Maas Uitgave van de SKVR Schrijversschool Rotterdam
1
nr
Klushuis
Couture op Zuid
Van pauper naar pimp
Eten uit alle windstreken Carrol
Fleur
Lydia
Evelyn
Annuska
Laura
Marianne Maas nr 1-1
dit Naast e in magaz en e k is er oo il je een W ! g lo Maasb men achter ne je k ? kij ermen s de ch ift r h c s d skvrtij rdpress. .wo maken m co
Inhoud 3 Annuska
Keileweg Stilte na sluitingstijd
8 Laura
Een hapje Rotterdam
1
Jana Beranová
ka ontwerpers
Concept en begeleiding
Monique Smeets
Maas nr 1-2
Een computerspelletje komt tot leven in Rotterdam en 37 andere grotere en kleine steden over de hele wereld. Een anonieme kunstenaar heeft op diverse gebouwen verschillende space-invaders geplaatst. Zo ook in Rotterdam. Op www.space-invaders.com staat aan de hand van een plattegrond vermeld waar je deze grappige wezentjes kunt vinden. Vooruit, hierbij alvast een hint: Hotel NewYork is een van 25 plekken waar je in Rotterdam een space-invader kan bewonderen. Je zult merken dat het, ondanks de plattegrond, niet zo makkelijk zal zijn om de buitenaardse wezens te spotten. Pak de fiets of maak een wandeling en ontdek Rotterdam op een andere manier.
15 Marianne Winterwandelen in de stad
Maas is een magazine over de gedroomde stad en wordt gemaakt door cursisten van de SKVR Schrijversschool. www.skvr.nl/schrijven Ontwerp
Op 13 september 2005 is de Rotterdamse tippelzone officieel gesloten. De meiden van de Keileweg zijn een nieuw leven begonnen, met hulp van de gemeente. Hoe gaat het nu met ze? Annuska gaat op zoek.
Space-invaders
12 Lydia Stadsdichter
Colofon
Annuska Tielen Carrol Keizerweerd Evelyn Mervel Fleur de Ruijter Laura Water Lydia Gille Marianne van Milligen
Gesloten deuren
11 Carrol Couturier Michael van der Meide
10 Evelyn Katendrecht herontdekt
Redactie
Droom
10 Kees Kan je schrijven leren?
nr 4 Fleur Betreden op eigen risico
Tekst Fleur de Ruijter, Annuska Tielen Beeld Diederik Benschop
Carrol
Fleur
Lydia
Evelyn
Brandgrens
Druk
Avant GPC Met dank aan
Diederik Benschop Kees Schrevel Annuska
Laura
Marianne
Monique
Na het Duitse bombardement in mei 1940 brandt de stad nog dagen. De begrenzing van het verwoeste gebied krijgt een unieke Rotterdamse benaming: de brandgrens. Kijk op www. gemeentearchief.rotterdam.nl/brandgrens/ en maak met behulp van de navigator een virtuele wandeling langs de brandgrens. Je krijgt beelden te zien hoe het was en hoe het nu is. Je kunt de
wandeling uiteraard ook in het echt maken en je laten verrassen hoeveel mooie, historische panden en plekken er nog over zijn. Op 14 mei zal de permanente markering worden onthuld en zal de grens door middel van 400 lampen worden verlicht. Plekken in Rotterdam die niet vergeten mogen worden en die het verdienen om er even letterlijk bij stil te staan.
Na het sluiten van de tippelzone heeft Bouman GGZ zich bekommerd om de meiden. Zij boden ze een huis, behandeling en een dagbesteding. Een succesvol project zo lees ik in het verslag ‘Ik kom naar huis’. Conclusie van het rapport: minder overlast, minder (zorg)kosten. Maar hoe succesvol is het project nou echt? Zijn de meiden gelukkig? Wat is hun verhaal? Het gaat me namelijk niet om de overlast en ook niet om het geld. Ik vraag me juist af of ze gelukkig zijn en tevreden over hun nieuwe leven. Ik wil de meiden zelf spreken. Daarom heb ik verschillende partijen benaderd met een interviewverzoek. De grote bazen geven antwoorden als “Het is beter dat de meiden niet worden herinnerd aan deze tijd”,en “We willen hun privacy beschermen”. Op ‘straat’ gonzen teksten als “De organisaties zijn bang voor negatieve publiciteit” en “De meiden zitten onder de medicatie en worden achter gesloten deuren weggestopt”. De geheimzinnigheid rondom ‘de meiden van de Keileweg’ neemt toe. Waarom vertelt niemand me hoe het echt zit? Voor de Keileweg dicht ging heeft heel Nederland naar alle ellende mogen kijken, maar nu het zogenaamd goed met ze gaat mag niemand het weten....raar!
