�
jaargang �16 / nr 54 /september 2007 �
‘UITGAAN VAN JE EIGEN KRACHT EN STRIJDBAAR BLIJVEN!’ In dit nummer o.a: • Humanitaire hulp in Servië pag. 5 • Jongeren en ouderen vinden elkaar pag. 6 & 7 • Slovenen in woord en beeld pag. 5
Zorica Majic is één van de pioniers van de emancipatie van migrantenvrouwen in Nederland. Sinds haar komst naar Nederland in 1971 is zij actief in de vrouwenbeweging. In Rotterdam maar ook landelijk laat zij nog steeds haar stem horen als het gaat om de emancipatie en participatie van migrantenvrouwen én Nederlandse vrouwen. Haar moeder en oma zijn haar voorbeelden en motiveren haar om strijdbaar te blijven.
‘De activiteit van vandaag moet iets voor morgen betekenen en overmorgen moet er resultaat uitkomen.’ Uitspraak van Zorica Majic in het boekje ‘Vandaar. Portretten van buitenlandse vrouwen in Nederland’ uit 1986.
dering in komen door de migrantenvrouwen organisaties en de (witte) vrouwenorganisaties meer toegankelijk te maken voor elkaar.” Een initiatiefgroep van vrouwen uit de Zuideuro pese gemeenschappen komt nu geregeld bij elkaar en er worden activiteiten georganiseerd. Welke adviezen zou jij deze vrouwen willen geven?
De emancipatie van migrantenvrouwen in Nederland kenmerkt zich door golfbewegingen. Ook de vrouwen afkomstig uit Zuid-Europa hebben deze politieke en maatschappelijke golfbewegingen Eva Fotiadi meegemaakt en leerden hiermee om gaan. Zorica Majic is geboren in Belgrado in Servië, maar zij voelt zich nog steeds Joegoslavische. Ze was eenentwintig jaar oud toen ze in 1971 naar Nederland kwam, was verliefd op een Nederlandse man, trouwde en ging in de Afrikaanderbuurt wonen in Rotterdam. Ze werd actief in de wijk en in de socialistische vrouwenbeweging. Na een aantal jaren ging zij studeren aan de Sociale Academie in Rotterdam. Op dit moment is zij werkzaam als beleidsmedewerker bij Stimulans, een provinciale welzijnstichting in Rotterdam en neemt daarnaast op vrijwillige basis deel aan verschillende besturen. Uit het boekje ‘Vandaar. Portretten van buitenlandse vrouwen in Nederland’ uit 1986 blijkt hoe migrantenvrouwen in Nederland strijd moesten leveren voor een rechtvaardige behandeling. Is dit nu twintig jaar later nog steeds het geval? “De strijd voor een rechtvaardige behandeling van vrouwen blijft. De emancipatie van vrouwen, in het bijzonder van migrantenvrouwen, is een continu proces. Een never ending story. Het gaat tenslotte nog steeds om de verdeling van politieke en maatschappelijke posities en de verdeling van macht. Je moet als vrouw nog steeds zelf de strijd aangaan om onrechtvaardigheid te bestrijden, via dialoog en acties. Toen ik een paar jaar in Nederland was heb ik me aangesloten bij de vrouwenbeweging in Nederland en ik merkte dat veel vrouwen zich afhankelijk opstelden. In Joegoslavië zijn vrouwen mondig en zelfstandiger. Wat betekent zelfstandigheid voor vrouwen in Nederland als er geen betaalbare opvangmogelijkheden zijn voor hun kinderen? Behalve dat een rechtvaardige behandeling ontbreekt, is ook de sociaal-economische positie van veel migrantenvrouwen van de eerste generatie nog steeds ver onder de maat.” Wat verwacht je bij je strijd van de Nederlandse vrouwenbeweging? “Ik heb altijd gezegd dat de Nederlandse vrouwen beweging de belangen van de migrantenvrouwen serieus moet nemen. Datgene wat ze voor hun
Lizebulletin / nr 54 / september 2007
2
eigen beweging hebben opgeëist, eisen wij nu voor ons op. Er wordt onvoldoende onderkend dat wij zelf de emancipatie en participatie van migrantenvrouwen ter hand kunnen nemen. Helaas moet ik constateren dat nog steeds veel functies in het emancipatiewerk voor migrantenvrouwen bekleed worden door Nederlandse vrouwen. Het landelijk beeld geeft nu aan dat de emancipatieactiviteiten voor migrantenvrouwen met succes plaatsvinden in de eigen kring. Binnen iedere etnische gemeenschap is er sprake van een eigen invulling van emancipatieactiviteiten. Mannen spelen hierbij niet zelden een belangrijke rol. Dit proces is nodig om uiteindelijk te komen tot een totaal emancipatiebeleid waarin alle vrouwen zich herkennen en zich erkend voelen. Nu is het nog zo dat van samenwerking of een vertrouwensrelatie tussen migrantenvrouwenorganisaties en witte vrouwenorganisaties nauwelijks sprake is. Hier moet veran-
