Uitdagend geïntegreerd leerarrangement Voorbereidingsfase
Door Mariska Vos
2
Inhoudsopgave: Pagina: Het doel
3
Keuze voor het model
3
Keuze voor het onderwerp
3
Keuze voor de vakdomeinen
4
Tijdsduur
5
Coöperatief leren
6
Draaiboek
7
Omschrijving van de leerlijnen per vakdomein
9
Omschrijving van de activiteiten
17
Bijlage 1: Lesvoorbereidingsformulieren
21
Bijlage 2: Start van het verhalend ontwerp
30
Bijlage 3: Verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Afrika
31
Bijlage 4: Ontwerp een droomlocatie!
38
Bijlage 5: Bedenk je eigen kortingsactie!
40
Bijlage 6: Evaluatieformulier voor individuele leerlingen
42
Bijlage 7: Evaluatieformulier voor groepjes
43
3
Het doel: Het doel van deze opdracht is het oprichten van een reisbureau gespecialiseerd in reizen naar Afrika. De leerlingen gaan naar aanleiding van een brief/verhaal in groepjes reizen samenstellen van een maand. Tussendoor krijgen de leerlingen steeds een opdracht waar zij dan eerst mee aan het werk moeten. Iedere episode gebeurt er weer iets. Keuze voor het model: Naar aanleiding van het hoorcollege in week 1, introductie op uitdagend onderwijs heb ik gekozen voor het model verhalend ontwerp. Ik ben geïnspireerd door een voorbeeld van Rob van den Dool. Deze manier van werken spreekt mij heel erg aan omdat leerlingen heel erg geprikkeld raken om zelf op onderzoek uit te gaan. Na het hoorcollege ben ik op internet verder gaan lezen over dit model. In de studieroute voor leerkracht 4 heb ik mij verdiept in de bronnenlijst. Op de website: www.verhalendontwerpen.nl vond ik een link naar een artikel uit een praxis bulletin. Daarin stond het volgende stukje tekst: “ter inspiratie Wat Ingrid kan, kunt u vast ook. Tenminste, als u er even voor gaat zitten. Misschien met de gouden gids erbij ter inspiratie, en de krant van vandaag. Plus een stapel prentenboeken, als u in de onderbouw werkt. En vergeet vooral uw eigen liefhebberijen niet, in de bovenbouw valt daar vaak prachtig onderwijs omheen te maken.” (Dekker, P. ‘Een eigen verhalend ontwerp maken.’ In: Praxis bulletin, januari 2003) Ik ga mijn verhalend ontwerp uitvoeren in de bovenbouw, ik had vrijwel direct een onderwerp in gedachten. Dit stukje tekst bevestigt voor mij de keuze om als onderwerp Afrika te kiezen. Ik ben helemaal weg van Kenia, dit komt door een stage daar van drie maanden in 2005. Hier wil ik iedereen heel graag over vertellen, omdat ik daar dingen gezien heb die wij ons als ‘rijke’ Nederlanders maar moeilijk kunnen voorstellen. Ik ben er van overtuigd dat het goed is om kinderen te laten ervaren hoe goed wij het hier in Nederland hebben. Keuze voor het onderwerp: Hierboven beschrijf ik mijn voorkeur voor Kenia al. Maar wat ik nog belangrijker vind dan mijn eigen voorkeur is de voorkeur van mijn leerlingen. Ik wil graag weten wat mijn leerlingen bezig houdt. Dit heb ik onderzocht door een enquête onder de leerlingen uit te delen. De grootste voorkeur lag bij dieren en sport. Na deze uitslag ben ik gaan brainstormen over de onderwerpen waar ik deze punten in kan verwerken. Daarbij kwam ik uit op een wereldreis. Hier had ik direct ontzettend veel ideeën bij. Maar na al deze ideeën op een rijtje te hebben gezet kwam ik tot de conclusie dat mijn onderwerp nog veel te breed was. Na verder te brainstormen kwam ik toch weer op Afrika uit. Rond dit continent is zo ontzettend veel te doen, maar toch wil ik de interesses van de kinderen erin hebben. Daardoor kwam ik uit op een reisbureau dat safari’s organiseert in Afrika. In de natuurparken in Afrika lopen ten slotte ontzettend veel dieren, uit eigen ervaring weet ik hoe indrukwekkend dit is om te zien. Volgens van Eijkeren (2005:201) moet het thema dat je kiest voor een project aansluiten op de belevingswereld van kinderen. Zelf moet je natuurlijk ook enthousiast zijn voor een thema en er iets mee kunnen doen. Dat enthousiasme straal je vanzelf uit naar de kinderen. 4
Dit bewijst dat ik een goede keuze heb gemaakt voor mijn project, ik heb gekozen voor een onderwerp waar ik zelf erg enthousiast over ben en veel over kan vertellen. Hierin verwerk ik opdrachten met de wensen van de kinderen. Uiteindelijk richten de kinderen een reisbureau op voor safari’s in Afrika, hiervoor moeten zij folders gaan maken en teksten gaan schrijven om mensen er van te overtuigen dat zij de leukste reis hebben! Keuze voor de vakdomeinen: Rekenen en wiskunde, dit vakdomein is verplicht. De kinderen gaan een reisbureau oprichten voor safari’s in Afrika, dit kost uiteraard een hoop geld en zij moeten nog winst maken ook. Verder is de reistijd in sommige maanden beter dan in andere maanden, voor toeristen is de regentijd bijvoorbeeld geen favoriete keuze, maar als je dieren wilt bekijken is dit een hele goede tijd. Hiervoor kunnen de kinderen goed aan de slag met het maken van grafieken. Nederlands, dit vakdomein is ook verplicht. De leerlingen moeten folders gaan maken om anderen er van te overtuigen dat zij de leukste reis aanbieden. De leerlingen krijgen bij iedere nieuwe episode een andere opdracht, hierdoor zullen de kinderen regelmatig moeten overleggen. Daarom laat ik de kinderen ook in groepjes werken. De kinderen hebben ervaring met het vergaderen in kleine groepjes, hier zullen zij ook weer verder mee gaan oefenen. Hierbij vind ik het belangrijk dat iedereen een keer de functie van voorzitter heeft gehad en iedereen een keer de functie van verslaggever. Oriëntatie op jezelf en de wereld, aardrijkskunde: Over Afrika is op het gebied van aardrijkskunde zo veel te onderzoeken. Het landschap en de dieren zal gecombineerd worden met toerisme en cultuur. Belangrijk is dat de kinderen oefenen met Multi perspectivisch kijken. Als reisbureau is het natuurlijk ontzettend belangrijk dat je alles over ‘jouw’ gebied weet. Want misschien moet je wel een negatief reisadvies geven voor jouw gebied, dat zou niet mooi zijn want dan verlies je een heleboel geld. Beeldende vorming, bij een verhalend ontwerp hoort een wandfries. De leerlingen gaan veel onderzoek doen, veel materialen maken. Dit alles komt in de klas op chronologische volgorde. De leerlingen gaan ook een folder maken, hiervoor moeten uiteraard illustraties gemaakt worden. Verder gaan de kinderen promotiemateriaal maken voor hun eigen reisbureau.