Maas nr 1-3
Reportage
Betreden op eigen risico
Tekst en beeld Fleur de Ruijter
Klushuizen worden gezien als nieuw instrument in de strijd tegen verdere verpaupering in achter standswijken. Voor een relatief lage prijs koop je een pand dat je geheel naar wens kan verbouwen en inrichten. Zo werk je zelf aan je toekomstige droomhuis in een prachtige stad, terwijl je mee helpt aan stadsvernieuwing! Voor Fleur aanlei ding genoeg om een klushuis en de (toekomstige) bewoners te bezoeken.
De klushuizen zijn één van de plannen waarmee Rotterdam veelvuldig in het nieuws is. In navolging van Rotterdam worden onder andere in Den Haag en Arnhem klushuizen verkocht door de gemeente of woningbouwverenigingen. Ter kennismaking ga ik naar de bezichtiging van een klushuis in de Kromme Wiekstraat in Rotterdam-Noord. Eenmaal aangekomen, valt mijn oog op de prachtige glas-in-lood ramen. Het is een van de authentieke details van de jaren 20 en 30 huizen die momenteel als kluspand worden aangeboden. Een deur heeft het pand niet meer. Het pand is door de gemeente opgekocht en daarna dichtgetimmerd om ongenode gasten buiten te houden. Als de ambtenaar het luik heeft weggehaald en ons heeft gewaarschuwd voor enkele obstakels kunnen we het pand op eigen risico betreden. Een goede fundering en asbestvrij, dat zijn de twee zaken waarvoor de gemeente vóór de verkoop zorgt. Eenmaal binnen – en gewend aan de muffe, bedompte geur – vallen vooral de hoge plafonds op die zijn voorzien van originele ornamenten. Maar ook de mindere kanten vallen op: gedateerde voorzieningen wat betreft elektra, loden waterleidingen, geen centrale verwarming en de blauwe lucht die door de kieren in het plafond zichtbaar is. De sky is hier letterlijk de limit. Dit klushuis betreft een enkel en beschadigd pand in een blok van goed uitziende woningen. De ambtenaar van de deelgemeente Noord licht toe dat dit huis, voordat de gemeente het opkocht, bewoond werd door een aantal junks. Iets dat nog terug te zien is in de aard van de tekeningen op de muur (zie coverfoto). Omdat >> Maas nr 1-4
Maas nr 1-5
Er wordt open gedaan door de Poolse timmerman en de Turkse schilder. de overlast te groot was en er verder geen plannen waren voor de herontwikkeling van het blok, heeft de gemeente besloten het pand op te kopen.
Loting
Door middel van een loting wordt onder toezicht van een notaris bepaald wie het huis mag kopen. Vaak zijn er tientallen inschrijvingen per klushuis. Dit is een beetje afhankelijk van de buurt. De inschrijvingen in Delfshaven zijn vele malen hoger dan de inschrijvingen in Schiebroek en Charlois. Als je eenmaal de gelukkige eigenaar bent, worden er drie eisen gesteld: je moet een door de gemeente aangegeven bedrag investeren in het pand, je moet er binnen een jaar wonen en vervolgens moet je er minimaal twee jaar blijven wonen. In feite wordt er afgedwongen dat de bewoners een band opbouwen met de wijk. Dat is dan ook meteen het ingenieuze van de klushuizenaanpak: De wijk wordt niet alleen bouwkundig van rotte appels ontdaan, er worden ook mensen naar de buurt getrokken die hier anders nooit zouden gaan wonen.
Maar hoe gaat het bij particulieren die geen contacten hebben? Voor een antwoord ga ik naar de Beukelaarsstraat op Zuid. In deze straat achter de in aanbouw zijnde moskee wordt momenteel volop geklust. Bij het aanbellen valt op dat geen van de kopers aanwezig is en er open wordt gedaan door de Poolse timmerman en Turkse schilder die volop voor hen aan het klussen zijn.
