De familie Van Looy Uittreksel uit “Vlaamse Stam”, september 1967. Artikel geschreven door E. VANDEN BOSSCHE
21 juni 1967
INLEIDING De familie Van Looy, waaraan wij deze bijdrage wijden, is afkomstig van de Kempen en meer bepaald van Herenthout. Reeds in de zestiende eeuw ontmoet men in dit dorp voorouders van deze familie: zij werden er onverschillig Verloo, Verloy, van Loo, van Loey, geheten. Vanaf de helft van de 18e eeuw treft men een groot getal van hun afstammetingen aan in het naburige dorp Bevel, waar ze meestal van Looy genoemd werden. Nakomelingen van deze laatsten, in de late jaren van de 1ge eeuw in het Antwerpse beland, dragen steeds de naam van Looy. De familienaam van Looy, een vervorming van de oorspronkelijke namen Verloo, verloy, van Loo, van Loey, werd afgeleid van het woord lo = loo, waarmede men een bosachtige buurt, een plaatsnaam aanduidt. Het gebeurde inderdaad in vroegere tijden vaak, voornamelijk op het platteland, dat bewoners van een bepaalde buurt steeds met de naam van die buurt aangesproken werden; dat bij voor,beeld zij die op een lo–loo gevestigd waren in de gewone omgang steeds Verloo, Verloy, van Loo of van Loey geheten werden, en dat deze bij verloop van tijd hun bij- of toenaam tot hun geslachtsnaam aanvaard en aan hun kinderen en nakomelingen overgedragen hebben. Zeer waarschijnlijk zijn er op die manier meerdere geslachten Verloo -van Looy ontstaan, die wellicht geenszins met elkaar verwant zijn, vermits er in menige dorpen een buurt lo-loo genaamd bestond. Wij hebben in onze opsporingen ons hoofdzakelijk bekommerd met de leden behorende tot de rechte lijn van de familie van Looy. Wie in de ene of andere zijtak of in een andere tak van het geslacht belang stelt en verlangt inlichtingen te bekomen mag, zo heeft hij ons toevertrouwd, zich wenden tot E. Broeder Livinus, Leo van Loo, Sint-Gabrielinstituut te Boechout, die een studie over al de families van Loo – van Looy uit de Antwerpse gouw voorbereidt.
GENEALOGISCHE SCHETS De vroegst door ons bekende voorzaat van de familie, en die we vooralsnog als de stamvader van de familie beschouwen, is
I. JAN VERLOO LAUREYSSONE Naar schatting moet hij circa 1565 geboren zijn. Hij heeft Catharina Deens gehuwd; wanneer precies weten we niet. We vermoeden echter rond 1590. Uit dit huwelijk zijn volgende kinderen gesproten: 1. Adrianus, die op 15 juli 1614 Petronella Loemelen, ook van Lommelen genaamd, huwde, in aanwezigheid van zijn vader en van Jan Bruynseels, als getuige van de bruid. Van dit echtpaar zijn ons twee kinderen bekend, nl. Magdalena en Adrianus, resp. op 4 september 1629 en op 17 april 1638 gedoopt. 2. Barbara, op 5 januari 1617 deed zij ondertrouw met Gommaer Luijmen, in tegenwoordigheid van haar vader en van Adriaen Merttens; hun huwelijk werd op 24 januari ingezegend. 3. Wouter, hij huwde op 9 februari 1621 Ida Tops en had zijn broeder Adriaen als getuige. Het echtpaar zou een dochter hebben gehad, Catharina genaamd, die op 5 januari 1621 te Herenthout gedoopt werd en vermoedelijk op 28 april 1662 met Petrus van Thielen huwde. 4. Laureys, het vierde kind huwde met Geertruyt van Thielen. Over hem geven we meer inlichtingen in par. II. Jan Verloo Laureysse was, zoals trouwens de meeste bewoners van zijn tijd landbouwer, en in de «Settinge ordinaris van t'shertogen bede voor de termijn van Bamisse Kerstmisse anno 1600 en half Meert van Sint Jansmisse Anno 1601» wordt hij getaxeerd voor zijn «bedrijff ende hoeve tsamen VIII gulden». In hetzelfde jaar bestond zijn gezin uit zes belastbare personen (1). Jan Verloo Laureysse was in 1604 ontfanger van de settinge van de compositien van de Confisquentie van Bergen opden Zoom. Uit de staat en inventaris opgemaakt na het overlijden van wijlen Heer en Mr Gommer van den Bleeck, in zijn leven pastoor van Sint-Pieterskerk te Herenthout, blijkt dat Jan Verloo Laureyssone en Cateleyn Deens, zijn vrouw, aan het sterfhuis een rente verschuldigd was en van vijf gulden 's jaars (2). Na het overlijden op 31 december 1629 van Sebastiaen van Thielen hebben Jan Verloo Laureyssone en Jan van Thielen de functies van wettige voogden over diens twee minderjarige kinderen waargenomen en op 17 januari 1630 de vereiste eed afgelegd; Jan heeft die functie tot op
2 juli 1632, datum waarop hijzelf in de Heer ontslapen is, waargenomen (3). Zijn vrouw Catheleyn Deens heeft hem tot 18 februari 1635 overleefd.
