Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood
Uit:Nieuwsbrief Netwerk Uitvaartvernieuwers, 1-12-1997
Uit: Nieuwsbrief Shanti Nilaya, nr 2,1999
Ik verzamel al jaren verhalen en sprookjes over de dood en gebruik ze regelmatig in lezingen. Geregeld bellen er ook mensen om gebruik te maken van deze verzameling. Die kunnen nu het boek van Bert Voorhoeve aanschaffen want hij heeft een indrukwekkende hoeveelheid sprookjes en verhalen bij elkaar gekregen. De verhalen zijn ingedeeld in drie categorieën: op weg naar de grens van leven en dood, op de grens van leven en dood en over de grens van leven en dood. In het voorwoord zegt Bert dat bij de keuze van een verhaal rekening gehouden moet worden met de fase waarin de zieke of stervende mens zich bevindt. Op deze wijze kun je het boek zeker gebruiken. Vaak is rechtsstreeks praten over de dood niet mogelijk met ernstig zieke mensen. Beeldtaal is dan een wijze om toch te communiceren. In het boek laat Lidwien van Geffen zien hoe dit in een verpleeghuis gebruikt kan worden. De verhalen zijn mijns inziens ook te gebruiken bij afscheidsdiensten zeker wanneer er jongen mensen bij betrokken zijn. Ook om voor te lezen wanneer er in de omgeving van het kind iemand ernstig ziek is if dood is gegaan. Ook het onderwijs kan dankbaar gebruik maken van het werk dat Bert Voorhoeve gedaan heeft. Grimm en Andersen zijn rijk vertegenwoordigd. Maar ook de sprookjes van Godfries Bomans kregen een plek zoals het prachtige verhaal van de koning die niet dood wilde. Ik miste overigens het verhaal van de dood, ook van een koning die niet dood wilde van Koos Meinderts. Ook minder voor de hand liggende schrijvers hebben een plek gekregen zoals Kahlil Gibran, Oscar Wilde en Rainer Maria Rilke. En uiteraard ontbreken de antroposofische verhalen niet. Kortom een boek dat elke school, elk verpleeghuis en elke uitvaartverzorger in de kast of in de tas moet hebben. Al die aandacht voor de dood leidt soms tot mooie initiatieven.
Het op handen zijnde verlies van naasten, als zij of wij gaan sterven, kan zo ingrijpend zijn, dat we er moeilijk woorden voor weten te vinden. Bert Voorhoeve heeft een groot aantal verhalen en sprookjes uit verschillende landen verzameld. Menselijke pogingen om het bovenmenselijke uit te beelden. De verhalen zijn gerangschikt in drie hoofdstukken: - op weg naar de grens van leven en dood - op de grens van leven en dood - over de grens van leven en dood. Achterin het boek legt Voorhoeve uit wat beeldtaal vermag. Lidwien van Geffen, kunstzinnig therapeute, toont met praktijkvoorbeelden aan hoe met het boek gewerkt kan worden. Een rustgevende vertellende of voorlezende stem kan bij stervende kinderen of volwassenen en zelfs bij comapatiënten wonderen bewerkstelligen. De symbolische betekenis van een sprookje is ook te ervaren door het met anderen te ‘spelen’ of er samen over te praten in zelfhulpgroepen of cursussen verlies en stervensbegeleiding. De meeste verhalen vond ik diepzinnig en mooi, maar er waren er ook bij die me hoegenaamd niet aanspraken, maar dat kan natuurlijk te maken hebben met mijn eigen visie of levensfase. Ik zou de voorlezer/stervensbegeleider willen adviseren een verhaal eerst zelf te lezen alvorens het aan anderen voor te lezen. Een mooi, warm menselijk boek dat niet mag ontbreken in de bibliotheek van Hospices en Bijna-Thuis-Huizen. Ellen van Monsjou-Krijger
Riet Fiddelaars-Jaspers
Verhalen en sprookjes rond de geboorte Uit: Tijdschrift februari 2001.
