Bestuursverslag 2011
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
ui mi ui ii ui urnii ii 12K.001556
Vastgesteld 15 februari 2012
Inhoud
1. Belangrijkste ontwikkelingen
1
2. Onderwijs
5
3. Onderzoek
10
4. Internationalisering
12
5. Management, personeel en organisatie
13
6. Financieel Verslag 2011
16
BIJLAGEN
32
1. Belangrijkste ontwikkelingen Onderwijs De Nijmeegse rechtenfaculteit is in 2011 voor een aantal opleidingen wederom tot beste rechtenfaculteit gekozen in de Elsevier enquête. Door een aangescherpte voorlichting en werving o.a. door middel van proefstudeer-dagen, studiekeuzegesprekken, masterclasses en gastcolleges voor scholieren en met een versterkte profilering via de sociale media streeft de faculteit naar een stabiele instroom van goede VWOstudenten. In 2011 schreven zich 485 eerstejaarsstudenten in (voltijd en deeltijd); de faculteit streeft naar een instroom van circa 500 voltijds studenten opdat de kwaliteit, kleinschaligheid en interactiviteit gewaarborgd kan blijven. De faculteit heeft een aantal maatregelen genomen om de doorstroom van studenten in de bachelorfase te bespoedigen, zoals de studiesuccesregeling, het bindend studie-advies en het verplichte werkgroeponderwijs voor de gehele bachelorfase. In oktober 2011 heeft het College van Bestuur bovendien extra middelen beschikbaar gesteld ter verhoging van het aantal contacturen. De faculteit heeft eind 2011 besloten deze gelden in te zetten in het B2- en B3-jaar. Het heeft bij het College een plan ingediend dat voorziet in een onderwijsaanbod van minste 15 contacturen/week in genoemde jaren voor alle bacheloropleidingen. Het vernieuwde masterprogramma European Law heeft in 2011 een consolidatie laten zien van het aantal ingeschreven buitenlandse studenten (26 nieuwe inschrijvingen + 9 'eigen' Nederlandse studenten), hetgeen een goed resultaat is. Voorts is de master Fiscaal recht in september 2011 van start gegaan als zelfstandige masteropleiding. 35 Studenten hebben zich voor deze master ingeschreven. Het voorstel voor de nieuwe master Criminaliteit, Veiligheid en Handhaving heeft de macrodoelmatigheidstoets helaas niet doorstaan. De faculteit bezint zich op alternatieven. In 2011 is het visitatierapport van de Qanu verschenen voor de faculteit. De visitatiecommissie was zonder meer positief facetten van de opleidingsprogramma's. Het oordeel van de Aangegeven verbeterpunten zijn inmiddels door de faculteit door de NVAO wordt in het voorjaar van 2012 verwacht.
alle 7 bachelor- en masteropleiding van in haar oordeel over de verschillende commissie was voldoende tot goed. opgepakt. De definitieve accreditatie
Onderzoek Het onderzoek van de faculteit is georganiseerd in drie onderzoekcentra, te weten: •
Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (OO&R)
•
Onderzoekcentrum Staat en Recht (SteR)
•
Centrum voor Notarieel recht (CNR)
De bundeling van onderzoek in deze drie centra is gebaseerd op de criteria focus en massa. De focus kan dwars door de traditionele indelingen van de rechtssof heen gaan. Een multidisciplinaire en internationale oriëntatie is dikwijls een pre. Massa wordt bereikt doordat het merendeel van het onderzoek wordt verricht binnen het programma van een onderzoekcentrum. De wetenschappelijke output wordt binnen die kaders gepresenteerd. Meest opvallend in 2011 op het gebied van onderzoek is het grote aantal promoties dat heeft plaatsgevonden. De 16 proefschriften waren van een grote diversiteit en omvatten zowel SteR-, OO&R en niet-gebonden onderzoek, geschreven door zowel (voormalig) medewerkers (12) als buitenpromovendi (4).
1
Promoties 1.
Biemans, J.W.A.. Rechtsgevolgen van stille cessie. Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid. Radboud Universiteit Nijmegen (XXV, 869 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. S.C.JJ. Kortmann & prof. mr. C.H. Sieburgh.
2.
Boxel, H.J.M.M. van. Grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen naar Nederlands recht. Een juridisch technische benadering. Radboud Universiteit Nijmegen (XXI, 529 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. M. van Olffen. Broek, JJ. van den (2011, november 24). Cross-border mergers within the EU. Proposals to remove the remaining tax obstacles. Radboud Universiteit Nijmegen (XX, 786 pag.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: prof. mr. G.T.K. Meussen.
3.
4.
Bulten, C.D.J. (2011, juni 14). De geschillenregeling ten gronde. Radboud Universiteit Nijmegen (XIV, 449 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. C.J.H. Jansen & prof. mr. G. van Solinge.
5.
Eijnden, P.M. van den (2011, mei 27). Onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief. Radboud Universiteit Nijmegen (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. P.P.T. Bovend'Eert & prof. mr. C.A.J.M. Kortmann.
6.
Franssen, K.A.E. (2011, oktober 04). Tijdelijke bescherming van asielzoekers in de EU. Recht en praktijk in Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk en richtlijn 2001/55/EG. Radboud Universiteit Nijmegen (XX, 459 pag.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: prof. mr. CA. Groenendijk & mr. K.M. Zwaan.
7.
Hoff, G.T.J. (2011, maart 30). Openbaarmaking van koersgevoelige informatie. Radboud Universiteit Nijmegen (XV, 805 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. G. van Solinge.
8.
Kjellevold-Hoegee, L.A. (2011, mei 23). Rechtsbescherming tegen bestuurshandelen in Nederland, Noorwegen en Zweden. Radboud Universiteit Nijmegen (XVII, 515 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. C.A.J.M. Kortmann & prof. mr. R.J.N. Schlössels.
9.
Larsson, F.F. (2011, december 09). De EU-richtlijn over opvang van asielzoekers. Opvangvoorzieningen in Nederland en Frankrijk en de rechtsbescherming tegen het onthouden van opvang. Radboud Universiteit Nijmegen (XII, 307 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. CA. Groenendijk & prof. mr. R.J.N. Schlössels. 10. Roozendaal, W.L. (2011, september 30). Werk en privé: de strijd om tijd in het arbeidsovereenkomstenrecht. Radboud Universiteit Nijmegen (XVIII, 535 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. I.P. Asscher-Vonk.
11. Soedira, A.D.W. (2011, maart 31). Het akkoord. Radboud Universiteit Nijmegen (XIV, 332 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. S.C.JJ. Kortmann. 12. Strik, M.H.A. (2011, oktober 28). Besluitvorming over asiel- en migratierichtlijnen. De wisselwerking tussen nationaal en Europees niveau. Radboud Universiteit Nijmegen (xvii, 527 pag.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: prof. mr. CA. Groenendijk & prof. mr. A.B. Terlouw. 13. Tekstra, A.J. (2011, mei 25). Verrekening door de fiscus. Radboud Universiteit Nijmegen (XVIII, 311 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: prof. mr. S.C.JJ. Kortmann & prof. mr. N.E.D. Faber. 14. Vera, H.L.M. (2011, juni 09) dat men het goed van den ongeboornen niet mag verkoopen. Gemene gronden in de Meierij van Den Bosch tussen hertog en hertgang 1000-2000. Radboud Universiteit Nijmegen (474 pag.) (Oisterwijk: BOXPress). Prom./coprom.: prof. mr. C.J.H. Jansen & dr. G J. Borger. 15. Verrest, P.A.M. (2011, juni 27). Raison d'etre: een onderzoek naar de rol van de rechtercommissaris in ons strafproces. Radboud Universiteit Nijmegen (377 pag.) (Den Haag: Boom juridische uitgevers). Prom./coprom.: prof. mr. Y. Buruma.
2
16. Wiggers-Rust, L.F. (2011, januari 27). Belang, belanghebbende en relativiteit in bestuursrecht en privaatrecht: eenheid en verschil, in het bijzonder bij milieubelangen. Radboud Universiteit Nijmegen (253 pag.) (Den Haag: Boom Juridische Uitgevers). Prom./coprom.: prof. mr. S.C.J.J. Kortmann & prof. dr. Ch. W. Backes. Oraties: 1. Prof. mr. D. Busch. Naar een beperkte aansprakelijkheid 2. Mw. prof. mr. J.H. Gerards. Her prisma van de
toezichthouders?
grondrechten.
3. Prof. mr. R.J.B. Schutgens. Vorm en inhoud over formele het (publiek)recht. 4. Prof. mr. V.P.G. de Serière, Meer mogelijkheden
van financiële en materiële
voor interventies
normomschrijvingen
in de financiële
in
sector.
Oratie elders: Prof. dr. M.T.A.B. Laemers: Onderwijsrecht
in het geding aan de VU Amsterdam.
Afscheidsrede: Prof. mr. Y. Buruma, Geen blad voor de mond. Personeel Het personeelsdomein kende in 2011 op zich geen uitzonderlijke ontwikkelingen. Dankzij de extra gelden die het College van Bestuur in juli en oktober beschikbaar stelde voor de uitbreiding van het aantal contacturen, de versterking van het middenkader en de onderwijsintensivering wordt de faculteit in staat gesteld de formatie uit te breiden met 10 fte. Hoogleraarbenoemingen •
in 2011
Mw. prof. mr. J.H. Gerards is met ingang van 15 februari 2011 benoemd tot onderzoekshoogleraar Fundamentele rechten;
•
Prof. dr. T. Richter is per 1 april 2011 benoemd t o t hoogleraar Cross-Border Corporate Insolvency Law bij het OO&R;
•
Mw. prof. mr. C M . Hilverda is per 1 april 2011 benoemd tot hoogleraar Faillissementsfraude bij het OO&R;
•
Prof. mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen is per 1 september 2011 benoemd tot kernhoogleraar Straf- en strafprocesrecht.
•
Prof. mr. dr. J.C.J. Dute is per 1 september 2011 benoemd tot bijzonder hoogleraar Gezondheidsrecht.
Prijzen/bijzondere
prestaties
•
Mr. F.G. Laagland heeft in december 2011 het Frye Stipendium toegekend gekregen;
•
M w . mr. drs. I. Haazen en prof. mr. S.E. Bartels hebben in april 2011 de verkiezingen gewonnen als resp. 'beste werkgroepdocent' en 'beste hoorcollege-docent' bij de facultaire Docent-verkiezingen 2011. Bijna 400 studenten brachten een stem uit op hun favoriete docenten;
•
Mw. mr. I.V. Aronstein heeft de Utrechtse Research Master prijs gewonnen voor haar master scriptie getiteld 'Open normen in het Europees Privaatrecht';
•
Mw. mr. M. Hengevelt heeft in november 2011 de scriptieprijs van de Vereniging voor Aanbestedingsrecht gewonnen voor haar masterscriptie 'Duidelijke regelgeving biedt aanbesteders uitsluitsel. Overtreding van het mededingingsrecht en uitsluiting van de aanbestedingsprocedure'.
•
In november 2011 ontving mw. prof. mr. J.H. Gerards de 'Gouden Lantaarn' van het blad Mr. voor de meest toonaangevende jurist op het terrein van het staatsrecht;
3
•
Toekenning
'Parel'
door
ZonMw
aan
het
onderzoek
'Thematische
wetsevaluatie
Wilsonbekwaamheid en vertegenwoordiging' van prof. mr. dr. J.C.J. Dute; •
Benoeming van prof. dr. Th. Mertens tot vice-dean van de universitaire Radboud Honours Academy per juli 2011;
•
Emeritus-hoogleraar prof. mr. A.V.M. Struycken is in april 2011 door het Ministerie van Buitenlandse zaken onderscheiden met het 'Ereteken voor Verdienste'.
Nieuwbouw In de eerste maanden van 2011 is het schetsontwerp uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp. Bij de presentatie van het eerste schetsontwerp is gebleken dat de ruimte die beschikbaar was voor kantoren onvoldoende was. Afgesproken is dat gezocht zou worden naar oplossingen om de kantooromgeving te verruimen zodat voldoende kamers beschikbaar kwamen voor de medewerkers. In de loop van april - september 2011 is het kantoorconcept verder uitgewerkt in overleg met de architecten en is een bureau voor interieurarchitectuur ingeschakeld. In die periode is de aanpassing van het voorontwerp gerealiseerd, te weten een uitbreiding van het gebouw met 1 stramien. Tevens heeft intensief overleg met de gebruikersgroepen plaatsgevonden met het oog op de inrichting van Bureau Onderwijs, Bureau In- en Externe betrekkingen, de bibliotheek, de werkgroepzalen, de hoorcollegezaal, de CPO- en de alumnizaal. Dat heeft ertoe geleid dat in september concrete voorstellen zijn gerealiseerd voor de verschillende functies van de nieuwbouw, met uitzondering van het restaurant. De inrichting van het restaurant en de kantooromgeving behoeft nog verdere uitwerking in de loop van 2012. Eind 2011 is de aanbestedingsprocedure opgestart voor de selectie van de aannemer. De verwachte opleveringsdatum van de nieuwbouw is bijgesteld naar 1 maart 2014. Financiën Het boekjaar 2011 is afgesloten met een positief resultaat van € 384.000,=, hiervan is € 254.000,= gerealiseerd op de exploitatie van CPO en € 130,000,= op de exploitatie van de faculteit.
