Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Absolute Advocaten wint Jonge Ondernemer van het Jaar 2014
Interview met mr. Van Osch, de nieuwe voorzitter van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden
Fusiefeest Jonge Balie Arnhem en Zutphen
Inhoud Van de Deken
4
Van de Redactie
5
Van de Raad
7
Van de Rechtbank
7
- Toewijzing buitengerechtelijke kosten 7 - Bijeenkomst strafrechters, OM en Balie op 30 oktober in Musis Sacrum te Arnhem 7 - Klantwaarderingsonderzoek: oordeel zelf! 8
Interview met mr. Van Osch, de nieuwe voorzitter van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden
8
Peremptoir gesteld
12
Van Angerlo tot Zaltbommel, een reis door de buitengebieden van het arrondissement
13
Jonge Balie
15
- Van de voorzitter van de Jonge Balie Gelderland - Overzicht activiteiten Jonge Balie Gelderland - Fusiefeest Jonge Balie Arnhem en Zutphen
15 16 16
Colofon
2
Hoofdredacteur:
Redactiesecretariaat:
Mr. H.M. Schurink-Smit Postbus 1017 6501 BA Nijmegen
Bureau Orde van Advocaten Gelderland Postbus 4152 6803 ED Arnhem
[email protected]
Het Gelders Balie Bulletin is een uitgave van de Raad van Toezicht der Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland.
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
In & Uit
18
- In: mr. E.L. (Eva) Traag 18 - Uit: mr. A.A.S. (Ad) van der Meer 19
De Praktijk
20
De EcoToga
22
Door de bril van: voormalige collega’s en confrères 22
Even voorstellen: het Juridisch Genootschap Nijmegen en het Juridisch Genootschap Zutphen 29 GBBMDB 31
Mutatiestaat 32
Redactieleden:
Advertenties:
Mr. D.J.P. van Barneveld Mr. M. Hulstijn-Botter Mr. J.H.S. Kloots Mr. H.M. Schurink-Smit Mr. V.A.E. van Westing
Bureau Orde van Advocaten A.T.E.M. Francissen Postbus 4152 6803 ED Arnhem
Ontwerp en realisatie: M&P Communicatie bv, Ophemert
3
Van de Deken Deze column schrijf ik kort na een “heidag” van het Landelijk Dekenberaad. Conform de opzet hebben wij de werkwijze van ons gremium geëvalueerd en keken we naar de toekomst met name in Door: mr. Paul Wilmink het licht van de gewijzigde Advocatenwet met ingang van 1 januari 2015.
We kunnen concluderen dat grote stappen zijn gezet in het harmoniseren van plaatselijke regelgeving, opleiding en vooral het toezicht op de advocaat. Deze veranderingen werden uitdrukkelijk niet ingegeven door please gedrag of angst, zoals door sommigen van u weleens wordt geuit, maar waren en zijn eenvoudigweg noodzakelijk ter borging van onze kernwaarden. Het heeft resultaat gehad. In de inmiddels verschenen tussenrapportage van mr. Rein Jan Hoekstra constateert deze een “duidelijke bestendiging van de omslag zoals deze in 2013 heeft plaatsgevonden”. De toezichtactiviteiten en klachtbehandeling, inclusief de registratie daarvan, gebeurt op gestructureerde en verantwoorde wijze. Daarbij wordt, zo concludeert Hoekstra nog steeds, het financiële toezicht actief ingevuld en bestaat er met de ketenpartners een gedegen signaleringssysteem omtrent disfunctionerende advocaten. Het inmiddels goed ingeburgerde proactieve kantoorbezoek is een effectief en nuttig toezichtinstrument geworden. Met de bevindingen van Hoekstra kunnen we tevreden zijn, maar van achterover zitten mag geen sprake zijn.
4
Er moeten nog heel wat slagen worden gemaakt. Twee activiteiten, waarmee u direct te maken krijgt, meld ik hierbij. Er dient meer toezicht te worden verricht op de geleverde kwaliteit van de advocaat. Na de in oktober geplande eindrapportage van het intensieve toezicht op de asiel- en vreemdelingenpraktijk zullen er vervolgonderzoeken plaatsvinden op andere terreinen, zoals onder meer WWB
(Wet werk en bijstand) en (v)echtscheidingen. Ik realiseer mij terdege dat de inspanningen die u daarbij moet leveren, een zware wissel trekken, juist in een tijd dat het financiële tij ongunstig is en er bij sommigen van u sprake is van zwaar weer. De grenzen van de gefinancierde, maar inmiddels door de crisis ook betaalde, rechtshulp zijn bereikt, of in een enkel geval al overschreden. Hoekstra doelt hierop ook wanneer hij oproept tot een onderling afgestemde omgang met advocatenkantoren die in een financieel ongunstige situatie raken. De Orde heeft hierbij een grote verantwoordelijkheid. Waar de Raad van Toezicht Gelderland en het Ordebureau ondersteuning kunnen bieden, zal dat gebeuren. Schroom niet tijdig van u te laten horen en maak uw wensen kenbaar. Ik nam me voor deze bijdrage, zoals altijd, positief te eindigen en dat doe ik dan ook. Er kan worden geconstateerd dat het aantal bij de deken ingediende klachten in de eerste helft van 2014 landelijk significant is gedaald. Bij enkele arrondissementen wel met 20%. Dit lijkt overigens in tegenspraak met de cijfers die het Hof en de Raden van Discipline in het jaarverslag 2013 publiceerden. Daaruit bleek dat sprake was van een vermeerdering van het aantal ingediende klachten ten opzichte van 2012 en wel met 13%. Ik houd het erop dat er bij de respectievelijke Raden en Ordebureaus harder is gewerkt, temeer nu de verhouding tussen bij de deken ingediende klachten en de klachten die naar de tuchtrechter gaan, geen verandering geeft te zien. Het is nog steeds zo dat een derde van de klachten wordt doorgeleid naar de Raad van Discipline. Laten we hopen dat de daling een direct gevolg is van uw verbeterde kwaliteit en het daarop uitgeoefende toezicht. Ik hoop u allen te zien tijdens onze werk-/(jaar) vergadering op 10 oktober a.s. met onder meer het onderwerp “slimmer zoeken op internet voor advocaten”. Dit zal zeker leiden tot een verhoging van kwaliteit. ¿
Van de Redactie Mijn eigen conclusie is dat ik voorlopig nog prima op mijn plek zit. Voor mij dus geen pensioen, bedrijfsadviezen of taxaties: ik hou nog iets teveel van mijn toga. Maar misschien heeft het er ook mee te maken dat wij op kantoor geen tijdschrijfprogramma hebben. De tijd zal het leren.
‘Het stoplicht staat op rood. Het stoplicht staat op groen. In advocatenland is altijd wat te doen.’ (vrij naar Herman Finkers). Terwijl aan de ene kant de nieuwe generatie de toekomst feestelijk tegemoet vaart, wordt aan de andere kant weemoedig teruggeblikt naar de tijden van het ‘Zwarte Nummer’ van Ars Aqui. En waar sommigen kiezen voor een nieuwe uitdaging buiten de advocatuur (en vooral: buiten het tijdschrijfprogramma), kiezen anderen juist voor een vernieuwende ondernemende aanpak.
Namens de redactie wens ik u veel leesplezier. ¿ Henrike Schurink-Smit Hoofdredacteur
In het nummer dat nu voor u ligt, komen al deze aspecten aan bod. Hierdoor word ik getriggerd om zelf ook eens stil te staan bij mijn eigen keuzes. Ben ik veranderd sinds mijn beëdiging? Heb ik nog dezelfde drijfveren, dezelfde motivatie? Heb ik behoefte aan verdieping of juist verbreding of vind ik deze juist in mijn huidige werk? Vragen die iedereen zichzelf eens in de zoveel tijd stelt. Advocaat zijn blijft tenslotte een bijzonder vak.
Ja
n-
Pa
Ma ul
St
efa
rie
va
n
ke H
Ba
uls
rn
ev eld
tij
n
n-
Bo tt
er
He
Va n
Kl
nr
oo
ts
ike
Sc
hu
es sa
rin
kS
mi
t
va
n
We s
tin
g
5
Slimme start... Als je een vliegende start wilt maken, is het goed te weten dat je verzekeringen op orde zijn. Met Niehoff Werning & Kooij sta je er niet alleen voor. Prettig, want er komen nogal wat zaken op starters af. Van ondernemingsplan tot beroepsaansprakelijkheids- en arbeidsongeschiktheidsverzekering: samen zorgen we voor een passende oplossing. Met onze kennis van de advocatuur helpen we al ruim 35 jaar starters op weg. Vraag daarom ons starterspakket voor de advocatuur aan. Zekerheid is dichterbij dan je denkt. www.nwk.nl
Snouckaertlaan 42, 3811 MB Amersfoort Tel. 033 - 464 13 40 Fax 033 - 464 13 45
[email protected] www.nwk.nl ISO 9001 Gecertificeerd.
Van de Raad Stageverslag voor stagiaires beëdigd na 1 maart 2013 Voor alle stagiaires die zijn beëdigd na 1 maart 2013 is landelijk een nieuw formulier stageverslag opgesteld. Het voor het arrondissement Gelderland geldende nieuwe formulier is terug te vinden op de website van de Orde (www.advocatenorde-gelderland.nl), onder het
kopje ‘stagiaires’/ ‘de stageperiode’. Voor alle duidelijkheid: stagiaires die zijn beëdigd vóór 1 maart 2013, dienen nog gebruik te maken van het oude formulier, dat eveneens is te downloaden via de site van de Gelderse Orde. ¿
Van de Rechtbank Toewijzing buitengerechtelijke kosten Rechtbank Gelderland volgt oordeel Hoge Raad over toewijzing buitengerechtelijke incassokosten Op 13 juni 2014 heeft de Hoge Raad een oordeel gegeven over de vereisten voor toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten. Uit dat arrest volgt dat een consument de forfaitaire vergoeding voor buitengerechtelijke kosten verschuldigd is na het verstrijken van de termijn die wordt vermeld in de zogenaamde veertiendagenbrief.
Daarvoor zijn geen nadere incassohandelingen vereist. Alle vorderingen die zien op buitengerechtelijke incassokosten worden door de rechtbank Gelderland volgens deze maatstaf beoordeeld. Dat geldt ook voor verstekzaken. Meer informatie hierover is te vinden op de pagina buitengerechtelijke incassokosten op www. rechtspraak.nl (deelsite rechtbank Gelderland). ¿
Bijeenkomst strafrechters, OM en Balie op 30 oktober in Musis Sacrum te Arnhem Op donderdag 30 oktober aanstaande is het weer zover. De informele (discussie-) bijeenkomst met het Openbaar Ministerie, de Balie (strafrechtadvocatuur) en de rechtbank (strafrechters). Eén van de doelen van deze bijeenkomst is het vergroten van kennis. Daarnaast, en misschien nog wel belangrijker, is het dé kans om met elkaar vanuit ieders professionele invalshoek over het werk te praten waardoor we over en weer (meer)
begrip krijgen voor elkaars werk. Scherpe kantjes en onbegrip, die er soms toch best zijn, kunnen daardoor worden weggenomen of in een begrijpelijk en aanvaardbaar perspectief worden geplaatst. De organisatie van dit niet te missen evenement ligt dit jaar bij Janneke Grijns (OM), Michel IJsseldijk en Dick Visschers (Balie), André Coumans en Robert Maanicus (rechtbank). De titel is: “Over goede
7
Van de Rechtbank beslissingen en kwade kansen. En omgekeerd”. Onder leiding van dr. Reinoud Stoel (Teamleider forensische statistiek NFI) en dr. Peter Vergeer (Forensisch statisticus NFI) zal gediscussieerd worden over beslissingen in de strafrechtketen, van aanhouding tot vonnis. Kunnen principes uit de rationele beslistheorie rechterlijke dwalingen voorkomen, of zijn zij een noodzakelijk kwaad? De
bijeenkomst vindt plaats in de Balkonzaal van Musis Sacrum in Arnhem. Het programma start om 15.00 uur door middel van een ontvangst met koffie en thee en zal rond 18.00 uur worden afgesloten met een borrel. ¿ Reserveer de datum dus alvast in uw agenda. Via de nieuwsbrief volgt meer informatie.
Klantwaarderingsonderzoek: oordeel zelf! In de locaties Arnhem en Zutphen van de rechtbank Gelderland vindt van september tot en met december 2014 het klantwaarderingsonderzoek van de Rechtspraak plaats. Professionele partijen (waaronder advocatuur) en rechtzoekenden worden in deze periode gevraagd feedback te geven op de dienstverlening van de Rechtspraak.
Digitale vragenlijst Advocaten ontvangen in deze periode een vragenlijst die digitaal ingevuld kan worden. Het onderzoek levert waardevolle informatie op over de tevredenheid en geeft ons inzicht in diverse aspecten van het functioneren van de Rechtspraak. We stellen het daarom op prijs als u de vragenlijst zou willen invullen.
Interviews Daarnaast bestaat het onderzoek uit interviews met rechtzoekenden. Voorafgaand aan de zitting vraagt de interviewer of de rechtzoekende mee wil werken aan het onderzoek. Direct na afloop van de zitting vindt het interview plaats. Het interview duurt vijf minuten. Uiteraard blijven de antwoorden anoniem en heeft de rechtzoekende altijd de gelegenheid om terug te komen op de beslissing om mee te werken.
Rapport De uitkomsten van het onderzoek worden omstreeks maart 2015 verwacht en zullen worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. ¿
Interview met mr. Van Osch, de nieuwe voorzitter van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden Door: Jan-Paul van Barneveld en Vanessa van Westing
8
Op de zonovergoten binnenplaats van het Paleis van Justitie te Arnhem spreken wij mr. M.F.J.N. (Tijn) van Osch. Dit naar aanleiding van het feit dat hij sinds 1 januari 2014 de nieuwe voorzitter is van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden. Hij is daarmee mr. B.P.J.A.M. (Bruno) van der Pol opgevolgd.
