REGHTBANK 's-GRAVENHAGE Sector bestuursrecht Nevenzittingsplaats Haarlem zaakmmuneK AWB 08 / 25993 uitspraak van de meervoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 6 april 2010 in de zaak van: i (naar eigen zeggen: alias: geborea op. 1992, dan wel 1979, van Soedanese, dan wel Nigeriaanse nationaliteit, eiser, gemachtigde: mr. W.M. Hompe, advocaat te Amsterdam, tegen: de minister van Justitie* voorheen de staatss«cretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde: mr, J.W. Kreumer, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te 's-Oravenhage, 1.
Procesverloop
1.1
Eiser heeft op 18 januari 2008 een aanvraag ingediend tot het verienen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Verweerder heeft de aanvraag bij besluit van 23 juni 2008 afgewezen en is ambtshalve geweigerd eiser in het bezit te stellen van een verblijfsvergimning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv)'. Eiser heeft tegen het besluit op 18 juli 2008 beroep ingesteld.
1.2
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.3
De openbare behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 18 januari 2010, Eiser is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemaehtigde. Verweerder is verfegenwoordigd door zijn gemaehtigde,
1.4
Het onderzoek is ter zitting met gesloten. Eisers gemaehtigde is in de gelegenheid gesteld de brief van verweerder van 11 maart 2009, gericht aan de werkgroep B9advocaten, te overleggen. Bij brief van 19 januari 2010 heeft de gemachtigde van eiser deze brief overgelegd, evenals kopieen van twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (luerna: Afdeling) van 15 januari 2010, Verweerders gemachtigde heeft op 2 februari 2010 telefonisch te kennen gegeven geen behoefte te hebben schriftelijk op deze brief te reageren. Hierna is het onderzoek, met toestemming van partijen zonder het houden van een nadere zitting, gesloten.
zaakmunmer: AWB 087 25993
2,
Overwegingea
2.1
In beroep toetst de rechtbank het bestreden faesluit aan de hand van de voorgedragen beroepsgronden op rechtmatigheid en ambtshalve aan voorschriften van openbare orde.
2.2
Een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd kan worden verleend op de in artikel 29 Vreemdelingenwet 2000 (Vw) genoemde gronden.
2.3
Ingevolge artikel 31 Vw wordt een aanvraag tot het verienen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op ornstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen. Bij de beoordeling worden de in artikel 31, tweede lid, Vw bedoelde ornstandigheden betrokken,
2.4
Ingevolge artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, Vw wordt bij het onderzoek naar de aanvraag mede betrokken de omstandigheid dat de vreemdeling ter staving van zijn aanvraag geen reis- of identiteitspapieren dan wel andere bescheiden kan overleggen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag, tenzij de vreemdeling aannemelyk kan maken dat het ontbreken van deze bescheiden niet aan hem is toe te rekenen.
2.5
Eiser heeft ter onderbouwing van zijn aanvraag het volgende aangevoerd. Eiser is afkomstig uit Darfur, Soedan, De ouders van eiser werden door rebellen vermoord toen hij twee jaar oud was. Eiser had op dat moment niemand meer, Hij werd in huis genornen door een vriend van zijn vader, ; die eiser aanduidt met master. Eiser moest altijd binnen blijven. Op een dag had: een gesprek met zijn vrouw. Toen eiser woeg waar ze het over hadden, zei master dat eiser groter was geworden en zelfstandig in een dorpje moest gaan wonen. Eiser wilde dit niet. • vertelde eiser dat hij zieh geen zorgen moest maken en gaf hem een aantal papieren. Ook kreeg hij een kaartje met een pasfoto van iemand anders, waarop master eisers pasfoto plakte. Eiser en master wandeiden naar een grate rivier, waar zij aan boord van een boot gingen.'. • besluurde die boot. Op een gegeven moment moest eiser uitstappen op een plaats waar veel auto's waren. Eiser is vervolgens door • meegenomen en aan boord van een vliegtuig gebracht. * vloog ook mee. Bij aankomst vertelde master eiser dat ze nu in het dorp waren aangekomen waar hij veilig zou zijn.