Spangend wonen
Voor het antwoord op de vraag vervolg ik mijn weg naar Spangen. Op de meterkast staat de slogan waarmee de gemeente toekomstige bewoners naar deze wijk probeerde te trekken: Het is hier Spangend wonen. Als ik verder loop kom ik uit bij een gebouw dat een enorme stempel drukt op deze buurt. Het blijkt het Wallisblok te zijn. Het is het eerste klushuisproject dat in 2004 van start ging. Het blok is toen voor een symbolisch bedrag van één euro verkocht aan bewonersvereniging ‘De dichterlijke vrijheid’ en omgetoverd in 39 woningen. Het gebouw heeft een jaren 30 uitstraling met mooi gelakte houten kozijnen maar is overduidelijk nieuw en laat zien hoe een klushuisproject kan uitpakken. De laatste bewoners zijn er in 2007 ingetrokken. Dat de populariteit van klushuizen ongekend is, blijkt wel als ik aanbel en vraag of ik misschien een kijkje zou mogen nemen en een paar vragen mag stellen. De bewoonster laat mij vriendelijk weten nu toch wel veel te worden benaderd… “nee, ga liever even een blokje om… daar staan nu weer nieuwe klushuizen”. <<
Kopers zijn nog geen klussers
Langzamerhand stromen er meer kijkers het klushuis binnen. Zo komt er een ouder echtpaar binnen. Zullen zij dit huis geschikt vinden om samen te genieten van hun pensioen? Een man van een jaar of vijftig alleen, een jong stel met hun ouders, overduidelijk op zoek naar hun eerste, gezamenlijke huisje en een stel waarvan de man met een baby op zijn arm door het huis heen loopt. De man blijk architect te zijn. Hij vindt het een heel grappig huis waarin veel vrijheid is om te spelen met de ruimtes en het licht. Maar gaat hij het ook zelf uitvoeren? Nee, daarvoor heeft hij zo zijn contacten. Zijn vrouw laat weten het meest op te zien tegen de echtelijke ruzies. Maas nr 1-6
Leuk boek: 169 klushuizen; van experiment tot instrument – Een prachtig boek met vele foto’s waarin de verhalen van de diverse betrokken partijen (ambtenaren, architecten, klussers, etc.) wordt belicht. Interesse in een klushuis? Kijk op www.wonen.rotterdam.nl Maas nr 1-7
Tekst en beeld Laura Water
Oost, west, thuis best
Vier Rotterdamse windstreken, vier ondernemers met een verschillende nationaliteit. Welke lekkernijen eten deze mensen graag uit hun land van herkomst en welk Nederlands eten waarderen zij? In Rotterdam Noord bezocht Maasredacteur Laura de Poolse delicatessenwinkel ‘Danuta’, op Zuid ‘Bakkerij Nieuw Fes’, in West het Kroatische ‘Vinodol Trading’ en in Oost de Italiaanse traiteur ‘Da Giuseppe’.
Danuta Siekja is de eigenaresse van de eerste Poolse supermarkt in Rotterdam, die vier jaar geleden haar deuren opende. Haar man rijdt elke week naar Polen om producten in te slaan, die Danuta vervolgens verkoopt in haar winkel. “Als ik eerlijk ben, eet ik het liefst Pools”, vertelt Danuta. “Ik denk dat Poolse producten minder toevoegingen bevatten. De worsten bijvoorbeeld, met uitzondering van de langhoudbare, daar wordt niks kunstmatigs aan toegevoegd.” Ze is wel enthousiast over de Nederlandse kaas. “Hier worden de beste kazen ter wereld gemaakt, daar is geen twijfel over mogelijk!”
Gebak als lokmiddel
Danuta bakt elke dag zoetigheid, die ze verkoopt in haar winkel. “Ik maak verschillende soorten gebak, waaronder makowiec (traditionele Poolse cake) en appeltaartjes. Allemaal puur natuur, zonder kunstmatige toevoegingen”, zegt de eigenaresse trots. Het gebak ligt op een tactische plek, pontificaal in de etalage. Het ziet er smakelijk uit, een soort cheesecake met chocolade topping. “Ruim 75 procent van mijn klanten is Pools, maar soms zie ik Nederlanders verlekkerd naar het gebak kijken Maas nr 1-8
Vrijgevig
Bakkerij Nieuw Fes Paul Krugerstraat 99 Rotterdam-Zuid
Poolse Delicatessen Danuta Schieweg 82e Rotterdam-Noord
en komen ze binnen om een stukje te kopen”, lacht Danuta. “En als ze het eenmaal geproefd hebben, komen ze terug!”