“Aan de laatste activiteit voor Zuideuropese vrouwen heb ik zelf deelgenomen. Het is nuttig en goed dat vrouwen van de verschillende Zuideuropese gemeenschappen in Nederland, en dat zijn er inmiddels elf, elkaar ontmoeten en met elkaar praten over diverse onderwerpen. Zo ontstaat er een sfeer van gezamenlijkheid en onderlinge solidariteit. Vanuit deze solidariteit moeten er echter inhoudelijke en concrete stappen genomen worden. De vrouwen dienen zich over de maatschappelijke en economische barrières en drempels van hun leven en hun leefomgeving uit te spreken. Hoe moeilijk dit misschien ook is voor een aantal vrouwen. Dit proces van zelfreflectie en emancipatie dient door professionals, het liefst uit de eigen kring, begeleid te worden. Het zou goed zijn om meer Zuideuropese vrouwen bewust te maken, na te laten denken over hun positie hier en over hoe zij meer druk kunnen uitoefenen om hun belangen te behartigen. In het verleden waren er maar heel weinig vrouwen actief om de knelpunten aan te pakken. Nu zijn het er al veel meer. Het zou heel mooi zijn als dit proces afgerond wordt met een visienota waarin praktische aanbevelingen staan voor een lokaal emancipatiebeleid voor Zuid europese vrouwen. Het lijkt mij goed om zo’n visienota volgend jaar op de Vrouwendag op 8 maart aan te bieden aan de minister van Emancipatie beleid en een aantal wethouders.” • Boudewijn Sittrop
Lize-vrouwendag in Utrecht, 16 juni 2007
Kent u ons nog?! Een hernieuwde kennismaking met de zelforganisaties van Zuid-Europeanen De quickscan ‘Kent u ons nog?! Een hernieuwde kennismaking met de zelforganisaties van Zuid-Europeanen in Amsterdam’, wordt op de Amsterdamse Gemeentedag op zaterdag 22 september gepresenteerd. Op initiatief van Lize en in samenwerking met de ZEG, Inspraak orgaan Zuideuropese gemeenschappen Amsterdam, de Vrijwilligerscentrale Amsterdam en CABO, Centrum voor Advies en Begeleiding Oudere Migranten Amsterdam, is een inventarisatie gemaakt van de zelforganisaties van Amsterdamse Zuid-Europeanen en van de Spaans- en Portugeestaligen uit Zuid-Amerika. In 2006 constateerde Lize dat de zelforganisaties van Zuid-Europeanen in Amsterdam uit beeld waren geraakt bij de politieke bestuurders en maatschappelijke organisaties en dat het netwerk van Zuideuropese zelforganisaties in Amsterdam afbrokkelde. De onderzoekers Justus Uitermark en Frank Steenbergen constateerden dat het door de gemeente ingezette diversiteitbeleid desastreuze gevolgen had voor de migrantenorganisaties waaronder de Zuideuropese zelforganisaties. In overleg met de ZEG, CABO en de Vrijwilligerscentrale werd besloten om een inventarisatie te maken van de Zuideuropese zelforganisaties in Amsterdam. Er werd afgesproken om ook de zelforganisaties van de Amsterdamse Portugees- en Spaanstaligen uit Zuid-Amerika bij het onderzoek mee te nemen. De inventarisatie was ondermeer nodig om een beter inzicht te krijgen in het aantal organisaties, de organisatiestructuur en de organisatiegraad van de Zuideuropese zelforganisaties.
Jongeren bezoeken de zelforganisaties Voor de inventarisatie heeft Lize een vragenlijst samengesteld, waarin naast vragen over de organisatie en activiteiten ook vragen stonden over de wensen, behoeften en ambities van de zelforganisaties. Voor de beantwoording van de vragen is ervoor gekozen om jongeren uit de Zuideuropese gemeenschappen in te zetten. Deze intergenerationele manier van werken heeft goed gewerkt en heeft voor beide kanten, de jongeren en de veelal oudere vrijwillige bestuurders, een wederzijdse kennismaking en een positief gevoel opgeleverd. Onze dank en waardering zijn voor Lalita da Fonseca, Mirna Medica, Goran Pisi´c en Aldo Pomper. Maar zeker óók voor alle bestuursleden van de Zuideuropese en Portugees- en Spaanstalige zelforganisaties, die tijd hebben genomen voor de beantwoording van de vragen.
Amigos do Brasil, Latinos Plus, de ServischeMontenegrijnse vereniging en Fundacio´n Dominicana Santo Domingo zijn actief voor hun eigen gemeenschappen maar zoeken ook de contacten op met andere Amsterdamse (vrijwilli gers)organisaties. De zelforganisaties maken de mensen uit de verschillende Zuideuropese, Spaansen Portugeestalige gemeenschappen in Amsterdam zichtbaar, geven hen een stem en bevorderen hun emancipatie en participatie in de Amsterdamse samenleving. Daarvoor hebben ze echter wel de support nodig van politiek en maatschappelijk Amsterdam en een beetje (meer) waardering.
