Rechtwijzer
Antwoorden Oefenexamen Rechtwijzer 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
B A A A A B C C A B C C B C B B B C
U bent geslaagd als 13 of meer van de 18 vragen goed beantwoord zijn.
©
NIBE-SVV 1
Rechtwijzer
Feedback bij Antwoorden Oefenexamen Rechtwijzer U bent geslaagd als u 13 of meer van de 18 vragen goed heeft. 1. De ABV a. Onjuist. Het principe is: bijzonder gaat vóór algemeen. b. Juist. De productvoorwaarden gaan voor op de ABV. c. Onjuist. Algemene voorwaarden zijn nooit standaard van toepassing: de klant moet daarover worden geïnformeerd en moet ermee akkoord gaan. 2. De zorgplicht van de bank a. Juist. Een klantadvies moet juist en volledig zijn; een onjuist advies kan nooit een goed advies zijn. Een half advies is dat evenmin. b. Onjuist. Zie ABV artikel…XX Bepaalde interne informatie mogen de banken juist NIET gebruiken bij hun dienstverlening; zij zouden zich dan schuldig maken aan misbruik van voorkennis. Dit is geregeld in de Gedragscode Chinese Walls. Het kan ook zijn dat zij dan privacy-gevoelige informatie verstrekken. c. Onjuist. Banken zijn, zoals iedere andere organisatie, aansprakelijk voor onzorgvuldig handelen door één van hun medewerkers. 3. Antiwitwaswetgeving a. Juist. Dit is GEEN onderdeel van het cliëntenonderzoek. Dit is zelfs geen onderdeel van de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële instellingen. Pas als een derde de bank vraagt om persoonsgegevens van een rekeninghouder, moet de bank die rekeninghouder om toestemming daarvoor vragen. Dit is dus GEEN algemene vraag aan de nieuwe relatie bij het openen van de rekening. b. Onjuist. Dit is een verplicht onderdeel van het standaard cliëntenonderzoek, en wel onderdeel van het identificeren van de nieuwe relatie. c. Onjuist. Dit is een verplicht onderdeel van het standaard cliëntenonderzoek, nodig voor het vaststellen van het klant- en risicoprofiel. 4. Wet bescherming persoonsgegevens a. Juist. Alleen als de cliënt daar geen bezwaar tegen heeft op wanneer ze wettelijk daartoe verplicht zijn. Dat laatste in alleen in concrete gevallen. b. Onjuist. Dat mogen ze als de cliënt daar geen bezwaar tegen heeft. c. Onjuist. Ze zijn dat alleen verplicht op bevel van de rechtercommissaris. 5. Pandrecht a. Juist, want een volkstuintje is GEEN roerende zaak maar een registergoed. Registergoederen kunnen alleen verhypothekeerd worden. b. Onjuist. Het betreft hier weliswaar toekomstige termijnen, maar deze zijn bepaalbaar want vastgelegd in de lijfrenteovereenkomst; debiteur en termijnbedrag zijn daardoor bekend. Deze toekomstige termijnen zijn dus bepaalbare goederen en dus kan de begunstigde van deze termijnen ze verpanden. c. Onjuist. Het betreft hier weliswaar toekomstige termijnen, maar deze zijn bepaalbaar want vastgelegd in een huurcontract. Daardoor is bekend wie de debiteur is en welke huurtermijn deze debiteur het komende jaar maandelijkse verschuldigd is. Deze toekomstige termijnen zijn dus bepaalbare goederen en dus kan de verhuurder ze verpanden. 6. Persoonlijke zekerheden a. Onjuist. De borgstelling is ook geldig, ook al is NIET voldaan aan het vormvereiste want de toestemming van zijn echtgenote ontbreekt. b. Juist. De financiering en de borgstelling zijn geldig, maar de echtgenote van Marco kan de borgstelling laten vernietigen omdat haar toestemming ontbreekt. c. Onjuist. De borgstelling is WEL geldig, ook al is NIET voldaan aan het vormvereiste want de toestemming van zijn echtgenote ontbreekt.
