Twaalf dingen die u moet weten over wonderen Het onderwerp wonderen houdt velen regelmatig bezig en vaak komen er vragen op of we in deze tijd nog wonderen van God mogen verwachten. Recent verscheen er weer een boek over het opwekken van doden: hoe moeten we dit zien in het licht van de Bijbel? We maken veel wonderen van God vandaag de dag mee in de gezonde geboorte van kinderen, de wedergeboorte, de verandering van levens enz. en toch wordt vaak de vraag gesteld of wonderen, zoals deze in de tijd van de Here Jezus en de apostelen gebeurden, ook niet in deze tijd mogelijk zijn. Het antwoord hierop is niet eenvoudig en kort te geven en daarom willen we hierop wat uitgebreider ingaan onder de titel: “twaalf dingen die u moet weten over wonderen”. De titel wil niet meer doen dan u uitnodigen dit onderwerp zelf te bestuderen en op geen enkele wijze willen we suggereren dat het onderwerp hiermee uitputtend en volledig is behandeld. Dit artikel is een vrije bewerking van een viertal lezingen gegeven door broeder Craig Shakarji, voor hen die het Engels machtig zijn, zijn deze lezingen te beluisteren op: www.voicesforchrist.org Wonderen In Joh. 1:47-51 spreekt de Here Jezus met Nathanaël op een wijze alsof Hij hem reeds lang kent. De Heer vertelt hem dat Hij hem zag onder de vijgeboom, Nathanaël erkent Hem daarop als de Zoon van God, de koning van Israël. De Heer deed hier iets heel opmerkelijks maar als Hij later water in wijn verandert, een wonder, staat er dat Hij dit deed als het begin van zijn tekenen: zie Joh. 2:11. Dit wil zeggen dat het wonder waarmee Nathanaël tot de erkenning komt dat Hij de Zoon van God is, niet als teken wordt gezien. Het feit dat hier iets bovennatuurlijks gebeurde, iets dat wij mensen niet kunnen, betekent niet dat de Bijbel dit als teken beschouwt. De Bijbel bevat verschillende categorieën in wat wij een wonder noemen. Als de Here Jezus zegt: “terwijl je onder de vijgeboom was, zag ik je” zien wij dat als een wonder want geen van ons kan zoiets doen. De Bijbel beschrijft dit echter niet als zodanig. Als we de Bijbel lezen komen we vele wonderen tegen, wonderen als met Nathanaël, wonderen als het veranderen van water in wijn en vele andere wonderen. Met enige voorzichtigheid zouden we de wonderen kunnen indelen in een aantal categorieën. Dat we hierbij voorzichtig moeten zijn, is omdat deze indeling niet direct door de Bijbel wordt gegeven, dus laat het een hulp zijn bij de bestudering van wonderen en niet meer dan dat. 1. Goddelijke verschijningen en openbaringen God verschijnt aan iemand direct of door middel van engelen, ook dromen (bijvoorbeeld Jozef), inspiratie van de Schrift, speciale kennis of onderscheidingsvermogen (bijvoorbeeld als Elisa weet dat Gehazi beloning in ontvangst heeft genomen in 2 Kon. 5:26) en profetie vallen hieronder. Wij beschouwen deze zaken als wonderen en overduidelijk zien we de hand van God hierin, toch beschrijft de Bijbel dit niet als wonderen. Deze wonderen gaan niet buiten de natuurwetten om. Ook het voorbeeld in Joh. 1 betreffende Nathanaël is zo’n wonder, het vereist speciale kennis maar wordt toch geen teken genoemd. De verschijningen van engelen en de Heer zelf aan Abraham en de kennis van Petrus als het gaat om de daad van Ananias en Saffira zijn ook voorbeelden hiervan.
Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
1
2. Openbare wonderen die God zelf doet Deze wonderen doet God zonder tussenkomst van mensen zoals bijvoorbeeld de vrouw van Lot die in een zoutpilaar verandert. Het is volkomen duidelijk dat God het wonder doet. Ander voorbeeld is de verwoesting van Sodom en Gomorra. Vaak gaan deze wonderen buiten de natuurwetten om: het is niet zo dat door ‘normale’ natuurverschijnselen iemand in een zoutpilaar verandert, dit kan alleen God die boven deze natuurwetten staat, bewerken. 3. Openbare wonderen door mensen gedaan In deze gevallen gebruikt God mensen om een wonder te doen; de kracht komt van God. Bijvoorbeeld als Petrus tegen de verlamde zegt: “sta op en maak zelf uw bed op” in Hand. 9:34. Hier zal elke gelovige zeggen dat God het wonder deed en Petrus daarbij gebruikte. Zoals bijvoorbeeld ook het geval was bij Mozes, Elia en Elisa enz. De wonderen door Paulus en de wonderen die de Here Jezus zelf deed, als God in het vlees, zijn hier voorbeelden van. 4. Verborgen wonderen Deze term kan wat misleidend overkomen want een wonder hoeft niet verborgen te zijn voor diegene die het meemaakt. We bedoelen hiermee wonderen die niet door omstanders worden gezien of begrepen als wonder. Een voorbeeld hiervan is de storm in Hand. 27 waar de mensen door God bewaard worden in de storm zoals aan Paulus geopenbaard. Zij die betrokken waren, kenden het wonder echter een buitenstaander zou geen wonder hebben gezien maar de redding van de opvarenden toeschrijven aan geluk. Al deze vier categorieën zien wij als wonderen , de Bijbel ziet alleen de categorie 2 en 3 als wonder en dan nog voornamelijk categorie 3. De Bijbel heeft een beperktere definitie van wonderen dan wij. Een voorbeeld bij de indeling in categorieën: Goddelijke genezing zouden we in categorie 2 plaatsen, de gave van genezing in categorie 3. De eerste keer in de Bijbel dat we lezen van een categorie 3 wonder is bij Mozes, vlak voor het volk wordt bevrijd uit de macht van Egypte. Dit is dus al heel ver in de geschiedenis van de mensheid. God heeft daarvoor vele wonderen gedaan, zoals bijvoorbeeld al genoemd bij de verwoesting van Sodom en Gomorra maar ook de schepping, de zondvloed en de verwoesting van Babel. Toch is Mozes de eerste persoon die we in de Bijbel vinden die door Gods kracht wonderen doet. Dit brengt ons bij de twaalf dingen die u moet weten over wonderen.
Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
2
1. Wonderen komen voor in verschillende vormen (categorieën) Zoals hierboven al besproken. Het is voor de bestudering nodig om dit onderscheid te maken. 2. God heeft bepaald dat de regels van de fysica en natuur constant en betrouwbaar zijn We lezen van die constantheid in Gen. 8:22. Het is Gods trouw aan de mens dat Hij heeft verordineerd dat de seizoenen en dag en nacht niet ophouden. Als Hij dit zo heeft bepaald, kan de mens dit niet veranderen zelfs niet door de gevolgen van onze zonden die tot klimaatverandering leiden. Het is zelfs zo dat God deze constantheid verbindt aan Zijn trouw aan Zijn volk Israël, zie daarvoor Jer. 31:35,36. Alleen door de constantheid van deze natuurwetten herkennen we een wonder. Stel dat bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht in 99,99% van de gevallen zou werken, dan betekent dat dat in één op de 10000 gevallen die wet niet werkt. De mensen die de Here Jezus op het water zagen lopen, zouden dan hebben gezegd: “het is geen wonder, wel zeldzaam maar het komt nu eenmaal voor”. Alleen doordat de regels van de fysica en natuur constant zijn, weten we dat een wonder heeft plaatsgevonden; het gaat buiten de natuurwet van de zwaartekracht om. Het is niet zo dat God deze wetten ongedaan maakt of zelfs overtreedt maar Hij gaat daar buiten om, Hij overstijgt deze. Zoals je bijvoorbeeld een voorwerp oppakt: de wet van de zwaartekracht blijft daarop van toepassing maar wordt door de