Liever een vispasteitje
Bij Bakkerij Nieuw Fes aan het Afrikaanderplein in Rotterdam-Zuid komen meer Nederlanders dan bij Danuta. Dit komt misschien wel doordat je bij Nieuw Fes ook terecht kunt voor een halfje bruin. Saed Abdelouahab is eigenaar van de bakkerij. “De helft van de klanten bestaat uit Marokkanen, de andere helft vooral uit Nederlanders, Surinamers en Turken. Zelf ben ik trouwens helemaal geen zoetekauw”, verklapt Saed. “Je maakt me blijer met een lekker vispasteitje.”
Da Giuseppe Italiaanse Delicatesse & Catering Chris Bennekerslaan 4 Rotterdam-Oost
Geen krentenbol
Saed verkoopt alleen producten waar hij zelf achter staat. “De Nederlandse krentenbol verkoop ik niet, die vind ik echt niet lekker. Ik denk dat veel mensen krentenbollen te lang bewaren. Naar mijn mening is het na twee dagen niet vers meer. Wat ik wel lekker vind, qua Nederlands brood, is meergranen.” Maar Saeds absolute nummer één blijft Marokkaans griesmeelbrood. Doordat dit brood voor 80 procent uit griesmeel bestaat, heeft het een unieke smaak. Met een oer-Hollandse krentenbol maak je deze bakker dus niet blij, maar wat met welke zoetigheid wel? “Met een krakeling”, zegt Saed resoluut. “Het is een simpel Nederlands koekje, maar erg lekker.”
Haring is top
Dubravko Sveti is eigenaar van Vinodol Trading, een bedrijf dat Kroatische producten importeert en verkoopt in een gezellige winkel in Delfshaven. “Toen ik in 1990 naar Rotterdam kwam waren er maar twee Kroatische producten verkrijgbaar”, vertelt hij. “Ik wilde graag voor mezelf beginnen en zag hier een kans.” Bij Vinodol kun je terecht voor allerlei Kroatische lekkernijen van wijn tot zoet- en vleeswaren. “We importeren alles zelf en leveren ook aan andere winkels. In de beginjaren kwamen vooral mensen uit voormalig Joegoslavië naar Vinodol, maar nu komen er ook veel Nederlanders
Een rondje langs de winkels heeft me flink wat lekkers opgeleverd. De ondernemers gaven in hun enthousiasme van alles mee, waaronder een flink stuk Poolse taart, onder Dunates veelbelovende woorden ‘Gratis, voor jou!’ Bakkerij Nieuw Fes verliet ik met verschillende producten. Saed vulde voor mijn vertrek gauw een plastictasje met broden en vier oliebollen. Saed: ‘Hier neem mee, lekker wat brood en krentenbollen, oh nee, oliebollen, ha, ha!’ En van Giuseppe kreeg ik een mooie fles Conte de Cavour, een heerlijke, zoete, witte wijn. Allemaal hartelijk bedankt en alla salute!
Vinodol Trading Import Kroatische producten Schiedamseweg 96 a Rotterdam-West
en Italianen.” Zij komen vaak voor de vleeswaren. Dubravko legt uit: “We verkopen vlees dat in de Nederlandse slagerijen niet te koop is, met knoflook en rode paprika. Dat zorgt voor een lekkere smaak.” Van de Nederlandse keuken is Dubravko geen fan. Wat hij wel lekker vindt is haring. “Als de nieuwe haring er is, eet ik er elke dag eentje. Het doet me denken aan de gezouten sardientjes die ik vroeger in Kroatië at. Ja, haring is top! Mocht je trouwens eens Kroatisch willen koken, dan is ‘Vegeta’ onmisbaar. Dit is een kruidenmix met gedroogde groenten en een echte smaakmaker. Het is gemakkelijk te herkennen door de blauwe verpakking.”