In eigen kring Wat opvalt bij het uitwerken van de gegevens is, dat nog steeds veel mensen uit de Amsterdamse Zuideuropese gemeenschappen als vrijwilliger dag en nacht in touw zijn voor hun zelforganisatie. Dit geldt ook voor de vrijwilligers van de Spaans- en Portugeestalige organisaties. Organisaties als de Associacaõ Portuguesa de Amsterdaõ (APA), het Griekse Huis, het Kroatië Huis, Stichting Bosnië-Herzegovina, Centro Gallego Semente Nova, Grupo Desportivo e Recreativo Os Lusitanos, Italiaanse Ouderen, Islamitisch Cultureel Centrum Bosnië-Herzegovina, vereniging Uniao Caboverdana, Centro Cultural de Hispanohablantes, Migrante Casa Abierta,
De quickscan ‘Kent u ons nog?! Een hernieuwde kennismaking met de zelforganisaties van Zuid-Europeanen in Amsterdam’ staat vanaf 24 september op de website van Lize. • Boudewijn Sittrop
Welkom op de Gemeentedag 2007 van de gemeente Amsterdam, op zaterdag 22 september van 11.00 tot 16.00 uur in het stadhuis en het Muziektheater. Ieder jaar organiseert de Gemeente Amsterdam een Gemeentedag met een uitgebreide informatiemarkt waar meer dan 140 Amsterdamse organisaties zich presenteren. Het culturele programma speelt zich af op verschillende podia, waaronder het multicultureel podium in de hal van het stadhuis. Op dit podium treden verschillende muziek-, dans- en folkloregroepen op waaronder de dansgroepen van Centro Cultural de Hispanohablantes. Rond 14.00 uur vindt op het multicultureel podium ook de presentatie plaats van de quickscan ‘Kent u ons nog?! Een hernieuwde kennismaking met de zelforganisaties van Zuid-Europeanen in Amsterdam’. Kom naar de Gemeentedag en laat u informeren, maak kennis met de vele vrijwilligers van de zelforganisaties en geniet van muziek, dans en hapjes.
3
5
Lizebulletin Lizebulletin / nr/54 nr /54/ september september 2007 2007 Lizebulletin / nr 54 / september 2007
Elfde congres FAEEH
Spanjaarden in Nederland twee aan twee
Op 9 en 10 juni vond in Hotel Van der Valk in Breukelen het elfde congres van de Federatie van verenigingen van Spaanse immigranten in Nederland (FAEEH) plaats. Bij de FAEEH zijn zo’n 40 lokale verenigingen van Spaanse arbeidsmigranten aangesloten. Tijdens dit congres, waaraan ongeveer 100 personen deelnamen, is Emilia Hernández Pedrero opnieuw tot voorzitter van het nieuwe bestuur benoemd. Speciaal voor dit congres was dhr. Rafael Rodríguez uitgenodigd die als deskundige uitleg gaf over het Statuut van de Spaanse burgers in het buitenland. Dit is een nieuwe wet die de rechten en plichten van Spanjaarden in het buitenland bundelt. Naast dhr. Rodriguez was ook uitgenodigd mevr. Yolanda Gómez Echevarría, hoofd afdeling van het Bureau Remigratie, dat onlangs in Madrid is geopend. Dit bureau heeft tot doel om Spanjaarden die remigreren te informeren en te ondersteunen bij hun reïntegratie in de Spaanse samenleving. Voor het tweede deel van het programma was dhr. Antonio Montilla, attaché arbeids- en sociale zaken van de Spaanse Ambassade, aanwezig die informatie gaf over de nieuwe subsidieregeling van de Spaanse overheid voor onder andere activiteiten van zelforganisaties. Ook beantwoordde hij diverse vragen over vooral sociale zekerheid kwesties. Opmerkelijk waren de vele vragen van de aanwezigen over de problemen die zij ondervinden als ze hun kind een dubbele naam willen geven volgens de Spaanse wet. Het congres werd afgesloten met de presentatie van het onderzoek ‘Españoles en Holanda de dos en dos’ van Montsé Escude en Fernando Miguel Fernández.
