Superfris
Werkblad beschrijving interventie Definitieve versie juni 2014
Gebruik de handleiding bij dit werkblad
Plaatjes en tabellen kunnen niet in de database worden geïmporteerd. Wilt u daarom eventuele tabellen en plaatjes in een aparte bijlage aanleveren? Het ingevulde document kunt u sturen naar: NISB (
[email protected]) voor interventies op het gebied van sport en bewegen en RIVM-CGL (
[email protected]) voor interventies op het gebied van leefstijlthema's en bewegen in combinatie met voeding.
Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem – max 300 woorden (2/3 A4) * Voor welk probleem, thema of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard, ernst en spreiding van het probleem. De interventie is ontwikkeld in het kader van het Gezonde Slagkracht-project van de gemeente GoereeOverflakkee. Alcoholgebruik door jongeren is een probleem op Goeree-Overflakkee. In 2008 heeft 50% van de basisschoolleerlingen uit groep 7 alcohol gedronken, tegen 36% landelijk en krijgt 14% wel eens alcohol aangeboden door ouders. Het percentage jongeren uit klas 2/4 VO dat niet actueel drinkt (afgelopen maand) op 39% terwijl dat landelijk 49% is (GGD Zuid-Hollandse Eilanden, 2009). Onderzoeken tonen aan dat kassamedewerkers onvoldoende de leeftijd van alcoholkopers controleren (Roodbeen, Joe Lie & Schelleman-Offermans, 2014). In de branche zijn zorgen over de reacties waarmee (jonge) medewerkers geconfronteerd zullen worden als zij (veel oudere) klanten wijzen op de nieuwe regels (Manraj & Möhle, 2013). Kassamedewerkers controleren de leeftijd van jongeren niet consequent, omdat: - Kassamedewerkers zijn van dezelfde leeftijd als de jongeren die alcohol willen kopen of zelfs jonger. Zij voelen zich geïntimideerd. - Kassamedewerkers kennen de jongeren die alcohol willen kopen. Zij zijn bang om buiten de groep te worden geplaatst en controleren daarom niet. CNV Dienstenbond deed onderzoek naar het voorkomen van agressie bij de verkoop van alcohol (Ros, 2013). Slechts 55% van de supermarktmedewerkers verwacht voldoende toegerust te zijn om per 1 januari 2014 de nieuwe wet- en regelgeving te kunnen handhaven. Van het supermarktpersoneel verwacht 55% dat agressie zal toenemen na invoering van de nieuwe wet- en regelgeving. Onderzoek laat zien dat hoe beperkter het aanbod, hoe minder de consumptie van alcohol onder jongeren (Van Hasselt, 2010; Garretsen & Rigter, 2008; Brand et al., 2007; Anderson et al., 2009; Babor et al., 2003; WHO, 2009). Effectief handhaven van het verkoopverbod aan minderjarigen, betekent beperking van aanbod. Dit leidt tot vermindering van alcoholgerelateerde problemen en schade (Babor et al., 2003; WHO, 2009). Om het verkoopverbod aan minderjarigen effectief te handhaven is de workshop Superfris ontwikkeld.
Gevolgen – max 150 woorden (1/3 A4) * Wat zijn de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen (zowel voor de doelgroep als in maatschappelijke zin)? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Alcoholgebruik door minderjarigen kan leiden tot de volgende negatieve effecten: 1.
Alcohol verstoort de hersenontwikkeling. Bij jongeren die regelmatig drinken is de kans op alcoholverslaving op latere leeftijd groter. Alcohol verlaagt o.a. de hoeveelheid mannelijk hormoon en groeihormoon en remt de botontwikkeling bij jongens. 2. Drinken heeft bij jongeren langer een negatieve invloed op het geheugen en de concentratie dan bij volwassenen. Dit leidt tot minder goede school-, studie- en werkprestaties. 3. Onder invloed van alcohol durven jongeren meer en doen ze eerder dingen die ze zonder alcohol niet zouden doen. Zo vrijen jongeren vaker onveilig als ze gedronken hebben. 4. Het reactievermogen neemt af. De kans op ongelukken is hierdoor groter. Jongeren die drinken tijdens het uitgaan zijn vaker slachtoffer of dader van agressief gedrag. 2
5. Een black-out kan ontstaan wanneer veel alcohol in korte tijd wordt gedronken. Een regelmatige black-out kan blijvende schade veroorzaken aan de hersenen. 6. Door veel in korte tijd te drinken, neemt de kans op een alcoholvergiftiging toe. Hierdoor een coma kan optreden met zelfs de dood tot gevolg.