©
NIBE-SVV 2
Rechtwijzer
7. Oneigenlijke zekerheden a. Onjuist. Margriet heeft nog geen hypotheek verstrekt, dus er hoeft NIETS ingeschreven te worden in het hypotheekregister. b. Onjuist. c. Juist. Het betreft hier een negatieve hypotheekverklaring. Dit is een oneigenlijke zekerheid; de bank heeft hierdoor slechts een toezegging van Margriet Plaisier; zij heeft niet de zekerheid dat Margriet dat inderdaad niet zal doen. Zij mag en kan dan ook, ondanks deze verklaring, best ertoe overgaan om ten gunste van een andere kredietverstrekker dan de Eurobank een eerste hypotheekrecht te vestigen op het betreffende pand. 8. Bewindvoering a. Onjuist. Een ondercuratelegestelde wordt handelingsonbekwaam geacht, dus niet langer in staat geacht om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten zoals het afsluiten van een lening. Maar hier is sprake van onderbewindstelling. b. Onjuist. Een bewindvoerder wordt slechts bevoegd om namens mevrouw Zouridis de onderbewindgestelde rekening te beheren. Een bewindvoerder is dus NIET bevoegd om op eigen initiatief, namens de onderbewindgestelde, een rekening te openen. c. Juist. Een lening afsluiten is geen beheershandeling maar een beschikkingshandeling. Een bewindvoerder is alleen bevoegd om het vermogen van de onderbewindgestelde namens hem te beheren. Hij kan wel voor een of meer concrete beschikkingshandelingen door de kantonrechter gemachtigd zijn, of de kantonrechter kan hem dat bij zijn benoeming hebben opgedragen, maar dat moet dan in zijn taakopdracht staan en dat zal de bank de bewindvoerder vragen aan te tonen. 9. De gehuwde/geregistreerde cliënt a. Juist. De rekeninghouders van een en/of-rekening zijn weliswaar zowel afzonderlijk als gezamenlijk bevoegd over die rekening te beschikken, maar zij zijn alleen samen bevoegd om de rekening op te heffen. b. Onjuist. Zij kunnen elkaar ook over en weer machtigen. c. Onjuist. Zij kunnen de ander ook machtigen op hun privé-rekening. 10. De ongehuwd samenwonende cliënt a. Onjuist. Een notarieel samenlevingscontract heeft GEEN externe werking maar werkt alleen tussen de twee partners onderling. b. Juist. Bij ongehuwd samenwonen zijn huwelijkse- of registratievoorwaarden NIET mogelijk. Dus alle inboedel en bezittingen vallen in de failliete boedel, tenzij Maud kan aantonen dat bepaalde goederen uitsluitend door haar zijn gefinancierd. c. Onjuist. Een verblijvensbeding is alleen relevant bij overlijden van een van beide partners, dus niet bij faillissement. 11. Gezinsbeschermende bepalingen (art. 1:88 BW) a. Onjuist. Voor borgstelling ten gunste van die vriend heeft Bart zeer zeker de toestemming van Miriam nodig b. Onjuist. Bij een koop op afbetaling is altijd de toestemming van de (huwelijks-) partner vereist (artikel 1: 88 BW lid 1d). c. Juist. Bij een en/of-rekening is ieder van de rekeninghouders bevoegd over de rekening te beschikken. En dus ook een derde namens hem/haar te machtigen voor die rekening.
©
NIBE-SVV 3
Rechtwijzer
12. Ontbinding van de goederengemeenschap a. Onjuist. Inderdaad is deze schuld door huwelijk een gemeenschapsschuld geworden, maar het huwelijk is inmiddels ontbonden, en dat heeft gevolgen voor de aansprakelijkheid van de ex-partners. b. Onjuist. Een echtscheidingsconvenant heeft GEEN externe werking: het bindt alleen de ex-partners onderling. c. Juist. Het betreft hier inderdaad een schuld van mijnheer. Deze schuld is door zijn huwelijk - vanwege het ontbreken van huwelijkse voorwaarden - een gemeenschapsschuld geworden. Zij kan daardoor verhaald worden op de goederengemeenschap. Na ontbinding van de goederengemeenschap is mevrouw voor de helft aansprakelijk voor deze schuld. 13. Overlijden van de rekeninghouder a. Onjuist: gezamenlijke erfgenamen inderdaad, maar niet gelijk: Suzanne erft de goederen, Gaya een geldvordering. b. Juist: de positie van de langstlevende partner wordt nl. beschermd. c. Onjuist: dat is alleen de situatie bij hertrouwen van Suzanne, en als Gaya haar wilsrecht uitoefent tot maximaal het bedrag van haar wettelijk erfdeel. Om te voorkomen dat Suzanne vervolgens door Gaya uit het huis kan worden gezet, krijgt Suzanne dan een recht van vruchtgebruik op de woning. 