijvoorbeeld verslaafde of psychiatrische ouders zijn er specifieke ondersteuningsgroepen, zoals KOPP.
Bied ondersteuning aan jeugdigen en ouders De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) vormen de spil in de ondersteuning aan jeugdigen en ouders. Zij kunnen een belangrijke rol spelen in de vroegtijdige signalering van problemen, bijvoorbeeld via Zorg Advies Teams of Veiligheidshuizen. Ook kan vanuit het CJG een laagdrempelig ondersteuningsaanbod worden aangeboden. Voorbeelden daarvan zijn weerbaarheidstrainingen of cursussen over het omgaan met depressie: face-to-face, maar ook via e-hulp. Voor gezinnen is praktische thuisbegeleiding belangrijk aanbod. Ook ligt er een opgave om de zorg voor jeugdigen en volwassen beter op elkaar te laten aansluiten. Dit om te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen en uit beeld van de hulpverlening verdwijnen en/of gaan zwerven.
Zorg voor ondersteuning bij (vrijwilligers)werk Voor sociaal kwetsbare mensen is het lastig (vrijwilligers)werk te vinden, onder meer vanwege de negatieve beeldvorming. Dat terwijl (vrijwilligers)werk een belangrijk onderdeel is bij herstel en re-integratie. Mensen ontlenen zelfwaardering aan werk en het is bron van inkomsten en sociale contacten. Beleidsmaatregelen van de gemeenten kunnen eraan bijdragen dat sociaal kwetsbare mensen geen extra drempels ervaren bij het zoeken naar (vrijwilligers)werk. Dat kan bijvoorbeeld door een banenmarkt te organiseren of mensen vanuit re-integratietrajecten als vrijwilliger in te zetten met daarbij voldoende begeleiding, zo mogelijk naar betaald werk. Zeker als het betaald werk is, heeft de gemeente er financieel belang bij.
Zet in op het versterken van het netwerk Tot slot is versterken van het sociale netwerk een belangrijk aandachtspunt. Omdat dit netwerk bij sociaal kwetsbare mensen vaak beperkt is (en grotendeels uit hulpverleners bestaat), kan de gemeente bijdragen door hierin te investeren. Dat kan bijvoorbeeld door het opzetten van maatschappelijke steunsystemen in de gemeente. Ook het faciliteren van cliëntgestuurde projecten of de Eigen Kracht-conferenties dragen daaraan bij. Meer preventief zijn de maatjesprojecten, buddy’s of vriendendiensten, waarbij vrijwilligers worden ingezet. Een aandachtspunt hierbij is investeren in het onderlinge vertrouwen.
26
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Literatuur
Literatuur Schriftelijke documentatie Bergen AM van, Poll A, Venneman B, in samenwerking met de vakgroep OGGZ van GGD Nederland. Naar Robuuste netwerken. Ketenoverstijgende samenwerking OGGZ/Huiselijk geweld/Jeugd/Veiligheid. Utrecht: MOVISIE, 2010. Boer A de, Broese-van Groenou M, Timmermans J (red.). Mantelzorg. Een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers in 2007. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2009. Cebeon. Verdeelsystematiek specifieke middelen voor maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg. Amsterdam: Cebeon, 2009. Convenant Gespreide huisvesting en zorg voor bijzondere groepen. Drechtsteden: 2007. Gezondheidsraad. Broodnodig. De ontwikkeling van kennis voor de openbare geestelijke gezondheidszorg. Den Haag: Gezondheidsraad, 2011. GG&GD Utrecht. Zorg voor sociaal kwetsbaren. Themarapport Volksgezondheidsmonitor gemeente Utrecht. Utrecht: GG&GD Utrecht, 2010. GGZ Nederland. Als burgerschap niet vanzelfsprekend is. Gesprekswijzer met productenoverzicht voor gemeenten en ggz-instellingen. Amersfoort: GGZ Nederland, 2010. Heineke D, Bosker R, Deth A van. Stappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheid. Den Haag: VNG, 2007. Heineke D, Venneman B, Leur J van, Bergen A van. Prachtige Praktijken van lokale OGGz-netwerken. Vergelijking van ervaringen en resultaten in drie regio’s. Utrecht: MOVISIE, 2009. Houten M van, Winsemius A (red.). Participatie ontward. Vormen van participatie uitgelicht. Utrecht: MOVISIE, 2010. Inspectie voor de Gezondheidszorg. Staat van de Gezondheidszorg 2010. Meer effect mogelijk van publieke gezondheidszorg. Utrecht: Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2010. Landelijk Platform GGz (LPGGz). Wmo, Kans voor anders! Workmate GGZ binnen de WMO. Utrecht: LPGGz, programma lokale versterking, 2007a. Landelijk Platform GGz (LPGGz). Hallo, wij zijn er ook nog! Wensen van GGZ-cliënten in het kader van de Wmo. Utrecht: LPGGz, programma lokale versterking, 2007b. Landelijk Platform GGz (LPGGz). Manifest Straatadvocaat. Utrecht: LPGGz, programma lokale versterking, 2009. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Kamerstuk 16 april 2009. Verdeelsleutel maatschappelijke opvang, OGGz en verslavingsbeleid. Den Haag: Ministerie VWS, 2009. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Beleidsbrief Zorg die werkt: de beleidsdoelstellingen van de minister van VWS. Den Haag: Ministerie van VWS, 2011a. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Brief: Beleidsvoornemens maatschappelijke opvang en zwerfjongeren. Den Haag: Ministerie van VWS, 2011b. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Handreiking OGGZ in de WMO. Den Haag: Ministerie van VWS en VNG, 2006. Mink I. Beperkt, onbeperkt. Een studie naar de ervaringen van mensen met een beperking met discriminatie en uitsluiting. Inzichten in mogelijke interventies om knelpunten aan te pakken. Rotterdam: Radar, 2010. MOVISIE. Factsheet Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Utrecht: MOVISIE, 2010a. MOVISIE. Mantelzorgers met specifieke ondersteuningsvragen. Mantelzorgers van ggz-cliënten. Utrecht: MOVISIE, 2010b. Radar Advies. Formulierenbrigades in Nederland. Amsterdam: Radar Advies, 2009. Sluys LM, Hijnekamp-van Tiel MJG. Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning. Resultaten van de tweede schriftelijke vragenronden onder de deelnemers aan het GGZ-panel regio Delft Westland Oostland. Voorburg: Tympaan Instituut, 2006.
27
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Literatuur
Sluys LM, Waal-Saulais CRM de. Sociale relaties en vrijetijdsbesteding. Resultaten schriftelijke vragenronden onder de deelnemers aan het GGZ-panel Midden-Holland. Voorburg: Tympaan Instituut, 2006. Steketee M, Vandenbroucke M. Typologie voor een strategische aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Een studie in het kader van Klein van Fijn-CEPHIR. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2010. Tanja A. Werk maken van regie. De gemeente als regisseur bij wonen, welzijn en zorg. Utrecht: MOVISIE, 2010. Tielen L. Methode familiezorg, op de driesprong van theorie, beleid en praktijk. Tilburg: Expertisecentrum Familiezorg, 2010. Waal-Saulais CRM de, Sluys LM. GGZ-panel Rijnmond. Sociale relaties en vrijetijdsbesteding. Resultaten van de eerste schriftelijke vragenronde 2005. Voorburg: Tympaan Instituut, 2005. Waveren L van, Sluys LM. Vrijetijdsbesteding en het gebruik van kortingsmogelijkheden. Resultaten schriftelijke vragenronde onder de deelnemers aan het GGZ-panel regio Den Haag. Voorburg: Tympaan Instituut, 2006. Zorgvragers Overleg Noordelijk Zuid-Holland (ZON). Taken van de kleine gemeenten (preventie). Leiderdorp: ZON, 2010. Zorgvragers Overleg Noordelijk Zuid-Holland (ZON). Nazorg verse 1.0. Leiderdorp: ZON, 2011. Zuithof M. Beter investeren in maatschappelijk werk dan in psychiatrie. In Zorg en Welzijn, 15 november 2010;
Websites http://www.divadelft.nl http://www.domesta.nl http://www.eigen-kracht.nl http://www.ggz-delfland.nl http://www.initiatiefgroep-ggzwmodrenthe.nl http://www.katwijk.nl http://www.kwartiermaken.nl http://www.nji.nl http://www.reakt.nl http://www.stichting-binding.nl http://www.vng.nl http://www.voicenederland.nl http://www.wwzmaakhetsamen.nl http://www.zoetermeer.nl http://www.zogmh.nl http://www.zonzh.nl
DIVA Delft Domesta Eigen Kracht GGZ Delfland Initiatiefgroep GGZ-Wmo Drenthe gemeente Katwijk Kwartier maken Nederlands Jeugdinstituut (NJi) REAKT Stichting Binding VNG VO!CE Nederland Ondersteuningsprogramma W+W+Z=Maak het samen! gemeente Zoetermeer Zorgvragers Organisatie Midden-Holland (ZOG MH) Zorgvragers Overleg Noordelijk Zuid-Holland (ZON)
28
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Bijlage 1
Bijlage 1 Belang van preventie 1 Inleiding Nederland is het meest geïnstitutionaliseerde land van Europa. Nederland heeft de meeste mensen in psychiatrische klinieken, gehandicapteninstellingen en gevangenissen en ook de vraag naar jeugdzorg blijft groeien (Zuithof 2010). De focus ligt sterk op de curatieve kant (achterkant van zorg), preventie (voorkant) zou verder versterkt kunnen worden. Deze bijlage geeft vanuit verschillende invalshoeken antwoord op de vraag waarom preventie zo belangrijk is.