Stamppot met ketchup
Giuseppe Consentino is eigenaar van ‘Da Giuseppe’ in Kralingen, een Italiaanse delicatessenwinkel,
die ook catering en kookworkshops verzorgt. De chefkok woont al 22 jaar in Nederland maar zijn charmante accent verraadt direct zijn afkomst. “Op mijn zeventiende ging ik naar Nederland om mijn oom te helpen, die verschillende restaurants bezat. Ik zag zoveel mooie, blonde meisjes, dat ik dacht hier blijf ik!” Het leven in Nederland bevalt Giuseppe nog steeds goed. Het enige dat hij uit zijn geboorteland mist zijn de zon en mooie Italiaanse kledingwinkels. Qua eten ontbreekt het hem aan niets want hij maakt elke dag zelf de meest heerlijke gerechten zoals lasagne, canneloni, pizza’s en antipasti. “Toch eet ik niet elke dag Italiaans”, vertelt Giuseppe. Hij vraagt zijn vrouw regelmatig om een stamppot te maken. “Ik ben dol op zuurkool met zo´n worst erbij. Hoe heet dat ook alweer? Oh ja, rookworst! Maar ik eet dit misschien wel anders dan de gemiddelde Nederlander. Namelijk met ketchup of mosterd.” Het grootste verschil tussen Italië en Nederland is volgens Giuseppe dat zijn geboorteland echt een eetcultuur kent. “In Nederland begint dat ook wel te komen, maar zo belangrijk als het in Italië is, is het hier nog niet.” << Maas nr 1-9
Column Gucci-bril Van tijd tot tijd duikt de vraag op: kan je schrijven leren? Het antwoord in de geest van de VOC is: ja, en je moet les nemen bij mij. Vandaag werd ik eraan herinnerd dat het ware antwoord genuanceerder is. Kon ik de vriendin van een vriendin, commentaar geven op haar manuscript. Er was nog veel aan te doen. Waar moest het plot nu eigenlijk heen, wat wilde het personage behalve geld en Gucci-brillen? En het moest allemaal een stuk levendiger. Toch is schrijven niet iets als bruine of blauwe ogen. Je hebt ze of je hebt ze niet. Je kan ongelooflijk veel leren over schrijven en al doende ga je zeker beter schrijven. Wat de vragensteller bedoelt is vaak iets anders. Kan je een beroemd schrijver worden door lessen te volgen? “Ik ben werkloos en ik wil geld verdienen.” Tja, dat is een handicap. Het spontane gaat eraf als je direct op verkoopsuccessen jaagt. De auteur van die Guccibrillen is niet het natuurtalent dat gelijk een bestseller produceert. Maar ach, hoeveel sterren tellen we tussen Françoise Sagan en Joanne Rowling? Staar je er niet blind op, er is niets mis met een verhaaltje. Dat valt best te leren.
Steen
Tekst en beeld Evelyn Mervel
Tekst Carrol Keizerweerd Beeld Michael van der Meide
Beeldhouwen
Dorpsgevoel op de Kaap
Michael van der Meide is een jonge Rotterdamse modeont werper. Hij heeft in zijn loopbaan al heel wat prijzen gewonnen in binnen- en buitenland en wil graag een groot Rotterdams modehuis worden.
Maasredacteur Evelyn is nog nooit op Katendrecht geweest. Tijd voor een ontdekkingtocht op het roemruchte schiereiland. Op een winderige zondagmiddag loop ik met mijn zoontje door Katendrecht. Buitenstaanders komen hier niet snel. Het is een schiereiland, geen doorgangs gebied. Met drieduizend bewoners is het een klein dorpje in de grote stad. De bewoners hebben de handen ineengeslagen om de jarenlange verloedering van de buurt aan te pakken. Er zijn nieuwe projecten opgestart. Eén daarvan is het schilderen van saaie, grauwe muren. Op het Deliplein vind ik zo’n muurschildering. Dit plein vormt het hart van Katendrecht. Aan het Deliplein liggen het druk bezochte Walhallatheater en opvallend veel lege winkelpanden. Hierin komen voornamelijk horecagelegenheden.