Meer informatie over zowel het Statuut als over Bureau Remigratie is te vinden op www.ciudadaniaexterior.mtas.es
Lizebulletin / nr 54 / september 2007
In opdracht van de FAEEH is het onderzoek ‘Españoles en Holanda de dos en dos’ uitgevoerd. Een van de schrijvers is Fernando Miguel Fernández en aan hem vragen we om wat meer te vertellen over de achtergronden van dit onderzoek, de resultaten en het belang van een dergelijk onderzoek voor andere Zuideuropese gemeenschappen. “Montse Escudé was onze tweede stagiaire vanuit de Ramón Llull Universiteit in Barcelona. Zij heeft 40 Spanjaarden van de eerste en tweede generatie in verschillende steden geïnterviewd. Wij wilden hiermee een actueel beeld krijgen van hun leefsituatie en inzicht in hun standpunten rond een aantal belangrijke thema’s. Spanjaarden worden vanaf hun toetreding tot de EU per direct als geïntegreerd beschouwd en worden net als andere Zuid-europese groepen niet meer in onderzoeken meegenomen. Dan moet je het maar zelf doen. Uit het onderzoek blijkt in de eerste plaats dat de tweede generatie een grote sprong vooruit heeft gemaakt ten opzichte van hun ouders, wat onder andere arbeidspositie, inkomen en wonen betreft. Jongeren zien voor hun ouders het belang van de Spaanse verenigingen in, maar vinden deze voor zichzelf niet aantrekkelijk
genoeg en participeren maar mondjesmaat in de besturen. Ten aanzien van remigratie komen welbekende dilemma’s naar voren rond het achterlaten van de kinderen en kleinkinderen, maar ook de twijfel of de ouders zich daar weer kunnen aanpassen en kunnen rekenen op een goede gezondheidszorg op hun oude dag. De zorg voor de ouders blijkt, net als hun remigratie, tussen beide generaties een thema wat nauwelijks besproken wordt. Als ouders echter naar Spanje terugkeren, kunnen de kinderen niet in het weekend even langskomen om ze gezelschap te houden en zorg te bieden. Al met al geeft het onderzoek de FAEEH genoeg aangrijpingspunten om, zoals de ondertitel van het boek luidt, ‘naar een intergenerationele dialoog’ toe te werken, rond de thema’s als remigratie, zorg, maar ook de ondersteuning van lokale verenigingen die tegen het licht van de hogere eisen die een lokale overheid stelt, deze steun goed kunnen gebruiken. Het onderzoek van de FAEEH is zeker ook toepasbaar en belangrijk voor de andere Zuideuropese gemeenschappen in Nederland. Net als in ons vorige onderzoek ‘Sociale uitsluiting van Spaanse ouderen in Nederland’, formuleren we aanbevelingen gericht aan landelijke en lokale overheden, om vooral Zuideuropese ouderen mee te nemen in onderzoeken en zich niet alleen te beperken tot de welbekende grotere minderheidsgroepen. Dit biedt immers een te beperkt beeld van de allochtone groepen in Nederland, met steden als Amsterdam met meer dan 160 nationaliteiten! Het zou goed zijn als Lize erin slaagt ook voor andere groepen onderzoek te laten verrichten om daarmee hun leefsituatie zichtbaar te maken. We hebben een subsidieaanvraag bij het Spaanse Ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken ingediend om het boek in het Nederlands te kunnen vertalen en wij hopen natuurlijk dat de aanbevelingen die wij zowel aan de Spaanse als Nederlandse overheden doen, worden overgenomen.”
Herdenking van de val van
Srebrenica
Vierhonderdnegenendertig witte ballonnen vlogen op 11 juli 2007 vanaf het Plein in Den Haag de lucht in. Voor ieder slachtoffer van wie het stoffelijk overschot het afgelopen jaar gevonden is, werd aan het eind van de ceremonie een witte ballon opgelaten met op het kaartje zijn of haar naam. De jaarlijkse herdenking werd georganiseerd door de Bosnische jongerenorganisatie Mladi BiH, het Platform van Organisaties van Burgers uit BosniëHerzegovina in Nederland, de Bosnische Islamitische Vereniging IZBN/IVBN, IKV Pax Christi en het Politiek Comité Stari Most. Meer dan driehonderd mensen namen deel aan de herdenking. Er waren toespraken van mevrouw Den Oudsten van het Politiek
4
Comité Stari Most en ambassadeur Fuad Sabeta, accordeonmuziek van Nihad Hrustanbegovi´c en een gebed van Nermin Cani´c, de Bosnische imam in Nederland. De witte ballonnen vlogen over het ministerie van Justitie richting BosniëHerzegovina. ‘Misschien heeft staatssecretaris Albayrak de ballonnen gezien en denkt zij daarbij aan de vele vluchtelingen uit Srebrenica in Nederland die nog geen verblijfsvergunning hebben’, verzuchtte één van de jongeren.
