Vaste commissie voor VROM Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
doorkiesnummer
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
VROM-begroting 2009
BARW/U200801934
07 november 2008
(070) 373 80 20
Geachte leden, Wij hebben met belangstelling kennis genomen van de begroting van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijk Ordening en Milieubeheer (VROM) van 2009. Ten behoeve van de kamerbehandeling op 18, 19 en 20 november brengen wij het volgende bij u onder de aandacht. Algemeen Gemeenten ondersteunen het ministerie van VROM in de ambitie om te komen tot een duurzame ontwikkeling van steden en dorpen. Wij benadrukken dat een ambitieus kabinetsbeleid voor een duurzame ontwikkeling en een mooier Nederland alleen kan worden bereikt door een integrale aanpak van duurzaamheid bij beleidsontwikkeling, knelpunten en (innovatieve) oplossingen. Gemeenten willen graag samen met het Kabinet aan de slag. Het is wel noodzakelijk om voor de inwerkingtreding van nieuwe regelgeving en wetgeving afspraken te maken over de bijbehorende ondersteuningsmaatregelen en de verdeling van de bestuurslasten conform de verplichting die is neergelegd in artikel 2 van de Financiële Verhoudingswet. Daarnaast benadrukken wij nogmaals het belang van de naleving van de afspraken tussen het Kabinet en de VNG zoals neergelegd in de Code Interbestuurlijke Verhoudingen. Een goede samenwerking tussen VNG en VROM is nodig voor een effectieve invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Wij zullen onze medewerking hieraan verlenen. De wijze waarop wordt omgegaan met belangrijke voorwaarden als de bestuurlijke lasten bij de invoering en ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving geeft ons op dit moment echter niet veel vertrouwen in de toekomst.
De VNG verbouwt. Vanaf 19 november 2007 is ons tijdelijke bezoekadres: Koningin Marialaan 15-17, 2595 GA Den Haag.
Vergoeding bestuurlijke lasten bij nieuwe VROM-regelgeving Op het gebied van ruimte, wonen en milieu vinden de beleidsontwikkelingen in hoog tempo plaats. Op 1 juli van dit jaar is de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De voorbereiding van de omgevingsvergunning is in volle gang. Ook is er een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Ruimte in voorbereiding voor het borgen van de nationale ruimtelijke belangen. We werken op deze terreinen zo goed mogelijk met VROM samen om de kans op een effectieve invoering en handhaafbare regelgeving bij gemeenten zo groot mogelijk te maken. Helaas leidt een goede samenwerking niet altijd tot de gewenste resultaten. Wet op de ruimtelijke ordening De nieuwe Wro is op 1 juni 2008 inwerking getreden, voordat de onderliggende regelgeving gereed was en zonder afspraken over compensatie van bestuurlijke lasten. De invoering van de nieuwe Wro heeft bij gemeenten geleid tot een significante wijziging van taken en activiteiten. Deze wijzigingen leggen een extra druk op de bestuurlijke lasten van de gemeenten. Daarbij gaat het zowel om extra druk van structurele aard, als om eenmalige kosten voor de overschakeling naar het nieuwe regime. VROM laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar de omvang van de bestuurlijke lasten van de wijziging van taken en activiteiten bij de medeoverheden als gevolg van de nieuwe Wro. In de begroting van 2009 is geen enkele reservering opgenomen voor de vergoeding van de bestuurslasten die met de inwerkingtreding van de Wro gepaard gaan. Dit baart ons grote zorgen omdat onduidelijk is of het ministerie bereid is de kosten die gemeenten met ingang van 1 juli 2008 voor hun rekening nemen, wil vergoeden. Omgevingsvergunning Ook voor de omgevingsvergunning dringt de tijd om goede afspraken te maken over de invoering. Op dit moment bereiden gemeenten zich al voor op de komst van de omgevingsvergunning. Deze voorbereiding dreigt echter te stagneren. Onder andere het besluit omgevingsrecht en de ministeriële regeling omgevingsrecht zijn op dit moment nog niet af. Hierin wordt vastgelegd wat de taken en bevoegdheden van gemeenten