5
Tijdsduur __________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 1: Ik vertel de kinderen mijn eigen ervaringen met Afrika, aan de hand van een filmpje laat ik de kinderen ervaren hoe het daar is. Daarna ga ik verder in op de safari’s en hoe de safari’s daar geregeld worden. Je kunt je safari’s hier in Nederland al boeken, je kunt dit ook in het land doen waar je al op vakantie bent. Vaak heb je bureautjes in de hotels maar je kunt je safari’s ook langs het strand boeken. Hierna stel ik de kinderen voor om zelf een reisbureau te beginnen naar aanleiding van een advertentie die ik op internet gevonden heb, ze weten inmiddels een beetje op welke manier je allemaal een reisbureau kunt hebben in Afrika. Ik bespreek met de kinderen wat de meest verstandige manier is om een reisbureau te beginnen. We zetten alle ideeën van de kinderen op papier. 1 uur __________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 1: ’s Ochtends hebben we alle ideeën al op papier gezet, ieder groepje gaat nu eerst een plan van aanpak schrijven. Na afloop bespreek ik met de kinderen wat zij willen. Misschien willen zij eerst informatie gaan zoeken of misschien willen zij eerst wat informatie van mij over Afrika. Als zij er voor kiezen dat zij eerst meer willen weten over Afrika voordat zij hun keuze gaan maken dan bied ik de kinderen een activiteit aan met multiperspectivisch kijken en de geografische vierslag, aan de hand hiervan laat ik de kinderen een verslag schrijven over welke periode het meest interessant is voor toeristen om op safari te gaan. Hierbij wil ik ook een overzichtelijke grafiek, waarin ik in een oogopslag kan zien in welke maand ik wel kan gaan en in welke maand ik beter niet gaan. 1 uur __________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 2: De kinderen hebben al een start gemaakt met het verzamelen van informatie over hun land. De kinderen ontvangen bericht van het reisbureau waar zij voor werken, in dit bericht staat beschreven dat veel toeristen hun vakantie graag verlengen met een paar dagen uitrusten aan het strand. Het is dus heel belangrijk dat je als goed reisbureau deze mogelijkheid ook aanbiedt! Ga op zoek naar de mooiste plekken waar jullie gasten kunnen genieten van optimale luxe! Vandaag zullen de meeste kinderen ook al beginnen met het uitwerken van hun informatie, zij selecteren de belangrijke informatie en zetten dit om in pakkende teksten. Ik zal de kinderen stimuleren om vandaag al een heel eind te komen met de informatie voor hun folder. 2 uur __________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 3: De kinderen ontvangen weer bericht van het reisbureau, ieder groepje ontvangt een envelop met daarin hun eigen opdracht. Iedere opdracht komt op hetzelfde neer, zij mogen namelijk korting gaan geven aan de eerste mensen die bij hun boeken. Hoe de kinderen de opdracht verder uitwerken mogen zij zelf weten, belangrijk is wel dat zij deze korting goed gaan promoten. Want klanten willen natuurlijk zo min mogelijk betalen (of in ieder geval het idee hebben dat zij goedkoop uit zijn) 1 uur __________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 4: Morgenmiddag gaan wij een soort markt organiseren waarin alle reizen worden aangeboden. De leerlingen kunnen dan hun reis gaan promoten voor hun klasgenoten en in overleg misschien ook aan groep 5/6. Maar de klas moet natuurlijk wel leuk aangekleed worden in Afrikaanse stijl. Hoe gaan we dit aanpakken? Ik laat dit volledig aan de kinderen over, ieder groepje krijgt een paar tafels waarop zij hun informatie uit kunnen stallen. Zij moeten er voor zorgen dat hun ‘kraampje’ het meeste aanspreekt. Hele middag 6
__________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 4: De kinderen ronden alles af en gaan binnen hun groepje bespreken wat zij ’s middags gaan vertellen om hun reis zo aantrekkelijk mogelijk te maken. 2 uur __________dag ochtend/middag , ___________ 20__, episode 4: Alle groepjes krijgen even de tijd om hun kraampje helemaal klaar te zetten, daarna mag iedereen even bij elkaar kijken. De kinderen uit groep 5/6 worden in tweetallen opgehaald door leerlingen uit groep 7/8. De leerlingen van groep 5/6 krijgen een formulier mee waarop zij in kunnen vullen bij wie zij hun reis zouden boeken. Het groepje met de meeste stemmen wordt uitgeroepen tot beste reisbureau. Coöperatief leren: Ik heb ervoor gekozen om de groepjes zo te combineren dat de leerlingen uit groep 7 samenwerken met de leerlingen uit groep 8. Hierbij is het dus erg belangrijk dat de leerlingen elkaar helpen als dit nodig is. Het geven van hulp kan soms best moeilijk zijn, maar dit is wel een goede oefening voor de leerlingen. Om deze samenwerking te evalueren zal ik na afloop van een groepsopdracht 2 evaluatieformulieren uitdelen. Een voor de individuele leerling en een voor groepjes deze formulieren vind je terug in bijlagen 5 en 6. (Forrer, Kenter & Veenman, 2006: 205-206)
7
Draaiboek: Episodes
Sleutelvragen
Activiteiten
Klassenorganisatie
Middelen
1
- Wat moeten we allemaal weten voordat we een reisbureau kunnen beginnen?
Brainstormen
Klassikaal
De kinderen gaan met hun groepje in vergadering en gaan een plan van aanpak opstellen.
In groepjes
Aan de hand van mijn film schrijft een van de leerlingen alle ideeën op een papier.
- wat weten jullie al over Afrika
Nederland en Afrika met elkaar vergelijken
Klassikaal
- Waarom willen mensen graag uitrusten na een safari?
De kinderen ontwerpen een droomlocatie om tot rust te komen, dit verwerken zij in een advertentie om mensen te overtuigen om bij hun te boeken.
In tweetallen
- Wat voor informatie gaan jullie straks opzoeken?
2
- Hoe ziet zo’n mooie plek om uit te rusten er uit?
Hierbij maken de kinderen ook een grafiek waarin duidelijk af te lezen wanneer de beste reistijd naar hun land is. 3
- Op welke manieren kun je kortingen promoten?
De kinderen bedenken binnen hun groepje een manier om hun korting te promoten. Bijvoorbeeld door een folder te maken.
Diverse reisgidsen
Reisgidsen
Tekenmateriaal
In tweetallen
In groepjes
De kinderen schrijven al hun ideeën op en werken er eentje uit.
8
Episodes
Sleutelvragen
Activiteiten
Klassenorganisatie
4
- Hoe kunnen we de klas in Afrikaanse stijl brengen?
De kinderen gaan in hun eigen groepje in vergadering om te bespreken hoe zij op de markt hun reis gaan aanbieden. Hier word een kort verslag over geschreven.
In groepjes
- Hoe gaan jullie er voor zorgen dat jullie ‘reisbureau’ het meeste aanspreekt?
Middelen
- Hoe gaan jullie anderen ervan overtuigen dat ze bij jullie moeten boeken?
9
Omschrijving van de leerlijnen per vakdomein (Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap. http://tule.slo.nl geraadpleegd op 10 april 2008) Vakdomein Nederlands: Voor het vakdomein Nederlands werk ik met de leerlingen aan de volgende kerndoelen: Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Episode 1: De leerlingen gaan met elkaar in vergadering hierbij nemen zij de informatie mee die we klassikaal besproken hebben.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Episode 1: Naar aanleiding van mijn film ga ik samen met de leerlingen brainstormen, alle ideeën worden door een van de leerlingen opgeschreven op een groot blad. In deze episode ga ik met de kinderen in gesprek om zoveel mogelijk ideeën met de kinderen samen te verzamelen. Hierbij oefenen de leerlingen om zich duidelijk uit te drukken.
Episode 4: De leerlingen moet hun eigen reis gaan ‘verkopen’ op de markt, er moet dus goed nagedacht worden over hoe zij dit aan gaan pakken. De leerlingen gaan hierover in vergadering en de verslaggever noteert alles. Uiteindelijk wordt hier een kort verslag over geschreven.
Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Episode 1: Aan de hand van de vergadering en bijbehorend verslag bepalen de leerlingen welke informatie zij wel en welke informatie zij niet gaan gebruiken
Episode 4: Binnen een vergadering heeft iedereen andere ideeën. Alle ideeën moeten goed onderbouwt worden, de leerlingen oefenen om hun ideeën duidelijk onder woorden te brengen.
Kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
Episode 1: De leerlingen gaan informatie zoeken in reisgidsen, op internet en ook in de atlas en misschien zelfs in een encyclopedie.
Kerndoel 5: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.
Episode 1: Het doel van de tekst die de leerlingen schrijven is het informeren over een land in Afrika.
10
Episode 2: De leerlingen maken een advertentie om mensen te overtuigen dat zij de mooiste droomlocatie hebben om uit te rusten na een safari, daarom moeten klanten bij hun een reis boeken.
Episode 3: De leerlingen hebben een cheque van 5000 euro ontvangen en hiermee gaan zij een kortingsactie bedenken. Zij gaan deze actie promoten en hiervoor moet dus een overtuigende tekst gemaakt worden.