3
2. Beschrijving interventie 2.1
Doelgroep
Uiteindelijke doelgroep – max 100 woorden (1/4 A4) * Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? De uiteindelijke doelgroep van de interventie zijn minderjarige jongeren in de leeftijd tot 18 jaar. De interventie is er op gericht de verkoop van alcoholische dranken aan minderjarige jongeren te bestrijden.
Intermediaire doelgroep – max 100 woorden (1/4 A4) Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? De intermediaire doelgroep van de interventie bestaat uit kassamedewerkers in supermarkten en slijterijen en hun managers. Leeftijd van de kassamedewerkers varieert van 16 jaar tot middelbare leeftijd. Het feit dat veel kassamedewerkers erg jong zijn verklaart deels de drempel die zij ervaren om jongeren die even oud of ouder zijn dan zijzelf om legitimatie te vragen. De aanwezigheid van de manager is gewenst omdat hij of zij actiepunten die de kassamedewerkers tijdens de interventie naar voren brengen, direct kan oppakken.
______________________________________________________________ Selectie van doelgroepen – max 50 woorden Hoe wordt de doelgroep en - indien van toepassing - de (intermediaire) doelgroep(en) geselecteerd? Zijn er in- en exclusiecriteria? Zo ja, welke? Alle kassamedewerkers kunnen meedoen aan de interventie. De interventie is ontwikkeld vanuit het project De Gezonde Slagkracht op Goeree-Overflakkee. Op GoereeOverflakkee stelt de gemeente alle supermarkten en slijterijen in staat hun personeel deel te laten nemen aan de interventie.
______________________________________________________________ Betrokkenheid doelgroep – max 50 woorden Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? Aanvankelijk was Superfris een educatieve voorstelling. De ontwikkelaar speelde zelf scenes met de deelnemende kassamedewerkers. Kassamedewerkers gaven echter aan dat zij meer leren als zij zelf actief zijn in het uitbeelden van situaties uit hun eigen praktijk. De ontwikkelaar heeft daarom nu een coachende in plaatst van een spelende rol.
2.2
Doel
Hoofddoel – max 100 woorden (1/4 A4) * 4
Wat is het hoofddoel van de interventie Hoofddoel van de interventie is het terugdringen van de verkoop van alcohol aan minderjarigen.
Subdoelen – max 200 woorden (1/2 A4) * Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: koppel de subdoelen aan de betreffende (intermediaire) doelgroepen. Om het hoofddoel te realiseren, richt de interventie zich op de volgende intermediaire doelen. Na de workshop: 1. weten kassamedewerkers hoe zij moeten handelen bij het weigeren van het verstrekken van alcohol aan minderjarigen. 2. zijn kassamedewerkers zich bewust van hun uitstraling naar (minderjarige) klanten. 3. kunnen kassamedewerkers probleemsituaties tijdig onderkennen en er naar handelen. 4. kunnen kassamedewerkers op een effectieve manier nee zeggen.
Na de workshop weten managers van supermarkten en slijterijen wat hun kassamedewerkers nodig hebben om het verbod om alcohol te verkopen aan minderjarigen effectief te kunnen handhaven.
2.3 Aanpak ______________________________________________________________ Opzet van de interventie – max 200 woorden (1/2 A4) * Hoe is de opzet van de interventie? Denk aan volgorde, frequentie, intensiteit en duur - indien van toepassing. Een schema kunt u als bijlage toevoegen. De interventie bestaat uit een eenmalige workshop van anderhalf uur en bestaat uit de volgende onderdelen 1. 2. 3. 4. 5.