Mr. Van Osch: “Bruno van der Pol heeft de eer om, bij mijn weten, de langst zittende tuchtrechter van Nederland te zijn. Het is niet gemakkelijk om iemand met zoveel ervaring en zo’n voortreffelijke staat van dienst op te volgen en ik ben blij dat hij in elk geval dit jaar nog plaatsvervangend voorzitter is.”
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
dan in een puur zakelijke praktijk. Dat neemt niet weg dat er niets op tegen is om ingeval er een fout is gemaakt, dit gewoon ruiterlijk te erkennen en begrip te tonen voor de reactie daarop. Een verzekeraar staat misschien niet toe dat een advocaat aansprakelijkheid erkent, maar dat is wat anders dan – al dan niet na ruggespraak met de verzekeraar – te erkennen dat er iets verkeerd is gegaan of ten minste dat de gevolgen voor klager ernstig zijn en daarvoor gewoonweg excuses aan te bieden.” “Als de verhoudingen eenmaal zo zijn verstoord en partijen vervolgens ook nog in de formele klachtprocedure bij de Raad terecht zijn gekomen, is de kans op reconciliatie vrij gering.”
mr. M.F.J.N. van Osch
Mr. Van Osch neemt – mogelijk typerend voor een voorzitter – vrijwel direct de leiding in het gesprek. Hij geeft aan zich te realiseren dat een klacht en de behandeling daarvan door de Raad een enorme impact heeft op de advocaat die daarmee geconfronteerd wordt. Enigszins hardop denkend oppert hij dat er voor de advocatuur mogelijk nog wel wat te winnen zou zijn als er meer geïnvesteerd zou worden in vormen van interne, informele vormen van conflictbemiddeling. “Vroeger, als je als cliënt een conflict had met een advocaat of als advocaat met een collega advocaat en je kwam daar onderling niet uit, dan kon je de ‘kantooroudste’ aanspreken. Die kon dan proberen vis à vis te bemiddelen om de angel eruit te halen.” “Sowieso zie je bij een flink aantal klachten dat gebrek aan communicatie of ongelukkige communicatie een belangrijke reden is dat de zaak uiteindelijk bij ons terecht komt.” Heeft dat ook niet met financiële belangen en de rol van verzekeraars te maken? “Ik zou zeggen van niet. Bij heel veel klachten gaat het zeker in de kern niet om financiële belangen, maar juist om persoonlijke belangen en gevoelens. In praktijken waarmee je daarmee veel te maken hebt, is het risico op een klacht dan ook aanzienlijk groter
Heeft de publiciteit rondom de tuchtzaken tegen mr. Bram Moskowicz volgens u voor een toename van het aantal klachten gezorgd? “Nee, in mijn ogen heeft dat niet tot een substantiële toename van het aantal klachten dat door de Raad wordt behandeld, geleid.” “Wel is het instituut en ons werk breder bekend geworden, maar de drempel om een klacht in te dienen is nog steeds hoog. Een vorm van laagdrempelige manieren om conflicten op te lossen zou dan ook wenselijk zijn, bijvoorbeeld ook in de verhouding tussen rechters en de balie.” Wat mr. Van Osch betreft zou ook daar meer plaats moeten zijn om op informele wijze feedback te geven en te reflecteren over ergernissen en meningsverschillen. Zou de Nederlandse rechtspraktijk gebaat kunnen zijn met figuren als ‘approach the bench’ of overleg ‘in chambers’? “Ja, wie weet. Het zijn in elk geval goede voorbeelden van wat ik bedoel.” “Ik zie door de media-aandacht voor de zaak tegen de heer Wilders wel een toename in het aantal wrakingsverzoeken.” “Eerst als raadsheer bij het Gerechtshof, maar nu ook als voorzitter van de Raad van Discipline, waarbij de Raad misschien wel frequenter gewraakt wordt dan het Gerechtshof.” ”Ook daar speelt communicatie vaak weer een belangrijke rol. Klagers hebben soms een verkeerd beeld en denken dat de Raad een soort hoger beroepsrechter is die bijvoorbeeld het onderzoek of het (in sommige gevallen) oordeel, beter gezegd het advies, van de deken tegen het licht houdt.” Op grond van de Advocatenwet doet de deken onderzoek naar de klacht, een oordeel over de klacht is voorbehouden aan de Raad van Discipline, zoals ook bij de klachtbehandeling door de Gelderse deken wordt toegelicht aan klagers. ”Als wij dat dan niet doen, dan wordt er vaak naar het wrakingsmiddel gegrepen, hetgeen erg belastend is voor alle betrokken partijen.”
9
“Bij het Gerechtshof verloopt een wrakingsincident meestal snel, daar zit bij wijze van spreken in sommige zaken de wrakingskamer al in de startblokken. Bij de Raad levert dat echter grote vertraging op, omdat de advocaatleden die geen zitting hebben in de regel natuurlijk niet op stel en sprong aanwezig kunnen zijn.”
ik de indruk dat men fouten met de mantel der liefde poogt te bedekken en advocaten elkaar de hand boven het hoofd trachten te houden.”
Twitter pagina Raad van Discipline
10
Vervolgens vragen wij of mr. Van Osch de politieke discussie gevolgd heeft met betrekking tot het onafhankelijke toezicht. “Nee, alleen vanaf de zijlijn. Ik heb daar ook niet echt een oordeel over. Ik vind alleen de in die discussie veel gehoorde soundbite dat het onwenselijk zou zijn dat een slager zijn eigen vlees keurt enigszins oneigenlijk. Ik heb uiteindelijk liever dat een andere slager het vlees keurt dan een bakker. De advocaatleden zijn niet zelden kritischer op het optreden van collegaadvocaten dan de voorzitters of plaatsvervangend voorzitters.” Mr. Van Osch is zelf in 1983 begonnen als advocaat en in 1999 overgestapt naar de rechterlijke macht. “Ik vind natuurlijk wel dat het zijn van advocaat, gezien de privileges die daaraan verbonden zijn, gepaard dient te gaan met strenge eisen en een groot verantwoordelijkheidsgevoel.” “De eis vanuit de samenleving dat daarop dan op kwalitatief hoogstaande wijze onafhankelijk toezicht wordt uitgeoefend, is een terechte. Ik vind echter dat de balies die vraag vanuit de politiek en samenleving goed hebben opgepakt. Natuurlijk blijft het mensenwerk en zal nooit alles 100% goed verlopen, maar op geen enkele wijze heb
Hebt u een tip voor advocaten die zijn opgeroepen voor een zitting bij de Raad van Discipline? “Onderschat het niet en kom nooit alleen. Ook al ben je nog zo’n ervaren procesadvocaat, het is totaal anders als je zelf partij bent. De setting is imponerend. De zittingen vinden plaats in de Oude IJsselzaal en daar zit men tegenover zes personen: de voorzitter, vier advocaat-leden en een griffier. Zelfs als de klacht ongegrond verklaard wordt, dan raakt het mensen vaak toch emotioneel. Dat blijkt regelmatig op zittingen en ook in het verleden is daarvan in interviews, ook in het Advocatenblad, verslag gedaan1”. “Neem dus desnoods een kantoorgenoot mee, iemand die wat distantie heeft, gewoon als morele ondersteuning.” “En laat de toga thuis”. De zittingen van de Raad van Discipline vinden elke maandag plaats in de Oude IJsselzaal in het Paleis van Justitie. Gemiddeld worden er zo’n zes zaken per dag behandeld waarbij elke zitting ongeveer drie kwartier duurt. Er is geen vast schema tijdens de zitting, wel krijgt de klager altijd als eerste het woord. Het is niet de bedoeling dat een advocaat gaat pleiten.
1
Zie bijvoorbeeld Advocatenblad 18 mei 2011, pagina 20 e.v.
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Wat is uw favoriete gedragsregel? Hij lacht ietwat verrast. “Mmm, daar heb ik eigenlijk nooit zo over nagedacht.” Direct gevolgd door: ”De regel die berust op welwillendheid tussen advocaten onderling”. Dat is Gedragsregel 17. Verandert de normstelling inhoudelijk nog? “Ja, je ziet wel een verschuiving. Het Hof is wat minder terughoudend en toetst bij klachten over de eigen advocaat niet slechts marginaal, maar beoordeelt meer en meer inhoudelijk de kwaliteit van dienstverlening. Daarbij is de norm dan vooral of gehandeld is door de advocaat als van een redelijk en bekwaam handelend opdrachtnemer in de gegeven omstandigheden verwacht mag worden.” Wat komt er naast de behandeling van klachtzaken nog meer kijken bij het voorzitterschap? “Managementtaken, maar dat is binnen de rechterlijke macht op zich niet uitzonderlijk meer. Wij zijn op dit moment bezig met de reorganisatie van de griffies. De Orde heeft daarop aangedrongen en dat blijkt een majeure en ingewikkelde operatie. De Raad heeft ook geen rechtspersoonlijkheid, geen begroting, etc. Daar
willen we meer structuur in aanbrengen. Daarnaast zijn we natuurlijk nog steeds bezig met de gevolgen van de fusie met de Raad van Discipline Leeuwarden ten gevolge van de Wet herziening gerechtelijke kaart. We hebben te maken met grote afstanden en verschillen tussen de balies. Dat vereist overleg en organisatie. Daarnaast is de Raad recent begonnen met Twitter. Op die manier willen wij meer bekendheid generen voor wat wij doen, waar we mee bezig zijn.” Is dat ook ingegeven omdat www.tuchtrecht.nl niet optimaal lijkt te werken? “Ook; wij willen zo transparant mogelijk zijn, maar enkele technische problemen bemoeilijken het zoeken op de website nog en dus pakken we dat zelf op.” Wat staat er verder nog op stapel? “Op termijn willen we graag kijken hoe het in het buitenland gaat. Mogelijk zijn wij hier wielen opnieuw aan het uitvinden. Ik zou het zeer interessant vinden om dat te onderzoeken.” ¿ Noot van de redactie: mocht u de Raad van Discipline via Twitter willen volgen, dan kan dat via @RaadvDiscipline.
WEBINARS 4 69 EX BTW PER PO-PUNT
VIDEO’S 4 50 EX BTW PER PO-PUNT
11
Peremptoir gesteld
Door: mr. J.W. (Jan Willem) Koekebakker
Bruin Antiek
12
In de hal van mijn kantoor staat een Hollandse lakenkast met bolpoten en een fraaie kuif, 300 jaar oud, afkomstig van de familie van een vriend van mij. Ooit stond hij in een notariskantoor in Den Haag. Sotheby’s kreeg hem niet verkocht en daarom werd mijn bod door de familie geaccepteerd. Af en toe een beetje boenwas is genoeg. In een hoekje op de derde plank ligt een stapel rapporten. Boven op ligt het zwarte nummer van Ars Aequi uit 1970. In juni 1970 bracht Ars Aequi een nummer uit dat de advocatuur op zijn grondvesten deed schudden. De redactie vroeg zich af of de advocatuur wel voldeed aan de eisen van de veranderende tijd. Met name op het gebied van rechtsbijstand liet de advocatuur destijds flinke steken vallen. Naar aanleiding van het zogenoemde ‘Zwarte Nummer’ kwam de laagdrempelige rechtshulp in opkomst, in de vorm van rechtswinkels en sociale advocaten. De Nijmeegse rechtswinkel was, na Tilburg, de tweede in Nederland. Overal vestigden zich ‘advokatenkollektieven’. De overheid stelde Bureaus van Rechtshulp in om juridische hulp te verlenen aan de financieel zwakkeren. De wet rechtsbijstand on- en minvermogenden zou nadien wet op de rechtshulp worden, maar werd in 1993 wet op de rechtsbijstand. Er zijn in de loop der jaren heel wat rapporten geschreven over de leemte in de rechtshulp, in willekeurige volgorde: ‘van de regel in de drup’, ‘ombuigen of barsten’, ‘de toekomst van de rechtshulp’, ‘rechtshulp een bewijs van onvermogen’, ‘wie let er op de kleintjes?’, ‘de rekening van de bijdrage’, ‘de prijs van de weg naar het recht’, ‘met recht bijstand’, alternatieve wegen naar het recht’, ‘rechtshulp tussen beheer en beheersing’. En wat te denken van ‘De weg naar het recht’, een rechtssociologisch onderzoek naar de samenhangen tussen maatschappelijke ongelijkheid en juridische hulpverlening (1976, Schuyt, Groenendijk en Sloot).