2 Preventie loont Waarom is het relevant te investeren in preventie? • Preventie kan escalatie van problemen en maatschappelijke uitval voorkomen. Een veelgehoorde klacht bij intakes, voor bijvoorbeeld jeugdzorg of GGZ, is dat het probleem minder groot zou zijn als het eerder gesignaleerd en aangepakt was. • Preventie draagt eraan bij dat mensen in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Mensen blijven het liefst in de eigen vertrouwde omgeving. Ook is het de plek waar ze, na eventuele opname, op eigen kracht weer verder moeten. Blijven wonen in de eigen omgeving is bovendien minder stigmatiserend dan een opname. 1 • Preventieve zorg is goedkoper dan de zwaardere curatieve zorg . Investeren in preventie is een langetermijnaanpak, omdat de winst niet direct zichtbaar en meetbaar is. (Zuithof 2010). Kort gezegd: preventie is effectiever, prettiger en goedkoper. Er blijft waarschijnlijk altijd een groep die ondanks alle vroegtijdige inspanningen toch een beroep op zwaardere hulp doet. Ook deze groep heeft baat bij preventie, omdat daardoor de problemen sneller worden aangepakt.
3 Preventie taak van gemeenten Gemeenten hebben een steeds grotere verantwoordelijkheid voor de ondersteuning en participatie van kwetsbare mensen op grond van onder meer Wmo, WPG en WWB2 (Cebeon 2009). Daar horen ook sociaal kwetsbare mensen bij. Een deel van die verantwoordelijkheid voor sociaal kwetsbare mensen ligt bij de centrumgemeenten. Maar alle gemeenten hebben een rol in preventie, toeleiding naar hulp en maatschappelijke integratie: een vangnet- en herstelfunctie (Ministerie van VWS en VNG 2006). Bovendien zijn sociaal kwetsbare mensen in elke gemeente aanwezig. Dit is niet gerelateerd aan het aantal inwoners. Dus ook kleine gemeenten zullen preventief beleid moeten voeren (ZON 2010).
1
2
Een belemmerende factor hierbij is dat financiering van de gehele keten voor sociaal kwetsbare mensen vanuit drie stromen komt: Wmo, AWBZ en Zorgverzekeringswet. De (centrum)gemeenten kunnen alleen sturen vanuit de Wmo. Dit maakt het lastig de toch al moeilijke ketenzorg sluitend en klantgericht te krijgen. Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet Publieke Gezondheid en Wet Werk en Bijstand. 29
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Bijlage 1
4 Preventie en samenwerking versterken Gemeenten kunnen hun preventieve rol verder versterken. Zo hebben nog niet alle gemeenten een goede nota gezondheidsbeleid en is er nog te weinig bekend over de inzet van interventies op lokaal niveau. Bovendien is de zorg voor sociaal kwetsbare mensen te kortdurend en te gefragmenteerd en ontbreekt het aan goede samenwerking tussen betrokken instellingen, zoals gemeente, onderwijs en GGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg 2010). Dit komt mede door de verschillende financieringsstromen vanuit Wmo, ABWZ en Zorgverzekeringswet. Centrumgemeenten zoeken in toenemende mate naar koppelingen met de andere zes prestatievelden en aanpalende beleidsterreinen zoals armoedebeleid, schuldhulp, scholing en arbeidsparticipatie (MOVISIE 2010a).
