12345 |
7
Als u 65 jaar of ouder bent Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen, uw buitengewone uitgaven en uw inkomen in box 3. Meer informatie hierover leest u in deze brochure.
1 Waarom deze brochure? Als u 65 jaar of ouder bent, hebt u recht op een aow-uitkering. U hoeft dan geen aowpremie meer te betalen. Daarnaast verandert de hoogte van de heffingskortingen en krijgt u mogelijk recht op andere heffingskortingen, zoals de ouderenkorting. Waarschijnlijk kunt u diverse kosten, zoals de premies voor uw zorgverzekering, als buitengewone uitgaven aftrekken. Misschien komt u ook in aanmerking voor ouderentoeslag, waardoor uw heffingvrije vermogen in box 3 hoger wordt. Kortom, er kan veel veranderen als u 65 jaar wordt. In deze brochure leest u wat er in uw situatie van toepassing is.. 2 Gevolgen voor uw belastingtarief in box 1 Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belastingtarief in box 1. Het belastingtarief in de eerste twee schijven bestaat namelijk uit een belastingdeel en een premiedeel. Als u 65 jaar bent, hoeft u geen aow-premie (17,9%) meer te betalen. U betaalt over uw inkomen alleen nog premies Anw (Algemene nabestaandenwet) en awbz (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Uw tarief in de eerste twee schijven wordt daardoor 17,9% lager. Tabel belastingtarief Belastbaar inkomen in box 1 PA 970 - 1Z71FD
meer dan niet meer dan
€
percentage jonger
percentage 65 jaar
dan 65 jaar
en ouder
0
€ 17.319
33,65%
15,75%
€ 17.319
€ 31.122
41,40%
23,50%
12345
7
Het belastingtarief in de derde schijf (42%) en in de vierde schijf (52%) bestaat alleen uit een belastingdeel. Het tarief over uw inkomen boven E 31.122 verandert daarom niet. Omdat het tarief pas wijzigt in de maand waarin u 65 jaar wordt, krijgt u het eerste jaar waarschijnlijk te maken met verschillende tarieven. Verschillende tarieven in het jaar waarin u 65 wordt
In het jaar waarin u 65 wordt, krijgt u te maken met verschillende tarieven. U betaalt namelijk geen aow-premie meer met ingang van de maand waarin u 65 jaar wordt. In de maanden voor uw verjaardag betaalt u nog wel aow-premie. Als u bijvoorbeeld op 5 maart 2007 65 jaar wordt, dan betaalt u over de maanden januari en februari aowpremie, maar over de maanden maart tot en met december niet meer. Als u loon of een uitkering ontvangt, houdt uw werkgever of uitkeringsinstantie vanaf de maand waarin u 65 jaar wordt, rekening met het lagere tarief. Belastingtarief voor de inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting wordt na afloop van het jaar berekend. Voor het berekenen van de inkomstenbelasting over het jaar waarin u 65 wordt, worden uw inkomsten niet gesplitst in inkomsten voor en na uw 65ste verjaardag. Voor het totaal van uw jaarinkomsten geldt een gemengd percentage, waarvan de hoogte afhankelijk is van de maand waarin u 65 jaar wordt. In de tabel hierna kunt u lezen welk percentage op u van toepassing is voor het jaar 2007. Tabel belastingtarief in het jaar waarin u 65 wordt U wordt 65 jaar Belastingtarief inkomstenbelasting/ in 2007 in de maand
premie volksverzekeringen in
de eerste schijf
de tweede schijf
Januari
15,75%
23,50%
Februari
17,24%
24,99%
Maart
18,73%
26,48%
April
20,22%
27,97%
Mei
21,71%
29,46%
Juni
23,20%
30,95%
Juli
24,70%
32,45%
Augustus
26,19%
33,94%
September
27,68%
35,43%
Oktober
29,17%
36,92%
November
30,66%
38,41%
December
32,15%
39,90%
Voorbeeld Als u op 5 maart 2007 65 jaar wordt, ontvangt u vanaf dat moment een AOW-uitkering en een anvullend pensioen. Deze worden belast in box 1. Uw inkomen in box 1 is € 20.000. Over € 17.319 (eerste schijf) is het tarief 18,73%. De belasting en premie over dit inkomen is 18,73% van € 17.319 = € 3.243. Over het restant van uw inkomen, € 2.681, is het tarief 26,48% (tweede schijf). De belasting en premie over dit resterende bedrag is 26,48% van € 2.681 = € 709. Over uw inkomen in box 1 betaalt u dus in totaal € 3.243 + € 709 = € 3.952. Belasting als u naast AOW ook pensioen ontvangt
Als u 65 jaar bent geworden en u ontvangt naast uw aow-uitkering een pensioen, dan houdt zowel de Sociale Verzekeringsbank als de pensioenuitkerende instantie maandelijks loonheffing in volgens het tarief voor de eerste schijf. De inkomstenbelasting wordt echter over een jaar berekend. Als het gezamenlijke jaarinkomen van de aow- en pensioenuitkering gedeeltelijk in de tweede, derde of vierde
