Twee hoofdstukken uit het boek: Tussen Verraders
en Spionnen van A. Kaptein uitgave 1948
HOOFDSTUK XXI Een huwelijk en twee moorden. - Van der Waals in een kamp van de Field Security. - En in Engelse dienst contra de Duitse ondergrondse beweging. Op 28 Juni staan voor de gemeentesecretaris van Loosdrecht twee jonge mensen, die elkaar de rechterhand geven. Hij een donkere, elegante man in nauwsluitend jacquet, zij een blozende, knappe jonge vrouw in smetteloos wit. Het ja-woord klinkt en de gemeente-secretaris spreekt de plechtige formule, waarmede in Nederland een huwelijk wordt gesloten: "Dan verklaar is, als ambtenaar van de burgerlijke stand dezer gemeente, in naam der wet, dat ge door het huwelijk aan elkander zijt verbonden". De 19-jarige Cornelia Joharlna den Held uit Wassenaar kijkt schuchter naar haarbruidegom, de 32-jarige Hendrik Jan van Veen, die sinds enige tijd te Loosdrecht - waar zij hem bij het zeilen heeft leren kennen een luxueus-ingerichte woning heeft betrokken. Hij komt uit Indië, deze Van Veen, en hij voert de titels doctor ingenieur. Als getuigen treden op de heren H. L. Bouwman, makelaar te Hilversum en Simon Willem den Held, filmtechniker te Wassenaar, broer van de bruid. De ambtenaar van de burgerlijke stand geeft de jonggehuwden enige vriendelijke, levenswijze woorden mee. Dan treedt het paar naar buiten, in het stralende zonlicht dat de landelijke omgeving van het lieflijke Loosdrecht in een klein paradijs herschept. Voor het stadhuis wachten de ouderwetse, hoge rijtuigen, waarmede de kleine trouwstoet naar de Nederlandse Hervormde Kerk rijdt. Statige orgeltonen ruisen hen tegemoet, als bruid en bruidegom het' oude Godshuis betreden. Er is veel belangstelling voor dit ongewoon romantische huwelijk. In de banken zitten de eenvoudige plattelanders, -die doctor Van Veen en zijn witte bruid willen zien. Dominee P. Moerman smeekt de zegen des hemels af over deze jonge mensen, en houdt een predikatie. Het psalmgezang klinkt plechtig door de dorpskerk en doctor Van Veen zingt de eeuwenoude woorden van geloofsvertrouwen en heilsverwachting mee. Dan leest de predikant het "formulier om den huwelijken staat voor de Gemeente van Christus te bevestigen". Van Veen en zijn jonge vrouw knielen en horen de zegenwoorden over zich uitspreken: "De Vader der barmhartigheid, die u door Zijne genade tot dezen heiligen staat des huwelijks geroepen heeft, verbinde u met rechte liefde en trouwen geve U Zijnen zegen. Amen." De kerk stroomt leeg, het orgel jubelt, de wereld baadt in zomerweelde. En niemand, niemand behalve de donkere man in het nauwsluitende jacquet weet, dat hier bedrog is gepleegd. Bedrog, zó infaam en zó duivels. gemeen, dat woorden het niet omvamen kunnen. Doctor ingenieur Van Veen is.... Anton van der Waals. Het is de spion en bloedhond, de honderdvoudige verrader, chanteur en provocateur Van der Waals, die hier onder valse naam en met afbidding van de zegen des hemels een schijnhuwelijk sluit met het 19-jarige meisje, dat in hem een dapper man, een strijder voor de goede zaak van Neêr1ands vrijheid ziet. Bedrog. Want deze man kàn niet anders dan bedriegen. Meer dan twaalfhonderd mensen zuchten door zijn toedoen in kerkers en concentratiekampen of liggen doorzeefd van kogels in het massagraf. Maar Van der Waals zingt psalmen en buigt het hoofd voor een gebed op de dag van zijn vierde huwelijk. 's Avonds parelt de champagne in de glazen. Er wordt bruiloft gevierd! Het is niet eenvoudig een chronologisch verslag te geven van het leven van deze doortrapte schurk sinds hij, na zijn reis naar Stockholm, door Schreieder werd uitgerangeerd. Er zijn in de twee jaren die er liggen tussen het tijdstip, waarop hij op non-actief werd gesteld en het ogenblik, waarop hij in Duitsland werd gearresteerd, vele duistere punten. Omstreeks Dolle Dinsdag - September 1944 - woont Van der Waals met zijn huisknecht Hendrik Mossinkoff op een prachtig ingerichte woonschuit in Aalsmeer. Hij heeft deze woonschuit voor f 28.000 gekocht van de heer Sauveplanne te Amsterdam en hij doet het tegenover de weinige mensen, waarmee hij zich in Aalsmeer bemoeit, altijd voorkomen alsof hij en Mossinkoff broers zijn. Op een gegeven moment in het najaar van 1944 bemerken de leveranciers, die aan de bewoners van de schult, Uiterweg 9, goede klanten hebben, dat een der heren Mossinkoff is verdwenen. Van der Waals hangt een