Voorstelronde (10 minuten) Het begrip status (40 minuten) Vertrouwen hebben in elkaar (20 minuten) Persoonlijke ruimte (15 minuten) Afsluiting en evaluatie (5 minuten)
____________________________________________________________________ Inhoud van de interventie – max 700 woorden (2 A4) * Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd? Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geen uitputtende beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan wordt en hoe. De workshop Superfris bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Voorstelronde De voorstelronde duurt ongeveer 10 minuten. De deelnemers zitten in een kring. 5
Vaak kent het supermarktpersoneel elkaar nauwelijks. Kassamedewerkers zijn vaak scholieren of studenten die een beperkt aantal uur per week in de supermarkt werken. In slijterijen werken kassamedewerkers veelal alleen en kennen zij hun collega’s niet. De voorstelronde is er op gericht om de kassamedewerkers iets persoonlijks te laten vertellen. De aanwezigen gaan elkaar daardoor zien als persoon, en niet meer als ‘kassamedewerker’. 2. Het begrip status Dit onderdeel duurt 40 minuten en vormt de kern van de workshop. De trainer geeft een introductie op het begrip status. De introductie is gebaseerd op Stultiens en Stultiens (2004) en de Roos van Leary (1957). De trainer leert deelnemers hoe zij zich zowel in woord als in houding groot kunnen maken en zo een hoge status kunnen verwerven. Ook ervaren kassamedewerkers dat zij zich regelmatig letterlijk klein maken en zo een lage status verwerven. De trainer geeft tips om een hoge status te verwerven. De deelnemers oefenen vervolgens met het innemen van een hoge en lage status. Zij ervaren hoe een hoge status voelt en merken het effect door situaties uit de eigen praktijk na te spelen. De trainer wijst er nadrukkelijk op dat iemands status niet in een workshop van anderhalf uur kan veranderen. Duurzame verandering is een proces dat telkens nieuwe impulsen vraagt. De workshop is een kennismaking en aanzet. Doelen van dit onderdeel zijn: - Kassamedewerkers voelen hoe zij een hoge status kunnen innemen en leren deze vaardigheid toepassen. - Kassamedewerkers ervaren dat deze situaties voor alle collega’s moeilijk zijn. - Kassamedewerkers leren handelingsalternatieven van elkaar. 3. Vertrouwen Dit onderdeel duurt ongeveer 20 minuten. De trainer bespreekt dat het erg belangrijk is dat kassamedewerkers elkaar als team rugdekking te geven. De boodschap is dat kassamedewerkers die zien dat een collega door een (minderjarige) klant die alcohol wil kopen in het nauw wordt gedreven, in actie kunnen komen. Doel is om zodanig samen te werken dat de lastige klant(en) zo rustig mogelijk weggewerkt worden. Aan de hand van twee oefeningen laat de trainer de deelnemers voelen dat ze afhankelijk van elkaar zijn en dat ze op elkaar kunnen vertrouwen Doel van dit onderdeel is dat deelnemers ervaren dat er wederzijdse afhankelijkheidsrelaties bestaan. Zij leren hoe zij elkaar en zichzelf kunnen helpen. 4. Persoonlijke ruimte Dit onderdeel neemt ongeveer 15 minuten in beslag. De trainer benadrukt dat kassamedewerkers recht hebben op een cirkel om zich heen waar anderen niet mogen komen. Deelnemers bepalen zelf hoe groot deze cirkel is. De trainer benadrukt dat kassamedewerkers niet hoeven te accepteren dat anderen (klanten) deze persoonlijke ruimte betreden. Klanten die over de grens gaan, mogen direct aangesproken worden. 5. Afsluiting en evaluatie De trainer houdt een korte evaluatieronde en sluit de workshop af (5 minuten).
