TUDelft.nl
Liesbeth van Driel, Marjan van Oostrum
Eindrapportage usability test
Kerstavond (24 december) 2009 1
› Conclusie
3
› Bevindingen
8
› Aanbevelingen
26
› Over de test
38
2
Conclusie De hoofdlijnen.
3
Conclusie › Taxonomie en labeling niet optimaal
•Door de onoverzichtelijke hiërarchie van de website lopen gebruikers vrij snel vast. Waar de vijf hoofdingangen helder zijn en gebruikers goed op weg helpen, helpt het gebrek aan ordening en classificatie op de dieperliggende niveaus de gebruikers onvoldoende verder.
› Moeite met niet-conventionele navigatie
•Debet hieraan is onder andere de werking van de linker subnavigatie. Het gedrag van het menu is niet conform conventie, hierdoor is de gebruiker verward. Via de links in de content weet men wel naar specifieke informatie te navigeren, maar het oriënteren vanaf het diepere niveau is lastig.
› Herkenbaar navigatiepad = verbeterde oriëntatie
•Uit de vergelijking met 3 varianten op de linker subnavigatie komt naar voren dat het contextuele menu en het conventionele kruimelpad (navigatievariant 2) het beste aansluit bij de verwachting van de gebruiker: men kan zich beter oriënteren en gebruikt het broodkruimelpad om terug te komen bij een eerder bekeken pagina. 4
Conclusie › Variant 2 scoort goed live site (n=6)
variant 1 (n=3) variant 2 (n=4) Variant 3 (n=3)
naar dieper niveau navigeren
matig
voldoende
voldoende
voldoende
enkele niveaus terug navigeren
slecht
matig
voldoende
matig
oriëntatie
slecht
matig
voldoende
matig
• Toelichting score tabel • Alle respondenten hebben de live site bekeken. Daarnaast hebben alle respondenten 1 of meerdere varianten bekeken, ter vergelijking met de live site. In de varianten was een specifiek klikpad uitgewerkt, waardoor de interactie mogelijkheden beperkt waren en de vergelijking met de live site niet evenredig is.
• NB: Klikpad geteste varianten: Home > Studeren > Bacheloropleidingen > Industrieel ontwerpen > Onderwijsprogramma > Propedeuse. De live site besloeg echter een langer pad naar het beoogde doel, wat het gebruikersgemak negatief beïnvloed heeft.
5
Conclusie › Herkenbare vormgeving misleidend
•De gebruiker wordt gehinderd door het onverwacht en ongemerkt doorlinken naar andere TU Delft websites. Het zorgt voor verwarring omdat op het eerste gezicht in de vormgeving niets verandert en men er pas achterkomt als blijkt dat de navigatiemenu’s volledig anders zijn.
› Kwaliteit leesbaarheid pagina’s wisselend
•De scanbaarheid pagina’s varieert. Waar de ene pagina goed uitgerust is met korte alinea’s, heldere subkopjes en inhoudelijke tekstlinks, ontbreken deze essentiële elementen op andere pagina’s.
6
Conclusie › Studeren: zorg dat je al weet wat je wilt
•De student die weet wat hij wil kan zonder veel moeite interessant informatie vinden. De oriënterende student struikelt echter over studienamen en onduidelijkheid over voorlichtingsdagen.
› Samenwerken: niet voor iedereen?
•De informatie over samenwerken is erg afgebakend. De gebruiker moet binnen de voorgedefinieerde partijen vallen en al duidelijk weten wat hij wil, dan wordt hij geholpen door de gepresenteerde informatie. Overige potentiële samenwerkers (bijv. overheid) worden niet herkenbaar aangesproken.
› Promoveren: beperkte informatie
•De aankomende promovendus zoekt naar een specifiek onderwerp en probeert de aantrekkelijkheid van de TU Delft te achterhalen op basis van de specifieke informatie over onderzoeksgebieden en onderzoekers. Deze informatie is echter nog vaak globaal en profielen van onderzoekers zijn nog onvolledig. 7
Bevindingen Waar liepen respondenten tegenaan?