Wel of geen dubbele achternaam? Slovenen in Lize krijgt regelmatig vragen over de achternaam van kinderen van Spaanse ouders. Ouders willen weten of hun kind met een dubbele achternaam geregistreerd kan worden bij de gemeente. De nationaliteit van de ouders én die van het kind bepaalt welke achternaam het kind krijgt. Er zijn drie mogelijkheden: 1. Beide ouders hebben alleen de Spaanse nationaliteit en ook het kind heeft de Spaanse nationaliteit. Het kind krijgt volgens Spaans recht als achternaam de samenvoeging van de achternamen van de ouders (bijvoorbeeld Ana Sánchez Fernández). 2. Beide ouders hebben alleen de Nederlandse nationaliteit en ook het kind heeft de Nederlandse nationaliteit. Het kind krijgt volgens Nederlands recht één achternaam, meestal die van de vader (bijvoorbeeld Ana Willemsen). 3. Een van de ouders heeft de Spaanse nationaliteit en de andere de Nederlandse of beide ouders (of een van hen) hebben zowel de Spaanse als Nederlandse nationaliteit. Het kind heeft dan meestal beide nationaliteiten. Kinderen die zowél de Spaanse als de Nederlandse nationaliteit hebben kunnen een dubbele achternaam krijgen (bijvoorbeeld Ana Willemsen Fernández). Deze mogelijkheid bestaat pas sinds 2004 op basis van het Besluit van 25 mei 2004 tot wijziging van het Besluit geslachtsnaamswijziging. De procedure om zo’n dubbele achternaam te krijgen, is als volgt. Bij de aangifte van de geboorte bij de gemeente krijgt het kind eerst één achternaam. Dit omdat het Nederlands recht voor gaat. Als ouders hun kind een dubbele achternaam willen geven, dan moe-
woord en beeld
ten zij een verzoek tot naamswijziging indienen bij het ministerie van Justitie. Dit kan tegelijkertijd met de geboorteaangifte. Het duurt ongeveer zes maanden voordat er een beslissing is genomen. Voorwaarde voor toewijzing van het verzoek is, behalve het feit dat het kind naast de Nederlandse nationaliteit ook de Spaanse nationaliteit moet hebben, dat er sprake moet zijn van ‘eenheid van naam binnen het gezin’. Dat betekent dat alle kinderen dezelfde achternaam moeten hebben. Een verzoek tot naamswijziging kost € 390. Mensen met een minimum inkomen betalen € 110.
Sloveense mijnwerkersgezinnen in Brunssum, ongeveer 1935
Ouders die geen officieel verzoek tot naamswijziging willen doen, kunnen door de gemeente bij de geboorteakte van het kind een ‘Verklaring van verscheidenheid van namen’ laten toevoegen. Deze verklaring geeft het kind niet het recht om bij Nederlandse instanties een dubbele achternaam te voeren, maar verschaft wel de nodige duidelijkheid over de identiteit van het kind bij zowel Spaanse als Nederlandse instanties. In zo’n verklaring staat dan vermeld dat het kind Ana Willemsen ook bekend is onder de naam Ana Willemsen Fernández.
Op zaterdag 22 september wordt van 15.00 tot 19.00 uur in partycentrum ‘Het Streeperkruis’, Streeperstraat 66 in Landgraaf (Limburg), een dag georganiseerd over de Sloveense cultuur in Nederland. Aan de vooravond van het Sloveense voorzitterschap van de Europese Unie, van 1 januari tot 1 juli 2008, zal mevrouw dr. Tea Petrin, ambassadeur van Slovenië in Nederland, vertellen op welke wijze Slovenië het voorzitterschap zal invullen. Er zijn optredens van het zangkoor Slovensko Pesco Drustvo ZVON en de folkloregroep Slovenska Folklora Skupina Nizozemsko. Milena Mulders presenteert de resultaten van haar onderzoek naar de culturele erfgoedsporen van de Slovenen in Nederland. Het orkest Begunje zorgt voor de muzikale omlijsting en natuurlijk kan er genoten worden van Sloveense gerechten en wijnen. Voor meer informatie over deze bijeenkomst kunt u contact opnemen met Mojca Nodelijk-Guštin, email:
[email protected]
Meer informatie bij het ministerie van Justitie, 070 - 370 6537 (infolijn, normaal tarief). Verzoeken tot naamswijziging kunnen ingediend worden bij: Dienst Justis, afdeling Naamswijziging van het Ministerie van Justitie Postbus 20300 , 2500 EH Den Haag
Humanitaire hulp in Servië Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in Joegoslavië in 1991 is de Servische gemeenschap in Nederland actief op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De hulptransporten worden gecoördineerd door de humanitaire commissie van de Servisch-orthodoxe kerk in Rotterdam en blijven anno 2007 hard nodig. Zo werd onlangs op Wereldvluchtelingendag, die op 20 juni 2000 door de Verenigde Naties werd ingesteld, bekendgemaakt dat in Europa Servië het grootste aantal vluchtelingen telt, in totaal zo’n 305.000. Daarvan zijn 105.000 vluchte
lingen afkomstig uit Kroatië en Bosnië-Herze govina en meer dan 200.000 ontheemden uit Kosovo en Metohija. Daarnaast leeft minstens een op de tien Serviërs onder de armoedegrens. Dankzij donateurs is de Servische gemeenschap de afgelopen jaren in staat geweest meerdere projecten succesvol af te ronden. Zo gingen bijvoorbeeld in samenwerking met het Servische Rode Kruis humanitaire transporten richting Kosovo en Metohija, waar verschillende enclaves van de meest elementaire noodhulp werden voorzien. Scholen in Servië kregen ramen en kozijnen en vorig jaar kon een weeshuis in Banja Luka rekenen op huishoudapparatuur en speelgoed. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de talrijke activiteiten die vanuit de Servische gemeenschap recentelijk geïnitieerd zijn. Vader Vojislav Bilbija, rector van de Servische parochie in Rotterdam en de stuwende kracht achter de humanitaire projecten van de Servische gemeenschap in Nederland, deelt de ingezamelde noodhulp regelmatig eigenhandig