6
3. Onderbouwing Oorzaken – max 200 woorden (1/2 A4) Welke factoren veroorzaken het probleem? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
Aan te pakken factoren– max 200 woorden (1/2 A4) Welke factoren pakt de interventie aan en welke, in paragraaf 2.1 en 2.2. benoemde, (sub)doelen horen daarbij? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
Verantwoording– max 550 woorden (1 1/2 A4) Verantwoord hoe met deze aanpak ook daadwerkelijk de (sub)doelen bij deze doelgroep(en) bereikt worden. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
Werkzame elementen– max 200 woorden (1/2 A4) Wat zijn de werkzame elementen die de doelen van de interventie realiseren? Geef een puntsgewijze opsomming van de kernelementen die bij een lokale aanpassing niet mogen ontbreken. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
________________________________________________
7
4. Uitvoering Materialen – max 150 woorden (1/3 A4) * Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie? Handboek: De workshop is beschreven in een handboek (Cahuzak & Hoogenboezem, 2014). Locatie: Voor de uitvoering is slechts een voldoende grote ruimte met stoelen noodzakelijk. Werving: Werving via gesprekken met managers van supermarkten en slijterijen. Onderwerpen die in de wervingsgesprekken aan de orde komen zijn: - Negatieve gevolgen alcoholgebruik door jongeren; - Alcoholbeleid van gemeenten; - Maatschappelijke verantwoordelijkheid van de ondernemer; - Inhoudelijk aanbod van de gemeente. In het handboek wordt het gespreksmodel uitgewerkt. Folder: Op het moment van het maken van deze beschrijving is geen folder beschikbaar. Desgewenst ontwikkelt de uitvoerder een folder. Informatie over de workshop staat op de website van de uitvoerder: http://www.johancahuzak.nl/workshop-kassa-medewerker.html Evaluatie: Voor evaluatie van de workshop is een digitaal onderzoeksinstrument ontwikkeld. Het onderzoeksinstrument is opgenomen in het handboek (Hoogenboezem, 2014).
Locatie en organisatie – max 150 woorden (1/3 A4) * Waar wordt de interventie uitgevoerd en welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren? De interventie wordt uitgevoerd in een ruimte van de supermarkt. Dat kan de personeelskantine zijn, of de winkelruimte na sluitingstijd. De interventie wordt uitgevoerd door ontwikkelaar Johan Cahuzak Theater. Daarnaast kan de workshop worden gegeven door trainers die door de ontwikkelaar zijn geselecteerd en opgeleid.
Opleiding en competenties van uitvoerders – max 150 woorden (1/3 A4) * Wie voert de interventie uit? Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist? Professionals die deze training kunnen uitvoeren hebben een beroepsopleiding gevolgd op het gebied van basis of middelbaar onderwijs (Pabo, lerarenopleiding), zijn drama-docent of trainingsacteur of hebben een coachingsopleiding afgerond. Aanvullende kwalificaties zijn: 1. Inhoudelijke deskundigheid Inbrengen van kennis en ervaring over de inhoud van de trainingsonderwerpen in de training. 2. Presenteren Informatie enthousiast, begrijpelijk en afgestemd op de ander overbrengen. 3. Werkvormen begeleiden Oefeningen op dusdanige wijze begeleiden dat deelnemers maximaal leren in de beschikbare tijd. 4. Interveniëren Het plegen van interventies ter bevordering van leerprocessen en het behalen van de trainingsdoelen. 5. Werken met de groep Creëren van een open en dynamisch leerklimaat. 6. Praktijkgericht werken Richten op gedragsverandering in praktijksituatie bij offerte, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van een training 8
7. Persoonlijk leiderschap Is zelfbewust, bepaalt eigen koers, geeft leiding aan zichzelf en anderen.
Kwaliteitsbewaking – max 150 woorden (1/3 A4) * Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? Kwaliteitsbewaking vormt een centraal onderdeel van de workshop. Aan het einde van de workshop wordt de bijeenkomst geëvalueerd. Input van de deelnemers heeft in het verleden geleid tot aanpassing van de opzet van de workshop. De uitvoerder rapporteert vervolgens aan zijn opdrachtgever (veelal gemeenten), zodat kwaliteitscontrole plaatsvindt. De ontwikkelaar van de interventie verzorgt de workshop zelf. Daarnaast kan de workshop worden gegeven door trainers die een train-de-traineropleiding hebben gevolgd bij de ontwikkelaar. De ontwikkelaar selecteert zelf eventuele nieuwe trainers uit zijn netwerk. Indien meerdere trainers de workshop gaan geven, wordt een kwaliteitsstructuur ingericht waarin de ontwikkelaar ten minste twee keer per jaar kwaliteitsoverleg heeft met de trainers. Momenteel wordt de interventie alleen op Goeree-Overflakkee uitgevoerd. De ontwikkelaar werkt echter landelijk en voert desgevraagd de interventie in heel Nederland uit. Eventueel worden hierbij meerdere trainers ingeschakeld.