Legenda Positief aspect Deze producteigenschappen hebben een positief effect op de gebruikerservaring.
Kleine hindernis Deze issues kunnen worden aangepakt als tijd en budget dat toelaten. Ze hebben een (overkomelijk) storend effect op het gebruik van het product.
Serieus issue Deze issues moeten worden opgelost, maar staan het normale gebruik van het product niet in de weg. Ze zorgen voor verwarring of verstoren het leerproces. Het gevolg is over het algemeen geen permanent verlies van gegevens maar een verlaagde efficiëntie bij het gebruik van het product.
Kritiek probleem Deze problemen moeten worden opgelost voordat het product wordt opgeleverd. Ze maken normaal gebruik erg moeilijk of zelfs onmogelijk.
Homepage › Onduidelijke doelgroep homepage De homepage spreekt een zeer diverse doelgroep aan. Gevolg is dat mogelijk interessante informatie ondergesneeuwd raakt in overige info.
De meeste respondenten gaan dan ook vanaf de homepage vrijwel direct via een van de hoofdingangen de site in. Een enkeling scant eerst nog snel de content op de homepage, 10 maar herkent geen relevante ingang tussen de getoonde items.
Navigatie | hoofdingangen › Hoofdingangen duidelijk De meeste respondenten kiezen moeiteloos een hoofdingang; het selecteren van een item uit de dropdown die verschijnt kost meer moeite (zie ook pagina 12). Een enkeling (promovendus) merkt op dat de subingangen onder ‘Onderzoek’ twee categorieën beslaan: onderzoeksonderwerpen en informatie over het onderzoek aan de TU Delft. Dit maakt deze verzameling subingangen minder overzichtelijk. Er is ook zoveel informatie, dus dat is soms wel verwarrend. […] Als ze dat allemaal bij elkaar stoppen dan is het heel lastig om het overzichtelijk te houden.
› Snelle drop-downs De dropdown menu’s van de hoofdnavigatie reageren erg snel op de positie van de muis. Indien de muis onbedoeld over deze ingangen gaat, klappen de submenu’s meteen uit, terwijl ze pas na een seconde weer inklappen. Dit wordt als storend ervaren door respondenten.
11
Navigatie | live site › Ingangen niet herkend als kruimelpad
•Respondenten zien de ingangen links als submenu, niet als hiërarchisch kruimelpad. Dit leidt tot een aantal verwarringen:
Men ontdekt laat of helemaal niet hoe er een niveau terug kan worden genavigeerd. De backbutton wordt dan ook zonder aarzeling gebruikt om een stap terug te gaan.
12
Navigatie | live site › Verwarring bij het oriënteren Als men via een tekstlink in de content doorklikt, is men verrast als blijkt dat de ingangen links ook veranderen. Dit leidt tot verwarring en maakt het lastig om terug te komen bij een eerder bekeken pagina. De aanwezigheid van een submenu (zwarte links) lijkt inconsequent. Dit verwart respondenten vooral wanneer ze op het diepste niveau zijn beland en het submenu afwezig is: het is onduidelijk hoe verder te gaan vanaf dit niveau.
13
Navigatie | variant 1 (1/2) › Grijze breadcrumbs Respondenten hebben weinig moeite om met variant 1 de site dieper in te navigeren. Eenmaal op het (in de demo uitgewerkte) diepste niveau, gebruiken respondenten niet de grijze breadcrumbs die boven het submenu weergegeven worden, om bijvoorbeeld een andere bacheloropleiding te selecteren. Zij gebruiken hiervoor de browser’s backbutton. Redenen hiervoor kunnen zijn:
slechte leesbaarheid
niet herkennen van de vorige niveaus (zie volgende pagina voor verdere uitleg)
door de uitlijning lijkt het actieve item (‘onderwijsprogramma’) van hetzelfde niveau als de breadcrumbs 14
Navigatie | variant 1 (2/2) › Grijze breadcrumbs Mede doordat respondenten veelal via het hoofdmenu een submenu-item kiezen en via de content de site dieper in navigeren, worden de breadcrumbs boven de subnavigatie niet als het door hen ‘afgelegde pad’ herkent.