II. LAUREYS VERLOO Een der vier kinderen van Jan Verloo Laureyssone en van Catheleyn Deens, die naar we kunnen schatten rond 1590 geboren werd, is op 25 juli 1623 te Herenthout in het huwelijk getreden met Geertruyt van Thielen, dochter van Sebastiaen van Thielen en van Magdalena Verschueren; zij was ongetwijfeld familielid van haar aanstaande man, vermits het huwelijk werd ingezegend met dispensatie van de Paus en toestemming van de bisschop van Antwerpen; Willem Brants en Jan van Thielen, de laatste vermoedelijk de broer van de bruid, traden op als getuigen. Ook Laureys Verloo was landbouwer, en tijdens het voogdijschap van zijn vader over de twee minderjarige kinderen van wijlen Sebastiaen van Thielen heeft Laureys dezen - die resp. zijn schoonzuster en zijn schoonbroeder waren - een tijdje bij hem ingenomen en onderhouden. Magdalena van Thielen, -voor-niet -, in ruil van het werk dat zij bij hem verrichtte, en Adriaen tegen betaling van 3 st. per dag voor de mondcosten, zijnde voor 8 maanden te zamen 24 gulden (4). In het dienstjaar 1639, werd Laureys Verloo belast met 6 gulden, nl. voor «een roockgat en een ploeg» (5). Laureys Verloo en Geertruyt van Thielen hebben minstens elf kinderen gehad. Op 14 juni 1623 werd hun eerste boorling, Joannes Verloo genaamd, gedoopt. Op 14 april 1665 huwde deze Adriana Viskens, ook Visschers genaamd, van wie vijf kinderen geboren, vier zonen en een dochter, nl. Laurentius, Adrianus, Joannes, Petrus en Elisabeth, die allen te Herenthout gedoopt werden. Joannes Verloo is op 15 november 1683 te Herenthout overleden en Adriana Viskens, zijn vrouw, beeft hem op 13 januari 1686 in het graf gevolgd. Op 22 februari 1625, werd het echtpaar Laureys Verloo – Geertruyt van Thielen, gezegend met een tweeling, twee zonen, de ene Guilielmus en de andere Sebastianus genaamd, die ogenschijnlijk nog als kind overleden zijn; althans zeker Sebastianus, vermits hun volgende telg, ook een jongen, die op de 30e augustus 1626 geboren, andermaal Sebastianus genaamd werd. Over deze Sebastianus geven we meer inlichtingen onder III. Volgden daarop twee dochters: de ene Magdalena, gedoopt op 17 februari 1629; de andere Anna, op 12 oktober 1631 gedoopt, is op 26 april 1693, vermoedelijk als jonge dochter overleden. Het zevende kind, op 30 maart 1634 gedoopt, werd Adrianus genaamd. Van het achtste kind, dat op 14 februari 1636 over de doopvont werd gehouden, vermeldt het doopregister de naam niet; doch uit archiefteksten van latere datum is gebleken dat het Catharina werd genaamd. Deze heeft op 28 april 1662, ondertrouw gedaan met Petrus van Thielen is op 11 mei van hetzelfde jaar in het huwelijk getreden; zij be1 haar man een dochter geschonken, Anna genaamd. Na de geboorte van dit kindje is zij op 17 december 1663 gestorven. Het negende kind, Laureys genaamd, en op 23 februari 1637 gedoopt is vermoedelijk jong overleden. Petrus, het volgende kind, werd op 11 juli 1640 gedoopt. Guilielmus, het elfde kind, werd op 27 mei 1643 gedoopt en verloofde zich op 24 februari 1668 met Anna van Ende, Dilis dochter, trad op 15 april 1668 in de echt. Anna schonk haar man, bij ons weten drie kinderen, resp. Joannes (zou bij niet Anna Peeters gehuwd hebben?); Joanna, die op 25 juli 1691 Adriaen Koremans huwde en Margaretha genaamd. Deze laatste zou met Peeter Wouter Geerls, afkomstig van Nijlen in het huwelijk getreden zijn. Anna is in 1690 overleden. Wij menen dat Guilielmus haar tot 13 augustus 1700 overleefd beeft. Hun laatste boreling, Laurentius genaamd en op 1 augustus 1645, doopt, huwde op 21 juni 1676 Catharina Geerewaerts, die slechts twee zonen ter wereld bracht. De ene Petrus en de andere Joannes geheten. Laurentius is trouwens vroegtijdig overleden. Op 12 augustus 1679 werd hij op het kerkhof te Herenthout begraven en op 16 april 1681 verkocht de schout van Herenthout openhaar de door hem nagelaten goederen gemerckt hem niemant den voirse sterffhuyse is aendraegende (6). Laureys Verloo, vader, is op 5 juni 1662 en zijn vrouw Geertruyt van Thielen, op 2 januari 1670 te Herenthout overleden en begraven.
III. SEBASTIANUS VERLOO die in de gewone omgang steeds Bastiaen geheten werd, was de zoon van Laureys Verloo en van Geertruyt van Thielen, zoals we reeds vermeld hebben. Op zijn 31e jaar, dl. op de 10 april 1657, deed hij voor E.H. Beirens, pastoor van St.-Pietersparochie te Herenthout, ondertrouw met Maria van den
Eynde, die soms Maria van Eynde, en soms ook Maria van Ende genoemd werd; de 11e mei daarop volgende, trad in het huwelijk en had Guilielmus van Goubergen en Petrus Molenberghs, deze laatste de koster van de parochie, tot getuigen. Evenals zijn vader, was Bastiaen landbouwer; van de Paters Jezuïeten van Brussel had hij in pacht een hoeve met lande, schuere, stallinghen ende sijne toebehoirten met omtrent seven buynderen en een half saeylant, vier buynderen weyde en omtrent vier buynderen heyde, waarvan hij jaarlijks 240 gulden moest opbrengen en 12 gulden, als aandeel in de 20e penning, afdragen (7). In het cohier van de Schou en ploeghgelt over het jaar 1672 staat hij getaxeerd wegens twee schouwen en eenen oven (8). Bastiaen bewon dus een hoeve met 7 ½ bunder labeurland, d.i. tussen de 9 en 10 Ha; 4 bunder weide, d.i. 5 Ha en omtrent 4 bunder heide, d.i. ook 5 Ha of samen ongeveer 20 Ha, wat te zijner tijd en in Herenthout zeker al geen klein «gedoe» was, en hoewel dus geen kleine pachter verklaarde Bastiaen o.a. in een akte d.d. 21 februari 1691, niet te kunnen schrijven (9). Dit laat veronderstellen dat hij reeds vroeg de schoolbank verlaten heeft, en wellicht nog jong zijnde in vaders bedrijf werkzaam werd gesteld. Bastiaen was, zoals hiervoor gezegd, zelf wel pachter van de paters Jezuïeten, maar hij bezat een huisje met een half bunder land, dat hij mits drije verteler corens per jaar aan Peeter Berckeleers verhuurde (10). Maria van den Eynde heeft haar man acht kinderen geschonken, vier dochters en vier zonen. Die dochters waren: 1. Elisabeth op 16 maart 1658 gedoopt, huwde Jan Horemans op 31 december 1681. 