Randvoorwaarden – max 150 woorden (1/3 A4) * Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie? Draagvlak voor een actieve alcoholpreventie bij het management van deelnemende supermarkten is een belangrijke randvoorwaarde voor effectiviteit van de workshop. Zonder ondersteuning door het management, kunnen de kassamedewerkers de geleerde vaardigheden niet in de praktijk brengen. Tijdens de werving wordt draagvlak gerealiseerd.
Implementatie en/of overdraagbaarheid– max 150 woorden (1/3 A4) * Is er een systeem voor implementatie en/of de overdraagbaarheid? Geef een samenvatting. Er is een handboek waarin de workshop beschreven is. De ontwikkelaar voert de workshop desgewenst landelijk uit. Bij grote vraag om de workshop, leidt de ontwikkelaar nieuwe trainers op. Hierbij dient het handboek als leidraad en onderbouwing. Er is geen marketingplan om de workshop landelijk actief onder de aandacht te brengen.
Kosten – max 200 woorden (1/2 A4) * Wat zijn de kosten van de interventie? De interventie kost 735 euro exclusief BTW (dagdeeltarief) en exclusief reiskosten. In dit bedrag zijn inbegrepen: voorgesprek met de opdrachtgever en de manager van de supermarkt of slijterij, inhoudelijke voorbereiding en uitvoering van de workshop en eventueel een nagesprek met de manager.
9
5. Onderzoek naar praktijkervaringen Onderzoek praktijkervaringen – max 1100 woorden (3 A4) * Is er een evaluatie geweest van de praktijkervaringen met de interventie bij de uitvoerders en de doelgroepen en wat zijn daarvan de meest relevante uitkomsten? Beschrijf het bereik, de succes- en verbeterpunten en geef indien van toepassing aan of er na de evaluatie punten in de interventie zijn aangepast. Beschrijf hoe de evaluatie is opgezet en neem hier de respons en de respondenten in mee. Na afloop van de workshops is met de deelnemers steeds mondeling geëvalueerd wat zij van de workshops vonden. Deze evaluaties zijn altijd positief. Aan het einde van de projectperiode van De Gezonde Slagkracht, zijn de supermarkten die (meermaals) kassamedewerkers deel hebben laten nemen aan de workshop uitgenodigd om deel te nemen aan een evaluatieonderzoek. Vanwege het sterk wisselende personeelsbestand van supermarkten en de aanvullende werkzaamheden die dit zou vragen van supermarktmanagers, bleek het niet mogelijk deelnemers aan de workshop te benaderen voor het invullen van een digitale vragenlijst. Van de 11 benaderde supermarktmanagers hebben er 6 gereageerd (respons van 55 %). Analyse van de vragenlijst levert de volgende conclusies op (Hoogenboezem, 2014). Supermarktmanagers voeren twee belangrijke redenen op waarom zij hun personeel deel laten nemen aan de workshop Superfris. Tweederde van de managers doet dit omdat zij het belangrijk vinden dat er geen alcohol verkocht wordt aan minderjarigen. Een derde van de managers geeft aan dat zij hun medewerkers deel laten nemen aan de workshop omdat zij op deze manier willen voorkomen dat hun supermarkt een boete krijgt. Over het algemeen hebben de managers (bijna) het gehele team deel laten nemen aan de workshop. Een van de managers zegt: ‘In eerste instantie gaat het om de gezondheid van de jongeren, maar ook het voorkomen van een boete speelt natuurlijk een rol. Het gaat er om dat de medewerkers juist getraind zijn, waardoor ze minder fouten maken.’ Over het algemeen waren de kassamedewerkers die deelname aan de workshop positief over wat zij hebben geleerd. Kassamedewerkers hebben bij hun managers aangegeven dat het hen heeft ondersteund om met collega's over lastige situaties te praten en dat zij door de training zelfverzekerder zijn geworden. De werkvormen sloten goed aan bij praktijksituaties in de supermarkt. Kassamedewerkers hebben handvatten gekregen om ook in moeilijke situaties op een adequate manier naar een legitimatiebewijs te vragen. Op basis van de terugkoppeling door kassamedewerkers geven de managers de workshop het rapportcijfer 8; op basis van het effect dat zij zelf in de praktijk waarnemen, geven de managers de workshop een ruime 7. Twee derde van de deelnemende managers geeft aan dat zij na deelname aan de workshop een verandering hebben waargenomen in de manier waarop kassamedewerkers zich opstellen jegens minderjarigen die alcohol willen kopen. Alle managers zien dat sinds deelname aan de workshop kassamedewerkers consequenter de identiteitsbewijzen van jongeren die alcohol willen kopen controleren. Bovendien constateren zij dat kassamedewerkers met meer zelfvertrouwen achter de kassa zitten, meer op elkaar letten elkaar sneller helpen als er problemen zijn met een klant.
