Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Na de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gisteren ook de Senaat diverse fiscale maatregelen1 goedgekeurd. Hieronder wordt ingegaan op de maatregelen in de ondernemingssfeer. Deze wijzigingen komen tegemoet aan een aantal opmerkingen van de Europese Commissie over de Belgische fiscale regelgeving. De wet bevat daarnaast ook een aantal belangrijke wijzigingen op het vlak van onder meer de uitwisseling van bankinlichtingen met andere Staten en een verdere versoepeling van de verplichting om beroep te moeten doen op een ‘geregistreerd’ aannemer in het kader van een aantal regelingen.
1. Belastingneutrale zetelverplaatsing naar het buitenland wordt uitgebreid naar alle binnenlandse vennootschappen Sinds 12 januari 2009 kunnen Europese Vennootschappen (SE) en Europese Coöperatieve Vennootschappen (SCE) hun maatschappelijke zetel van België naar een andere lidstaat van de Europese Unie overbrengen zonder belastingheffing. Deze belastingneutraliteit geldt voor bestanddelen die blijvend worden aangewend binnen een Belgische inrichting waarover de vennootschap, al dan niet ten gevolge van de zetelverplaatsing, beschikt. Deze bestanddelen moeten ook bijdragen tot de totstandkoming van belastbare resultaten van die inrichting in België. De vrijgestelde reserves van de vennootschap moeten worden teruggevonden in het eigen vermogen van de Belgische inrichting2. Het overbrengen van de maatschappelijke zetel van een andere binnenlandse vennootschap naar het buitenland leidt echter tot de belastingheffing van de latente meerwaarden en de vrijgestelde reserves van deze vennootschap (de zogenaamde “exitheffing”). De Europese Commissie3 heeft België op 18 maart 2010 verzocht zijn wetgeving in dit verband aan te passen. Volgens de commissie is de onmiddellijke belastingheffing bij een zetelverplaatsing 1
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen; zie http://www.senaat.be/www/?MIval=/index_senate&MENUID=22120&LANG=nl . 2 Artikel 214bis WIB92. 3 Voor het persbericht, cf. http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/299&format=HTML&aged=0&language=en &guiLanguage=en .
Corporate tax alert – 1 april 2011
naar een andere lidstaat van de Europese Unie strijdig met de vrijheid van vestiging omdat interne zetelverplaatsingen binnen België i.t.t. grensoverschrijdende zetelverplaatsingen niet tot belastingheffing leiden. Het toepassingsgebied van de vrijgestelde overbrenging van de maatschappelijke zetel naar het buitenland wordt nu uitgebreid naar andere binnenlandse vennootschappen onder dezelfde voorwaarden als reeds geldt voor een SE en een SCE, nl. behoud van Belgische inrichting. De vraag rijst of de Belgische wetgeving na de uitbreiding van deze vrijstelling volledig in overeenstemming is met de Europese vrijheid van vestiging. Indien de voorwaarde van het behoud van een Belgische inrichting niet wordt voldaan, resulteert de zetelverplaatsing immers vooralsnog in een onmiddellijke belastingheffing. De Europese Commissie stelt evenwel dat de onmiddellijke belastbaarheid bij een zetelverplaatsing strijdig is met de vrijheid van vestiging. Het Unierecht vereist dat de belastbaarheid wordt uitgesteld tot het ogenblik van werkelijke realisatie. De nieuwe regeling geldt voor zetelverplaatsingen vanaf 1 januari 2011.
2. Versoepeling voorwaarden DBI-aftrek dividenden De voorwaarden voor de toepassing van de aftrek van ontvangen dividenden conform het regime van de zogenoemde definitief belaste inkomsten (“DBI-aftrek”) worden versoepeld. -
Om van de DBI-aftrek te genieten is niet langer vereist dat de inkomsten betrekking hebben op aandelen die kwalificeren als “financiële vaste activa”. De Europese Commissie4 had België in dit verband in gebreke gesteld. Op grond van de Europese Moeder-dochterrichtlijn is België verplicht om onder bepaalde voorwaarden voorkoming van dubbele belasting te verlenen voor winstuitkeringen ontvangen van dochterondernemingen. De kwalificatie van de aandelen als “financieel vast actief” is een voorwaarde die echter niet wordt voorzien in de Moederdochterrichtijn. Deze bijkomende voorwaarde is derhalve strijdig met het Europees recht. Opmerkelijk is dat deze versoepeling geldt voor alle dividenden ongeacht de staat waar de dochteronderneming is gevestigd (België, EER dan wel buiten de EER).
4
Voor het persbericht, cf. http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/09/1770&format=HTML&aged=0&language=e n&guiLanguage=en .
Corporate tax alert – 1 april 2011
-
Impact op het regime van de notionele interestaftrek? Het begrip “financiële vaste activa” blijft wel relevant in het kader van de toepassing van de notionele interestaftrek. Het risicokapitaal dat in aanmerking komt voor de notionele interestaftrek wordt immers verminderd met onder meer de fiscale nettowaarde van de financiële vaste activa die uit deelnemingen en andere aandelen bestaan. Tijdens de parlementaire debatten werd voorgesteld om deze uitsluiting uit te breiden tot aandelen die niet kwalificeren als “financiële vaste activa”, nu ook de voorwaarden voor de toepassing van de DBI-aftrek worden versoepeld. Op dit voorstel werd echter niet ingegaan. Het wetsontwerp voegt in het Wetboek van inkomstenbelastingen een definitie in van het begrip “financiële vaste activa” voor de toepassing van deze bepaling in hoofde van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beursvennootschappen.