15
Navigatie | variant 2 › Breadcrumbs contentvlak Respondenten navigeren met het meeste gemak met de tweede variant. Voornaamste reden hiervoor is dat de subnavigatie alleen het menu van het actieve niveau weergeeft.
De breadcrumb helpt respondenten te herleiden waar zij zich hiërarchisch in de site bevinden. 16
Navigatie | variant 3 › Uitvouwend menu Respondenten hebben moeite om met variant 3 te navigeren. Deze variant helpt hen niet met het snel kiezen van de juiste ingang. Het kost moeite om in de lange lijst te detecteren welke niveaus er zijn en waar je je bevindt. Respondenten hebben moeite om snel te zien waar zich bij hun zoekvraag relevante en beschikbare ingangen bevinden. De onoverzichtelijkheid wordt versterkt door de verschillende lettergroottes, font types en arceringen.
17
Navigatie | overig › Onverwacht een nieuw venster of andere TU site…
•Bij het zoeken naar informatie klikt de respondent heen en weer tussen algemene informatie en specifieke informatie. Hiermee wordt het extra duidelijk hoe vaak er onverwacht gelinkt wordt tussen Engels en Nederlandse pagina’s, naar faculteitsites, portals en externe sites. Dit zorgt voor frustratie: In de meeste gevallen komt de respondent er pas achter dat hij zich op een sub-site bevindt, als blijkt dat de (hoofd)navigatie anders is en oriënteren daarmee lastig wordt. Soms opent een pagina ongemerkt in nieuw browserscherm. Dit wordt ontdekt zodra men terug wil navigeren met de backbutton en dit onmogelijk blijkt.
› … of juist met een klik teveel naar de gezochte info. Daarnaast gebeurt het dat een respondent op een pagina terecht komt die alleen in het Engels (of juist alleen in het Nederlands) beschikbaar is. Als dit wordt mede gedeeld via een tussenpagina, is een extra klik vereist is om de gezochte informatie in beeld te krijgen. 18
Navigatie | taxonomie en structuur › Elimineren De vijf hoofdingangen geven respondenten voldoende het gevoel dat in zij binnen één van de vijf ingangen een antwoord gaan vinden op hun vraag. Doeltreffend kiezen alle respondenten een hoofdingang. Binnen de dropdown- en submenu’s hebben respondenten moeite om een ingang te vinden.
Het aanbod is te groot.
De items zijn niet op een logische manier geclusterd.
De labels spreken onvoldoende tot de verbeelding
Gevolg is dat respondenten eliminerend te werk gaan. Eén voor één worden de menuitems aangeklikt in de hoop waardevolle informatie te vinden.
19
Informatie › Wisselende scanbaarheid pagina’s Door aanwezigheid van tussenkopjes, korte alinea’s en tekstlinks is de content op de veel pagina’s voldoende scanbaar. Echter, de kwaliteit wisselt nogal tussen pagina’s. Dit betreft onder andere:
De lengte van alinea’s: soms te lang
De scanbaarheid van koppen: soms zijn er zowel blauwe als zwarte koppen, terwijl het onderscheid niet duidelijk is.
Het aantal tekstlinks: sommige pagina’s ontbreekt het in z’n geheel
De gelinkte tekst: Lees verder (dit zegt nog te weinig). Of bij meerdere alinea’s dezelfde gelinkte tekst.
› Prettig te scannen
› Lastig te scannen
Informatie › Opleidingsnamen spreken nog niet tot de verbeelding Pagina’s waar alleen een lijst met opleidingsnamen getoond wordt, zijn lastig bij oriëntatie. Studiekiezers weten, bijvoorbeeld, nog niet concreet wat ‘life science & technology’ is, dus zijn ook niet geneigd hier op te klikken.
› Selectie van informatie De rechterkolom wordt niet of pas laat ontdekt. Dit kan de volgende redenen hebben:
men vindt voldoende informatie en links in het middengedeelte
de relevantie van de informatie in de rechterkolom wordt niet of pas laat gezien.