4
2. Onderwijs De Nijmeegse rechtenfaculteit is in 2011 door studenten opnieuw als beste van Nederland beoordeeld in het studentenonderzoek van het blad Elsevier. De opleiding Rechtsgeleerdheid en de opleiding Internationaal & Europees recht staan in hun ranking beide op de eerste plaats. Notarieel recht eindigt als derde, met een tiende punt verschil op koplopers Leiden en Tilburg, die de eerste plaats delen. De Nijmeegse studenten gaven vooral hoge cijfers voor de docenten en de faciliteiten. In de Keuzegids kon de deeltijdopleiding Rechten van de Radboud Universiteit rekenen op een bijzonder goede beoordeling. Deze goede waarderingen passen in het streven van de faculteit om op alle gebieden vanuit een constant kwaliteitsbewustzijn te handelen. Zo zorgt een facultaire mentor ervoor dat nieuwe jonge docenten de BKO-cursus volgen (in 2011 zijn vier BKO-certificaten uitgereikt; een wat lager aantal vanwege de nieuwe, langere opzet van de BKO). De faculteit hecht verder groot belang aan een frequente monitoring van het onderwijs; de monitoruitslagen in 2011 waren wederom voor het overgrote deel uitstekend te noemen. Ook dit jaar scoorden opvallend veel jonge docenten uitstekend (score van ruim 4 op de schaal van 5). In- en externe kwaliteitszorg Het studiejaar 2010-2011 heeft nadrukkelijk in het teken gestaan van de externe kwaliteitszorg. In december 2010 bezocht de visitatiecommissie de faculteit. Gedurende het driedaagse bezoek heeft de commissie met docenten, studenten, alumni, leden van het bestuur en management en leden van de facultaire commissies gesproken. Ook heeft de commissie zich een beeld kunnen vormen van de kwaliteit van de opleidingen door het inzien van onderwijsgerelateerd materiaal zoals cursusdossiers, essays en scripties. De commissie heeft aan het eind van haar bezoek de faculteit mondeling over haar voorlopige bevindingen gerapporteerd. Naast lovende woorden werden er ook verbeterpunten uitgesproken. Op 18 februari 2011 ontving de faculteit een conceptrapport. De faculteit heeft van de hoorwederhoor mogelijkheid gebruik gemaakt en haar opmerkingen en suggesties op 16 maart aan de QANU verzonden. De QANU heeft in april 2011 het definitieve rapport verspreid. De opleidingen scoorden op vrijwel alle facetten voldoende, op facet 19 betreffende de betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld heeft de visitatiecommissie het oordeel goed toegekend. De bacheloropleiding Internationaal en Europees recht kreeg van de commissie op facet 6, het facet dat ziet op de samenhang van het programma, eveneens het oordeel goed. De belangrijkste aandachtspunten betroffen: S
S S S
de essays in de huidige opzet, die volgens de visitatiecommissie niet toereikend zijn als eindtoets van de bacheloropleidingen, met name het ontbreken van de duidelijke opgaande lijn en van een eindoordeel woog voor de commissie zwaar; de verplichte werkgroepvoorbereiding, met name de concrete uitwerking daarvan en controle daarop de werkdruk voor de docenten die volgens de commissie een kritische grens heeft bereikt; de rendementen;
De NVAO heeft in oktober 2011 op basis van de rapporten van de QANU aanvullende vragen gesteld. Deze vragen betroffen het aantal contacturen van de verschillende opleidingen, de onderbouwing van de constatering dat het afsluitende werkstuk in onze bacheloropleidingen -in casu de gebundelde bacheloressays- de kwaliteit van de opleiding kan waarborgen; ook werd een vraag gesteld over de rendementen. De faculteit heeft, in samenspraak met MSO de gevraagde informatie gegeven en de stappen beschreven die naar aanleiding van de bevindingen uit de zelfstudie en de visitatie gezet zijn of nog zullen worden. Op het moment dat dit jaarrapport geschreven wordt, is er nog geen definitief besluit over heraccreditatie van de NVAO ontvangen. In het najaar verscheen een State of the Art rapport van de QANU en een rapport Civiel Effect. Op beide rapporten heeft de faculteit haar commentaar gegeven in de daartoe geboden gelegenheid.
5
De faculteit heeft een aantal verbeterpunten in 2011 ter hand genomen. Zo is de Commissie Verbetering Essays ingesteld die het faculteitsbestuur van advies heeft gediend over een verbeterde opzet van de essay-opbouw en een toereikende afsluiting. De faculteit rondt het voorstel hiervoor in het voorjaar 2012 af. Andere verbeterpunten zijn opgenomen in de maatregelen in het kader van de studiesuccesregeling. De externe onderwijs-adviesorganen van de faculteit - de Adviesraad voor de Rechtspraktijk en de Wetenschappelijke Adviesraad - zijn op resp. 22 juni en 1 juli 2011 bijeen gekomen voor het jaarlijkse overleg met de faculteit inzake de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk, respectievelijk het wetenschappelijke niveau van de opleidingen. De overleggen worden door alle partijen als zeer constructief ervaren en leverden ook dit jaar waardevolle adviezen en inzichten op. Instroom eerstejaars-studenten Studiejaar Instroom eerstejaars Totaal aantal studenten
07/08 528 2725
09/10
10/11
11/12
582
478
472
2740
2786
2781
485 2617
08/09
Uit de tabel blijkt dat het totaal aantal eerstejaars voltijd en deeltijdstudenten ten opzichte van 2010/2011 vrijwel gelijk is gebleven. Het aandeel deeltijdstudenten is echter dramatisch gezakt. In het collegejaar 2011-2012 neemt inmiddels minder dan 10 studenten deel aan het propedeusejaar van de deeltijdstudie (voorheen 40 - 50 inschrijvingen per jaar). De verhoging van de collegegelden en de langstudeerdersregeling zijn hier met name debet aan. De faculteit is bezig plannen te ontwikkelen om de deeltijdstudie weer interessant en betaalbaar te maken voor deze doelgroep. De faculteit voelt het als haar maatschappelijke plicht om er alles aan te doen de deeltijdstudie in stand te houden. Voorlichting en werving De faculteit wil scholieren die hun interesse in de rechtenstudie hebben laten blijken ervan overtuigen dat Nijmegen de juiste keus is. De uitingen zijn erop gericht hen te wijzen op verdiepende informatie en te laten deelnemen aan verdiepende voorlichtingsactiviteiten, zodat zij enthousiast raken over de rechtenstudie en de faculteit. Daarnaast is het van belang dat scholieren de faculteit top of mind hebben en houden. Om dit te bereiken is in 2011 het profiel van de faculteit verder uitgewerkt en uitgedragen. Dit is uitgewerkt in het motto Kennis waar je wat mee kunt en bijpassende beelden. Hiermee moet duidelijk worden dat de Nijmeegse rechtenstudie een betere voorbereiding biedt op de arbeidsmarkt en een grotere kans op een geschikte baan. Op basis van het motto zijn diverse acties en middelen ontwikkeld, zoals een kaartenset-campagne waarin het recht op eigentijdse wijze in beeld is gebracht. Verder heeft de faculteit geïnvesteerd in 'social media', hier is een extra communicatiemedewerker voor aangetrokken. In het voorjaar is opnieuw een Masterclass voor getalenteerde scholieren georganiseerd, omtrent een actueel thema. In het najaar heeft de faculteit een extra Dagje Proefstuderen georganiseerd, vanwege de grote belangstelling. Verder is in het najaar een start gemaakt met het project Gastcolleges: aan 15 middelbare scholen (preferente partners) wordt een gastcollege op school aangeboden over een actueel juridisch thema; 15 docenten werken hieraan mee, en eind 2011 zijn de eerste colleges van start gegaan. In het najaar is het communicatieplan voor 2012 vastgesteld. Hierin komt onder meer aan de orde dat de faculteit zal gaan inspelen op het stijgende aantal Duitse scholieren met interesse in een studie in Nederland. Voor de Duitse markt wordt een speciale campagne opgezet. Eind 2011 is hiermee een begin gemaakt. Bindend Studieadvies en studiesuccesregeling Met de invoering van de studiesuccesregeling, het BSA en het verplicht werkgroeponderwijs zijn maatregelen getroffen om het studierendement de komende jaren aanzienlijk te verbeteren. 6
In het kader van de studiesuccesregeling
zijn de volgende maatregelen in 2011 geïmplementeerd:
S Versterking studiebegeleiding van eerstejaars door invoering van een nieuw mentoraat. J Samenvoeging van de vakken Inleiding Europees recht en Volkenrecht in het Bl-jaar. J Uitvoering deeltoets Bl-privaatrecht in de eerste onderwijsperiode na 7 weken. s Inwerkingtreding van de vierjaarsregeling voor bachelorstudenten (B-in-4) die per 1 september 2011 zijn begonnen met de bacheloropleiding. s Intensieve studiebegeleiding: studievoortgangsrapportage voor elke student na afloop van elk semester; oproepen van vertraagde studenten door de studie-adviseur voor het vaststellen van een studieplan; registratie van studievoortgang in persoonlijk dossier. In verband hiermee: Uitbreiding formatie van het Bureau Onderwijs. s Aanpassing van de toelatingsregeling Recht & Management en Recht & Economie (uitsluiting bij studievertraging) en invoering van een toelatingsregeling voor de combinatie van twee bacheloropleidingen rechten. S Voortzetting van de pilot studiekeuzegesprekken met scholieren, invoering van studiekeuzegesprekken voor alle deeltijd- en premasterstudenten per 1 september 2011. S Meer spreiding van herkansingen gedurende het studiejaar. S Voorbereiding van een intensief volgsysteem voor masterstudenten, alsmede voorbereiding t.b.v de Regeling Studievoortgang masteropleidingen voor studenten (M-in2) die per 1 september 2012 wordt ingevoerd. S Instelling van een commissie Verbetering Essayverplichting. De maatregel Bindend Studie Advies voor de propedeuse is per het collegejaar 2011-2012 ingevoerd. Hiertoe is in 2011 de Commissie Studieadvies Eerstejaars ingesteld. Het 'proefjaar' 2010-2011 is voorspoedig verlopen. Enkele kleine praktische knelpunten zijn voortijdig aan het licht gekomen en verholpen. Inmiddels geldt voor studenten in de hele bachelorfase een verplichte aanwezigheid bij de werkgroepbijeenkomsten, alsmede een verplichting tot voorbereiding van de stof. Algemeen kan gesteld worden dat de invoering van het verplicht werkgroeponderwijs een positieve uitwerking heeft voor zowel docenten als studenten. Binnen de werkgroepen is meer rust ontstaan en zijn studenten beter voorbereid, waardoor een veel beter voorwaarde aanwezig is voor interactief onderwijs. Uiteraard blijven er verbeteringen mogelijk. De faculteit heeft in oktober 2011 een facultaire commissie ingesteld die voor de betrokken docenten op basis van 'best practices' een handzame leidraad gaat opstellen. Bachelorrendement Met de invoering van het BSA, het verplicht werkgroeponderwijs en de studiesuccesregeling zijn de gewenste maatregelen getroffen om het studierendement de komende jaren aanzienlijk te verbeteren. De faculteit streeft ernaar dat 70% van de eerstejaars een positief bindend studieadvies ontvangt. Een uitgangspunt van facultair beleid is tevens dat 85% van deze groep studenten in vier jaar de bacheloropleiding afrondt. Met de ingevoerde maatregelen verwacht de faculteit de gemiddelde studieduur aanzienlijk te kunnen verkorten. De faculteit heeft in het proefjaar van de maatregel Bindend Studie Advies (collegejaar 2010-2011) vastgesteld dat 64% van de studenten de BSA-norm van 40 EC haalde; in het collegejaar 2011-2012 wordt de laatste stap gezet naar het streefpercentage van 70%. HBO-instroom Om de HBO-doorstromers niet de dupe te laten worden van de kabinetsmaatregelen ter verhoging van de collegegelden, heeft faculteit een beperkte aanpassing van het bestaande schakelprogramma doorgevoerd. De aanpassing zit hierin dat studenten, als zij ten minste een pre-master van 60 EC hebben gehaald, kunnen instromen in de master. Hierdoor biedt de faculteit HBO-studenten een goede mogelijkheid om binnen de gestelde termijnen en tegen het wettelijke collegegeld te kunnen afstuderen. In 2011-2012 zijn er 70 aanmeldingen binnen gekomen. De faculteit heeft op basis van 7
de gestelde criteria (minimaal 80 EC aan juridische voorkennis, gemiddeld een 7) 50 studenten toegelaten. Excellentie in het onderwijs Naast de maatregelen die zijn getroffen om de kwaliteit van de opleidingen te verbeteren heeft de faculteit ook aandacht voor excellente studenten. De faculteit heeft al langer initiatieven lopen om voor goede vwo-scholieren, eerstejaarsstudenten en masterstudenten aantrekkelijke onderwijsprogramma's te bieden: Dubbelstudies Vee\ getalenteerde en gemotiveerde vwo'ers kiezen voor een dubbelstudie Recht & Management of Recht & Economie dan wel voor de plusvariant (Rechten + een aantal bedrijfskundevakken) vanwege de extra uitdaging en het goede arbeidsperspectief. Law Extra Het Honoursprogramma Law Extra van de faculteit startte in 2009-2010 en heeft intussen twee jaren doorlopen. Doelstelling van dit bijzondere programma is de talenten van studenten te ontplooien naast het reguliere programma. Het programma is opgebouwd uit 7 blokken waarvan drie summer courses, die in resp. Rome, Nijmegen en Krakau hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden. De studenten worden intellectueel uitgedaagd en volgen extra colleges, doceren zelf een werkgroep, schrijven essays , participeren in een internationale moot court en schrijven een artikel, houden een referaat en volgen in de rechtspraktijk een stage. In 2009/2010 en 2010/2011 zijn 70 respectievelijk 60 eerstejaarsstudenten uitgenodigd om mee te solliciteren voor een plaats in het programma. 30 respectievelijk 37 studenten hebben gesolliciteerd en uiteindelijk werden er 14 respectievelijk 16 kandidaten toegelaten. De studenten beoordelen de verscheidenheid van de onderdelen van het programma als zeer positief. Het buitenlandverblijf wordt door hen als zeer leerzaam en nuttig ervaren. Uit evaluaties van alle onderdelen blijkt dat studenten veel tijd spenderen aan dit extra programma, maar daar tegenover stellen zij dat zij zich intellectueel erg uitgedaagd voelen. Van de groep die in 2009-2010 startte zijn alle studenten nog betrokken bij het programma, van de groep die gestart is in 2010-2011 doen nog 15 van de 16 toegelaten studenten mee. Onderzoeksmaster / duale master Na het behalen van de bachelor kunnen de betere studenten instromen in de duale master of de onderzoeksmaster Onderneming & Recht. De beide masters blijken niet alleen aantrekkelijk voor de goede en gemotiveerde Nijmeegse studenten, maar trekken ook getalenteerde studenten van andere rechtenfaculteiten. Mede om aantrekkelijkheid van de facultaire opleidingen ten opzichte van met name het Utrechtse Law College te verbeteren, heeft de faculteit eind 2011 een werkgroep in het leven geroepen die zal bezien hoe het succes van de dubbelstudies en het honoursprogramma Law Extra beter en verder kan worden uitgedragen naar goede vwo'ers. Masteropleidingen De masteropleiding Fiscaal recht aan de Nijmeegse rechtenfaculteit is in september 2011 als zelfstandige masteropleiding van start gegaan. Er zijn in september 35 studenten ingestroomd. In de loop van 2011 is gebleken is dat de fiscale beroepspraktijk een grote en structurele behoefte heeft aan academisch geschoolde fiscaal juristen. De faculteit heeft in het kader hiervan in december 2011 een overeenkomst gesloten met Pricewaterhouse Coopers Belastingadviseurs, waarin is vastgelegd dat PWC-medewerkers via een schakelprogramma kunnen instromen in de master Fiscaal recht. De faculteit is verheugd met deze overeenkomst een nieuwe, interessante doelgroep voor de masteropleiding te hebben aangeboord en wil het aanbod voor deze doelgroep nog verder verbreden door het opzetten van een postinitiële masteropleiding Fiscaal recht.