2.6
Verweerder heeft zich in het bestreden besluit, voor zover hier van belang en samengevat, op het volgende standpunt gesteld. Eiser heeft verwijtbaar geen documenten overgelegd ter staving van zijn identiteit, nationaliteit, relaas en reisroute. Er wordt geen enkel geloof gehecht aan de door eiser gestelde nationaliteit, identiteit en afkomst. Gelet hierop is er geen aanleiding eiser in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grand van artikel 29, eerste lid, Vw. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn medische situatie zodanig ernstig is, dat dit tot toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw noopt. Ten aanzien van het beroep op punt 20 van de preambule bij de richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als viuchteling of als persoon die anderszins intemationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (richtlijn 2004/83) en richtlijn 2004/83 zelf, wordt overwogen dat aan de hand van het
zaaknummer: AWB 08 / 25993
relaas van eiser niet de conclusie kan worden getrokken dat er sprake is van een ernstige en individuele bedreiging van zijn leven, Zijn asielrelaas is immers ongeloofwaardig geacht Eiser komt niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op onder de beperking 'verblijf als amv'. Gezien de twijfel omtrent de door eiser gestelde Soedanese nationaliteit en identiteit is een onderzoek naar adequate opvang in het land van herkomst met mogelijk. Dit komt voor rekening van eiser. 2,7
Eiser heeft hiertegen in beroep het volgende aangevoerd, Er zijn sterke aanwijzingen dat eiser het slachtoffer is geworden van mensenhandel. Eiser bevond zich in een kwetsbare positie, is afkomstig uit Nigeria, is op Schiphol achtergelaten door de smokkeiaar, vertoont verschijnselen van -een juju-behandeling en hem is beloofd dat hij naar een veilig land zou worden gebracht. Dit zijn kenmerken die te herleidea zijn tot de opsomming van kenmerken van mensenhandel van het College van Proeureurs van mei 2006. Uit een onderzoek naar Nigeriaanse mensenhandel komt onder meer naar voren dat het mensenhandelnetwerk een lange adem heeft, Vroeger of later worden de slachtoffers opgehaald ea verdwijnen ze. Eiser is na zijn eerste gehoor aangemerkt als risico-AMV. Eiser vertoonde psychotische versehijnselen, De vraag die zich aandient is, of eiser wel in staat is om consistent te verklaren in het nader gehoor. Nu eiser kennelijk vokloet aan het risicoprofiel van een vermeend slachtoffer van mensenhandel, dient hem een periode te worden gegund oni te 'deprogrammeren'. Er zijn wel argumenten op de persoon van eiser aangevoerd, namelijk de kenmerken van de doelgroep waartoe eiser behoort. Eiser heeft. inmiddels verteld, wat hem in werkelijkheid is overkomen. Het relaas van het nader gehoor is hem Ingegeven door master. Eiser komt in werkelijkheid uit Nigeria en behoorde tot een groep zwerfjongeren. Eiser werd gedwongen zich aan te shiiten bij een cult. Er ontstond een vechtpartij tussen eiser en een vriend en leden van de cult. De vriend van eiser werd daarbij in zijn been gesehoten. Eiser is gevlucht, maar wordt door de cult gezocht omdat hij getuige was van de scliietpartij. Eiser werd vervolgens gehoipen door master, een blanke man. Eiser heeft juju-rituelen ondergaan. Verweerder had nadere vragen moeten stellen met het oog op indicaties van mensenhandel. Eiser doet een beroep op richtlijn 2004/83 en verwijst daarbij met name naar punt 20 van de Preambule en de artikelen 6, 7 en 8 van deze richtiijn. Daarnaast verwijst eiser naar de UNHCR-guidelines van 7 april 2006 en de brief van verweerder aan de Tweede Kamer van 18 oktober 2007. Er dient met name onderzocht te worden, of eiser bij gedwongen terugkeer het risico loopt opnieuw geronseld te worden of represailles te ondervinden van de mensensmokkelaars. Het is niet redelijk het ontbreken van doeumenten aan eiser tegen te werpen, omdat hij zieh ten opzichte van de smokkeiaar in een dwangpositie bevond. Verweerder heeft nagelaten om een risico- en veiligheidsbeoordeling te maken inzake de risico's die eiser bij terugkeer zou kunnen iopen. Eiser doet een beroep op artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw, gelet op het feit dat hij het slachtoffer is geworden van rnensensraokkelaars. Eiser heeft verder niet toerekenbaar het onderzoek naar adequate opvang in het land van herkomst gefrustreerd. Verweerder heeft hem te weinig tijd geboden om los te komen van de mensensmokkelaars en het is zeer voorstelbaar dat hij daarom niet het zwijgen heeft durven doorbreken, Verwezen wordt naar een uitspraak van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 14 februari 2008 (geregistreerd onder numrner AWB 07 / 45116). Voorts wordt verwezen naar de brief van verweerder van 11 maart 2009, gericht aan de werkgroep B9-advocaten, over de taak van verweerder in de ketenbredepilot "Beschennde opvang".