5 Speerpunt landelijk beleid Preventie is een speerpunt van het landelijk beleid. Vanuit het Ministerie van VWS (2011a) wordt ingezet op ‘basiszorg nabij’. Basiszorg is zorg die direct toegankelijk is en bijvoorbeeld wordt geleverd door huisartsen, apothekers, tandartsen en fysiotherapeuten, maar ook door wijkverpleegkundigen, thuiszorg en deels door ziekenhuizen. Vooral kwetsbare mensen, zoals ouderen, hebben steeds meer last van het verdwijnen van basiszorg in de buurt (vooral in kleine gemeenten) en gebrek aan samenwerking tussen zorgaanbieders. Betere afstemming tussen bijvoorbeeld huisartsen, verpleegkundigen en thuiszorg die betrokken zijn bij dezelfde persoon draagt bij aan eerdere signalering van gezondheidsproblemen. Kwetsbare mensen vallen soms tussen wal en schip (Ministerie van VWS 2011a). Ook in de GGZ is versterking van goede basiszorg in de buurt belangrijk. Daardoor kunnen mensen met lichte problemen tijdig geholpen worden in de eerstelijnshulp en stromen alleen mensen met complexe problemen door naar gespecialiseerde tweedelijnszorg. Versterking van de basiszorg betekent onder andere: meer aandacht voor vroegsignalering, preventie, kortdurende hulp in de eerste lijn, hulpverlening via internet en e-hulp (Ministerie van VWS 2011a).
6 Preventie in het Stedelijk Kompas Centrumgemeenten leggen vanaf 2010 in hun Stedelijke of Regionale Kompassen het accent meer op het verbeteren van interventies gericht op preventie en herstel. Een Stedelijk Kompas is een meerjaren aanpak om dakloosheid terug te dringen, gericht op vermindering van het aantal daklozen, doorstroming naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan, verbetering van de kwaliteit van leven en vermindering van de overlast. Het accent op preventie betekent dat er meer aandacht komt voor schuldhulp, sociale activering, arbeidsre-integratie en het voorkomen van huisuitzetting. Ook besteden centrumgemeenten extra aandacht aan de trajecten en voorzieningen voor zwerfjongeren. Bij de start van de Stedelijke Kompassen in 2007 lag de nadruk vooral op de verbetering van de samenhang in de directe zorg voor daklozen en de ontwikkeling van persoonsgerichte trajecten (Ministerie van VWS 2011b).
7 Meer investeren in kennis OGGZ De Gezondheidsraad (2011) pleit ervoor meer te investeren in kennis over de OGGZ. Medische zorg, praktische ondersteuning, re-integratie en opvang moeten in elkaar schuiven.
30
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Bijlage 1
Om goede zorg te verlenen en effectief beleid te voeren is kennis van de OGGZ onmisbaar. Meer kennis kan bijdragen aan verdere professionalisering en vernieuwing van de sector. Zo is er behoefte aan kennis over de omvang van de doelgroep, aard van de problemen, doelmatigheid en effectiviteit van interventies en resultaten van beleid. Het verzamelen van kennis is lastig omdat de problemen complex zijn, de hulp multidisciplinair moet zijn en de mensen om wie het gaat niet makkelijk te bereiken zijn (Gezondheidsraad 2011).