De wet werd vaak veranderd, de toegang tot het recht werd verruimd en toegankelijk voor grote groepen mensen, de vergoedingen gingen omhoog, of werden juist langere tijd niet verhoogd, maar ook werden eigen bijdragen ingevoerd en werden die bijdragen steeds weer verhoogd. Kostendekkend griffierecht is kantje boord. Anno 2014 kijk ik wat weemoedig naar die stapel in de kast. Er is weinig meer over van de brede rechtsbescherming. In de laatste kabinetten werd de gefinancierde rechtsbijstand flink aangepakt en het einde is nog niet in zicht. Gevolgen: vraaguitval of zelfs het uitsluiten van hele rechtsgebieden (bijvoorbeeld huurrecht en consumentenrecht). Hoge eigen bijdragen voor de laagste inkomens op het terrein van familierecht blokkeren de toegang. Hoe worden de spanningen tussen ouders rond omgang of alimentatie voortaan opgelost? Op straat? Ja, zegt de staatssecretaris, de mensen moeten eerst maar eens nadenken voor ze een advocaat benaderen. Maar daarna? Als ze dan nagedacht hebben? Gaat de eigen bijdrage dan naar beneden? In de congresbundel ‘Rechtshulp, een bewijs van onvermogen’ uit 1977, lees ik de suggestie dat eenvoudige echtscheidingen heel goed buiten de rechter en zonder advocaat kunnen worden ingeschreven in het register. Of dat het juridificeren van de hulpvraag conflictversterkend werkt. Beide is waar. Wij mogen – nee moeten- , als beroepsgroep ook een bijdrage leveren in de discussie over welke rechtsbijstand wel of net niet meer onder het bereik van de toevoeging mag vallen. Maar de wet- en regelgeving is tegelijkertijd nodeloos veel ingewikkelder geworden. Je moet wel specialist zijn om nog een beetje uit de voeten te kunnen. Er is veel veranderd in 40 jaar. De gefinancierde rechtsbijstand moet een flinke veer laten. Steeds meer advocaten laten de toevoeging links liggen. Voor steeds meer rechtzoekenden is rechtsbijstand met een toevoeging niet meer bereikbaar. Dit is erg zorgelijk. Aan veertig jaar sociale rechtshulp lijkt een einde te komen. Tegelijkertijd gaan al die advocaten die vanaf de jaren ‘70 of ‘80 de sociale advocatuur zijn gaan bedrijven met pensioen. Hier en daar zet men manmoedig voort. Sociale rechtshulp wordt bruin antiek. Jan-Willem Koekebakker *) ik geef het stokje door aan Bert van der Meulen. ¿
Van Angerlo tot Zaltbommel Een reis door de buitengebieden van het arrondissement Door: Henrike Schurink-Smit en Jan-Paul van Barneveld In deze rubriek schenken we aandacht aan advocatenkantoren die gevestigd zijn in de diverse buitengebieden van ons arrondissement. De ‘stadse’ kantoren zijn bij eenieder bekend, maar graag treden wij buiten de gebaande paden. Uw redactie reisde naar ‘buiten’ en onderzocht wat men tegenkomt op de lijn van Angerlo tot Zaltbommel. Deze week het advocatenkantoor Absolute Advocaten, dat kantoor houdt in Huissen.
Absolute Advocaten wint Jonge Ondernemer van het Jaar 2014 mr. T.M. (Tessa) Maters en partner.
Afgelopen mei werd Absolute Advocaten uitgeroepen tot Jonge Ondernemer van het jaar 2014 door Betuwe Onderneemt Beter. Een goede reden om in het kader van deze rubriek een bezoekje te brengen aan dit vernieuwende advocatenkantoor in Huissen, een klein stadje onder de rook van Arnhem. Nieuwe start Het kantoor is niet nieuw, althans is opgetrokken op de fundamenten van een bestaand kantoor. In 1980 stichtte mr. Alex Cornelissen het advocatenkantoor dat door de jaren heen verschillende namen en samenstellingen heeft gekend. In 2012 werd het kantoor overgenomen door mr. Tessa Maters. Daarbij is uitdrukkelijk gekozen voor een overname en geen toetreding tot de maatschap; een niet veel gehoorde keuze in de relatief conservatieve advocatuur. ‘Ik wilde het op mijn eigen manier gaan doen, had mijn eigen visie op het ondernemerschap en je kunt nu eenmaal sneller schakelen als je de beslissingen in je eentje kan nemen’, licht Maters toe.
Maters, van oorsprong afkomstig uit deze regio, vertelt dat ze altijd wel de ambitie heeft gehad om ondernemer te worden. ‘Ik kom uit een echte ondernemersfamilie. Mijn ouders, ooms, broers en zussen doen allemaal wat anders, maar het zijn wel ondernemers. Ik ben ooit na mijn studie begonnen als zelfstandig jurist. Gewoon vanuit mijn studentenkamer met een doos visitekaartjes en een laptop. Op een gegeven moment had ik daarin mijn grens qua uitdagingen bereikt. Via via ben ik toen in de advocatuur beland, in Huissen, en al tijdens mijn stage wist ik dat ik mijn eigen kantoor wilde starten.’ Nieuwe visie Vanaf het begin had Maters een duidelijke visie en ze heeft in de afgelopen jaren verschillende wijzigingen in het kantoorbeleid doorgevoerd. In de eerste plaats is er de nieuwe naam van het kantoor: Absolute Advocaten. ‘Ik wilde niet een naam met de namen van de advocaten. Dit vonden wij een leuke moderne naam. En bijkomend voordeel is dat je met de A overal bovenaan de lijst komt te staan.’ De spelling is Engels, maar de uitspraak is gewoon Nederlands. ‘Dat is eigenlijk voor iedereen wel duidelijk.’ De volgende stap was het definitief stoppen met het werken op toevoegbasis en specialiseren. ‘Je moet doen waar je goed in bent. We bieden daarom geen totaalpakket meer aan en richten ons expliciet op het MKB. We leggen ons toe op arbeidsrecht en ondernemingsrecht. Zelf heb ik de Grotius onderneming en aansprakelijkheid gedaan. Zaken die buiten ons terrein vallen verwijzen we door. De toevoegpraktijk past daar niet bij. Het is wel lastiger om klanten binnen te halen als je geen toevoegingen doet. We proberen ons daarom lokaal op de kaart te zetten en hebben de afgelopen periode veel geïnvesteerd in ons netwerk. We hebben veel contacten met andere jonge ondernemers in de regio, bijvoorbeeld met een nieuw notariskantoor. We helpen elkaar met advies en het doorspelen van zaken.
13
Netwerken, netwerken, netwerken Het ging echter zeker niet vanzelf. Maters en haar partner (die als bedrijfseconoom deels aan het kantoor verbonden is) hebben vele avonden besteed aan netwerken en zijn actief geworden in verschillende netwerkverenigingen. Net op het moment dat het leek alsof het zich niet terug zou betalen, begonnen de zaken binnen te komen. Toch was Maters verbaasd toen het kantoor werd verkozen
mr. Tessa Maters
tot Jonge Ondernemer van het Jaar 2014. ‘Ik had niet gedacht dat een advocatenkantoor hiervoor zou worden verkozen. We hadden onze presentatie heel goed voorbereid, en daarmee hebben we kennelijk de
jury overtuigd.’ De jury prees de laagdrempeligheid en de benaderbaarheid van het kantoor en vond dat Absolute Advocaten een oeroud product op een vernieuwende wijze wist neer te zetten . ‘Omdat we zelf ondernemer zijn, spreken we de taal van de ondernemer. In alles wat we doen staat een heldere pragmatische aanpak centraal. Dat maakt het contact met de klant makkelijk en dat wordt gewaardeerd.’ Toekomst Ideeën zijn er nog genoeg. Op dit moment werken er vier advocaten (mr. Alex Cornelissen, mr. Tessa Maters, mr. Martijn van de Leemkolk en mr. Marije Jansen) bij Absolute Advocaten en er is ruimte voor uitbreiding. ‘Uiteindelijk zou ik toe willen naar een kantoor met zo’n acht advocaten. Dat hoeft niet meteen; de komende jaren bekijken we per keer of iemand vernieuwend is en bij het kantoor past.’ Ook gaat het kantoor in de komende periode onderzoeken op welke manier ze beter gebruik kunnen maken van het internet om klanten te werven. Het blijft echter hard werken. ‘Je hebt als jonge ondernemer weinig vrije tijd. We hebben vijf dagen in de week kinderopvang. Dat hoort ook bij deze fase in ons leven: alles komt tegelijk. Dat is niet erg, zolang je het maar leuk blijft vinden.’ ¿
Jonge Balie Van de voorzitter van de Jonge Balie Gelderland Het begin van de Jonge Balie Gelderland
14
Op het moment dat een van de grootste evenementen binnen de provincie Gelderland zich buiten afspeelt, schrijf ik als voorzitter van de Jonge Balie Gelderland mijn bijdrage voor deze editie van het Balie Bulletin. Het is vandaag 17 juli 2014 en buiten maken wandelaars, Nijmegenaren en verschillende advocatenkantoren aan de St. Annastraat zich op voor de laatste dag van de 98ste Nijmeegse Vierdaagse. Morgen zullen de knappe
lopers – waaronder Jonge Balielid Lisette Volkers – hun intocht maken via de overvolle en gezellige Via Gladiola. Na deze heftige dag zal de rust terugkeren in Nijmegen en begint voor vele een welverdiende vakantie. Een mooi moment om terug te blikken op ‘het begin van de Jonge Balie Gelderland’. Op 20 juni jl. hebben de leden van de Jonge Balie Gelderland de fusie van de Jonge Balie Arnhem met de Jonge Balie Zutphen gevierd. De festiviteiten speelden zich af aan boord van ’Partyboot De
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Ameland’. Het programma begon met de eerste Algemene Leden Vergadering van de Jonge Balie Gelderland, waar de plannen van het bestuur door de leden zijn goedgekeurd. Vanwege de fusie en de omvang van de Jonge Balie Gelderland – zij telt nu 349 leden – heeft het bestuur voorgesteld lid te worden van een nog grotere en Europese verenging, te weten The European Young Bar Association (hierna te noemen: EYBA). De EYBA organiseert congressen en lezingen in verschillende Europese steden waarbij zij jonge advocaten samenbrengt. De EYBA telt op dit moment ruim 200.000 leden. Het lidmaatschap van de EYBA brengt voor alle leden van de Jonge Balie Gelderland met zich mee dat zij uitgenodigd worden voor de activiteiten die het bestuur van de EYBA organiseert. Voor meer informatie over de EYBA verwijs ik u naar: www.eyba.org. De ALV is afgesloten met een borrel en een diner, waarna al varend over de Rijn een spetterend fusiefeest losbarstte. Het was wat het bestuur betreft een zeer geslaagde avond, ik zal de spannende details voor mij houden. Nogmaals dank ik namens het bestuur de fusiefeestcommissie, bestaande uit Wouter Dieks (GDO), Carola van Andel (Nysingh), Mariëlla Wensink (Dirkzwager) en Linda Hauwert (Bax) voor het organiseren van een zeer geslaagd feest. De zomerborrel die op 11 juli jl. plaatsvond, was de eerste activiteit van de Jonge Balie Gelderland.
Ook voor het eerst werd de Tweede vrijdag van de Maandborrel gehouden in Bar Florian te Arnhem. De borrellocatie beviel de leden erg goed en de borrel was een uitgelezen kans om met elkaar de vakantieplannen te bespreken. De één ging ver weg op een spannende reis, de ander ging enkel relaxen op het strand, wat leden bleven hier en zouden wat festivalletjes pakken, een volgende ging helemaal met de auto naar Griekenland, een aantal leden had de vakantie al erop zitten en geniet momenteel van de airco op kantoor, terwijl sommige leden nog even doorsparen voor hun huwelijksreis. Allemaal mooie plannen! De Jonge Balie activiteiten beginnen in augustus weer. Op 29 augustus zal een groep Jonge Balieleden afreizen naar het hoge noorden (Heeg, Friesland) om de Friese binnenmeren te gaan bevaren. In september zal een Jonge Balie lezing worden georganiseerd en staat er wederom een Tweede Vrijdag van de Maandborrel op de planning. In oktober (3 oktober) staat weer het unieke evenement het JeeBeeDictee op de agenda. Save the date! Genoeg mooie activiteiten om naar uit te kijken. Voor de volledige agenda van de aankomende drie maanden, verwijs ik u naar onderstaand overzicht. U kunt uiteraard ook onze nieuwe website raadplegen: www.jongebaliegelderland.nl. ¿ Lisa Witten Voorzitter Jonge Balie Gelderland
Overzicht activiteiten Jonge Balie Gelderland Datum
Activiteit
Vrijdag 3 oktober 2014
JeeBeeDictee 2014 Eusebiuskerk te Arnhem
November 2014 (exacte datum n.t.b.)
Lezing te Nijmegen (exacte locatie n.t.b.)
Donderdag 6 en vrijdag 7 november 2014
Landelijk Jonge Baliecongres De Efteling te Kaatsheuvel
Vrijdag 12 december 2014
Kerstborrel Bar Florian te Arnhem
15
Jonge Balie Fusiefeest Jonge Balie Arnhem en Zutphen Deze boot wilde je niet missen! De Jonge Balies Arnhem en Zutphen zijn gefuseerd tot de nieuwe Jonge Balie Gelderland. Om dit heuglijke feit te vieren, vond vrijdag 20 juni jl. het fusiefeest plaats voor alle leden van de Jonge Balie Gelderland. “Ontdek de chemie tussen de Jonge Balies!! Kom naar het Kernfusiefeest!!” Het fusiefeest, met daaraan voorafgaand de eerste algemene ledenvergadering van de Jonge Balie Gelderland, vond plaats op partyboot De Ameland. Tijdens de algemene ledenvergadering werd door de voorzitter van de Jonge Balie Gelderland, Lisa Witten, met mooie woorden teruggeblikt op de Jonge Balie Arnhem en vooruitgekeken naar de toekomst voor de Jonge Balie Gelderland. Na een gezellige borrel en een buffet, barste het feest los. De fusiefeestcommissie, bestaande uit
De Jonge Balie Gelderland op de dansvloer
16
Wouter Dieks (GDO advocaten), Carola van Andel (Nysingh), Mariëlla Wensink (Dirkzwager) en Linda Hauwert (Bax advocaten), had alles uit de kast getrokken om er een spetterend feest van te maken. Gedurende het feest voer de boot over de Rijn. Na een korte tussenstop rond 23.00 uur, kwam de boot rond 01.30 weer aan in de binnenstad van Arnhem, ging de muziek van de DJ (DJ Deex) zachter en kwam er dan toch een einde aan deze heerlijke avond. Veel succes gewenst aan de nieuwe Jonge Balie Gelderland en haar bestuur en veel dank aan de fusiefeestcommissie, die dit gezellige feest op deze unieke locatie heeft georganiseerd! ¿ Lisa Witten Voorzitter Jonge Balie Gelderland
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
v.l.n.r. William Seijbel (De Kempenaer), Jan Zandberg (Zandberg advocaten), Marieke Hulstijn-Botter (Dirkzwager) en Annelijn Kroes (Dirkzwager)
v.l.n.r. Viviënne van de Port (OMVR), Wendy Hekkelman (Hogeman Dooijeweerd Advocaten), Kim Hermsen (OMVR), Linda Hauwert (Bax advocaten)
17
In & Uit In: mr. E.L. (Eva) Traag
mr. E.L. (Eva) Traag.