zaaknumnier: AWB OS / 25993
De rechtbank overweegt als volgt, 2.8
De rechtbank stelt vast dat verweerder eiser als een risicojongere heeft aangemerkt en in de besloten opvang heeft geplaatst als bedoeld in de brief van verweerder aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 4 novernber 200S. In deze brief is, voor zover hier van belong, opgenomen dat per 1 januari 2008 de pilot "beschermde opvang" is gestart, waar amv's die (mogelijk) slachtoffer zijn of dreigen te worden van mensenhandel, beschermd worden opgevangen. In de pilot worden rnaatregelen getroffen ter bescherming van zogenoemde risico-amv's tegen mensenhandel en mensensmokkel. Bij aankomst op de luchthaven Sehiphol worden jongeren door de Koninklijke Marechaussee (hierna: de KMar) en de fmrnigratie- en Naturalisatiedienst (hiema: de IND) gescreend op signalen die wijzen op het risico op verdwijning dan wel uitbuiting en wordt op basis daarvan, onder verantwoordelijkheid van de voogdij-instelling Nidos, besloten of de amv voor de beseherrade opvang in aanmerking komt. De selectie gebeurt mede met behulp van zogenoerade risicoprofielen, die door de Mensensmokkel Infbrraatie Groep van de IND worden beheerd. Ook later in de asielprocedure kan Nidos besluiten tot plaatsing in de beschermde opvang. Om vermissing zoveel mogelijk te voorkomen staan de amv's, in ieder geval gedurende de eerste drie maanden dat zij in de beschermde opvang verbMjven, 24 uur per dag onder toezicht. De begeleiding van de amv's is gerieht op het vergroten van hun kennis, vaardigheden en weerbaarheid en het aanreiken van een alternatief toekomstperspectief. In dat verband worden zij nadrakkelijk voorgelicht over mensenhandel, uitbuiting en prostitutie. De pilot voorziet ook in een versnelde behandeling van de asieiaanvraag van amv's die tot de risicogroep behoren. Het streven is, aldus verweerder in voornoernde brief, om deze zaken binnen drie maanden af tehandelen.
2.9
Jh de door eiser overgelegde uitspraak van 15 januari 2010 in de zaak met nummer 200904260/1/V3 heeft de Afdeling, voor zover hier van belang, als volgt overwogen: 2.6.3. (...) "In de in het hoger-beroepschrift aangehaalde brief van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie aande Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal van 5 dscember 2006 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 27 062, nr. 56, p.3), wordt echter venneld dat gedurende het verblijf in de besloten opvang niet alleen kan worden getracht de minderjarige ervan te overtuigen dat het volgen van de aanwijzingen van de memenhandelaar of anderen. die hem tot zijn rets hebben aangezet, grate risico '$ kent, maar ook (beter) onderzoek kan worden verricht, onder meer naar de vraag ofbetrokkene in aanmerking komt voor een verbUjfsvergunning, In zoverre speelt het verblijf in de beschermde opvang dus wel degelijk een ml bij de beoordeling van de mogeUjke verblijfsaampraken van de vreemdeling.[..,] Aangezien in het geval van de, ten tijde van de behandeling van zijn asieiaanvraag minderjarige, vreemdeling aanwijzingen bestonden dat hij mogelijk slachtoffer was van mensenhandel, kon de staatssecretaris daaraan bij de behandeling van zijn asieiaanvraag niet zander meer voorbijgaan. Dit geldt te meer nu de siaatssecretaris zich, gezien de invoering en opzet van de pilot "beschermde opvang", bewust is van de grote invloed die mensensmokkelaars op amv's kunnen uitoefenen, In een door de vreemdeling overgelegde brief van de Unitmanager Unit Landelijke AMV-Taken, tevens Landelijk AMV-Coordinator, van de IND van 11 rnaart 2009 aan de werkgroep B9-advocaten is bovendien het volgende venneld:
zaaknummer: AWB 08 / 25993