8
De faculteit heeft in de loop van 2011 te horen gekregen dat de masteropleiding Veiligheid, Criminologie en Handhaving de macrodoelmatigheidstoets niet heeft doorstaan. De faculteit en betrokken hoogleraar betreuren dit zeer, omdat zij ervan overtuigd zijn dat het interdisciplinaire programma unieke en vernieuwende invalshoeken biedt. Daarom is het initiatief genomen om de beoogde masteropleiding om te vormen tot een postinitiële masteropleiding die, naast studenten die deze master direct na hun eerste master gaan volgen, ook nog andere doelgroepen van externe afgestudeerden en specialisten kan trekken. Hiertoe vindt op dit moment nader vooronderzoek plaats. Alumnibeleid De faculteit heeft de ingeslagen weg om de relatie met de alumni te versterken voortgezet en geïntensiveerd. Ook dit jaar werden er weer diverse activiteiten voor alumni georganiseerd. De respons van de kant van de alumni laat zien dat het aanbod voorziet in een behoefte. Bijeenkomsten die voor alumni werden georganiseerd: Van de Grinten-lezing, onderwijs-golfdag, terugkomdag met juridisch dictee, regionale alumnibijeenkomsten, actualiteitencursussen. Om alumni bij de nieuwbouw te betrekken is de Club van 2014 opgericht. Voor een contributie van € 20,14 per jaar (€ 201,40, maar € 2014,00 mag ook) is men lid. Het lidmaatschap eindigt in 2014, het jaar waarin de nieuwbouw gerealiseerd zal zijn. Met de opbrengst zullen extra voorzieningen bekostigd worden zoals bijvoorbeeld opname apparatuur in de rotazalen. Ultimo 2011 telde de club 404 leden.
9
3. Onderzoek Instituutsverslagen De faculteit verwijst naar het Research report, waarin de afzonderlijke onderzoekcentra
hun
onderzoeksactiviteiten en -prestaties uiteenzetten. Ontwikkeling aantal promoties FdR 2008
2009
2010
2011
OO&R
3
3
3
9
SteR
1
4
4
6
CNR
1
Promoties aantal
Overig
1
1
(Voormalig) medewerkers
5
6
6
12
Buitenpromovendi
0
2
1
4
Totaal promoties
5
8
7
16
De faculteit had het aantal promoties geraamd op tenminste 9. Dit aantal is ruimschoots gehaald. Opmerkelijk is dat er naast 12 (voormalig) medewerkers, 5 buitenpromovendi de eindstreep haalden. Kwaliteitszorg onderzoek Het onderzoek wordt verricht in drie onderzoekcentra: • Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (OO&R) • •
Onderzoekcentrum voor Staat en Recht (SteR) Centrum voor Notarieel Recht (CNR)
De landelijke beoordeling van het rechtsgeleerd onderzoek is in juli 2010 afgerond. De volgende aanbevelingen van de landelijke commissie zijn of worden omgezet in beleid. 1. Omvorming van de wetenschapscommissie tot een slagvaardige commissie. Dit proces is inmiddels afgerond. De faculteit beschikt over een kleine commissie, bestaande uit onderzoekshoogleraren, die onderzoeksaanvragen (methodisch) beoordeelt en die naast het faculteitsbestuur en de besturen van de onderzoekcentra toezicht houdt op de kwaliteit van het onderzoek. De commissie gaat tevens actief op zoek naar potentiële kandidaten die een subsidieaanvraag kunnen indienen. 2.
Invoering van een beleid van loopbaanbegeleiding (opbouwen van een track record op het vlak van onderzoek). Het faculteitsbestuur, in de persoon van de vice-decaan Onderzoek heeft dit aandachtspunt nadrukkelijk naar zich toegetrokken..
3.
Sterkere vorm van meten van de kwaliteit van onderzoek. Voorstellen hiertoe zijn geformuleerd door een werkgroep die zich met de kwaliteit van de jaargesprekken bezighoudt. De kwaliteitszorg ligt op de eerste plaats bij de programmaleiding van de onderzoekcentra, die naast het faculteitsbestuur en in het bijzonder de vice-decaan onderzoek, toezicht houden op de naleving van kwalitatieve en kwantitatieve normen.
In 2011 is gestart met de voorbereidingen van de Mid Term Review (MTR). In overleg met MSO is besloten alle onderzoekcentra in deze Review te betrekken, ook het OO&R omdat een tussentijdse evaluatie in het kader van een toekomstige KNAW-hererkenning noodzakelijk wordt geacht. De verslaglegging zal gaan over de jaren 2009, 2010 en 2011. Er is gekozen voor lichte vorm van evalueren. De rapportages zullen bestaan uit een SWOT-analyse en overlegging van alle onderzoeksresultaten conform de tabellen van het Standard Evaluatie Protocol. Het bestuur van het 10
OO&R en het SteR hebben besloten om de verslagen niet alleen intern aan het faculteitsbestuur aan te bieden, maar om tevens (kleine) Peer Review Commissies bestaande uit externe deskundigen een oordeel te laten vormen. Naar verwachting zal het gehele evaluatieproces in november 2012 zijn afgerond. Aantal leden besturen en programmacommissies: Instituut
Hoogleraar
Functie
Bestuur/Commissie
Organisatie
Law
Prof. mr. Y. Buruma
Lid
Sociaal-Wetenschappelijke
KNAW
Raad Law
Prof. mr. J.C.J. Dute
Lid
Subcommissie Ethische &
ZonMw
juridische aspecten van geneesmiddelenonderzoek bij kinderen en ouderen Law
Prof. mr. J.H. Gerards
Lid
Koninklijke Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen
Law
Prof. mr. A.S. Hartkamp
Lid
Law
Prof. mr. C.J.M. Klaassen
Lid
KNAW Commissie
Fonds voor W e t e n -
Rechtswetenschappen
schappelijk Onderzoek Vlaanderen (SWO)
Law
Prof. mr. C.J.H. Jansen
Lid
Law
Prof. mr. C.J.M. Klaassen
Lid
Gebiedsbestuur M a g W
NWO Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
Law
Prof. mr. G.T.K. Meussen
Reviewer
ESF
Law
Prof. mr. drs. C.H Sieburgh
Lid
KNAW
Law
Prof. mr. drs. C.H Sieburgh
Lid
Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit
Law
Prof. mr. drs. C.H Sieburgh
secretaris van de sectie
KNAW
Rechtswetenschappen Law Law
Prof. mr. G. van Solinge Prof. mr. drs. B.P.
Lid Lid
Commissie
Ministerie van Justitie en
Vennootschaprecht
Veiligheid
Onderwijsraad
Ministerie van Onderwijs
Vermeulen Law
Prof. mr. drs. B.P.
KNAW
Lid
Vermeulen Law
Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen
Lid
Adviescommissie voor
Ministerie voor
vreemdelingenzaken
Vreemdelingenzaken en Integratie
Het faculteitsbestuur spoort hoogleraren systematisch aan om subsidies te verwerven en plaats te nemen in besturen of programmacommissies van subsidiërende instanties. Tevens wordt hen gevraagd zich aan te melden bij deze organisaties als referent. Toegekende onderzoekssubsidies in 2011 Wetenschappers van de faculteit zijn actief in het werven van externe middelen voor onderzoek. In 2011 zijn ondermeer subsidies toegekend aan: Prof. dr. Th. Mertens, UK: Human Rights and Human Duties: Assessing the Obligations entailed in Human Rights (NWO) Mw. prof. mr. J.H. Gerards, The Core of Fundamental Rights and the European Court of Human Rights (NWO). Prof. A.S. Hartkamp, Rechtsvergelijkend Case Book in de ius Commune reeks over de invloed van het Europese recht op de privaatrechtelijke rechtspraak in de lidstaten (Stichting Ammodo). Mw. mr. M.H.A. Strik, Integration of High Skilled Third Country Nationals in Europe (EU). Prof. dr. E. Guild, Integration of High Skilled Third Country Nationals in Europe (EU).
11
4. Internationalisering
Onderwijs In het collegejaar 2010-2011 hebben 115 buitenlandse Erasmus- en Masterstudenten aan onze faculteit en universiteit een of meer semesters doorgebracht. De reacties zijn positief; vooral de kleinschaligheid, toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs worden genoemd . De Nijmeegse faculteit heeft 74 eigen rechtenstudenten uitgestuurd tijdens dit collegejaar, waarvan 63 binnen Europa en 11 daarbuiten. De faculteit heeft daarnaast extra aandacht besteed aan de uitwisseling van docenten; zeven docenten zijn in 2010-2011 naar het buitenland gegaan. De faculteit zelf heeft docenten uit Budapest, Lyon, Madrid en Poitiers ontvangen. In het kader van de Law Extra summer course hebben in juli 2011 prof. H. Hovenkamp (University of Iowa) en prof. M. Furse (University of Glasgow) in Nijmegen een aantal colleges verzorgd. In de samenwerking met IRUN heeft de faculteit nieuwe uitwisselingcontracten opgesteld met Siena en Ljubljana (start 2012-13) en hebben er verschillende wederzijdse bezoeken plaatsgevonden met collega's van Krakow resulterend in een Intensive Programme tussen Nijmegen, Krakow, Munster, Glasgow en Budapest. Ook buiten de IRUN-samenwerking om is de faculteit samenwerkingsverbanden aangegaan met interessante zusterfaculteiten. Er zijn overeenkomsten gesloten met de National University of Taiwan, de University of IOWA en de Penn State University (USA). Begin 2012 verwacht de faculteit een overeenkomst met de New York Law School te sluiten, alsmede met de Nottingham Trent University (UK). In 2011-2012 heeft het Engelstalige masterprogramma European Law zich geconsolideerd met 26 nieuwe internationale studenten en 9 Nederlandse studenten. Een nieuwe ontwikkeling in de werving van de European Law master is de start van het consortium Study Law in Holland waarin de rechtenfaculteiten van Nijmegen, Leiden, Rotterdam, Tilburg, Groningen en Utrecht gezamenlijk werven voor hun masterprogramma's . De website www.studylaw.nl is sinds september 2011 actief, en in de komende jaren zullen beursbezoeken namens het consortium op het programma staan. Onderzoek Het bestuur van de faculteit heeft het internationaliseringbeleid van het CvB hoog in het vaandel staan en draagt dat ook uit naar de onderzoekscentra OO&R en SteR. Binnen het raamwerk van een aantal International Working Groups werkt het OO&R samen met vooraanstaande academici van universiteiten uit een groot aantal landen. Daarnaast is in 2011 is prof. dr. T. Richter benoemd tot hoogleraar Cross-Border Corporate Insolvency Law. Het betreft een onderzoeksleeropdracht voor een periode van twee jaar. Bij het OO&R is hij onder meer betrokken bij het internationale en rechtsvergelijkende onderzoek op het terrein van het insolventierecht en het zekerhedenrecht. Daarnaast is het OO&R samen met het Max Planck Instituut in Hamburg het project 'Forum Europaeum on Corporate Boards in listed companies' gestart en wordt samengewerkt met Duke University (VS) in een internationaal project over 'Liability of Assets Managers'. Onderdeel van het Onderzoekcentrum voor Staat en Recht (SteR) is het Centrum voor Migratierecht (CMR). Het CMR coördineert het European Network on Free Movement of Workers within the European Union (gesubsidieerd door de Europese Commissie). Verder heeft het centrum samenwerkingsverbanden met een groot aantal onderzoekcentra in Europa. CMR heeft bovendien een guest-researcher programme, waardoor jaarlijks een aantal buitenlandse scholars voor korte of langere tijd bij het Centrum kunnen verblijven. Ook andere programma's binnen het SteR werken samen met instituten in en buiten Europa, waaronder IRUN-partners. Er zijn bovendien vele lezingen en bijdragen aan internationale symposia gehouden en geleverd.