Mode
Just three more miles to go…
Ik loop het Buizenpark in, de buitenrand van Katendrecht. De kade is ruim en groen opgezet. Wow! Wat is alles dichtbij: de Erasmusbrug, Hotel NewYork en de Euromast. Taxibootjes scheuren over het brede water. Als ik aan het eind van de kade de hoek omga word ik met buggy en al omvergeblazen. Is het een windvlaag of het uitzicht op de ss Rotterdam?
Oud en nieuw
Er is een duidelijk verschil tussen oud en nieuw Katendrecht. In het oude gedeelte is nauwelijks een stukje groen te vinden. In het nieuwe gedeelte tref ik opvallend veel ruimte aan. Een brede groenstrook met een voetbalveld, een grote speeltuin en op de kop een gebouwtje in de vorm van een boot met daarin kinderopvang ’t Bootje. Binnenkort, op 15 februari, kan het publiek de gangway van het voormalige emigrantenschip ss Rotterdam betreden. Een brug zal de Wilhelminapier met Katen drecht in 2011 verbinden. Langzaamaan verdwijnt het dorpse karakter, maar het blijft een uniek stukje Rotterdam. Landscape of mirrors…
Kees Schrevel is stafdocent van de SKVR-Schrijversschool.
Katendrecht is de plek waar Michael woont en werkt. Het is niet meteen een plek die je associeert met een aanstormend talent in de mode. Deze wijk was de laatste jaren negatief in het nieuws, maar nu zie je dat er meer ruimte is gekomen voor kunst en cultuur. “Rotterdam is een glamourstad met een rouwrandje”, zegt Michael. Dit laat hij terugkomen in zijn ontwerpen: chique, maar toch stoer. Hij ontwerpt graag voor ‘de Rotterdamse vrouw’: “Rotterdamse vrouwen zijn heel praktisch. Overal hebben ze een oplossing voor. Daarom kunnen ze hun werk en gezin zo goed combineren. Ik wil graag de vrouwen inspireren tot aanschaf van items die onmisbaar en tijdloos zijn in hun garderobe.” Michael beschouwt zichzelf als eigenzinnig. Hij maakt geen patronen, maar werkt letterlijk vanaf het lichaam van het model, als een soort beeldhouwer. De dynamiek tussen de stof en het lichaam doen bijna vanzelf hun werk. Zijn stoffen ontwerpt hij vaak zelf. De thema’s van Michael’s laatste collecties zijn gebaseerd op de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Momenteel werkt Michael aan zijn laatste collectie: vuur. Deze moet in de winter 2010/2011 klaar zijn. Bij iedere collectie is speciaal een gedicht gemaakt door Viola van den Heetkamp. Je kunt deze gedichten en andere informatie teruglezen op zijn website: www.michaelvandermeide.nl
Butterflies in harmony…
Maas nr 1-10
Maas nr 1-11
Interview
Leugenvinger Grote kabouters. Ze bestaan. Vet en zwart als roet van overzee. Er staat er één op het plein. Hij eet de hemel en verwijt ons met zijn dikke leugenvinger ons aardse paradijs. Te veel is te veel. Moeten we gered worden? Een, samen, eenzamen? Een kunstwerk dat niet verkocht wordt is geen kunst, oordeelde ooit Rudi Fuchs en oeps! daar kwam hij dan, de reuzenpatser hunkerend naar vliegenzwammen. ‘Kijk, papa, een kerstboom!’ roept een meisje met grote ogen. Ik kreun. Aan de overkant rijdt een agent te paard. De blinde en de lamme trekken voorbij, lampen floepen aan, de avond is gevallen. Nu nog een vervroegde hemelvaart.
Tekst en beeld Lydia Gille
Dichter bij de Rotterdammer Jana Beranová is de tweede stadsdichter van Rotterdam. Ze biedt de stad twaalf stadsgedichten en een aantal poëzieprojecten. Een voorbeeld is het Gedicht van de Maand dat hangt in het stadsdichterskastje tegenover v/h boekhandel Van Gennep. Maasredacteur Lydia spreekt met Jana over Rotterdam, meertaligheid en natuurlijk dichten.