De testimonials worden zodoende snel over het hoofd gezien.
21
Studeren › Basisinformatie goed bereikbaar Studenten kiezen vrijwel direct voor de ingang ‘Studeren’ voor informatie over bachelor- of masteropleidingen. Respondenten zoeken naar informatie over toelatingseisen, carrièreperspectieven en buitenlandmogelijkheden. De meesten weten dit redelijk goed te vinden. Informatie over wonen en leven in Delft verwacht men niet meteen achter ‘Studeren’ te vinden. Het kost moeite om deze informatie te vinden, men zoekt onder andere bij de ingangen achter ‘Over TU Delft’.
› Informatie over voorlichtingsdagen verstopt Indien een respondent nog niet een specifieke opleiding voor ogen heeft, maar wel graag naar een voorlichtingsdag wil, is het niet gemakkelijk om hier informatie over te vinden. Men zoekt in de ingangen onder ‘Studeren’ en in de content; de ingangen in de linker navigatie worden niet snel opgemerkt.
22
Samenwerken (N=1) › Overheid Eén respondent – werkend bij een gemeentelijke instelling – kan niet vinden wat TUD voor hem kan doen / op welke manier hij (zijn afdeling) kan samenwerken met de TUD. Terwijl hij uit ervaring wel weet dat dit mogelijk moet zijn. Hij geeft aan dat hij telefonisch contact zou opnemen voor meer informatie. 23
Samenwerken › Met wie en hoe?
•Het label ‘samenwerken’ spreekt goed tot de verbeelding, respondenten hebben daar de juiste verwachtingen bij.
De ingangen die vervolgens geboden worden, maken onvoldoende inzichtelijk wat samenwerken inhoudt, het is te veel en te divers.
Er wordt een ingang naar ‘overheid’ gemist.
Er is behoefte aan cases en voorbeelden.
24
Promoveren (N=1) Zoeken naar promotieplekken lastig De ingang naar informatie over promoveren aan de TU Delft is eenvoudig te vinden via de hoofdnavigatie. Het zoeken met de vacature zoekmachine is lastig voor de respondent die zoekt naar een promotieplek: gaat het om het level van de gezochte functie (PhD) of het level wat je al behaald hebt (master)?
› Achtergrondinformatie professoren onvoldoende De informatie over de professoren is wisselend van kwaliteit en volledigheid. Deze aspecten zijn belangrijk bij het bepalen of er contact gezocht gaat worden in verband met promotiemogelijkheden, met name de publicaties (onderwerpen en data) zijn van belang.
25
Aanbevelingen Hoe nu verder?
26
Hoofdnavigatie › Minder overlap, meer overzicht
•De TU Delft site biedt zeer veel informatie voor een heterogene doelgroep. Dit gegeven maakt het indelen van de informatie complex. ›
Zorg dat de ingangen in de hoofdmenu’s elkaar niet overlappen maar elkaar aanvullen.
›
Overweeg om categorieën aan te brengen binnen de hoofdmenu’s. Dit maakt het scannen van de lijst eenvoudiger en het herkennen van relevante ingangen makkelijker.
›
Evalueer in hoeverre de getoonde subingangen inderdaad één gezamenlijke hoofdingang delen en of de hoofdmenu’s daadwerkelijk voorzien in de belangrijkste ingangen. Overweeg hierbij een cardsortingonderzoek waarbij ieder segment van de doelgroep evenredig vertegenwoordigd is.
Schets gecategoriseerd hoofdmenu
Informatie indeling & labeling › Niet te snel met ‘productnamen’ strooien
•Gebruikers verzamelen informatie van globaal naar gedetailleerd niveau. Een website heeft de mogelijkheden om dit te faciliteren, door informatie van algemeen naar specifiek in te delen. ›
Wees consistent in het organiseren van informatie van globaal naar gedetailleerd niveau.
›
Pas de keuzemogelijkheden én labels aan op het niveau waar men zich bevindt. Indien ‘productnamen’ te snel als navigatie ingezet worden, wordt de kans groot dat gebruikers afhaken omdat ze de relevantie (nog) niet herkennen.