12
5. Management, personeel en organisatie Ontwikkeling binnen de wetenschappelijke formatie in 2010 In 2011 nam het aantal UHD's binnen de faculteit toe. Dit is het resultaat van gemaakte loopbaanafspraken (ontwikkeltrajecten) met UD's. Het aantal UD's is daarmee weer op het niveau van 2009. Het aantal promovendi is nagenoeg gelijk gebleven, het aantal (junior) docenten is gestegen. De oorzaak hiervan ligt enerzijds in een aantal moeilijk vervulbare UD posities waarvan de formatie tijdelijk op een lager niveau is ingevuld. Anderzijds betreft het (nog) niet gepromoveerden die als (junior) docent worden ingezet. Ontwikkeling aandeel vrouwen in wetenschappelijke staf In 2011 steeg het aantal vrouwelijke hoogleraren en UHD's. De groei in de UHD-functies komt voort uit interne ontwikkeltrajecten met vrouwelijke talenten. In 2011 werd 21 maal geworven, dit hoge aantal vacatures komt onder meer voort uit aflopende contracten met junior docenten, waarvan de posities opnieuw werden ingevuld. Bij CPO is 5 maal geworven, deze vacatures kwamen voort uit vervanging van zwangerschaps- en bevallingsverlof. Van het totaal aantal vacatures is 75% vervuld door een vrouwelijke kandidaat. Beheersing indirecte kosten Om binnen het beschikbare budget zoveel mogelijk ruimte te behouden voor onderwijs en onderzoek streeft de faculteit er naar om het compartiment niet-wetenschappelijk personeel zo gering mogelijk te houden. Dit blijft ook komende jaren uitgangspunt voor de faculteit. Met de invoering van het BSA, van het nieuwe studentenvolgsysteem (OSIRIS) en van de studiesuccesregeling alsmede met de intensivering van de communicatie rondom onderzoek en de vernieuwing van de onderwijsprogramma's, wordt een groot beroep gedaan op Bureau Onderwijs en Bureau In- en Externe Betrekkingen. De faculteit heeft daar waarnodig de formatie (tijdelijk) uitgebreid. Verhouding direct/indirect Faculteit (excl. C P O )
Direct Indirect Totaal Indirect in % van totaal
2008
2009
2010
2011
134,9
137.4
137,9
145.7
38.0
32,7
33,3
33,6
172,8
170.1
171.2
179,2
22%
19%
19%
19%
Binnen de faculteit heeft het merendeel van de niet-wetenschappelijk medewerkers een dienstverband voor onbepaalde tijd. Om ook binnen het compartiment niet-wetenschappelijk personeel enige flexibiliteit te krijgen is besloten om nieuwe aanstellingen nog slechts voor bepaalde tijd aan te gaan. Concreet komt het er op neer dat in eerste instantie een arbeidsovereenkomst voor 1 jaar wordt aangegaan waarna bij goed functioneren tweemaal een voortzetting van 1 jaar (totaal 3 jaar) volgt. Afgelopen jaren is ter verbetering van de efficiency nadrukkelijke gezocht naar samenwerking met de andere faculteiten. Dit heeft geresulteerd in het centraliseren van de debiteuren- en crediteurenadministratie alsmede in het onderbrengen van de werkplekautomatisering in een shared service. Daarnaast huurt de faculteit de ondersteuning op het gebied van personeel en organisatie zoveel als mogelijk in bij DPO.
13
Ontwikkeling aanstellingen naar nationaliteit Zoals eerdere jaren al is vermeld, biedt het juridisch wetenschapsgebied weinig mogelijkheden tot het aantrekken van internationale talenten. Waar mogelijk probeert de faculteit actief internationaal te werven. Er komen echter weinig buitenlandse reacties op deze vacatures en de reacties die worden ontvangen, hebben veelal niet de gewenste kwaliteit. Bij de European Law master daarentegen schrijven zich jaarlijks ruim twintig buitenlandse studenten in; de faculteit ziet hier mogelijkheden voor een potentiële kweekvijver van toekomstige wetenschappelijke medewerkers. In 2011 zijn bij OO&R en de secties Internationaal en Europees recht en bij Strafrecht medewerkers met een buitenlandse afkomst in dienst genomen. Het aantrekken van potentiële ERC-grant en Veni/Vidi/Vici kandidaten De faculteit spoort potentiële kandidaten binnen der wetenschappelijke staf aan om subsidies te werven in de Vernieuwingsimpuls van NWO en van ERC (EU). Voor een succesvolle subsidieaanvraag is het nodig dat deze kandidaten beschikken over een adequaat track record. De faculteit faciliteert potentiële kandidaten daarom bij de opbouw van dit track record. De wetenschapscommissie speelt hierbij een belangrijke rol. Niet alleen traceert de wetenschappers potentiële kandidaten, ook adviseert de commissie de kandidaten bij de opbouw van het track record en is de commissie nauw betrokken bij de subsidieaanvraag, in het bijzonder de projectinhoud en -beschrijving. Daarnaast biedt de faculteit ook aan goede externe wetenschappers de mogelijkheid om in het kader van de Vernieuwingsimpuls en ERC een project in te dienen. Ook hierbij wordt de wetenschapscommissie nauw betrokken. In 2011 is op deze wijze zowel in de Vernieuwingsimpuls als ERC een subsidieaanvraag ingediend. Verdere aandachtspunten •
Aanstelling
promovendi
De faculteit heeft in 2011 vijf promovendi aangesteld. De werving vond in drie gevallen open plaats. De overige twee promovendi werden vanuit de onderzoeksmaster en het netwerk benaderd. Een deel van de aanstellingen kan gescheiden omdat de financiering voor 50% uit externe gelden plaatsvindt. De faculteit matcht hierbij de andere 50%. •
Aanstelling in leeftijd Door de veelvoud aan nieuwe aanstellingen in de categorie junior docent is de wetenschappelijke staf in de leeftijdscategorie t / m 34 jaar nog verder gegroeid t o t bijna 55%. De flexibiliteit in het personeelsbestand is met een groot aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten hoog en een nauwe aansluiting bij de student is geborgd. Onder het OBP is er een evenwichtige spreiding van leeftijden. •
Jaargesprekken Het in 2011 aantal gevoerde jaargesprekken (63%) verhoudt zich tot vorig jaar, al is dit lager dan het streefpercentage van 80 %. Deels komt dit doordat met hoogleraren tweejaarlijks gesprekken gevoerd worden. Binnen CPO zijn alle jaargesprekken gevoerd (100%). In 2011 is een interne werkgroep gestart met het project 'Verbetering kwaliteit jaargesprekken' met een tweeledig doel. Enerzijds wil het de leidinggevenden voorzien van feitelijke informatie over het functioneren van medewerkers, waardoor er een kwalitatief goed jaargesprek gevoerd kan worden. Anderzijds streeft het naar een zo beperkt mogelijke verslaglegging door een verbeterde informatievoorziening vooraf én een verbeterd gespreksformat. Overwogen wordt de mogelijkheid te bieden de frequentie van de jaargesprekken aan te passen aan de situatie van de medewerker. In 2012 neemt het faculteitsbestuur een besluit op basis van de adviezen van de werkgroep.
14
•
Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage van de faculteit bedroeg in 2011 2,5%, wat een acceptabel percentage is. Het percentage wordt, evenals voorgaande jaren, hoofdzakelijk veroorzaakt door langdurig verzuim. In 2011 heeft de faculteit deelgenomen aan het programma Fit in Balans, de uitkomsten hiervan - in de vorm van een rapportage - worden nog afgewacht. In aansluiting daarop zullen de benodigde vervolgstappen worden uitgezet.
•
Loopbaanbeleid In 2010 werden kwaliteitseisen voor het midden en hoger wetenschappelijk kader geformuleerd, in 2011 is dit geformaliseerd tot faculteitsbeleid. Hierdoor is meer uniformiteit en helderheid gebracht in ontwikkeltrajecten die zijn en worden aangegaan.
•
Verlofstuwmeren De faculteit voert een actief beleid om het aantal openstaande vakantiedagen terug te dringen. Het aantal openstaande uren is - in verhouding t o t 2010 - licht opgelopen.
Voor bijbehorende tabellen: zie bijlage 6, blz. 4 1
15
6. Financieel Verslag 2011
Exploitatie 2011
Faculteit der Rechtsgeleerdheid (incl. CPO)
Realisatie
Begroting
Prognose
Realisatie
2011
2011
verschil
2011
2010
verschil
15.270
15.270
0
15.270
15.375
-105
5.154
5.936
-782
5.400
5.636
-482
-96
40
-136
-280
329
-425
3.017
2.467
550
2.550
2.121
896
934
615
319
782
534
400
24.279
24.328
-49
23.722
23.995
284
15.693
15.640
53
15.213
15.310
383
0
12
Baten 1.1.c
Toewijzingen cvb
1 3a
Baten werk i.o.v. derden o&o
1 3b
Mutatie onderhanden werk i.o.v. derden
1.4
Overige baten derden
1 5
Baten interne dienstverlening Totaal Baten
Lasten 2.1.a
Personele lasten
2.1.b
Dotatie/vrijval personele voorzieningen
12
0
12
2.2
Afschrijvingen
88
225
-137
96
213
-125
2.3
Huisvestingslasten
3.012
3.220
-208
3.065
2.897
115
2.4
Overige lasten
5.156
4.490
666
4.631
4.597
559
2.5
Dotatie/vrijval overige voorzieningen
155
-155
0
0
Totaal Lasten
23.961
23.575
386
23.005
23.172
789
Saldo baten en lasten
318
753
-435
717
823
-505
60
7
58
27
40
0
1
3.1
Financiële baten
67
3.2
Financiële lasten
1
Financieel resultaat
Exploitatieresultaat
1
66
60
6
58
27
39
384
813
-429
775
850
-466
Over het boekjaar 2011 is een positief exploitatieresultaat gerealiseerd van € 384.000. CPO sloot het jaar af met een positief saldo op de exploitatie van € 254.000 (was € 263.000 over 2010) en de faculteit met een positief saldo van € 130.000 (was € 587.000 over 2010). De exploitaties van beide onderdelen zijn als bijlage toegevoegd.