-
Het Wetboek van inkomstenbelastingen voorziet dat de DBI-aftrek niet kan worden toegepast op het gedeelte van de winst dat bestaat uit zogenaamde 'slechte' verworpen uitgaven (bvb. interesten voor zover deze de marktrente overstijgen). Sinds de wet van 2 mei 2005 geldt deze beperking niet voor dividenden die worden uitgekeerd door een dochteronderneming gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie. Deze gunstmaatregel wordt nu uitgebreid naar dochterondernemingen gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER). De DBI-aftrek terzake van dividenden ontvangen van dochterondernemingen gevestigd in IJsland, Noorwegen en Liechtenstein wordt dus niet langer beperkt door de ‘slechte’ verworpen uitgaven.
-
Sinds 12 januari 2009 komen meerwaarden gerealiseerd op aandelen in het kader van een zogenaamde “moeder-dochterfusie” met een binnenlandse dochteronderneming of met een dochteronderneming gevestigd in de Europese Unie ten belope van 100% in aanmerking voor de DBI-aftrek (i.p.v. 95% zoals voorheen). Deze aanpassing werd ingevoerd naar aanleiding van de implementatie van de Europese Fusierichtlijn in het Wetboek van inkomstenbelastingen. Deze 100%-aftrek wordt nu uitgebreid naar dergelijke fusies met dochterondernemingen gevestigd in een andere lidstaat van de EER. Ook de vrijstelling om te voldoen aan de minimumparticipatievoorwaarden voor de toepassing van de DBI-aftrek in het kader van een dergelijke verrichting, wordt uitgebreid naar verrichtingen binnen de EER.
De versoepeling van de DBI-aftrek treedt in werking op 1 januari 2011.
3. Aftrekbaarheid van interesten betaald aan buitenlandse instellingen Om fiscaal aftrekbaar te zijn, mogen interesten niet hoger zijn dan een bedrag dat overeenstemt met de marktrente rekening houdende met bijzondere gegevens eigen aan de
Corporate tax alert – 1 april 2011
beoordeling van het aan de verrichting verbonden risico en inzonderheid met de financiële toestand van de schuldenaar en met de looptijd van de lening (“markttest”)5. Deze beperkte aftrekbaarheid geldt niet voor interesten betaald aan Belgische kredietinstellingen en Belgische verzekeringsondernemingen (of Belgische inrichtingen van buitenlandse verzekeringsondernemingen)6. België werd door de Europese Commissie7 in gebreke gesteld omdat interesten betaald aan kredietinstellingen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie een minder gunstige regeling ondergaan. De aftrekbaarheid van interesten betaald aan Belgische kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen wordt nu uitgebreid naar interesten betaald aan kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen die ressorteren onder het recht van een andere lidstaat van de EER. Ook de interestbetalingen gedaan aan een bijkantoor van een kredietinstelling naar Belgisch recht, gevestigd in een andere lidstaat van de EER genieten voortaan van deze regeling. Gelet op de uitbreiding van het toepassingsgebied acht de wetgever het opportuun om een antimisbruikbepaling in te voeren. Sommen betaald aan instellingen waarmee de schuldenaar van de interesten rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is, komen niet in aanmerking voor de uitsluiting van de markttest. Merk op dat de bewijslast inzake de verbondenheid bij de Administratie ligt. Deze nieuwe regeling is van toepassing op de interesten betaald van 1 januari 2011.
4. Verlaagd tarief roerende voorheffing Dividenden toegekend door Belgische vennootschappen of uitbetaald via een Belgische tussenpersoon zijn onderworpen aan een roerende voorheffing van in beginsel 25%. Dividenden uitgekeerd door erkende Belgische beleggingsvennootschappen genieten van een verlaagd tarief van 15%. Dividenden uitgekeerd door beleggingsvennootschappen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie via een Belgische tussenpersoon, genieten echter niet van dit verlaagd tarief. België ontving een ingebrekestelling van de Europese Commissie in het kader van de belastingheffing van buitenlandse beleggingsvennootschappen8. 5
Artikel 55 WIB92. Artikel 56 WIB92. 7 Voor persbericht, cf. http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/1403&format=HTML&aged=0&language=e n&guiLanguage=en . 8 Voor persbericht, cf. http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/common/infringements/factsheet/2010/06/201006-663-be-tax-company_en.pdf . 6
Corporate tax alert – 1 april 2011
Naar aanleiding van deze ingebrekestelling wordt het toepassingsgebied van het verlaagd tarief van 15% nu uitgebreid tot dividenden uitgekeerd door beleggingsvennootschappen van gelijke aard (als de erkende Belgische beleggingsvennootschappen) gevestigd in een andere Lidstaat van de EER. Deze wijziging treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
5. Contactgegevens Indien u meer informatie wenst te bekomen over deze wetswijzigingen en de praktische gevolgen voor uw onderneming, contacteer: Anne Van de Vijver (
[email protected]) Ivo Vande Velde (
[email protected]) Koen Morbée (koen.morbé
[email protected] ) Tiberghien Brussel Tour & Taxis Havenlaan 86C/419 B-1000 Brussel + 32 (0)2 773 40 00 www.tiberghien.com
Tiberghien Antwerpen Minerva Karel Oomsstraat 47A, bus 5 B-2000 Antwerpen + 32 (0)3 443 20 00
Corporate tax alert – 1 april 2011