DEEL B: JAARPLAN 2005
Titel deelproject:
Transities naar duurzaam verkeersmanagement (TRADUVEM)
Projectnummer:
Transumo
Cluster:
Verkeersmanagement (VM) / Transitiemanagement (TM)
Type onderzoek:
Kennisopbouw, Kennistransfer en Kennisinfrastructuurversterking
Penvoerder:
ITS-NL
Participanten:
TNO, ITS NL, DHV, OC Mobility Coaching, SWINGH, V&W, ANWB, Rabobank, TU Delft, Siemens
BSIK-bijdrage:
K€ 248
Contactpersoon TRANSUMO Prof. dr ir Bart van Arem / Prof. dr ing. Geert Teisman Contactpersoon Connekt:
John Pommer.
1 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
1. Samenvatting Doelstelling
Resultaat
Type onderzoek Looptijd Budget (€) Bijdrage aan duurzaamheid
Bijdrage aan versterking kennisinfrastructuur Bijdrage aan transitie
Kennistransfer
Participanten Aanpak
Start per
Transities naar duurzaam verkeersmanagement Het verkrijgen van meer inzicht in aspecten van duurzaam verkeersmanagement en de voorwaarden voor transities naar duurzaam verkeersmanagement. Daarnaast het scheppen van een proefomgeving voor instrumenten hiervoor. Een kennisinfrastructuur en samenwerkingsverband waarbinnen alle relevante partijen uit overheid, industrie en wetenschap met elkaar communiceren en samenwerken om tot duurzaam verkeersmanagement te komen. Het project levert op: • Inzicht in duurzaam verkeersmanagement: wat verstaan de verschillende partijen hieronder • Een gezamenlijk streefbeeld voor duurzaam verkeersmanagement • Methoden ter ondersteuning van het samenwerkingsproces tussen de verschillende bij verkeersmanagement betrokken partijen • Algemene leerervaringen van het toepassen van bovengenoemde methoden Kennisopbouw, Kennistransfer en Kennisinfrastructuurversterking 2005-2006 K€ 248 BSIK-bijdrage, Omzet K€ 663 Om het verkeersmanagementproces duurzaam te maken wordt kennis ontwikkeld over wat men daaronder verstaat, en welke barrières men ervaart om tot duurzaam verkeersmanagement te komen. De kennis over wat duurzaam verkeersmanagement inhoudt wordt vergroot, evenals de kennis over manieren om transities naar duurzaam verkeersmanagement te bewerkstelligen. Opbouw en directe verspreiding kennis over effectiviteit van organisatorische concepten om transities binnen verkeersmanagement te bewerkstelligen; versterken institutioneel vermogen om tot doorbraken te komen. Kennis wordt overgedragen in diverse fora (waarbij er naar gestreefd wordt alle betrokkenen bij verkeersmanagement te bereiken), en via internet en (wetenschappelijke) publicaties. Zie voorblad In zes deelprojecten wordt gewerkt aan integratievraagstukken m.b.t. verkeersmanagement en het versterken van het institutioneel vermogen van de bij verkeersmanagement betrokken partijen: A. Visievorming (ontwikkeling streefbeelden duurzaam verkeersmanagement); B. Netwerkactiviteiten (versnellen proces in -bestaande- netwerken verkeersmanagement, agendering / prioritering); C. Kennisverspreiding (verdere kennisverspreiding via internet en publicaties); D. Transitieonderzoek (verkrijgen inzicht in methoden om duurzame samenwerking te bevorderen en om implementatie te versnellen, identificeren barrières); E. Proeftuinen (oppakken vraagstukken in proeftuinomgeving); F. Benchmarking(vergelijken Nederlandse situatie met buitenland, opdoen inspiratie uit buitenlandse voorbeelden). 1 Juli 2005
2 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