31
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Bijlage 2
Bijlage 2 Betrokkenen bij het project deelnemers klankbordgroep Zorgbelang Zuid-Holland MOVISIE Zorgvragers Organisaties GGZ Midden-Holland Woningbouwvereniging Hoek van Holland Gemeente Katwijk Gemeente Leiden GGD Hollands Midden
de heer E. Visser mevrouw A. Poll mevrouw A. van Bergen mevrouw P. van Buuren de heer G. van Bergeijk de heer C. van Soest mevrouw A. van Oost mevrouw E. Bongers mevrouw A. van Leeuwen mevrouw J. Bierens
meelezers (beleids)maatregelen Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Hillegom Wmo-adviesraad Hillegom Wmo-adviesraad Katwijk Wmo-adviesraad Lansingerland
mevrouw K. Schwarze de heer R. Severijns de heer J.R. Vis de heer A.H. Lommen de heer H. Bleumink
32
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Bijlage 3
Bijlage 3 Samenwerking centrum- en regiogemeenten Bij de prestatievelden 7, 8 en 9 (maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid) wordt een onderscheid gemaakt in centrum- en regiogemeenten. Zuid-Holland kent acht centrumgemeenten. Dit zijn Delft, Dordrecht, Den Haag, Gouda, Leiden, Rotterdam, Spijkenisse en Vlaardingen. De centrumgemeenten krijgen vanuit het Rijk een specifieke uitkering maatschappelijk opvang, OGGZ en verslavingsbeleid (specifieke uitkering maatschappelijke opvang (MO)). Voor verdeling van deze middelen over centrumgemeenten is in opdracht van het Ministerie van VWS en de VNG een verdeelmodel opgesteld. Uitgangspunten van dit model zijn onder meer vraagsturing en aandacht voor preventie. Preventie gaat over inspanningen van centrumgemeenten, in afstemming met regiogemeenten (vanuit hun lokale taken) om de instroom in de maatschappelijke opvang te beperken, de doorstroom van cliënten uit opvangvoorzieningen te bevorderen en terugval na uitstroom te voorkomen (Ministerie van VWS 2009). Tot de kerntaken van centrumgemeenten horen de volgende bovenlokale/regionale taken (Cebeon 2009): • Toeleiding naar zorg, zoals bevorderen van samenwerking tussen lokale OGGZ-partners, coördineren van lokale zorgnetwerken (regionaal meldpunt) en contracteren van instellingen voor bemoeizorg. • Bieden van preventieve en ambulante voorzieningen voor (alcohol- en drugs)verslaafden, zoals specifieke verslavingspreventie en ambulante verslavingshulp, voor zover het niet gaat om individuele zorg op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw). • Bieden van tijdelijke opvang en begeleiding aan feitelijke en residentiële daklozen. Veelal hebben deze personen een meervoudige problematiek, die echter (nog) geen recht geeft op verblijf in een zorgvoorziening die vanuit een ander financieel kader wordt bekostigd. Deze kerntaken hebben raakvlakken met andere taken en middelen, zoals die vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, Zorgverzekeringswet, Wet op de Jeugdzorg en Justitie en politie. Ook zijn er raakvlakken met taken vanuit andere specifieke uitkeringen, zoals die voor vrouwenopvang, tienermoeders en bestrijding van huiselijk geweld. En ten slotte zijn er raakvlakken met taken vanuit van de Wmo, Wet Publieke Gezondheid (WPG) en Wet Werk en Bijstand (WWB). De specifieke uitkering MO is bestemd voor bovenlokale/regionale voorzieningen: voorzieningen die betekenis hebben voor de regio waarvan de ontvangende gemeente een centrumfunctie vervult. Het gaat om uitgaven aan de volgende voorzieningen (Cebeon 2009): • signalering en geïndiceerde preventie: regionale meldpunten Zorg en Overlast, vangnet GGD/ketenregie, outreachend veldwerk, preventie en ambulant verslavingsbeleid; • integrale toegang en screening: toeleiding, toegang en screening/indicatie; • maatschappelijke opvang, zoals nacht- dagopvang, inloopvoorziening, crisis-/gezinsopvang, gebruiksruimte, opvang zwerfjongeren en algemene kortdurende opvang; • medische basiszorg: specifieke gezondheidsbevordering door de GGD en verstrekking van medische heroïne (voor zover niet ten laste van specifieke uitkering medische heroïne); • beschermd wonen: sociale pensions (zwerfjongeren) (kort verblijf) en time-out voorzieningen;
33
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
• • • •
Bijlage 3
begeleid wonen: begeleid groepswonen, ambulante woonbegeleiding, kamers met kansen/ foyers; integrale bemoeizorg GGZ/verslavingszorg: zorgcoördinatie en intensieve bemoeizorg; dagbesteding: sociale activering en arbeidsre-integratie; sociaal netwerk: maatschappelijke steunsystemen (zoals tijdelijke nazorg na verblijf in een opvangvoorziening) en zelfhulporganisaties.