2. Catharina op 12 maart 1662 gedoopt, is tweemaal gehuwd geweest, eerst met Hendrik Moens en vervolgens met Lenaert Dielen, van wie ze kinderen heeft gehad. 3. Maria, op 4 mei 1664 gedoopt, is vermoedelijk kort na haar geboorte overleden en althans vóór de geboorte van het volgende meisje ook. 4. Maria geheten, en op 10 mei gedoopt, was in 1707, d.i. na het overlijden van haar ouders, nog steeds ongehuwd. De vier zonen waren: 1. Petrus, op 26 januari 1660 gedoopt, huwde Maria Joanna Cluyts, ook Claets genaamd, van wie te Herenthout zes kinderen geboren werden t.w.: Maria, Anna, die Henricus Boderi huwde, geboortig van Olen; zij is op 30 april 1759 aldaar overleden; Guilielmus Elisabeth; Joannes en Maria. 2. Laurentius op 21 januari 1666 gedoopt, trad op 16 juli 1692 in de echt met Elisabeth van Castel, van wie zes kinderen ten doop werden gebracht, t.w.: Henricus, Simon, Catharina, Elisabetha, Joannes en Anna. Van Henricus is ons bekend dat hij te Zele heeft gewoond en geboerd, en dat hij Anna Koolvonders heeft gehuwd. 3. Carolus, op 21 februari 1670 gedoopt, moet jong overleden zijn vermits hij in 1707 niet meer in leven was. 4. Guilielmus, op 11 september 1671 gedoopt. Over hem vertellen we meer in paragr. IV. In 1690 werd Bastiaen tesamen met Geert Verbiest aangesteld tot «mombor» over de minderjarige kinderen van zijn overleden schoonzuster Anna van Eynde, Dilis' dochter, waarvan zijn broeder, Guilielmus, de vader was: op 10 januari 1691 hebben zij Rekening, Bewijs en Reliqua over hun administratie aan de schout en schepenen van Herenthout ingediend. Bastiaen is op 16 augustus 1693 overleden en zijn stoffelijk overschot werd op het kerkhof van Herenthout ter aarde besteld. Op 26 februari 1707 hebben Peeter Verloy Bastiaensse, handelend in eigen naam en als «mombor» over de minderjarige kinderen van zijn zuster Cathelijn, uit haar huwelijk met wijlen Hendrik Moens, Laurent Verloo, handelend ook voor zichzelf en als «mombor» over de weeskinderen van voornoemde Cathelijn, zijn zuster, uit haar tweede huwelijk, d.i. met wijlen Lenaert Dielen; Guilliam Verloo, Bastiaensse en Maria Verloy, jonge dochter, doch meerderjarig wezende, gecedeerd aan Jan horemans die Elisabeth Verloo, hun oudste zuster, in huwelijk had, al hun “actien en pretentien soo in haeff als erff bestaende de vs. sterffhuyse wijlen Bastiaen Verloy toucherende” mits de in de akte vermelde conditiën (11), die er op wijzen dat Bastiaens' nalatenschap niet erg schitterend was.
IV. GUILIELMUS VERLOO werd op 11 september 1671 in het doopregister van Herenthout ingeschreven als zoon van Sebastianus van Loey en van Maria van Eynde, en zou dus Verloey moeten geheten worden; maar toen hij op 24 november 1697, d.i. op zijn 24e jaar, met de 18-jarige Joanna Horemans in het
huwelijk trad, noemde men hem Guilielmus Verloo. Zijn bruid, de dochter van Jan Horemans en van Maria Verwerft, die op 9 november 1679, ook te Herenthout geboren was, bracht zeven kinderen ter wereld, nl. één dochter: Anna Catharina, op 10 augustus 1713 gedoopt; en zes zonen : 1. Petrus, op 6 juni 1700 gedoopt, is vermoedelijk zeer jong gestorven; 2. Joannes, over wie meer onder par. V.; 3. Gommarus, op 8 september 1704 gedoopt; 4. Petrus, die de naam van zijn vermoedelijk overleden broertje ontving, werd op 26 februari 1708 gedoopt, en is in het huwelijk getreden met Balbina Huysmans die op 17 maart 1715 te Vorselaar geboren werd. Deze Balbina, die men ook Barbara noemde, was de dochter van Jan Huysmans en van Catharina van Tilborgh. Petrus is in het dorp van zijn vrouw gaan wonen. Het echtpaar heeft er elf kinderen gehad, t.w.: Maria Theresia; Jan Baptist, die Anna Maria Peeters van Grobbendonk huwde, en op 14 oktober 1765 te Vorselaar overleden is; Henricus, een levenloos kind; Anna Elisabeth die Adriaen Gommaer Phila-Brijdebach, geboortig van Lier, heeft gehuwd; Anna Elisabeth Catharina, die de vrouw is geworden van Lambertus van Olmen; Petrus, gehuwd met Anna Maria Begoos, geboortig van Grobbendonk; Jan Frans, gehuwd met Elisabeth Danis; Martinus, die Anna Catharina Sips heeft gehuwd; Michaël en Maria-Magdalena. Hun ouders zijn ook te Vorselaar overleden, Balbina Huysmans, de moeder Van Looy, op 14 februari 1782 en Petrus Vanloo, de vader, op 26 november 1790. 5. Guilielmus, het vijfde kind, werd op 25 december 1711 gedoopt en is vermoedelijk op 6 december 1728 overleden. 6. Joannes Baptista, op 13 januari 1717 te Herenthout gedoopt, is met Catharina Haembouts gehuwd en is op heet gehucht Oosterhoven gaan «boeren». Guilielmus behoorde evenals zijn vader tot de landbouwersstand. Op 6 maart 1718, verloor Guilielmus zijn vrouw, die hij nog op de 19e van dezelfde maand in de eeuwigheid volgde. In zijn overlijdensakte noemde men hem Guilielmus Verloy. Laureys Verlooy, zijn broeder, en Jan Horemans, zijn zwager, tot momboren aangesteld over de nagelaten nog minderjarige kinderen, verkochten op 24 der maand maart 1718, publiquelijck voor alle man, naer voorgaende kerckgebodt daertoe gedaen alle de haefflijke ende meubiliaire goederen die ter voorsch. sterffhuyse bevonden werden, en dezelfde dag bekende Joannes Horemans voormeld onder zijn handtekening te hebben ontfangen uyt handen van der secretaris de somme van de gereede penningen, d.w.z. de zuivere opbrengst van de verkochte meubelen en voorwerpen (12).