|
Als u 65 jaar of ouder bent
12345
7
|
Als u 65 jaar of ouder bent
schijf moet worden belast, kan er te weinig loonheffing zijn ingehouden. U krijgt dan na afloop van het jaar een aanslag inkomstenbelasting. Dit betekent dat u moet bijbetalen. Als u daar niet op wilt wachten, kunt u de Belastingdienst vragen om een voorlopige aanslag. Een voorlopige aanslag kunt u gedurende het jaar in termijnen betalen. Wilt u een voorlopige aanslag ontvangen, neem dan contact op met de BelastingTelefoon: 0800-0543. 3 Gevolgen voor uw heffingskortingen Heffingskortingen zijn kortingen op uw inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor hoeft u minder belasting te betalen. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie, hebt u recht op een of meer heffingskortingen. Als u 65 jaar bent, betaalt u geen aow-premie meer. Daardoor zijn uw heffingskortingen vaak lager. Als u stopt met werken, krijgt u geen arbeidskorting meer. Bovendien vervallen dan de (aanvullende) combinatiekorting en de aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Wanneer hebt u recht op extra heffingskortingen?
Als u 65 jaar wordt, krijgt u mogelijk recht op de ouderenkorting en de alleenstaandeouderenkorting. Ouderenkorting Met ingang van het jaar waarin u 65 wordt, hebt u mogelijk recht op de ouderenkorting. U krijgt deze korting als uw totale inkomen uit box 1, 2 en 3 niet hoger is dan E 31.757. Als uw inkomen hoger is, hebt u geen recht op de ouderenkorting. Alleenstaande-ouderenkorting Mogelijk krijgt u ook de alleenstaande-ouderenkorting. U hebt recht op de alleenstaandeouderenkorting als u in 2007 een aow-uitkering voor alleenstaanden of alleenstaande ouders ontvangt. Of als u hier recht op hebt, maar deze uitkering niet ontvangt omdat u bijvoorbeeld erkend gemoedsbezwaarde bent. In de Tabel heffingskortingen 2007 leest u per korting welke bedragen u maximaal op jaarbasis kunt ontvangen. Tabel heffingskortingen 2007 Heffingskorting 65 jaar en jonger dan ouder 65 jaar Algemene heffingskorting € 957 € 2.043 Arbeidskorting – tot 57 jaar - € 1.392 – 57, 58 of 59 jaar - € 1.642 – 60 of 61 jaar - € 1.890 – 62, 63 of 64 jaar - € 2.138 – 65 jaar en ouder € 1.001 Kinderkorting € 440 € 939 Combinatiekorting € 71 € 149 Aanvullende combinatiekorting € 329 € 700 Alleenstaande-ouderkorting € 673 € 1.437 Aanvullende alleenstaande-ouderkorting € 673 € 1.437 Ouderenkorting € 380 - Alleenstaande-ouderenkorting € 571 - Jonggehandicaptenkorting - € 656 Ouderschapsverlofkorting maximaal per verlofuur € 3,76 Levensloopverlofkorting - € 188 Korting voor maatschappelijke 1,3% van de gemiddelde vrijstelling beleggingen in box 3 Korting voor directe beleggingen 1,3% van de gemiddelde vrijstelling in durfkapitaal en culturele beleggingen
in box 3
12345
7
|
Als u 65 jaar of ouder ben
Heffingskortingen in het jaar waarin u 65 wordt
Als u 65 jaar wordt, betaald u vanaf de maand waarin u 65 jaar wordt geen aow-premie meer. Daardoor zijn vanaf die maand uw heffingskortingen lager. Tot de maand dat u 65 jaar wordt zijn de heffingskortingen dus hoger dan daarna. Voorbeeld U wordt 65 jaar op 5 maart 2007. Uw inkomen in box 1 is € 20.000. Voor de maanden januari en februari hebt u nog recht op de algemene heffingskorting van € 2.043. Met ingang van maart, de maand waarin u 65 jaar wordt, hebt u recht op de algemene heffingskorting van € 957. De hoogte van de algemene heffingskorting over 2007 kunt u als volgt berekenen: 2/12 x € 2.043 = €
341
10/12 x € 957 = € 798 + Totaal € 1.139 Heffingskortingen als u naast uw AOW ook pensioen ontvangt
Als u 65 jaar bent geworden, houdt de Sociale Verzekeringsbank (svb) bij het uitbetalen van uw aow al rekening met de heffingskortingen. Dat zijn de algemene heffingskorting, de ouderenkorting en eventueel de alleenstaande-ouderenkorting. Hebt u naast uw aow-uitkering een pensioen of loon, dan mag slechts één instantie of werkgever rekening houden met deze kortingen. Als er meerdere keren rekening wordt gehouden met de heffingskortingen, moet u deze later terugbetalen. U moet zelf aan de instantie of werkgever doorgeven met welke heffingskortingen rekening gehouden moet worden. Inkomen hoger dan E 31.757 Als u naast aow een pensioen of loon ontvangt, dan is uw inkomen misschien hoger dan E 31.757. In dat geval hebt u geen recht op de ouderenkorting. Wordt bij het uitbetalen van uw aow wel