Jana Beranová stadsgedicht december 2009
Jana Beranová vertaalde ‘De geboorte van Sisyphus’ in het Nederlands. Maas nr 1-12
>> Maas nr 1-13
Tekst en beeld Marianne van Milligen
uit het Duits vertaald Tsjechisch gedicht bij Poetry International, “Daar klopt niets van”. Dat leverde Jana de eerste vertaalopdrachten op. Zo belandde ze bij de poëzie; het Tsjechisch en Nederlands in Jana creëert een mooie symbiose. Haar eerste vertalingen van poëzie waren die van Miroslav Holub en Milan Kundera.
Zwarte kabouter
“Lezen is Jana’s huis is als zijzelf: kleurrijk en uitbundig. Vol van kunst. Schilderijen in zwart-wit en in felle deelnemen aan het gedicht” tonen. En boeken, overal boeken. De wereld is er
met souvenirs vertegenwoordigd: handgemaakte sieraden aan de wand, zwerfkeien op de schoorsteen en op de kachel. Ervoor een Griekse poes. Meegesmokkeld in het vliegtuig en op Jana’s buik onder haar kleren langs de douane geloodst.
Zonder restricties
Die veelkleurigheid strookt met de internationale kenmerken van de Maasstad. “Rotterdam is een heerlijke stad en het wordt steeds beter. Zeker met de komst van de mediterrane volkeren. Nederland heeft zich enorm aangepast. In het begin voelde ik me een buitenstaander, omdat ik merkte dat bepaalde dingen niet werden begrepen. Ik wilde vertellen, mensen aanraken, maar dan deinsden zij terug. Eind vijftiger jaren zag de stad er anders uit. ’s Avonds waren de straten leeg, want de arbeiders lagen vroeg op bed. Hun calvinistische opvoeding werkte beperkend. Weinig cultureel leven, geen uitbundigheid. Zelf ben ik zonder die restricties opgevoed. De kerstnachtdienst vond ik mooi, maar dat godsdienstige hebben wij minder dan de Nederlanders. De Tsjechen zijn eerder katholiek op sloffen.” Dat naar elkaar toegroeien van de vele culturen is een verrijking, zoals Jana’s meertaligheid haar heeft verrijkt. “Ik leef niet tussen twee culturen, ik leef mèt twee culturen. Ik ben opgegroeid met boeken en denk in beelden. De natuur van mijn jeugd zal daarbij een rol hebben gespeeld: de bossen en de bergen. In Nederland heerst een handelsgeest en denkt men rationeel. Tsjechië kent een traditie van poëzie en muziek. Mijn moeder zong veel en reciteerde uren gedichten. De Tsjechen kennen vele ballades, een soort sprookjes. Ze werden op toneel gebracht. Als kind kende ik er veel uit mijn hoofd.”
Symbiose
De keuze voor de poëzie is een natuurlijke. “Mijn vader had het advies gekregen mij economie te laten studeren. Er moest brood op de plank komen.” De vloeiende gang van de studie economie naar de poëzie verdient een apart verhaal. Over zaken doen en organiseren. Over studentencabaret en -toneel: “Net als veel studenten schreef ik liedjes en ik vertaalde teksten voor eigen voorstellingen”. “Ben je gek geworden”, was haar kritiek op een Maas nr 1-14
“Associatief”, reageert Jana stellig op de vraag hoe haar gedichten tot stand komen. “Ik moet iets hebben wat me meteen treft. Een gedachte komt op. Ik kijk graag achter de dingen. Dan ga ik aan het werk. Daarna maak ik het lopend.” Een voorbeeld is het gedicht ‘Leugenvinger’, dat zijn aanleiding vond in het beeld van de Amerikaanse kunstenaar Paul McCarthy dat door de Rotterdammers al snel werd omgedoopt tot Kabouter Buttplug. “Ik was in november 2007 bij het transport van het beeld”, vertelt Jana schaterend. “Toen ik dat grote zwarte ding op een aanhanger zag liggen, dacht ik ‘kabouters zijn niet zwart’. Zo ben ik daar in gedachte mee gaan spelen en kwam de opvatting van Rudi Fuchs in me op. Ik vind het geen kunst, eerder kitsch. Ik spot ermee, ontleed het beeld met een knipoog. Het kind dat de kerstboom ziet en ik die kreun.”