V. JOANNES VERLOO zoon van Guilielmus Verloo en van Joanna Horemans, die op 7 augustus 1701 geboren was, huwde, toen hij 23 jaar was, op 28 januari 1724, als Joannes Verloy, de drie jaar oudere Catharina Kaeyens, die ook te Herenthout woonde, doch op 1 september 1698 te Itegem geboren was als dochter van Joannes Caeyens en van Elisabeth Bauwens. Deze Catharina wordt in het archief, dan eens Kaeyens, dan Caïens, dan weer Keuens, dan Cuyens en soms ook Kuys geheten. Het echtpaar is te Herenthout op Heyblom blijven wonen. In de pertinenten ende individuelen leeste ende cohier van het oprecht getal, qualitayt ende conditie van d'Ingesetenen des Dorps van Herenthout, soo mans, vrouwen als Domesticken ende kinderen midtsgaeders van alle de peerden, ploeghen beesten ende haertsteden der schouwen ovens ende fornijsen, opgemaakt ten jare 1747 wordt het gezin volgenderwijze vermeld : • Jan van Loey, heyblom, brouwer en pachter out 48 jaeren. • Catharina Cuyens, zijne huysvrou out 50. • Jan francus hunnen sone out 16. • Catharina van Dijck, haer (behoude) dochter 23 out. • Marianne haere dochter out 13. • Michiel van Sande knecht out 21 • Jan Horemans, knecht out 19. • 2 peerden, 1 ploegh, 4 koeyen, 1 runt, 1 kalf, 2 haertsteden (13).
Jan Verloo was eveneens landbouwer, en gelijk vele boeren, die over de nodige plaatsruimte en installaties beschikten, oefende hij ook de brouwersstiel uit. Uit zijn huwelijk met Catharina Cuyens, zijn volgens het parochieregister van Herenthout zeven kinderen gesproten: 1. Adrianus, op 23 november 1725 gedoopt, over wie meer In par. VI ; 2. Guilielmus, op 25 september 1727 gedoopt, is op 6 december 1727, als kind van 2 ½ maand overleden; 3. Maria Anna, op 8 oktober 1729 gedoopt, is op 9 april 1731, anderhalf jaar na haar geboorte, gestorven; 4. Franciscus, die op 17 september 1731 gedoopt werd, wordt in de hiervoren leeste en cohier geciteerd als Jan francus, en 16 jaar oud zijnde; 5. Het vijfde kind, andermaal Maria Anna genaamd, en op 2 mei 1734 gedoopt, wordt eveneens in de hiervoren vermelde leest en cohier vernoemd. Zij huwde op 13 december 1759 te Noorderwijk een naamgenoot, nl. Adriaen Frans van Looy, die op 21 juli 1730 te Wiekevorst geboren was; 6. Petrus Franciscus, die op 6 augustus 1736 werd gedoopt, overleed op 4 september daaropvolgend; 7. Petrus Joannes, op 18 juni 1738 gedoopt, was 6 ½ jaar toen hij op 29 december 1744 stierf. Jan Verloo heeft zijn vrouw op 22 januari 1754 verloren; enige jaren nadien heeft hij zich uit het boerenbedrijf teruggetrokken en zijn graangewassen, zijn huisraad en zijn landbouwgereedschap achtereenvolgens in openbare veiling verkocht: de graangewassen in der gehuchte van de hachtmans heyde te velde staende, op 4 juli 1759, leverde bruto 391 g. 10 stuiv. op; de boekwei, op 28 augustus onder de hamer gebracht, werd voor 66 gulden 6 stuivers verkocht, en de mobiliaire effecten, huysraet die hij op 3 mei 1759 en 4 maart 1760 te koop stelde, brachten resp. 496 guld. 5 stuivers 2 oorden, en 171 gulden en 1 oord op. De 7 koeien, het paard, het kalf, die hij op de eerst voormelde koopdag liet oproepen, golden resp. 248 guld. 55 guld. en 5 gulden en 12 stuivers, terwijl de 2 koeien die hij op de tweede verkoopdag te koop stelde, voor tesamen 73 guld. 10 stuivers toegewezen werden (14). De nog te velde staande granen en de meubelen die hij op 9 juli 1760 openhaar liet verkopen, brachten hem 275 guld. 10 stuivers op, zodat de gehele opbrengst van de verkopen niet minder dan 1400 guld. 11 stuivers en 3 oorden beliep, wat getuigt dat Jan geen geldzorgen kende (15). Toen hij op zijn «renten» is gaan leven, verpachtte hij zijn boerderij met de daarbij horende landbouwgronden, weiden en heiden aan A.F. van Loey, griffier van Herenthout. In het jaar 1767 werd Jan wegens zijn bezittingen te Herenthout met 23 gulden 19 stuivers 2 oorden en 9 myten “in de Coninck bede” belast (16). Hij is op 24 februari 1775 in de Heer ontslapen. Hij heeft dus zijn vrouw éénentwintig jaar mogen overleven. In het overlijdensregister staat hij verme1d onder de naam Joannes Van Loo.