Hieronder zal ik de leerlijnen gaan beschrijven die bij deze kerndoelen horen, hierin zal ik aangeven wat de leerlingen al geleerd hebben, waar zij tijdens mijn uitdagend geïntegreerd leerarrangement aan zullen werken en waar zij in de toekomst nog aan zullen werken. Leerlijn bij kerndoel 1: Tijdens de hele basisschool periode is het taalaanbod afkomstig van de leraren, van klasgenoten, van mensen buiten de school en van audiovisuele informatiebronnen zoals cd, cd-rom, (school)radio en (school)tv en internet. De leerlingen kunnen zich op de hoogte stellen van meningen en zich een mening vormen. Ook kunnen zij overtuigd worden of over overgehaald worden, hier hebben de leerlingen al vanaf groep 5 meegeoefend en hier oefenen zij nog steeds mee. Tijdens mijn ugla werken de leerlingen hier aan door veel met elkaar in gesprek te gaan en vergaderingen binnen hun eigen groepje te houden. Hierbij is het ontzettend belangrijk dat de leerlingen naar elkaar luisteren en iedereen de kans krijgt om zijn eigen mening te vormen. Alle verzamelde informatie wordt schriftelijk verwerkt, dit doen de leerlingen al vanaf groep drie. De leerlingen maakten toen bijvoorbeeld een informatieposter of een boekje met de belangrijkste informatie. Vanaf groep 5 doen de leerlingen dit in de vorm van bijvoorbeeld een werkstuk. Ook nu gaan de leerlingen alle informatie schriftelijk verwerken, al deze informatie ga ik in de klas uitstallen op chronologische volgorde zodat er een wandfries ontstaat. Daarnaast maken de leerlingen ook een werkstuk waar alle informatie in komt, namelijk hun eigen reisgids. De leerlingen moeten in groepjes de informatie gaan verzamelen die in hun werkstuk mag komen, hiervoor moeten zij gesprekken voeren. Op deze manier raken zij vertrouwd met de verschillende rollen in groepsgesprekken. Belangrijk daarbij is dat de leerlingen elkaar vragen stellen en reactie geven tijdens en na het luisteren. Ook geven zij antwoorden op vragen. De leerlingen gaan er mee oefenen om conclusies te trekken naar aanleiding van het vertelde. Alles wat de leerlingen gehoord hebben tijdens hun eigen vergaderingen vatten zij samen in een verslag. In de toekomst zullen de leerlingen nog meer gaan oefenen met monologen, de leerlingen geven nu af en toe een spreekbeurt over PowerPoint presentatie, maar dit wordt langzamerhand steeds complexer. De leerlingen oefenen nu ook al heel regelmatig met het oefenen van vergaderingen in kleine groepjes hierbij gaan de leerlingen altijd in gesprek over een vaststaand onderwerp en moeten de leerlingen tot een gezamenlijk besluit komen. Dit wordt dan in het verslag gezet en iedereen ondertekent dit. Bij mijn ugla zijn de gesprekken veel meer betekenisvol voor de leerlingen en zullen zij ook mee gemotiveerd worden om hun eigen mening te geven. Ook zal ik meer eisen stellen aan het verslag dan dat de leerlingen nu gewend zijn.
11
Leerlijn bij Kerndoel 2: Het doel van een gesprek heeft vooral betrekking op informeren, instrueren, overtuigen en overhalen in informele en formelere situaties. Voorheen had het doel van een gesprek ook betrekking op informeren en instrueren maar vooral op ontspanning en amusement. Dit is bij groep 7/8 niet meer het geval. Belangrijk voor de gespreksregels is dat de voortgang bewaakt wordt en dat er een eerlijke beurtverdeling is. Hier moeten de leerlingen tijdens hun gesprekken zelf op gaan letten, dit gaan de leerlingen doen door een voorzitter aan te wijzen. Al vanaf groep 1 hebben de leerlingen al geleerd om niet voor de beurt te spreken, ook hebben zij geleerd om bij het onderwerp te blijven en in te gaan op bijdragen van anderen. Al deze punten zullen de leerlingen tijdens hun gesprekken weer tegenkomen. Aan de voorzitter de taak dat deze gesprekken goed verlopen. Alle leerlingen moeten oefenen met de taak als voorzitter. Het is belangrijk dat de leerlingen oefenen om een gesprek te leiden. Misschien dat het niet lukt om tijdens dit ugla alle leerlingen met de taak van voorzitter te laten oefenen, maar dit komt tijdens de taallessen ook regelmatig terug. De meeste leerlingen hebben al regelmatig met deze functie geoefend. Leerlijn bij kerndoel 3: Al vanaf groep 1 zijn de leerlingen bekend met verschillende gesprekssituaties met een gevarieerd aanbod aan onderwerpen die uitnodigen om op te reageren. Deze gesprekssituaties dagen kinderen uit te zeggen wat ze ergens van vinden ook proberen zij aan te geven waarom ze dat vinden. Daarbij hebben de leerlingen geleerd om te bepalen welke informatie wel/niet belangrijk is, in relatie tot hun eigen kennis. Ook hebben de leerlingen geleerd om naar andermans mening te vragen en nu in groep 7/8 leren de leerlingen een kritische houding te ontwikkelen ten aanzien van informatie in mondelinge teksten. Hierbij leren zij informatie op waarde te schatten, ondermeer in relatie tot de bron. De leerlingen hebben geleerd om meningen te herkennen en open te staan voor meningen van anderen. Tijdens mijn ugla gaan de leerlingen er mee oefenen om anders standpunt in eigen woorden samen te vatten. Ook gaan de leerlingen leren om als discussieleider op te treden, dit heb ik hierboven ook al beschreven. De leerlingen krijgen allemaal eens de taak van voorzitter tijdens een gesprek. Afgelopen jaren hebben de leerlingen geleerd om meningen van sprekers te vergelijken met hun eigen mening en ook te vertellen of zij het wel of niet eens zijn met de gehoorde mening. Ook leerden zij om commentaar te geven om een mening met als uitgangspunt hun eigen mening. Belangrijk hierbij was het oefenen om argumenten te geven als ondersteuning bij de mening. Nu leren de leerlingen om tot een afweging van argumenten te komen binnen een discussie. Hier hebben de leerlingen dit jaar al mee geoefend, maar tijdens het ugla gaan we dit weer verder uitbreiden door dit duidelijk te verwoorden in het verslagje dat de leerlingen na afloop van een gesprek schrijven. Leerlijn bij kerndoel 4: Al vanaf groep 1 leren de kinderen om informatie te verzamelen uit boeken, teksten en naslagwerken. In de kleuterklassen wordt er voornamelijk gewerkt met afbeeldingen en pictogrammen, dit bouwt zich langzaam op naar korte teksten in groep 3 en 4. Vanaf groep 5 verzamelen leerlingen voor informatieve, instructieve en betogende teksten in boeken, tijdschriften, kranten, folders en op internet. In groep 5 en 6 worden er ook nog veel informatie en instructieve teksten in de methoden gebruikt, dit is in groep 7/8 minder het geval. Voor naslagwerken gebruikt met in groep 5/6 in ieder geval een woordenboek, encyclopedie, telefoonboek en internet in groep 7/8 komen daar de reisgidsen en atlassen nog bij. Bij de informatieverwerving heb ik aandacht voor de betekenis van de verschillende informatiebronnen. Een belangrijke informatiebron voor de leerlingen zullen reisgidsen zijn, dit is een 12
informatiebron waar de leerlingen nog niet zo veel ervaring mee hebben. Afgelopen jaren hebben de leerlingen al wel veel geoefend met het opzoeken van informatie, al vanaf groep drie zijn de leerlingen bekend met de vele mogelijkheden voor informatieverwerving. Leerlijn bij kerndoel 5: Al vanaf groep 1 hebben de leerlingen geoefend met het schrijven van verhalende, informatieve en instructieve teksten. In groep 5 zijn daar de betogende teksten bij gekomen. De leerlingen gaan tijdens dit ugla vooral betogende teksten schrijven, zij willen de mensen immers overtuigen om bij hun een reis te boeken. Het doel van het schrijven heeft betrekking op informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. Tijdens dit ugla werken wij vooral aan informeren als schrijfdoel. De leerlingen in groep 7/8 worden geacht om weinig spelfouten en grammaticale fouten te maken. Dit is ook belangrijk punt waar ik de leerlingen op zal wijzen. De verzorging van de tekst is gericht op de verdeling van de bladspiegel, illustraties bij de tekst, aandacht voor spelling en interpunctie, alinea’s, titels en kopjes en het werken met tekstverwerkingsprogramma’s. Belangrijk hierbij is dat de hele reisgids, dus alle informatie van de leerlingen in hetzelfde lettertype staat, de leesbaarheid van het lettertype vind ik ook belangrijker dan hoe mooi het lettertype is. Het inzetten van schrijfstrategieën wordt aangemoedigd door mij en waar nodig ook door mij begeleid. Bij het oriënteren komt meer aandacht voor het doel en publiek. Bij het plannen maken de leerlingen ook een opzet voor hun tekst. Het reflecteren heeft betrekking op inhoud (doel, publiek, opbouw van tekst) en vorm (opbouw van zinnen, spelling) Hier oefenen de leerlingen al vanaf groep 5 mee en ik vind het dan ook erg belangrijk dat de leerlingen dit op een goede manier doen. Vakdomein oriëntatie op jezelf en de wereld (aardrijkskunde): Voor het vakdomein oriëntatie op jezelf en de wereld werk ik met de leerlingen aan de volgende kerndoelen: Kerndoel 47: De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
Episode 1: De leerlingen gaan Nederland vergelijken met een land in Afrika, dit doen zij aan de hand van de geografische vierslag en met behulp van multiperspectivisch kijken.