10
6. Onderzoek naar de effectiviteit Onderzoek in Nederland – max 200 woorden per studie (1/2 A4) Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de interventie in Nederland en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd.
Onderzoek naar vergelijkbare interventies – max 200 woorden per studie (1/2 A4) Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze of een vergelijkbare interventie (in Nederland en in het buitenland) en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd.
11
Contactpersoon Naam Email Telefoon Organisatie
Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
12
Samenvatting Korte samenvatting van de interventie – max 150 woorden (1/3 A4) * De interventie Superfris is een workshop voor kassamedewerkers in supermarkten en slijterijen. De training duurt anderhalf uur. De training wordt gegeven aan een groep van maximaal 15 deelnemers. De training kent het volgende programma: deelnemers stellen zichzelf aan elkaar en aan de trainer voor, in verschillende werkvormen worden de deelnemers getraind in bewustwording van het begrip status, vertrouwen en persoonlijke ruimte en vervolgens wordt de training afgesloten. De interventie is ontwikkeld op verzoek van de gemeente Goeree-Overflakkee in het kader van het lokale Gezonde Slagkracht project. In de periode medio 2012 tot medio 2014 zijn 160 kassamedewerkers getraind. De interventie kan landelijk worden uitgerold. ______________________________________________________________ Doelgroep in het kort – max 20 woorden De doelgroep zijn minderjarige jongeren. De intermediaire doelgroep bestaat uit kassamedewerkers in supermarkten en slijterijen en hun managers.
Doel in het kort – max 20 woorden
Hoofddoel: terugdringen verkoop alcohol aan minderjarigen. Intermediair doel: kassamedewerkers handelen adequaat bij het weigeren van het verstrekken van alcohol aan minderjarigen.
Aanpak in het kort – max 50 woorden De interventie bestaat uit een eenmalige workshop van anderhalf uur en bestaat uit de volgende onderdelen 1. 2. 3. 4. 5.
Voorstelronde (10 minuten) Het begrip status (40 minuten) Vertrouwen hebben in elkaar (20 minuten) Persoonlijke ruimte (15 minuten) Afsluiting en evaluatie (5 minuten)
Materiaal in het kort – max 50 woorden
Handboek: De workshop is beschreven in een handboek. Locatie: Voldoende grote ruimte met stoelen. Werving: Werving via gesprekken met managers van supermarkten en slijterijen. In het handboek wordt het gespreksmodel uitgewerkt. Folder: Informatie over de workshop staat op de website van de uitvoerder: http://www.johancahuzak.nl/workshop-kassa-medewerker.html Evaluatie: digitaal onderzoeksinstrument ontwikkeld( zie handboek).
____________________________________________________________________ Kosten in het kort – max 30 woorden De interventie kost 735 euro exclusief BTW. 13
In dit bedrag zijn inbegrepen: voorgesprek met opdrachtgever en manager, inhoudelijke voorbereiding en uitvoering van de workshop en eventueel een nagesprek met manager.
