Uganda, de parel van Afrika
13 September tot 29 September 2011
Blad: 1 van 29
Uganda, de parel van Afrika Inhoud 13-‐09-‐2011, Het begin. ........................................................................................................................... 3 14-‐09-‐2011, via Kampala naar Paraa ...................................................................................................... 3 15-‐09-‐2011, de eerste echte gamedrive van deze vakantie ................................................................... 6 16-‐09-‐2011, een vaarsafari door de nijldelta .......................................................................................... 8 17-‐09-‐2011, van Paraa naar Kyaninga (Ford Portal) ............................................................................... 9 18-‐09-‐2011, Kibale forest, op zoek naar Chimpansees ......................................................................... 10 19-‐09-‐2011, Even niets en dan op weg naar het Queen Elizabeth park ............................................... 11 20-‐09-‐2011, Zonsopgang in het Queen Elizabeth park ......................................................................... 14 21-‐09-‐2011, Opweg naar Ishasha ......................................................................................................... 15 22-‐09-‐2011, Nog een stuk Ishasha en dan weer verder naar Kisoro .................................................... 18 23-‐09-‐2011, Vandaag moet het gaan gebeuren ................................................................................... 20 24-‐09-‐2011, Even een dagje niets doen ................................................................................................ 25 25-‐09-‐2011, Lake Mburo ....................................................................................................................... 27 26-‐09-‐2011, de laatste dag midden in de natuur .................................................................................. 29
Blad: 2 van 29
Uganda, de parel van Afrika 13-‐09-‐2011, Het begin Het is eindelijk zover. De wekker gaat om vijf uur en dat zal niet de laatste keer zijn dat hij zo vroeg gaat deze vakantie. We zij n om 06:15 bij Henk en Marga die zoals we gewoon van hen zijn de tassen al buiten hebben staan ook klaar voor het vertrek. Daarna Emile ophalen zodat hij onze auto weer naar huis kan brengen en voor we het in de gaten hebben, staan we voor de nieuwe bagage drop-‐off installatie op Schiphol. Na deze nieuwste ontwikkeling van de KLM uitgeprobeerd te hebben hoeven we alleen nog maar met een kop koffie te wachten tot het zover is dat we het vliegtuig in kunnen. De vlucht over een wolkeloos Europa geeft een paar prachtige uitzichten over de omgeving van Veenendaal, wit besneeuwde Alpentoppen en Venetië. Via de middellandse zee en de kust van Egypte zakken we steeds verder naar het zuiden waar het buiten uiteindelijk donker wordt. Om 21:00 lokale tijd landen we in Kigali de hoofdstad van Rwanda. Hier verlaten een aantal reizigers het vliegtuig en komen er ook weer mensen aan boord die weer terug vliegen naar Nederland. Een uurtje later kunnen wij uitstappen op het vliegveld van Entebbe en gaan we in een lange rij stapje voor stapje vooruit om door de douane en immigratie te komen. Nadat we op de foto gegaan zijn en er afdrukken van van onze 10 vingers zijn gemaakt en we ook nog eens $100 betaald, hebben mogen we eindelijk Uganda in. Als eerste natuurlijk kijken of onze bagage ook aangekomen is en dan de uitgang van het vliegveld opzoeken. Het bordje met daarop Habari 4x Luxe Reis was snel ontdekt tussen alle andere wachtenden en onze gids voor de rest van de vakantie, Richard, loodste ons snel naar de wachtende Toyota Land cruiser toe. Binnen 15 minuten waren we, na onderweg ook nog een geldwissel stop gemaakt te hebben, in het Airport Guest House waar we hartelijk door Elsa ontvangen werden en lekker in de tuin onder de sterren van een heerlijk koud biertje en glas witte wijn konden genieten. Het is alweer snel 00:30, hoog tijd om het bed in te kruipen want ook morgen gaan we alweer vroeg op pad.
14-‐09-‐2011, via Kampala naar Paraa 05:30 alweer die wekker. Snel douchen, ontbijten en daarna de spullen in de jeep. In de tuin bij het Guest House komen de eerste Guineafowl alweer tegen en daar zullen we er nog wel veel meer van zien. Wat opvalt zijn de kleintjes die er bij lopen, volgens Richard is dat omdat het hier voorjaar is en voorspelt hij dat we nog veel meer jongen zullen zien van alle soorten dieren. We gaan op weg en rijden al snel langs het Victoria meer. Wel grappig om te bedenken dat we over dik twee weken hier in de buurt onze laatste dagen in Uganda zullen doorbrengen en uitrusten van de lange Blad: 3 van 29
Uganda, de parel van Afrika reis die nu nog voor ons ligt. Rond Kampala lopen de wegen snel vol met mensen en is het weer een echt Afrikaanse chaos op en langs de weg. Als we nogal erg lang doen om langs een bepaalde plek te komen en ik vraag of dat te maken heeft met de spoorwegovergang die we oversteken merkt Richard op dat hij niet denkt dat dat de drukte veroorzaakt. De laatste trein was daar ongeveer 40 jaar geleden voor het laatst langs gereden. Er zijn eenvoudig geen werkende treinen meer in Uganda. Nadat de Engelsen weggegaan zijn uit het land was het snel afgelopen met het openbaar vervoer per trein vertelde hij. Na een aantal uren rijden en het passeren van stadjes (of zijn het dorpen) met de mooie namen Luwero, Nakasongola en Migera komen we bij Nakitoma waar we de weg verlaten en na een stuk of wat kilometers over een echte Afrikaanse massageweg bij het Ziwa Rhino sanctuary aankomen. Rond 10:00 stoppen wij voor de eerste walking safari van deze reis. Het is trouwens wel een erg grappig gezicht om hier borden langs de weg te zien hangen waarop men duidelijk maakt dat er gevaar is voor overstekende neushoorns . Bij het binnen komen van het park zien we direct de eerste antilope soorten al. Een paar bushbocks en een kleine Oribi die, hoewel het beestje vlak voor de neus van Elma ligt haar niet opvalt. We krijgen een breefing van een ranger met een AK47 over de schouder. Hij vertelt dat er zo veel op de neushoorns gejaagd is, vooral in de tijd van Idi Amin, dat er simpelweg geen één meer over is gebleven. Men is nu bezig om met behulp van een paar vrouwtjes en mannetjes neushoorns weer wat families te fokken die ook in het wild kunnen overleven. Eén van de mannetjes komt uit Amerika en heet natuurlijk Obama. Tot nu toe zijn er drie kalfjes geboren, twee mannetjes en eindelijk ook een vrouwtje en vooral die zijn natuurlijk nodig om weer verder te kunnen werken aan grotere families. Als de familie zodanig groot is dat ze zelfstandig kunnen blijven groeien ben je nog niet klaar want de dieren moeten echt in het wild kunnen overleven en het duurt best nog een aantal jaren voordat men ze weer volledig aan hun lot over kan laten in de vrije natuur. Na dit duidelijke en logische verhaal gaan we dan eindelijk lopend de savanne in op zoek naar een paar neushoorns. De beesten vinden, is niet echt moeilijk omdat ze ter bescherming tegen stropers dag en nacht in de gaten gehouden worden. Dat stropen nog altijd loont, mag duidelijk zijn een kilo hoorn brengt op dit moment zo’n slordige $60.000 op, een kilo goud ‘slechts’ $40.600. Binnen niet al te lange tijd zien we ze al. Het zijn er drie. Twee volwassenen en een kalf. Zelfs de kalveren van neushoorns zijn groot. We blijven een tijdje bij de dieren in de buurt en als ze te dichtbij komen worden we door de rangers gemaand om achteruit te gaan. Het zijn nogal humeurige beesten en hoewel ze er niet erg snugger uitzien met die kleine oogjes in die grote kop, kunnen ze wel zomaar aanvallen en dan moet je van Blad: 4 van 29
Uganda, de parel van Afrika goede huize komen om ze voor te blijven, dus geen risico lopen. Het is echt prachtig om deze kolossen van zo dichtbij te kunnen bewonderen. We hebben ze al eerder tijdens safari’s gezien maar meestal toch wel van ruime afstand. We blijven ongeveer een uur bij de dieren kijken terwijl zij zich al grazend een weg banen door het struikgewas. Het is pas een uur of elf maar al erg warm, daar moeten wij duidelijk nog aan wennen want volgens de ranger waar ik mee praat als we terug lopen is het helemaal niet heet en zou hij eigenlijk best wel een jas aan willen trekken…. Na deze wandeling is het tijd voor de lunch. Een koud biertje is er altijd te krijgen maar als er ook koude witte wijn blijkt te zijn is het voor de dames ook feest. Ze spreken af dat ze deze vakantie een nieuw dieet zullen gaan volgen, ’s morgens eieren, gebakken gekookt of als omelet en ’s middags en ‘s avonds witte wijn. Hoe zit het eigenlijk met eten vragen wij ons af, we krijgen wel een menukaart maar kunnen we bestellen wat we willen en hoe zit het eigenlijk met de kosten en wat is de koers nu ook alweer van de Shilling? Bestellen wat je lekker vindt zegt Richard, jullie hebben vol pension dus je betaalt alleen de drankjes. De lunch bevalt goed en Elma geeft zo maar even een fooi van 10.000 Shilling. De serveerster blij en verbaasd en wij maar € 3,70 armer. Na weer een paar uur rijden komen we via Massini het Kabarega National Park binnen. Er zitten zo nu en dan wat bavianen langs de weg maar ze zijn erg schuw en zodra we stoppen voor een paar foto’s verdwijnen ze weer in de struiken. We zien ook een paar ground hornbills en wat vervet monkeys. Wij komen netjes op tijd aan bij de pont die ons naar de andere kant van de Nijl zal brengen voor het laatste stukje naar de Paraa Lodge. Hier moeten we weer even wennen aan het TiA-‐effect. This is Afrika en wij doen het op onze manier. De pont ligt aan de overzijde en het kan zijn dat hij om 17:00 gaat, maar het kan ook 18:00 worden. Tijd dus om eens in de buurt rond te snuffelen. Er zitten prachtige rood gekleurde vogels in de bomen, er loopt een wrattenzwijn rond en in het water moet een stel nijlpaarden zitten. We horen ze wel, maar zien ze nog niet. Na een tijdje beginnen de nijlpaarden uit het diepere water naar de kant te komen en beginnen we er steeds meer te zien. Eerst een stuk of twee en dan Blad: 5 van 29
Uganda, de parel van Afrika meer en meer. Er zit ook een jong beestje bij maar die kruipt zelfs in het water telkens achter zijn moeder weg. Uiteindelijk komt de pont naar onze kant en kunnen we er op. Niet in de jeep maar lekker bij het hek op de pont blijven staan. Gek idee dat we nu ineens over de Nijl varen. Dat water moet er nog een slordige 3000 km over doen om in Egypte te komen. De aankomst in de Paraa Lodge is erg mooi. Buiten worden we welkom geheten door een man in uniform die zo weggelopen lijkt te zijn uit het Afrikaanse Engelse leger ergens rond het begin van 1900; ouderwets uniform, met dubbele piketriem, slappe tropenhoed en een stokje onder de arm. In de statige Engels aandoende hal krijgen we een lekker vruchtensapje en een verfrissingsdoekje aangeboden terwijl nagegaan wordt welke kamers voor ons zijn. De kamers zelf zien er chique uit; met vanaf het balkon een prachtig uitzicht over de Nijl die we van ver links tot aan de rechter horizon onder ons door het oerwoud zien kronkelen. In de verte hangen mistflarden daar, zal de grote waterval wel zijn denken wij. ‘s Avonds hebben we heerlijk buiten gedineerd. Het is weer het bekende recept. Eerst van alles wat er staat een hapje proeven en dan teruggaan om het allerlekkerste nog een keer op te scheppen. Ons favoriete hoofdgerecht was gebakken nijlbaars met gegrilde zontomaatjes en kaas er over. Met een glaasje wijn of bier erbij is het is echt genieten hier, maar niet te lang, want morgen moeten we zoals gewoonlijk weer vroeg op.