rekening gehouden met deze heffingskorting, dan moet u de ouderenkorting na afloop van het jaar aan de Belastingdienst terugbetalen. U ontvangt hiervoor dan een aanslag inkomstenbelasting. U kunt deze aanslag voorkomen door het pensioenfonds, in plaats van de svb, rekening te laten houden met de heffingskorting. U moet dit zelf aan het pensioenfonds en de svb doorgeven. Aangifte doen om geen kortingen te missen Het is echter ook mogelijk dat de heffingskorting op een te laag bedrag wordt toegepast, waardoor de korting niet volledig wordt benut. Dat kan bijvoorbeeld als de heffingskorting wordt toegepast op de aow-uitkering en deze korting hoger is dan de loonheffing zelf en u, naast uw aow-uitkering, nog een ander pensioen ontvangt. Ook kunt u eventueel de alleenstaande-ouderenkorting mislopen. Dit is mogelijk als u na uw 65ste blijft werken en de heffingskortingen toepast op uw arbeidsinkomen. Als u daarentegen de heffingskortingen toepast op uw aow-uitkering, mist u de arbeidskorting. In al deze gevallen kunt u het beste na afloop van het jaar aangifte inkomstenbelasting doen. Hiervoor kunt u het aangifteprogramma downloaden van www.belastingdienst.nl of een aangiftebiljet aanvragen bij de BelastingTelefoon: 0800 - 0543.
12345
7
|
Als u 65 jaar of ouder ben
Voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting
Als u getrouwd bent of samenwoont en u had voor uw 65ste geen inkomen, ontvangt u misschien een voorlopige teruggaaf algemeen heffingskorting. Vanaf uw 65ste ontvangt u een aow-uitkering. Daarom wordt de voorlopige terugaaf vanaf die maand stopgezet. Hoe zit het met mijn andere voorlopige teruggaven?
Behalve de algemene heffingskorting die soms als voorlopige teruggaaf wordt uitgekeerd, ontvangen sommige mensen nog andere voorlopige teruggaven van de Belastingdienst. Bijvoorbeeld omdat zij hypotheekrente betalen of ziektekosten hebben. Ook dan kan er iets veranderen. Vanaf uw 65ste wordt uw inkomen vaak lager en betaalt u minder belasting. Dat kan betekenen dat het bedrag van uw voorlopige teruggaaf ook lager moet worden. Het is daarom verstandig om te berekenen of u uw voorlopige teruggaaf moet wijzigen. Dat kan met het programma Voorlopige teruggaaf dat u kunt downloaden van www.belastingdienst.nl, of vraag het verzoek- of wijzigingsformulier voor voorlopige teruggaaf aan bij de BelastingTelefoon: 0800 - 0543. Aanvullende bijstand
Als u geen of maar gedeeltelijk recht hebt op aow, dan komt u mogelijk in aanmerking voor aanvullende bijstand. Hiervoor kunt u contact opnemen met de Gemeentelijke Sociale Dienst. 4 Gevolgen voor uw ziektekosten of andere buitengewone uitgaven U kunt in uw aangifte diverse kosten als buitengewone uitgaven aftrekken. Als u alleen een aow-uitkering hebt, of een aow-uitkering met een klein pensioen, zult u al snel voor aftrek van buitengewone uitgaven in aanmerking komen. Onder buitengewone uitgaven vallen bijvoorbeeld de uitgaven voor ziekte, zoals: – vaste aftrek 65-plussers; – een vast bedrag van E 1.059 voor premie zorgverzekering (basis pakket). Hierop moet u in mindering brengen het saldo van de ontvangen en terugbetaalde zorgtoeslag; – een vast bedrag van E 23 per persoon voor uw huisappotheek (zoals asprines, pleisters en verband; – medicijnen; – de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet die de uitkerende instantie inhoudt op uw aow of pensioen, ook als u daarvoor een vergoeding ontvangt; – premie voor de aanvullende zorgverzekering; – uitgaven voor bepaalde diëten; – uitgaven voor invaliditeit en overlijden. U mag deze uitgaven echter alleen aftrekken als zij hoger zijn dan een bepaald bedrag, de drempel. De hoogte van deze drempel hangt af van uw inkomen en ook van het inkomen van uw eventuele fiscale partner. Meer informatie over de drempel kunt u lezen in de brochure Als u ziektekosten of andere buitengewone uitgaven hebt. Vast bedrag meetellen bij uw buitengewone uitgaven
Als u op 31 december 2006 65 jaar of ouder was, mag u een vast bedrag van E 808 wegens ouderdom meetellen bij uw buitengewone uitgaven. Hierdoor komt u eerder voor aftrek van buitengewone uitgaven in aanmerking. Als u en uw fiscale partner op 31 december 2006 beiden 65 jaar of ouder waren, mag u het dubbele bedrag meetellen. Als u in de loop van 2007 65 jaar wordt, mag u pas in 2008 het vaste bedrag wegens ouderdom meetellen bij uw buitengewone uitgaven.