treurig verhaal op. "Zijn broer is gepakt door de Duitsers." Hij verkeert in vreze of hij hem nog ooit levend terug zal zien .... Natuurlijk is dit verhaal gelogen. Mossinkoff is aan boord van de woonschuit op gruwelijke wijze vermoord; zijn lijk is in stukken gesneden en de stukken zijn, deels in een koffer en deels in kippengaas verpakt, in het water gegooid. Twee jaar later zal de recherche slechts de romp dreggen. Een tweede moord, die Van der Waals pleegde, is die op de heer H. J. van der Meer, een Hagenaar die had gesolliciteerd op een advertentie, waarin Van der Waals een huisknecht vroeg. De schurk noemde zich in die dagen Baron Sweerts de Landas Wyborgh en Van der Meer leefde in de veronderstelling, bij een goed gesitueerd heer in dienst te treden. Maar Van der Waals bleek slechts de bedoeling te hebben gehad, zich de papieren van deze man, die als gevangene in Vught had gezeten, toe te eigenen, teneinde in 'de toekomst zowel
Twee hoofdstukken uit het boek: Tussen Verraders
en Spionnen van A. Kaptein uitgave 1948
voor de S.D. als voor de Nederlandse justitie onvindbaar te zijn. In Maart 1945 is Van der Waals, in gezelschap van een zijner broers met zijn slachtoffer per fiets op reis gegaan. Onder de gemeente Tienhoven, nabij de daar liggende oude forten, heeft hij de niets kwaads vermoedende man met een revolver in de. hersens geschoten, alle papieren, die de vermoorde bij zich droeg, gestolen, en het lijk vervolgens in een langs de weg lopende sloot geworpen. Op de ontstelde vragen van zijn broer, die bij de misdaad tegenwoordig was, had de moordenaar geantwoord: deze vent deugde niet. Ik neem alle verantwoording op mij .... Een marechaussée, die het lijk vond, verkeerde in de mening te doen te hebben met een liquidatie-geval en hij heeft het stoffelijk overschot, zonder aan het feit ruchtbaarheid te geven, doen begraven. Van der Waals is met de papieren van zijn slachtoffer naar Zuidlaren gegaan, waar de N.S.B.-burgemeester hem en zijn vrouw Corrie den Held een zomerhuisje ter beschikking heeft gesteld. Gedurende al deze tijd heeft Van der Waals van tijd tot tijd nog contact gehad met de S.D. zowel in Den Haag als in Zwolle en Haren (Groningen). Op eigen initiatief handelend heeft hij nog verschillende personen in handen der Duitsers gespeeld. In Zuidlaren heeft Van der Waals de bevrijding afgewacht. En toen de Canadese legers naar de noordelijke provincies doorstootten. heeft hij een Nederlandse vlag op zijn fiets gebonden en is met een blij gezicht de overwinnende Canadezen tegemoet gereden. De plaatselijke afdeling van de Binnenlandse Strijdkrachten vertrouwde hem niet en arresteerde hem. Maar.... liet hem na een paar uur weer los. Daarna rhocht hij meedoen aan het ophalen van N.S.B.-ers. Hij weerde zich geducht en schold het hardst op "die vuile landverraders, die ze allemaal moesten ophangen". Maar toen hij een ogenblik de kans kreeg, verdween hij uit Zuidlaren, omdat hij zich tussen de stenguns van de Binnenlandse Strijdkrachten toch eigenlijk niet erg op zijn gemak voelde. Hij liet. Corrie den Held aan haar lot over en ging te voet in de richting van Groningen. Die voetreis was een onplezierige. Steeds wee, zag hij. groepjes B.S.-ers, steeds weer naderden er auto's. met de Nederlandse vlag. . .. En steeds meer bekroop hem de angst, -dat hij gezocht werd en dat het nu spoedig afgelopen zou zijn met het kostbare leven van Van der Waals, alias “Van der Meer”. wèl had hij de papieren van zijn vermoorde huisknecht in zijn zak, wèl kon hij met die papieren bewijzen, dat hij als gevangene van de Duitsers in Vught had gezeten .... maar er waren tenslotte foto's van hem gepubliceerd in illegale bladen en half Nederland loerde op de fattige snor boven de smalle, samengeknepen lippen! Telkens weer als er een auto naderbij kwam of als hij in de verte de oranjebanden van de illegale strijders zag, schoot hij haastig het erf van een boerderij op, vroeg wat te drinken, informeerde naar het laatste nieuws en zette dan zijn bange tocht weer voort. Tenslotte werd hij zo moe, dat zijn benen hem niet verder konden dragen. Op een boerderij schreef hij een briefje aan de commandant van de Canadezen in Groningen, met het verzoek hem te laten afhalen; daar hij uiterst belangrijke mededelingen had te doen. Een boerenknechtje bracht het briefje op de fiets naar Groningen; de commandant stuurde een jeep, verhoorde Van der Waals, kon niet wijs worden uit zijn fantastische verhalen en liet hem opsluiten. Voor de tweede maal in drie dagen tijds viel er een deur op slot achter de verrader. Maar niet voorgoed .... In de eenzaamheid verzint Van der Waals een verhaal, zó wild, dat de commandant, aan wie hij het vijf uur later op zijn dringend verzoek mag vertellen, er van onder de indruk komt. De bijna hypnotische overredingskracht, waarvan de verrader in de oorlogsjaren op zo verschrikkelijke wijze gebruik heeft gemaakt, doet opnieuw haar werk. - Deze man, zo zegt de commandant tot zijn adjudant is veel belangrijker dan alle S.S.