18
Aan het begin van je loopbaan Eva Traag is afgelopen maart begonnen als advocaatstagiaire bij Dirkzwager advocaten & notarissen te Arnhem. Voordat zij aan haar rechtenstudie bij de Universiteit van Amsterdam begon, heeft zij eerst Literatuurwetenschap gestudeerd. Tijdens haar rechtenstudie heeft zij stage gelopen zowel binnen als buiten de advocatuur. Op grond van die ervaringen heeft zij vervolgens haar keuze voor de advocatuur gemaakt. Ook heeft zij de sprong vanuit het Amsterdamse naar het Arnhemse gewaagd. Die keuze is tot nu toe prima bevallen. Met veel enthousiasme vertelt Eva haar verhaal. “Ik heb op het Vossius Gymnasium in Amsterdam gezeten, een vrij klassieke middelbare school waar veel aandacht was voor taal, kunst en cultuur. Dit heb ik ook van huis uit meegekregen. Ik twijfelde destijds over de keuze tussen een culturele studie en rechten. Ik vond debatteren en presentaties houden bijvoorbeeld erg leuk, maar ook een verdere persoonlijke ontwikkeling sprak mij aan. Na mijn middelbare school ben ik eerst gaan reizen en heb ik een aantal talenstudies gedaan (red. Spaans en Frans). Uiteindelijk heb ik gekozen voor Literatuurwetenschap. Toen bleek dat ik naast die studie voldoende tijd over had voor een tweede studie ben ik begonnen aan rechten. Uiteindelijk heb ik mijn bachelor Literatuurwetenschap behaald en vervolgens heb ik mij volledig toegelegd op de rechtenstudie.”
Door: Vanessa van Westing
Je hebt diverse stages gelopen in de advocatuur en in de rechterlijke macht. Ook heb je als juridisch medewerker bij Stichting Rechtswinkel Bijlmermeer gewerkt. Hebben die stages en bijbaan bijgedragen aan een zorgvuldige afweging wat betreft jouw uiteindelijke keuze na jouw studie, de advocatuur? “Ja, dat klopt. Ik wilde een goede afweging kunnen maken op basis van de voor- en nadelen van iedere stage/bijbaan. Ik heb bij drie advocatenkantoren stage gelopen: een groot ‘Zuidas’ kantoor, een middelgroot kantoor en een klein kantoor. Het was goed om de verschillen tussen die kantoren te zien. Ook heb ik bij Rechtbank Amsterdam, sector kanton, stage lopen. Ik miste daar vooral de samenwerking met anderen; iedereen werkt daar vrij zelfstandig. Dat trok mij op dit punt in mijn leven niet aan. Verder heb ik anderhalf jaar bij Rechtswinkel Bijlmermeer gewerkt. Dat was weer een compleet andere wereld. Ik vond het een enorme uitdaging als student. De rechtzoekenden kwamen aan met een lang verhaal en ongeorganiseerde paperassen in een plastic zak, waren vaak emotioneel en soms de Nederlandse taal niet machtig. Ik heb er veel van geleerd. Ook vond ik het leuk om die zaken samen te behandelen, je werkt namelijk altijd in tweetallen aan een zaak.” Hoe is jouw keuze uiteindelijk op Dirkzwager in Arnhem gevallen? Je hebt gestudeerd in Amsterdam en komt daar ook vandaan. Amsterdammers zetten hun carrière dan meestal voort in Amsterdam, alhoewel ik dat zelf ook niet heb gedaan. “Ik zocht een groot kantoor, maar wilde niet bij een ‘Zuidas’ kantoor gaan werken waar andere praktijken meestal ten dienste van de transactiepraktijk worden ingezet. Ik vond het werk bij Stibbe inhoudelijk interessant, maar de sfeer bij Höcker advocaten was weer erg goed. Ik ben op zoek gegaan naar een combinatie van die twee factoren en ben zo bij Dirkzwager terechtgekomen. Ook hun kennispagina sprak mij aan. Dat zegt echt iets over hun servicegerichtheid.” “Ik heb inderdaad mijn hele leven in Amsterdam gewoond en wilde in deze fase van mijn leven in een kleinere setting gaan wonen. Arnhem is een prettige stad met een oud centrum. Ik woon hier nu vijf maanden en dat bevalt mij prima.”
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Vertel eens wat over jouw werk bij Dirkzwager. “Ik ben 1 maart begonnen op de sectie Arbeidsrecht. Mijn patroon is Jokelien Brouwer-Harbach. Wij staan voornamelijk werkgevers bij, maar soms ook betalende particulieren. De vraagstukken zijn erg divers, niet alleen beëindigingsregelingen met werknemers maar ook complexere zaken op het gebied van reorganisatie, medezeggenschap en gelijke behandeling. Ik vind het erg leuk om wat ik heb geleerd tijdens mijn studie nu in de praktijk te zien. Verder zijn we druk met de veranderingen in de Wet werk en zekerheid die per 1 januari a.s. ingaan.” Je begint in september aan de nieuwe beroepsopleiding. Kun je iets vertellen over de Dirkzwager Academy? Als enig kantoor in dit arrondissement heeft Dirkzwager namelijk een eigen academy. Is die vergelijkbaar met de academies zoals in Amsterdam?
“Nee, de Dirkzwager Academy is niet alleen bedoeld voor advocaat-stagiaires maar voor alle juristen op kantoor. Zowel de vakinhoudelijke cursussen als de training van vaardigheden komen aan bod. Je moet bij vaardigheden bijvoorbeeld denken aan een training over omgang met cliënten.” Ben je trouwens al naar activiteiten van de Jonge Balie geweest? “Ja, ik ben naar het fusiefeest geweest. Ook heb ik de pleitwedstrijden bijgewoond waar onder meer een kantoorgenoot aan meedeed. Ik ga in augustus mee op het jaarlijkse zeilweekend. Ik vind dat ook een leuk deel van de advocatuur, niet alleen je kennis en vaardigheden uitbreiden, maar ook in ontspannen sfeer andere mensen leren kennen.” Veel succes in je carrière en dank voor dit gesprek. “Dank je wel en graag gedaan.” ¿
Uit: mr. A.A.S.F. (Ad) van der Meer
Door: Marieke Hulstijn-Botter
Advocatenkantoor Mrs. Plochg en Heere (thans: De Kempenaer Advocaten). Daarna is hij tijdelijk uit de advocatuur gestapt. Hij vond het leven als advocaat nogal hard. Mr. Van der Meer is enige tijd privaatrechtelijk jurist geweest bij de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij kwam er echter achter dat de ambtelijke sfeer niet zozeer bij hem paste. Hij had niet het gevoel dat hij bij de universiteit iets kon realiseren. Dat gevoel had hij bij de advocatuur wel. “Daar kon ik de rechtvaardigheid dienen en zinnige dingen voor cliënten tot stand brengen.” Hij heeft zich opnieuw laten beëdigen op 12 januari 1983. Uiteindelijk is mr. Van der Meer ruim 30 jaar advocaat geweest. mr. A.A.S.F. (Ad) van der Meer
Mr. Van der Meer heeft zich per 28 maart jl. laten uitschrijven als advocaat. Met mr. Van der Meer sprak ik over zijn carrière als advocaat en ik wierp met hem een korte blik op de toekomst. Mr. Van der Meer is beëdigd op 6 oktober 1977 en heeft stage gelopen bij De Mul Advocaten (thans: De Mul Zegger advocaten en notarissen) en bij
Toen mr. Van der Meer weer toetrad tot de advocatuur is hij zijn eigen kantoor begonnen in Nijmegen. Hij heeft dit kantoor altijd alleen gehad. “Maar ik ging achter de coulissen wel samenwerkingsverbanden aan met andere advocaten.” Mr. Van der Meer was voornamelijk werkzaam in het civiele recht, met de nadruk op het verbintenissenrecht (in de breedste zin des woords).
19
In & Uit Na ruim 30 jaar advocaat te zijn geweest heeft mr. Van der Meer zich laten uitschrijven vanwege zijn leeftijd. “Wat ik merk is dat het een hele kunst is om op tijd op te houden als je ouder wordt. Vroeger stapte men rond de 40 jaar uit de advocatuur. Tegenwoordig gaan velen langer door. En als je ouder wordt, wordt je minder scherp en dat mag in ons beroep niet. Ook kun je minder weerstand bieden tegen harde aanpak; naar mijn mening neemt de agressie en de oneerlijkheid de laatste jaren toe. Het gekke is dat - als je ouder wordt - je begint te relativeren en je de zin niet altijd inziet van een gevecht. Oplossingen liggen meestal niet in een procedure, maar ergens anders.” Zelf heeft mr. Van der Meer gedurende zijn loopbaan als advocaat ook cursussen gevolgd op het terrein van mediation en daar heeft hij veel aan gehad. “Ik vind dat wegen van bemiddeling en verzoening meer zouden moeten worden gekozen en bewandeld. Dat vergt een bepaalde instelling van advocaten; ze moeten oog hebben voor de menselijkheid. En ook rechters moeten zeker wijsheid hebben. Die wijsheid bij zowel advocaten als rechters ontbreekt nog wel eens en dat is jammer. Dit alles uiteraard naast een gedegen juridische kennis .” Op de vraag hoe hij zijn carrière als advocaat heeft ervaren, heeft mr. Van der Meer geen eenvoudig antwoord. Wel geeft hij aan dat hij zichzelf in het beroep van advocaat goed heeft teruggevonden en dat het een beroep was dat bij hem paste. “Ik ben niet direct iemand die op de barricade staat. Maar als iemand onderdrukt wordt of de onderliggende persoon is, ben ik geneigd om die persoon te gaan verdedigen, hoe ongelijk die ook heeft. Ik vond het verbintenissenrecht aantrekkelijk, omdat ik daarin de relatie met mensen terugvond. Mensen boeien me. En het civiele recht vergt een wijze van denken die redelijk mathematisch is. Dat ligt mij wel.”
20
Over het algemeen denkt mr. Van der Meer met plezier terug aan zijn loopbaan als advocaat. Vooral aan bepaalde jaren. Over de laatste jaren van zijn loopbaan is hij minder tevreden. Mr. Van der Meer heeft ervaren dat de verhoudingen de laatste jaren beslist harder zijn geworden. “Niet iedereen is even begripvol en betrouwbaar; daar heb ik moeite mee. Zowel in de relatie met wederpartijen, alsook met advocaten, rechters en cliënten. Mogelijk speelt de economische neergang van de maatschappij daar wel een rol in. Wat ik ook als minder prettig
heb ervaren is dat de financiën steeds relevanter zijn. Ik heb altijd geprobeerd me bezig te houden met de rechtvaardigheid, en ik heb in dat kader ook veel gestudeerd. Nu gaat het lang niet altijd om rechtvaardigheid, maar om de portemonnee, zowel van de cliënt, alsook van de rechtshulpverlener.” Als antwoord op de vraag wat zijn mooiste herinnering is, antwoordt hij: “Ik heb zeker zaken gedaan die ik erg mooi heb gevonden. Mensen die ik uit de puree heb geholpen . Ook beenbrekers. En af en toe een heel goed contact met een collega. Het was altijd een zorg voor mij om de kwaliteit te handhaven. Dat is naar mijn mening best wel gelukt. Uiteindelijk is een christelijke instelling de drijfveer geweest bij mijn dienstverlening.” Wat gaat u nu doen? “Ik doe nog een aantal zaken. Dit zijn langlopende zaken die ik al een hele tijd in behandeling heb. Sommige rechters zeggen: ‘Fijn dat u er bent.’ Anderen (rechters, wederpartijen en hun advocaten) reageren iets minder enthousiast.” Naast interesse in de rechtsgeleerdheid, op welk gebied hij zich steeds is blijven door ontwikkelen, heeft hij ook belangstelling op andere gebieden. “Het punt is dat ik nu merk dat er buiten de juridische werkelijkheid nog hele andere dingen zijn, die vreselijk boeiend zijn en ook belangrijk zijn in het leven. Daar houd ik me nu meer mee bezig en daar duik ik verder in.” Zo zou mr. Van der Meer zich graag verder verdiepen in de waarden van ons bestaan, zoals die aan de orde komen in de filosofie, theologie, religie en de biologie. “Ik studeer nog steeds, ik kan dat niet laten. Hoe het een en ander vorm zal krijgen, weet ik nog niet.” Daarnaast houdt mr. Van der Meer zich zeer bezig met de natuur. “Ik ben hartstochtelijk bezig met tuinieren en met het kijken naar vogels. Alles is op enige manier deel van de totale constitutie (schepping) en is gericht op de Liefde.” Mr. Van der Meer hoeft zich in ieder geval niet te vervelen. “Dat ligt ook niet in mijn aard. Het leven is boeiend genoeg.” ¿
De praktijk
Wanneer is een advocaat een goede of slechte advocaat? En wie kan dat beoordelen?