kracht van de hand en arm overstegen. Bij een wonder is er dus de Goddelijke hand die de regels van fysica en natuur overstijgt. Een ander voorbeeld is de wet van de optelling. Stel dat je een briefje van 10€ in een spaarvarken doet en je de volgende dag opnieuw een briefje van 10€ door het sleufje van het spaarvarken steekt: dan mag je ervan uitgaan dat er tenminste 20€ in het spaarvarken zit. Als er dan de volgende dag niets meer in het spaarvarken zit, is je eerste reactie niet dat de wet van de opstelling niet meer werkt maar dat er een andere hand ingegrepen heeft; ja, zelfs een greep in de spaarpot heeft gedaan! De regels van de fysica en natuur laten ons dus zien wanneer de Goddelijke hand, een hand van buiten, heeft ingegrepen. Heel anders dus dat een toevallige zeldzame gebeurtenis. 3. Wonderen gedaan door mensen (categorie 3) worden in de Bijbel gezien in geïsoleerde clusters en niet constant en altijd aanwezig. Het patroon in de Bijbel is clusters van wonderen terwijl daartussen lange perioden zijn zonder wonderen. In mindere mate is dit ook zo voor categorie 2. Het eerste wonder gedaan door een mens vinden we bij Mozes en hij doet er een groot aantal, niet alleen in Egypte maar ook in de woestijn. Daarna weer een lange periode niets, bij Elia en Elisa weer veel wonderen en ook bij onze Here Jezus, Petrus, Paulus enz. We lezen lange perioden niet van wonderen maar we mogen ook aannemen dat ze lange perioden niet gebeurden. Als Zacharia wordt verteld dat hij en Elisabeth een zoon zullen ontvangen, weet hij dat de wetten van de natuur dit niet toestaan omdat zij beiden oud zijn (Luk.1:18). Als wonderen in die tijd gewoon waren, had Zacharia anders gereageerd dan ongeloof en dat zelfs na het verschijnen van een engel! De vraag wordt soms gesteld: waarom zijn de wonderen met de apostelen Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
3
opgehouden? Een betere vraag zou zijn: waarom zouden ze niet stoppen? want dat is het normale patroon in de Bijbel. Een ander bewijs hiervoor vinden we in Hebr. 6:4,5: ‘krachten van de toekomstige eeuw’, ze hebben niet de krachten van de huidige eeuw geproefd! Deze krachten werden zichtbaar in tekenen en wonderen zie Rom. 15:19. En wat betekent dan de toekomstige eeuw? Als we bijvoorbeeld in februari een dag zouden hebben van 25 graden gaan we zo snel mogelijk in zomerse kleding naar buiten want iedereen verwacht dat het niet zo blijft. Je zou dan kunnen zeggen: “wij proeven van wat de zomer zal zijn” men zegt dan in de taal van Hebreeën: “proeven van het toekomstige seizoen” m.a.w. wat we ervaren is niet normaal voor het seizoen waar we in zitten maar dat zal wel zo zijn in het seizoen dat komt (de zomer). De parallel is duidelijk: de mensen die de wonderen van de Here Jezus en de apostelen zagen, hebben de krachten van de toekomstige eeuw geproefd niet die van de huidige eeuw. 4. Wanneer God een cluster wonderen geeft aan een generatie, verwacht Hij dat latere generaties vertrouwen op de betrouwbare getuigenissen van deze wonderen gedurende de tijd zonder openbare wonderen Wanneer God een generatie wonderen geeft verwacht Hij dat latere generaties op hun getuigenissen vertrouwd. Een voorbeeld vinden we in Joz. 2 bij Rachab, zij heeft geen wonder gezien maar vertrouwt op wat ze heeft gehoord (Joz. 2:10 ). Ook bij de rijke man en de arme Lazarus vinden we dit. Het antwoord op de vraag om iemand uit de doden terug te zenden (een wonder) is: “zij hebben Mozes en de profeten” (Luk. 16:29) en als zij naar hen niet luisteren “zullen zij, ook al stond iemand uit de doden op, zich niet laten overtuigen” (Luk. 16:31). Het is niet aan allen gegeven om wonderen uit de eerste hand te zien, God heeft ons voldoende betrouwbare getuigenissen gegeven. Weer een voorbeeld vinden we in Joz. 4 waar een wonder plaatsvond: de doortocht door de Jordaan. Voor latere generaties werden herinneringsstenen opgericht om te getuigen van dit wonder (Joz. 4:20-24). Thomas zag in Joh. 20:29 uit de eerste hand, hij zag! voor wie niet gezien hebben geldt Joh 20:30-31: voor latere generaties zijn de wonderen op schrift gesteld; dit zijn wij die geloven op grond van deze getuigenissen. 