-kerels en andere collaborateurs, die we hier vast hebben. Breng hem onder strenge bewaking naar 0-3-0. ,,0-3-0" is een kamp voor uiterst belangrijke spionnen en landverraders, dat de Engelse Security op het landgoed Oxerhof bij Deventer heeft geopend. Er werden in die tijd vele kampen geopend in de Oostelijke provincies. En naarmate de opmars voortschreed zouden ze bij tientallen worden bevolkt. Het hoofdkwartier van de geallieerde strijdkrachten in Europa beschikte niet voor niets over een systeem van 500.000 kaarten, grotendeels gebaseerd op de mededelingen van Engelandvaarders ... Maar temidden van al die kampen, waarin in die verwarde dagen helaas ook honderden onschuldigen terecht kwamen, was er maar één 0-3-0. Het was het enige kamp onder Engelse leiding. Het was, uit criminologisch, politiek en militair oogpunt beschouwd, het belangrijkste kamp. In dàt kamp zit Van der Waals medio April 1945, twee jaren nadat hij het Nationale Comité en de groep- Vorrink heeft opgerold. Het Recht begint zijn loop te nemen. Maar het zal nog vele malen struikelen In die dagen zijn er twee mensen in Nederland, die een zeer zonderlinge taak hebben: de Engelsman Pidcock en de Nederlander H. Siedenburg. Mr Pidcock is in het gewone leven een eerzaam leraar in het Duits. Hij heeft zich jarenlang beijverd om Londense jongens en meisjes de geheimen van "ich bin" en "du bist" bij te brengen. Maar de oorlog, die alle verhoudingen verstoort, heeft van hem een kapitein in een besterde uniform gemaakt, Een kapitein met zeer bijzondere opdrachten en zeer bijzondere bevoegdheden. Captain Pidcock is namelijk hoofd van een in Nederland werkend - en met het leger meetrekkend - bureau voor het werven van contra-spionnen, die tegen de Duitse ondergrondse organisaties zullen worden gebruikt. Want het hoofdkwartier verwacht felle ondergrondse tegenstand in Duitsland. Men heeft in België en Zuidelijk Nederland reeds tal van Duitse agenten gearresteerd, die door de terugwijkende legers zijn achtergelaten. En de meesten van die agenten hebben radiozenders bij zich gehad! Er gaan hardnekkige geruchten over een uitgebreide "Weerwolven"-
Twee hoofdstukken uit het boek: Tussen Verraders
en Spionnen van A. Kaptein uitgave 1948
organisatie, die vooral in Beieren op grootscheepse wijze zal saboteren, zodra de geallieerde bezetting een feit is geworden. Daarom bereidt het hoofdkwartier zich voor op een meedogenloze strijd tegen. de "German Underground Movement" . Over een paar maanden zal het duidelijk worden, dat die ondergrondse beweging alleen heeft bestaan op het papier van Goebbels' propaganda-ministerie! Maar in April 1945 heeft Captain Pidcock het druk met het werven van contra-spionnen. En hij wordt daarbij terzijde gestaan door de Nederlandse kapitein H. Siedenburg. De heer Siedenburg beleeft in deze functie waarlijk niet zijn éérste avontuur. Hij is in 1942 uit Nederland uitgeweken. Via België, Frankrijk en Spanje is hij naar Engeland gegaan. Zoiets is gauwer neergeschreven dan uitgevoerd. Zijn reis is namelijk gegaan van kamp naar gevangenis en van gevangenis naar kamp. Eind December 1943 kwam hij in Londen aan; ruim eén jaar nadat hij de klanken van de Amsterdamse Westertoren voor het laatst had gehoord. Hij is werkzaam geweest bij het Bureau Inlichtingen, kwam in Augustus 1944 bij de sectieLage Landen van het geallieerde hoofdkwartier, diende van September tot November 1944 als adjudant van kolonel Van Houten bij het stafkwartier van Prins Bernhard in Eindhoven en werd in December 1944 gedetacheerd als Nederlands liaison-officier bij captain Pidcock. Deze officieren beschikken in April 1945 over een archief, waarin de namen en daden zijn opgetekend van de meeste S.D.chefs en hun handlangers. In dat archief zit een flink dossier