15-‐09-‐2011, de eerste echte gamedrive van deze vakantie Ik schrik wakker, hoor ik u al een auto buiten? Volgens mij is het nog midden in de nacht. Toch maar even m’n horloge erbij en het is 06:15. Het plan is om rond 07:00 te vertrekken dus dat wordt heel snel douchen en ontbijten. Na wat stressen lukt het toch nog net voor 07:00 in de jeep te klimmen. Toch nog mooi op tijd om aan onze eerste gamedrive te beginnen hier in Murchinson. Naast Richard, onze vaste gids & driver, stapt ook Sarah in. Een lokale gids gewapend met een heuse AK47. Volgens Elma en Marga het toppunt van girlpower. Het gebied hier is één grote verbazing er lopen hier zo veel verschillende soorten dieren rond. Binnen een paar uur zien we olifanten, giraffes, bush-‐ en waterbokken, oribi’s, cobs, een prachtige oude mannetjes leeuw, jakhals, buffels, hartebeesten, vogels en bustards in alle soorten en maten. Uiteindelijk kunnen we na een uur of drie in de jeep even de benen strekken aan de rand van een uitloper van de Nijl waar weer een grote groep hippo’s woont. Richard krijgt via zijn telefoon van een collega te horen dat er iets speciaals te zien zou zijn dus hij schiet met volle vaart een zandpad op. Na 50 meter, terug, dit is de verkeerde kant op. Er sluiten zich steeds meer jeeps achter ons aan maar de richting waarin we moeten gaan, wordt telkens weer veranderd en na een keer of 5 met het hele Blad: 6 van 29
Uganda, de parel van Afrika circus te zijn omgekeerd en weer verder rijden, vindt Richard het genoeg en vraagt hij de telefoon van diegene die zegt te weten waar we heen moeten. Daarna gaan we met grote snelheid in een bepaalde richting. Op het zandpad dat wij volgen komt ons een grote bus met toeristen tegemoet. Zou niet moeten kunnen vinden wij, dat ding is veel te groot voor dit pad en voor we het goed en wel in de gaten hebben zet de bus onze jeep muurvast in het mulle zand. De gids van de bus, een onuitstaanbare vent met een veel te grote mond, zal het allemaal wel even regelen en maakte het alleen nog maar erger. Richard is bang dat er echt schade aan zijn jeep zal ontstaan en wil maar één ding en dat is de jeep eerst een deel uitgraven en dan heel voorzichtig achteruit wegrijden van de bus. Met behulp van scheppen van andere jeeps en voorzichtig manoeuvreren lukt dat dan ook. De andere jeeps die ons te hulp zijn gekomen rijden, net als wij, in een grote boog om de bus heen en laten de gids met zijn grote mond al tierend in z’n sop gaarkoken en besluiten zijn getier ’ik moet jullie scheppen hebben’ maar even niet te horen. Als je problemen veroorzaakt, mag je ze zelf opknappen ook vinden ze allemaal duidelijk. Wij zijn rond 12:00 weer terug bij Paraa waar we heerlijk lunchen en even op adem komen in het zwembad. We moeten toch nog duidelijk wennen aan de hoge temperatuur hier. Voor vanmiddag staat er een boottocht naar de Murchinson watervallen op het programma gevolgd door een klim-‐ / wandeltocht door het oerwoud naar de top van de waterval. De focus gaat van dieren naar vogels die de bomen langs de dicht begroeide overs van de Nijl bevolken. We zijn nog maar een ½-‐uur onderweg als er een enorm onweer en regenbui losbarst. Gelukkig heeft de boot ‘zijgordijnen’ die we dicht kunnen doen, want het water komt met bakken naar beneden. Als het weer een beetje opknapt vaart de boot weer verder en zien we erg veel kingfishers, wat krokodillen en zelfs de zeldzame Pel’s Fishing Owl. Volgens de gids zijn er nogal wat mensen die speciaal voor deze vogel hierheen komen, een aantal dagen op zoek gaan maar de vogel nooit zien, wij hebben dus weer eens mazzel. We zien nog veel meer vogels zoals verschillende soorten zwaluwen, fluitende eenden, hamerkop, heilige ibis, Koekkoek etc. Richard belt met de boot en geeft door dat, gezien het slechte weer en de verwachte gladheid, van de klim naar de top van de waterval het beter is als we gewoon aan boord blijven en ook weer met de boot terug komen. Achteraf weer een uitstekend advies van onze gids, hij denkt tenminste mee. Een nijlpaard komt met veel geweld vlak naast de boot uit het water en wij schrikken ons echt rot van dat beest, zal anders om ook wel zo zijn geweest. Terug in de lodge zijn we lekker rustig buiten gaan zitten en na een uitstekend diner lekker gaan slapen, best wel moe na deze eerste inspannende dag.
Blad: 7 van 29
Uganda, de parel van Afrika 16-‐09-‐2011, een vaarsafari door de nijldelta De wekker doet het gewoon weer on 05:30 en om 07:00 klimmen we in een boot voor een tour door de delta van de Nijl en het Lake Albert. Er staan eerst nog een stel waterbokken, nijpaarden, oribi’s en cobs langs de oever en dan barst het vogel geweld los. Niet zo gek natuurlijk in een moerasland. We zien van alles en nog wat aan vogels langs ons heenkomen. Goliath reiger, shoebill ooievaar, malachite kingfisher, pike kingfisher, woodland kingfisher, giant kingfisher, fish eagle, en nog een tiental andere soorten vogels laten zich bewonderen. Vooral het gebied waar de Nijl in Lake Albert stroomt in een prachtige overgang van een echte rivier via een wirwar van kreken en eilanden in een open water vlakte overgaat, is prachtig om te zien en wordt door de lokale bevolking gebruikt als viswater. Veel vissers zijn in hun bootjes druk met hun netten bezig. De gids aan boord heeft in de gaten dat ik vogels wel leuk vind en ik krijg zo ongeveer privé les van hem over de namen van alle vogels die we zien. Als we terugkomen bij het punt vanwaar we zijn vertrokken, is Richard met de jeep al de pont opgegaan en staat hij ons aan de andere kant van de rivier op te wachten voor een rit naar de Murchinson watervallen. Wat gisteren met de boot niet lukte, doen we dus vandaag met de jeep. Die watervallen zijn een bezoek meer dan waard. De Nijl wurmt zich daar eerst met veel geweld door een nauwe rivierbedding en stort dan met grote kracht en geraas een meter of veertig naar beneden. We benutten de schaduw van een grote boom om onze lunch te eten. De restjes worden door Richard weer in een zak gestopt, die zal hij wel weer ergens uitdelen. Eén van de vogelsoorten die we tot nu toe het meest spectaculair vinden is de Carmine Bee-‐eater. Ik denk niet dat ik ooit zoveel kleuren op een vogeltje bij elkaar gezien heb. Terug bij de pont ziet het zwart van de mensen. Er is een school bezig met een opdracht in het veld zoals die kinderen die we spreken het zelf noemen. Een soort werk / schoolreis. Ze gaan ook met ons mee op de pont en vinden het toch wel een beetje vreemd om met ons te praten, dat durven ze toch nog niet erg. Wat ze wel leuk vinden is om samen met ons op de foto te gaan. Er zit ook een gezicht tussen wat me na even nadenken bekend voorkomt. Het is de gids van vanmorgen maar nu in shirt en spijkerbroek. Ik krijg een knallende handdruk van hem en we hebben Blad: 8 van 29
Uganda, de parel van Afrika even lekker over Uganda kunnen praten. Altijd goed om te kunnen luisteren naar het inzicht van de lokale bevolking. We gaan vanavond maar eens vroeg naar bed want morgen wacht ons een lange reis. Er is een brug kapot en dat houdt 180km omrijden in. Dat is op onze wegen al een rot eind en op de glibberige zand-‐ en kleipaden waar we er erg veel van zullen krijgen is dat helemaal geen pretje.