Door: Stefan Kloots
Het Advocatenblad van augustus jl. kende een lezenswaardig coverartikel over de kwaliteit van de advocatuur. Hoogleraren lieten zich hierover uit. “Wisselend”, “zeer wisselend”, “zeer uiteenlopend” viel ons advocaten ten deel. Advocate Britta Böhler, die mocht reageren op de meningen van de hoogleraren, gaf aan: “Er is nooit onderzoek gedaan naar de kwaliteit van advocaten, dus niemand kan een gemiddeld cijfer geven. Mensen hebben niet meer dan een perceptie van de advocatuur.” Het artikel zette me aan het denken. In mijn brainstorm kwam ik uit bij de gedragsregels voor de advocatuur. Deze bepalen naar mijn mening in feite een ondergrens, met bijvoorbeeld de volgende regels: - “de advocaat dient zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening niet wordt geschaad”; - “de advocaat behoort de hem opgedragen zaken zorgvuldig te behandelen”; en - “het belang van de cliënt, niet enig eigen belang van de advocaat, is bepalend voor de wijze waarop de advocaat zijn zaken dient te behandelen.” Het correct naleven van gedragsregels maakt een advocaat wellicht geen excellente advocaat, het niet naleven van gedragsregels – bijvoorbeeld onvoldoende zorgvuldigheid bij controle op een verjaringstermijn of de aanname van grote sommen contant geld – kan een advocaat mogelijk wel een ‘slechte’ advocaat maken. Het belang van de cliënt telt. De tevreden klant. En als het een beetje kan, verwachtingen overtreffen. Maar dat dient dan wel op een zorgvuldige wijze te gebeuren en op een wijze dat het vertrouwen in de advocatuur niet wordt geschaad. Maar hoe doe je zoiets en liever nog, heel erg goed? Daarvoor
zijn naar mijn mening in de eerste plaats kennis en vaardigheden nodig. Elke zaak kan immers iets anders vragen van een advocaat. Een duidelijk advies, een slimme onderhandeling of een proces op het scherpst van de snede. Een advocaat moet doen wat voor de cliënt het beste resultaat geeft. Hoe goed de advocaat zo’n afweging kan maken en vervolgens kan uitvoeren, is met kennis en vaardigheden te trainen. Zo maakte ik eens mee dat de advocaat van de wederpartij zich in de dagvaarding beriep op dwaling en vervolgens vroeg om ontbinding van een koopovereenkomst. In de conclusie van antwoord schreef ik dat zoiets juridisch niet kan en ook de rechter vroeg tijdens de comparitie nog of dit echt zo bedoeld was. Het antwoord was: “ja, geen opmerking”. Een duidelijk gebrek aan kennis. Er zijn echter ook veel morele overwegingen die we steeds moeten maken. Past deze zaak bij mijn kwaliteiten of kan een collega-advocaat dit beter? Kan ik inmiddels tegen die oud-cliënt optreden en doe ik uit kostenoverwegingen niets of is het noodzakelijk om ongevraagd te adviseren (en dus kosten te maken)? Een voorbeeld. Mijn cliënt voerde met een aannemer een technisch vrij complexe discussie. De wederpartij werd bijgestaan door een arbeidsrechtspecialist, terwijl het hier toch echt een bouwrechtelijke (technische) discussie betrof. De ingenomen argumenten aan de andere zijde duidden op een gebrek aan de specifieke bouwrechtelijke kennis die hier nodig was. De advocaat had echter de zaak wel op zich genomen en kreeg het tijdens de zitting zwaar voor de kiezen van het scheidsgerecht dat over de zaak oordeelde. De advocaat had veel werk gemaakt van zijn pleidooi, maar sloeg de plank mis, terwijl met de juiste argumenten er wel degelijk enige kans was geweest. Een gebrek aan inzet kan de advocaat niet worden verweten, maar mogelijk wel het aannemen van een zaak waarvan de advocaat wist dat zijn of haar kennis daartoe onvoldoende was. Tot slot valt of staat elke zaak met de aandacht die het krijgt. Een advocaat die faalt bij zijn pleidooi kan onvoldoende kennis of vaardigheden hebben, maar kan zich ook onvoldoende hebben voorbereid, bijvoorbeeld door tijdsgebrek of door restricties die een cliënt stelt aan de tijdsbesteding. Samenvattend, drie belangrijke voorwaarden voor het kunnen zijn van een goede advocaat zijn naar mijn mening het nemen van de juiste beslissingen, het op peil houden van kennis en vaardigheden en voldoende aandacht voor elke zaak. En verder valt nog te denken
21
aan commerciële vaardigheden die nu meer dan ooit belangrijk zijn. Ik sluit af met het citaat van advocate Britta Böhler, waarmee ik ook begon: “Er is nooit onderzoek gedaan naar de kwaliteit van advocaten,
De EcoToga Eerste duurzame toga voor de advocatuur De deken heeft op 17 juni 2014 de eerste EcoToga voor de advocatuur uitgereikt aan mr. Anne Scheers, werkzaam bij Van den Wildenberg & Van Halder advocaten in Nijmegen. Mr. Scheers won in november 2013 tijdens het Jonge Balie Congres in Rotterdam de verkiezing ‘patroonheilige van het jaar 2013’. De Kempenaer Advocaten in Arnhem had in het kader van dat congres dat in het teken stond van Recht: kunst of kunde?, een fotowedstrijd uitgeschreven onder de jonge advocaten om zich te laten fotograferen als patroonheilige.
22
Eerste EcoToga
dus niemand kan een gemiddeld cijfer geven.” Een onderzoek zou ook maar een momentopname zijn, een goede advocaat investeert elke dag opnieuw. ¿
Door: Vanessa van Westing
De EcoToga is gemaakt door De Togamaker uit Amsterdam en het materiaal is van de duurzame stof Inspire®, geleverd door DutchSpirit uit Arnhem: puur Hollands vakmanschap en klimaatneutraal geproduceerd. Mr. Scheers heeft de redactie laten weten dat zij vanwege haar vakantie de toga helaas nog niet heeft kunnen dragen tijdens een zitting. Wel gaf zij aan dat het materiaal van de EcoToga iets stugger is en er daarom mooier uitziet dan conventionele toga’s, omdat de EcoToga goed in vorm blijft tijdens het dragen. ¿
Door de bril van...
‘Voormalige collega’s en confrères’ Door: Vanessa van Westing
In deze rubriek vertellen ditmaal voormalige advocaten over hun werkende leven na de advocatuur. Advocaten kunnen om verschillende redenen de advocatuur verlaten. De geïnterviewde juristen lichten ieder toe waarom zij de advocatuur hebben verlaten, wat het grootste verschil is tussen hun vorige baan als advocaat en hun huidige baan als jurist en of zij denken ooit terug te zullen keren naar de advocatuur. De antwoorden op die vragen verschilden van persoon tot persoon. Wel hebben zij allen één ding gemeen, geen van hen sluit volledig uit dat zij ooit terug zullen keren naar de advocatuur.
Fabian Keijzer (foto door Anja Robbeson)
Fabian Keijzer, voorheen advocaat bij Dirkzwager advocaten & notarissen te Nijmegen, thans werkzaam als promovendus en docent bij de Rijksuniversiteit Groningen. 1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? Ik hield mij bij Dirkzwager bezig met ondernemingsrecht en gezondheidsrecht. Op de afdeling gezondheidszorg adviseerde en procedeerde ik voor zorginstellingen. Je moet dan denken aan fusiebegeleiding, het uitwerken van herstructureringen en het oplossen van governancevraagstukken en -conflicten. Ik was de naaste medewerker van Louis Houwen, die tevens hoogleraar in Tilburg is. Een boeiende en innovatieve praktijk met een sterk wetenschappelijke inslag. Na vijf jaar bij Dirkzwager te hebben gewerkt, heb ik in 2012 een gap year genomen. Ik heb toen in Montpellier een jaar mijn Frans verbeterd en theologie gestudeerd. Het was in alle opzichten een verdiepend en inspirerend tussenjaar! Mijn huidige baan als promovendus en docent aan
de Rijksuniversiteit Groningen kreeg ik al voordat ik naar Frankrijk vertrok, min of meer op een presenteerblaadje aangeboden. Al sinds mijn scriptie dacht ik erover om te promoveren, en ik had de mazzel dat in Groningen net een aantal plekken vrijkwam toen ik mijn baan bij Dirkzwager had opgezegd. Ik werk op de afdeling handelsrecht. In de kern houd ik me bezig met dezelfde problematiek als toen ik nog advocaat was. Mijn proefschriftonderwerp is de normering van het gedrag van bestuurders en toezichthouders van semipublieke instellingen. Een heel actueel onderwerp, denk maar aan de parlementaire enquête over de woningcorporaties. 2. Wat trok je aan in deze overstap? Er zijn veel redenen te bedenken waarom je niet op een universiteit zou willen werken. De arbeidsvoorwaarden zijn ronduit slecht, zeker in vergelijking tot de advocatuur. Bovendien is het een ambtelijke, nietdynamische organisatie en zijn academici erg op zichzelf gericht. Daarentegen is de vrijheid enorm: als promovendus moet ik vooral zorgen dat er na vier jaar een boek ligt. Hoe ik dat doe, ligt grotendeels bij mij. Die vrijheid is dan ook de voornaamste reden voor mijn overstap. De tijd die ik nu beschikbaar heb voor mijn onderzoek, had ik nooit met dat doel vrij kunnen maken als ik was gaan promoveren naast mijn werk als advocaat. Een ander belangrijk pluspunt van de universiteit is het werken met studenten. Dat is erg leuk, maar dat wist ik al uit de tijd dat ik bij Dirkzwager studentstagiaires begeleidde. 3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als promovendus? Als advocaat wordt jouw dagindeling grotendeels bepaald door je cliënten. Op de universiteit is dat heel anders: als ik mezelf geen opdrachten geef, gebeurt er niets. Er zijn ook veel overeenkomsten trouwens. Net als in de advocatuur zit ik soms echt te broeden op de juiste woorden voor een tekst. Zowel voor de advocaat als de academicus geldt dat het werk immer doorgaat. Er is nooit een moment dat je echt kunt zeggen: nu is het af. 4. Was mis je het minste aan de advocatuur? Cliënten die mij ’s avonds laat om half twaalf bellen. Dat mis ik echt niet. Hoewel? Het feit dat cliën-
23
ten je op zulke momenten bellen, zegt iets over het vertrouwen dat ze in je stellen. Ik heb dat ervaren als iets bijzonders. In zekere zin is het ook wel belonend. Nu is er niemand die zit te wachten op wat ik produceer. Motivatie en waardering moet ik vrijwel altijd uit mezelf halen. 5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Sommige mensen hebben voor hun carrière een hele duidelijke stip op de horizon. Bijvoorbeeld: partner worden bij een advocatenkantoor, of hoogleraar. Ik heb dat niet. Er zijn heel veel dingen die ik interessant vind, ook buiten het recht. Mijn theologiestudie zou ik graag af willen maken. Maar de advocatuur is ook een erg mooi vak, en er zijn absoluut dagen dat ik het advocatenbestaan mis. Ik geloof dat het een vak is waarin je juist naarmate je ouder wordt, ook meer van jezelf kwijt kunt. Dus ja, ik zie mezelf nog wel weer eens een toga aantrekken...
2. Wat trok je aan in deze overstap? Ik wilde graag ‘dichter op de klant zitten’. Vanuit de advocaatpositie had ik vaak het gevoel dat ik veel niet mee kreeg. Dat is op zich logisch, als extern adviseur. Alleen al uit kostenoogpunt is het onverantwoord om een externe overal bij te betrekken. Die barrière ervaar ik hier niet. Als bedrijfsjurist weet je beter wat er speelt binnen het bedrijf en je bent in staat om het beleid mede te beïnvloeden. Je hoeft ook niet altijd te wachten tot iemand je belt voor advies, je kunt zelf de handschoen oppakken. Ook is het erg leuk om een grote organisatie van binnenuit te leren kennen, van zorginkoop tot declaratieservice.
mann van den Broek advocaten te Nijmegen, thans werkzaam als bedrijfsjurist bij VGZ te Arnhem.
3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als bedrijfsjurist? Als advocaat geef je zoveel mogelijk onafhankelijk juridisch advies, als bedrijfsjurist moet je ook rekening houden met interne politiek. Dat is wennen. Ik merk daarnaast dat men een duidelijke richting verwacht en mij vraagt om beleidsmatig mee te denken, terwijl ik als advocaat met name gewend was om de opties en bijbehorende risico’s te schetsen. De cultuur is ook heel anders. De advocaat heeft normaal gesproken één aanspreekpunt; het is weinig efficiënt als hij met iedereen binnen een bedrijf gaat overleggen, dat doet de klant intern wel. Als bedrijfsjurist voer ik overleg over meerdere banden om tot een advies te komen. Er hoort dus ook een stukje coördinatie bij.
1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? Ik ben vijf jaar werkzaam geweest in het aanbestedings-, mededingings- en staatssteunrecht. Een afwisselende praktijk met klanten uit voornamelijk de bouwsector. Mijn kennis van aanbesteding, die ik momenteel verdiep door een Grotius opleiding te volgen, komt gelukkig ook in mijn nieuwe baan bij zorgverzekeraar VGZ van pas. Datzelfde geldt voor het mededingingsrecht. De Autoriteit Consument en Markt en de Nederlandse Zorgautoriteit kijken kri-
4. Was mis je het minste aan de advocatuur? De discussie over de hoeveelheid bestede tijd en kosten. Zeker in deze economisch mindere periode is dat regelmatig een lastig verhaal. Ik vind het prettig om iedereen met raad en daad bij te kunnen staan, zonder me druk te hoeven maken over de rekening en de verwachtingen daaromtrent. Natuurlijk moet ik als bedrijfsjurist ook efficiënt te werk gaan, er ligt namelijk altijd weer wat nieuws te wachten en mijn tijd moet goed worden verdeeld. Dat heb ik gelukkig grotendeels zelf in de hand.
Marlies van Berlo
Marlies van Berlo, voorheen advocaat bij Poel-
24
tisch naar de zorg. Maar mijn werkzaamheden bij VGZ zijn veel breder. Iedere bedrijfsjurist concentreert zich op één of meerdere bedrijfsonderdelen. Ikzelf adviseer onder meer het bestuurssecretariaat. Daar komt veel ondernemingsrecht bij kijken.
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Zeg nooit nooit, maar ik zit helemaal op mijn plek bij VGZ, in een groot team van bedrijfsjuristen. Ik leer ontzettend veel nieuwe dingen en heb fijne collega’s. VGZ is een interessante organisatie waar de financiële markt en de zorgsector bij elkaar komen. Het bedrijf maakt een spannende tijd van deregulering en marktwerking door met alle juridische consequenties van dien. Kortom, een uitdagende job!