over een zekere Antonius van der Waals, die tot de meest geraffineerden van alle Duitse agenten moet behoren. In dat archief zitten ook de namen van andere verraders. Verraders, die in Duitse diehst hebben gestaan, maar die thans door Pidcock zijn aangeworven voor hulp aan de geallieerden. Een agent "omdraaien" heet zoiets In het vakjargon van de spionnageleiders. Oorlog is oorlog en soms schijnt het doel de middelen te heiligen. Op een der laatste dagen van April 1945 bezoeken de kapiteins Pidcock en Siedenburg het kamp O-3-O op Oxerhof, om te kijken of er geschikt materiaal zit. - Ik heb hier een heel vreemde kerel, zegt de commandant. Het is een zekere Van der Meer en hij doet erg geheimzinnig. Hij wil de gewone ondervragers niets zeggen. Hij wil minstens generaals zien. De Field Security heeft hem hierheen gebracht uit Groningen. Hij praat voortdurend over een uitvinding en over geallieerde belangen. - Haal hem eens uit zijn cel, vraagt kapitein Pidcock. Een ogenblik later zit Van der Waals, knipperend tegen het zonlicht, in de ruime ondervragingskamer tegenover de twee mannen in uniform. De verrader beheerst zich volkomen, hoewel hij beseffen moet dat deze ogenblikken over leven en dood gaan beslissen. Hij zegt: Ik wens alleen te spreken met hoge geallieerde officieren, want mijn mededelingen zijn dermate belangrijk dat ik ze niet aan iedereen kan doen. - U hebt één kans, antwoord Pidcock Alles vertellen en nu direct en anders de cel in en voor het gerecht. De keus is aan u. Op dat ogenblik heeft captain Pidcock er nog niet het flauwste idee van, wie de bleke man is, die tegenover hem zit. Maar zijn voorlopige theorie klopt: deze man is bang voor de justitie en hij praat uit angst. Wat van der Waals vertelt is voor negentig procent gelogen. Het wordt een verhaal zó bont, zó wildfantastisch, dat de beide militairen - ondanks de gereserveerdheid die zij zich in hun vreemde baan hebben eigen gemaakt - geboeid luisteren. "Van der Meer" gaat met de minuut geheimzinniger en gewichtiger doen, Hij zou voor de geallieerden van groot belang kunnen zijn. Hij zou uitstekend werk kunnen verrichten. Hij is groot werk gewend. Internationaal werk. Hij is in de oorlog ook wel in Zweden geweest voor het vervullen van bijzondere taken. - In Zweden?, vraagt Pidcock plotseling. - Ja!, zegt Van der Waals in zijn ijver. En op hetzelfde moment wordt hij grauw van ontzetting. Hij heeft zich verraden .... Rustig zegt Pidcock: Dan bent u Van der Waals. - Ja, stamelt de verrader: Ja, ik ben Van der Waals. - En Schreieder is je chef geweest? vraagt Pidcock. - Schreieder heeft mij alle opdrachten gegeven, bevestigt de verrader. Geen woord spreekt hij over "Emiel Verhagen", de Engelse agent, waarover hij twee jaar later zulke vreemde verhalen zal vertellen om zijn hoofd te redden. "Emiel Verhagen" zou hem bij de S.D. hebben geplaatst, ten bate van het verzet! Geen woord zegt hij over de mededeling, die Schreieder hem zou hebben gedaan over diens werk als Engels penetratie-agent. Het is April 1945. Van der Waals heeft deze geheimzinnige verhalen op dat ogenblik nog niet weten te verzinnen. En als hij ze al verzonnen had, zou hij ze tóch niet aan deze Engelse officier van de geheime dienst kunnen vertellen. Want een onderzoek zou zijn leugens aan het licht brengen .. Captain Pidcock heeft een ernstig onderhoud met de commandant van het kamp. De gevangene Van der Meer moet bijzonder bewaakt worden. Niemand mag tot hem worden toegelaten, niemand mag met hem spreken. Hij is "frozen": een ingevroren gevangene. Gereserveerd voor de Intelligence. - Die vent heeft een gemeen gezicht, zegt Pidcock tot Siedenburg als de heren in hun auto stappen. Maar hij is interessant. En misschien bruikbaar. Op een dag in Mei zitten Siedenburg en Pidcock in een der cellen van het Rotterdamse huis van bewaring tegenover een geslepen Kriminal-Direktor. Joseph Schreieder is bij de bevrijding in het Scheveningse Sperrgebiet gevonden en prompt in arrest gesteld, tegelijk met al zijn aanwezige S.D.-kameraden. De arrestatieploeg is niet zachtzinnig voor hem geweest; de slimme Beier is er nog diep van onder de indruk. Of hij Van der Waals kent? Zeker, heren. Jawohl, dat was zijn beste man. Een man van formaat. Een man, die de Engelse Intelligence uitstekend zou kunnen gebruiken. Pidcock en Siedenburg kijken elkaar aan. Het is alsof deze Duitser hun gedachten raadt.