Kerndoel 50: De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.
Episode 1: Alle vergelijkingen van de leerlingen hangen wij rond een kaart van Afrika en trekken de leerlingen lijnen naar het juiste land.
Hieronder zal ik de leerlijnen gaan beschrijven die bij deze kerndoelen horen, hierin zal ik aangeven wat de leerlingen al geleerd hebben, waar zij tijdens mijn uitdagend geïntegreerd leerarrangement aan zullen werken en waar zij in de toekomst nog aan zullen werken. Leerlijn bij kerndoel 47:
13
De leerlingen hebben afgelopen jaren een duidelijk beeld ontwikkeld van Nederland. Dit hebben zij gedaan op het gebied van: grondsoorten en landschappen, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. Tijdens mijn ugla gaan de leerlingen een heel groot deel van deze kennis vergelijken met een land in Afrika. De leerlingen hebben al veel geleerd over anderen landen, maar met het vergelijken met Nederland hebben zij nog niet zoveel ervaring. Hier gaan wij mee oefenen. Leerlijn bij kerndoel 50: De leerlingen ontwikkelen een mental map van Afrika. De leerlingen hebben deze afgelopen jaren al ontwikkeld van hun eigen buurt en van Nederland. Dit word nu in groep zeven en acht uitgebreid naar Europa en de rest van de wereld. Tijdens mijn ugla zullen wij ons richten op Afrika.
Vakdomein kunstzinnige oriëntatie (beeldende vorming): Voor het vakdomein kunstzinnige oriëntatie werk ik met de leerlingen aan de volgende kerndoelen: Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Episode 2: De leerlingen gaan een vakantie droomlocatie ontwerpen, zij mogen zelf bepalen hoe zij dit uit gaan werken, bijvoorbeeld door een tekening te maken.
Episode 3: De leerlingen gaan een kortingsactie bedenken. De actie moet de mensen natuurlijk aanspreken, de leerlingen gaan er over nadenken hoe zij deze actie zo interessant mogelijk kunnen maken. Dit idee gaan zij verder uitwerken.
Episode 4: Tijdens een vergadering word er ook besproken hoe het kraampje er uit moet komen te zien, hier wordt een schets bijgemaakt zodat iedereen goed weet hoe het eruit komt te zien.
Episode 4: De leerlingen hebben de vorige dag al besproken hoe het kraampje eruit komt te zien, iedereen heeft hier zijn materialen voor mee genomen. Er worden misschien nog wat laatste materialen gemaakt en dan gaan de leerlingen hun kraampje inrichten.
Kerndoel 55: De leerlingen leren reflecteren op eigen werk en dat van anderen.
Episode 2: We bespreken een aantal van de ontworpen droomlocaties. De leerlingen gaan hierbij feedback op elkaar geven. Uiteraard onder mijn begeleiding zodat dit wel op een veilige manier gebeurt.
Episode 4: Na afloop van verschillende activiteiten bespreken we de formulieren die door groep 5/6 ingevuld zijn. En bespreken we het verloop van de markt even kort na. De leerlingen vullen nog een kort evaluatieformulier in over de hele week.
Hieronder zal ik de leerlijnen gaan beschrijven die bij deze kerndoelen horen, hierin zal ik aangeven wat de leerlingen al geleerd hebben, waar zij tijdens mijn uitdagend geïntegreerd leerarrangement aan zullen werken en waar zij in de toekomst nog aan zullen werken. 14
Leerlijn bij kerndoel 54: Voor beeldende vorming zijn er veel betekenisvolle onderwerpen waar de leerlingen aan moeten werken. Deze onderwerpen komen vanaf groep 3 steeds weer aan de orde, maar wel aangepast op het niveau van de kinderen. Hierbij moet je denken aan de volgende onderwerpen: Het verbeelden van de gerichte waarneming, symbolen en logo’s, decoraties en versieren van details, onderwerpen uit wereldoriëntatie als inspiratiebron voor beeldend werk, beeldende kunst, cultureel erfgoed, hedendaagse beeldcultuur, interieurs, mode en vormgegeven omgeving. In groep zeven en acht zijn er enkele nieuwe thema’s: Voorwerpen of voertuigen waarin beeldende vormgeving en technieken samenkomen, decors, kostuums, affiches, de inrichting van een tentoonstelling, design en industriële vormgeving, de stijl van een kunstenaar. Tijdens het ugla zullen de leerlingen zich heel sterk gaan richten op het inrichten van een tentoonstelling. Daarnaast is een onderwerp uit wereldoriëntatie een inspiratiebron. Leerlijn bij kerndoel 55: De groepjes gaan in gesprek om alle ideeën voor het maken van hun eigen presentatie te bespreken. Daarnaast geven de leerlingen mening over hun eigen product en werkproces en over dat van groepsgenoten. Hierbij oefenen leerlingen om hun eigen mening met argumenten te onderbouwen. De leerlingen hebben in voorgaande jaren al geleerd hoe zij in gesprek kunnen gaan met elkaar, om ideeën en plannen te bespreken. De leerlingen zijn ook al gewend op het groepsproces en hun eigen mening te bespreken maar echt hun mening geven doen zij nog niet zo vaak. Tijdens het ugla zal dit vaak terug komen zodat de leerlingen hier veel mee kunnen oefenen. Dit zal ik in de toekomst ook regelmatig terug laten komen. Vakdomein rekenen en wiskunde: (TAL-team, kinderen leren rekenen, tussendoelen annex leerlijnen, Wolters-Noordhoff Groningen,1998-2000) Voor het vakdomein rekenen/wiskunde werk ik met de leerlingen aan de volgende kerndoelen: 1. De leerling kan kennis en inzicht in de structuur en betekenis van procenten inzetten bij het berekenen van en het berekenen met percentages en maakt in voorkomende getallen zonodig handig gebruik van de dubbele strook, getallenlijn of verhoudingstabel om de verhoudingsgetallen stapsgewijs aan te passen.
Episode 3: De leerlingen gaan een kortingsactie bedenken, ieder groepje heeft een andere opdracht aangepast op hun niveau. De leerlingen oefenen hierbij het rekenen met procenten.
2. De leerling kan de zakrekenmachine inzetten bij het berekenen van en het berekenen met percentages.
Episode 3: Enkele groepjes zullen gebruik mogen maken van de rekenmachine, mits zij goed kunnen verantwoorden waarom zij de rekenmachine nodig hebben.
3. De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
15
Episode1: De leerlingen gaan de afstand berekenen tussen Nederland (Amsterdam) en een land in Afrika. Dit verwerken zij in een gezamenlijke grafiek.