16
Het resultaat van CPO voor 2011 wordt beïnvloed door: een teleurstellende omzetontwikkeling uit activiteiten voor eigen rekening en risico, overboeking van een eerste tranche van € 186.000 naar de Stichting JPO, om ook op langere termijn de instandhouding van de CPO-wisselleerstoel te kunnen waarborgen, een zo volledig mogelijke verantwoording in het boekjaar 2011 van de docentkosten, waardoor binnen de exploitatie in 2011 nu ook de docentkosten van de maand december 2011 zijn opgenomen. Het feit dat in 2011 voor 13 maanden (december 2010 t / m december 2011) docentlasten ten laste van de exploitatie zijn gebracht heeft een negatief effect op het resultaat van € 125.000. Met betrekking t o t het facultaire exploitatieresultaat is het volgende van belang: de faculteit heeft een eenmalige opbrengst toegekend gekregen ter grootte van € 100.000 vanwege teveel door de faculteit betaalde ww-uitkeringen in het verleden, vooruitlopend op universitaire besluitvorming is in overleg met CIF in 2011 ten laste van de exploitatie een reservering getroffen van € 452.000 voor verlofdagen die samenhangen met spaarplannen van medewerkers voor langdurig verlof en sabbatical leave. Voorheen is op centraal niveau een reservering voor deze gespaarde verlofdagen opgenomen. Een eenmalige opbrengst van € 55.000 vanwege de overdracht van facultaire kantoor- en studiewerkplekken naar het GDI. Toelichting op de baten Toewijzing CvB De toewijzing van het college van bestuur omvatte voor 2011: Budget voor onderwijs-en onderzoek
€
15.231.000
€
15.270.000
Bijdrage in VIDI-projecten
39.000
Het onderwijs- en onderzoekbudget voor 2011 was ten opzichte van 2010 met € 105.000 gedaald. In het budget 2010 was echter voor € 791.000 aan eenmalige toekenningen (waaronder een correctie op de bekostiging 2009, groot € 500.000) verdisconteerd. Exclusief deze eenmalige toekenningen en de loon- en prijsbijstellingen, was voor 2011 sprake van een reële budgettoename met € 530.000 ten opzichte van 2010. Baten uit werk voor derden, onderhanden
werk
Tweede geldstroom: Het onderzoekscentrum SteR heeft in 2011 in de open competitie van NWO één project gehonoreerd gekregen. Dit betreft het project bij het onderzoekscentrum SteR getiteld 'Humans Rights and Human Duties' dat medio 2011 van start is gegaan. In de baten werk voor derden en onderhanden werk over 2011 zijn voorts de kosten van de volgende NWO projecten verantwoord: Private regulering van voedselveiligheid: Bescherming of inkapseling van publieke belangen (SteR) Rechtsgronden voor nadeelcompensatie (SteR) Groepen van contracten een rechtsvergelijkende analyse (OO&R) Service provision & migration: changing norms in EU law, international trade regulation and Dutch immigration rules (SteR)
17
Transnational Families between Dutch and Islamic Family Law. A Study on Transnational Legal Space (Vidi SteR) Ecclesiastical Law and 'Ecclesia Belgic'. The Emperor Charles V's dream shattered? (SteR) Cosmopolitanism in a world of interconnected threats and challenges. From a world of states to a world state? (Vidi SteR) The legal & moral status of jus post bellum (SteR) Withdrawal of administrative decisions, also in a European and comparative perspective (SteR) Derde geldstroom: De baten uit contractonderwijs 2011
bedroegen: 2010
Faculteit
€
25000
CPO
€3.642.000
€
37.000
€4.439.000
De terugloop van baten uit contractonderwijs bij de faculteit is een gevolg van het feit dat de facturering door CIF van het contractonderwijs dat in het najaar 2011 is verzorgd, niet in 2011 heeft plaatsgevonden. Hoewel de totale omzet van CPO in 2011 ten opzichte van 2010 weer is gegroeid, ligt de omzet uit contractonderwijs dat CPO voor eigen rekening en risico organiseert circa € 800.000 lager. De verklaring hiervoor is als volgt: De omzet uit contractactiviteiten voor eigen rekening en risico is gedaald met € 200.000. Duidelijk is dat de verwachting met betrekking tot de omzetgroei binnen het contractonderwijs, waar in de begroting 2011 van was uitgegaan, veel te optimistisch is geweest. Vooral binnen de sectoren VSO (Voortgezette Stagiaire Opleidingen) en PAO is sprake van een terugloop. Het betreft een na-ijleffect van de economische crisis: de kantoren hebben 2 jaar geleden minder stagiaires aangenomen en dat heeft nu invloed op de VSO en PAO trajecten, die beide advocaten opleiden na hun l e jaar. Een belangrijke aantekening hierbij is dat het marktaandeel van VSO en PAO (in relatie tot de concurrenten), zowel qua deelnemers als qua aantallen cursussen, niet is afgenomen en zelfs licht is gestegen. Dit betekent dat, nu er weer meer advocaten worden aangenomen, over 2 jaar normaal gesproken meer stagiaires in beide trajecten in zullen stromen en de omzet zich enigszins zal herstellen. Door een herordening in de batenrekeningen van het rekeningschema is een deel van de omzet (circa € 600.000) niet meer verantwoord onder contractonderwijs maar onder overige baten.
De baten uit contractonderzoek
gespecificeerd naar soort opdrachtgever waren als volgt:
2011
2010
NWO/KNAW
€
709.000
€
499.000
Europese Unie
€
647.000
€
756.000
Nationale overheden
€
35.000
€
212.000
Overige non-profit
€
1 .000
Bedrijven
€
22.000
18
Door goede contacten met bedrijven, rechtbanken, ministeries, overheidsinstellingen en EUinstellingen slaagt de faculteit er in via contractonderzoek en -onderwijs financiële middelen te genereren. In de baten 2011 zijn ondermeer de volgende onderzoeksprojecten verantwoord: Challenge (EU/SteR), afgesloten in januari 2011 Enacting European Citizenship (EU/SteR) Establishment of a network of socio-economic experts in the anti-discrimination field Integration and Naturalisation tests, the new way to European Citizenship (EU/SteR) Organisation and co-ordination of a European Network on Free Movement of Workers within the European Union (EU/SteR) Study on the legal aspects of the posting of workers in the framework of the provision of services in the European Union (EU/OO&R), afgesloten in augustus 2011 Long term residents directive, Conformity checking of measures of member states to transpose directive 2003/109/EC (EU/SteR), afgesloten in juli 2011 Een door Politie & Wetenschap gesubsidieerd vergelijkend onderzoek naar (inter-etnische) spanningen in probleembuurten in Nederland en België (SteR) Organisatie and co-ordination of a European Network on Free Movement of workers within the European Union (EU/SteR) De door de EU gesubsidieerde Jean Monet leerstoel van prof. E. Guild (SteR) Een deel van de subsidie die SNS-Reaal heeft toegekend aan het OO&R voor onderwijs en onderzoek op het gebied van het verzekeringsrecht. De subsidie bestrijkt een periode van 5 jaar en wordt besteed aan de leerstoel Verzekeringsrecht en aan een promotieproject op dit terrein. Een door de Raad voor de Rechtspraak gesubsidieerde project naar de werking van enkelvoudige en meervoudige kamers (SteR)
Overige baten derden De overige opbrengsten betreffen vergoedingen voor detacheringen, royalty's van uitgevers, vergoedingen voor gastdocentschappen, opbrengsten van studiedagen, trainingen en congressen, WAO/ZW-gelden, alsmede subsidies voor onderzoek. De omvang van deze baten is in 2011 exact gelijk aan de omvang in 2010. Onderdeel van deze post zijn ondermeer de volgende bijdragen: Een deel (€ 64.000) van een subsidie die SNS heeft toegekend aan het OO&R voor onderzoek op het gebied van het verzekeringsrecht. Deze middelen worden o.a. besteed aan promotieonderzoek. Een laatste tranche ad € 34.000 van een subsidie die ING heeft toegekend aan het OO&R voor onderzoek op het gebied van financiële zekerheden. Deze middelen worden besteed aan een promotieproject. Een subsidie van SDU (€ 15.000) om onderzoek te initiëren op het gebied van het materiële belastingrecht. Dit heeft geresulteerd in de aanstelling van een hoogleraar Materieel belastingrecht. Subsidies van Stichting JPO ten bedrage van € 87.000 voor promotieonderzoek en 'international workinggroups' bij het OO&R. Een bijdrage van SBRO ter grootte van € 137.000 t.b.v. onderzoek binnen het OO&R op het gebied van Financieel Toezicht alsmede ter dekking van de kosten van een aantal promotieprojecten. Bijdragen van externe partners in het kader van de Duale Master Onderneming & Recht en de masterclasses ondernemingsrecht en bestuursrecht, totaal € 70.000.
19
De managementvergoedingen die CPO ontvangt van stichtingen waarvoor CPO het onderwijs en management verzorgt. In vergelijking met 2010 ligt de omzet uit managementvergoedingen in 2011 circa € 900.000 hoger. De verklaring hiervoor is als volgt: S
Door herziening van afspraken met de stichtingen en wijzigingen in de eindafrekeningen van een aantal activiteiten uit 2010, is de omzet uit managementvergoedingen gestegen met € 300.000. De herziening betreft een indexering vanwege de toegenomen kosten alsmede een extra marge omdat het risico voor een nadelige exploitatie bij de stichtingen in het vervolg gedeeld wordt door invoering van een vast en een variabel deel in de managementvergoeding.
s
Door een herordening in de batenrekeningen van het rekeningschema is een deel van de omzet (circa € 600.000) niet meer verantwoord onder contractonderwijs maar onder overige baten.
Een eenmalige opbrengst ter grootte van ongeveer € 100.000 vanwege teveel door de faculteit betaalde ww-uitkeringen in het verleden.
Baten interne
dienstverlening
De baten uit interne dienstverlening betreffen opbrengsten uit doorberekende auteursrechten bij de verkoop van dictaten, doorberekende interne onderwijsdienstverlening, additionele vergoedingen van het CvB (bijv. Frye Stipendia, Aspasia, compensatie OR-lidmaatschap, vergoedingen voor vervanging van ouderschapsverlof), afrekening tellerstanden kopieerfaciliteiten, opbrengsten uit kopieervoorzieningen voor studenten. Ten opzichte van 2010 is sprake van een stijging van deze post met ruim € 400.000, waarvan ruim € 328.000 op de facultaire exploitatie en € 73.000 bij het CPO. De stijging is gedeeltelijk een gevolg van een toename van de opbrengst uit interne onderwijsdienstverlening met € 126.000. Daarnaast is in tegenstelling t o t voorgaande jaren, de doorbelasting van de huisvestingslasten aan het CPO binnen de facultaire exploitatie niet als correctie op de huisvestingslasten geboekt maar als interne opbrengst, het gaat om een bedrag van € 140.000. Voorts is met de overheveling van it-apparatuur naar het GDI een deel van de boekwaarde, te weten een bedrag van € 121.000, teruggestort naar faculteit en CPO.
Toelichting op de lasten Personele lasten Ten opzichte van 2010 is sprake van een toename van de personele lasten op de facultaire exploitatie met ongeveer € 470.000. Deze toename is een gevolg van het feit dat de faculteit na overleg met CIF ten laste van de exploitatie een reservering heeft getroffen voor de verlofdagen die samenhangen met spaarplannen van medewerkers voor langdurig verlof en sabbatical leave. Bij het CPO was sprake van een daling van de personele lasten met ca. € 100.000.
20
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de personele lasten nader toegelicht. Realisatie 2011 v e r s u s
Realisatie 2011 v e r s u s begroting 2011
realisatie 2010 Faculteit incl. C P O (bedragen x € 1.000)
fte's
Lasten
fte's
lasten
Realisatie 2010 / Begroting 2011
214,85
€
15.310
221,00
€
15 640
Realisatie 2011
216.50
€
15.692
216,50
€
15 692
1,65
€
382
-/- 4,50
€
52
- loon- en sociale lasten
€
77
- periodieken, gratificaties, etc
€
- overig (vakantiedagen)
€
472
€
452
€
549
€
472
€
67
€
-/- 310
A. Verschil
Verklaring
verschil
Prijseffect: € €
Hoeveelheidseffect: - toename/afname (fte's x gem. salarislast)
1,65
-/-4,50
€
€
- intensiveringen (fte's x gem. salarislast) 1,65
€
67
-/-4,50
€
-/- 310
- WNU voorziening
€
12
€
12
- vrijval voorzieningen
€
- wijziging rubricering
€
-/-
246
€
-/- 102
€
-/-
234
€
-/- 90
382
€
52
Overig:
Verklaard verschil
€
€
Ter toelichting op de tabel nog het volgende. Realisatie 2010 versus Realisatie 2011 -
In de gerealiseerde personele lasten 2011 zijn verdisconteerd: de gerealiseerde personele lasten van personele aanstellingen bij faculteit en CPO, detacheringen, honoraria van gastdocenten, de bijdrage aan de Faculteit Managementwetenschappen in het kader van de opleiding Recht en Management, de inhuur van werkstudenten via Campusdetacheringen en de inhuur van centrale diensten (o.a. surveillanten, portiers, lOWO-ondersteuning en mediagroep). De bijdrage aan 21
Bureau Examens en de lasten van inhuur van de dienst DPO, van Radboud in'to Languages voor het schrijfvaardigheidsonderwijs en van de Faculteit der Managementwetenschappen voor een aantal cursussen, zijn met ingang van 2011 niet langer onder de personele lasten verantwoord, maar onder de overige instellingslasten. -
Ten opzichte van 2010 was sprake van een loonkostenstijging met 0,5% De totale formatie is ten opzichte van 2010 toegenomen met 1,65 fte. De formatie van het CPO nam af met 1,8 fte, die van de faculteit nam toe met 3,45 fte. Het verschil dat benoemd is onder "Prijseffect overig" is als volgt opgebouwd: •
In 2011 is ten laste van de facultaire exploitatie een reservering getroffen voor de verlofdagen die samenhangen met spaarplannen van medewerkers voor langdurig verlof en sabbatical leave. Tot op heden wordt op centraal niveau een reservering voor deze gespaarde verlofdagen opgenomen. Het gaat om een bedrag van € 452.000.
•
-
-
Er is in 2011 een groter beroep gedaan op de dienst DPO daardoor zijn de lasten zijn ten opzichte van 2010 toegenomen met € 20.000. In verband met het aan faculteiten en diensten doorberekende eigen risico bij WW uitkeringen aan oud medewerkers, is voor de maanden november en december 2011 ten laste van de facultaire exploitatie een voorziening getroffen ter grootte van € 12.000. Door wijziging in de rubricering zijn de bijdrage aan Bureau Examens en de lasten van inhuur van de dienst DPO, van Radboud in'to Languages en van de Faculteit Managementwetenschappen, met ingang van 2011 niet langer onder de personele lasten verantwoord, maar onder de overige instellingslasten. In 2010 betrof dit totaal een bedrag van € 246.000 dat nog als de personele lasten was verantwoord. In de tabel is dit bedrag onder 'Overig- wijziging rubricering' als correctie opgenomen.