Twee hoofdstukken uit het boek: Tussen Verraders
en Spionnen van A. Kaptein uitgave 1948
Och, Schreieder is tenslotte ook spionnageleider. De een wint de oorlog, de ander verliest hem. Maar we zijn tenslotte collega's. En de spionnage heeft haar eigen moraal. Eeh moraal: die de gewone burgerman vies zal noemen. Maar wat wil men? In een vak, .waarin de mensenjacht "spel" heet .... Moraal? Er is maar één: moraal: .de oorlog winnen. Als het moet met de hulp van individuen als Antonius van der Waals! Captain Pidcock schrijft een rapport naar het War Office in Londen. Hij heeft Van der Waals gevonden, die een aanzienlijk deel van de Nederlandse illegaliteit naar massagraf en concentratiekamp verwees, die honderden vrouwen tot weduwen en honderden kinderen tot halfwezen maakte - en hij voelt er alles voor, om deze doodswaardige misdadiger te onttrekken aan het Nederlandse recht en te gebruiken voor het opsporen van Duitse saboteurs. Met boeven vangt men boeven en oorlog is oorlog. Zo denkt ook het War Office er over. Pidcock ontvangt al spoedig een missive uit Londen met veel stempels en zegels er op, die vertellen dat de inhoud hoogst geheim en hoogst gewichtig is. Top secret-geval en zet-de-doofpot-maar-gereed. Antonius van der Waals, spion en provocateur, Nederlands misdadiger op Nederlands grondgebied, zal aan de greep van het recht onttrokken worden en zal zijn duivelse talenten in dienst mogen stellen van de overwinnende legers der geallieerden. Moge zijn werkrijke vruchten dragen! Met die boodschap gaan Pidcock en Siedenburg naar Anton, in de dagen dat Nederland zijn bevrijding viert. Het is de verrader aan te zien, dat hem een pak van het hart valt. Hij weet, dat op dat ogenblik honderden hem zoeken in alle steden en dorpen van Nederland. Zij zullen vergeefs zoeken.... Van der Waals wordt beschermd! Niet naar de rechtbank leidt zijn pad, maar naar de vrijheid; naar het werk dat hem lief is, naar nieuwe zwendel, nieuwe leugens, nieuw verraad. - Je wordt ingezet bij het werk van de Britse Intelligence in Duitsland, vertelt Pidcock. Wij weten dat je kolossale slagen hebt toegebracht aan het Nederlandse verzet. Als je in Hollandse handen valt, ben je reddeloos verloren. Maar je krijgt een kans. Doe zoveel mogelijk voor de geallieerde zaak. Zorg er voor, dat zoveél mogelijk goede daden op je credit komen. Dat is je enige kans op redding. Van der Waals is onderdanig, beleefd, voorkomend en van goeden wille. Hij wordt in Juni 1945 door captain Pidcock uit het kamp te Oxerhof gehaald. De Engelsman brengt zijn aanwinst naar Utrecht, waar de geallieerden een huis in beslag hebben genomen op de hoek van de Maliesingel en de Parkstraat. Het huis is in gebruik gewêest bij de S.D. Daar wordt de verrader voorlopig ondergebracht. Misschien is hij er wel eerder geweest: in de dagen, dat de Duitsers nog zijn meesters waren. Wie zal het zeggen? Er wonen geallieerde militairen in deze Utrechtse woning. Bij al die uniformen steekt het blauwe burgerpakje van Anton van. der Waals een beetje teveel af. Men trekt hem een Engelse battle-dress aan, waarvan de distinctieven verwijderd zijn. Een Utrechts meisje wordt aan hem toegevoegd als huishoudster; de Engelse cantine verschaft hem rijkelijk voedsel, sigaretten eh borrels. Het leven heeft weer kleur: het leven is weer goed. Maar dat neemt niet weg, dat Van der Waals nog onvervulde wensen heeft. Hij zou graag zijn vrouw, die in Zuidlaren achterbleef, in Utrecht zien. Wel captain Pidcock is een man, die het zijn nieuwe spion naar de zin maakt. Samen met de heer Siedenburg reist hij naar Zuidlaren en haalt Corrie den Held met al haar bagage per auto af Uit Londen komt bericht vo r Pidcock, dat de Nederlander Antonius van der Waalsxgewezen agent.van de S.D. en oorlogsmisdadiger, per auto naar Herfort moet worden gebracht, teneinde daar te worden overgegeven aan een bepaalde unit bij het hoofdkwartier te velde. Zijn werk bij de Engelse inlichtingendienst gaat beginnen. Hij dient te worden ingezet als een Duitser, die sinds lang in