Met de regiogemeenten vindt afstemming plaats over de inzet van de specifieke uitkering. Aanvullend hierop wordt van gemeenten (centrum- en regiogemeente) verwacht dat zij uit eigen middelen gelden inzetten voor bovenlokale/regionale voorzieningen. De specifieke uitkering MO is niet kostendekkend (Cebeon 2009). Naast de regionale taken hebben gemeenten (regio- en centrumgemeente) lokale taken voor (Cebeon 2009): • collectieve preventie en zorgvernieuwingsprojecten GGZ; • lokale zorgnetwerken of sociale teams; • inloopvoorzieningen als vorm van welzijnswerk (zoals buurthuizen); • voorkomen van huisuitzetting en laatste kansbeleid; • coördinatie/regieactiviteiten in het kader van het veiligheidsbeleid (relatie met grotestedenbeleid). Hiervoor kunnen gemeenten middelen uit het gemeentefonds (Wmo, WPG) en het fonds Werk en Inkomen (WWB) gebruiken.
34
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
Bijlage 4
Bijlage 4 Maatregelen per prestatieveld prestatieveld
aanbod gericht op uitvalpreventie ↓
aanbod gericht op herstel ↑
- maatschappelijke steunsystemen - aandacht voor eenzaamheid en sociaal isolement - kwartiermaken/beeldvorming - laagdrempelige (vertrouwens)aanspreekpunten in de wijken - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - meldpunt voor zorgwekkende situaties - interventies, zoals kwartiermakerfestivals, deelname aan wijk-/buurtgerichte netwerken, projecten tegengaan eenzaamheid, meldpunten zorg en overlast
- maatschappelijke steunsystemen - stimuleren kennismaking buurtbewoners en ggzcliënten - kwartiermaker/beeldvorming - laagdrempelige (vertrouwens)aanspreekpunten in de wijken - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - meldpunt voor zorgwekkende situaties - interventies, zoals kwartiermakerfestivals, overleg met buurtbewoners, deelname aan wijk-/buurtgerichte netwerken, inzet van ggz-vrijwilligers in buurthuizen, inzet ervaringsdeskundigen als ambassadeurs, meldpunten zorg en overlast
2 preventieve - aanbod, afstemming, signalering via het cjg ondersteuning - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en jeugd outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - voorlichting op scholen - aandacht voor jonge mantelzorgers (prestatieveld 4) - praktische thuisbegeleiding - trainingen en cursussen voor jongeren - opvoedingsondersteuning aan ouders - interventies, zoals deelname zorgadviesteams, lokale intensieve thuishulp, grip op je dip, koppprojecten, kvo-projecten
- aanbod, afstemming, signalering via het cjg - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - goede nazorg voor jeugdigen die uitstromen uit de jeugdzorg - interventies, zoals projecten voor zwerfjongeren, lokale intensieve thuishulp
3 informatie, advies en cliëntondersteuning
- wmo-loket met (o)ggz-expertise - outreachende werkwijzen wmo-loket - laagdrempelige (vertrouwens)aanspreekpunten in de wijken - aansluiten bij activiteiten doelgroep, zoals een informatiekraam bij een inloopvoorziening - inzet van rolmodellen, ambassadeurs uit de doelgroep
1 leefbaarheid en sociale samenhang
- wmo-loket met (o)ggz-expertise - outreachende werkwijzen wmo-loket - ondersteuning pgb-houders - lokale of regionale bijeenkomsten in samenwerking met zorgvragersorganisaties/ervaringsdeskundigen - laagdrempelige (vertrouwens)aanspreekpunten in de wijken - interventies, zoals ervaringsdeskundigen middenholland
35
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
prestatieveld
Bijlage 4
aanbod gericht op uitvalpreventie ↓
aanbod gericht op herstel ↑
4 mantelzorg en - beleid voor mantelzorgers van mensen met vrijwilligers psychische problemen - ggz-deskundigheid binnen steunpunten mantelzorg - informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten voor mantelzorgers - aandacht voor jonge mantelzorgers - lotgenotencontact - respijtzorg - ondersteuning en deskundigheidsbevordering vrijwilligers van mensen met psychische problemen - interventies, zoals mantelzorgsalon, alzheimercafé, trainingen omgaan met schizofrenie, maatjesprojecten, vriendendiensten
- ondersteuning en deskundigheidsbevordering vrijwilligers van mensen met psychische problemen - zet mensen vanuit re-integratietrajecten als vrijwilliger in - cliëntgestuurde projecten - interventies, zoals maatjesprojecten, vriendendiensten, creatieve ateliers