Uitkomsten praktijkonderzoek in het kort – max 50 woorden 1. draagvlak alcoholpreventie onder managers supermarkten en slijterijen. 2. passende werkvormen. 3. handvatten om in moeilijke situaties op een adequate manier naar legitimatiebewijs vragen. 4. consequenter controle identiteitsbewijzen bij alcoholverkoop. 5. kassamedewerkers hebben meer zelfvertrouwen. 6. kassamedewerkers letten beter op elkaar en helpen elkaar bij moeilijke klanten.
Onderbouwing in het kort – max 150 woorden (1/3 A4) Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet te worden ingevuld voor het niveau Goed beschreven. ____________________________________________________________________ Uitkomsten effectonderzoek in het kort – max 50 woorden Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet te worden ingevuld voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd.
14
Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur, en gebruik hiervoor de APA-normen (met kleine letters). Anderson, Deutsche Hauptstelle für Suchtfragen e.V. (2008). Binge Drinking and Europe. Hamm: DHS. Anderson, P., Chisholm, D. & Fuhr, D. (2009). Effectiveness and cost–effectiveness of policies and programmes to reduce the harm caused by alcohol. Lancet, (2009), 373(9682):2234–2246. Babor, T. F., Caetano, R., Casswell, S., Edwards, G., Giesbrecht, N. & Graham, K. et al. (2003). Alcohol: No Ordinary Commodity. Research and Public Policy. Oxford: Oxford University Press. BMA Science and Education department & the Board of Science (2008). Alcohol misuse: tackling the UK epidemic. British Medical Association. Brand, D.A., Saisana, M., Rynn, L.A., Pennoni, F., Lowenfels, A.B. (2007). Comparative analysis of alcohol control policies in 30 countries. PLoS Med. 4 (4):e151. Cahuzak, J. & Hoogenboezem, G. (2014). Handboek Superfris. Training voor kassamedewerkers voor het handhaven van nieuwe alcoholwet. Gouda: JSO. Garretsen H.F.L., & Rigter, H. (2008). Jongeren en alcohol: beleid helpt. Verslaving, 4, 46-53. GGD Zuid-Hollandse Eilanden (2009). Genoeg genoten. Onderzoek naar de trends van genotmiddelengebruik onder jongeren op de Zuid-Hollandse eilanden en de relatie met vernielingen. Spijkenisse: GGD Zuid-Hollandse Eilanden. Hasselt, N. van (red.) (2010). ). Preventie van schadelijk alcoholgebruik en drugsgebruik onder jongeren. Utrecht: Trimbos-instituut. Hoogenboezem, G. (2014). Evaluatieonderzoek Superfris Goeree-Overflakkee. JSO: Gouda. Leary, T. (1957). Interpersonal diagnoses of personality: a functional theory and methodology for personality evaluation. New York: Ronald Press. Manraj, A. & Möhle, M. (2013). Alcoholpreventie bij jongeren en de pedagogische civil society in de gemeente Westland. Gouda: JSO. Newton, A. & Hirschfield, A. (2008). Measuring 'alcohol-related' crime and disorder: Examining the impact of extended licensing hours in England. Paper presented to 16th Annual GIS Research UK (GISRUK) Conference. Manchester, 2nd to 4th April 2008. Project Uitgaan, Alcohol en Drugs (2008). Barcodeboek. Omgaan met alcohol en drugs in de horeca Utrecht: Trimbos-instituut. Roodbeen, R., Joe Lie, K. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan Jongeren 2013. Ontwikkeling in de landelijke naleving van de leeftijdsgrenzen. Nijmegen: Nuchter Kenniscentrum Leeftijdsgrenzen. Ros, C. (2013). Agressie en geweld in supermarkten. Amsterdam: MWM2. Stultiens, H. en Stultiens, L. (2004). Het fenomeen status. Waarom we ons gedragen zoals we doen. Schiedam: Scriptum. Trimbos-instituut: Instructieboek Instructie Verantwoord Alcohol Schenken. Utrecht: Trimbos-instituut. WHO (2009). Evidence for the effectiveness and cost-effectiveness of interventions to reduce alcohol-related harm. WHO Regional Office for Europe. Relevante websites 15
http://www.alcoholinfo.nl/publiek/opvoeding/risico-s-voor-jongeren http://smjnv20.supermarkt.nl/
16