17-‐09-‐2011, van Paraa naar Kyaninga (Ford Portal) De wekker gaat vandaag wel erg vroeg om 05:15 want we gaan op weg voor een erg lange rit naar Kibale / Kyaninga. Het heeft de hele nacht gehoosd dus dat wordt wat op die onverharde wegen hier. We slippen en glijden soms met de jeep de hele weg over. We moeten met de eerste pont van 07:00 mee. De pont vaart tussen 07:00 en 08:00 net zo vaak heen en weer tot er geen wachtende auto’s meer zijn. Maar als je niet met de eerste vaart mee kunt, heb je kans dat je erg lang moet wachten voordat je eindelijk aan de beurt bent en dat je achter een sliert auto’s zit die allemaal het binnenland in moeten en dat gaat natuurlijk net zo snel als de langzaamste vooraan. Dus inderdaad het beste is vroeg je bed uit en gewoon vooraan staan. De rode klei is spekglad geworden door alle regen en de kuilen alleen nog maar weer dieper. Omdat er ergens een brug is weggespoeld moeten we dus zo’n slordige 180 km omrijden om bij Kyaninga te kunnen komen. Wat eigenlijk een lange gamedrive zou moeten worden, wordt een lange stuiterrit maar wel door een aantal dorpjes en dat is dan wel weer leuk om de verschillende manieren van leven van de plaatselijke bevolking te kunnen zien. Wat ik maar moeilijk te begrijpen vind, is dat de weg (nou ja weg, baggerpad is beter op zijn plaats) volledig kapot is en dat door de regen er stukken zijn waar zelfs een 4-‐wd een probleem heeft. Ik zie ook volop mensen op brommers en fietsen. Hoe moeten die zich wel niet voelen in deze baggerzooi als wij voorbij komen? Ergens onderweg zijn een aantal vrouwen bezig met kleding wassen in de rivier. We stoppen en vragen of we wat foto’s mogen maken. Dat gaat niet van harte maar als we wat geld geven mag het toch wel. Als we weer verder rijden hoor ik een meisje ons na roepen ‘God bless you’. Ze zijn tevreden met de paar Euro’s die we hun gegeven hebben, kunnen wij nog wat van leren. De rit duurt een dikke 9 uur maar de uiteindelijke ontvangst met een drankje, een verfrissingsdoekje en het hogeschool Engels van de manager maakt erg veel goed. De Kyaninga lodge is iets heel aparts. Het uitzicht vanaf het balkon van het hoofdgebouw is geweldig. Een vallei omzoomd door de uitlopers van de Ruwenzori en direct onder ons een kratermeer. Als je het niet met eigen ogen ziet , denk je dat er iemand aan het photoshoppen geweest is. Ze begrijpen hier heel goed wat nodig is na een dag in een jeep want al heel snel staat Blad: 9 van 29
Uganda, de parel van Afrika het oude recept weer op tafel, koud bier, witte wijn en vers gebrande vliespinda’s in zowel naturel smaak als met chili peper. Onze huisjes zijn echt helemaal te gek. Eigenlijk een volwaardige vakantiewoning met een prachtige badkamer. Het geheel is uitgewerkt in hout en riet en allemaal door lokale mensen in 4 jaar opgebouwd en in elkaar gezet. Voordat we aan het diner gaan, zitten we nog even gezellig bij de open haard. Dat is echt geen luxe hier op 800-‐meter want het is hier een stuk kouder dan in het laagland van Murchinson waar we gisteren nog waren. Na het diner heb ik nog een tijdje buiten gestaan. Er is hier geen enkele vorm van lichtvervuiling en daardoor is het zicht op de heldere hemel spectaculair. De manier waarop je hier de melkweg kunt zien is iets wat we in Europa echt nergens meer kunnen. Maar het is ook knap koud buiten dus na een kwartiertje toch maar weer naar binnen en m’n bed ingekropen, we moeten morgen voor de verandering weer eens vroeg op.
18-‐09-‐2011, Kibale forest, op zoek naar Chimpansees Om 06:00 zitten we alweer aan ons traditionele ontbijt van eieren, omelet en deze keer als extra toast met huis gemaakte aardbeienjam. Richard staat om 06:30 alweer klaar met de jeep en hij brengt ons in 1½ uur naar Kibale forest voor een tocht van een uur of vier met een stel gidsen door het oerwoud. Afstanden tellen niet in dit land, even anderhalf uur verder op. Moet je eens in Nederland doen, zit je meteen weer in het buitenland. We krijgen met z’n vieren en nog een Italiaans stel een briefing van een ranger die uitlegt hoe deze wandeltocht door het oerwoud zal gaan verlopen. Het doel is natuurlijk om chimpansees te vinden en volgens de gids gebeurt dat in meer dan 95% van de tochten dus hebben we echt goede hoop dat het ons ook dit keer weer gaat lukken. We gaan het oerwoud in en volgen eerst een pad, dan een paadje, dan iets wat nog vaag op een spoor lijkt en uiteindelijk banen we ons gewoon een weg door het struikgewas. Het geluid van de chimps is duidelijk te horen in de verte maar echt in zicht komen ze nog niet. Er zit een chimpansee voor ons en af en toe vangen we een glimp op van een moeder met een kleine op haar rug. Uiteindelijk stuiten we op een complete familie die heerlijk lui druk bezig is met niets doen, vlooien en luieren. We blijven een dik uur bij de groep. Wat een bijzonder moment om deze dieren zo van dichtbij te kunnen bekijken. Ze trekken zich van ons niets aan en doen alsof wij niet bestaan. Uiteindelijk volgen wij hen nog verder het oerwoud in dat laten ze rustig toe. Zolang wij niet te dichtbij komen zullen ze ons in hun buurt tolereren. Er is even een hoop geschreeuw als een jong mannetje het in zijn hoofd haalt om voor leider van de groep te gaan lopen. Hij krijgt vrijwel direct een dikke stok naar zijn kop gesmeten en verbaal even te verstaan gegeven dat meneer het opperhoofd dat soort gedrag dus niet toestaat. Het zijn af en toe net mensen.
Blad: 10 van 29
Uganda, de parel van Afrika Op de terugweg door het woud legt de gids nog van alles en nog wat uit over planten, bomen, vogels, vlinders en knaagdieren die we in het bos tegenkomen. Een leuke ontdekking zijn aardsterren die net beginnen met bloeien, eerst zie ik er één, en dan nog één en dan blijkt de grond er vol mee te zitten. Uiteindelijk na een uur of vier komen we weer bij het zelfde punt het bos uit waar we vanmorgen ook begonnen zijn. De tijd vliegt om als je zo druk bezig bent. De keuken van Kyaninga heeft lunchpakketten meegegeven en daar komen o.a. heerlijke dikke boterhammen met dikke plakken kaas en eigengemaakte spek er op. Dat wat over is wordt met plezier door een plaatselijke hond opgegeten. Heeft dat dier ook eens een leuke dag. Voor vanmiddag staat er de Bigodi swamp walk op de planning. Hoewel best interessant is er niet zo gek veel te melden over onze speurtocht met gids Owen door het moeras. We hebben wel weer een aantal verschillende soorten apen gezien zoals red-tailed monkey, red colobus, guereza colobus, grey cheeked mangabey en een grote verscheidenheid aan vlinder soorten. De kinderen uit de buurt proberen wat bij te verdienen door van klei gemaakte aapjes te verkopen. Niet iets wat we echt mooi vinden maar ik geef hen een appel voor de moeite, zij ook weer blij. Henk hoort gezang in de verte en krijgt ineens religieuze nijgingen, hij wil plotseling naar de kerk toe. Dat lukt vandaag niet maar Richard belooft dat we as. Zondag onderweg wel bij een kerk zullen stoppen. Hoewel we nog niet helemaal aan het eind zijn van de wandeling met Owen komt Richard plotseling het pad afrijden. Hij heeft een beetje haast. Hij woont in Fort Portal, een km of 50 hier vandaan en hij wil eigenlijk gewoon graag een nachtje thuis slapen maar hij heeft ook in de gaten dat er weer zo’n enorme hoosbui in aantocht is. Hij denkt dat wij het niet zo leuk zouden vinden als we midden in die bui terecht komen en dat had hij (zoals gewoonlijk) weer goed gezien. Binnen 10 minuten spoelt het water in brede rivieren over de weggetjes heen. Rond 16:00 komen we weer terug in Kyaninga waar de zon alweer tevoorschijn is gekomen. We gaan gewoon weer lekker buiten zitten en genieten van het prachtige uitzicht wat nu nog mooier is omdat de lucht schoon is door de hoosbui. Je kunt de Ruwenzori nog beter zien. Het diner voor 4 was vanavond weer goed verzorgd. Ze zijn hier ook slim en brengen gewoon wat de pot schaft op borden naar je tafel. Om 21:30 ging bij ons het licht weer uit. Lekker in bed nog even nagenieten van wat we die dag weer beleefd hebben, is er eenvoudigweg niet bij. Zodra mijn hoofd een beetje in een horizontale richting gaat schakelt het bewustzijn gewoon uit en blijft er niets dan een diepe slaap over.