“Lezen is deelnemen aan het gedicht” Jana zegt dat de kunstenaar het beeld heeft gemaakt als waarschuwing tegen de overconsumptie en tegen overmatig genot. “Ik zie de kabouter de hemel eten en denk: hij wel, maar wij mogen niet. Je hoeft niet alles te begrijpen van een gedicht. Kunst moet prikkelen. De lezer moet zich afvragen: wat doet het met mij, wat haal ik eruit. Lezen is deelnemen aan het gedicht.”
Kernachtig
Onlangs kwam de bundel ‘De geboorte van Sisyphus’ van de moderne Tsjechische dichter Miroslav Holub uit. Het algemene idee dat het Nederlands zich niet leent voor vertaling klopt niet. “Het Tsjechisch verbuigt daar waar het Nederlands hulpwerkwoorden en voorzetsels nodig heeft. Het Tsjechisch is daardoor kernachtiger, de zin eindigt zelfs met een kernwoord. In het Nederlands vang ik dat op door een bepaald ritme. Het Nederlands is goed voor poëzie.” Jana gaat voor 2010 op zoek naar gedichten die zij de moeite waard vindt om onder de aandacht te brengen van de Rotterdammers. “In februari komt er een door burgemeester Aboutaleb vertaald gedicht van de Libanese dichter Adonis, dat hij tijdens Poetry International al zo schitterend in het Arabisch heeft voorgedragen.” <<
Groen
Geheimen “Als je van de natuur houdt, blijf dan in de stad”, zegt de Vlaamse criticus en schrijver Marc Callewaert (1927). Maasredacteur Marianne volgt zijn advies en struint de stad af op zoek naar verborgen groen en ontdekt dat Rotterdam, óók in de winter, groener is dan je denkt. Winterwandelen
K-k-k-koud hè? Blijf niet binnen, maar pak muts en wollen wanten en trek erop uit. Wie rust wil in wereldstad Rotterdam, gaat winterwandelen in Arboretum Trompenburg. Trek warme laarzen aan en maak een wandeling door deze oude bomen- en plantentuin. Slechts honderd meter van de drukke Maasboulevard geniet je hier van een paradijselijke rust. Stap over de kronkelige paadjes, geniet van de mooie doorkijkjes en verbaas je over de diversiteit aan bomen, struiken en planten, alle voorzien van een bordje met daarop de wetenschappelijke naam en het land van herkomst. Het duurt vast niet lang meer of de bollen en knollen, nu nog verstopt onder takjes en bladeren, steken hun kopjes boven de grond als voorbode van de naderende lente. Drink na je wandeling een kop warme chocolademelk in het entreepaviljoen of in theehuis De Uithoek. Kijk voor openingstijden, themawandelingen en de halfjaarlijkse plantenmarkt op www.trompenburg.nl Een wat minder voor de hand liggend decor voor een winterwandeling is begraafplaats Crooswijk. Meer dan 175 jaar oud en deels ingericht in Engelse landschapsstijl, is Crooswijk tevens stadspark, natuurgebied en rijksmonument. Doe als Maas en volg de groene wandelroute. Als je een ‘ijsdag’ treft, wandel je hier door een landschap van bevroren waterpartijen en berijpte treurwilgen. Tussen de negentiende-eeuwse, bemoste zerken scharrelen verkleumde vogels rond op zoek naar iets eetbaars. In deze verstilde omgeving doet het verkeersgeraas op de achtergrond weliswaar onwezenlijk maar ook geruststellend aan; daarbuiten gaat het leven gewoon door. Wandelroutes zijn gratis verkrijgbaar bij de beheerder en de Rotterdamse VVV. Kijk voor openingstijden op www.gw.rotterdam.nl
Tuingeheimen aan de Coolsingel
Pal om de hoek van de overbevolkte Koopgoot, vind je het eeuwenoude Schielandhuis (nu Historisch Museum Rotterdam) dat zich spiegelt in de moderne gevels van de ‘buren’. Vanuit de museumwinkel (vrij toegankelijk) aan het Bulgersteyn heb je toegang tot de historische stijltuin met zijn buxushagen en rozenstruiken. Ontstress hier hartje stad in de inpandige brasserie met tuinzicht en een cappuccino. Even verderop vind je de met leilinden omzoomde binnentuin van het stadhuis aan de Coolsingel, waar je op een bankje bijkomt van de drukte daarbuiten. Maas nr 1-15
Maas nr 1-16