5. Het is belangrijk om in ons denken te onderscheiden tussen openbare wonderen en verborgen wonderen. Openbare wonderen zijn categorie 2 en 3, ‘verborgen’ wonderen zijn categorie 4. Bij een openbaar wonder zal elke toeschouwer bevestigen dat een wonder is gebeurd, bij een verborgen wonder zal de toeschouwer het wonder toeschrijven aan toevallige omstandigheden, de natuur enz. Een voorbeeld van het eerste is als de Heer de storm op het meer van Galilea bedaart: de discipelen en mensen aan boord denken dat zij vergaan (Mk. 4:39), de Heer bestraft de wind en het wordt stil. Zowel de mensen in het schip als diegenen die toeschouwer zijn aan de oever zullen zeggen dat een wonder is gebeurd want het wordt ineens stil. Een openbaar wonder is hier gebeurd. In Hand. 27 is er een andere storm waarin de levens van de opvarenden in gevaar waren. Dit was niet op het meer van Galilea maar op de middellandse zee. God zei tegen Paulus door middel van een engel dat geen enkel leven verloren zou gaan (Hand. 27:22). God stilde de storm niet en de boot schudde Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
4
en verging, de opvarenden moesten met een sloep werken om aan land te komen en allen werden gered (Hand. 27:44). Een toeschouwer aan de oever zou in dit geval zeggen: “jullie hebben geluk gehad”, hij zou het wonder niet hebben gezien. De hand van God was hier bezig, toch was het geen openbaar wonder dat iedereen kon zien (categorie 4). Paulus wist dat een wonder was gebeurd, de opvarenden wisten dit en wij weten het door de Bijbel nu ook; de omstanders echter niet. Nog een voorbeeld van een openbaar wonder: Koning Sanherib belegert Jeruzalem en koning Hizkia bidt, en spreidt de brief in de tempel voor God. De engel des Heren doodt 185000 Syriërs waardoor Juda en Jeruzalem worden gered. (Jes. 36-37). Een openbaar wonder: zonder veldslag ’s morgens 185000 lijken! Een vergelijkbare situatie vinden we bij David in 1 Sam. 23, hij wordt door Saul belaagd; Saul wil David doden maar God beschermt Zijn gezalfde! Als er geen uitweg meer lijkt voor David komt er een aanval van de Filistijnen (1 Sam. 23:27) zodat Saul zich terug moet trekken. David weet dat een wonder is gebeurd, wij nu ook maar omstanders zullen zeggen dat dit een gelukkig toeval is: een verborgen wonder. De val van Jericho waarbij de muren neervallen in Joz. 6 is een duidelijk openbaar wonder maar de verovering van Ai in Joz. 8 gebeurt zonder openbaar wonder terwijl Gods hand hier duidelijk in was want toen ze in eigen kracht gingen, overwonnen ze niet (Joz. 7). 6. In tegenstelling tot de uiterlijke wonderen zijn de verborgen wonderen niet beperkt tot clusters, zij zijn overal in de Bijbel te vinden waar je ook maar leest. Een voorbeeld is het boek Esther, er zijn geen openbare wonderen maar je ziet overal de hand van God: wie hield de koning wakker en bewerkte dat hij de kronieken ging lezen en liet hem besluiten Mordechai te eren? Als gelovigen zien we dat God dit alles bewerkt maar er worden geen regels van de natuur overstegen, geen uiterlijk wonder heeft plaats. Een toeschouwer zal zeggen: “interessant hoe dat alles is uitgepakt”, hij ziet het wonder niet. Ook hoe Esther koningin wordt om haar volk te redden is een aaneenschakeling van wonderen. In het boek Ruth zien we dit ook, de uitdrukking “bij geval” in Ruth 2:3 is wat de mens waarneemt, wij weten dat Gods hand hierin was. In Gen. 24 als de knecht een vrouw voor Izaäk zoekt, bidt hij (:12-15) en vindt dan Rebekka, hij erkent het wonder van God (:26-27) maar een omstander ziet slechts toeval. Filippus was ook precies op tijd bij de kamerling die op dat moment precies het juiste gedeelte las (Hand. 8:29 e.v.): dit is ook zo’n verborgen wonder. 