zijn. Ook de landelijke voorziening omgevingsrecht -het digitale loketwaarmee vergunningen kunnen worden aangevraagd is nog niet gereed. Voor een succesvolle implementatie is het belangrijk dat het volledige wetgevingstraject (inclusief de onderliggende besluiten) en de ICT een half jaar voor inwerkingtreding van de omgevingsvergunning volledig afgerond is, dus op 1 juli 2009. Over deze datum is een bestuurlijke afspraak gemaakt tussen de VNG en de minister van VROM. Wij gaan er vanuit dat de minister van VROM er op zal toezien dat op 1 juli volgend jaar alle randvoorwaarden voor gemeenten zijn ingevuld om op lokaal niveau de invoering van de omgevingsvergunning op 1 januari 2010 mogelijk te maken. Daarnaast willen wij er op wijzen dat ook de vereenvoudiging van de onderliggende regelgeving nog moet plaatsvinden, zodat de doelstelling van de omgevingsvergunning ook daadwerkelijk wordt bereikt.
Over de financiële ondersteuning moeten ook nog afspraken gemaakt worden. De minister heeft onlangs laten weten voor de invoering van de omgevingsvergunning 40 miljoen euro beschikbaar te stellen. Daarnaast heeft ze aangegeven dat de fondsenbeheerders voor de overige 22 miljoen euro het accres als dekking hebben aangewezen. Naar haar mening is hiermee het dossier rond de financiële gevolgen van de invoering van de Wabo afgesloten. Eerder hebben de VNG en VROM echter gezamenlijk vastgesteld dat de gemeentelijke invoeringskosten 93 miljoen euro bedragen. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van onder andere Deloitte en Sira Consulting. Tevens is tussen de minister van VROM en de VNG overeengekomen dat tweederde van deze kosten primair zijn toe te rekenen aan de Wabo en dat 62 miljoen euro ten laste zou komen van de VROM-begroting. Voor de dekking van een bedrag van 27 miljoen euro was nader overleg nodig met onder andere de minister van Financiën. De
betreft VROM-begroting 2009 datum 07 november 2008
02
VNG heeft met deze afspraak ingestemd, onder de conditie dat de minister binnen haar begroting zou
zorgen voor de dekking van het totale benodigde budget, inclusief de resterende 27 miljoen euro. Met het onlangs door de minister geformuleerde eindbod worden gemeenten voor het blok gezet. De minister verlaagt zonder overleg de invoeringskosten voor gemeenten naar 62 miljoen euro. Verder beperkt ze de rijksbijdrage tot 40 miljoen euro. Dit betekent dat gemeenten maar liefst 53 miljoen euro zelf moeten financieren. Dit is in strijd met de eerdere gemaakte afspraken waarbij 31 miljoen euro voor rekening van de gemeenten zou komen. Natte koeltorens In juni heeft u met minister Cramer gesproken over een onderzoek van de VROM-Inspectie over de registratie van natte koeltorens (kamerstuk 26 442). Dit in verband met het verspreiden van de legionella bacterie. Naar aanleiding van dat debat heeft de minister gemeenten gevraagd de registratie van natte koeltorens verbeterd op te pakken. Er is momenteel geen specifieke wetgeving die gemeenten verplicht om natte koeltorens te registeren. De gemeenten zijn vanaf 2007 gevraagd deze taak vrijwillig op te pakken. In een korte tijd blijken vele gemeenten aan de oproep gehoor te hebben gegeven. Wij zijn ervan overtuigd dat uit de vervolgmonitor, die de minister u binnenkort zal toezenden, deze positieve tendens opnieuw zal blijken. Wij merken daarbij op dat registratie zonder handhavingarrangement schijnzekerheid biedt aan de burger. Wij vragen u maatregelen te nemen om het toezicht en de handhaving op de natte koeltorens te organiseren én te financieren. Als gemeenten nieuwe taken krijgen, dan horen daarbij ook middelen om deze naar behoren uit te kunnen voeren. Om de slag te kunnen slaan vragen wij om een eenmalig bedrag ter beschikking te stellen van 4 miljoen euro. Tot slot vragen wij u omwille van de effectiviteit eigenaren van bestaande koeltorens verantwoordelijk te stellen voor de registratie. Ook kan gedacht worden aan overleg met de producenten om te komen tot een aanpak gericht op versnelde vervanging van de oudere, meer risicovolle modellen.