12345
7
|
Als u 65 jaar of ouder ben
Voorbeeld U en uw fiscale partner waren op 31 december 2006 allebei ouder dan 65 jaar. Naast uw AOWuitkering hebt u een klein pensioen. Samen hebben u en uw fiscale partner een inkomen van € 20.000. In 2007 betaalde u samen € 2.000 premie zorgverzekering voor het basispakket en € 340 premie voor een aanvullende zorgverzekering. Door de SVB en het pensioenfonds werd € 1.200 inkomens-afhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ingehouden op uw AOW-uitkering en pensioen. Voor de kosten van een huisapotheek mag u altijd een vast bedrag van € 23 per persoon meetellen. Daarnaast hebben u en uw fiscale partner allebei recht op de vaste aftrek van € 808 wegens ouderdom. Uw buitengewone uitgaven voor toepassing van de drempel zijn in totaal dus: Vast bedrag premie zorgverzekering (2 x € 1.059)
€ 2.118
Premie aanvullende zorgverzekering
€
340
Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
€ 1.200
Vast bedrag huisapotheek (2 x € 23)
€
Vast bedrag ouderdomsaftrek (2 x € 808)
€ 1.616
Totaal
€ 5.320
46 +
Tegemoetkomingsregeling buitengewone uitgaven
Het kan zijn dat u ziektekosten of andere buitengewone uitgaven mag aftrekken. Betaalt u weinig of geen belasting, dan hebt u weinig of geen voordeel van deze aftrekpost. Via de tegemoetkomingsregeling buitengewone uitgaven kunt u toch voordeel hebben van deze aftrekposten. De tegemoetkoming wordt gebaseerd op de aangifte inkomstenbelasting over het jaar daarvoor. Het kan dus zijn dat u belastinggeld terugkrijgt en daarnaast een tegemoetkoming. Wilt u in 2007 in aanmerking komen voor de tegemoetkomingsregeling, dan moet u dus wel aangifte hebben gedaan over het belastingjaar 2006. U hoeft de tegemoetkoming niet apart aan te vragen. Meer informatie over ziektekosten of andere buitengewone uitgaven met een overzicht van kosten die u kunt aftrekken, vindt u in de brochure Als u ziektekosten of andere buitengewone uitgaven hebt. Deze brochure kunt u downloaden van www.belastingdienst.nl of bestellen bij de BelastingTelefoon: 0800 - 0543.