Begroting 2011 versus Realisatie 2011 -
In de begroting van de personele lasten voor 2011 zijn verdisconteerd: de personele lasten verbonden aan de formatie in dienst van de faculteit en CPO, detacheringen, honoraria van gastdocenten, de bijdrage aan de Faculteit der Managementwetenschappen in het kader van de opleiding Recht en Management, de inhuur van werkstudenten via Campusdetacheringen, de inhuur van centrale diensten (o.a. surveillanten, portiers, lOWO-ondersteuning en mediagroep) alsook de bijdrage aan Bureau Examens en de lasten van inhuur van de Faculteit Managementwetenschappen voor een aantal cursussen. Deze laatste 2 posten zijn in de begroting nog meegerekend bij de personele lasten in plaats van bij de overige instellingslasten
-
Gemiddeld zijn over 2011 minder medewerkers in dienst geweest dan in de begroting was voorzien, totaal bedraagt het verschil 4,5 fte. Bij het CPO waren gemiddeld 40,5 fte in dienst, 0,5 fte meer dan begroot. Bij de faculteit waren 176 fte in dienst, 5 fte minder dan begroot. Het betreft vacatures waarvan de invulling is uitgesteld of die moeilijk te bezetten zijn. Het prijseffect "overig" betreft de reservering die ten laste van de facultaire exploitatie is getroffen voor de verlofdagen die samenhangen met spaarplannen van medewerkers voor langdurig verlof en sabbatical leave. In de begroting was met deze reservering geen rekening gehouden.
-
Door wijziging in de rubricering is de bijdrage aan Bureau Examens en zijn de lasten van inhuur van de Faculteit der Managementwetenschappen, met ingang van 2011 niet langer onder de personele lasten verantwoord, maar onder de overige instellingslasten. In 2011 ging het totaal om een bedrag van € 102.000 dat in de begroting bij de personele lasten is meegeteld. In de tabel is dit bedrag onder de post 'Overig- wijziging rubricering' als correctie opgenomen. Afschrijvingen Door de overdracht van it-apparatuur naar het GDI is met ingang van 2011 de afschrijving op itapparatuur komen te vervallen. De afschrijving op deze apparatuur is verdisconteerd in het tarief dat het GDI de faculteit en CPO per kantoor- en studiewerkplek in rekening brengt.
22
Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten (€ 3,0 miljoen) zijn ten opzichte van 2010 met € 114.000 gestegen. De huisvestingslasten van het CPO daalden met € 56.000 als gevolg van de teruggelopen cursusactiviteiten. De lasten voor de faculteit namen ten opzichte van 2010 toe met € 159.000. Een deel hiervan ( € 140.000) betreft de huisvestinglasten van CPO. Voorheen werd de doorbelasting hiervan aan het CPO binnen de facultaire exploitatie als correctie op de huisvestingslasten geboekt. In 2011 echter is de doorbelasting aan het CPO als interne opbrengst geboekt. In de begroting 2011 waren de huisvestingslasten geraamd op € 3,2 miljoen. De begroting baseerde zich echter op een toename van de cursusactiviteiten bij CPO, een onjuiste veronderstelling naar bleek. Overige
instellingslasten
De overige lasten zijn hieronder nader gespecificeerd: realisatie
realisatie
2011
2010
Collectievorming
529
460
Reis- en verblijfkosten
450
500
1.489
1.285
Drukwerk en kopieerkosten
548
683
Kantoorkosten
158
267
Communicatiekosten
305
314
Interne u i t b e s t e d e d i e n s t e n
620
380
Subsidies en bijdragen
260
84
Marketing en acquisitie
144
83
Overige (algemene) kosten
651
539
(bedragen x € 1 000)
Extern uitbestede diensten
Ter toelichting op de specificatie van de overige instellingslasten het volgende: •
De faculteit heeft in 2011 circa € 70.000 meer aan aanschaf van literatuur uitgegeven dan in 2010. Deze toename is deels een gevolg van prijsstijgingen van literatuur (ca. € 20.000), deels van hogere kosten van bindwerk (ca. € 10.000) en deels van extra aanschaf van literatuur, met name voor het Centrum voor informatie en documentatie van het OO&R (Cidor).
•
Ten opzichte van 2010 is ruim € 200.000 meer uitgegeven aan inhuur van externe diensten. De oorzaak hiervan is vooral gelegen in een investering van € 88.000 bij het CPO in het kader van het project Strategische vernieuwing en € 125.000 aan extra docentkosten van cursussen die in de maand december zijn verzorgd. In vorige jaren werden docentkosten van cursussen die in de maand december werden verzorgd verrekend en verantwoord in het volgende boekjaar.
•
De post intern uitbestede diensten is in vergelijking met 2010 toegenomen met € 240.000, waarvan € 180.000 ten laste van de facultaire exploitatie en € 60.000 ten laste van CPO. De stijging van de interne uitbestedingen heeft ondermeer te maken met een toename van de 23
bijdrage aan het GDI als gevolg van het feit dat it-apparatuur met ingang van 2011 ook in het werkplektarief is opgenomen, daarnaast is met ingang van 2011 ook de verrekening van dienstverlening door Radboud in'to Languages, door de Faculteit Managementwetenschappen en door de dienst DPO alsmede de bijdrage aan Bureau Examens onder deze post verantwoord. Voorheen werden deze verrekeningen en bijdrage verantwoord onder personele lasten. •
De stijging van de post Subsidies en bijdragen ten opzichte van 2010 wordt veroorzaakt door een overboeking van een eerste tranche van € 186.000 naar de Stichting JPO. Verhoging van het vermogen van de stichting is nodig om ook op langere termijn de instandhouding van de CPOwisselleerstoel te kunnen waarborgen.
•
In de post Overige (algemene) kosten is het boekverlies opgenomen van de overdracht van de studie- en kantoorwerkplekken naar het GDI, dit verklaart grotendeels het verschil tussen de toename van deze kosten in 2011.
Voorziening WNU In verband met het aan faculteiten en diensten doorberekende eigen risico bij W W uitkeringen aan oud medewerkers, is op aanwijzing van CIF voor de maanden november en december 2011 ten laste van de facultaire exploitatie een WNU voorziening getroffen ter grootte van € 12.000. De omvang van het bedrag is gebaseerd op het totaal aan doorberekeningen over de maanden augustus, september en oktober. Toelichting op het financieel resultaat De financieel resultaat bedroeg in 2011 € 65.000 hetgeen aanzienlijk meer was dan de renteopbrengst over het boekjaar 2010 die € 27.000 bedroeg. Bestemming resultaat Het positieve resultaat ad € 384.000 wordt toegevoegd aan de algemene bedrijfsreserve en wel als volgt: Realisatie
Prognose
Begroting
Realisatie
(bedragen x € 1.000)
2011
2011
2011
2010
Algemene reserves
482
873
911
970
Bestemde reserves
-98
-98
-98
-120
384
775
813
850
Bestemming resultaat
24
Verbijzondering resultaat naar geldstromen
Het resultaat is als volgt over de diverse geldstroomactiviteiten verdeeld:
Realisatie
Prognose
Begroting
Realisatie
2011
2011
2011
2010
Baten
16.157
16.052
15.885
15 891
Lasten
15.889
15.500
15.825
15 047
268
552
60
844
Baten
709
500
530
501
Lasten
832
850
530
847
-123
-350
0
-346
Baten
7.413
7.170
7 913
7 603
Lasten
7.239
6.655
7.220
7.278
Resultaat
174
515
693
325
OPERATIONEEL RESULTAAT
319
717
753
823
65
58
60
27
0
0
0
0
384
775
813
850
Verbijzondering resultaat (bedragen x € 1.000) Eerste geldstroomactiviteiten
Resultaat Tweede geldstroomactiviteiten
Resultaat Derde en overige geldstroomactiviteiten
FINANCIEEL RESULTAAT BUITENGEWOON RESULTAAT
EXPLOITATIE RESULTAAT
25
Verdeling baten en lasten naar activiteiten
De baten en lasten zijn als volgt naar activiteiten verdeeld:
Activiteiten (bedragen x € 1.000)
Personele
Overige
Totale
Baten
lasten
in %
Lasten
in %
lasten
in %
Onderwijs
6.456
41%
2.628
32%
9.084
38%
12.064
50%
Onderzoek
5.800
37%
1.848
22%
7.647
32%
6.245
26%
Maatschappelijke dienstverlening
2.310
15%
3.418
41%
5.728
24%
5.949
25%
Bestuur en beheer
1.138
7%
363
4%
1.501
6%
20
0%
15.704
100%
8.256
100%
23 960
100%
24.279
100%
Totaal
in %
De lasten en baten, verbonden aan CPO-activiteiten, zijn als maatschappelijke dienstverlening aangemerkt.
26
Balans 2011 Ultimo 2011
Ultimo 2010
inventaris en apparatuur
147
252
terreinen en gebouwen
140
109
1.141
898
73
76
10.550
9.452
12.051
10.788
8.790
8.790
250
250
384 9.423
9.040
Activa Vaste active materiele vaste activa
Vlottende
active Vorderingen Vorderingen liquide middelen liquide middelen rekening courant cvb rekening courant cvb
T O T A A L ACTIVA
Passiva
Eigen
vermogen algemene reserve algemene reserve bestemmingsreserves specifieke reserve resultaat lopend boekjaar exploitatieresultaat lopend jaar
Voorzieningen voorzieningen: personeel Voorzieningen W N U
12
voorzieningen: overige Voorziening verlieslatende projecten Kortlopende
155 167
155 155
schulden
saldo onderhanden werk Gedeclareerde termijnen onderhanden werk
3.303
3 172
(2.753) 550
(2.850) 323
631
443
91
51
99
90
900
448
189 1.089
238 686
12.051
10.788
Crediteuren Crediteuren s c h u l d e n aan belastingen/premies schulden aan belastingen/premies overige kortlopende schulden overige kortlopende schulden overlopende passive Nog te betalen vakantiegelden vakantiedagen (excl.sabbatical leave) vooruit ontvangen overig
TOTAAL PASSIVA
Toelichting op de Activa Materiële
activa
Investeringen in meubilair en huisvesting worden afgeschreven, tenzij de aanschaf daarvan uit projectsubsidies gefinancierd is. De investeringen worden lineair afgeschreven op basis van historische kostprijs en de verwachte economische levensduur. Door de overdracht van it-apparatuur naar het GDI is met ingang van 2011 de afschrijving op itapparatuur komen te vervallen. De afschrijving op deze apparatuur is verdisconteerd in het tarief dat het GDI de faculteit en CPO per kantoor- en studiewerkplek in rekening brengt. De rechtenfaculteit krijgt een nieuw gebouw op de plek van de huidige parkeerplaats tussen de Comeniuslaan en de Montessorilaan. De planning is dat dit 'Grotiusgebouw' in 2014 wordt opgeleverd. In 2011 heeft de faculteit een eerste investering gefinancierd in de vervaardiging van het gebouw. Vorderingen Dit betreft in hoofdzaak de post debiteuren waaronder afrekeningen en declaraties verantwoord zijn die aan subsidieverstrekkers en opdrachtgevers zijn gefactureerd. Voor CPO gaat het daarbij in hoofdzaak om gedeclareerde managementvergoedingen. Bij de faculteit betreft het met projectdeclaraties. De vorderingen zijn per saldo toegenomen met circa € 240.000. Bij de faculteit zijn de vorderingen toegenomen met € 330.000, bij CPO namen de vorderingen af met € 90.000.
Toelichting op de passiva Eigen vermogen Eigen Vermogen (bedragen x € 1.000) Algemene
31-12-2011
Reserve
saldo begin (periode) jaar bestemming resultaat
8.790 482
overige mutaties Algemene Reserve eind (periode) jaar
9.272
Bestemmingsreserves saldo begin (periode) jaar
250
bestemming resultaat
-98
overige mutaties Bestemmingsreserves eind (periode) jaar
152
28
Het eigen vermogen ultimo 2010 is toegenomen met € 384.000 als gevolg van het positieve exploitatieresultaat van het boekjaar. Voor faculteit en CPO is het beeld als volgt:
Saldi
(bedragen x € 1.000)
Algemene reserves Faculteit Bestemmingsreserves
Saldi
ultimo
Bestemm.
Overige
Ultimo
2010
Resultaat
mutaties
2011
2011
2011
3.615
228
3.843
250
-98
152
5.175
254
5.429
9.040
384
9.424
Faculteit
Algemene reserves CPO
Mutaties 2011 :
De bestemmingsreserves zijn ultimo 2011 als volgt:
Saldi
(bedragen x € 1.000)
Mutaties 2011:
Saldi
ultimo
Bestemm.
Overige
ultimo
2010
resultaat
mutaties
2011
2011
2011
Bestemmingsreserves: - Add. Documentatiecentrum
OO&R
- AlO-onderzoeksfonds - Add.onderzoekcapaciteit Rechtssociologie
50
-30
20
169
-60
109
31
-8
23
250
-98
152
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen is als volgt:
(bedragen x € 1.000)
Saldi
Dotatie
Onttrekking
Saldi
ultimo
2011
2011
ultimo
2010
2011
Voorzieningen: - Decentrale W N U voorziening - Verlieslatende projecten
12 155
12 155
12
155
167
In verband met het aan faculteiten en diensten doorberekende eigen risico bij W W uitkeringen aan oud medewerkers, is op aanwijzing van CIF voor de maanden november en december 2011 ten laste van de facultaire exploitatie een WNU voorziening getroffen ter grootte van € 12.000. Binnen de faculteit lopen 2 VIDI-projecten waarvan de kosten van de projectleiders in de oorspronkelijke opzet niet ten laste van de projecten werden gebracht, maar ten laste van de eerste geldstroom. Op aanwijzing van de accountantsdienst zijn de kosten van de projectleiders met ingang van 2010 wel ten laste van de projecten gebracht met als gevolg dat de projecten in de loop van de projectduur een tekort op de exploitatie zullen tonen. De faculteit heeft ter dekking van dit tekort een voorziening getroffen.