Sjoerd van Hoogmoed
Sjoerd van Hoogmoed, voorheen advocaat bij Hekkelman advocaten en notarissen te Nijmegen, thans werkzaam als rentmeester-taxateur bij Hoogstate taxateurs en rentmeesters te Nijverdal. 1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? Ik ben als advocaat werkzaam geweest op het gebied van ruimtelijke ordening en agrarisch recht. Ik hield mij met name bezig met bestemmingsplannen en andere ruimtelijke procedures, maar ook heb ik enkele zaken gehad op het gebied van pacht en onteigening. Vanaf 2011 ben ik werkzaam als rentmeester-taxateur. In die hoedanigheid houd ik mij bezig met taxaties en adviezen op – met name – het gebied van onteigeningen, planschades, nadeelcompensaties, pacht en erfpacht. 2. Wat trok je aan in deze overstap? Tijdens mijn periode in de advocatuur kwam ik erachter dat ik niet gelukkig werd van een baan waarin ik mij enkel en alleen met juridische zaken bezig hield en waar ik bovendien het grootste deel van de tijd achter mijn bureau zat.
Mijn vader is al zijn hele werkzame leven actief als rentmeester en hoewel ik altijd gezworen heb hem niet achterna te gaan, werd ik toch geprikkeld door zijn enthousiaste verhalen uit de praktijk. Als ik dan de vergelijking maakte met mijn eigen werkweek, vroeg ik mij regelmatig af of ik wel het juiste beroep had gekozen. 3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als rentmeester-taxateur? Eigenlijk zijn er twee grote verschillen: Het eerste verschil is dat je als taxateur veel meer buiten bent en tussen de mensen staat. Schreef ik als advocaat nog wel eens een advies over een gebied waar ik nooit een voet op de bodem had gezet; als taxateur moet je toch echt een object bezichtigd te hebben alvorens je er iets over kan zeggen. Als gevolg daarvan cross ik een groot deel van het land door en is er een mooie afwisseling tussen veld- en kantoorwerk. Ten tweede heb ik het gevoel dat ik als rentmeester meer kan betekenen voor mensen. Vaak komt de stap naar een advocaat eigenlijk te laat. Partijen zijn dan al zo verhard in hun standpunt dat een redelijke oplossing vaak ver weg blijkt. In mijn huidige praktijk is het niet ongebruikelijk dat je namens beide partijen op zoek gaat naar een oplossing of dat je nog kan sturen c.q. onderhandelen in het voortraject. Een oplossing bieden die beide partijen aanstaat zodat ze ook in de toekomst met elkaar verder kunnen geeft veel voldoening! Overigens merk ik dat mijn juridische achtergrond daarbij regelmatig goed van pas komt. 4. Wat mis je het minste aan de advocatuur? Dat vind ik een lastige vraag. Ik weet wel dat ik de zittingen het meeste mis. Het belang van jouw cliënt op een goede manier onder de aandacht weten te brengen vond ik erg leuk om te doen. Aan de andere kant, ook in mijn huidige functie mag ik regelmatig erop uit om mijn zegje te doen voor bezwaarschriftcommissies, adviescolleges en een enkele bestuursrechter. Ik hoef mij in die zin dus nog niet te vervelen. 5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Zeg nooit nooit. Maar voorlopig heb ik die ambitie niet. Ik heb het daarvoor veel te goed naar mijn zin.
25
Daisy de Beijer
Lot Nelissen
Daisy de Beijer, voorheen advocaat bij Ross
Lot Nelissen, voorheen advocaat bij Dirkzwager
advocaten te Zevenaar, thans werkzaam als arbeidsjurist bij BDO Legal, met als standplaats Arnhem.
advocaten en notarissen te Arnhem, thans werkzaam als Legal Counsel bij bol.com te Utrecht.
1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? In de advocatuur was het grootste gedeelte van mijn praktijk arbeidsrechtelijk. Bij BDO werk ik uitsluitend nog in het arbeidsrecht.
1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? Ik ben bij Dirkzwager vier jaar werkzaam geweest op het gebied van het Intellectuele Eigendomsrecht en het IT-recht.
2. Wat trok je aan in deze overstap? De inkijk in een ander soort bedrijf trok mij aan. BDO is namelijk een internationale organisatie met 29 vestigingen in Nederland. Er is sprake van een nauwe samenwerking met de accountants, belastingadviseurs en de andere disciplines binnen consultancy. Ook word ik meer proactief betrokken bij de ondernemer.
Daarna heb ik de overstap gemaakt naar bol.com, waar ik als Legal Counsel werkzaam ben op meer rechtsgebieden. Het IT-recht maakt nog steeds een groot deel uit van mijn werkzaamheden, maar nu houd ik mij onder andere ook bezig met het privacy recht, consumentenrecht, reclamerecht en algemeen contractenrecht.
3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als bedrijfsjurist? Helaas moet ik nu de toga laten hangen in de rechtszaal. 4. Wat mis je het minste aan de advocatuur? Inhoudelijk, vooral in het arbeidsrecht, is er weinig verschil met de advocatuur. Op dat vlak is er dus niet veel wel of niet te missen. Feitelijk ben ik nu echter niet gebonden aan de gedragsregels, maar dat zijn grotendeels ook gewoonweg fatsoensnormen, dus die hanteer je toch wel, ook als jurist.
26
5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Ik ben nog ‘jong’, dus ik weet niet hoe mijn loopbaan nog verder zal verlopen.
2. Wat trok je aan in deze overstap? Bol.com is natuurlijk een prachtig bedrijf, dat op dit moment een enorme ontwikkeling doormaakt. Om dat van dichtbij te mogen meemaken is erg bijzonder. Daarnaast heb ik een brede interesse, het feit dat je op verschillende rechtsgebieden werkzaam bent sprak mij dan ook aan. Tevens ben ik zelf redelijk praktisch ingesteld en viel ik daarom voor de praktische insteek die je als Legal Counsel moet kunnen toepassen. 3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als Legal Counsel? Dat ik nu niet meer te maken heb met veel verschillende cliënten, maar met één cliënt die tevens mijn werkgever is. Doordat je zo goed op de hoogte bent van de organisatie ben je tevens beter in staat om te weten wat het eigenlijke doel is achter een
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
bepaalde vraag zodat je ook daadwerkelijk een advies kan geven wat kan worden toegepast. Het feit dat je vervolgens van dichtbij kunt meemaken wat jouw advies of het door jou opgestelde contract tot gevolg voor de organisatie heeft is tevens een verschil. 4. Wat mis je het minste aan de advocatuur? Het tijdschrijven en de discussies met cliënten over de factuur of je kosteninschatting. Overigens ben ik veel sneller dan gedacht gewend geraakt aan het feit dat ik niet meer tijd hoef te schrijven. 5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Zeg nooit nooit. Ik denk dat een advocaat door de ervaring als bedrijfsjurist (nog) beter in staat is om zijn of haar cliënten te begrijpen en de specifieke wensen boven tafel te krijgen, wat het juridisch advies en de samenwerking alleen maar ten goede komt. Het lijkt me heel leuk om mijn ervaring op die manier te kunnen inzetten, dus wie weet.
Martine van Steen-Goldsmid
Martine van Steen-Goldsmid, voorheen advocaat bij Dirkzwager advocaten en notarissen te Arnhem, thans werkzaam als senior jurist en plv. directiesecretaris bij Rabo Vastgoedgroep te Hoevelaken. 1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? Ik heb eerst anderhalf jaar gewerkt op de sectie Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade voordat ik binnen Dirkzwager de overstap maakte naar de sectie Vastgoed. Daar hield ik mij met name bezig met adviseren en procederen op het gebied van het huurrecht. Drie jaar geleden ben ik overgestapt naar Rabo Vastgoedgroep. Adviseren op het gebied van het huurrecht doe ik nog steeds, aangezien de bedrij-
ven die deel uitmaken van Rabo Vastgoedgroep uiteraard ook in aanraking komen met het huurrecht. Het grootste deel van mijn tijd ben ik bezig met de behandeling van het Vastgoedfraudedossier en met het adviseren van de (voorzitter van de) hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep en de diverse afdelingen binnen Rabo Vastgoedgroep op verschillende rechtsgebieden. 2. Wat trok je aan in deze overstap? De jaren bij Dirkzwager waren heel waardevol en ik heb er ook met veel plezier gewerkt, niet in de laatste plaats door leuke en professionele collega’s en door de mooie dossiers. Na 4,5 jaar advocatuur, waarin ik mij steeds meer begon te specialiseren, realiseerde ik mij dat ik mijn kennis en ervaring graag eerst nog wilde verbreden, voordat ik de diepte in zou duiken. Voor mij was een overstap naar het bedrijfsleven dan ook een logische. Bij Rabo Vastgoedgroep kreeg ik de kans voor die verbreding, niet in de laatste plaats omdat ik mij direct mocht verdiepen in het Vastgoedfraudedossier, een dossier met ontzettend veel verschillende aspecten: civielrechtelijk maar ook strafrechtelijk, inhoudelijk maar ook tactisch. Voor een jurist is (de behandeling van) dit dossier echt het neusje van de zalm, zeker ook omdat met een groot team van mensen met verschillende achtergronden wordt gewerkt. Daarnaast werd ook van mij verlangd dat ik (de voorzitter van) de hoofddirectie zou adviseren in “divisie overstijgende dossiers”. Ieder bedrijf dat deel uitmaakt van de groep heeft een eigen juridische afdeling met haar eigen expertise. In sommige gevallen wordt een dossier, meestal een geschil, naar het niveau van de CEO en CFRO gehaald. In die gevallen dient de afdeling Juridische Zaken van het Bestuurscentrum (waar ik zit) te adviseren en mee te denken. Dit kunnen dan ook uiteenlopende zaken zijn. Reputatie en relatie wegen ook sterk mee bij de keuzes die gemaakt worden. Onderdeel uitmaken van de interne besluitvorming en het zien van de processen daaromtrent, was precies wat ik wilde. Door mijn functie als plaatsvervangend directiesecretaris ben ik in de bijzondere positie gekomen dat ik met enige regelmaat bij het hoogste gremium van Rabo Vastgoedgroep aan tafel zit en (het proces rondom) besluitvorming op het hoogste niveau daadwerkelijk mag aanschouwen. Daar draait het echt om het grotere geheel: strategie, visie en verantwoordelijkheid.
27
3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als jurist? Mijn ervaring in de advocatuur was dat je meestal wordt ingevlogen op het moment dat het geschil of het probleem er al ligt, terwijl je als jurist juist geschillen en problemen probeert te voorkomen. Bovendien ben je als jurist bij de verdere uitvoering betrokken in het geval dat wel advies wordt ingewonnen van een advocaat. Je zorgt voor interne advisering, besluitvorming en praktische uitwerking van hetgeen geadviseerd is. Uiteraard wordt ook input geleverd ten behoeve van het advies, zowel juridisch inhoudelijk als feitelijk. Samenwerking en discussie voeren is de beste manier om tot een goed resultaat te komen. Dat geldt natuurlijk ook in het geval van civiele procedures. Groot verschil daar is dat je natuurlijk niet meer zelf procedeert, maar wel input levert, intern afstemt en de opgestelde stukken beoordeelt. Een ander groot verschil is het toekomstperspectief. In het bedrijfsleven zou je ook andere functies kunnen verrichten dan de juridische functie, terwijl ik in de advocatuur het gevoel had: “the only way is up”. 4. Wat mis je het minste aan de advocatuur? Ik vermoed dat als deze vraag aan 100 oudadvocaten wordt gesteld, vaak hetzelfde antwoord zal worden gegeven: tijdschrijven. Dat mis ik echt het minste. Continue op de klok kijken en steeds de bestede tijd verwerken in het tijdschrijfsysteem. De feitelijke handeling was dan misschien nog wel het minst erg. Ik vond het vooral lastig om in een zo beperkt mogelijke tijd tot een zo goed mogelijk resultaat te komen en steeds af te wegen of de tijd die je stak in de behandeling van een dossier nog wel echt toegevoegde waarde had voor de cliënt. 5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Zeg nooit nooit. Op dit moment zit ik heel goed op mijn plek bij Rabo Vastgoedgroep, biedt mijn functie mooie uitdagingen en leer ik nog iedere dag volop. Mocht ik op een gegeven moment toch een stap buiten Rabo Vastgoedgroep willen maken, dan sluit ik niet uit dat ik een terugkeer naar de advocatuur in overweging neem. ¿
28
Paul Kreupeling
Paul Kreupeling, voorheen advocaat bij CMS Derks Star Busmann te Arnhem, thans werkzaam als interim jurist via Brunel Legal bij (onder andere) Deutsche Bank te Amsterdam en de gemeente Enschede. 1. Op welk rechtsgebied was je eerst werkzaam en wat doe je nu? In de advocatuur hield ik mij voornamelijk bezig met het civielrechtelijk vastgoed, zoals huurrecht en koop. Momenteel houd ik mij, naast het civielrechtelijke vastgoed, ook bezig met ondernemingsrecht, financiering en zekerheden en algemeen verbintenissenrecht. 2. Wat trok je aan in deze overstap? Als advocaat word je vaak, pas als er problemen rijzen, bij het proces betrokken. Als interim jurist ben je bijna in alle gevallen vanaf de start bij het proces betrokken en ben je ook meer bij de strategie betrokken. Die uitdaging zocht ik en heb ik gevonden. 3. Wat is het grootste verschil tussen jouw vorige baan als advocaat en jouw huidige baan als interim jurist? Zoals ik al aangaf, word ik als jurist binnen de organisatie eerder bij het proces betrokken. Indien het tot een procedure komt, wordt de zaak uit handen gegeven aan een advocaat. In plaats dat ik de procedure zelf (of samen met kantoorgenoten) ga doen en alle ‘ins en outs’ van de zaak ken, overleg ik nu met de advocaat die de procedure gaat voeren. Daarnaast ligt er minder focus op acquisitie, omdat de klant al intern aanwezig is. Ik kom hierdoor wel minder buiten kantoor voor externe afspraken dan voorheen als advocaat.
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
4. Wat mis je het minste aan de advocatuur? Haha, dat is het urenschrijven. Ook al houd ik uiteraard bij wat ik iedere dag doe (en leg ik daarover verantwoording af) en bij welke processen ik betrokken ben, ik hoef gelukkig niet meer per minuut bij te houden hoeveel tijd ik aan de betreffende kwestie heb besteed.