Hieronder zal ik de leerlijnen gaan beschrijven die bij deze kerndoelen horen, hierin zal ik aangeven wat de leerlingen al geleerd hebben, waar zij tijdens mijn uitdagend geïntegreerd leerarrangement aan zullen werken en waar zij in de toekomst nog aan zullen werken. 1. De leerlingen zijn in groep 7 pas begonnen met het rekenen met procenten. Vanaf groep 5 zijn de leerlingen al bezig met het rekenen met breuken, dit is een belangrijke basis om met procenten te kunnen rekenen. De leerlingen oefenen met verhoudingen om korting te berekenen. 2. Vanaf groep 7 beginnen de leerlingen met het gebruik van de rekenmachine. Belangrijk hierbij is dat de leerlingen leren hoe je een rekenmachine gebruikt. Door het gebruik van de rekenmachine zullen de leerlingen gaan beseffen hoeveel kennis ze inmiddels al hebben verworven zonder rekenmachine. De leerlingen gaan oefenen met het kiezen tussen het uitrekenen met de rekenmachine en het uitrekenen uit het hoofd. 3. In groep 5/6 hebben de leerlingen al geleerd om temperaturen te meten, hier gaan zij in groep 7 nog mee verder. In groep 7/8 word het begrip dichtheid ook geïntroduceerd, dit gebeurd in de vorm van bevolkingsdichtheid. Hierbij wordt het begrip ‘gemiddelde’ ook toegepast.
16
Omschrijving van de activiteiten: Hieronder zal ik de activiteiten kort bespreken de verder uitwerking van de activiteiten heb ik in de bijlagen toegevoegd. Activiteit: Verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Afrika Doel: De leerlingen oefenen met het werken met tabellen en zij leren de ruimtelijke inrichting van hun eigen omgeving te vergelijken met die in Afrika. Werkwijze: De leerlingen gaan in tweetallen aan het werk. Ik behandel één foto klassikaal. Daarna gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag. De leerlingen gaan foto’s van Afrika vergelijken met Nederland met behulp van de geografische vierslag en multiperspectivisch kijken. Uiteindelijk verwerken zij dit in een verslag en grafiek. Aan de hand van een PowerPoint presentatie bespreek ik een voorbeeldfoto met de leerlingen. Hierbij maak ik gebruik van vragen gericht op de geografische vierslag en de foto’s zijn gericht op multiperspectivisch kijken. De leerlingen krijgen van een foto waarmee zij aan de slag gaan. Ook krijgen zij een overzicht van vragen waar zij mee gaan werken. Organisatie: Vooraf ik heb de PowerPoint presentatie voor mijn inleiding klaar staan. Ook krijgen de leerlingen van mij een foto waarmee zij aan de slag gaan. Zij krijgen daarbij een overzicht van vragen waar zij in tweetallen mee gaan werken. De leerlingen gaan in tweetallen werken, zij mogen deze tweetallen zelf maken. Als de leerlingen klaar zijn dan leggen zij hun werk te drogen. Na afloop ruimt iedereen zijn eigen spullen op en gaat iedereen weer aan zijn eigen tafel zitten. Daarna evalueer ik het werken met de kinderen. Samenhang: De leerlingen werken bij deze opdracht vooral aan het vakgebied Aardrijkskunde maar zij werken ook aan het vakgebied rekenen. Zij gaan namelijk de afstand berekenen van Nederland naar een land in Afrika. Al deze gegevens worden verwerkt in een gezamenlijke grafiek.
17
Activiteit: Ontwerp een droomlocatie. Doel: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met de functie om mensen te overtuigen. Ook leren de leerlingen beelden te gebruiken om mee te communiceren. Werkwijze: Ik bespreek eerst met de leerlingen het doel van een advertentie en waar een goede advertentie aan moet voldoen. De leerlingen gaan zelfstandig hun eigen droomlocatie ontwerpen en hier een pakkende advertentie bij maken. Ik laat op het digibord een aantal foto’s van droomlocaties zien, dit kan de leerlingen wellicht inspireren. Ik zorg er wel voordat de droomlocaties totaal verschillend van elkaar zijn, zodat de leerlingen echt hun eigen idee gaan tekenen en niet een foto namaken. De leerlingen mogen reisgidsen gebruik als inspiratiebron. Organisatie: Ik zorg dat ik vooraf de foto’s klaar heb staan op de computer, zodat ik deze direct kan laten zien. Verder zorg ik dat alle tekenmaterialen klaar liggen, zodat de leerlingen snel aan de slag kunnen en niet te lang door het lokaal aan het lopen zijn. De leerlingen zullen deze tekening in een les afkrijgen, zij kunnen hier tussendoor verder aan werken. Bijvoorbeeld als klaar opdracht. Na afloop van deze les ruimen de leerlingen hun materialen allemaal op en bespreek ik even met de leerlingen hoe het er nu voor staat met hun reisbureau. Wat hebben ze al gedaan en wat moeten zij nog doen. Samenhang: De leerlingen werken bij deze activiteit aan beeldende vorming gekoppeld aan Nederlands. Zij gaan een droomlocatie ontwerpen en daar gaan zij reclame voor maken door een advertentie te maken.
18
Activiteit: Bedenk een kortingsactie! Doel: De leerlingen bedenken een kortingsactie, deze is origineel, goed uitgewerkt en spreekt aan. Afhankelijk van de opdracht oefenen de leerlingen met het gebruik van de rekenmachine. De leerling kan kennis en inzicht in de structuur betekenis van procenten inzetten bij het berekenen van en het bereken met percentages en maakt in voorkomende getallen zonodig handig gebruik van de dubbele strook, getallenlijn of verhoudingstabel om de verhoudingsgetallen stapsgewijs toe te passen. Werkwijze: Ik leid de rekenopdracht in door te vertellen dat ik enveloppen ontvangen heb, daarbij vertel ik dat ik ook niet weet wat daar verder in staat, dus dat de leerlingen maar snel moeten kijken. De leerlingen kunnen helemaal zelfstandig aan de slag met hun eigen envelop, ieder groepje heeft dezelfde opdracht. Ik heb van te voren de enveloppen met de opdrachten gemaakt voor de leerlingen. In principe hebben zij geen verder uitleg nodig, maar als zij er niet uit komen zal ik hen wat hulpmiddelen aanreiken. (Denk aan: verhoudingstabel, getallenlijn etc.) De leerlingen werken de opdracht uit op papier, hoe zij hun actie gaan promoten mogen zij zelf weten. Organisatie: Vooraf heb ik alle enveloppen al gemaakt en deze heb ik klaar liggen in de klas. Zodat de leerlingen deze al zien liggen. Op deze manier wil ik hun interesse er voor wekken. Als de leerlingen klaar zijn met zowel het bedenken van hun actie als materiaal te maken om het te promoten dan mogen ze dit bij mij inleveren en kunnen zij verder gaan met hun reisbureau. Als alle groepjes klaar zijn, mag ieder groepje even vertellen wat voor actie zij bedacht hebben. Samenhang: Bij deze activiteit werken de leerlingen aan rekenen, beeldende vorming en Nederlands. Voor rekenen bedenken de leerlingen een kortingsactie en deze gaan zij promoten op een zelf bedachte manier. Bijvoorbeeld door een poster te maken.
19
Activiteit: Organiseer een markt! Doel: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie. De leerlingen leren beelden te gebruiken om er ervaring mee uit te drukken en er mee te communiceren. De leerlingen leren reflecteren op eigen werk en dat van anderen Werkwijze: Ik geef de brief die ik ontvangen heb aan een van de kinderen om deze voor te lezen. Daarna bespreek ik al ideeën met de kinderen en maken we hier een overzicht van. De leerlingen gaan met elkaar in vergadering en bespreken hoe zij de markt aan gaan pakken, hierbij gaan zij nadenken over wat zij de ‘klanten’ gaan vertellen maar ook hoe hun kraampje er uit moet zien. De verslaggever zet dit allemaal op papier. Aan de hand van de brief ga ik met de kinderen in gesprek over hoe de klas er uit moet komen te zien. Dit schrijf ik allemaal op het bord. Daarna gaan de leerlingen binnen hun eigen groepje vergaderen over hun eigen kraampje, deze moet er natuurlijk uit springen. De leerlingen mogen zelf weten hoe ze dit aan gaan pakken, zij mogen hiervoor ook materialen van huis meenemen. Organisatie: De brief aan de leerlingen ligt klaar, deze ga ik met de leerlingen bespreken. Ook bespreek met de leerlingen wat er allemaal binnen de groepjes nog besproken moet worden tijdens de vergadering. Na het klassikale gedeelte gaan alle leerlingen binnen hun eigen groepje vergaderen. Een aantal groepjes zullen dit binnen de klas doen een aantal buiten de klas. Na afloop levert iedereen zijn plan voor de volgende dag in en bespreken we kort hoe de vergaderingen verlopen zijn. We hebben het niet over de ideeën want dat zien de volgende dag wel van elkaar. Samenhang: De leerlingen werken bij deze activiteit aan Nederlands en Beeldende vorming. Zij gaan met elkaar in vergadering over het organiseren van de markt. Alle ideeën worden hierbij door de verslaggever opgeschreven. De leerlingen gaan onder andere met elkaar in overleg over de uitstraling van hun marktkraampje. Hier gaan zij een schets voor ontwerpen en alle materialen maken die zij nodig hebben.