Kortlopende
schulden
Kortlopende schulden (bedragen x€ 1 000)
31-12-2011
31-12-2010
631
443
Belastingen en premies sociale verzekeringen
91
51
Overige kortlopende schulden
99
90
Vakantiedagen (incl. spaarverlof en sabbatical leave)
900
448
Vooruit ontvangen van derden
189
238
1.910
1.270
Crediteuren
Totaal Kortlopende schulden
De grote stijging van de post Crediteuren t.o.v. ultimo 2010 is te wijten aan de opgenomen schuld aan Stichting JPO (€ 186.000) en de inhaalslag (december 2011) met betrekking tot de docenten (€ 125.000).
30
De opgevoerde verplichting voor vakantiedagen is ten opzichte van 2010 gewijzigd. Op basis van de verlofregistratie in BASS-HRM is de verplichting bij de faculteit opgehoogd met € 11.000 en bij CPO verlaagd met € 11.000. De faculteit voert een actief beleid om het aantal openstaande vakantiedagen terug te dringen. Het beleid heeft tot doel medewerkers zoveel als mogelijk hun vrije dagen op te laten nemen. Conform universitair beleid mag gespaard worden voor een of sabbatical leave of een langdurig verlof. Met medewerkers die daarvoor kiezen worden afspraken gemaakt over het opnemen ervan. De faculteit wijst medewerkers er voortdurend op dat niet tot uitkering van deze dagen wordt overgegaan. Daarnaast is onder de post vakantiedagen vooruitlopend op universitaire besluitvorming ten laste van de facultaire exploitatie een reservering getroffen voor de verlofdagen die samenhangen met spaarplannen van medewerkers voor langdurig verlof en sabbatical leave. Tot op heden is op centraal niveau een reservering voor deze gespaarde verlofdagen opgenomen. CIF is voornemens deze reservering met ingang van de jaarrekening 2012 bij de faculteiten zelf onder te brengen. Het gaat voor de faculteit om een bedrag in orde van € 452.000. Daarmee komt het totaal aan reservering voor vakantiedagen (incl. spaarverlof en sabbatical leave) op een bedrag van € 900.000.
31
BIJLAGEN
1.
Exploitatie Faculteit en verschillenanalyse
2.
Exploitatie CPO en verschillenanalyse
3. 4. 5. 6.
Balans Faculteit Balans CPO Extra informatie in het kader van de bekostiging Tabellen behorend bij punt 5. Management, personeel en organisatie
32
BIJLAGE 1 Exploitatie Faculteit (excl.CPO) (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Begroting
Prognose
Realisatie
2011
2011
verschil
2011
2010
15.270
15.270
0
15.270
15.375
1.512
1.365
147
1.400
1.197
-96
40
-136
-280
329
Baten 1.1.c
Toewijzingen cvb
1.3.a
Baten werk i.o.v. derden o&o
1 3 b Mutatie onderhanden werk i.o.v. derden 1.4
Overige baten derden
793
573
220
575
794
1.5
Baten interne dienstverlening
850
615
235
782
522
18.330
17.863
467
17.747
18.217
13.382
13.345
37
12.900
12.913
0
12
Totaal Baten
Lasten 2 1.a
Personele lasten
12
0
2.1.b
Dotatie/vrijval personele voorzieningen
2.2
Afschrijvingen
86
185
-99
95
186
2.3
Huisvestingslasten
2.156
2.050
106
2.050
1.997
2.4
Overige lasten
2.596
2.300
296
2.600
2.392
2.5
Dotatie/vrijval overige voorzieningen
155
0
0 18.232
17.880
352
17.645
17.642
Saldo baten en lasten
98
-17
115
102
575
3.1
Financiële baten
33
20
13
30
12
3.2
Financiële lasten
0
0
32
20
12
30
12
130
3
127
132
587
Realisatie
Begroting
Prognose
Realisatie
2011
2011
verschil
2011
2010
Baten
16.157
15.885
272
16 052
15.891
Lasten
15.889
15.580
309
15.045
15.047
268
305
-37
1.007
844
Totaal Lasten
Financieel resultaat
Exploitatieresultaat
Verbijzondering resultaat Faculteit (excl.CPO) (bedragen x € 1.000)
0
1e geldstroomactiviteiten
Resultaat 2e geldstroomactiviteiten
501
Baten
709
Lasten
832
832
847
-123
-123
-346
Resultaat
709
3e geldstroomactiviteiten Baten
1.464
1.978
-514
1.695
1.826
Lasten
1.511
2.300
-789
2.600
1.748
-47
-322
275
-905
78
98
-17
115
102
575 12
587
Resultaat
Saldo baten en lasten Financieel resultaat
32
20
12
30
Exploitatieresultaat
130
3
127
132
33
Verschillenanalyse exploitatie Faculteit
Het exploitatieresultaat van de faculteit wordt sterk beïnvloed door een aantal eenmalige effecten, namelijk: een eenmalige opbrengst van € 100.000 vanwege teveel door de faculteit betaalde wwuitkeringen in het verleden, een reservering ten laste van facultaire middelen van € 452.000 voor verlofdagen uit hoofde van spaarverlof en sabbatical leave. Een eenmalige opbrengst van € 55.000 vanwege de overheveling van it-apparatuur naar het GDI. Met de overheveling is een deel van de boekwaarde, te weten een bedrag van € 109.000, teruggestort naar faculteit, tegelijkertijd is een boekverlies van € 54.000 genomen vanwege verouderde apparatuur. Als deze eenmalige effecten buiten beschouwing worden gelaten resulteert een positief resultaat van € 425.000. De begroting voor 2011 ging uit van een sluitende exploitatie. Het forse positieve resultaat over 2011 is gerelateerd aan de eerste geldstroom en houdt voornamelijk verband met het feit dat er in 2011 vacatures (totaal 5,0 fte) niet zijn bezet.
Ook het resultaat over 2010 werd beïnvloed door eenmalige effecten, toen betrof het: een correctie op de bekostiging 2009 waardoor het facultaire budget eenmalig werd verhoogd met € 500.000. Tegenover deze eenmalige extra baten stonden geen lasten, een dotatie aan de voorziening voor verlieslatende projecten ter grootte van € 155.000. De eenmalige effecten buiten beschouwing latend resulteerde over 2010 een positief exploitatiesaldo van circa € 240.000. Dit overschot hield verband met het feit dat uit bezuinigingsoverwegingen was besloten de bezetting van een aantal vacatures een jaar uit te stellen.
Relevant is voorts te melden dat door een wijziging in de rubricering, de kosten van dienstverlening door Radboud in'to Languages, Faculteit Managementwetenschappen, dienst DPO en het Examenbureau die voorheen in de administratie en deels ook in de begroting nog als personele lasten werden beschouwd, in 2011 als overige instellingslasten verantwoord. Er heeft aldus een verschuiving plaatsgevonden van personele naar overige instellingslasten ter grootte van € 280.000.
34
BIJLAGE 2
Exploitatie C P O (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Begroting
Prognose
Realisatie
2011
2011
verschil
2011
2010
Baten 1.3.a
Baten werk i.o.v. derden o&o
3.642
4.571
•929
4.000
4.439
1.4
Overige baten derden
2.223
1.894
329
1.975
1.328
1.5
Baten interne dienstverlening Totaal Baten
84
84
11
5.949
6.465
-516
5.975
5.778
2.310
2.295
15
2.313
2.397
Lasten 2.1.a
Personele lasten
2.1.b
Dotatie/vrijval personele voorzieningen
2.2
Afschrijvingen
2.3
Huisvestingslasten
2.4
Overige lasten
2.5
Dotatie/vrijval overige voorzieningen Totaal Lasten
Saldo baten en lasten
0
0
2
40
-38
1
27
856
1.170
-314
1.015
901
2.560
2.190
370
2.031
2.206
5.729
5.695
34
5.360
5.530
220
770
-550
615
248
40
-6
28
15
0
3.1
Financiële baten
34
3.2
Financiële lasten
1
Financieel resultaat
0
0
0
1
0
34
40
-6
28
15
254
810
-556
643
263
Realisatie
Begroting
Prognose
Realisatie
2011
2011
verschil
2011
2010
Baten
5.949
6.465
-517
5.975
5.778
Lasten
Exploitatieresultaat
Verbijzondering resultaat C P O (bedragen x € 1.000)
3e geldstroomactiviteiten
5.728
5.695
31
5.360
5.530
Resultaat
220
770
-550
615
248
Saldo baten en lasten
220
770
-550
615
248
Financieel resultaat
34
40
-6
28
15
Exploitatieresultaat
254
810
-556
643
263
35
Verschillenanalvse exploitatie CPO
Het behaalde resultaat over 2011 is ongeveer gelijk aan dat van 2010, maar in beide jaren wordt het resultaat door eenmalige effecten beïnvloed. In 2011 voor ca. € 400.000, in 2010 voor ca. € 350.000. In 2011 betrof het: eenmalige kosten die verbonden waren aan het project Strategische Vernieuwing (€ 88.000), een zo volledig mogelijke verantwoording in het boekjaar 2011 van de docentkosten, waardoor binnen de exploitatie in 2011 nu ook de docentkosten van de maand december 2011 zijn opgenomen. In 2011 zijn dus 13 maanden docentlasten ten laste van de exploitatie gebracht. Dit heeft een eenmalig negatief effect op het resultaat van € 125.000. een bijdrage aan de Stichting JPO van € 186.000 ter verhoging van het vermogen om ook op langere termijn de instandhouding van de CPO-wisselleerstoel te kunnen waarborgen.
In 2010 ging het om de volgende eenmalige effecten: hogere kosten ad € 55.000 voor inzet van studentassistenten ter vervanging bij langdurige ziekte. eenmalige kosten van € 76.000 wegens de afkoopsom voor Stichting PRO. extra opleidingskosten in omvang van € 23.000. een eenmalige extra marketing inspanningen van € 103.000. een nagekomen post die betrekking had op 2009, groot € 91.000.
Na een daling met € 224.000 in 2010 is de absolute omzet in 2011 met € 171.000 gestegen. De omzetstijging heeft vooral te maken met de herziening van afspraken met de stichtingen en wijzigingen in de eindafrekeningen van een aantal activiteiten uit 2010. Als gevolg daarvan is de omzet uit managementvergoedingen gestegen met circa € 300.000. De herziening betreft een indexering vanwege de toegenomen kosten alsmede een extra marge omdat het risico voor een nadelige exploitatie bij de stichtingen in het vervolg gedeeld wordt door invoering van een vast en een variabel deel in de managementvergoeding.
De verwachtingen met betrekking tot de omzetgroei binnen het contractonderwijs, waar in de begroting 2011 van was uitgegaan, zijn te optimistisch geweest. Vooral binnen de sectoren VSO (Voortgezette Stagiaire Opleidingen) en PAO is sprake van een terugloop. Een belangrijke aantekening hierbij is dat het marktaandeel van VSO en PAO (in relatie tot de concurrenten), zowel qua deelnemers als qua aantallen cursussen, niet is afgenomen en zelfs licht is gestegen
De samenstelling van de omzet volgens de exploitatierekening is gewijzigd door een herordening in de batenrekeningen van het rekeningenschema. Hierdoor heeft er een verschuiving plaatsgevonden van contractonderwijs naar overige baten (circa € 600.000).
36
BIJLAGE 3 Balans Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Activa 2011
2010
materiele vaste activa
275
360
Totaal Vaste activa
275
360
575
243
54
52
rekening courant groepsmaatschappijen
4 893
4.355
Totaal Vlottende activa
5.522
4.650
TOTAAL ACTIVA
5.797
5.010
2011
2010
3 615
3.615
bestemmingsreserves
250
250
resultaat lopend boekjaar
130
0
3.996
3.865
155
155
12
0
kortlopende schulden
1 634
990
Totaal voorzieningen en schulden
1.801
1.145
TOTAAL PASSIVA
5.797
5.010
Vaste activa
Vlottende activa vorderingen liquide middelen
Passiva
algemene reserve
Totaal eigen vermogen voorzieningen: overige voorzieningen: personeel
37
BIJLAGE 4 Balans C P O
Activa 2011
2010
materiele vaste activa
12
2
Totaal Vaste activa
12
2
0
0
566
655
19
24
rekening courant groepsmaatschappijen
5.657
5.097
Totaal Vlottende activa
6.242
5.776
TOTAAL ACTIVA
6.254
5.778
2011
2010
5.175
5.175
253
0
5.428
5.175
voorzieningen: overige
0
0
voorzieningen: personeel
0
0
kortlopende schulden
826
603
Totaal voorzieningen en schulden
826
603
6.254
5.778
Vaste activa
Vlottende activa voorraden vorderingen liquide middelen
Passiva
algemene reserve resultaat lopend boekjaar Totaal eigen vermogen
TOTAAL PASSIVA
38
BIJLAGE 5 Extra informatie inzake de bekostiging
1. Aanwending
van gelden uit de rijksbijdrage
aan private
activiteiten.
De Faculteit der Rechtsgeleerdheid heeft in 2011 geen private activiteiten bekostigd uit de toewijzing van het College van Bestuur.
2. Uitbesteding
van
onderwijsprogramma's.