2. Inbedding TRANSUMO Het cluster verkeersmanagement richt zich op de beïnvloeding van verkeersstromen met als doel het bereiken van acceptabele ‘service levels’ voor de gebruikers, de verkeersmanagers en andere probleemhebbers. Binnen het cluster wordt vanuit een vooral technisch –inhoudelijke invalshoek gewerkt aan het monitoren en beïnvloeden van verkeer alsmede aan het vormgeven van de toenemende betekenis van in-car systemen. Naast deze invalshoeken is in het cluster tevens onderkend dat een aantal vraagstukken moet worden aangepakt die we het best zouden kunnen omschrijven als de ‘nieuwe integratie-uitdagingen’. Het gaat om: • Integratie tussen verkeersmanagement en private dienstverlening, oftewel: van publiekpubliek naar publiekprivaat. • Integratie tussen infrastructuur en voertuig. • Integratie over vervoerwijzen (we gaan dan in de richting van wat men pleegt te noemen ‘mobiliteitsmanagement’). • Van aanbodgericht naar vraaggericht (de reiziger centraal!). Juist het adresseren van deze integratie-uitdagingen bewerkstelligt een transitie binnen verkeersmanagement. Verkeersmanagement transformeert daarmee van een ‘rijksoverheidsinstrument’ naar een hoogwaardige manier van gedragsbeïnvloeding waarbij overheid en bedrijfsleven op een subtiele manier samenwerken. Het voorliggende projectvoorstel Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement richt zich juist op het adresseren van deze nieuwe integratie-uitdagingen. Het project Transities naar duurzaam verkeersmanagement (DuVM) verbindt twee clusters, te weten Verkeersmanagement (waar het project formeel onder valt) en Transitiemanagement. Het project is gestart vanuit het idee dat verschillende projecten uit deze twee clusters veel met elkaar te maken hebben, en dat het wenselijk is deze projecten nog meer met elkaar te verbinden, om zo te profiteren van de wisselwerking tussen partijen met verschillende achtergronden (‘verkeerskunde’ versus ‘transitiekunde’). De deelprojecten die in het project Transities naar DuVM opgenomen zijn kunnen daardoor meer bereiken dan als ze niet in twee clusters ingebed zouden zijn. Een voorbeeld: de projecten die uit het cluster Transitiemanagement komen, zijn gebaat bij het toepassen van de methoden en technieken die erin ontwikkeld worden op een concreet verkeersmanagementvraagstuk. Omgekeerd kennen oplossingen die ontwikkeld worden binnen verkeersmanagementprojecten, zoals bijvoorbeeld betere integratie van verkeersmanagement tussen beheersgebieden, barrières die op het vlak van transitiemanagement liggen. Het project Transities naar DuVM heeft zeer sterke links met de VM-projecten ATMO, ATMA en IV. Figuur 1 schetst de samenhang tussen de deelprojecten uit Transities naar DuVM en de projecten uit clusters VM en TM. Op deze figuur wordt bij het schetsen van de aanpak verder ingegaan.
3 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Samenhang tussen projecten uit Verkeersmanagement
VM
Transitie managent
TM
Korte termijn
ITS-NL/PPOnov2004
Middellange termijn
Lange Termijn
7 V's
VM
DVM Streefbeeld ontwikkeling
Kerngroep Marktversnelling Mobiliteits Informatie (MMI)
VM
Visie Alles valt of staat met een visie.
Architectuur Atmo Atma IV VM
©Nico Baken
Verstaan Een missie met meerdere partijen, die moeten elkaar goed verstaan.
TM
TM
verbindend gedrag in innovatiegerichte samenwerkingsverbanden
verbindend denken in interorganisatorische context
Vertrouwen Een gemeenschappelijk doel ontdekken, empathie voor elkaars rollen ontwikkelen en ontdekken wat reële waardeketens zijn
Stuurgroep DVM (open deuren)
VM
Roadmap VM
Netwerk Luteyn managers
Regiolab
TM
Proeftuinen (Brabant, Twente, Haaglanden)
Verkeersbedrijf VM
Vergelijken Benchmarken met andere branches of over de landsgrenzen heen.
MO
Congressen & Symposia
Verwezenlijken Kleinschalig beginnen met een ‘Transitie-arena’, een pilot-project met meerdere partijen tegelijk. Verifieren Zit men wel op dit idee te wachten? Klanteisen verifiëren
VM
Infopunt DVM (internet)
Verspreiden Dit is de fase van kennisdisseminatie. Gebruik de voorsprong en doe aan kennisdeling om snel draagvlak te creëren.
Figuur 1: Samenhang tussen deelprojecten en projecten uit clusters VM en TM.