Nederland woonde en zich van nazismetten wist vrij te houden. - Hij gaat naar Duitsland, vertelt Pideook opgetogen aan Siedenburg. Maar ik moet papieren hebben om hem acceptabel te maken. Zijn vrouw gaat mee. Hoe komen we aan papieren? Kapitein Siedenburg weet raad. Hij gaat naar Rotterdam. Op de afdeling bevolking van het Rotterdamse stadhuis haalt hij twee blanco persoonsbewijzen met twee daarbij behorende zegels. Het ene wordt uitge schreven ten name van Wilhelm Eduard Hoffmann, van beroep ingenieur, wonende te Rotterdam, geboren op '1 November 1912 te Dresden, nationaliteit: Duitser. Het andere ten name van Johanna Smit, echtgenote van W. E. Hoffmann, geboren op 10 December 1923 te Vlissingen. Conform de voorschriften geeft de heer Siedenburg aan de ambtenaar een bewijs van ontvangst. Het spel met de valselijk ingevulde persoonsbewijzen is blijkbaar nog niet veilig genoeg. De heer Siedenburg gaat naar het Rotterdamse hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten en vraagt daar een .schriftelijke verklaring, dat de Duitser Wilhelm Eduard Hoffmann sinds jaren in Rotterdam heeft gewoond, anti-nationaal sociálistisch gezind is en dus door de Nederlandse illegaliteit wordt aanbevolen in de hoede en bescherming van alle autoriteiten, die hij op zijn verdere levensweg mocht ontmoeten. En de illegaliteit trapt er in. Het document- wordt getypt, gestempeld en getekend, En daarmee helpt de Rotterdamse illegaliteit, die sinds jaren loert op het hoofd van Anton van der Waals, zonder dat zij het weet de verrader veilig het land uit. Op,een avond in Juli 1945 stappen Anton van der Waals en Corrie den Held aan de Maliesingel te Utrecht in Pidcocks auto. Ook kapitein Siedenburg stapt in. Vier mensen rijden door het avondlijke duister in de richting van de Duitse grens. HOOFDSTUK XXII
Twee hoofdstukken uit het boek: Tussen Verraders
en Spionnen van A. Kaptein uitgave 1948
Van der Waals loopt over naar de Russen - Zes weken spoorloos - Dan komt het einde En vele vragen blijven onbeantwoord ET dit alles zijn de vragen rond Anton van der Waals niet uitgeput. Londen gaf opdracht hem in te zetten in Herfort, maar het schijnt wel vast te staan, dat hij daar nimmer geweest is. Toen Pidcock en Siedenburg met hun sinistere beschermeling de Duitse grens waren gepasseerd, werden zij in de buurt van Bielefeldt door een Engelse kapitein opgevangen, die hen op de weg met zijn auto opwachtte. Het echtpaar Van der Waals heeft zijn eerste nacht op Duits grondgebied in het huis van deze Britse officier doorgebracht. De volgende morgen heeft Van der Waals te Bielefeldt een onderhoud gehad met een Engelse majoor, Op dat ogenblik droeg de spion geen uniform. Wie de Engelse majoor geweest is en wat er besprokenwerd, zal wel voor alle tijden een raadsel blijven. Vast staat slechts, dat men Van der Waals van Bielefeldt naar Keulen heeft gebracht. Vast staat verder, dat men hem in Keulen niet wenste te accepteren en dat men toen is doorgereden naar Bonn, waar hij door een Engelse kapitein werd voorgesteld aan de burgemeester en waar hij met grote onderscheiding werd behandeld door Dr Herz, die lid was van het gemeentebestuur. Met een auto van de gemeente Bonn zijn de spion en zijn vrouw naar het restaurant Kuhl gebracht, waar ogenblikkelijk een kamer voor hen werd ingeruimd, Het stadsbestuur heeft zowel Van der Waals als Corrie den Held een persoonsbewijs gegeven, conform de persoonsbewijzen die te Rotterdam voor hen waren ingevuld. Deze gang van zaken is hoogst merkwaardig te noemen. Na de uitlevering van Van der Waals aan Nederland in Augustus 1946 is door betrokkenen verklaard, dat de Londense autoriteiten hadden goed gevonden, dat Van der Waals naar het geallieerde hoofdkwartier te velde in Herfort zou worden gebracht. Van die opdracht is men dus, door het ingrijpen van een Engels officier bij Bielefeldt, afgeweken. Waarom? Tevergeefs heeft men daarop gepoogd de spion in Keulen kwijt te raken. Waarom? En toen hij eindelijk in Bonn was aangekomen hebben de Engelsen zich practisch