voor
verloskundigen,
Alle culturen en religies kennen mythen en verhalen over zwangerschap en geboorte. Van generatie op generatie zijn die doorgegeven via de spraak: ‘sprookjes’ heten ze daarom. In onze tijd associeert men die benaming met verhaaltjes voor kinderen. Toch is dat niet juist, want het zijn geschiedenissen voor mensen van alle leeftijden. Het boek Verhalen en sprookjes rond de geboorte is zelfs geschikter voor volwassenen dan voor jeugd. Bert Voorhoeve, samensteller van de bunbel, schrijft in een uitvoerige inleiding dat de verhalen bedoeld zijn voor iedereen die met geboorte en kindertijd te maken heeft in gezin of werkkring: ouders, grootouders, begeleiders van kinderen, maar ook vroedvrouwen en kraamverzorgsters. Volwassenen kunnen de verhalen afstemmen op het bevattingsniveau van het kind, al naar gelang de leeftijd. Het boek bestaat uit drie delen: Op weg naar de aarde, Geboorte en De wereld in. Uit de inleiding blijkt dat deze thema’s ingegeven zijn vanuit een antroposofische visie op reïncarnatie en menswording. ‘Van de afdaling van de mens vanuit de voorgeboortelijke wereld naar de aarde, waarna het kind opgroeit en de wereld ingaat en op zijn weg vele weerstanden moet overwinnen in de strijd tussen licht en duisternis’. In de eerste levensperiode tekenen de contouren van de latere lotsbestemming zich al af, zo meent Voorhoeve. Om die reden heeft hij in het tweede en derde deel niet alleen mythen en verhalen opgenomen, maar ook fragmenten uit biografieën. Zo is er een persoonlijk getinte bijdragen van Hella Haasse. Zij beschrijft haar afscheid van Soerabaja, de plaats waar zij haar eerste levensjaren doorbracht. De suggestieve sfeer maakt
dramatisch voelbaar dat zij zich nooit in haar leven meer zo veilig zal voelen als daar en toen. Rauw is de waar gebeurde geschiedenis van Kaspar Hauser, die als een halve wilde opgroeit in volstrekt isolement van andere mensen. Toch komt hij in de bewoonde wereld terecht. Hoe het hem later in zijn leven vergaat blijkt uit het gekozen fragment helaas niet Overigens bevat deze publicatie een gedegen bronvermelding. Daardoor kan ieder die nieuwsgierig is naar het vervolg van een verhaal, of naar een sprookje met dezelfde sfeer, gemakkelijk achterhalen in welk boek gezocht moet worden. Uit sommige sprookjes valt af te leiden dat bepaald eigentijds aandoende thema’s van alle tijden moeten zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de neiging van ouders om hun kind af te wijzen wanneer dat een andere persoon blijkt dan zij hebben verwacht en gehoopt. Over de acceptatie van een kind citeert Voorhoeve de zwangerschapsbegeleidster Riet van Rooij: ‘Waar ik in geïnteresseerd ben, is wat er met de ouders gebeurt als zij vanaf de conceptie de tijd en de moeite nemen om werkelijk contact te maken met het kindje en alle veranderingen die zich tijdens de zwangerschap voltrekken bewust proberen te ervaren. Mijn ervaring is dat mensen die dit doen, ‘zacht’ worden. Zij zijn niet meer zo onder de indruk van alles wat moet.’ Het zijn wijze woorden, ook voor mensen die niet antroposofisch gezind zijn. In de kern geldt dat voor alle verhalen in deze bundel, of die nu ontleend zijn aan oeroude mythen, aan het jodendom, het christendom of het boeddhisme: zij gaan een specifieke geloofsbelijdenis te buiten, wel getuigen ze steeds van een diepe fascinatie voor de metafysische kant van de geboorte en van het leven op aarde. Aya Crébas