20
21
Bijlage 1 Lesvoorbereidingsformulieren:
Activiteit: Verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Afrika Vakgebieden: Aardrijkskunde, (Rekenen en Nederlands) Verantwoording (waarom ga je dit doen) Beginsituatie
De leerlingen kunnen alleen aan de slag met hun reisbureau als zij iets weten van Afrika. De leerlingen hebben tijdens de aardrijkskunde lessen al meerdere lessen over Afrika gehad. Tijdens deze les gaan de kinderen de inrichting van Nederland vergelijken met de inrichting van een land in Afrika.
Doelstellingen
- De leerlingen oefenen met het werken met tabellen. - De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in een land in Afrika.
Evaluatie
Ik bespreek het werk met de kinderen na, zij reflecteren op hun eigen werk.
Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen) Didactische Werkvormen Leeractiviteiten
De leerlingen gaan in tweetallen aan het werk. Ik behandel één foto klassikaal. Daarna gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag. De leerlingen gaan foto’s van Afrika vergelijken met Nederland met behulp van de geografische vierslag en multiperspectivisch kijken. Uiteindelijk verwerken zij dit in een verslag en grafiek.
Instructiemiddelen Aan de hand van een PowerPoint presentatie bespreek ik een voorbeeldfoto met de
leerlingen. Hierbij maak ik gebruik van vragen gericht op de geografische vierslag en de foto’s zijn gericht op multiperspectivisch kijken.
Leermiddelen
De leerlingen krijgen van een foto waarmee zij aan de slag gaan. Ook krijgen zij een overzicht van vragen waar zij mee gaan werken.
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte) Vooraf
Tijdens
Vooraf ik heb de PowerPoint presentatie voor mijn inleiding klaar staan. Ook krijgen de leerlingen van mij een foto waarmee zij aan de slag gaan. Zij krijgen daarbij een overzicht van vragen waar zij in tweetallen mee gaan werken. De leerlingen gaan in tweetallen werken, zij mogen deze tweetallen zelf maken. Als de leerlingen klaar zijn dan leggen zij hun werk te drogen.
Na afloop Na afloop ruimt iedereen zijn eigen spullen op en gaat iedereen weer aan zijn eigen tafel zitten. Daarna evalueer ik het werken met de kinderen.
22
Lesopbouw Keuze lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
X Didactische Analyse
Activerende Directe Instructie Ander model, namelijk:
Aardrijkskunde is overal (blz. 17-18) Hier heb ik de richtlijnen voor de geografische vierslag en multiperspectivisch kijken vandaan gehaald.
DA
1 Terugblik 2 Presentatie 1 Inleiding
2 Kern
benoem hieronder in de eerste kolom de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
Inleiding
tijd 20 min
Kern 30 min
3 Uitleg 4 Begeleide oefening 5 Zelfstandige verwerking
3 Afsluiting
lesfase
ADI
6 Evaluatie continu: REFLECTIE
Activiteit Aan de hand van mijn eigen PowerPoint presentatie bespreek een aantal belangrijke verschillen en overeenkomsten tussen Afrika en Nederland. Op deze manier krijgen de leerlingen een beeld van Afrika. Ik laat een foto zien die heel sterk gericht is op een van perspectieven van multiperspectivisch kijken. Aan de hand van deze foto stel ik vragen aan de leerlingen gericht op de geografische vierslag. Op deze manier oefenen de kinderen heel goed met het gericht kijken naar een foto. Daarna deel ik ook foto’s uit aan tweetallen in de klas, hierbij heb ik een lijstje gemaakt met gerichte vragen voor de kinderen. Zij gaan deze vragen beantwoorden en hier een verslagje over schrijven. Ieder tweetal heeft een foto uit een ander land van Afrika, de leerlingen gaan ook de afstand berekenen van Nederland (Amsterdam) tot aan het land waar zij een foto van hebben. Al deze afstanden verwerken de leerlingen in een grote grafiek. Alle verslagen komen rond de kaart van Afrika te hangen met een lijn naar het juiste land.
Afsluiting
5 min
Ik bespreek eerst het werk met de kinderen na, zo wil ik weten welk land het verste weg is en welk land het dichtste bij. Maar nog belangrijker, hoe hebben ze dit uitgerekend. Daarna wil ik het werken in tweetallen even bespreken, wat ging er al goed en wat kan er nog beter de volgende keer.
23
Activiteit: Ontwerp een droomlocatie Vakgebieden: Beeldende vorming (en Nederlands) Verantwoording (waarom ga je dit doen) Beginsituatie
De leerlingen hebben al een start gemaakt met het opzetten van hun reisbureau. Nu krijgen zij hier een nieuwe opdracht bij, aan de hand van een brief krijgen zij de opdracht om een droomlocatie te ontwerpen waar mensen na hun safari even tot rust kunnen komen. Deze nieuwe locatie moet uiteraard ook gepromoot worden, de leerlingen gaan hier ook een advertentie bij maken. De leerlingen hebben wel vaker een advertentie moeten maken dus dat is niet nieuw voor hen.
Doelstellingen
De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met de functie om mensen te overtuigen. De leerlingen leren beelden te gebruiken om er mee te communiceren.
Evaluatie
Ik ga samen de leerlingen reflecteren op elkaars werk.
Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen) Didactische Werkvormen
Ik bespreek eerst met de leerlingen het doel van een advertentie en waar een goede advertentie aan moet voldoen.
Leeractiviteiten
De leerlingen gaan zelfstandig hun eigen droomlocatie ontwerpen en hier een pakkende advertentie bij maken.
Instructiemiddelen
Ik laat op het digibord een aantal foto’s van droomlocaties zien, dit kan de leerlingen wellicht inspireren. Ik zorg er wel voordat de droomlocaties totaal verschillend van elkaar zijn, zodat de leerlingen echt hun eigen idee gaan tekenen en niet een foto namaken.
Leermiddelen
De leerlingen mogen reisgidsen gebruik als inspiratiebron.
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte) Vooraf
Ik zorg dat ik vooraf de foto’s klaar heb staan op de computer, zodat ik deze direct kan laten zien. Verder zorg ik dat alle tekenmaterialen klaar liggen, zodat de leerlingen snel aan de slag kunnen en niet te lang door het lokaal aan het lopen zijn.
Tijdens
De leerlingen zullen deze tekening in een les afkrijgen, zij kunnen hier tussendoor verder aan werken. Bijvoorbeeld als klaar opdracht.
Na afloop
Na afloop van deze les ruimen de leerlingen hun materialen allemaal op en bespreek ik even met de leerlingen hoe het er nu voor staat met hun reisbureau. Wat hebben ze al gedaan en wat moeten zij nog doen.
24
Lesopbouw Keuze lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
DA
ADI 1 Terugblik
Didactische Analyse
2 Presentatie
Activerende Directe Instructie
2 Kern
X BVV model
3 Afsluiting
benoem hieronder in de eerste kolom de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
tijd
3 Uitleg 4 Begeleide oefening
Ander model, namelijk:
lesfase
1 Inleiding
5 Zelfstandige verwerking 6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
Activiteit
Betekenis geven
10 min
Vaardigheden
10 min
Ik laat de kinderen enkele foto’s van mogelijke droomlocaties zijn, hierdoor kunnen de kinderen geïnspireerd worden. Ook mogen de leerlingen reisgidsen gebruiken om ideeën uit te halen.
Enkele dagen
In mijn lesvoorbereiding stuur ik een beetje aan op een tekening, dit is om dat ik denk dat de leerlingen hier voor zullen kiezen. Maar in de brief aan de leerlingen staat niks over hoe zij dit moeten gaan maken, dus als de leerlingen dit liever op een andere manier willen uitvoeren vind ik dat prima en zal ik hier in mee gaan.
Vormgeven
De leerlingen zijn bezig met het opzetten van eigen reisbureau, aan de hand van een brief krijgen de leerlingen te horen dat veel mensen graag na een safari even willen uitrusten op een schitterende locatie in heel veel luxe. Mensen willen steeds mooier en steeds luxer, daarom gaan de leerlingen hun eigen droomlocatie ontwerpen deze gaan zij ook promoten bij hun eigen reis.