5. Zou je ooit terug willen keren naar de advocatuur? Dat sluit ik zeker niet uit.
Even voorstellen: het Juridisch Genootschap Nijmegen en het Juridisch Genootschap Zutphen Door: Vanessa van Westing
Als advocaat kunt u lid zijn van diverse specialisatieverenigingen of andere juridische gezelschappen om uw professionele kennis en kunde te onderhouden zoals voorgeschreven in de Verordening op de vakbekwaamheid. In ons arrondissement is er zowel het Juridisch Genootschap Nijmegen als het Juridisch Genootschap Zutphen. Beide genootschappen hebben ruimte voor nieuwe leden en stellen zich graag aan u voor. Het Juridisch Genootschap Nijmegen is opgericht in 1991 en heeft zo’n 135 leden. Dit genootschap organiseert op vier maandagavonden per jaar een lezing in Restaurant BEAU (Landgoed Brakkesteyn) te Nijmegen over actuele juridische onderwerpen en academische leerstukken. De lezingen worden telkens gegeven door vooraanstaande juristen. Afgelopen jaar hebben de volgende sprekers een lezing gehouden: - mr. H.A. Hoving, advocaat bij Dirkzwager advocaten & notarissen in Nijmegen, over de normering van topinkomens;
- prof. mr. J.D.A. den Tonkelaar, hoogleraar rechtspleging aan de Radboud Universiteit en senior rechter bij Rechtbank Gelderland, over de plaats van de wraking; - prof. mr. C.M. Hilverda, hoogleraar faillissementsfraude en senior raadsheer bij Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, over de rol van de curator, belastingdienst en justitie bij de bestrijding van faillissementsfraude; - prof.mr. Myjer, hoogleraar mensenrechten aan de VU, over het EVRM. Komend jaar (het nieuwe verenigingsjaar start in september) wordt onder meer een lezing verzorgd door de burgemeester van Nijmegen, de heer drs. H.M.F. Bruls. Na elke lezing wordt de gelegenheid geboden om met elkaar van gedachten te wisselen tijdens de borrel. Na afloop van de laatste lezing van het verenigingsjaar wordt tevens gezamenlijk gedineerd. Het lidmaatschap dat ¤50,00 per jaar bedraagt inclusief de borrels en het diner, staat open voor juristen die werkzaam of woonachtig zijn in de gemeente Nijmegen en nabije omgeving. Voor meer informatie en aanmelding kunt u contact opnemen met de secretaris mr. M.E. van Schaick via
[email protected]. Het Juridisch Genootschap Zutphen bestaat in 2015 zestig jaar en heeft zo’n 100 leden. Dit genootschap heeft als doel het stimuleren van de belangstelling voor de rechtswetenschap en rechtspraktijk. Het bestuur nodigt sprekers uit die vanuit hun specialisme aansprekende informatie met de leden
Restaurant BEAU te Nijmegen
29
Hampshire Hotel ’s Gravenhof te Zutphen
delen over onderwerpen die voor elke juridische beroepsbeoefenaar van belang zijn . Ook komen er geregeld sprekers die algemeen maatschappelijke onderwerpen behandelen. De lezingen zijn niet alleen interessant, maar voldoen naar het oordeel van het bestuur ook aan de eisen die in het kader van permanente educatie aan de verschillende juridische beroepsgroepen worden gesteld. Een groot aantal leden komt uit de rechterlijke macht, staand en zittend. Verder zijn er uiteraard vele advocaten, notarissen en bedrijfsjuristen lid, maar ook bestuurders met een juridische achtergrond. De ontmoe-
tingen worden georganiseerd op donderdagavond in het Hampshire Hotel ’s Gravenhof te Zutphen. Eenmaal per jaar wordt de avond afgesloten met een diner. De onderlinge ontmoetingen worden volgens het bestuur als zeer waardevol ervaren door de leden. Het lidmaatschap dat ¤ 45,00 per jaar bedraagt, staat open voor iedere jurist uit het ‘oude arrondissement Zutphen’ en aanpalende arrondissementen. Voor meer informatie en aanmelding kunt u contact opnemen met mr. M.L.W.J.S. Knook via
[email protected]. ¿
DACHT JE DAT JE Subheading. ADVOCAAT WAS... Ben je opeens ook ondernemer. Zodra u tot een maatschap toetreedt, bent u ook ondernemer. En krijgt u meer en meer met complexe financiële vraagstukken te maken. Zowel zakelijk als privé. Dan is het goed om te weten dat ABN AMRO de bank is die uw taal spreekt. Onze preferred bankers voor vrije beroepen kunnen u uitstekend begeleiden bij uw nieuwe start. Bijvoorbeeld met adviezen over het afdekken van risico’s en uw financiering. Ga naar abnamro.nl/advocaten voor meer informatie. Gespecialiseerd financieel advies voor uw professie. Dat is advies anno nu.
30
GBBMDB Gelders Balie Bulletin Movie Data Base Door: Jan-Paul van Barneveld
Robert Downey Jr. en Robert Duvall – The Judge
In oktober 2014 gaat er wereldwijd in de bioscopen een film in première die te kwalificeren lijkt als rechtbankdrama, The Judge. De hoofdrollen worden vertolkt door Robert Downey Jr. en Robert Duvall. Zij spelen een gebrouilleerde zoon en vader. Downey Jr. is een succesvolle advocaat die voor de begrafenis van zijn moeder terugkeert naar zijn geboortestadje in Indiana. Duvall is daar rechter, maar wordt verdacht van moord. Ondanks de slechte verhouding neemt Downey Jr. de verdediging van zijn vader ter hand. Hoewel Robert Downey Jr. de laatste jaren vooral furore maakt met ‘tongue in cheek’ actiehelden als Iron Man en Sherlock Holmes, heeft hij in het tragikomische Due Date laten zien nog steeds prima andere rollen aan te kunnen. Robert Duvall kruipt niet voor het eerst in de huid van een jurist. In A Civil Action speelt hij een sjofel ogende, maar oh zo gewiekste advocaat. Duvalls rol in A Civil Action is een kleine, maar zijn vertolking maakt de film ondanks het belabberde acteerwerk van John Travolta nog toch het bekijken waard. Natuurlijk weet iedere beetje filmliefhebber dat Duvall de consigliere van Don Vito Corleone speelde. Met zijn indrukwekkende vertolking van Tom Hagen in de eerste twee Godfather films bewees Duvall op relatief jonge leeftijd al echt niet alleen een eenogige koning te zijn in een land van blinden. Aangezien zelfs een middelmatige Robert Duvall c.q. een Robert Duvall in een middelmatige film een genot blijft om naar te kijken, lijkt The Judge alleen al vanwege de hoofdrolspelers een aanrader. Dit ondanks het
feit dat er op het moment van de deadline van het GBB niet meer bekend is dan de contouren van het plot en een trailer. Wachten tot oktober of überhaupt naar de bioscoop gaan is niet nodig om van goed film- en acteerwerk te genieten. Theodoor Holman schreef onlangs in Het Parool een column met de intrigerende titel ‘Het is niet seks, maar een tv-serie die de mens redelijk gelukkig kan maken’ (http://www.parool. nl/parool/nl/508/THEODOR-HOLMAN/article/detail/3673155/2014/06/16/Het-is-niet-seks-maareen-tv-serie-die-de-mens-redelijk-gelukkig-kanmaken.dhtml). Even los van de titel en het feit dat hij een andere ‘seriesmaak’ lijkt te hebben dan ik, was ik geneigd om het met Holmans relaas eens te zijn. Door de opkomst van betaalzenders als HBO hebben veel moderne series een minstens zo’n hoge ‘production value’ als veel grote speelfilms, terwijl er veel meer tijd is om het verhaal te vertellen en alle karakters uit te diepen. Een goede serie kan je, net als een goed boek, vaak volledig meezuigen in een verhaal, een andere tijd en plaats en het (fictieve) leven van anderen. Als er goed geacteerd wordt, voelen de karakters op den duur als goede bekenden wier wel en wee je wilt blijven volgen. In een serie als Downton Abbey, Mad Men of Band of Brothers raken de sterke kanten van zowel filmkunst als soap elkaar en kan er een mate van betrokkenheid worden gecreëerd die je in een twee uur durende bioscoopfilm niet snel zult kunnen bereiken.
31
Op het gebied van rechtbankdrama blijft het qua series vooralsnog redelijk behelpen. Hoewel, de eerste afleveringen van seizoen 3 van Suits halen met gemak het niveau van seizoen 1 en zijn aanzienlijk beter dan seizoen 2. De serie lijkt dus nog te groeien (seizoen 1 en 2 van Suits zijn inmiddels te bewonderen op Netflix). Een veel beter voorbeeld van modern tv-drama is echter de BBC-serie, Peaky Blinders. De serie wordt door recensenten vaak bestempeld als de Britse tegenhanger van de HBO-serie Boardwalk Empire, maar behalve dat beide series globaal in hetzelfde tijdvak spelen en over de onderwereld gaan, zijn er de nodige verschillen. Peaky Blinders is meer sociaal drama en wat minder gangsterepos. Peaky Blinders belicht een periode van het interbellum vanuit een perspectief dat we nog niet vaak zagen. De roaring twenties zijn nog niet aangebroken. Getraumatiseerde soldaten komen terug in Birmingham van de slagvelden in België en Frankrijk om erachter te komen dat hun banen er niet meer zijn en de rest van de wereld weinig begrip heeft voor hun ervaringen. Van het intellectuele positivisme gemixt met de Charleston en jazz uit onder andere Hemingway’s The Sun Also Rises is nog geen sprake, laat staan van de verveelde glamour uit Fitzgeralds The Great Gatsby. Hoofdpersonen zijn de Shelby broers, de leiders van de Peaky Blinders, een bende die zich bezig houdt met gokken en afpersing. Zij zijn in hun buurt de wet, meer dan het politiekorps dat bestaat uit corrupte dienders en geleid wordt door een keiharde uit Ierland door Churchill overgeplaatste commissaris, gespeeld door oudgediende Sam Neil.