Effectuering van ambities Het kabinet heeft grote ambities op tal van beleidsterreinen, zoals voor bedrijventerreinen, klimaat, bodem en externe veiligheid. Wij zijn graag bereid ons in te zetten voor deze ambities, maar de middelen en instrumenten moeten wel in overeenstemming zijn met deze ambities Bedrijventerreinen Zo heeft het kabinet een grote ambitie voor de herstructurering van bedrijventerreinen. Vanaf 2009 moet jaarlijks 1000-1500 ha worden geherstructureerd. Opvallend is dat, naast het veruit ontoereikende budget om de kabinetsambitie te realiseren, evenmin maatregelen genomen worden, die het proces van herstructurering zelf kunnen vereenvoudigen. Ter illustratie: •
Het kabinet heeft tot doel gesteld circa 15.000 ha te herstructureren. Volgens het rapport van de commissie Noordanus bedragen de kosten voor herstructurering per ha gemiddeld 350.000 euro. De totale investeringskosten komen neer op 5,7 miljard euro. De huidige bedragen in de begroting komen zelfs niet in de buurt daarvan, waardoor de doelstelling van het kabinet bij voorbaat onhaalbaar is.
•
Flankerende maatregelen om herstructurering te faciliteren ontbreken. Onderzoek naar maatregelen als het opheffen van de dubbele overdrachtsbelasting, betere mogelijkheden tot ingrijpen bij leegstand en versoepeling van onteigening bij verwaarlozing en leegstand vindt nu niet plaats, maar deze instrumenten kunnen realisatie van de ambitie van het kabinet mogelijk snel dichterbij brengen.
betreft VROM-begroting 2009 datum 07 november 2008
03
Vervoer gevaarlijke stoffen Ook voor het vervoer van gevaarlijke stoffen heeft het kabinet –terecht- een hoge ambitie. Het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals ammoniak en LPG, brengt immers risico’s met zich mee. Deze risico’s worden vertaald in risicoafstanden, waarmee een minimaal veiligheidsniveau wordt gecreëerd. Dit heeft gevolgen voor bestaande en geplande bebouwing binnen gemeenten. In totaal heeft het Rijk 53,7 miljoen euro begroot voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit is echter volstrekt onvoldoende, gezien de knelpunten voor de ruimtelijke omgeving die vooral bij het vervoer per spoor en buisleidingen te verwachten zijn. Alleen al om de knelpunten in de gemeente Dordrecht op te lossen zijn vele tientallen miljoenen euro’s nodig. Nationaal transport van gevaarlijke stoffen is een verantwoordelijkheid van het Rijk, die niet afgewenteld kan worden op individuele gemeenten met een spoorverbinding of buisleiding door hun grondgebied.