25
Activiteit: Bedenk een kortingsactie Vakgebieden: Rekenen (Nederlands en eventueel beeldende vorming) Verantwoording (waarom ga je dit doen) Beginsituatie
De leerlingen zijn al heel druk met hun reisbureau, ieder groepje ontvangt apart een envelop met daarin een cheque t.w.v. €5000,- dit is bedoelt om klanten korting te kunnen geven zonder dat zij daar zelf voor hoeven te betalen. Hoe ze die korting gaan geven mogen de leerlingen helemaal zelf bepalen. In de envelop vinden de leerlingen richtlijnen hoe zij dit aan kunnen pakken. Ik kies voor een opdracht omdat de leerlingen uit groep 7 en groep 8 met elkaar samenwerken. De leerlingen zullen bij deze opdracht gebruik moeten maken van het rekenen met procenten, hiervoor mogen zij wel gebruik maken van de dubbele strook, getallenlijn of verhoudingstabel. De leerlingen van groep 8 zijn op het moment van het UGLA bezig met het maken van grafieken en ook rekenen zij veel met procenten, zij mogen hierbij regelmatig gebruik maken van de rekenmachine. In groep 7 zijn de leerlingen druk bezig met breuken en procenten, tijdens dit UGLA richt ik mij verder op het onderdeel procenten.
Doelstellingen
De leerlingen bedenken een kortingsactie, deze is origineel, goed uitgewerkt en spreekt aan. Afhankelijk van de opdracht oefenen de leerlingen met het gebruik van de rekenmachine. De leerling kan kennis en inzicht in de structuur betekenis van procenten inzetten bij het berekenen van en het bereken met percentages en maakt in voorkomende getallen zonodig handig gebruik van de dubbele strook, getallenlijn of verhoudingstabel om de verhoudingsgetallen stapsgewijs toe te passen.
Evaluatie
Na de les mag ieder groepje zijn eigen kortingsactie even kort presenteren voor de klas. De andere leerlingen vertellen hierover wat zij goed vinden en wat zij iets minder goed vinden.
Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen) Didactische Werkvormen Leeractiviteiten
Ik leid de rekenopdracht in door te vertellen dat ik enveloppen ontvangen heb, daarbij vertel ik dat ik ook niet weet wat daar verder in staat, dus dat de leerlingen maar snel moeten kijken. De leerlingen kunnen helemaal zelfstandig aan de slag met hun eigen envelop, ieder groepje heeft dezelfde opdracht.
Instructiemiddelen Ik heb van te voren de enveloppen met de opdrachten gemaakt voor de leerlingen. In
principe hebben zij geen verder uitleg nodig, maar als zij er niet uit komen zal ik hen wat hulpmiddelen aanreiken. (Denk aan: verhoudingstabel, getallenlijn etc.) De leerlingen werken de opdracht uit op papier, hoe zij hun actie gaan promoten mogen zij zelf weten.
Leermiddelen
26
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte) Vooraf
Vooraf heb ik alle enveloppen al gemaakt en deze heb ik klaar liggen in de klas. Zodat de leerlingen deze al zien liggen. Op deze manier wil ik hun interesse er voor wekken.
Tijdens
Als de leerlingen klaar zijn met zowel het bedenken van hun actie als materiaal te maken om het te promoten dan mogen ze dit bij mij inleveren en kunnen zij verder gaan met hun reisbureau.
Na afloop
Als alle groepjes klaar zijn, mag ieder groepje even vertellen wat voor actie zij bedacht hebben.
27
Lesopbouw Keuze lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
X Didactische Analyse
DA
ADI 1 Terugblik
2 Presentatie
Activerende Directe Instructie
1 Inleiding
4 Begeleide oefening
Ander model, namelijk:
2 Kern
3 Afsluiting benoem hieronder in de eerste kolom de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
lesfase
tijd
Inleiding
5 min
Kern
60 min
3 Uitleg
5 Zelfstandige verwerking 6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
Activiteit De leerlingen zien de enveloppen in de klas al liggen, voordat ik deze uitdeel geef ik even een korte toelichting aan de kinderen. Hierbij vertel ik dat ik ook niet weet wat er in de enveloppen staat. Daarna deel ik de enveloppen uit en mogen de leerlingen hier helemaal zelfstandig mee aan de slag gaan. Ieder groepje heeft de opdracht gekregen om een kortingsactie te gaan bedenken, hiervoor hebben zij een cheque van € 5000,- gekregen. In de envelop staan een aantal voorwaarden waar de actie aan moet voldoen. Hoe de leerlingen de actie verder uitwerken mogen zij zelf weten. Daarna gaan de leerlingen materiaal maken waarmee zij de actie gaan promoten, ook dit mogen zij weer helemaal zelf weten. Ieder groepje verteld voor de klas even kort wat voor actie zij bedacht hebben en hoe zij deze actie gaan promoten.
Afsluiting
10 min
28
Activiteit: Organiseer een markt Vakgebieden: Nederlands en beeldende vorming Verantwoording (waarom ga je dit doen) Beginsituatie
De leerlingen hebben de hele week hard gewerkt om hun eigen reisbureau op te richten als afsluiting van deze week krijgen de kinderen de opdracht om een markt te organiseren waar zij hun reizen gaan promoten.
Doelstellingen
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie. De leerlingen leren beelden te gebruiken om er ervaring mee uit te drukken en er mee te communiceren. De leerlingen leren reflecteren op eigen werk en dat van anderen
Evaluatie
Na afloop van de markt, vullen alle leerlingen van groep 5/6 een formulier in met welke reis zij zouden boeken. Deze formulieren bespreek ik met de leerlingen, het groepje met de meeste stemmen word uitgeroepen tot ‘beste reisbureau’. Ook laat ik de leerlingen een kort verslagje schrijven over deze week. Hierin beschrijven zij wat ze leuk vonden en wat minder leuk en vooral ook wat er goed ging en wat minder goed ging.
Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen) Didactische Werkvormen
Ik geef de brief die ik ontvangen heb aan een van de kinderen om deze voor te lezen. Daarna bespreek ik al ideeën met de kinderen en maken we hier een overzicht van.
Leeractiviteiten
De leerlingen gaan met elkaar in vergadering en bespreken hoe zij de markt aan gaan pakken, hierbij gaan zij nadenken over wat zij de ‘klanten’ gaan vertellen maar ook hoe hun kraampje er uit moet zien. De verslaggever zet dit allemaal op papier. Aan de hand van de brief ga ik met de kinderen in gesprek over hoe de klas er uit moet komen te zien. Dit schrijf ik allemaal op het bord.
Instructiemiddelen Daarna gaan de leerlingen binnen hun eigen groepje vergaderen over hun eigen Leermiddelen
kraampje, deze moet er natuurlijk uit springen. De leerlingen mogen zelf weten hoe ze dit aan gaan pakken, zij mogen hiervoor ook materialen van huis meenemen.
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte) Vooraf
De brief aan de leerlingen ligt klaar, deze ga ik met de leerlingen bespreken. Ook bespreek met de leerlingen wat er allemaal binnen de groepjes nog besproken moet worden tijdens de vergadering.
Tijdens
Na het klassikale gedeelte gaan alle leerlingen binnen hun eigen groepje vergaderen. Een aantal groepjes zullen dit binnen de klas doen een aantal buiten de klas.
Na afloop
Na afloop levert iedereen zijn plan voor de volgende dag in en bespreken we kort hoe de vergaderingen verlopen zijn. We hebben het niet over de ideeën want dat zien de volgende dag wel van elkaar.
29
Lesopbouw Keuze lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
Didactische Analyse
DA
ADI 1 Terugblik
2 Presentatie
Activerende Directe Instructie
2 Kern
X BVV model
3 Afsluiting
benoem hieronder in de eerste kolom de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
Betekenis geven
tijd 15 min
3 Uitleg 4 Begeleide oefening
Ander model, namelijk:
lesfase
1 Inleiding
5 Zelfstandige verwerking 6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
Activiteit Ik bespreek de brief klassikaal met de leerlingen, aan de hand van deze brief gaan we ideeën bedenken om de klas aan te kleden. Al deze ideeën schrijf ik op het bord. Daarna gaan de leerlingen binnen hun eigen groepje in vergadering en schrijven zij al hun ideeën op en werken hun uiteindelijke plan uit.