VI. ADRIANUS VERLOO Op 23 november 1725 te Herenthout gedoopt, werd in het parochieregister ingeschreven als wettige zoon van Joannes Verhoey en van Catharina Caïens. Op 3 februari 1747, huwde hij, als Adrianus van Loey, Elisabeth, de dochter van Joannes van Deuren en van Anna Brabants, die op 15 juni 1726 ook te Herenthout geboren was. Na zijn huwelijk is Jan enkele jaren te Herenthout blijven wonen en aanvankelijk had hij een Meysse van 12 jaar in zijn dienst; hij had 2 koeien, 1 rund en een kalf op stal en werd voor één haertstede belast (17). Tijdens hun verblijf te Herenthout, bracht Adrianus' vrouw, vier kinderen ter wereld: 1. tot 4. Maria Catharina, Petrus Nicasius, Anna en Maria Anna Elisabeth, die resp. op 18 maart 1747, op 14 december 1748, op 11 maart 1753 en 17 februari 1755 ter plaatse gedoopt werden. Petrus Nicasius heeft Anna Maria De Winter, op 20 juli 1750 te Kessel geboren, gehuwd. Na de geboorte van het vierde kind, is Adriaen met zijn gezin naar het naburige dorp Bevel verhuisd, waar hem nog vijf telgen geboren werden, t.w.: 5. Joanna Christina, op 13 februari 1757 gedoopt, is de vrouw geworden van Jan Baptist Verheyen, afkomstig van Noorderwijk; 6. Guilielmus, die op 23 februari 1759 gedoopt werd, heeft Joanna Verhelst, te Herenthout op 1 juli 1790 gehuwd. Hij is aldaar gaan wonen en heeft er bij ons weten 3 kinderen laten dopen,
t.w. Frans, Anna Elisabeth en Adrianus, resp. op 18 april 1790, 17 september 1792 en 1 juni 1796. 7. Maria Cornelia, op 12 november 1760 gedoopt, huwde op 16 september 1783 te Olen de aldaar op 24 december 1759 geboren Henricus Verherstraeten, die broodbakker was. Maria Cornelia overleed op 25 febr. 1837 te Bevel. Zij was 78 jaar. Haar man, die zich kort daarna te Herenthout vestigde, is er in 1838 overleden. 8. Adrianus Franciscus het achtste kind, werd op 6 juni 1764 gedoopt; 9. Joannes Franciscus op 8 mei 1767 gedoopt. Zie onder VII. De vader van voornoemde kinderen, die op 16 maart 1778 te Bevel ter ziele is gegaan, werd in het overlijdensregister onder de naam Adrianus van Loo genoteerd. Elisabeth van Deuren, Adrianus vrouw, is op 14 april 1779 te Bevel hertrouwd met Christianus van Bees, afkomstig van Lager Mierde in Noord Brabant, die te Kessel woonde. Zij is op 15 mei 1780 in de Heer ontslapen.
VII. JOANNES FRANCISCUS VAN LOOY werd in de doopregister van Bevel, onder datum van 8 mei 1767, ingeschreven als zoon van Adrianus van Loo, ex Herenthout, Sti Petri en van Elisabeth van Deuren, ex Herenthout, Sti Gommard, doch toen hij op 30 juni 1796 met Joanna Elisabetha Haverals, de op 27 oktober 1767 te Bevel geboren dochter van Joannes Haverals en van Anna Elisabeth van den Bulck, deze laatste afkomstig van Nijlen, in de echt trad, werd hij in het parochieregister Joannes Franciscus Van Looy genoemd; zijn broer Franciscus, die de inzegening van het huwelijk als getuige bijwoonde werd eveneens Van Looy genaamd. Van dit tijdstip af heeft deze familie waaraan we deze verhandeling wijden zich steeds Van Looy geheten. Uit zijn huwelijk met Joanna Elisabeth Haverals zijn ten minste tien kinderen geboren, t.w.: 1. Theresia, die op 14 januari 1797 nog steeds in het parochieregister van Bevel ingeschreven werd; 2. Joanna, waarvan de geboorte in hetzelfde register in dato 21 september 1797 genoteerd werd, doch waarvan het overlijden in het pas in gebruik genomen register van de burgerlijke stand, op 30 pluviose jaar IX (19 februari 1801), opgetekend werd; 3. Joannes Baptista, op 16 augustus 1798 geboren, is op 4 september daaropvolgend overleden; 4. Het volgende kind, eveneens Joannes Baptista genaamd, is op 30 januari 1800 ter wereld gekomen, doch werd, wegens de troebele tijden, die toen in de Kempen heersten, niet bij de burgerlijke stand aangegeven, zoals de Franse wetgeving het vereiste. Dit verzuim, wellicht ingegeven door patriottische redenen, had als onvermoed gevolg dat Jan Baptiste zonder wettelijk bestaan was en om zijn toestand te regulariseren, moest hij bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van zijn arrondissement Mechelen, verlof verkrijgen om zijn geboorte in het register van de burgerlijke stand van Bevel in te schrijven. Het is ingevolge het vonnis van voormelde rechtbank gewezen op verzoek van zijn vader, Joannes Franciscus van Looy, die toen 72 jaar oud was, dat de inschrijving is geschied op 12 juni 1839. Op 12 januari 1845 huwde Jan Baptiste van Looy, Maria Theresia Vleugels, de te Bevel geboren dochter van wijlen Guilliam Vleugels en van Anna Elisabeth Lemmen. 5. Adrianus, op 11 juli 1801 geboren, is reeds op 21 mei 1804 overleden; 6. Het zesde kind Pierre genaamd, werd op 27 Ventose van het jaar XI (19 maart 1803) geboren; hij huwde op 10 februari 1841 Rosa Lauwereys, dienstmeisje, de op 25 juli 1815 te Wiekevorst geboren dochter van Franciscus Lauwereys en van Joanna Verhaegen; 7. Catharina, op 22 Ventose jaar XIII ( 13 maart 1805) geboren, huwde op 29 mei 1835, Jan Baptiste Verpoorten, geboortig van Nijlen en te Bevel wonende; hij was de zoon van Petrus Verpoorten en van wijlen Marie van Isschoven. Weduwe geworden van Jan Baptiste Verpoorten, hertrouwde Catharina op 31 december 1852, met Jan Baptiste Geys, blokmaker, wonende te Pulderbosch, waar zij als meisje in dienst was. 8. Over het achtste kind Franciscus, op 15 december 1806 geboren, volgen nadere inlichtingen in par. VIII.; 9. Josephus, op 16 oktober 1809 geboren; en 10. Jan, wiens geboortedatum ons onbekend is, overleed op 14 juli 1810. Jan Franciscus van Looy, hoofd van het gezin, verloor zijn vrouw op 10 november 1811. Zij was slechts in haar 44e levensjaar; hij overleefde haar ettelijke jaren en nam tijdens zijn weduwnaarschap zijn intrek bij zijn oudste in leven zijnde zoon, nl. Jan Baptista, aan wie hij trouwens zijn
landbouwersbedrijf, op het Hilleburgse einde gelegen, had afgestaan. Hij heeft een hoge ouderdom bereikt. Op 31 januari 1850, hij was toen 82, is hij in de Heer ontslapen.