ter plekke uit en is daardoor goed op de hoogte van de zeer slechte leefomstandigheden van de vluchtelingen en noodlijdenden. “Onze bijdrage is een druppel op een gloeiende plaat, maar de symbolische waarde en morele steun is vele malen belangrijker”, vertelt hij. “Alleen al de gedachte dat iemand aan ze denkt, vervult hen met liefde en hoop. De wetenschap dat ze er niet alleen voor staan betekent veel meer voor ze dan een zak met kleding of een tweedehandse rolstoel. Dat is onze motivatie om door te gaan”, aldus vader Vojislav. Het nieuwste humanitaire project van de Servische gemeenschap draagt de naam ‘Grenzeloos hart’ en komt ten goede aan een opvangtehuis voor gehandicapte meisjes en vrouwen nabij Paracin in Servië, alwaar de patiënten onder erbarmelijke omstandigheden moeten leven. Meer informatie over dit project is te vinden op www.humanitarna.org
5
Lizebulletin / nr 54 / september 2007
Jongeren en ouderen vinden elkaar In eerdere Lize-bulletins heeft u al een aantal keer kunnen lezen over het project ‘Jong en oud samen op weg’. Om het geheugen op te frissen: doel van het project was om jongeren én ouderen van verschillende afkomst bij elkaar te brengen. De inzet van het project was het organiseren van bijeenkomsten waarbij muziek en cultureel erfgoed als middel werd gebruikt om kennis met elkaar te maken. Eind september loopt het project ten einde. De ervaringen zullen gebundeld worden in een evaluatieverslag waarin ingegaan zal worden op de methodieken, de valkuilen en vooral de kansen. Na een gedegen voorbereiding is de uitvoering van het project in september 2006 officieel van start gaan. In het afgelopen jaar heeft een reeks van zeer diverse bijeenkomsten plaatsgevonden. Wie weet was u er zelf bij aanwezig, maar zo niet, dan krijgt u nu alsnog een indruk. Hieronder een greep uit de activiteiten. Bijvoorbeeld de dansmiddag in de Utrechtse
te durven stellen aan anderen.
wijk Kanaleneiland. In het 3-generatiecen-
Het enthousiasme heeft er toe geleid dat
trum werd druk geoefend om in een middag
in het najaar de groep zelfstandig verder
verschillende dansen onder de knie te krijgen.
gaat. De groep zal wat uitgebreid worden,
Van salsa tot Grieks. Swingend werd er door
de thema’s wat minder zwaar (humor,
kinderen van tien jaar maar ook door een
liefde).
buurtbewoonster van 84 jaar oud gebuikdanst. Spontaan ontstond ter plekke het idee om
De combinatie van rappende jongeren en
Griekse dansles voor kinderen te organiseren.
bewoners uit een ouderencentrum was voor
Vanaf september zullen een Griekse dansleraar
sommigen op voorhand wat minder goed
en een Turkse vrijwilligster deze lessen organiseren.
voor te stellen, maar in de praktijk bleek dit een erg interessante samenstelling. In
Naast dansen was er ook ruimte voor
Rotterdam kwam een aantal weken een
gesprekken, bijvoorbeeld in een kerk in het
klein groepje jongeren en ouderen samen
Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Daar
in een ouderencentrum in de wijk ’t Oude
kwam op een aantal vrijdagen een groep
Westen. De eerste paar keer stond het uitwis-
samen, bestaande uit leden van verschillende
selen van verhalen centraal. Het uithalen van
geloofsgemeenschappen aangevuld met buurt-
kattenkwaad, stiekem verliefd zijn maar ook
bewoners. Na een broodje werd er gesproken
zwaardere thema’s als de Tweede Wereldoorlog
over geloof en bijgeloof, rouwen, trouwen,
kwamen aan bod. Van de verschillende
herdenken, etc. Sommige deelnemers namen
verhalen is een rap gemaakt die opgevoerd
ook voorwerpen mee, zoals twee Chileense
is tijdens een speciale avond. De ouderen
poppetjes, zogenaamde geluksbrengers. ‘Heb
aangekleed in hip hop kleding, wat tot
deze in huis, verzorg ze goed en er zal u niets
groot vermaak leidde. Voor de jongens
ontbreken.’ Daar tegenover werd het Turkse
was het leuk om een keer aangesproken te
blauwe oog genoemd, een andere cultuur maar
worden op iets waar ze goed in waren en de
dezelfde wens, bescherming tegen het kwaad.
ouderen kregen meer inzicht in de leefstijl
De serie gesprekken werd afgerond met een
van deze jongeren. In Amsterdam Oost is
mini-expositie over de persoonlijke verhalen.
eenzelfde project uitgevoerd. Tijdens een
Deze was te zien tijdens de 4 mei viering van
van de bijeenkomsten bleek bij aankomst
dit jaar in kerk de Ark. De groep ervoer de
dat het groepje ouderen niet aanwezig was,
avonden als indrukwekkend en gezellig, er
waarop een van de jongens verbaasd zei
ontstond een goede sfeer waarin een ieder vrij
“meestal zijn wij degenen die niet komen
was te zeggen wat hij of zij vond en om vragen
opdagen!”. Het idee dat de bewoners een
Lizebulletin / nr 54 / september 2007
6
eigen agenda hadden met afspraken en leuke
over achtergronden en er ontstonden spontaan
uitjes, verbaasde ze een beetje. Een bewoner
ideeën om andere dingen met elkaar te onder-
gaf een van de jongens op dat moment een
nemen.
groot compliment: “Petje af dat je dat rappen zomaar kan, ouderen zijn toch wel lastig hoor.