Vaardigheden
Vormgeven
30 min 10 min
Binnen dat plan schrijven de leerlingen precies op wat zij gaan gebruiken om hun kraampje te versieren. De leerlingen maken een schets van hoe hun kraampje eruit komt te zien. In het plan beschrijven zij ook wat ze tegen hun ‘klanten’ gaan vertellen.
30
Bijlage 2 start van het verhalend ontwerp: Ik start mijn verhalend ontwerp met een PowerPoint presentatie, hierin begin te vertellen over mijn eigen ervaringen tijdens mijn drie maanden durende stage in Kenia. Binnen die presentatie bouw ik rustig op naar een advertentie waarin de hulp van de leerlingen van groep 7/8 wordt gevraagd om mee te helpen met de uitbreiding van een bestaand reisbureau. De naam van het reisbureau blijft onbekend omdat de plannen nog geheim zijn, het is nog niet zeker of het wel lukt om de uitbreiding voor elkaar te krijgen. Het reisbureau wil graag dat de leerlingen van groep 7/8 helpen om het reisbureau uit te breiden met het verzorgen van safari’s in Afrika. De leerlingen worden helemaal vrijgelaten om hier zelf invulling aan te geven.
31
Bijlage 3 verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Afrika: Voor de aardrijkskunde les heb ik weer een korte PowerPoint presentatie in elkaar gezet, dit is voor de introductie van de les. Voor de leerlingen heb ik zelf foto’s uitgezocht. Ik heb voor 12 foto’s gezorgd, omdat de leerlingen in tweetallen gaan werken.
Vragen bij de foto
Wat zie je op de foto? Waar zie je dat op de foto? Hoe ziet het er uit?
Heb je dat wel eens vaker gezien? Zo ja, waar?
Hoe zal dat komen? ( hoe zal dat zo gekomen zijn denk je?) Waarom zal dat daar gebeurt zijn? Waarom denk je dat het op die manier gebeurt is?
Wat vind jij er van? Wat zullen anderen er van vinden?
Zou het ook anders kunnen? Zo ja, hoe?
32
Op de foto hierboven zie je mensen uit de Masai stam Welke rituelen (gewoonten) hebben deze mensen?
Op de foto hierboven zie je een vrouw uit de Mursi stam Welke rituelen (gewoonten) hebben deze mensen?
33
Op de foto hierboven zie je mensen die hier dagelijks hun producten proberen te verkopen Waar leven deze mensen van?
Op de foto hierboven zie je boeren die met hun vee rondlopen opzoek naar gras Waar leven deze mensen van?
34
In Afrika nemen mensen het over het algemeen niet zo nauw met de veiligheid, als je snel van de ene plek naar de andere kunt komen hebben zij daar veel voor over. Lopen duur ten slotte erg lang. Hoe zullen deze mensen voor hun gezondheid en veiligheid zorgen?
Deze jongen woont in een opvanghuis voor (aids) baby’s. De kinderen die hier komen zijn op straat gevonden en zijn vaak erg ziek en uitgehongerd. Hoe zullen deze mensen voor hun gezondheid en veiligheid zorgen?
35
Het prachtige natuurgebied de Masai mara, hier kun je de big five zeker tegenkomen. Hoe ziet de natuur er uit?
In sommige delen van Zuid-Afrika heb je zomaar kans een strand vol pinguïns tegen te komen. Hoe ziet de natuur er uit?
36
In sommige landen in Afrika is helaas oorlog, mensen moeten dan soms vluchten en alles thuis achterlaten. Vaak komen mensen dan in vluchtelingenkampen zoals hierboven terecht. Hoe leven deze mensen samen?
De kinderen op de foto hierboven zijn ontzettend blij dat zij naar school toe kunnen, in Kenia is de basisschool gratis. De middelbare school niet, vandaar dat veel kinderen alleen naar de basisschool gaan. Hoe leven deze mensen samen?
37
Op de foto hierboven heeft een meisje van jullie leeftijd net de lunch klaar gemaakt voor al haar broertjes en zusjes, zij eten een soort deeg van maïs samen met ugali, dat is de groente die je ziet. Dat lijkt een beetje op spinazie. Hoe is de macht verdeeld?
De jongen hierboven woont in een land waar het oorlog is, hij is opgepakt door de vijand en moet nu voor hen vechten. Als hij dit niet doet wordt zijn familie gedood. Hoe is de macht verdeeld?
38
Bijlage 4 ontwerp een droomlocatie: Ik laat de kinderen enkele foto’s zien waarop een droomlocatie te zien is. Hieronder zie je een verkleining van de werkelijke afbeeldingen.
39
40
Bijlage 5 bedenk je eigen kortingsactie!:
Het reisbureau Waardebon € 5000,-
Te besteden door: groep
Uitgegeven door het reisbureau Geldig tot
Alle leerlingen ontvangen bovenstaande cheque daarbij krijgt ieder groepje nog richtlijnen voor het gebruiken van de cheque. Hieronder staat de opdracht beschreven, ik heb gekozen voor 1 opdracht omdat ik ervoor kies om de leerlingen uit groep 7 en groep 8 samen te laten werken. Op deze manier kunnen zij van elkaar leren.
41
De opdracht: Jullie hebben een waardebon van €5000,- ontvangen van ons, deze bon mogen jullie alleen gebruiken om een kortingsactie te bedenken. Klanten willen uiteraard zo goedkoop mogelijk uit zijn voor hun vakantie, daarom is een korting erg interessant. Aangezien jullie net beginnen met jullie reisbureau kunnen jullie deze kortingen nog niet betalen, wij bieden jullie toch de mogelijkheid om een actie te verzinnen. Er zij wel een aantal voorwaarden waar de actie aan moet voldoen: 1. De 5000 euro moet helemaal opgaan. Bedenk dus een actie waarbij je precies uitkomt met dit bedrag. 2. Er moeten minimaal 550 mensen gebruik kunnen maken van deze actie. (meer mag altijd) 3. Jullie berekenen de korting zowel in geld als in procenten. 4. Jullie schrijven al jullie berekeningen op en laten deze aan jullie juf zien. 5. Samenwerken is tijdens deze opdracht erg belangrijk, ieder lid van jullie groepje moet kunnen uitleggen hoe de actie berekent is. Als jullie de berekening hebben laten zien aan jullie juf dan gaan jullie een manier bedenken om deze kortingsactie te promoten. Hoe jullie dit doen maakt niet uit, maar zorg voor een origineel idee.
Veel succes!!
42
Bijlage 6: Evaluatieformulier voor individuele leerlingen Evaluatieformulier De formulier is ingevuld door: _______________________________ Heb ik goed samengewerkt? Beantwoord de vragen die hieronder staan. Kleur één van de rondjes in Altijd
Soms
Nooit
Toen ik een antwoord wist, heb ik dat in de groep gezegd.
0
0
0
Ik heb anderen naar hun ideeën gevraagd.
0
0
0
Ik heb hulp gevraagd.
0
0
0
Ik heb aan de anderen gevraagd of ik hen kon helpen 0
0
0
Ik heb anderen kinderen in mijn groep geholpen
0
0
0
Ik heb anderen aangemoedigd om mee te doen
0
0
0
Ik heb anderen een complimentje gegeven
0
0
0
Ik ervoor gezorgd dat de anderen in mijn groepje
0
0
0
0
0
0
Doorwerkten.
Ik heb ervoor gezorgd dat iedereen meedeed.
43
Bijlage 7: evaluatieformulier voor groepjes Groeps-evaluatieformulier Namen van de kinderen in onze groep: _________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Hebben we goed gewerkt? Beantwoord met elkaar de vragen die hieronder staan. Kleur één van de rondjes in. Altijd
Soms
Nooit
We zijn snel aan het werk gegaan.
0
0
0
Alle kinderen hebben meegedaan.
0
0
0
We hebben de hele tijd goed doorgewerkt.
0
0
0
We hebben goed naar elkaar geluisterd.
0
0
0
We hebben vragen aan elkaar gesteld.
0
0
0
We hebben elkaar aangemoedigd
0
0
0
We hebben elkaar geholpen.
We hebben elkaar complimentjes gegeven.
0
0
0
0
0
0
44