19-‐09-‐2011, Even niets en dan op weg naar het Queen Elizabeth park Eindelijk eens een ochtend niet om 06:00 uit bed maar rustig wakker worden. Het is prachtig weer en de omgeving is werkelijk een lust voor het oog. We ontbijten rustig en doen dan wat organisatiewerk zoals de kleding weer even op orde brengen in de tassen, was uitzoeken, stukje dagboek schrijven etc. Daarna een mooie wandeling gemaakt samen met Elma naar het kratermeer waar we vanuit onze lodge over uitkijken. Als we bijna beneden bij het water zijn aangekomen horen we weer Blad: 11 van 29
Uganda, de parel van Afrika geritsel boven onze hoofden en zitten er weer colobus apen naar ons te kijken. Nog een traptree of tien en dan ben ik beneden bij het water en op dat moment breekt mijn camera van het koord los waaraan ik hem over mijn schouder heb hangen. Ik zie de camera in twee verschillende stukken van een dikke steen onder me weer omhoog stuiteren. Het was al heet maar nu breekt het zweet me echt aan alle kanten uit van schrik. Gelukkig blijkt uiteindelijk de schade mee te vallen en is alleen de batterij van zijn sluiting afgebroken en dat kan weer gemaakt worden met wat secondelijm en een paar sterke elastieken. Het water van het meer is glashelder en een paar vissen liggen lekker te soezen in het zonnetje. Eigenlijk dom dat ik geen zwembroek heb aangetrokken er zit een trap aan het eind van de steiger dus ik had zo even lekker kunnen gaan zwemmen. Teruggekomen bij onze lodge gaat Elma een poging doen een van de prachtig gekleurde hagedissen die hier zitten op de foto te krijgen. Die beesten zitten de hele dag in de zon maar zodra je ook maar hun kant op kijkt verstoppen ze zich direct weer. Het lukt Elma echter met heel veel geduld om een paar prachtige foto’s van het diertje te maken. Na de lunch laden we al onze spullen weer in de jeep en gaan op weg naar het Queen Elizabeth National Park. We komen weer door een aantal stadjes en dorpen en ik heb het idee dat er hier nog meer armoe is dan in het deel van Uganda waar we tot nu toe doorheen gereden zijn. Je ziet hier toch ook weer huisjes (ik weet niet of je het eigenlijk wel huisjes mag noemen) waar kinderen voor staan die niet gek veel meer dan lompen dragen. De bevolking in het geheel ziet er hier veel sjofeler uit dan tot nu toe. Op een vraag aan Richard of dit een armer deel is van het land krijg ik geen duidelijk antwoord wat voor mij eigenlijk een soort verkapte bevestiging is. Het is net of de mensen hier ook met een wedstrijd bezig zijn wie de grootste hoeveelheid bananen op zijn fiets kan vervoeren. Blad: 12 van 29
Uganda, de parel van Afrika We steken vanmiddag de evenaar over en Richard stopt bij het punt waar dit duidelijk is aangegeven. Kunnen we even foto’s maken terwijl we met één been op de evenaar staan, veel breder is hij natuurlijk niet…. Hoewel we aan het eind van de rit niet ver van onze nieuwe lodge verwijderd zijn, besluit Richard toch om in plaats van rechtsaf de snelweg af te gaan linksaf te slaan en een stuk van het park te bekijken (zo simpel kan een beslissing soms zijn). We hebben al hele groepen dieren langs de kant van de weg gezien en worden nu toch wel weer nieuwsgierig naar wat we eventueel snel kunnen ontdekken dus gaat het dak weer open en beginnen we weer met één van de mooiste bezigheden op deze vakantie, met de kop in de wind speuren naar dieren. Binnen no-‐time zijn we weer omgeven door cobs en worden we ook welkom geheten in het park door een stel prachtige kraanvogels. Met recht een stel want mannetje en vrouwtje blijven hun hele leven bij elkaar. We verkennen ook even de omgeving van een oud kratermeer waar men nu zout door verdamping uit het water haalt. Op de weg terug naar de ingang van het park ontdekken we twee leeuwen, ook een stelletje, en dat gaat vlak voor onze ogen maar eens ongegeneerd een potje liggen vrijen. Dat is iets wat je op de film of op TV ziet maar niet zo in het echt. Ik hoop dat mijn filmopname van dit speciale moment een beetje gelukt is. Tegen 19:30 komen we aan in de Mweya Safari Lodge wat ook weer een prachtige locatie blijkt te zijn. Tot nu toe zijn alle lodges waar we geweest zijn echt prachtig. In deze lodge komt Elma een oude bekende tegen, witte wijn van Zonnebloem. Die wijn kent ze nog uit het Hluhluwe Umfolozi park in Zuid Afrika en heeft daar een zeer goede herinnering aan. Hier smaakt de wijn trouwens net zo lekker volgens de dames. We kunnen buiten dineren maar de paar duizend muggen die we zien zorgen er toch voor dat we snel in het restaurant gaan zitten en de muggen met drommen achter de ramen laten. De extra gast in ons huisje die ik in de badkamer ontdek meld ik pas de volgende morgen bij de receptie aan, maar groot was die spin echt wel.
Blad: 13 van 29
Uganda, de parel van Afrika 20-‐09-‐2011, Zonsopgang in het Queen Elizabeth park We zijn weer terug in ons oude ritme, de wekker gaat weer om 05:30. Snel ontbijten met een kop thee en een muffin en dan de jeep in om tijdens deze hele vroege gamedrive te beleven hoe de natuur wakker wordt op het moment dat de zon opgaat. Als wij wegrijden is het nog pik donker en dansen er drommen muggen in de koplampen. Nog geen kwartier later is het echter al licht en nog eens 10 minuten later zien we de zon met verrassend grote snelheid achter de horizon vandaan komen en de hemel in klimmen. Nu kun je duidelijk zien dat er een groot verschil is met onze geografische ligging in Nederland en de plek waar we nu zijn, boven op de evenaar. Langzaam aan ontrolt het bekende landschap zich weer voor ons met een stel waterbokken en een paar Crowned Cranes. Het vogelrijkdom is hier trouwens overweldigend. QE-‐park is het vogelgebied nr. 1 in Afrika en nummer 6 in de hele wereld. We zien in de verte weer de twee leeuwen die we gisteren ook al gezien hebben en aangezien ze een behoorlijk eind van de weg afliggen lapt Richard alle regels aan zijn laars en stuiteren we buiten de gebaande paden en door het hoge gras richting leeuwen. We zijn niet de enigen die leeuwen proberen te ontdekken, er rijden ook twee bussen met japanners rond maar die hebben natuurlijk wel hun traditionele monddoekjes voor en witte handschoenen aan. Als het tijd wordt voor een echt ontbijt gaan we weer in de richting van onze lodge en zien we plotseling een knoert van een monitor lizard die op een termietenhoop lekker wakker ligt te worden in het zonnetje. Na het zeer late ontbijt gaan we direct weer verder voor een boottocht door het Kazinga Channel. We hebben al een paar maal zowel tijdens onze late aankomst gisteren als nu net tijdens de lunch naar de overkant van het kanaal zitten kijken want daar komen steeds groepjes olifanten uit het bos om aan de waterkant te drinken en te baden. Er zitten ook nog al wat nijlpaarden dus dat kan zo best wel een leuk tripje met de boot worden. Nog voor we weer weggaan komen er een grote toep mongoose kijken of er nog wat van de lunch over is. Eén van de dieren is el erg nieuwsgierig en als ik mijn camera op de grond zet begint het dier aan de lens te snuffelen. Het is net of hij wil proberen de camera in te kruipen, dat zal wel wat leuke filmbeelden opleveren denk ik. We varen met de boot vanaf de lodge naar de overkant van het kanaal en de dieren en vogel rijkdom die we hier zien is helemaal ongelofelijk. Buffels, nijlpaarden en olifanten die samen met ik weet niet hoeveel verschillende vogelsoorten in en langs het water verkoeling zoeken. Hier geloof je gewoon je eigen ogen niet. Drie verschillende soorten ooievaars doen samen met lepelaars en hamerkoppen hun best om een visje te verschalken. Overal waar je maar kijkt zijn beesten druk in de weer. We varen weer een stukje verder langs de oever een zien een paar kanjers van lizards die ook weer op Blad: 14 van 29
Uganda, de parel van Afrika jacht zijn naar een lekker hapje. Deze beesten geven je, net als de krokodillen die we ook weer zien, het idee dat ze uit een ver verleden overgebleven zijn. Er zijn ook twee olifanten die lekker tot aan hun ogen aan toe in het verkoelende water zijn gaan staan en die nu met onze boot meedraaien als we langs hen heen varen alsof we samen aan het dansen zijn. De mooiste soort king fishers die er is, de malachites, blijven hier gewoon op een rietstelgel voor je neus zitten zodat je uitgebreid foto’s kunt maken. Daar waar het kanaal uitstroomt in Lake George woont een grote school pelikanen lekker samen met tientallen aalscholvers en Marabous. Je blijft hier gewoon ogen tekort komen. Terug in het hotel is het hoogtijd voor de lunch, het is al 14:00 uur, met daarbij weer een lekker koud biertje en voor de dames een glas witte wijn. Ik besluit eens een hamburger te bestellen, nou dat heb ik geweten, dat was gewoon vlees voor drie dagen. Het is denk ik de heetste dag tot nu toe en dan kun je toch het best op het water zitten want nu op het schiereiland waar de lodge op staat is het wel erg warm. Na de lunch besluiten we om eens niets te doen, beetje luieren en lezen op het terras achter onze kamer, dit verhaal bijwerken en vogels kijken. Het is voor mijn gevoel de eerste echte vakantiemiddag. Als ik aan een boek zit wordt mijn aandacht telkens weer afgeleid door roepende visarenden en weer het geknor van nijlpaarden. We beginnen het diner toch zittend aan een buitentafeltje met kandelaar er op maar dat duurt gezien de reeds gememoreerde hoeveelheid muggen die het eiland bevolken niet lang. We vluchten toch maar weer naar binnen toe, zonde van de heerlijke temperatuur.