32
De makers leveren door het goede acteerwerk, spannende verhaallijnen, mooie sets, kostuums en CGI een schoolvoorbeeld van modern hoogstaand tv-drama op. Het eerste seizoen is op dvd te verkrijgen en het tweede seizoen zal dit najaar door de BBC worden uitgezonden. Het enige minpuntje van de serie is hooguit dat de makers weinig moeite doen om de historische context uit te leggen. Op zich niet onlogisch, want de fragmentarische nachtmerries en flashbacks van de hoofdrolspelers zullen voor het grote Britse publiek meer dan genoeg zijn. De Eerste Wereldoorlog is daar immers in het collectieve geheugen gegrift. Zo blijkt dat een aantal hoofdrolspelers zich bezig hielden met het graven van tunnels om de Duitse loopgraven te ondermij-
nen. Deze claustrofobische en zenuwslopende strijd in nauwe donkere gangen is onder andere uitvoerig beschreven in het aangrijpende boek, The Birdsong van Sebastian Faulks, dat in Engeland maandenlang bovenaan de bestsellerlijsten heeft gestaan. Veel Nederlanders zullen echter minder bekend zijn met de Eerste Wereldoorlog, laat staan met dit zich ondergronds afspelende aspect van die oorlog. Zulke achtergrondkennis verschaft echter wel veel meer inzicht in de hoofdpersonen. Mogelijk is dat de reden dat de serie in Engeland behoorlijk populair is, maar Paths of Glory in Nederland weinig aandacht krijgt. Dat is jammer want Peaky Blinders is toch een stuk interessanter dan bijvoorbeeld het alom geprezen Breaking Bad. Wie een spoedcursus wil over dit onderwerp kan kijken naar Cold Mountain (ook op Netflix). Die film speelt weliswaar in de Amerikaanse burgeroorlog, maar zelden zijn de verschrikkingen van de moderne loopgravenoorlog indrukwekkender verfilmd dan de scenes over de slag bij Petersburg in Cold Mountain. Veel indrukwekkender bijvoorbeeld dan in de - op zich zeer onderhoudende - Franse film uit 2004: Un long dimanche de fiançailles. Aan de andere kant kun je je afvragen of het nodig is om het slagveld zo realistisch mogelijk in beeld te brengen om de verschrikkingen daarvan inzichtelijk te maken. Tenslotte is de totale waanzin van de Eerste Wereldoorlog, of oorlog in het algemeen, zelden beter uit de verf gekomen op het witte doek dan in Stanley Kubricks rechtbankdrama pur sang: Paths of Glory. In deze film uit 1957 zijn het niet de massa scenes of dure computer generated images die het onbehagen en afschuw bij de toeschouwer oproepen, maar de onmacht en wanhoop van Kolonel Dax (Kirk Douglas) om een volstrekt onrechtvaardig noodlottig vonnis van de krijgsraad af te wenden. Stanley Kubrick liet met Paths of Glory een tijdloze aanklacht tegen oorlog en vooral tegen onrecht en willekeur na. En dat in een prachtig gefilmd pamflet van nog geen anderhalf uur. Niets ten nadele van goede tv-series en niettegenstaande het feit dat je van Paths of Glory natuurlijk niet echt gelukkig wordt zoals Theodoor Holman het bedoelde, maar soms is minder toch echt gewoon meer. ¿
Mutatiestaat Mutatiestaat Gelders Balie Bulletin 1 mei 2014 – 31 juli 2014 Afgevoerd van het tableau m.i.v. 1 mei 2014 m.i.v. 13 mei 2014 m.i.v. 28 mei 2014 m.i.v. 28 mei 2014 m.i.v. 1 juni 2014 m.i.v. 1 juni 2014 m.i.v. 1 juni 2014 m.i.v. 1 juli 2014 m.i.v. 3 juli 2014 m.i.v. 10 juli 2014
mr. P.G.S. Disberg mr. C.T.C. Wijsman (RAIO) mr. H. Babai Azar mw. mr. M.A. Bijl (RAIO) mw. mr. J.J.F.A. Ligthart mw. mr. I.M. Walrecht mr. R.F.M. Post mw. mr. B.A. Jacobs mw. mr. M. Wildekamp mw. mr. M. van Berlo
te Apeldoorn te Tiel te Arnhem te Arnhem te Nijmegen te Arnhem te Arnhem te Arnhem (st) te Wageningen te Nijmegen
mr. H.M. Lenting mw. mr. L.M.H. Nelissen mr. D.P. Poppe
te Arnhem (st) te Culemborg te Epe
Uitgeschreven te Gelderland m.i.v. 1 juni 2014 m.i.v. 1 juli 2014 m.i.v. 1 juli 2014
Inschrijvingen arrondissement Gelderland Mr. J.J. van Ooijen Akzo Nobel Velperweg 76 6824 BM Arnhem Postbus 9300 6800 SB Arnhem Tel.: 026 – 366 44 33 Fax: 026 – 366 49 44 Overgestapt per: 1 mei 2014 Eerder beëdigd: 27 februari 2001 te Amsterdam
Mw. mr. E.L. Traag Dirkzwager advocaten & notarissen Velperweg 1 6824 BZ Arnhem Postbus 3045 6802 DA Arnhem Tel.: 026 – 353 83 00 Fax: 026 – 351 07 93 Beëdigd: 14 mei 2014
33
Mw. mr. D.E.E. Lodder Brands Advocaten Velperweg 28 6824 BJ Arnhem Tel.: 026 – 445 20 85 Fax: 026 – 442 39 77 Beëdigd: 14 mei 2014
Mw. mr. C.L. van Olst Advocatenkantoor Van Olst Velperplein 19 6811 AH Arnhem Tel.: 06 – 16 49 54 69 Overgestapt per: 4 juni 2014 Eerder beëdigd: 22 april 2011 te Utrecht
Mr. W. van den Bent Drijber en Partners 6881 TH Velp Tel.: 026 – 82 00 110 Fax: 026 – 82 00 111 Beëdigd: 27 juni 2014
Mw. mr. K. Diederen Surquin Verheyden Advocaten Driepoortenweg 24A 6827 BR Arnhem Tel.: 026 – 712 21 22 Fax: 026 – 363 97 68 Beëdigd: 27 juni 2014
34
Mw. mr. A.C.M. Scharenborg MourikVanScheppingenBongaarts Advocaten Herenstraat 29 7121 DA Aalten Tel.: 0543 – 47 72 79 Fax: 0543 – 47 72 39 Overgestapt per: 1 juni 2014 Eerder beëdigd: 16 februari 2011 te Almelo
Mw. mr. R.M. Stark Bierman Advocaten Laan van Westeroijen 4 4003 AZ Tiel Postbus 124 4000 AC Tiel Tel.: 0344 – 67 71 88 Fax: 0344 – 67 71 90 Beëdigd: 27 juni 2014
Mw. mr. E.F.M. Schouten Bierman Advocaten Laan van Westeroijen 4 4003 AZ Tiel Postbus 124 4000 AC Tiel Tel.: 0344 – 67 71 88 Fax: 0344 – 67 71 90 Beëdigd: 27 juni 2014
Mw. mr. M.S. Vos Bierman Advocaten Laan van Westeroijen 4 4003 AZ Tiel Postbus 124 4000 AC Tiel Tel.: 0344 – 67 71 88 Fax: 0344 – 67 71 90 Overgestapt per: 1 juli 2014 Eerder beëdigd: 29 januari 2010 te Den Haag
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Mw. mr. S.R.B. Stoop-Maigret Willems & Van Ommeren Hoofdweg 72 7371 AK Loenen Gld Postbus 126 7360 AC Beekbergen Tel.: 055 – 506 66 50 Fax: 055 – 506 66 51 Beëdigd: 25 juli 2014 Eerder beëdigd: 16 februari 2010 te Amsterdam
Mw. mr. M. Holthuis Nysingh advocaten – notarissen Vosselmanstraat 260 7311 CL Apeldoorn Postbus 10100 7301 GC Apeldoorn Tel.: 055 – 527 12 71 Fax: 055 – 522 31 11 Beëdigd: 25 juli 2014 Eerder beëdigd: 28 november 2007 te Arnhem
Mw. mr. S. Usanmaz Özkara en Osinga Advocaten Klarendalseweg 375 6822 GS Arnhem Tel.: 026 – 351 00 04 Fax: 026 – 446 42 99 Beëdigd: 25 juli 2014
Verhuisd naar ander kantoor IJsseldijk Corbeek Advocaten te Arnhem Mr. M.W.J. Rosendaal (per 1 juni 2014, voorheen werkzaam bij GDO Advocaten te Nijmegen)
Phijffer Advocaten te Nijmegen Mr. M.L.C. Snoeks (per 1 juli 2014, voorheen werkzaam bij Hekkelman Advocaten te Nijmegen)
Jaegers & Soons Advocaten-Belastingkundigen te Nijmegen Mr. E. Smit (per 5 juni 2014, voorheen werkzaam bij De Kempenaer Advocaten te Arnhem)
Nieuw kantoor BeuneFaber Advocaten-Belastingkundigen (per 1 mei 2014) Mr. R.B.H. Beune Mw. mr. A.L. Faber (beiden voorheen werkzaam bij Jaegers & Soons Advocaten-Belastingkundigen te Nijmegen) St. Annastraat 291 6525 GT Nijmegen Postbus 31308 6503 CH Nijmegen Tel.: 024 – 20 30 025 Fax: 024 – 20 62 126 E-mailadres:
[email protected]
Minneboo Advocatuur (per 12 mei 2014) Mr. ir. J.R. Minneboo (voorheen werkzaam bij Achmea te Apeldoorn) Leeuweriklaan 2 7203 JE Zutphen Tel.: 06 – 81 35 65 05 E-mailadres:
[email protected]
35
Bollen van Scheppingen Advocaten (per 1 juni 2014) Mw. mr. H.G. Bollen Mr. Th.G. van Scheppingen (beiden voorheen werkzaam bij MourikVanScheppingenBongaarts Advocaten te Aalten) Lichtenvoordseweg 27 7141 DV Groenlo Tel.: 0544 – 76 00 36 Fax: 0544 – 46 10 19 E-mailadres:
[email protected] Advocatenkantoor Van Olst (per 4 juni 2014) Velperplein 19 6811 AH Arnhem Tel.: 06 – 16 49 54 69 E-mailadres:
[email protected] Van der Linde Advocatuur (per 22 juli 2014) Mr. J.W. van der Linde (voorheen werkzaam bij A & S Advocaten te Wageningen) Stationsweg 76 6711 PV Ede Gld Tel.: 0318 – 50 48 63 Fax: 0318 – 89 02 57 E-mailadres:
[email protected]
Ruesink & Baggerman Letselschade Advocaten (per 25 juli 2014) Mr. A. Ruesink (voorheen werkzaam bij ROM Letselschade Advocaten te Apeldoorn) Mr. S. Baggerman (voorheen werkzaam bij Baggerman Advocatuur te Apeldoorn) Mariannalaan 21 7316 DS Apeldoorn Postbus 10468 7301 GL Apeldoorn Tel.: 055 – 522 52 70 Fax: 055 – 576 29 28 E-mailadres:
[email protected]
Naamswijziging Saija & Derksen Advocaten te Arnhem (per 1 juni 2014, voorheen Saija Derksen Post Advocaten te Arnhem) E-mailadres:
[email protected] Overige gegevens ongewijzigd
Adreswijziging
36
Coskun Advocatuur Nieuw vestigingsadres en telefoonnummer: (per 6 mei 2014) Looierstraat 12A 6811 AX Arnhem Tel.: 026 – 382 44 70 Overige gegevens ongewijzigd
Maassen Law (per 11 juli 2014) Nieuw vestigings- en correspondentieadres: Velperweg 89 6824 HH Arnhem Overige gegevens ongewijzigd
Advocatenkantoor Cornelisse Nieuw vestigingsadres en telefoonnummer: (per 1 juli 2014) Spijksedijk 7 6917 AB Spijk Tel.: 06 – 11 40 20 63 Fax: vervallen Overige gegevens ongewijzigd
Drijber en Partners Nieuw correspondentieadres: (per 23 juli 2014) Postbus 180 6880 AD Velp Gld Overige gegevens ongewijzigd
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Overige wijzigingen Baggerman Advocatuur Kantoor per 25 juli 2014 opgeheven
Bijlsma Legal Nieuw postbusnummer: Postbus 2 6800 AA Arnhem Overige gegevens ongewijzigd
ROM Letselschade Advocaten Kantoor per 28 juli 2014 opgeheven
Wildekamp Advocatuur Kantoor per 3 juli 2014 opgeheven
administratie- en belastingconsulent
de betaalbare professionals voor de advocatuur Postbus 7033 6503 GM Nijmegen Telefoon: 024 - 6453844
financieel boekhouding - declareren - debiteurenbeheer - salarissen - jaarrekening
secretarieel
E-mail:
[email protected]
incidenteel / continu - digitaal / analoog – papier / tape / bestand
www.dehue.nl
in of ex company
37
Cursuskalender Een greep uit ons cursusaanbod najaar 2014 Ons volledige cursusaanbod vindt u op www.cpo.nl VSO-cursussen
PAO-cursussen
Geheime opsporing 27 en 28 oktober
13 VSO/PO Den Dolder
Insolventierecht verdiept 3 en 4 november
16 PO Driebergen
Algemeen bestuursrecht 27 en 28 oktober
13 VSO/PO Zeist
Jaarstukken en alimentatie basis 5 en 12 november
12 VSO/PO Nijmegen
Effectief argumenteren 29 oktober en 12 november
11 VSO/PO Ravenstein
Jaarstukken en alimentatie verdiept 3 december
Huurrecht 29 oktober en 12 november
11 VSO/PO Utrecht
Pensioen, huwelijkse voorwaarden en echtscheiding 4 PO 10 november Nijmegen
Insolventierecht basis 3 en 4 november
13 VSO/PO Den Dolder
Intellectuele Eigendom in de marketing 11 VSO/PO 5 en 19 november Amsterdam Ontslagrecht verdiept 10 en 11 november
13 VSO/PO Zeist
Personen- en familierecht 13 en 14 november
13 VSO/PO Den Dolder
Vennootschapsrecht basis: transacties 14 VSO/PO 17 en 18 november Den Dolder
38
Europees recht 17 en 18 november
13 VSO/PO Den Dolder
Bouwrecht 27 en 28 november
13 VSO/PO Wolfheze
Contracten maken en beoordelen deel 1 1 en 2 december
18* VSO/PO Den Dolder
Contracten maken en beoordelen deel 2 11 december
* waarvan 6 voor deel 2 Zeist
Beslag- en executierecht 8 en 9 december
14 VSO/PO Zeist
Professioneel onderhandelen voor advocaat-stagiaires 15 en 16 december
13 VSO/PO Wolfheze
6 PO Nijmegen
Gezondheidsstrafrecht 10 november
6 PO Utrecht
Bestuursrecht verdiept 11, 18 en 25 november
18 PO Nijmegen
Bijzondere vermogensrechten 20 november
4 PO Utrecht
Arbeidsrecht verdiept 20 november en 4 december
12 PO Utrecht
De gebrekenregeling in het huurrecht 25 november
4 PO Utrecht
Actualiteiten Intellectueel Eigendom 26 november
6 PO Nijmegen
Wet Modern Migratiebeleid, Visumwet en Wet Arbeid Vreemdelingen 4 PO 27 november Utrecht De Aanbestedingswet werkt? 2 december
4 PO Utrecht
Effectief in kort geding 9 december
4 PO Utrecht
Effectieve verweren in (grote) strafzaken 13 PO 11 en 12 december Zeist Beslag- en executierecht 16 december
6 PO Utrecht
Tweede jaargang september 2014 nr. 3
Klantwaarderingsonderzoek Rechtspraak 2014 Oordeel zelf! Hoe tevreden bent u over de Rechtspraak? En hoe beoordeelt u de gang van zaken tijdens het proces? In het najaar van 2014 vindt binnen alle Nederlandse gerechten het klantwaarderingsonderzoek (KWO) 2014 plaats. Graag vragen wij aan u als professional om mee te werken aan dit onderzoek.
Doel Doel van het driejaarlijkse KWO is inzicht te krijgen in de mate van tevredenheid over gerechten. Ook legt de Rechtspraak hiermee verantwoording af aan de maatschappij. De resultaten gebruiken gerechten om hun dienstverlening te verbeteren. Er wordt onderzoek gedaan bij rechtzoekenden en professionals. De onderzoeksresultaten worden in medio maart 2015 bekendgemaakt. Het onafhankelijke onderzoeksbureau Ipsos voert het klantwaarderingsonderzoek uit. De rapportage wordt verzorgd door Regioplan.
uitgenodigd worden om mee te doen. Het beantwoorden van de vragen duurt ongeveer tien minuten. De onderzoeksperiode duurt van 23 september tot 4 november 2014. Ook rechtzoekenden worden gevraagd om een oordeel. Op alle gerechten worden van september tot november interviews met rechtzoekenden afgenomen. Per gerecht en per zaaksoort worden er minimaal 36 interviews gehouden. In totaal levert dit bijna 3.500 interviews op.
Meer informatie Uw mening is erg belangrijk voor het verbeteren van de kwaliteit van de Rechtspraak. Uiteraard worden alle antwoorden anoniem verwerkt. Wilt u meer weten over het klantwaarderingsonderzoek? Raadpleeg dan onze website www.rechtspraak.nl/ klantwaarderingsonderzoek of volg ons op Twitter @rechtspraakNL.
Digitale vragenlijst Het onderzoek onder de professionele partijen gebeurt door een online enquête. Alle relevante professionals (advocaten, officieren, gemeenten, rechtsbijstand, deurwaarders etc.) zullen per e-mail
39