›
Zorg dat de linker navigatie en de content op elkaar aansluiten. De content kan zo helpen bij de interpretatie van het menu.
Met één klik vanaf de homepage belandt de gebruiker direct op een pagina waarvan de linker navigatie al zodanig op detailniveau is dat gebruikers niet snel relevante ingangen zullen herkennen.
28
Informatiebehoefte › Spreek ook de gebruiker zonder relevante voorkennis aan
•In tegenstelling tot de gerichte zoeker gaat de ‘blanco’ gebruiker browsend door de site heen en is daarom extra afhankelijk van concreet gelabelde ingangen. ›
Onderzoek in hoeverre er voor de ‘blanco’ bezoeker nog hoofdingangen ontbreken. Waar ‘Exchange en Free mover’ hem (nog) niet interesseren, zou een hoofdingang ‘Voorlichtingsdagen’ hem wellicht wel verder kunnen helpen. Ook hierbij helpt een cardsortingonderzoek met alle segmenten van de doelgroep.
›
Voorkom het gebruik van ‘productnamen’ in de hoofd- en subnavigatie.
29
Navigatievarianten › Vraag niet van de gebruiker om te leren navigeren
•De navigatie op een website is de basale ondersteuning voor de gebruiker om gezochte informatie te verzamelen. Hierbij zijn drie aspecten van belang: ›
Waar ben ik? - Is het af te leiden waar je je bevindt in de site en kun je makkelijk terug naar een ander niveau?
›
Waar kan ik naar toe? - Zijn de keuzemogelijkheden per niveau relevant en duidelijk weergegeven?
›
Waar ben ik al geweest? - Is het duidelijk welke content al bekeken is?
› Advies: navigatievariant 2
•Op het moment dat de gebruiker eerst moet leren hoe de navigatie werkt, wordt een website onaantrekkelijk. Wijk daarom niet teveel af van conventies.
›
Op basis van de 6 respondenten in dit onderzoek adviseren wij om navigatievariant 2 door te voeren in de gehele website. Deze variant lijkt de gebruiker op een herkenbare manier te ondersteunen bij het oriënteren en navigeren. Zie ook volgende pagina. 30
Navigatievariant 2 Waar kom ik vandaan? Het herkenbare navigatiepad (breadcrumbs) zorgt voor voldoende oriëntatie.
Waar kan ik naar toe? Het contextuele linker navigatie menu geeft de relevante keuzemogelijkheden weer.
31
Aanbevelingen variant 2 › Waar ben ik al geweest? ›
Informeer de gebruiker over de links in de content waar hij eerder op geklikt heeft of waarvan hij de content al bekeken heeft. Dit helpt de gebruiker bij het oriënteren en het verzamelen van informatie op een efficiënte wijze.
› Hoofdonderwerp én submenu
•Maak in de weergave van het submenu op een visuele manier duidelijk dat het gaat om een hoofdonderwerp (‘hier ben je nu’) en enkele ingangen die hieronder vallen. ›
Doe dit door het submenu enkele pixels te laten inspringen.
›
Geef het submenu een klikbaar uiterlijk: zwarte letters op een witte achtergrond.
•Zie ook volgende pagina.
32
Submenu van geteste variant 2.
Een inspringing van het submenu t.o.v. het geselecteerde bovenliggende item helpt de gebruiker bij het bepalen hoe de pagina zich ten opzichte van de website verhoudt.
33
Aanbevelingen › Externe links
•Neem externe links niet op in de navigatie en de structuur van de website. Navigatie en menu moeten alleen de website zelf bedienen. ›
Plaats externe links in of naast het contentvlak in logische groepen / blokken.
•Geef feedforward bij links die naar andere TU Delft of externe sites verwijzen. ›
Voorzie de links die in een nieuwe pagina openen van een icoon
›
Geef uitleg bij de link over de pagina waar deze naar verwijst. Vermeld waarom dit relevant of interessant zou kunnen zijn.