21-‐09-‐2011, Opweg naar Ishasha De wekker gaat vandaag pas om 06:15 want we vertrekken rond 08:00 naar Isasha. Het vertrek moeten we even een beetje uitstellen want het pinapparaat van de lodge doet het niet. Dit houdt in dat Richard onze kosten voor het hotel maar even betaalt en dat wij weer, zodra we in de buurt van een bank kunnen komen, deze zullen terugbetalen. Ook vandaag moeten we geduld uitoefenen want weer is er een brug ingestort. We moeten ongeveer 200 km omrijden om 75 km verder te komen. Dat kun je je in Europa gewoonweg niet voorstellen maar hier kijkt niemand daar gek van op. Richard vraagt voor de zekerheid nog een paar keer langs de weg of men een beter bericht heeft maar helaas de brug is nog steeds niet gerepareerd. De rit gaat door de voor ons zo langzamerhand bekende dorpjes en stadjes en bos-‐ en berggebieden. Het is en blijft armoe troef wat we om ons heen zien. We komen van een andere kant de game reserve binnen, niet via de normale main gate maar ergens via een achteringang. Het leuke daarvan is dat we eerst nog een heel eind door een gebied rijden waar mensen op stukjes land bezig zijn met het kweken van groenten en aardappels. Het landschap verandert van bos en heuvels naar een open savanne gebied. Op een gegeven moment stopt Richard en zegt dat we het dak weer open kunnen doen terwijl wij eigenlijk nog helemaal niet in de gaten hebben dat we alweer in het park zijn. Henk kijkt wat om zich heen en vraagt op een moment aan Richard op te stoppen want hij ziet iets in een boom maar kan niet echt goed zien wat het is. Richard Blad: 15 van 29
Uganda, de parel van Afrika begint echter direct te springen, hij ziet direct dat het leeuwen zijn. Daar vlak bij het pad waarover wij rustig heen rijden zitten gewoon een stel leeuwen in een vijgenboom. We hebben er over gelezen, folders van gezien, foto’s in bladen en gehoord dat er een kleine kans is deze boom klimmende leeuwen ook inderdaad te zien. Knipper even op het verkeerde moment met je ogen en je ziet ze helemaal niet, maar gelukkig keek Henk net even de goede kant op. Richard zet de jeep stil, stapt uit en loopt wat heen en weer. Hij zoekt geheel tegen zijn gewoonte in een manier om door de zachte berm te komen want hij wil de jeep gewoon onder de boom parkeren. Als we eenmaal vlak onder de boom staan blijkt dat er maar liefst 7 leeuwen in de boom geklommen zijn. Sommige zitten ons aan te kijken terwijl anderen gewoon volledig uitgeteld op een dikke tak liggen te pitten. Nu hebben we al wel een paar mooie momenten meegemaakt deze vakantie maar dit is toch wel echt helemaal te gek. Ik heb het gevoel dat we gewoon midden in een reclamefilm voor Afrika zitten. De rest van het dierenbestand dat we hier tegen komen bestaat naast de Uganda Cobs uit Topis. Mooie dieren met een vacht waarin verschillende tinten bruin verlopen. Van lichtbruin naar bijna zwart. Henk heeft ze weer van alle kanten bestudeerd en gefotografeerd. Ik denk dat hij alleen al 100 foto’s van Topis heeft gemaakt in de twee dagen dat we in dit gebied zijn. Al dieren spottend komen we aan in het Ishasha River Camp. Een typische camping voor mensen die het leuk vinden om midden in de wilde natuur te kamperen zonder enige vorm van luxe. Gewoon een klein tentje en dat is het. De dames hebben heel even het idee dat dit de locatie is voor vannacht maar Richard legt uit dat het doel is om hier even uit te rusen bij de rivier en even de benen te strekken voor dat we het laatste stuk van vandaag doen. De rivier is behoorlijk wild maar dat is natuurlijk niet zo vreemd met alle zware buien waarvan we er nu ook weer één in de verte zien hangen. Aan de overkant van de rivier is Congo en dat is niet gek veel meer dan een meter of twintig weg van waar we nu staan. Helaas is het water te diep en te wild anders hadden we makkelijk even naar de overkant kunnen lopen. Ook ons kamp voor vannacht ligt aan de Ishasha rivier maar een stuk verder op in het park. Als wij er aankomen begint het al te schemeren. Het plekje op zich is weer prachtig met slechts een klein aantal safari tenten. Het restaurant is een grote open ruimte met een dak er boven. Je zit hier dus heerlijk buiten en als het toch gaat regenen, en dat doet het nu ook, valt het water gewoon langs je heen. Dat gaat uitstekend zolang er maar geen wind is natuurlijk. Aan de rand van de rivier staat een grote boom die helemaal vol zit met nestjes van de wever vogel. Het is er een drukte van belang want alle heren willen graag dat een vrouwtje hun nestje mooi genoeg vindt om er Blad: 16 van 29
Uganda, de parel van Afrika in te gaan wonen. Als de dame het nest echter niet goed keurt wordt het helemaal gesloopt en kan het mannetje weer opnieuw beginnen. Ze vliegen dan ook af een aan met nieuw bouwmateriaal. Aan de overkant woont Herman het ‘’huis nijlpaard”. Eén van de redenen dat er altijd al bescherming iemand met ons meeloopt. De tenten zelf zijn luxe en groot met een soort voortent waar je leuk kunt zitten, de hoofd tent met een groot opgemaakt bed en daar achter weer een aparte douche-‐ en toiletruimte. Op verzoek komen twee van de helpers even de douche vullen met 20 liter warm water. Dat is meer dan genoeg voor een lekkere warme en verfrissende douche. Daarna maar even in de voortent gaan zitten, het hoost nog steeds maar dat is dan ook een mooi moment om dit verhaal weer even bij te werken. Om half acht gaat de gong ten teken dat het diner klaar staat. Eén van de rangers komt ons halen en brengt ons naar het openlucht restaurant. Niet dat wij het niet zouden kunnen vinden maar als voorzorg tegen een onverwachte ontmoeting met Herman. Het diner is goed verzorgd en we maken ook nog even een praatje met de manager van deze tented lodge zoals dat zo mooi heet. Ook weer zo’n Engelse vrijbuiter die al heel wat van Afrika gezien heeft. Hij doet dit een paar jaar en trekt dan weer verder. Bi het restaurant branden olielampen en er is gegenereerd elektrisch licht. In de tent is ook licht, maar dat is maar beperkt dus vandaar de uitdrukkelijke vraag om het zo spaarzaam als mogelijk te gebruiken. Als er wat opgeladen moet worden, camera, telefoon etc. moeten we maar even naar het office van de manager komen, daar is zo ongeveer het enige stopcontact hier in de buurt te vinden. Er meldt zich, terwijl het dus al hartstikke donker is, plotseling een groep reizigers met de vraag of zij verwacht worden in het kamp. Dat was dus duidelijk niet zo want met het bezoek van de Habari reizigers was het al vol. De gidsen die bij de nieuwkomers horen hebben geen flauw idee waar ze zijn. Geen beste beurt denk ik. De manager van ons kamp zoekt via zijn telefoon uit waar de gasten uiteindelijk thuis horen en begeleidt hen naar een kamp een heel stuk verder op. Was wel leuk vertelde hij de volgende morgen want we zijn nog een stel leeuwen in het donker tegen gekomen. Na het diner in bed stappen is echt geen straf, helemaal niet met het geluid van het bos en de rivier op de achtergrond.
Blad: 17 van 29
Uganda, de parel van Afrika 22-‐09-‐2011, Nog een stuk Ishasha en dan weer verder naar Kisoro We worden gewekt met een vriendelijk ‘good morning your shower is ready’. Ik heb nog niet echt een idee waar die stem nu weer vandaan komt maar dat ik mijn bed alweer uit moet is me wel duidelijk. Als ik na het douchen buiten de tent kom gaat de zon prachtig op boven de rivier. De wevers in de boom naast de rivier zijn net zo druk als bouwvakkers op de A12 rond deze tijd van de dag. Ze vliegen met tientallen tegelijk heen en weer met hun bouwmaterialen in hun bek. Na het ook hier weer goede, stevige, ontbijt met heel veel vruchtensap gaan we weer op pad. Het dak van de jeep kan weer open en rijden we het Queen Elisabeth Park weer in. We stoppen een tijdje bij een stel vechtende cobbokken. De beesten beuken echt knalhard op elkaar in met hun geweien. Eén van de bokken heeft zo’n dreun gehad dat hij echt staat te zwaaien op zijn poten. Hij geeft het gevecht op en druipt af. Na nog een dik uur door de omgeving gezworven te hebben en weer een stel voor ons nieuwe vogelsoorten gezien te hebben (Henk begint echt steeds meer lol te krijgen in het fotograferen van vogels) komen we aan de grens van het park en gaat het dak weer dicht. Altijd weer jammer als dat moet maar regels zij regels. Op de openbare weg (hoe goed of hoe slecht die ook is) moet het dak dicht zijn. De rit naar Kisoro is lang en er valt niet zo veel over te vertellen. Net als het tijd is voor de lunch barst er boven ons hoofd een enorme hoosbui los. Onze pluus komen eindelijk goed van pas om bij het restaurant te kunnen komen. We zitten aan lake Bunyonyi en het plekje waar we uiteindelijk onze lunchboxen open maken is weer erg mooi. Het meer is er één van de vele die Uganda rijk is. Er staan hier heel veel prachtige bloemen. We kennen ze in Nederland ook maar dan als kleine perkplantjes hier zijn ze gewoon vele malen groter, echte struiken vol met bloemen. Eén van de grote infrastructurele projecten waar men hier in Uganda met hulp van de EU aan bezig is, is het aanleggen van een snelweg van Kampala naar Kisoro, een stuk weg van meer dan 100 km. Als je ziet wat een enorme klus dat is dan is het werk wat we hier in Nederland aan het doen zijn maar een klusje van niets. De huidige weg die niet alleen door 4-‐wiel aangedreven jeeps gebruikt wordt maar ook door bussen en zware vrachtwagens en mensen op brommers en fietsen is niet meer dan een soort karrenpad wat zich door de bergen heen slingert. Het is een uiterst glibberig, een meter of 4 breed bospad vol met kuilen en hobbels en dat moet nu omgebouwd worden tot een tweebaansweg weg met goten aan beide kanten om al het regenwater af te voeren. Dit houdt dus in dat er hele rotswanden afgegraven moeten worden met het gevaar dat daar weer aardverschuivingen door ontstaan. Kortom een reuze klus waar initieel 4 jaar voor uitgetrokken was, men is nu bijna 6 jaar bezig en verwacht nog minstens 2 jaar bezig te zijn voordat het klaar is. Het materiaal wat men ter beschikking heeft is imponerend helemaal afgezet tegen de omgeving waarin
Blad: 18 van 29