5 participatiebevordering kwetsbare groepen
- kwartiermaken/beeldvorming - maatschappelijke steunsystemen - aandacht voor eenzaamheid en sociaal isolement - ondersteuning vrijwilligerswerk voor mensen met psychische problemen (prestatieveld 4) - financiële ondersteuning - interventies, zoals formulierenbrigade, kwartiermakerfestivals, maatjesprojecten, vriendendiensten, projecten voorkomen eenzaamheid
- kwartiermaken/beeldvorming - maatschappelijke steunsystemen - trainingen en ondersteun- en zelfhulpgroepen - re-activering naar (vrijwilligers)werk - ondersteuning vrijwilligerswerk voor mensen met psychische problemen (prestatieveld 4) - financiële ondersteuning - cliëntgestuurde projecten - interventies, zoals maatjesprojecten, vriendendiensten, creatieve ateliers, sollicitatietrainingen, banenmarkt, kwartiermakerfestivals
6 individuele - financiële ondersteuning voorzieningen - ondersteuning bij wonen - ondersteuning bij sociale contacten - ondersteuning bij (vrijwilligers)werk (prestatieveld 4) - laagdrempelige toegang tot voorzieningen - interventies, zoals afspraken met woningcorporaties ter voorkoming van uithuiszettingen, afspraken met energieprovider, budget informatie punt, formulierenbrigade, schuldhulp
- financiële ondersteuning - ondersteuning bij wonen - ondersteuning bij (vrijwilligers)werk - laagdrempelige toegang tot voorzieningen - interventies, zoals afspraken met woningcorporaties ter voorkoming van uithuiszettingen, afspraken met energieprovider, budget informatie punt, formulierenbrigade, schuldhulp
7 maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld
- dag- en nachtopvang - outreachende zorg - intensieve bemoeizorg - toeleiding naar opvang en zorg - woonbegeleiding - goede nazorg - behandeling en (voorbereiding van) aanpak van problemen op alle levensgebieden dag- en nachtopvang - doorgangshuis/opstapwoning
- crisishulp - dag- en nachtopvang - outreachende zorg - intensieve bemoeizorg - toeleiding naar opvang en zorg - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - zelfhulpgroepen - interventies, zoals ketenoverleg dak- en thuislozen/stedelijk kompas, steunpunten huiselijk geweld, zelfhulpgroep huiselijk geweld, projecten tegengaan ouderenmishandeling
36
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]
Uitval en herstel
prestatieveld
Bijlage 4
aanbod gericht op uitvalpreventie ↓
aanbod gericht op herstel ↑
8 oggz
- kwartiermaken/beeldvorming - outreachende zorg - aandacht voor eenzaamheid en sociaal isolement - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - lokale en regionale informatiebijeenkomsten, voorlichting, cursussen en trainingen - meldpunt voor zorgwekkende situaties - versterken netwerk - interventies, zoals deelname oggz-netwerken, projecten tegengaan eenzaamheid, maatjesprojecten, vriendendiensten, meldpunt zorg en overlast, grip op je dip
- kwartiermaken/beeldvorming - outreachende zorg - stimuleren kennismaking buurtbewoners en ggzcliënten - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - financiële ondersteuning - ondersteuning bij wonen - ondersteuning bij (vrijwilligers)werk - versterken netwerk - meldpunt voor zorgwekkende situaties - interventies, zoals straatadvocaat, maatjesprojecten, vriendendiensten, meldpunt zorg en overlast
9 verslavingsbeleid en preventie
- cursussen en trainingen, voorlichtingsbijeenkomsten - outreachende zorg - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - dag- en nachtopvang - crisisopvang - outreachende zorg - intensieve bemoeizorg - toeleiding naar opvang en zorg - interventies, zoals kvo, maatjesprojecten, training omgaan met verslaving, spuitenomruil, gebruikersruimten
- dag- en nachtopvang - outreachende zorg - signalering en geïntegreerde multidisciplinaire en outreachende aanpak via lokale en regionale zorgnetwerken - intensieve bemoeizorg - toeleiding naar opvang en zorg - woonbegeleiding - goede nazorg - behandeling en (voorbereiding van) aanpak van problemen op alle levensgebieden dag- en nachtopvang - financiële ondersteuning - ondersteuning bij wonen - ondersteuning bij (vrijwilligers)werk - versterken netwerk
bron: LPGGz 2007a, b, GGZ Nederland 2010
37
Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 -
[email protected]