Klimaat Het tekort aan middelen voor bovenbeschreven ambities is nog opvallender wanneer in ogenschouw wordt genomen hoeveel miljoenen op niet effectieve wijze worden ingezet op het gebied van klimaatonderzoek. Het Planbureau voor de leefomgeving werkt aan een rapport “Klimaatbestendige inrichting van Nederland”. Ook vele universiteiten en talloze onderzoeksinstituten houden zich bezig met het klimaat. Probleem is dat er onvoldoende afstemming is wie waar mee bezig is. Tegelijkertijd moeten wij helaas constateren dat VROM nauwelijks geld beschikbaar stelt om gemeenten in staat te stellen concreet met klimaatoplossingen aan de gang te gaan. Dat, terwijl de gemeenten volop aan de slag zijn en willen met de uitvoering van het in 2007 tussen rijk en gemeenten gesloten klimaatakkoord! Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Ook voor onderwerpen gerelateerd aan het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) zijn de kabinetsdoelstellingen ambitieus. Diverse beleidsonderwerpen uit de begroting van het ministerie van VROM hebben een directe relatie met het ISV-budget. Dit geldt voor onder meer bodem(sanering), lucht en geluid. De toekomst van het ISV na 2009 is voor gemeenten dan ook een belangrijk onderwerp. Uit de begroting van het ministerie van VROM voor 2009 wordt duidelijk dat er nu al structureel minder middelen beschikbaar gesteld worden voor deze doelen. Ook is er sprake van een mogelijk andere verdeling van het ISV-budget na 2009. Het realiseren van rijksdoelstellingen op deze beleidsterreinen kan alleen wanneer voldoende financiële middelen beschikbaar zijn en blijven. Wij vernemen graag hoe het rijk voornemens is deze taken te realiseren als de verdeling van het ISV wijzigt en de middelen gekort worden. Producentenverantwoordelijkheid afval De VNG hecht evenals de Tweede Kamer aan preventie van zwerfafval en wij onderschrijven de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven en gemeenten. Daarom werken wij samen met het bedrijfsleven en VROM aan het Impulsprogramma Zwerfafval. Het Impulsprogramma Zwerfafval 2007-2009 richt zich met een breed scala aan acties op het voorkomen van zwerfafval. De kosten voor het opruimen van zwerfafval bedragen jaarlijks zo’n 250 tot 300 miljoen euro. Omgerekend komt dit neer op een bedrag van 15 tot 19 euro per inwoner. De kosten van het opruimen van zwerfafval laten, ondanks de activiteiten uit het Impulsprogramma Zwerfafval, een stijgende tendens zien. Op dit moment is er echter geen sprake van een gedeelde financiële verantwoordelijkheid. De kosten voor het opruimen van zwerfafval worden op dit moment volledig door de gemeenten opgebracht. Het bedrijfsleven betaalt hier op dit moment in zijn geheel niet aan mee, omdat de vergoedingen die gemeenten uit het Afvalfonds krijgen niet bestemd zijn voor het opruimen van zwerfafval.
betreft VROM-begroting 2009 datum 07 november 2008
04
Graag vragen wij uw aandacht voor een vergelijkbare situatie die zich voordoet bij de elektrische en elektronische apparatuur. Hier betaalt de consument in de vorm van een verwijderingsbijdrage aan het bedrijfsleven voor onder andere het inzamelen. Gemeenten zamelen, gezien hun wettelijke taken op dit gebied, elektrische en elektronische apparatuur mede in. Het bedrijfsleven, verenigd in de NVMP, weigert echter tot op heden de gemeenten de inzamel- en opslagkosten die zij maken te vergoeden. Tot slot willen wij u er ook op wijzen dat de hoogte van de afvalstoffenheffing behoort tot de gemeentelijke autonomie en het de taak van de gemeenteraden is om te controleren of de opbrengst van de afvalstoffenheffing maximaal kostendekkend is. Meer informatie Graag zijn wij bereid deze punten nader toe te lichten. Hiervoor kunt u contact opnemen met Karin Sleeking (hoofd afdeling Ruimte en Wonen, tel. 06-11374016) of Sietske Pijpstra (hoofd afdeling Milieu en Mobiliteit, tel. 06-51583114).
Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
Mevrouw mr. S.E. Korthuis lid directieraad
betreft VROM-begroting 2009 datum 07 november 2008
05