Uganda, de parel van Afrika men aan het werk is. Het is ook duidelijk een werkverschaffingsproject waarbij ook vrouwen ingezet worden. Zij staan meestal met groene en rode vlaggetjes aan te geven of de weg vrij is. Dat is voor sommige dames toch best nog moeilijk, moet ik nu rood of groen omhoog doen als de weg vrij is...... We hebben toch wel erg veel respect voor wat men hier aan het doen is, dit is echt een enorme job die, en dat valt op een bepaald moment op, onder leiding van westerse ingenieurs wordt uitgevoerd. In Kisoro aangekomen nemen we onze intrek in het Travelers Rest hotel. Een wat basic hotelletje in vergelijking met de lodges die we tot nu toe gezien hebben. Om 16:00 gaan we met Richard op ons verzoek naar de plaatselijke markt. Ons is wel aangeraden om geen camera’s mee te nemen en ook geld en sierraden etc. gewoon in het hotel te laten. Gun die mensen hun eigen wereld adviseerde Jan Willem de manager van het hotel. Camera’s zijn niet altijd gewild bij de mensen. De markt is een chaotische, krioelende mensen massa op een groot open terrein wat voor het grootste deel bestaat uit modder. De mensen verkopen er werkelijk van alles en nog wat. We zien voornamelijk (tweede hands) kleding, bananen, bonen, meel, tuin en landbouw gereedschap en nog veel meer. Ze vinden het wel erg grappig dat zo’n stel Mzungu of wel blanken hun markt bezoekt. Sommige kinderen vinden het wel vreemd een blanke huid en er zitten nog haren op ook. Toch wel weer een leuke ervaring om zo tussen al die mensen rond te lopen. Iedereen kijkt naar je en op het moment dat je groet groeten ze beleefd terug. Andersom gaat het niet. Ze groeten niet uit zich zelf. Aan de buitenkant van het marktterrein zijn er kroegjes en in de ‘restaurantjes’ wordt er ook eten gemaakt. We zien iets dat lijkt op oliebollen en natuurlijk vind ik dat dat geproefd moet worden. Ik kan niet anders zeggen dat het baksel uitstekend smaakte. Kinderen die zien dat wij het spul kopen, proeven en lekker vinden, kunnen daar wel om lachen, helemaal als ik hen nog zo’n halve bol geef. Hebben we zomaar ineens een stel vrienden. Wat verderop in de straat staat een grote rij mensen voor een winkel naar binnen te kijken. Er staat binnen een TV aan en dat trekt nog veel bekijks. Net 1955 in Nederland.... Terug bij het hotel zijn we langs de weg blijven staan om naar de grote stroom mensen te kijken die van de markt terug gaan naar huis. Wij zwaaien en dan wordt er vrolijk teruggezwaaid. Veel mensen Blad: 19 van 29
Uganda, de parel van Afrika hebben nog even een stuk wandelen van een km of 15 voor de boeg, die gaan weer terug naar Rwanda of Congo. Zij komen gewoon twee maal per week over zulke afstanden naar de markt om hun spullen te verkopen en met dat geld weer andere boodschappen te doen. Het is tijd voor het diner en de procedure die ze hier volgen is wel leuk. Eerst wordt er een vooraf opgediend. Dan komt er iemand vertellen wat het eten is en daarna kun je dat bij het buffet gaan opscheppen. Alles smaakt weer uitstekend maar dat is niets nieuws in dit land waar goed eten duidelijk voor een ieder belangrijk is. Na het eten snel naar bed, morgen gaat de wekker om 04:30.
23-‐09-‐2011, Vandaag moet het gaan gebeuren Deze datum staat al een hele tijd met een cirkel er omheen in mijn agenda. Vandaag moet het gaan gebeuren, we gaan op zoek naar gorilla’s. Het ontbijt hebben we gisteren besteld voor 05:00, maar dat houdt hier niet in dat het dan ook klaar is, dan begint de kok wakker te worden. Voor dat we allemaal ons ontbijt ook echt hadden duurde echt vreselijk lang. Echt iets organiseren is toch nog steeds vreselijk moeilijk voor deze mensen. De rit naar het ondoordringbare woud van Bwindi neemt toch weer een dikke twee uur in beslag en exact om 08:00 melden we ons bij het bezoekerscentrum voor de briefing. We krijgen van de hoofdranger te horen wat we precies gaan doen en nog veel belangrijker hoe we naar de gorilla’s gaan. We zullen tot maximaal vanmiddag 14:00 uur gaan zoeken en ook als er geen gorilla’s gevonden zijn, teruggaan naar het startpunt van de tocht. In het kort, we hebben zes uur de tijd om
Blad: 20 van 29
Uganda, de parel van Afrika de dieren te vinden. De ranger geeft ook direct aan dat hij hoopt dat het niet zo lang hoeft te duren, er wordt vanmiddag regen verwacht en dat hij de kans dat we werkelijk gorilla’s zien, op zo’n 80% schat. Richard heeft ons aangeraden om elk persoonlijk een drager voor de dag te huren. Kost je wel $ 15,-‐ maar je zult er erg veel plezier van hebben, zegt hij. Wij denken in eerste instantie dat 1 drager voor ons vieren wel genoeg is maar Richard blijft volhouden dus beslissen we te doen wat hij aanraadt. We gaan met een groep van 8 mensen op weg. 2 Duitse dames, 2 Canadezen die ook in ons hotel logeren en wij viertjes. Er zijn 3 gorilla families in Uganda die bezocht kunnen worden dus per dag zijn er maar 24 mensen die dit kunnen doen. Het wordt ons nu wel duidelijk waarom je al zo lang van te voren een permit moet aanvragen. Er zijn natuurlijk veel meer dan 24 mensen per dag die deze Gentle Giants of the Forrest zoals men ze hier noemt, willen bezoeken. We stappen weer samen met een paar van de dragers in onze jeep en Richard brengt ons een stuk nog verder de berg op en nog dieper het oerwoud in. Een ieder krijgt zijn eigen drager toegewezen, die onze rugzakken overnemen. Ook krijgen we allemaal een lange wandelstok. Net zoals de dragers denken we eerst dat zo´n stok niet nodig is maar uiteindelijk blijkt dat toch wel erg makkelijk. Je kunt zien dat men hier toch wel behoorlijk ervaring heeft hoe dit georganiseerd moet worden. Uiteindelijk gaan we met een zwerm van dragers, trackers en rangers om ons heen op weg. De dragers helpen ons, de rangers doen de bewaking en de trackers gaan vooruit om naar sporen van de gorilla´s te zoeken en ons op die manier naar de dieren toe te kunnen brengen. Het eerste stuk van de helling die we aflopen gaat licht naar beneden. In eerste instantie gaat het makkelijk en lopen we door bananenplantages heen. Daarna wordt het steeds moeilijker en uiteindelijk gaan we stapje voor stapje een spiegelgladde helling af die ons van 2100 meter naar 1500 meter brengt. We zitten midden is een tropisch oerwoud waar het per stap heter wordt, het zweet loopt met straaltjes van onze hoofden af. Gelukkig hebben we onze dragers die ons bij elk moeilijk stuk op de helling handen toesteken, zonder die gasten zouden we het niet gered hebben denk ik achteraf. De helling wordt even minder en we komen terecht in een soort dalletje waar een riviertje doorheen stroomt. Er is ook wat wind en daardoor even wat koeler. Over de stenen stappen zonder uit te glijden die in het water liggen en dan weer verder de volgende helling op omhoog. Plotseling vraagt mijn drager, Robert, waar mijn camera is. Ik pak de camera uit mijn rugzak die hij voor mij draagt en verwacht dat hij gaat vragen om hem te filmen. Maar dat blijkt niet de reden te zijn, we zitten al tot mijn grote verbazing vlak bij de gorilla´s. Nog geen twee minuten later zie ik iets hangen tussen de bomen voor ons. Ze zijn nog moeilijk te zien maar ze zijn er dus wel. Ik probeer me staande te houden op een scherp aflopende helling met een dikke laag humus dus houvast is er bijna niet. Voetje voor voetje worstelen we ons door het Blad: 21 van 29
Uganda, de parel van Afrika struikgewas en komen we dichterbij. Uiteindelijk zitten we vlak bij drie gorilla’s en na wat aanwijzingen van één van de rangers zie ik ook een grote silverback vlak onder mij zitten. Vanwege de steile helling is het gewoon bijna onmogelijk voor me om me om te draaien en de silverback die vlak achter mij omhoog komt te filmen. Ik weet dat Henk een meter of twee achter me staat en hoop dat hij het beest kan filmen. Dat wil hij ook wel maar hij wordt tegen de grond getrokken door een ranger. In de weg van zo’n slordige 200 kilo aap blijven staan is idd niet zo’n goed idee. Zodra ik wel houvast heb en me omdraai zit de gorilla op een meter of vier van ons vandaan. Wat een kanjer van een beest is dat zeg. Zo’n dikke twee meter groot en duidelijk te zien één bonk spieren. Om dit plaatje zo samen met de andere drie gorilla’s te zien is echt iets ongelofelijks. Zo dicht bij deze enorme beesten is in het begin echt wel spannend. Je verwacht toch min of meer dat ze er vandoor gaan zodra ze in de gaten krijgen dat wij er zijn maar dat is dus niet zo. Ze blijven zo rustig doorgaan met waar ze mee bezig zijn, ze negeren ons eigenlijk volledig. Als we ons een stukje verder de helling opgewerkt hebben, krijgen we ook een vrouwtje met een jong beestje in de gaten. De kleine blijkt 16 maanden te zijn en is heerlijk bezig met het ontdekken van alles en nog wat. Hij heeft ook ons gezien en komt af en toe even dichterbij om ons te bekijken, terwijl zijn moeder hem intussen in de gaten houdt. Er komen nog twee silverbacks de helling op en de groep gorilla’s om ons heen wordt steeds groter. Uiteindelijk komt ook de grootste van het stel weer verder de helling omhoog en geeft tot mijn verbazing voor de kleine een zoen op zijn voorhoofd. Nooit geweten dat beesten dat ook doen en helemaal verbazend als zo’n knoert zoiets doet. Deze dieren blijven ons
verbazen. We blijven meer dan een uur bij de familie van silverback Safari die samen met de twee andere silverbacks Rafiki en Kirungi en nog 12 andere familieleden een rustig leven leiden in dit deel van het Bwindi oerwoud. Het wordt langzaam aan weer tijd om de dieren te verlaten en ons weer een weg te banen door dit deel van het oerwoud. Het aardige is dat we blijkbaar in een cirkel gelopen hebben want we staan eigenlijk direct weer bij de bergstroom die we al eerder zijn overgestoken. De tocht terug is nog veel zwaarder dan heen. We gebruiken wel weer het zelfde pad maar het is nu ten eerste midden op de dag dus veel heter als vanmorgen en dat in combinatie met klimmen tegen een helling op die nog steiler is als dat we vanmorgen op de heenweg al dachten. Terwijl wij omhoog zwoegen komt er ons een klein meisje op blote voeten voorbij. Wij glibberen en strompelen, zij huppelt ons voorbij..... Er worden door de dragers erg veel rust pauzes genomen (om ons op adem te laten komen) maar de stoet mensen gaat steeds langzamer omhoog. Zodra we op een vlak stuk met wat bomen uitkomen roept de leider van de hele groep dat het beter is om hier uit te rusten en te gaan lunchen. Zo kan een ieder weer even op krachten komen. Blad: 22 van 29
Uganda, de parel van Afrika De lunchpakketten die wij van ons hotel mee gekregen hebben zijn zo ongeveer goed voor twee personen dus is het logisch dat we ons voedsel ook delen met onze dragers. Daar hebben die jongens natuurlijk geen enkel bezwaar tegen. Niet alle dragers krijgen wat en als ik een van die dragers een hard gekookt ei toestop krijg ik een dankbare knipoog terug. Ik vind het veel te heet voor een ei en er was trouwens toch geen zout bij. Het meisje van zojuist heeft wat eten gekregen en een flesje water en wat snoep. Ze heeft haar handen meer dan vol en ze heeft ook nog een kleine jerrycan met water. Wat er ook gebeurt ze zal alles wat ze nu in haar vingertjes heeft nooit meer loslaten dus is het voor mij een raadsel hoe ze thuis gaat komen.