14. Eenmanszaak, vof, cv. a. Onjuist, inderdaad is Pandit Thakoer door zijn optreden als beherend vennoot in privé aansprakelijk voor deze vennootschapsschuld, maar hij is niet de enige beherende vennoot. b. Onjuist,want ook Pandit Thakoer is door zijn optreden als beherend vennoot in privé aansprakelijk geworden voor deze vennootschapsschuld. c. Juist, want Pandit Thakoer is gaan optreden als beherend vennoot; daarom is hij, naast de twee beherende vennoten, in privé aansprakelijk geworden voor deze schuld. 15. Rechtspersonen a. Onjuist. Als het gaat om een gemeenschappelijke naam, maar zonder toevoeging van een rechtspersoon of samenwerkingsverband bevat, dan is het GEEN rechtspersoon, evenmin een vof of cv; hier moet sprake zijn van een maatschap. b. Juist: dat blijkt uit de toevoeging ‘vereniging’; een vereniging heeft altijd rechtspersoonlijkheid, zelfs een informele vereniging die niet bij notariële akte is opgericht; alle andere rechtspersonen worden wel bij notariële akte opgericht. c. Onjuist. Als het gaat om een gemeenschappelijke naam, maar zonder toevoeging van een rechtspersoon of samenwerkingsverband bevat, dan is het GEEN rechtspersoon, evenmin een vof of cv; hier moet sprake zijn van een maatschap. 16. Debiteurenrisico en zekerheden a. Onjuist. Het is niet waar dat door derdenbeslag onder de bank de rekening wordt geblokkeerd tot het bedrag van de vordering. Het bedrag dat onder het beslag valt houdt geen verband met het bedrag dat op de blokkade houdt geen verband met de omvang van de vordering maar met de omvang van het saldo op de rekening op moment van beslaglegging. b. Juist. Alleen het rekeningsaldo op moment van beslagleggen is geblokkeerd. c. Onjuist. Het klopt NIET dat de rekening volledig geblokkeerd wordt. Want alleen het saldo dat op de dag van beslaglegging op de rekening staat, valt onder het beslag. Alleen dat saldo, hier EUR 6.000,-, moet de bank onder zich houden totdat de rechter vonnis heeft gewezen.
©
NIBE-SVV 4
Rechtwijzer
17. Insolventie a. Onjuist. Nieuwe schulden vallen buiten de wettelijke schuldsaneringsregeling. Als Mark dan ook doorgaat met schulden maken, kan hij alsnog failliet gaan. b. Juist. De eerder getroffen regelingen vervallen. In plaats daarvan komt er voor alle schulden, waarvoor de rechter wettelijke schuldsanering heeft toegestaan, een saneringsregeling, waarna een deel van de schulden is afgelost, en het dan nog openstaande deel wordt kwijtgescholden, op voorwaarde dat de saniet zich die jaren de afgesproken saneringsverplichtingen is nagekomen. c. Onjuist. Mark als saniet blijft alleen handelingsbevoegd voor zover hij de boedel geen nadeel toebrengt. Doet hij dat toch, gaat hij bijvoorbeeld een nieuwe geldlenig aan, dan mag dat alleen met toestemming van zijn bewindvoerder; zonder die toestemming kan zijn bewindvoerder die geldlening achteraf terugdraaien. 18. De ABV 2009 a. Onjuist. Een staking komt in het economisch verkeer, volgens de huidige opvattingen, voor rekening van de werkgever, hier de bank. De ABV zeggen dan ook niet meer dan dat de bank ernaar streeft onderbrekingen en storingen (een personeelsstaking is een werkonderbreking) te vermijden; doet zich zo’n situatie dan toch voor, dan kan de schade, die klanten daardoor leiden, de bank verweten worden(art. 12 ABV). b. Onjuist. De werkgever, hier de bank, is volgens de huidige opvattingen in het economisch verkeer aansprakelijk voor personeelstakingen. Uit de ABV blijkt dan ook dat de Eurobank WEL aansprakelijk is voor de schade, en zal zij trachten die schade zo beperkt mogelijk te houden door de onderbreking binnen redelijke termijn te verhelpen (art. 12 ABV). c. Juist. De bank moet de door Octopus Transport bv geleden schade vergoeden, tenzij de bank kan aantonen dat de personeelstaking NIET aan haar schuld te wijten is.
©
NIBE-SVV 5