Tips
Goed dat je er gewoon weer bent, je had toch
Het uitvoeren van dit soort projecten staat
ook lekker met je vrienden in het park kunnen
en valt met een goede dosis enthousiasme.
zitten”.
Hiermee kunt u mogelijke samenwerkingspartners overtuigen mee te doen met uw project.
Op een basisschool in Utrecht werd een spel-
Ook is gebleken dat een project niet duur hoeft
letjesproject uitgevoerd. Groep 4 tot en met 8
te zijn. Door samen te werken met partners
werd gevraagd om hun ouders en grootouders
die over een eigen locatie beschikken, hoeft er
te interviewen over spelletjes van vroeger. De
bijvoorbeeld vaak geen huur betaald te worden.
leerlingen kregen van tevoren een workshop
Denk wel aan een extra vergoeding voor vrij-
interviewen en verhalen schrijven. Daarnaast
willigers die eventuele overuren maken. De
zijn álle leerlingen van de school gefotogra-
ervaring leert dat dergelijke projecten erg dyna-
feerd met hun favoriete spel. De school is heel
misch zijn: de samenstelling van een groep
gemengd qua culturele achtergronden. Voor de
kan gaandeweg veranderen, er gebeuren soms
kinderen was dit project een aanleiding om op
onverwachte maar leuke dingen welke weer
een andere manier een gesprek te voeren met
leiden tot nieuwe invalshoeken. Probeer die
hun ouders en grootouders. Voor een deel van
tussentijdse veranderingen en aanpassingen
de kinderen een nieuwe ervaring! In september
vooral als kansen te zien en improviseer waar
wordt dit project feestelijk afgerond met een
nodig!
oud-Hollandse spelletjesochtend, waarbij natuurlijk ook de ouders en grootouders
Het afgelopen jaar was een bijzonder en afwis-
welkom zijn.
selend jaar. Sommige activiteiten liepen anders dan gepland, maar dat maakte het werk juist
Methode
interessant en uitdagend. Het was vooral ook
De in het kader van dit project georganiseerde
leerzaam: verschillende culturen, rituelen,
activiteiten kenmerken zich door hun diver-
dansen en verhalen, waarbij de gemeenschap-
ject ondersteunen waarbij tevens de uitwisse-
siteit. Er werden twee methoden gehanteerd:
pelijke deler het ‘delen’ was. Het project ‘Jong
ling tussen diverse generaties Zuid-Europeanen
eenmalige activiteiten en activiteiten waarbij
en oud’ zal ophouden in deze vorm, maar dat
centraal zal staan. Mocht u zelf een suggestie
een vaste groep meerdere keren bijeenkwam.
wil niet zeggen dat het daarmee helemaal
hebben voor een intercultureel én intergenera-
De werving van eenmalige activiteiten verliep
stopt. Op een aantal locaties gaan de ontstane
tioneel project, dan kunt u altijd bij Lize terecht
via allerlei kanalen: via de lokatie waar de
groepen verder, op een wat kleinere of minder
om u op weg te helpen.
activiteit plaats zouden vinden, via de LOM-
frequente schaal, maar het enthousiasme is
samenwerkingsverbanden, maar ook via
gewekt. Ook gaan enkele nieuwe initiatieven
• Lotte Bekker
lokale pers. Hierdoor werden de eenmalige
van start. Lize zal in het najaar een theaterpro-
projectmedewerker
bijeenkomsten door een verscheidenheid aan mensen bezocht. Bij de tweede methode werkte een vaste groep deelnemers gezamenlijk aan een eindresultaat, zoals een rap of een miniexpositie. De aanloop van deze projecten was tevens een resultaat: een groep die intensief kennis met elkaar maakt en op deze manier werkt aan gemeenschappelijkheid. Bij deze
‘Let the powers combine, let the old people rhyme!’ Marlon ‘MC Chico’ Courtney, juli 2007
projecten zijn zover mogelijk de uitkomsten zichtbaar gemaakt voor een breder publiek. De rap werd opgevoerd voor bewoners van
Vroeger was alles beter Waarschijnlijk wel waar maar onderhand allang vergeten
de centra, maar ook familie en vrienden kwamen vol trots kijken naar hun rappende oma of zoon. Beide methodes werkten toe naar
Maar dat maakt toch niks uit We chillen ‘em dik in het bejaardentehuis
hetzelfde doel: kennismaking op een informele en amusante wijze. Om meer de diepte in te gaan door gesprek en het vertellen van
Dit keer ff geen bingo We rappen met ze alle en spellen zelf de lingo
persoonlijke verhalen was het prettig met een wat kleinere groep te werken. Maar tijdens een
Leg je visie uit. Pak pen en papier en zet de televisie uit. Hoor je ‘em? Issie luid?