De Faculteit der Rechtsgeleerdheid heeft evenmin in 2011 bekostigd onderwijs (voor in het CROHO geregistreerde opleidingen) uitbesteed aan een al dan niet door de overheid bekostigde (private) organisatie, tegen betaling voor de geleverde prestatie.
3.
Maatwerktrajecten. In 2011 heeft de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in het kader van het initiële onderwijs geen maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties georganiseerd.
4.
Ingeschreven eigen personeel voor initiële
opleidingen.
In 2011 heeft de Faculteit der Rechtsgeleerdheid geen eigen personeel ingeschreven voor één van haar initiële opleidingen
39
BIJLAGE 6 TABELLEN BEHOREND BIJ PUNT 5. MANAGEMENT, PERSONEEL EN ORGANISATIE Verdeling naar
personeelscategorie
FdR Wetenschappelijk personeel
2008
2007
2009
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Hoogleraar
18,0%
22,1
19,1%
24,8
17,9%
23,8
18,4%
24,5
18,2%
25,6
Universitair hoofddocent
13,0%
15,9
12,7%
16,5
12,5%
16,6
12,3%
16,4
13,9%
19,5
Universitair docent
10,2%
12,5
5,7%
7,5
5,5%
7,4
7,2%
9,6
5,5%
7,7
Onderzoeker
6,1%
7,5
7,2%
9,4
5,9%
7,9
8,1%
10,8
6,3%
8,9
Docent
28,2%
34,5
27,8%
36,1
26,1%
34.7
24,9%
33,1
28,3%
39,7
Promovendus
24,4%
29,9
27,5%
35,7
32,0%
42,5
29,1%
38,7
27,8%
39,0
100,0%
122,3
100,0%
129,9
100,0%
132.8
100,0%
133.1
100,0%
140,4
Som:
Ondersteunend en beheerspersoneel
2007
2008
2009
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Ondersteunend O B P
13,1%
5,6
14,0%
6,0
15,0%
5.6
15,2%
5,8
16,2%
6,3
Overig O B P
86,9%
37,2
86,0%
37,0
85,0%
31.7
84,8%
32,3
83.8%
32,6
100,0%
42,8
100,0%
43,0
100,0%
37,3
100,0%
38,1
100,0%
38,9
Som:
CPO Ondersteunend en beheerspersoneel
2007
2009
2008
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Ondersteunend O B P
18,5%
5,9
12,0%
4,6
17,7%
7,3
18,0%
7,3
17,8%
7,3
Overig O B P
81,5%
26,0
88,0%
33,7
82,3%
33,9
82,0%
33,4
82.2%
33,7
100,0%
31,9
100,0%
38,3
100,0%
41,2
100,0%
40,7
100,0%
41,0
Som:
40
Verdeling naar WP en OBP FdR
Direct
WP OBP
2009
2010
2011
128.9
131,8
132,1
139,4
6,0
5,6
5,8
6,3
137,4
137.9
145,7
134,9
Direct
Indirect
2008
WP
1,0
1.0
1,0
1,0
OBP
37.0
31.7
32.3
32.6
38,0
32.7
33,3
33,6
172,8
170,1
171,2
179,2
Indirect Totaal eenheid
CPO
Direct
2008
2009
2010
2011
4,6
7,3
7,3
7,3
4,6
7,3
7,3
7,3
OBP
Direct
33,7
33,9
33,4
33.7
Indirect
33.7
33,9
33,4
33,7
Totaal eenheid
38,3
41,2
40.7
41.0
Indirect
OBP
Leeftijdsopbouw FdR Wetenschappelijk personeel
2007
2008
2010
2009
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
t/m 34 jaar
44,2%
54,1
47,5%
61,7
48,1%
63,9
49,9%
66,4
54,2%
76,1
35 t/m 44 jaar
23,6%
28,9
21,0%
27,2
20,9%
27,8
20,7%
27,5
18.5%
25,9
45 t/m 54 jaar
18,6%
22,8
17.6%
22,8
18,4%
24,4
15,4%
20,5
13,3%
18,6
55 jaar en ouder
13,5%
16,5
13,9%
18.1
12,6%
16,7
14.1%
18,7
14.1%
19,8
100.0%
122.3
100.0%
129.9
100,0%
132.8
100,0%
133,1
100,0%
140,4
Totaal
Ondersteunend en beheerspersoneel
2007 Perc. t/m 34 jaar
2008 Fte
Perc.
2009 Fte
Perc.
2010 Fte
Perc.
2011 Fte
Perc.
Fte
9,6%
4,1
13,0%
5,6
9,1%
3,4
7,9%
3,0
11,2%
4,4
35 t/m 44 jaar
42,0%
18,0
40,4%
17.4
38,3%
14,3
38,5%
14,7
32,8%
12,8
45 t/m 54 jaar
30,5%
13,1
26,9%
11,6
29,4%
11,0
29,9%
11,4
35.3%
13,7
55 jaar en ouder
17,9%
7.7
19,7%
8,5
23,2%
8,7
23,8%
9,1
20,7%
8,1
Totaal
100,0%
42,8
100,0%
43,0
100.0%
37,3
100.0%
38.1
100.0%
38,9
41
CPO 2007 Perc.
Fte
Perc.
t/m 34 jaar
44,3%
14,1
35 Urn 44 jaar
35,8%
11,4
45 t/m 54 jaar
12.1%
55 jaar en ouder Totaal
2009
2008
2011
2010
Fte
Perc.
Fte
36,9%
14.1
36,9%
15,2
36.1%
13,8
34.6%
14.3
3.9
16.1%
6,2
18.3%
7,6
7.8%
2,5
11,0%
4.2
10,2%
100.0%
31,9
100,0%
38,3
100,0%
Perc.
Fte
Perc.
Fte
31,6%
12,9
28,7%
11,8
38,4%
15,6
39.6%
16.2
16,5%
6,7
15,9%
6,5
4,2
13,5%
5,5
15,9%
6.5
41.2
100,0%
40.7
100,0%
41,0
Verdeling man / vrouw FdR
M Wetenschappelijk personeel
2007
2009
2008
2011
2010
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Hoogleraar
26.2%
17,6
27,6%
18,9
26,3%
19.0
28,0%
19,7
24.5%
18.8
Universitair hoofddocent
15,6%
10,5
15.3%
10,5
14.7%
10,6
14,8%
10,4
16.0%
12,3
Universitair docent
10,5%
7,1
3,9%
2,7
5.1%
3.7
6,9%
4,9
7,4%
5,7
Onderzoeker
3,1%
2,1
6,3%
4,3
6.0%
4,3
6,1%
4,3
4,6%
3,5
Docent
23,8%
16,0
24,9%
17,1
20,2%
14.6
19,4%
13.6
25,0%
19,2
Promovendus
20,7%
13,9
22,0%
15.1
27,8%
20.1
24,8%
17,4
22,6%
17,4
Totaal
100,0%
67,2
100,0%
68,6
100,0%
72.2
100,0%
70.3
100.0%
76.9
V Wetenschappelijk personeel
2007
2009
2008
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Hoogleraar
8,1%
4,5
9,5%
5,9
7,9%
4,8
7,6%
4.8
10.7%
6,8
Universitair hoofddocent
9,8%
5.4
9,8%
6,0
9,9%
6,0
9.6%
6,0
11,3%
7,2
Universitair docent
9,8%
5,4
7.8%
4,8
6,1%
3.7
7.5%
4,7
3,1%
2,0
Onderzoeker
9,8%
5,4
8.3%
5.1
5,9%
3.6
10,4%
6,5
8.5%
5,4
Docent
33,5%
18,5
31,0%
19,0
33,2%
20.1
31.1%
19,5
32,3%
20,5
Promovendus
29,0%
16,0
33,6%
20.6
37,0%
22.4
33,9%
21,3
34.0%
21,6
Totaal
100,0%
55,2
100,0%
61,3
100,0%
60,6
100,0%
62,8
100.0%
63,5
42
M Ondersteunend en beheerspersoneel
2008
2007
2009
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
S c h a a l 1-5
7,6%
1,0
7.4%
1,0
11,2%
1.0
11,1%
1,0
12,9%
1,0
Schaal 6-9
40,9%
5,4
42,6%
5,8
23,6%
2.1
22,2%
2,0
38.7%
3,0
S c h a a l 10-12
43,9%
5,8
42,6%
5,8
53.9%
4,8
55,6%
5,0
35.6%
2,8
S c h a a l 13-18
7,6%
1,0
7,4%
1.0
11,2%
1,0
11,1%
1,0
12,9%
1,0
100,0%
13,2
100,0%
13,6
100,0%
8,9
100,0%
9,0
100,0%
7,8
Totaal
V Ondersteunend en beheerspersoneel
2007
2008
2009
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
S c h a a l 1-5
6,8%
2,0
4,8%
1,4
7,2%
2,1
5,3%
1,6
4,0%
1,3
S c h a a l 6-9
63,3%
18,7
68,7%
20,2
60,0%
17,1
63,4%
18,5
61,3%
19,1
Schaal 10-12
26,9%
8,0
23,5%
6,9
29,6%
8,4
28,2%
8,2
31,8%
9,9
Schaal 13-18
3,0%
0,9
3,1%
0,9
3,2%
0,9
3,1%
0,9
2.9%
0,9
100,0%
29,6
100,0%
29,4
100,0%
28,4
100,0%
29,1
100,0%
31,1
Totaal
CPO
M Ondersteunend en beheerspersoneel
2007 Perc.
2008 Fte
S c h a a l 6-9
2009
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
14,0%
0,8
12,5%
0,8
12,3%
0.8
12,3%
0,8
S c h a a l 10-12
73,7%
2,8
71,9%
4,1
75,0%
4,8
75,4%
4.9
75.4%
4,9
S c h a a l 13-18
26,3%
1,0
14,0%
0,8
12,5%
0,8
12,3%
0.8
12,3%
0,8
Totaal
100,0%
3,8
100.0%
5,7
100,0%
6,4
100,0%
6,5
100,0%
6,5
43
V Ondersteunend en beheerspersoneel
2007
2009
2008
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Schaal 1-5
6,1%
1,7
7,1%
2.3
6,6%
2,3
6,7%
2.3
6,7%
2,3
Schaal 6-9
72,9%
20,5
75,7%
24,7
77,3%
26,9
77,2%
26,4
77,4%
26,7
Schaal 10-12
17,5%
4,9
14,1%
4,6
13,2%
4,6
13,2%
4,5
13,1%
4,5
Schaal 13-18
3.6%
1,0
3,1%
1,0
2,9%
1,0
2,9%
1,0
2,9%
1,0
100.0%
28,1
100,0%
32,6
100,0%
34,8
100,0%
34,2
100,0%
34,5
Totaal
WP-bestand naar
nationaliteit
FdR Wetenschappelijk personeel
2007
buiten E u r o p e s e Gemeenschap
2008
2009
2010
2011
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
Perc.
Fte
0,8%
1,0
1,5%
2,0
1,5%
2,0
2,3%
3,0
2,1%
3,0
3,1%
3,8
4,2%
5,5
4,3%
5,7
4,7%
6,3
3,9%
5,5
Nederlandse
96,1%
117,6
94,2%
122,4
94,2%
125,1
93,0%
123,8
93,9%
131,9
Totaal
100,0%
122,3
100,0%
129,9
100,0%
132,8
100,0%
133,1
100.0%
140,4
Europese Gemeenschap
Ziekteverzuim
FdR
2007
2008
V P (Verzuimpercentage)
2,3
2,4
V F (gem. VerzuimFrequentie)
0.8
0,8
10.9
9,7
15.7
VD (gem. VerzuimDuur)
2009
2010
2011
3.0
1,8
2,5
0.8
0,6
0,6
15,9
9,2
G e m . aantal F T E
163,7
170.2
173,0
173,1
176,4
G e m . aantal werknemers (personen)
213,1
223,6
229.7
231,5
229,9
2007
2008
2009
2010
2011
V P (Verzuimpercentage)
1,8
2,2
2,8
1,7
2,5
V F (gem. VerzuimFrequentie)
0,5
0,5
0,5
0.3
0,4
14,8
8,6
23,0
28,7
8,8
G e m . aantal F T E
122.5
127,7
131,9
135,4
137,6
G e m . aantal werknemers (personen)
157,1
164,4
172,6
179,6
178,4
WP
VD (gem. VerzuimDuur)
44
OBP V P (Verzuimpercentage)
2007
2008
2009
2010
2011
3,7
3.2
3,6
2,2
2,6
V F (gem. VerzuimFrequentie)
1,6
1.5
1,6
1,3
1,5
VD (gem. VerzuimDuur)
7,6
10.5
8,4
4,7
9,7
G e m . aantal F T E
41,2
42.5
41,1
37,7
38,8
G e m . aantal werknemers (personen)
56,1
59.2
57,1
51.9
51,5
2007
2008
2009
2010
2011
V P (Verzuimpercentage)
3,5
3,2
1,8
2,3
2,1
V F (gem. VerzuimFrequentie)
1.7
1.5
1,5
1,1
1,5
VD (gem. VerzuimDuur)
7,0
8.2
6,7
7,9
6,8
CPO
Gem. aantal F T E
32,4
35,7
39,6
41,7
40,4
G e m . aantal werknemers (personen)
40,9
47,1
52,3
55.9
55,3
Jaargesprekken Jaargesprekken FdR 2011: 63% Jaargesprekken CPO 2011: 100%