7. Er is vandaag de dag een overvloed aan verborgen wonderen Een overvloed aan dingen die onmogelijk zijn bij mensen. Een kind worden door wedergeboorte (Joh. 1:12,13) is een wonder dat door omstanders niet wordt gezien. Het kan alleen door God, niet uit het vlees of uit de wil van een man. Specifiek beantwoord gebed is ook zo’n verborgen wonder, als de omstandigheden worden beïnvloed door God en de precieze timing van God zoals b.v. in Hand 16 als Paulus en Silas in de gevangenis zitten: er vindt dan precies een aardbeving plaats! Het is Gods hand maar de omstanders zien enkel toeval, aardbevingen komen nu eenmaal voor. Ook genezingen vinden vandaag de dag plaats door gebed waarbij artsen soms verbaasd zijn en zeggen: “dit komt zo af en toe voor”, wij weten wel beter. Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
5
Deze wonderen zijn door God gegeven en niet bedoeld om een openbaar wonder te zijn voor de wereld maar enkel voor hen die in Hem geloven. Hoe vaak vinden we deze dingen niet in ons persoonlijk leven? Bijvoorbeeld als de Heer ons licht geeft zoals de knecht van Elisa wiens ogen geopend werden voor het zien van de engelen in 2 Kon. 6:17, dat zijn verborgen wonderen. 8. De wonderen van de Here Jezus zijn gegeven om een getuige te zijn, maar niet de enige getuige, tot mensen over wie Hij is In Joh. 3:2 wist Nicodémus van de Here Jezus door de wonderen. Andere gedeelten die hiervan spreken zijn: Joh. 5:36, Joh. 6:14, Joh. 10:37-38, Joh. 15:24, Joh. 20:3031 De reden dat de wonderen van de Here Jezus zijn geschreven is dat we weten wie Hij is, ook Hand. 2:22 maakt dit duidelijk. 9. De 35 geschreven wonderen van de Here Jezus zijn speciaal in hun aard, geen wonder van de Here Jezus was ooit gericht tegen een persoon Hoewel de Heer de vijgeboom laat verdorren en de geesten uitdrijft in de varkens die vervolgens zich terneer storten, zijn Zijn wonderen tijdens Zijn leven op aarde nooit tegen mensen gericht. Elia riep bijvoorbeeld vuur van de hemel om mensen te oordelen (1 Kon.1:10). Mozes had de plagen die tegen Farao en de Egyptenaren waren gericht. Er zijn interessante verschillen tussen de wonderen die Mozes deed en die de Here Jezus deed. De wonderen die Mozes deed werden gedaan met uiterlijk vertoon (b.v. m.b.v. de staf), bij de Here Jezus zonder veel uiterlijk vertoon. Mozes startte de plagen met het veranderen van water in bloed, de Here Jezus verandert water in wijn. Illustraties van: “de wet is door Mozes gegeven; de genade en waarheid is door Jezus Christus geworden” (Joh. 1:17). De wonderen van de Here Jezus lieten niet alleen zien dat Hij van God kwam maar toonden ook Zijn karakter, zodat de mensen tot Hem kwamen: zij zouden Hem niet vrezen. “Kom tot Mij allen …” (Matt. 11:28). De Here Jezus was toen Hij de wonderen deed gekomen als een lam dat geen offensieve wapens heeft. In de toekomst zal Hij zich openbaren als de leeuw (Op. 5:5). Er is dus ook hierin geen verontschuldiging voor mensen die niet naar Hem komen. Als een lam deed Hij Zijn mond niet open (1 Pt.2:23 ) maar in Op. 19:15 als Hij oordeelt, komt uit Zijn mond een zwaard. De Here Jezus leest in Luk. 4:16-20 uit de profetie van Jesaja en stopt bij Jes. 61:2 “een jaar van het welbehagen des Heren”, Hij leest niet verder over “de dag der wrake van onze God” nee, Hij sluit het boek (oprollen in Luk. 4:20). Het is veelzeggend dat we in Op. 5:5 een gesloten boek vinden dat alleen Hij kan openen waarna de dag van wraak begint, de Here Jezus ‘leest’ dan pas verder. De wonderen van de Here Jezus waren allen positief naar mensen toe, Hij is het lam, in het jaar van welbehagen: de tijd waarin wij nu ook nog leven. Mogen we met deze beeldspraak zeggen dat het boek nog gesloten is? Nu is het nog het jaar van welbehagen, nog is het tijd om tot Hem te komen en Hem aan te nemen als Heer en Heiland.
Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
6
10. Er was een speciale noodzaak voor wonderen in de vroege kerk/gemeente In de begintijd van de gemeente waren er vele misleiders, de apostelen waren er in die tijd om de beginnende gemeente te bewaken. Na hun zouden vele valse profeten komen, door Paulus wrede wolven genoemd (Hand. 20:29). Hoe wisten de nieuwe gelovigen nu wie goede opzieners waren en werkelijke apostelen en wie niet? Een voorbeeld uit het oude testament kan dit verduidelijken. In 2 Kon. 2:5-15 lezen we van de opvolging van Elia door Elisa, daarbij waren 50 getuigen. In vers 8 vinden we dan een openbaar wonder dat Elia doet, de Jordaan verdeelde zich. De profeten zien later in het wonder dat Elisa doet (:14) dat hij door God is aangesteld om de dienst van Elia over te nemen. God behoedde dat een valse profeet gevolgd werd. God deed dit door het wonder van Elisa. God deed dit ook in het NT door duidelijk te maken wie het werk van de Here Jezus voortzetten: dit waren de apostelen. Daar maakten de wonderen van de apostelen ook duidelijk wie zij waren net als de wonderen van de Here Jezus vertelden wie Hij is. Eén van de testen voor een apostel vinden we in 2 Kor. 12:12 “tekenen, wonderen en krachten”. Hieraan werden de zgn. apostelen getest of zij ware apostelen waren b.v. in Efeze (zie Op. 2:2). Behalve valse apostelen was er ook het probleem in de vroege gemeente wat geïnspireerd Woord van God was en wat niet. In 2 Pt 3:16 erkent Petrus de geschriften van Paulus als de overige Schriften en daarmee stelt hij ze gelijk aan het reeds bekende Woord van God. Paulus citeert uit Lukas in 1 Tim. 5:18. De beproefde apostelen konden bekend maken wat van God kwam en wat niet. Door hun werk hebben wij nu de beschikking over het volledige Woord van God. In Hebr. 2:3,4 hierin lezen we duidelijk van de voortgang van het werk van de Heer door de apostelen waarbij God Zelf mee getuigde dat zij degenen waren die het werk deden. 11. Er is een verschil tussen genezingen en de gave van genezing Dit is het verschil tussen categorie 2 en 3. De gave van genezing is gegeven aan bepaalde mensen, het wonder van God wordt gedaan door die persoon. Er is veel verwarring rondom dit onderwerp omdat het verschil tussen de genezing die God doet en de gave van genezing niet wordt gezien. Als iemand ziek is, kunnen we voor hem of haar bidden. Het is dan aan God om een wonder te doen of niet, het is niet aan de persoon zelf om dit te bewerken. Het patroon in de Schrift is dat er lange perioden zijn zonder openbare wonderen, het is nu niet de tijd van openbare wonderen maar de verborgen wonderen gebeuren nog steeds. In Joh. 11: 3 lezen we: “hij die U liefhebt is ziek”, Hij liet Lazarus sterven en wekte hem later op. Nu nog steeds laat Hij veel gelovigen sterven, Hij zal hen later opwekken! 12. Wonderen op zichzelf zijn niet het bewijs van Gods goedkeuring Ten eerste hebben we bewijs in Op. 13, 16, 19 van wonderen door slechte mensen, wonderen zijn dus niet altijd van God. Er is bovennatuurlijke macht buiten God. Hoe weten we dan wat van God is? Hoe kunnen we onderscheiden wat van God is? Het antwoord is dat we de wonderen moeten combineren met de boodschap die gebracht wordt. We zien dit bijvoorbeeld in de test van de profeet (verg. de test van Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
7