5 Gevolgen voor uw inkomen in box 3 Als u 65 jaar wordt, heeft dit misschien gevolgen voor uw inkomen in box 3. U kunt namelijk recht hebben op een hoger heffingvrij vermogen in box 3. Hierdoor hoeft u minder of geen belasting te betalen. Hoger heffingvrij vermogen
Met ingang van het jaar waarin u 65 jaar wordt, komt u misschien in aanmerking voor de zogenoemde ouderentoeslag. De ouderentoeslag verhoogt uw heffingvrije vermogen, waardoor u minder of geen belasting hoeft te betalen. U kunt uw ouderentoeslag onder voorwaarden overdragen aan uw fiscale partner. U hebt dan zelf geen recht meer op de ouderentoeslag. Het is ook mogelijk dat uw fiscale partner zijn ouderentoeslag aan u overdraagt. Tel dan de bedragen van u en uw fiscale partner bij elkaar. U en uw fiscale partner moeten hiervoor wel een verzoek doen in uw Aangifte inkomstenbelasting. U hebt recht op verhoging van het heffingvrije vermogen met de ouderentoeslag als u aan de volgende voorwaarden voldoet: – U bent op 31 december 2007 65 jaar of ouder. – Uw saldogrondslag is niet hoger dan E 264.848. Als u heel 2007 een fiscale partner hebt, mag de saldogrondslag van u en uw fiscale partner samen niet hoger zijn dan
12345
7
|
Als u 65 jaar of ouder ben
E 529.696. Uw saldogrondslag is uw rende-mentsgrondslag na aftrek van uw heffingvrije vermogen en voor toe-passing van de ouderentoeslag. Een uitleg van het begrip rendements-grondslag en een voorbeeld van de berekening van de belasting over uw inkomen in box 3, vindt u hierna onder ‘Rendementsgrondslag’. Met de tabel hierna bepaalt u het bedrag voor de ouderentoeslag. Tabel ouderentoeslag Inkomen uit werk en woning (voor vermindering met de persoonsgebonden aftrek) meer dan
niet meer dan
-
€ 13.540
Ouderentoeslag € 26.494
€ 13.540
€ 18.836
€ 13.247
€ 18.836
-
nihil
Rendementsgrondslag
Uw rendementsgrondslag wordt gevormd door de waarde van uw bezittingen min uw schulden in een kalenderjaar. Bezittingen zijn onder meer spaargeld, een 2e woning en aandelen. Tot uw bezittingen behoren niet uw eigen woning en spullen die u persoonlijk gebruikt, zoals meubelen, een auto of caravan. Schulden zijn bijvoorbeeld een persoonlijke lening voor een auto of een hypotheek voor een tweede woning. Schulden kunt u in mindering brengen op uw bezittingen. De eerste E 2.800 van uw totale schulden mag u echter niet in mindering brengen. Deze drempel geldt per persoon. Als u het hele jaar 2007 een fiscale partner hebt, is dit bedrag voor u samen E 5.600. Rendement
Een deel van de rendementsgrondslag is vrijgesteld, namelijk het heffingvrije vermogen. Voor iedereen geldt een vrijstelling van E 20.014. Uw fiscale partner kan zijn heffingvrije vermogen aan u overdragen. In bepaalde situaties wordt het heffingvrije vermogen verhoogd met de ouderentoeslag. Over het bedrag dat overblijft na aftrek van de vrijstelling, berekent u vervolgens een vast rendement van 4%. Over dit rendement betaalt u 30% belasting. Voorbeeld U bent 65 jaar en alleenstaand en uw inkomen in box 1 is € 16.000. Uw rendementsgrondslag is € 45.000. U hebt net als iedereen recht op het heffingvrije vermogen van € 20.014. Uw rendementsgrondslag na aftrek van het heffingvrije vermogen is dus: € 45.000 - € 20.014 = € 24.986. Dit is uw saldogrondslag. Omdat uw inkomen in box 1 niet hoger is dan € 18.836 en de saldogrondslag niet hoger is dan € 264.848, komt u in aanmerking voor de ouderentoeslag. In de Tabel ouderentoeslag ziet u dat u dan recht hebt op een ouderentoeslag van € 13.247. Uw rendementsgrondslag na aftrek van de vrijstellingen is hierdoor: Rendementsgrondslag Heffingvrije vermogen
€ 20.014
Ouderentoeslag
€ 13.247 +
s
Rendementsgrondslag na aftrek vrijstellingen
€ 45.000
€ 33.261 – € 11.739
Over dit resterende bedrag wordt 4% rendement berekend. Dat is € 469. U betaalt hierover 30% belasting. Uw belasting over het inkomen in box 3 is dan € 140.
12345
7
|
6 Hebt u nog vragen? Deze brochure geeft globale informatie over de gevolgen voor de belasting als u 65 jaar of ouder bent. Het kan zijn dat u na het lezen hiervan nog vragen hebt. Meer informatie over buitengewone uitgaven vindt u in de brochure Als u ziektekosten of andere buitengewone uitgaven hebt. Folders, brochures, het aangifteprogramma en het programma Voorlopige teruggaaf 2007 kunt u downloaden van www.belastingdienst.nl. Het aangiftebiljet en een formulier Verzoek voorlopige teruggaaf 2007 kunt u bestellen bij de BelastingTelefoon: 0800 - 0543. Voor vragen kunt u bellen naar de BelastingTelefoon, op werkdagen van maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
Dit is een uitgave van: Belastingdienst augustus 2007
Als u 65 jaar of ouder ben