niet met hem bemoeid. Van der Waals heeft er wekenlang zitten wachten op een opdracht. Maar er kwam geen opdracht. Men interesseerde zich eenvoudig niet voor hem. De Nederlandse oorlogsmisdadiger liep in Bonn vrij rond, zonder werk en zonder toezicht. En tezelfder tijd zochten in Nederland ontelbare opsporingsambtenaren naar Anten van der Waals ... Intussen speelt Anton van der Waals in Bonn hoog spel. Hij sluit vriendschap. met de burgemeester van de stad, dr Knuth, met professor Pfeiffer en met de bouwkundig ingenieur Muller. En van deze relaties maakt hij gebruik om aan een woning te komen. De burgemeester laat de familie Leffers, waarvan de man een vooraanstaand lid der N.S.D.A.P. is geweest, haar huis aan de Buschstrasse no. 18 ontruimen. Alle meubelen moeten in het huis blijven staan, geen stoel mogen de volgelingen van Hitler meenemen. En in die gemeubileerde woning trekken Anton van der Waals en Corrie den Held en drinken er 's avonds een borrelt je met de burgemeester, die beleefd komt, informeren of alles naar genoegen is. Van der Waals verwerft zich ook andere kennissen. Hij komt in contact met de communist Richards, die hem op zijn beurt weer doet kennis maken met de communist dr Markow. En deze dr Markow onderhoudt uitstekende relaties met de Sowjetrussen in Berlijn. Vooral met deze Markow heeft Van der Waals urenlange gesprekken. Op een dag reist Markow naar Berlijn en als hij op een Zondagavond terugkeert, heeft hij met Van der Waals een onderhoud, dat tot de vroege morgenuren duurt. - Waarschijnlijk gaan we binnenkort naar Rusland, zegt Van der Waals tegen zijn jonge vrouw. Maar Corrie voelt er niet veel voor. Rusland is zo onnoemelijk ver weg. Anton stelt haar gerust: Je kunt van Rusland uit toch brieven naar Nederland sturen Een paar dagen later staat er plotseling een Russisch officier in de woning aan de Buschstrasse en zodra die vertrokken is, zegt, Van der Waals: We gaan vannacht nog onze koffers pakken morgen komen de Russen ons halen. En inderdaad: de volgende morgen komt er een auto waarin de koffers worden geladen. Een agent van de Sowjets loodst Van der Waals en zijn vrouw te voet door de straten van Bonn en op de hoek bij een verkeersbrug wacht een auto. Aan het stuur zit een Russisch kapitein in uniform. De spion en zijn vrouw stappen in, de motor wordt aangezet en in snelle vaart verlaat men Bonn. Onder Russische hoede komen Van der Waals en zijn jonge vrouw in Berlijn aan. De spion heeft een nieuwe naam gekregen: Iwan Kusnetsow. Corrie den Held heet Lidia Kusnetsowa. In de Russische zone van Berlijn ontruimen officieren een huis voor het Nederlandse echtpaar. Van der Waals loopt door de straten als een officier van het rode leger. Vaak komen er 's avonds officieren op bezoek, om met hem te praten. Vaak wordt hij ergens ontboden om rapport uit te brengen. Wat doet hij in die septembermaand van het jaar 1945 tussen de ruïnes van Hitlers verwoeste hoofdstad? Welk duister werk voert hij in opdracht van de Russen uit? Spionneert hij? Verraadt hij? Moordt hij? Niemand zal het ooit weten. Als hij op een avond voor een bespreking wordt weggeroepen, komt hij 's nachts niet terug. En ook de volgende dag niet. Corrie den Held zit eenzaam in de ruime kamers van het gevorderde huis. Maar op de avond van de tweede dag komen enige Russische officieren haar gerust stellen: Iwan Kusnetsow zal enige tijd wegblijven. Hij
M
Twee hoofdstukken uit het boek: Tussen Verraders
en Spionnen van A. Kaptein uitgave 1948