VIII. FRANCISCUS VAN LOOY op een na de jongste van de kinderen van Jan Franciscus van Looy en van Joanna Haverals, heeft zoals we in vorig paragraaf aanhalen, op 15 december 1806 te Bevel het levenslicht aanschouwd. Voor zover we ingelicht zijn, is hij de eerste der familie die het boerenbedrijf vaarwel heeft gezegd; hij werd metselaarsknecht; op 37 jarige leeftijd, 23 oktober 1843, huwde hij de 12 jaar jongere Bernardine Lauwereys, de zuster van Rosa Lauwereys, met wie, zoals voornoemd, zijn oudere broeder Pierre gehuwd was. Het echtpaar heeft een drietal jaren te Bevel gewoond, waar Bernardine twee kinderen baarde, nl. Joanna, op 11 augustus 1844, en Ludovicus op 16 april 1846. Op 13 augustus 1846, nam Franciscus, van Mej. Anna Catharina Vekemans, weduwe van Adrianus Franciscus Wouters, landbouwster en bierbrouwster wonende te Lier, de herberg Belgrade genaamd in huur met het daarbij horende land, samen 1 ha 13 a 85 ca groot, te Kessel gestaan en gelegen in de Putting tegen de steenweg naar Nijlen voor een termijn van zes jaar tegen 163 fr. 26 cent. per jaar, met de bepaling dat beide partijen het recht voorbehielden na het derde jaar een einde aan het huurceel te stellen, mits de andere partij zes maanden te voren daarvan bericht te geven. Op 21 januari 1849, liet de eigenaarster de voormelde huur, per deurwaardersexploot opzeggen, waardoor Franciscus van Looy terug naar Bevel ging wonen. Te Kessel werd zijn gezin met een zoon, Joannes Baptista en een dochter Theresia Livina vergroot, die resp. op 5 december 1849 en op 6 november 1852 gedoopt werden. Na zijn terugkomst te Bevel, is aldaar hem nog een vijfde kind geboren, dat Constantinus genaamd werd en over wie we meer vertellen in par. IX. Op 't laatst woonde Franciscus van Looy op de Heikant nr. 49 en is aldaar op 23 december 1861 gestorven.
IX. CONSTANTINUS VAN LOOY werd op 23 april 1856 en zoals voornoemd, te Bevel geboren. Na de schooljaren deed hij dienst bij de Belgische Spoorwegen en kreeg Antwerpen tot standplaats. Op 5 februari 1881, hij woonde toen in de Brugstraat nr. 10, huwde hij Philomena Braems, die in de Dambruggestraat nr. 113 gehuisvest was; deze was op 18 ju1i 1853 te Beersel geboren als dochter van Joannes Braems en van Joanna Lenaerts. Ongetwijfeld ingevolge zijn werkvoorwaarden bij de Spoorwegen, is Constantinus menigmaal verhuisd. Philomena, een zwaarwichtige vrouw, zowel figuurlijk als lichamelijk, zij woog ruim 270 pond, heeft tijdens haar huwelijk met Constantinus van Looy niet minder dan elf kinderen voortgebracht en, wat wel als een zeldzaamheid mag vermeld worden, van de 11 kinderen waren slechts 2 dochters, van wie er ene zeer jong gestorven is; en 9 zonen die alle flink opgegroeid zijn en op hun beurt een gezin gesticht hebben. De overlevende dochter, Josephina Bernardina, te Antwerpen geboren op 5 juni 1884, is met Julien Henricus Petrus Gheysens gehuwd en op 12 maart 1927 te Kapellen overleden. De negen zonen waren : 1. Petrus Henricus, op 22 juli 1881 te Antwerpen geboren. Vond gelijk zijn vader ook zijn loopbaan bij de Belgische Spoorwegen, woonde te Kapellen, en is er op 25 september 1901 met Regina Janssen getrouwd. Het echtpaar heeft een dochter gehad, Maria Theresia geheten, die de vrouw is geworden van Georgius Augustinus Cornelissen. Petrus is op 2 november 1955 en zijn vrouw op 11 april 1959 te Kapellen overleden. 2. Fredericus Constantinus, te Borgerhout op 14 oktober 1882 geboren, heeft de voetstappen van zijn vader en zijn oudere broeder gevolgd en is ook in dienst getreden bij de Belgische Spoorwegen. Op 7 februari 1903, huwde hij te Antwerpen Maria Nuyts, kleermaakster. Over hem volgen meer inlichtingen onder X. 3. Robertus Franciscus, werd te Antwerpen In de Lange van Bloerstraat 103, op 20 augustus 1885 geboren; hij huwde op 20 juli 1913, te Borgerhout, Hortensia Josephina Lathouwers, op 22 augustus 1892 te LilIo geboren, dochter van Franciscus Lathouwers en van Maria Theresia Janssens. Hun zoon Marcel Petrus Georgius, die op 13 apri1 1926 te Kapellen het levenslicht aanschouwde, is op 6 september 1949 te Antwerpen In de echt getreden met Alice Pieter Adelaïde van den Bulck, naaister.