Sprookjes rond de geboorte Uit: Koörddanser, dec. 2000 Volgens de Jungiaanse analytica MarieLouise von Franz zijn sprookjes de zuiverste vertolking van collectie onbewuste processen. We kunnen er een diep inzicht aan ontlenen over wat zich in ons onbewuste afspeelt. De wijsheid van sprookjes kan ons begeleiden bij het nemen van beslissingen. Naast sprookjes die door de eeuwen heen gepolijst zijn door het eindeloos doorvertellen (zoals de sprookjes die de gebroeders Grimm verzameld hebben), zijn er ook sprookjes die door individuen geschreven zijn en dus mede hun stempel dragen, zoals bij Andersen het geval is. Bert Voorhoeve heeft een aantal sprookjes en verhalen verzameld die gaan over de tijd rond de geboorte. Zijn boek bevat sprookjes en legenden uit verschillende landen en verhalen uit de bijbel, uit de mythologie, maar ook uit kinderboeken en biografieën. Het is in drie delen ingedeeld: Op weg naar de aarde, Geboorte, De wereld in. ‘Als we op aarde komen is onze hemelse, kosmische oorsprong verborgen. Onze verwantschap met de kosmos, met de maan en de sterren is onzichtbaar geworden’, vertelt de schrijver. De verhalen en de sprookjes die hij verzamelde geven een glimp van die grotere werkelijkheid die in ons leeft en van waaruit we zijn gekomen. Dat is wat Voorhoeve ons terug wil geven: het besef en de kennis van onze kosmische oorsprong en verbondenheid. Heel jonge kinderen weten dat nog; het voorlezen van sprookjes en verhalen uit deze bundel kan hen helpen dat weten levend te houden. Maar ook voor volwassenen zijn het stimulerende verhalen die ons tot steun kunnen zijn als we ons openstellen voor de kracht van de beelden en gevoelens die ze oproepen. Voorhoeve raadt aan met het boek te werken wanneer je te maken krijgt met
geboorte of kindertijd, zowel in gezin als in je werkkring. De verhalen zijn ook bruikbaar in situaties waarin sprake is van een symbolische geboorte: levenssituaties waarin mensen keuzen moeten maken om elders opnieuw te beginnen, een nieuwe gave of talent te gaan vormgeven of oude wegen achter zich te laten en het onbekende uit te proberen. Karen Hamaker-Zondag
Beelden als inspiratiebron
handwijzers aan een nieuwe generatie mee te geven.
Uit: De kandelaar Margreet Spijker-van der Laan Voor me ligt dit boek dat er al zeer gebruikt uitziet. Veel potloodstrepen geven aan dat ik het met aandacht gelezen heb. Een boek om bij de hand te houden. Het hoort niet in de kast. De schrijver is in een vormingscentrum werkzaam en heeft vanuit de praktijk geschreven. Hij hoopt dat mensen dit boek zullen gebruiken als wegwijzer, die richtingen aanduidt waarin men zelf op zoek kan gaan naar beelden die aanspreken en inspireren. Innerlijke beelden kunnen iemand moed en kracht geven op zijn levensweg. Het boek gaat over beelden die ontstaan zijn naar aanleiding van zintuiglijke waarnemingen (bijvoorbeeld uit de natuur of bij het zien van een schilderij of prentenboek) én beelden die tot stand zijn gekomen door innerlijke activiteit (bijvoorbeeld door het lezen of horen van een sprookje, een bijbelverhaal, een gedicht of een lied). ‘Het vraagt om oefening onbevangen waar te nemen en de beelden te vinden die je hart openen en je denken verwarmen en verlichten. Je moet er voor op weg gaan en het is een weg van vallen en opstaan.’ De schrijver geeft veel handreikingen en oefeningen om te werken met sprookjes, met spel, met uitbeelden van verhalen. Er staan talrijke voorbeelden van verhalen en gedichten in het boek; de meeste niet voor kleine kinderen, maar wel heel verrijkend voor onszelf, of voor oudere kinderen en jongeren. Over bijbelverhalen schrijft hij dat we ons denken moeten verbinden met de warmte van ons hart. Op die manier zal het wezenlijke van de bijbelse beeldentaal zich openbaren. Omdat er in de huidige tijd zoveel andere beelden op ons afkomen, is het moeilijk toegang te vinden tot de beelden van de bijbel. Het is des te noodzakelijker de kracht van beelden weer opnieuw te ontdekken en ze als