vrolijke dansmiddag leerde men elkaar ook kennen, zij het op een meer speelse manier. Al dansend werd onderling gepraat en gesproken
Het woord is nu de daad Keiharde raps in je gehoorapparaat
7
Lizebulletin / nr 54/ september 2007
Een halve eeuw Grieken in Gorinchem In april is het Stadsarchief van Gorinchem begonnen met een project over de Gorcumse Grieken. Sinds de jaren zestig kwamen veel Grieken naar Gorinchem om te werken in de metaal- en betonindustrie. Gorinchem kent dan ook een bloeiende Griekse gemeenschap, die inmiddels uit drie generaties bestaat en die na de grote steden, de grootste Griekse gemeenschap in Nederland is. Hoe was het voor de eerste Grieken om naar Nederland te komen, met niets meer dan een koffer in de hand? Hoe hebben zij de afgelopen 45 jaar beleefd? Wat betekent het om Grieks te zijn in Gorinchem? Het zijn interessante vragen waarop het Stadsarchief graag de antwoorden wil vinden, uiteraard in samenwerking met de Griekse gemeenschap zelf. Zo wordt hun migratiegeschiedenis vastgelegd, en tegelijkertijd is de blik op het heden en de toekomst gericht: waar zijn de Grieken nu, oud en jong? Wat is hun relatie met Griekenland én met Nederland? Inmiddels is het archief, samen met enkele leden van de Griekse gemeenschap, al behoorlijk gevorderd met het houden van interviews, het verzamelen van materiaal en het doen van archiefonderzoek. Bovendien wordt een
aantal Griekse jongeren benaderd om hieraan mee te doen en zo hun eigen wortels te onderzoeken. Hierbij is ook Lize betrokken.
De jaarlijkse achterbandag van Lize wordt dit jaar gehouden op zondag 11 november. Vanaf 11.00 uur verwelkomen we u in het gebouw van Instituto Cervantes in Utrecht. Het programma is dit jaar zeker verrassend te noemen. In oktober worden de uitnodigingen verstuurd en kunt u zich aanmelden. Tot ziens op 11 november!
8
Lize Postbus 14065 3508 SC Utrecht tel. 030 233 21 00 fax 030 232 25 71 e-mail
[email protected] www.lize.nl
Naar aanleiding van het project wordt van 29 oktober 2007 tot en met 29 februari 2008 een tentoonstelling gehouden op het Stadsarchief, met voorwerpen en verhalen van Gorcumse Grieken. Hieraan is ook een educatieproject verbonden om de leerlingen van Gorcumse scholen kennis te laten maken met de Kopij voor het Lize migratiegeschiedenis van de regio. Verder worden er bulletin kan gestuurd een aantal workshops gehouden, die gericht zijn op worden naar bovenstaand de gehele bevolking van Gorinchem. Hierin kan adres. een ieder kennis maken met de Griekse cultuur, van dans en muziek tot de overheerlijke Griekse Bijdragen van Predrag keuken. Tot slot zal begin 2008 een boek uitkoVitkovic’ en Fernando Miguel men dat de afronding vormt van dit bijzondere Fernández project en dat de titel heeft gekregen: ‘Griek Eindredactie Gonnie Kaptein en Bliek!’ Bliek is de typische bijnaam van de Foto’s FAEEH, Stadsarchief inwoners van Gorinchem, waar ook de Gorinchem, Milena Mulders Gorcumse Grieken nu al bijna een halve en Lize eeuw bij horen. Vormgeving C&P Communicatie Voor meer informatie: Stadsarchief Gorinchem, 0183-65 94 40. ISSN 1571-6384
Achterbandag Lize: komt u ook?
Lizebulletin / nr 54 / september 2007
Voor vragen over dit blad of andere zaken:
Lize behartigt bij de landelijke overheid de belangen van personen afkomstig uit Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Italië, Kaapverdië, Kroatië, Macedonië, Montenegro, Portugal, Servië, Slovenië en Spanje en hun nakomelingen. Lize maakt deel uit van het Landelijk Overleg Minderheden dat de belangen behartigt van alle doelgroepen van het rijks-integratiebeleid. Lize vervult met haar kennis van en haar relatie met de Zuideuropese gemeenschappen een beleidsbeïnvloedende rol bij de overheid. Lize functioneert tevens als informatiemakelaar tussen overheid en achterban. Op zaterdag In haar 22 september belangenbehartiging wordt van 15.00 tot zoekt Lize de balans 19.00 tussen uur in partycentrum het belang van‘Het de Streeperkruis’, achterban en het politiek Streeperstraat haalbare. Om 66 in haar Landgraaf kerntaak(Limburg), uit te een voeren, voert Lize regelmatig overleg met de minister van integratiebeleid, bewindslieden, ambtenaren en leden van de Tweede Kamer. Daarnaast werkt Lize nauw samen met andere landelijke partners.