We gaan weer verder de berg op en we merken dat we tijdens de lunchpauze toch niet echt veel uitgerust zijn. De dames hebben het echt moeilijk en ook Henk geeft aan dat we vooral niet te snel moeten klimmen en frequent rust moeten nemen. Ieder gaat in zijn eigen tempo verder en langzamerhand verliezen we de dames uit het oog. Ik weet echter dat Elma een goede drager bij zich heeft dus daar maak ik me niet zo druk over. Als Henk en ik bijna boven zijn, komen er een stel dragers met de bekende African Helicopter, een soort draagbaar van bamboe, op hun rug naar beneden gerend. Wij doen het stap voor stap en zij rennen gewoon voorbij.... Ik hoor hen roepen dat ze een dame gaan ophalen. Henk en ik komen uiteindelijk boven aan de helling op een weg uit waar Richard met andere chauffeurs op ons staat te wachten. Hij ziet aan mijn gezicht natuurlijk al dat het een groot succes is geworden en is daar zelf ook duidelijk blij mee. Henk ziet er heroïsch uit in zijn met bloed, zweet en modder besmeurde kleding. Als of hij zich weken lang een pad door de jungle heeft moeten vechten. De dragers komen ook naar boven met Marga op hun schouders en een lachende Elma daar weer achter. We zijn allemaal heelhuids terug van een zwaar maar werkelijk onvergetelijk avontuur. Het kostte bloed, zweet en tranen maar dit hadden we absoluut voor geen goud willen missen.
Blad: 23 van 29
Uganda, de parel van Afrika We zijn meer dan een uur op slechts enkele meters afstand van die Gentle Giants geweest. Een wens waar we heel lang naar uitgekeken hebben en wat volledig in vervulling is gegaan. Een ervaring die we ons leven lang nooit meer zullen vergeten. De terug weg levert nog een aardig tafereel op van een in de modder van een pad vastlopend busje voor ons. De weg was zo slecht geworden door een plaatselijke hoosbui dat het busje in de modder en spekgladde klei vast liep. Wij reden er achter en konden dus ook geen kant meer op. Binnen een paar minuten staan er een aantal lokalen te kijken wat er allemaal aan de hand is. Na wat regelwerk van Richard begrijpen ze dat met behulp van een schep de modder onder de wielen van de auto weggeschept moet worden. De ‘weg’ moet weer even begaanbaar gemaakt worden. Uiteindelijk lukt het een paar mensen het busje weer uit de klei weg te krijgen. Direct worden er handen opgehouden voor een fooi en dat zijn er ineens veel meer dan alleen maar de handen van de mensen die werkelijk geholpen hebben. Als het om gratis geld gaat worden er in elk geval veel meer handen uit gestoken als dat er werkelijk geholpen hebben. Wij vragen ons af waarom Richard voor de terugweg een andere route gekozen heeft dan vanmorgen. Deze weg is nog veel slechter als die stuiterweg van vanmorgen. Als we echter uit de zoveelste bocht in het oerwoud komen begrijpen we het. Richard wilde ons graag van het uitzicht over lake Mutanda laten genieten. Als we naar het meer ver beneden ons kijken, is het net of de eilanden die in het meer liggen in de ruimte zweven. We willen hiervan natuurlijk weer foto’s nemen maar dat lukt niet erg. De illusie is niet op de gevoelige plaat vast te leggen. Dit is duidelijker weer een arm stuk van het land want de kinderen langs de kant van de weg zien er echt haveloos uit maar blijven enthousiast zwaaien en de wat grotere kinderen vragen direct om geld. Als ze dat niet doen geven we ze wat snoep of aan de wat oudere jongens een flesje water, daar zijn ze dan vervolgens hartstikke trots op.
Blad: 24 van 29
Uganda, de parel van Afrika 24-‐09-‐2011, Even een dagje niets doen Vandaag doen we het rustig aan en we beginnen met een ontbijt om 09:00 uur en lopen daarna met een lokale gids, Robert, de omgeving van Kisoro in. We lopen langzaam door een paar achterstraatjes van Kisoro en worden natuurlijk binnen no-‐time opgemerkt door de lokale bevolking. Niet zo gek natuurlijk als je daar als blanke loopt tussen allemaal erg zwarte mensen. We kopen wat snoep voor de lokale jeugd en Marga en Elma zijn echt heel erg druk met het uitdelen daarvan en het maken van foto’s. Het wordt nog leuker als zij de foto’s weer aan de kinderen laten zien. Ze lachen zich een slag in de rondte als ze hun gezichten op de display van de camera terug zien. Tijdens onze licht stijgende wandelling komen wij telkens mensen tegen. Robert leert ons snel een paar woordjes in het lokale dialect en dat zorgt voor nogal wat lacherigheid. Een paar dames lopen met ons mee en beginnen luid te lachen als Elma hen een goede morgen wenst en giechelen tegen elkaar dat het wel gek is dat de Mzungu hun eigen taal spreekt. We komen bij een kerk terecht waar aan het gezang duidelijk te horen is dat er een dienst aan de gang is. Het blijkt de grootste katholieke kerk in het zuiden van Uganda te zijn en op ons verzoek of wij even naar binnen kunnen, wordt positief gereageerd. Prompt worden we in een lokaal taaltje van harte welkom geheten (gelukkig hebben we Robert als tolk) en krijgen de zegen van de gemeente. Kan nooit kwaad moet je maar denken. Na een kwartiertje lopen we weer voorzicht de kerk uit er is vast nog wel wat meer te zien in de omgeving. Robert voert ons ook langs een lokaal kroegje, een gebouwtje van leem zoals er veel zijn in die buurt, waar binnen een paar planken langs de wand dienst doen als bank en een tafel met een stuk gaas er op is de bar. Ik krijg direct een slok drank gestookt van bananen aangeboden, proeven kan geen kwaad denk ik. Het smaakt net als de slechte slivovitsj uit Joegoslavië. Ik vraag of er ook bier te koop is en er wordt direct een fles voor mij afgestoft.... Niks koeling, gewoon stofdoek. Een fles kost 1700 Shilling dat is dus wel 60 cent. Volgens Robert is het altijd duurder voor toeristen dan voor lokale gasten. Eén van de gasten kijkt me aan zo van drink jij alleen? Ik geef hem een fles en als ik zie in het halfdonker dat er nog iemand naast hem zit, stel ik voor dat zij de halve liter delen. Er volgt een gesprek met Robert en die vertaalt voor mij dat ze graag delen maar geen bier want stel je voor dat de andere man ziek is, dat zou toch zonde zijn. Ik vraag om nog een fles en aangezien ik niet kleiner heb dan 10.000 Shilling en geef ik dat aan de dame ‘achter de bar’ met het verzoek de rest van de gasten dan ook maar wat te geven. Ik had voor 3,50 euro ineens een heleboel vrienden meer in Uganda. Even verder op zit nog een kroegje, als je niets beters te doen hebt begin je gewoon een kroeg in dit land. Wij proeven er een soort bessensap en bessenbier en bananenbier maar allemaal niet echt lekker vind ik. Soms moet je met je tanden op elkaar drinken om te voorkomen dat er teveel drab mee naar binnen komt. We raken langs het pad in gesprek met een oude man. Hij vroeg via de gids hoe oud ik was want ik had wit haar dus moest ik wel oud zijn. Na uitgelegd te hebben dat ik bijna 60 was hem gevraagd hoe oud hij zelf was. Ongeveer 80 was het antwoord, volgens Robert kon het ook een stuk minder zijn want geboortedata bijhouden etc. was niet iets waar ze erg goed in waren. Ik had het idee dat ik een paar woorden van de oude man begreep. Aangezien wij buitenlanders waren gebruikte hij de paar woorden buitenlands die hij kende: Asante sana of wel dank je wel in het Swahili. Dat is ook ongeveer het enige wat ik ken in Swahili dus dat kon ik verstaan. Na hem uitgelegd te hebben dat wij Blad: 25 van 29
Uganda, de parel van Afrika uit Holland kwamen stelde hij vast dat wij dus een hele lange reis achter de boeg hadden want dat was toch wel vijf uur met de bus. Prachtig om te horen vond ik en een mooie manier om aan te geven hoe het wereldbeeld van deze man in elkaar zit. We geven hem een hand en gaan weer verder. Hij blijft langs de kant van de weg staan, kijkt ons na en zwaait nog een paar keer. De sliert kinderen achter ons aan wordt steeds langer en het wordt helemaal leuk als we het erf van een huisje op lopen. Ze waren net bezig met het mooi maken van een soort draagstoel en binnen no-‐ time wordt Marga er in gezet, mooie sjaal om haar schouders en wordt ze rondgedragen als bruid. Zingende en dansende mensen voor en achter haar, het is ineens feest.