Beelden als inspiratiebron, een werkboek Uit: Prisma Lectuurvoorlichting De schrijver doet in dit boek een appel aan onze verbeeldingskracht. Allerlei beelden uit sprookjes, kinderspelen, de natuur, maar ook beelden voor belangrijke thema’s als dood, ouderdom en lijden worden op een indringende en liefdevolle manier behandeld. De schrijver put hierbij uit zijn rijke ervaring uit het vormingswerk en geeft telkens aan hoe men persoonlijk, maar vooral in groepen, creatief en zinvol met beelden kan werken. Hij toont hierbij een fijne neus voor prachtige sprookjes, gedichten en citaten uit brieven, dagboeken e.d. Als eigen inspiratiebron noemt hij de antroposofie; voor dit boek zijn het vooral de sprookjes van Grimm, verhalen uit de bijbel, en het boekje De kleine prins van de Saint-Exupéry geweest. Charles Begheyn
Waar kom je vandaan en waar wil je heen? Over de beeldentaal in sprookjes Sprookjes in de praktijk (uit: Koörddanser, februari 2000) Sprookjes zijn op talloze manieren te duiden en steeds vinden we weer andere dimensies. Ze zijn enerzijds gepolijst door een eeuwenlange verteltraditie, anderzijds ongepolijst in de zin dat er allerlei dingen in gebeuren die we normaal gesproken als immoreel of onethisch beschouwen. Dat is een kenmerk van betekenisvolle symbolen uit het onbewuste. Een ander kenmerk is dat een symbool altijd verschillende duidingsmogelijkheden kent. Vandaar dat eenzelfde sprookje op heel verschillende manieren benaderd en geduid kan worden. En zelfs als die duidingen elkaar tegen lijken te spreken, kunnen ze allemaal waar zijn. Dat is nu eenmaal de paradox van symbolen en het onbewuste. Ik ben dol op sprookjes en sprookjes duiden, en ben altijd weer benieuwd naar nieuwe benaderingen. Vandaar dat ik het leuk vind dat Bert Voorhoeve in Waar kom je vandaan en waar wil je heen? zijn ervaringen met spelen van sprookjes aan het papier heeft toevertrouwd. Hij deed dit al eerder in Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood. In zijn nieuwe boek beschrijft hij een aantal sprookjes die ons iets kunnen vertellen over zowel onze innerlijke levensweg als de ontwikkeling van de mensheid. Hij richt zich hierbij nadrukkelijk op beelden die de sprookjestaal oproept. Hij staat geheel achter de schrijfster Simone Weil, die zegt: ‘De manier om tot begrip te komen van beelden en symbolen is niet te proberen ze te verklaren, maar ze zolang te bekijken dat het licht er als het ware uit gaat stralen’. Elke sprookje is een apart hoofdstuk waarin de schrijver begint met het verhaal zelf en vervolgt met een beschouwing over de beelden. (Ook het sprookje IJzeren hans, bekend geworden door de
Amerikaanse mannenwerker Robert Bly is opgenomen) Voorhoeve’s beschouwingen zijn gegroeid bij het werken met deze sprookjes en gebaseerd op de vragen en thema’s die daarbij naar voren kwamen. Zij stimuleren de lezer om zelf na te denken over het sprookje. Voorhoeve heeft ook veel sprookjes in toneelimprovisaties tot leven gebracht. Bij elk sprookje beschrijft hij hoe het in een workshop tot leven kwam, wat de betekenis van het sprookje verrijkt. Werken met sprookjes is leerzaam, stimulerend en genezend, voor jong en oud. Bert Voorhoeve’s boek maakt dat je zin krijgt om ook mee te doen! (Karen Hamaker-Zondag)