"Ten aanzien [van het pogen om binnen 3 maanden een beslissing te nemen op de asieiaanvraag] is gaandeweg de pilot gebleken dat dit een categorie vreemdelingen betreft, waarvan de aanvraag niet altijd eanvoudig en snel kan worden bestist, De procedures zijn soms complex van aard, mede omdat er sprake kan zijn van mensenhandel en/of-smokkel, waardoor samenloop met de B9- procedure ontstaat. Ook staat deze groep vreemdelingen vaak onder extra druk van smokkelaars en is de aanname gerechtvaardigd dat een melle asielprocedure niet vaak zal leiden tot een waarheidsgetrouw relaas." Hoewel de staatsaecretaris terecht stelt dat het in het algemeen aan de vreemdeling is zijn asielrelaas naar voren te brengen en er geen wettelijke verplichting bestaat bij gebreke van een relaas over mensenhandel de vreemdeling daarnaar te vragen, heeft hij zich, gelet op het voorgaande, in dit geval niet zander meer op het standpunt kunnen stellen dat de vreemdeling reeds ten tijde van het nader gehoor op ISfebruari 2008 in staat was uit eigen beweging een eventueel relaas over mensenhandel naar voren te brengen. Dit geldt te meer nu de staatssecretaris het, gelet op overweging 2.3., noodzakelijk acht vreemdelingen die in de beschermde opvang worden geplaatst, uitdruklcelijk voor te lichten over mensenhandel, uitbuiting en prostitutie. Dat de vreemdeling na ajloop van het nader gehoor heeft verklaard attes te hebben verteld wat van belong was voor de beoordeling van zijn aanvraag, kan daaraan in het licht van de brief van 11 maart 2009 niet dfdoen. De rechlbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat zonder nadere motivering niet valt in te zien dat van de vreemdeling reeds tijdens het nader gehoor verwacht mocht worden dat hij, onajhankelijk van een door mensensmokkelaars ingeprent relaas, overeenkomstig de werkelijkheid zou verklaren. Nu het besluit van 14 augustus 2008 derhalve onzorgvuldig is voorbereid, heeft de rechtbank het terecht vernietigd. " 2.10 Verweerder heeft in het onderhavige geval eiser in de beschermde opvang geplaatst, Gelet op hetgeen door de Afdeling op dit punt is overwogen in de hiervoor aangehaalde uitspraak, heeft verweerder in het onderhavige geval onvoldoende onderzoek gedaan naar de aspecten van (mogelijke) mensenhandel en is het besluit daarmee onvoldoende zorgvuldig voorbereid. Dat eiser zich kuniddels niet meer in de beschermde opvang bevindt, kan er niet aan afdoen dat verweerder ten tijde van het bestreden besluit de mogelijke aspecten van mensenhandel onvoldoende heeft onderzoeht. Gelet op het voorgaande ton verweerder evenmin vaststellen dat eiser toerekenbaar een mogelijk onderzoek naar opvangmogelijkheden in het land van herkomst frustreert, nu verweerder hierbij evenmin rekening heeft gehouden met mogelijke aspecten van mensenhandel in eisers asielrelaas. Ook Merotn komt het bestreden besluit naar het oordeel van de rechtbank voor vemietiging in aanmerking. 2.11 De overige beroepsgronden behoeven, gelet op het voorgaande, geen nadere bespreking. 2.12 De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren. 2.13 De rechtbank zal het bestreden besluit veraietigen en verweerder opciragen een nieuw besluit te nemen.
zaaknummer: AWB 08 / 25993
2.14 De rechtbank zal met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, Awb verweerder veroordelen in de kosten die eiser heeft gemaakt. De kosten zijn op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht €644,- (1 punt voor het beroepschrift en I punt voor het verschijnen ter zitting, wegingsfactor 1), Omdat aan eiser een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de reehtsbijstand, wordt dit bedrag op grond van artikel 8:75, tweede lid, Awb betaald aan de griffier. 3.
Beslissing De rechtbank:
3.1
verklaart het beroep gegrond;
3.2
vemietigt het bestreden besluit;
3.3
draagt verweerder op binnen een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met in achtneming van deze uitspraak;
3.4
veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 644,- te betalen aan de griffier van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Haarlem,
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.S. Kilic. voorzitter, en mrs. H.C. Greeuw en K. van Dijk, en op 6 april 2010 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van drs. S.R.N. Parlevliet, griffier.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel Partijen kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC, VCravenhage. Het hoger beroep moet ingesteld worden door het indienen van een beroepschrift, dat een of meer grieven bevat, binnen vier weken na verzending van de uitspraak door de griffier. Bij het beroepschrift moet worden gevoegd een afschrift van deze uitspraak,
. De griffier vMJttchtoarik te
'
V
W