4. Stephanus Julius, op 22 januari 1887, ook te Antwerpen geboren; onder de eerste wereldoorlog is hij met Hendrika Aldegonda Maria Sikkema In het huwelijk getreden, van wie 3 kinderen: a) Maria Philomena Constantia, op 1 april 1917 te Roosendaal geboren en op 13 mei 1939 te Kapellen gehuwd met Ludovicus Joannes Franciscus Plompen. b) Maria Clementina, op 10 november 1919 te Antwerpen geboren; zij huwde op 28 november 1942, te Kapellen, Alfons Sijmons, slagersknecht; en c) Lucienne Hortense Robert, op 3 november 1922 ook te Antwerpen geboren; op 8 maart 1941, huwde zij te Kapellen Albert Gerard Beye, mecanicien. In de omgang werd Stephanus Julius steeds Julius genaamd, hij is op 29 mei 1949, te Kapellen in de Heer ontslapen. 5. Emilius, op 13 oogst 1888 te Ekeren geboren, huwde Maria Boerjan, was kleermaker van beroep en is, naar ons werd verteld, naar Tongeren uitgeweken. 6. Ludovicus Isidorus, op 4 april 1890 te Ekeren geboren, werd eveneens kleermaker en is op 23 mei 1914 te Borgerhout gehuwd met Catharina Joanna Claes; in oktober 1914, vóór de beschieting van de stad door de Duitsers, is het echtpaar naar Engeland gevlucht, waar hun te Huddersfield, op 4 mei 1916 een dochter geboren werd, die op 8 mei 1937 Albert Josse van der Linden heeft gehuwd. Hun tweede ons bekend kind, Joanus Carolus Constantinus, die op 26 mei 1923 te Brasschaat het levenslicht aanschouwde, werd kleermaker en heeft op 12 augustus 1950 te Antwerpen, Maria Louiza van Geffelen gehuwd. Ludovicus Isidorus van Looy is op 8 juli 1964, te Borgerhout overleden. 7. Leopoldus Edmondus, te Ekeren op 23 oogst 1891 geboren, is onder de eerste Wereldoorlog in de echt getreden met Carolina Brown geboortig van St. Mary in Engeland. Uit dit huwelijk zouden de volgende kinderen gesproten zijn : a) Felicie, te Londen geboren, huwde Frans Soudyn; b) Josephina; c) Marie, huwde resp. Willy van Hoof en Albert Staal; d) Hortensia, op 25 augustus 1924 te Kapellen geboren; e) Constant Frederik, op 26 juni 1927, te Antwerpen geboren huwde te Hoevenen, op 3 mei 1953 Gilberte Joanna van Dunmegen, geboortig van Merksem; f) Jules Joannes, op 13 augustus 1929 te Kapellen geboren, huwde juffrouw van Herck; g) Robertus Henricus, op 17 januari 1938 ook te Kapellen geboren, huwde op 24 juli 1957, te Brasschaat Rosa Marie-Jose Dons; h) Helena Philomena, op 8 maart 1934 steeds te Kapellen geboren, is volgens opgave van de familie met Martin Stroybants getrouwd. Leopoldus Edmondus, vader van Looy, was schrijnwerker en is op 1 september 1956 te Kapellen overleden. 8. Leo, op 29 april 1896 te Ekeren geboren, is in staatsdienst gekomen, en op 25 september 1920 te Kapellen getrouwd met Theresia Isabella Commissaris. Het echtpaar heeft, bij ons weten, slechts een dochter gehad, Lucienne Hendrika, op 20 september 1921 te Kapellen geboren. Op 11 juni 1949 heeft ze Petrus Joannes Daemen, van Nederlandse afkomst gehuwd. Leo is op 1 maart 1966 te Kapellen overleden. 9. Augustinus, de negende en jongste zoon van het gezin, is op 11 september 1898, ook te Ekeren geboren; hij was schilder en op 3 oktober 1925 trad hij te Kapellen in de echt met Carolina Charlotta Simons, ook geboortig van Ekeren. Constantinus, vader van Looy, was nog steeds in dienst bij de Spoorwegen en woonde in de Kwekerijstraat te Borgerhout wanneer hij op 2 september 1913 in de Heer ontslapen is; zijn vrouw, die na zijn overlijden bij haar oudste zoon te Kapellen inwoonde, is aldaar op 6 januari 1932 overleden.
X. FREDERICUS CONSTANTINUS VAN LOOY Hij was de tweede zoon van Constantinus van Looy en van Philomena Braems; zoals reeds vermeld, werd hij op 14 oktober 1882 te Borgerhout geboren, en is hij ook in dienst getreden bij de Belgische Spoorwegen. Op 7 februari 1903 huwde hij te Antwerpen Maria Nuyts, kleermaakster, op 14 december 1883, aldaar geboren en wonende in de Vestingstraat; zij was de toen nog minderjarige
dochter van Jacobus Nuyts, koetsier en van Maria Knops. Het echtpaar werd eveneens met een talrijke kroost gezegend ; het heeft elf kinderen gehad; zeven dochters en vier zonen: 1. Gabriella Theresia Constantia op 27 februari 1903, te Antwerpen geboren, en op 13 oktober 1923 getrouwd met Alfons Marie van den Broeck; 2. Germaine Jacqueline Philomene, op 16 juni 1904, te Borgerhout geboren, doch twee maanden later op 29 augustus 1904 overleden; 3. Julia Germaine Henriette, op 10 juli 1907 te Antwerpen geboren en op haar 28e jaar op 4 juni 1935, als jonge dochter overleden; 4. Robert Eugeen Frederik, op 20 oktober 1908 te Antwerpen geboren en op 14 juli 1909 te Borgerhout gestorven. 5. Josephina Julia Jacqueline, kwam op 19 september 1910 te Borgerhout ter wereld en huwde op 10 augustus 1935 Marcel Jacques Rosalie Neirinck, bediende, zoon van Josephus Hubertus Neirinck en van Julia Nuyts. Hij werd op 25 april 1910 te Antwerpen geboren en woonde tijdens zijn huwelijk te Borgerhout. Josephine Julia Jacqueline is een van de talrijke slachtoffers van de «vliegende bommen» die op 16 december 1944 Cinema Rex vernielde, waar zij samen met haar dochtertje, dat ook om het leven is gekomen, een vertoning bijwoonde. 6. Jacobus Renatus Fredericus, op 28 oktober 1911 te Borgerhout geboren, is op 28 januari 1912 overleden; 7. Robertus Fredericus Julianus, op 18 juni 1913 eveneens te Borgerhout geboren, was fabrieksarbeider en woonde steeds in zijn geboortedorp toen hij, op 17 augustus 1935 te Schoten in de echt is getreden met Florence Cornelia Naumann, naaister, aldaar gehuisvest, doch op 26 april 1917 te Dordrecht, in Nederland, geboren als dochter van Hendrik Willem Naumann en van Maria Hendrickx. 8. Constance Josephina Maria, tijdens de eerste Wereldoorlog, toen haar ouders te Rotterdam verbleven, op 23 juni 1915 geboren en er op 18 april 1916 ook overleden; 9. Leopold Albert Fredericus, ook te Rotterdam geboren, volgt onder par. XI; 10. Charlotte Regina Bertha, het derde kind dat te Rotterdam geboren werd, zag er het levenslicht op 22 januari 1919, en heeft slechts enkele dagen geleefd: het is op 14 februari overleden; 11. Joanna Josepha, het elfde en laatste kind van het gezin, werd op 10 februari 1920 te Borgerhout geboren, doch overleed er reeds op 22 maart daaropvolgende. Fredericus Constantinus van Looy, de vader, is op 54-jarige leeftijd, op 2 juli 1936, gestorven en zijn vrouw heeft hem tot 13 maart 1951 overleefd; zij woonde in de Guldenvliesstraat 99 en was in haar 68e jaar toen ze in de Heer ontslapen is.