We worden uitgenodigd met de mensen mee te eten. Op een houtvuur staat een pot met eten te pruttelen. Twee dames scheppen met een grote houten lepel eten in een soort nap. Ik mag eerst mijn handen wassen in een kom en dan wat eten uit de nap pakken. Ik proef eerst wat bonen en die smaken echt lekker. Ik neem er ook een paar aardappels bij en kan niet anders zeggen dat het allemaal goed smaakt. Henk is het helemaal met mij eens en wij proeven nog even verder terwijl Elma gevraagd wordt om, nadat een oudere dame het haar voorgedaan heeft, graan te malen met een steen. Erg leuk om ineens zomaar midden in het dagelijkse leven van een lokale familie te zitten. Als het tijd wordt om weer verder te gaan komt een van de oude dames weer naar me toe en dankt mij in gebroken Engels dat ik van hun eten heb willen eten. Daar ben ik toch even stil van en onder de indruk van deze eenvoudige maar zeer aardige mensen.
Blad: 26 van 29
Uganda, de parel van Afrika We gaan weer verder en komen opnieuw bij een kerkje uit. Dit keer een zeer bescheiden gebouwtje zonder glas in de ramen, een scheef hangende deur en binnen planken die dienst doen als banken. Een groepje dames is aan het zingen als oefening voor de dienst van morgen. Als begeleiding maken ze gebruik van een grote trommel, het klinkt erg goed en we gaan er even bij zitten. Ons wordt verteld dat het volgende lied nummer ?? uit het liedboek is, kunnen we mee zingen. Gelukkig heben we Robert om het ons uit te leggen want begrijpen doen we er natuurlijk helemaal niets van. Na een lange en uiterst interessante wandeling komen we weer terug bij Travellers Rest waar we de schaduw en wat koud drinken opzoeken. Het is weer erg warm vandaag en daarom besluiten we voor de rest gewoon lekker niet veel meer te doen dan een beetje lezen in de zon of de schaduw.
25-‐09-‐2011, Lake Mburo We laten Kisoro weer achter ons en rijden in een paar uur naar Lake Mburo. Onderweg moeten we nog wel weer even stoppen voor een grondlawine en wachten tot een bulldozer de weg weer begaanbaar gemaakt heeft. Een van de grotere plaatsen waar we doorheen komen is Mbarara er is daar een staking aan de gang van de vuilnisophalers. Veel verschil met andere plaatsen kunne we echter niet ontdekken het is hier net als in vele andere plaatsen een zooitje. Dat er vuilnismannen zijn in dit land is voor mij in elk geval niet duidelijk geworden. We gaan weer van de ‘snelweg’ af en dan kan het dak van de jeep weer open. We gaan dit keer door een soort moerasland heen waar de jeep een heel stuk door het water moet rijden. We zien weer een stel kraanvogels die lekker aan het rond knoeien zijn in het water. Zodra we door de gate heen zijn van het Lake Mburo National Park staat het pad vol met impala’s. Die hadden we nog niet in Uganda gezien en nog geen vijf minuten verder een grote groep zebra’s en die hadden we ook nog niet gezien. Kris kras door het park heen rijdend komen we terecht bij het Mburo meer. Er zit hier blijkbaar veel vis want ik tel zomaar een stuk of tien visarenden in de lucht. Na hier even rond gekeken te hebben rijden we weer verder door het prachtige landschap, waarin we weer van alles en nog wat aan dieren tegenkomen, naar onze lodge voor vandaag.
Deze lodge is gelegen boven op een berg die boven het verder vlakke landschap uitsteekt. Het centrale deel bestaat uit een lounge tent en een aantal met stro en palmbladeren bedekte rondelletjes. Het uitzicht vanaf dit punt is echt geweldig. Onder aan de berg ligt een meertje waar omheen een aantal dieren aan het drinken zijn. Er staat ook een stel Eland Antilopen te drinken, die zie je niet vaak omdat ze behoorlijk schuw zijn. Men is hier erg slim en heeft voor de liefhebber een Blad: 27 van 29
Uganda, de parel van Afrika mooie telescoop neergezet waarmee je alle dieren rond de waterpool rustig kunt bekijken. Met een biertje in de buurt ben ik dus voorlopig daar wel even mee zoet. We worden uitgenodigd om mee te lopen naar ons huisje. De naam Tree doet, gezien de thematische aanpak bij deze lodge al wat vermoeden en dat klopt dan ook. Een groot deel van ons huisje is in een boom gebouwd. Ons huis voor vandaag is eigenlijk een grote safari tent die opgehangen is onder een soort dak met voor de tent een veranda waarop een paar stoeltjes staan. Het onbelemmerde uitzicht over het gebied onder ons is werkelijk prachtig. Ik heb eigenlijk geen enkel idee waar de andere huisjes staan want die zie je eenvoudigweg niet. Alles is zodanig gebouwd dat je werkelijk het idee hebt dat je hier alleen op de wereld bent. Dat we niet helemaal alleen zijn, blijkt als we in onze in de rots gebouwde badkamer komen. Er lopen vele honderden rode mieren in een grote colonne dwars door de badkamer heen. Dit schoonheidsfoutje wordt echter snel weggewerkt en als we later van het diner terug komen is er niet veel meer van te merken. De temperatuur in het hele huisje is heerlijk omdat alle ramen van gaas zijn. Vooral als ik de volgende morgen vroeg sta te douchen is het net of je gewoon buiten staat. Een hele grote mot die binnen zit bergen we maar op in de prullenbak. De huisgekko zorgt er verder voor dat de vliegjes en muggen die binnen zitten snel opgegeten worden. Voor het diner onder de sterren komen de bushbabies te voorschijn om te kijken of er een lekker hapje banaan te scoren valt. De medewerker van de lodge die de beestjes met een stukje banaan lokt heeft een rode lamp bij zich zodat er geen fel licht in de ogen van de beestjes kan schijnen. Het zijn nachtdiertjes en die kunnen geen al te grote hoeveelheid licht hebben. Het zijn wel grappige diertjes die we nog nooit eerder gezien hebben. Tijdens het diner wordt het kouder en dat komt voornamelijk omdat we boven op een open bergtop zitten waar het zo ´s avond altijd gaat tochten. Daar is echter ook weer over nagedacht want op elke stoel ligt een mooie deken die je lekker over de schouders kunt gooien. Probleempje ook weer opgelost. Na het diner wordt het pad, terug naar onze tent, verlicht door olielantaarns die om de paar meter langs het pad staan wat zich over de rotsen naar beneden slingert. Die lampen geven het enige licht in de omgeving voor de rest is het verder donker, geen enkele lichtbron te zien. Het enige licht wat we zo nu en dan zien is dat van gloeiwormpjes die voorbij vliegen. Op de houten veranda voor onze tent kunnen we nog even
Blad: 28 van 29
Uganda, de parel van Afrika genieten van een prachtige heldere hemel bezaaid met sterren en naast zo nu en dan wat geluiden uit het oerwoud verder alleen maar stilte.
26-‐09-‐2011, de laatste dag midden in de natuur Deze laatste ochtend in het oerwoud begint voor mij al om 05:45 op onze veranda omgeven door de geluiden van de ontwakende natuur. Het enige wat te horen is, is het aanzwellende geluid van vogels. Een prachtig voorbeeld van een oorverdovende stilte. Zodra het wat lichter word en ik wat verder kan kijken zie ik de eerste dieren weer naar de waterpoel komen om te drinken. Een bescheiden ‘hallo good morning’ is rond een uur of half zeven onze wake-‐up call vergezeld van een mand met thermoskannetjes met thee en koffie en wat koekjes. We kunnen nog een half uur genieten van de rust en het uitzicht en verlaten onze tent dan weer voor het ontbijt. Na het ontbijt laden we onze tassen voor de laatste keer in de jeep en maken we ons op voor een laatste game drive door het park. We zien weer erg veel dieren en blijven werkelijk tot het allerlaatste moment staand in de jeep via het open dak genieten van dit enorm mooie gebied met niet alleen weer een grote variatie aan dieren maar ook aan landschappen. Uiteindelijk komen we weer aan de rand van de doorgaande weg en moet het dak dicht. Over de verdere rit naar ons hotel in Kampala is niet zo gek veel te vertellen. Het is het bekende recept van wegwerkzaamheden met de daarbij behorende chaotische taferelen, rommelige stadjes en dorpjes en als we in de buurt van Kampala komen een oneindige hoeveelheid winkeltjes en marktkraampjes langs de kant van de weg. Bij het hotel aangekomen nemen we afscheid van Richard die er toch maar voor gezorgd heeft dat we een uiterst relaxte reis van zo’n 3000 km door Uganda gemaakt hebben zonder enig moment van onveiligheid. Hij hoopt de volgende dag weer terug te kunnen gaan naar Fort Patrol naar zijn vrouw en kinderen. Het Lake Victoria Serena Resort is een erg mooi en rustig hotel waar het goed vertoeven is zowel aan het zwembad als bij de restaurants en in onze hele mooie kamer. We doen hier een aantal dagen gewoon niets en rusten lekker uit. Daar zijn we na de afgelopen hectische twee weken ook wel erg aan toe. We sluiten hier een prachtige vakantie af met vele hoogtepunten in een verbazend mooi en afwisselend land. Blad: 29 van 29