›
Sla bij het verwijzen naar Engelstalige sites de tussenpagina over door bij de tekstlink zelf aan te geven dat deze naar een Engelse site verwijst.
34
Aanbevelingen › Schrijven voor het web
•Waarborg de toepassing van de regels van het schrijven voor het web. ›
Zorg dat alle pagina’s uitgerust zijn met korte alinea’s, opsommingen, inhoudelijke tekstlinks en beschrijvende subkopjes.
›
Voorkom lange lijsten links. Categoriseer deze lijsten (bijvoorbeeld: categoriseer masteropleidingen a.d.h.v. faculteiten) of voeg een korte beschrijvende regel toe ter verduidelijking.
35
Aanbevelingen › Ondersteun de oriënterende aankomende student ›
Neem in het uitvouwende menu een ingang naar ‘voorlichtingsdagen’ op.
›
Categoriseer de studies naar onderwerp, bijvoorbeeld gebaseerd op de faculteit.
›
Overweeg gerelateerde items te laten zien: anderen bekeken naast deze opleiding ook opleiding x, y en z.
›
Maak het eventueel mogelijk om een geschikte bacheloropleiding te zoeken op basis van profielen. ›
Sluit daarbij bacheloropleidingen die bijna aansluiten niet uit. Vertel vervolgens duidelijk op welke manier bachelorkiezers alsnog in aanmerking kunnen komen voor de desbetreffende studie.
36
Aanbevelingen › Samenwerken: niet voor iedereen?
•Maak duidelijk dat TU Delft niet alleen met bedrijven en Universiteiten samenwerkt. ›
Bied ook een ingang voor ‘overige mogelijkheden’.
› Promoveren: beperkte informatie
•Of een potentiële promovendus de TU Delft in overweging neemt hangt af van de aansluiting op een specifiek interessegebied. Uitgebreide informatie over de onderzoeksgebieden en publicaties van professoren en onderzoekers aan de TU Delft is hierbij een beginpunt om verder contact te zoeken. ›
Zorg dat de profielen van professoren en onderzoekers gevuld zijn en onderhouden worden.
›
Informeer de promovendus door onderzoeksgebieden en onderzoekers aan elkaar te relateren: bij informatie over een onderzoeksgebied, toon (rechts) enkele links naar onderzoekers; bij het profiel van een professor, toon links naar relevante onderzoeksgebieden. 37
Over de test Wat hebben we precies gedaan?
38
Over de test › Doel ›
Beoordelen in hoeverre gebruikers met de nieuwe site van de TU Delft uit de voeten kunnen.
›
Drie varianten van het linker navigatie menu evalueren op gebruiksvriendelijkheid in vergelijking met de live site.
›
Aanbevelingen aandragen om gevonden usability issues te verhelpen.
› Methode ›
Individuele sessies (ca. 60 min.) waarbij proefpersonen de live site TUDelft.nl doorlopen aan de hand van scenario’s en taken omtrent het kiezen van een bachelorof masteropleiding, oriënteren op samenwerken of het zoeken naar een promotieplek. Hierbij lichten proefpersonen hun handelingen hardop toe.
›
Het gedrag, de muisbewegingen en de oogbewegingen van proefpersonen zijn geregistreerd en geobserveerd.
›
Getest op 17-inch monitor met een resolutie van 1024 x 728 pixels.
Usability test TUDelft.nl
39
Over de test › Materiaal, datum & locatie ›
www.tudelft.nl
›
Donderdag 3 en vrijdag 4 december 2009, in het valsplat usability lab, Amsterdam
› 6 respondenten 1.
Man, 19, masterkiezer
2.
Man, 19, masterkiezer
3.
Man, 40, professional, werkzaam bij de Gemeente Amsterdam
4.
Vrouw, 19, bachelorkiezer
5.
Vrouw, 17, bachelorkiezer
6.
Vrouw, 23, potentiële promovendus
Usability test TUDelft.nl
40
That’s it.
Vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze presentatie? Neem gerust contact op met valsplat op 020 330 5454 of via www.valsplat.nl. Of mail ons:
[email protected] [email protected]
41