werkt op een radiostation en als het werk afgelopen is, komt hij weer terug. Ze kan gerust zijn. Het duurt een week. Het duurt veertien dagen. Een maand .... En al die tijd staat Corrie den Held onder toezicht van de Russen, eet in hun cantine en krijgt wat ze nodig heeft als vrouw van een zó belangrijke kameraad. Zes weken is Van der Waals spoorloos. Op het proces heeft hij verteld, dat hij in Moskou was. Is dat waar? Is het gelogen? Wie zal ooit de waarheid weten? Zes weken na de verdwijning van Van der Waals haalt een Russische majoor Corrie den Held met een auto af en brengt haar naar een huis in de Blankenburgerstrasse, waar Anton van der Waals op haar wacht. Hij is terug! Het is 31 October 1945. Nog een paar weken zet de spion zijn werk bij de Russen voort. En dán begaat hij, omstreeks half November, de fout die hem tenslotte voor de Nederlandse rechter zal brengen. Hij deserteert opnieuw! Hij poogt de verbroken banden met de Engelsen te herstellen. Hij werkt tóch liever voor de Britten dan voor de Russen .... Hij schrijft een brief naar de Engelse commandant in Berlijn. Hij meldt zich weer aan. Het spijt hem, dat hij weggelopen is. De Engelsen maken een afspraak met hem. Hij moet de volgende dag op de Alexanderplatz komen. - Zal ik gaan?, vraagt pij nerveus aan Corrie den Held. Zouden ze me niet arresteren? - Probeer het maar, heeft ze geantwoord. Het is echt niet leuk hier in Berlijn bij de Russen. Anton hééft het geprobeerd. En hij is niet teruggekomen. De Engelsen waren beu van deze onbetrouwbare avonturier. Ze hebben hem opgesloten in een kamp. En geen fantastischè verhalen, geen geraffineerde leugens hebben hem daaruit nog verlost. Hoewel het zou duren tot Augustus 1946 alvorens de grootste oorlogsmisdadiger, die Nederland ooit gekend heeft, geboeid over de Duitse grens kon worden geleid. Corrie den Held heeft in Berlijn de ellendigste winter van haar leven meegemaakt. Zij had geen geld, geen kolen en geen eten. Door werk op een kleermakersatelier heeft ze in haar onderhoud voorzien. Tot de heren ir Van der Meer en Van den Ende uit Rotterdam, na eindeloze nasporingen haar vonden in de Russische zone en haar terugbrachten naar Nederland. Na een proces van vijf dagen werd Antonius van der Waals in April 1948 door de Rotterdamse kamer van het Haags Bijzonder Gerechtshof ter dood veroordeeld. Er zullen weinig Nederlanders zijn, die met dit vonnis geen vrede hebben. Maar .... de geheimen van het Englandspiel werden op dit proces niet opgehelderd. Integendeel. In Juni 1948 werd Joseph Schreieder van rechtsvervolging ontslagen en in vrijheid gesteld. Vijfhonderd maal was hij verhoord en men moest tot de conclusie komen dat hij een correct politieman is geweest, die zich niet schuldig maakte aan oorlogsmisdaden. Maar .... de donkerheden om het Englandspiel werden, hoeveel Schreieder ook aan journalisten vertellen mocht, niet volledig opgeklaard. Want indien de bewering van Schreieder juist is, dat zijn werk slagen kon, omdat de Londense diensten vrijwel geen veiligheidsmaatregelen hadden genomen, dan staan wij voor een geval van zó grote lichtzinnigheid, dat men zich afvraagt of een zó misdadig-roekeloos spel met vele mensenlevens dan waarlijk mogelijk is geweest. En dan blijft toch bovendien de vraag klemmen, hoe de Duitsers aan voldoende gegevens kwamen om de gecodeerde berichten te ontraadselen. Dan blijft óók nog onbeantwoord de vraag, waarom men aan de waarschuwingen van Lauwers geen aandacht schonk. Waarom men geen controle-agenten zond buiten het normale verkeer om. Waarom men tweemaal als identiteitsbewijs een portretje afgaf van hetzelfde in Londen vertoevende kind van de heer Meyer Sluizer. Waarom men seinde "nummer twaalf goed aangekomen" (in de zaak-Van Tijen), terwijl er niemand was gearriveerd en terwijl men blijkbaar zichzelf niet eens de vraag stelde, waar de andere elf dan waren gebleven. Waarlijk: zelfs indien men uitgaat van de stelling, dat alle ellende te wijten is aan gebrek aan security-besef bij de M.I.D. en de S.O.E., dan nog blijven er tientallen vragen onbeantwoord. Vergeten wij niet, dat twintig maanden lang de radioseinen hebben geflitst tussen Driebergen en Londen. Twintig maanden! In Londen liggen nog de afschriften van de gewisselde telegrammen. Zij zijn de bewijsstukken van een radiodrama, dat aan honderden der besten van ons volk het leven heeft gekost. Hun nagedachtenis zij geëerd met het woord dat president mr J. van Vollenhoven tijdens het proces tegen Van der Waals sprak: "Een klein volk, dat zulke mensen oplevert, heeft nog een grote toekomst."