XI. LEOPOLD ALBERT FREDERICUS VAN LOOY Zoals we reeds aanstipten is hij op 27 juni 1916, tijdens de eerste Wereldoorlog te Rotterdam geboren. Nadat hij met zijn ouders naar hier teruggekeerd was, heeft hij tot zijn 14e jaar te Borgerhout naar school gegaan, waarna hij in de leer ging bij de boekbinderij J. Peeraarts, en er een tiental jaren werkzaam is geweest. Wanneer hij geschoold was, richtte hij in de kelder, bij zijn zuster, een klein atelier in en voerde er, na zijn werkuren, voor eigen rekening, kleine werkjes, «karweitjes», uit. In oktober 1940 verliet hij zijn patroon en begon resoluut een eigen zaak. In het begin was die uiteraard bescheiden, maar dank zij zijn bijzondere vakkennis en zijn ondernemingsgeest, wist hij die gestadig uit te breiden en van moderne installaties te voorzien. In 1959 kocht hij in de van den Hautelei te Deurne een pand van ongeveer 2500 vierkante meter, liet er ruime werkhuizen oprichten en heeft er zijn bedrijf ondergebracht, dat hij in de Prins Leopoldstraat te Borgerhout begonnen was. Rond hetzelfde tijdstip vormde hij de gehele installatie van zijn bedrijf in een naamloze vennootschap om, waarvan hij trouwens schier de enige aandeelhouder en steeds de bezieler en de verantwoordelijke leider is. Op 3 februari 1940 trad Leopold, te Borgerhout in de echt met Leonia Adela Augustina Schaevens, dochter van Frans Schaevens en van Augustina Bemardina Anna van Houten, die op 31 augustus 1919 te Borgerhout geboren was. Onder de laatste oorlog schonk zij, te Merksem, in de kraaminrichting van St.-Bartholomeuskliniek, het leven aan een zoon, Raoul Franciscus Maria Robertus geheten en over wie enkele inlichtingen volgen in par. XII. Leopold's vrouw is hem op 2 maart 1956 ontvallen. Op 3 januari 1963, is hij hertrouwd met Josephina Joanna Charlotte van den Dwey, dochter van Karel Lodewijk van den Dwey en van Elisabeth Maria
Joanna Diels; zij is op 28 januari 1940 te Borgerhout geboren en staat haar man gestadig ter zijde in het beheer van zijn bedrijf. Op 19 april 1966, is uit dit tweede huwelijk een dochter geboren, dat Noella Elisabeth Raoul genaamd werd.
XII. RAOUL FRANCIS MARIE ROBERT VAN LOOY de zoon uit het eerste huwe1ijk van Leopold Albert Fredericus van Looy, werd op 11 juni 1944, te Merksem geboren. Ter voorbereiding van de functies die in de familiezaak voor hem bestemd waren, volgde hij zes jaar cursussen op de Kunstdrukschool Onze-Lieve-Vrouw, vroegere benaming St.Lucasschool te Gent en heeft met succes het einddiploma A2 behaald. Na zijn legerdienst, heeft hij op 22 juli 1966 te Deurne, Constantia Greta Maria Mortelmans, regentes, gehuwd, dochter van wijlen Josephus Aloysius Petrus Mortelmans en van Maria Ludovica Verboven, handelaarster, en is thans actief in het bestuur van de boekbinderij. Sinds juli 1965 vervult hij het mandaat van beheerder.
NAWOORD De familie van Looy, die we in deze studie behandelen, behoort niet tot een patriciersgeslacht. Het is een gewoon landelijke landbouwersfamilie waarvan o.m. een der huidige leden zich heeft opgewerkt tot een tamelijk voornaam nijveraar. Diens onderneming, die werkgelegenheid verschaft aan een vijftigtal werknemers en werkneemsters, kan jaarlijks op een betrekkelijk belangrijk zakencijfer bogen: een bewijs dat ze in haar werkkring een gunstige naam geniet.
E. VANDEN BOSSCHE 21 juni 1967
NOTEN (1) RA. An1JWerpen, Herenthout, Bundel nr. 150. (2) RA. A. ibidem, nr. 198. (3) RA. A. ibidem, nr. 196. (4) RA. A. ibidem, nr. 196. (5) RA. A. ibidem, nr. 137. (6) RA. A. ibidem, nr. 192. (7) RA. A. ibidem, nr. 192. ( 8) RA. A. ibidem, nr. 138. (9) RA. A. ibidem, nr. 182. (10) RA. A. ibidem, nT. 192. ( 11) RA. A. ibidem, nr. 183. (12) RA. A. ibidem, nr. 195. (13) RA. A. ibidem, nr. 137. (14) RA. A. ibidem, nr. 195. ( 15) RA. A. ibidem, nr. 195. (16) RA. A. ibidem, nr. 151. (17) RA. A. ibidem, nr. 137.