de apostel). Deut. 18:22 zegt dat wat een profeet sprak moest uitkomen anders was het een valse profeet. Maar als het woord van de profeet wel uitkwam maar het woord was tegen God dan was het ook een valse profeet zie Deut. 13:1-3. We moeten dus het woord dat gesproken wordt toetsen aan Gods Woord. We lezen hiervan ook in Gal. 1:8, zelfs als de apostelen die wonderen deden een ander evangelie brachten, waren zij vervloekt! Het is dus het wonder gecombineerd met de boodschap. Tot zover twaalf dingen die u moet weten over wonderen. Wonderen: een beeld voor ons In Joh. 4:39-54 lezen we van het wonder van de zoon van de hoveling. Het thema hier is tekenen en wonderen en geloven. De hoveling in dit gedeelte is een beeld van ons. Vandaag de dag verwachten we geen tekenen meer maar vertrouwen op het Woord van God zoals ook deze hoveling. Zien, horen en geloven In Joh. 2:11 vinden we het begin van de tekenen, hoogstwaarschijnlijk was de hoveling hier niet bij. In Joh. 2:13 gaat de Here Jezus naar Jeruzalem. Als dan in Joh. 4:54 gesproken wordt over het tweede teken, is dit het tweede teken in Galilea want toe Hij in Jeruzalem was deed Hij vele tekenen. Dit wordt bewezen door de uitspraak van Nicodémus in Joh. 3:2, hij getuigt van tekenen (meervoud). Waarschijnlijk is de hoveling ook niet in Jeruzalem geweest (vanwege ziekte zoon). De hoveling heeft wel van de wonderen gehoord, dit was alom bekend (zie ook het wij in Joh. 3:2). Na twee dagen ging de Here Jezus naar Galilea, vele anderen waren al eerder vanuit Jeruzalem teruggegaan zodat er alom gesproken werd van de wonderen van de Here Jezus. Als Hij dan in Galilea komt, heeft de hoveling gehoord van de wonderen, hij ging naar Hem toe. De hoveling heeft geen wonder van de Here Jezus gezien maar heeft betrouwbare getuigen gehoord van die wonderen. De hoveling gelooft zonder wonderen te zien alleen op basis van de getuigenissen, dit in tegenstelling tot de Joden (Joh. 4:48). Als Hij zegt “Ga heen, uw zoon leeft” dan heeft het wonder plaatsgehad maar de hoveling heeft nog steeds geen wonder gezien maar hij gelooft op basis van het woord van de Here Jezus (:50). De Joden moesten zien maar deze hoveling geloofde op het horen. Er is sprake van ‘vertraagd bewijs’. Vertraagd bewijs Op het moment dat Heer de opdracht geeft: Ga heen, heeft de hoveling nog geen bewijs dat zijn zoon genezen is; dat zal later komen. Wij hebben vaak ook niet meer dan het Woord van de Heer, bewijs komt vaak later. Het verhaal van de hoveling leert ons dat dat genoeg is. Het Woord van God is ook voor ons voldoende. Geloven en opnieuw geloven De hoveling geloofde op het Woord van de Here Jezus (:50) later in het hoofdstuk staat opnieuw dat hij geloofde (:53). Er was ook al sprake van geloof door al in het begin naar de Here Jezus te gaan met zijn nood, we kunnen dus zeggen dat er drie keer sprake is van geloof. We leren hiervan dat ons geloof steeds kan groeien maar dat het ook kan variëren van tijd tot tijd. Zie ook de discipelen in Joh. 2:22, na de Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
8
opstanding van de Here Jezus geloofden zij, niet voor het eerst maar nog meer dan voorheen. Denk ook aan uitdrukkingen als ‘kleingelovige’, ‘groot is uw geloof’, ‘kom mijn ongeloof te hulp’. Hoeveel geloof moeten we hebben om gered te worden? Een antwoord daarop geeft het voorbeeld van de ark van Noach. Alleen in de ark zijn de mensen veilig, je moet de waarschuwing van God geloven om in de ark te gaan, dan ben je veilig. Toch kunnen in de ark mensen verschillende niveaus van geloof hebben. De één is misschien bang van de regen en vraagt zich af of de ark het wel zal houden terwijl de ander misschien zonder enige twijfel in de ark zit. Beiden zijn even veilig alleen de laatste geniet meer van zijn redding dan de eerste. Een ander voorbeeld is het Pascha, als de deurposten en de bovendorpel zijn bestreken met bloed gaat Hij voorbij maar ongetwijfeld zijn er die veel meer bloed hebben gestreken dan anderen met de overweging: ik kan het zien maar kan God het zien? Het enige dat nodig is, is het geloof in het Woord van God en het bloed, dan is het voldoende. De Heer bidt voor ons dat wij veilig zijn (Hebr. 7:25 ) vergl. Petrus in Lk. 22:32. Soms twijfelen we wel eens, toch is het voldoende in de Here Jezus te geloven. Als we in de ark zijn, zijn we veilig ook al hebben we niet alle antwoorden.
Twaalf dingen die u moet weten over wonderen
9