3. Probleemstelling 3.1 Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdaging Het verkeersbeleid heeft de laatste jaren wereldwijd, en zeker in Nederland, een shift laten zien van bouwen naar benutten, beprijzen en dan pas bouwen. Verkeersmanagement speelt een zeer belangrijke rol in benutten. Er is dan ook veel aandacht voor ontwikkelingen die verkeersmanagement kunnen verbeteren, zodanig dat in de toekomst verkeer afgewikkeld kan (blijven) worden op duurzame wijze. Er is de afgelopen jaren al veel bereikt in verkeersmanagement. Nu stuiten we echter op diverse problemen, die verdere ontwikkeling niet zozeer in de weg staan, maar wel een stuk langzamer maken dan gewenst. Gezien de nog altijd toenemende mobiliteit en daarmee gepaard gaande ongewenste effecten (congestie, onveiligheid, leefbaarheidseffecten) is een transitie naar duurzaam verkeersmanagement zeer gewenst. De eerste vraag die opkomt is: wat wordt onder duurzaam verkeersmanagement verstaan? Er zijn vele aspecten aan duurzaamheid. Waar nu de nadruk in veel gevallen ligt op het verbeteren van de bereikbaarheid en de verkeersafwikkeling (traditioneel de taak van de verkeerskundige), zal in de toekomst meer aandacht geschonken moeten worden aan andere aspecten van duurzaamheid. Te noemen zijn veiligheid, leefbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid. Duurzaamheid betekent echter ook commitment van de betrokken partijen, waaronder de samenleving. Dit commitment moet onderhouden worden. Mede daarom moeten we openstaan voor de wensen van bestaande en nieuwe partijen in het verkeersmanagement: over een aantal jaren voeren wellicht heel andere aspecten van duurzaamheid de boventoon, en zijn andere 4 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
partijen betrokken. Dit betekent dat een visie op duurzaam verkeersmanagement niet zozeer een systeemblauwdruk is maar meer een visie op hoe partijen lerend met elkaar zoeken naar een duurzaam systeem, en welke competenties daarbij nodig zijn. De uitdaging is om met complexiteit om te gaan door tegelijkertijd keuzes te maken, maar ook opties voor de toekomst open te houden (en dit ook nog eens te doen in actornetwerken van beperkte omvang, omdat alles met alles verbinden te complex wordt). Duurzaam verkeersmanagement zal ook alleen werken als over de grenzen heen gekeken wordt. Een hele serie grenzen kan daarbij opgenoemd worden: • de grens tussen verkeersmanagement en infrastructuurplanning (bouwen); • de grens tussen privaat en publiek; • grenzen tussen bestuurslagen; • grenzen tussen bestuurseenheden (regio’s); • grenzen tussen modaliteiten; • grenzen tussen netwerken (HWN, OWN, SWN); • grenzen tussen voertuig en infrastructuur; • de afweging tussen doorstroming/veiligheid/leefbaarheid (nog niet in matrix); • de korte versus de middellange en lange termijn (nog niet in matrix); • het collectief (het wegverkeersysteem) versus het individu (de weggebruiker). Integratie op grote schaal is dus nodig om tot duurzaam verkeersmanagement te komen en dit ook te internaliseren in het verkeersbeleid (daarbij relaties met andere werkvelden, zoals ruimtelijke ordening en milieu, niet uit het oog verliezend). Dit kan alleen als alle bij verkeersmanagement betrokken partijen samenwerken. Dit is niet vanzelfsprekend: iedere partij heeft zijn eigen achtergrond, doelstellingen en kennis. Echter, als we in staat zijn met deze partijen samen te komen tot een streefbeeld van duurzaam verkeersmanagement, en inzicht krijgen in wat bepaalde beslissingen voor hen betekenen, dan kunnen we met hen werken aan de transitie naar dit streefbeeld. Want om de transitie naar duurzaam verkeersmanagement te bewerkstelligen, zal een aantal barrières geslecht moeten worden. Deze barrières zijn deels al duidelijk, deels zullen ze pas duidelijk worden bij concrete uitwerkingen van innovatieve verkeersmanagementmaatregelen. Het hoeft overigens niet zo te zijn dat samenwerking gelijk staat aan consensus vormen – er kan ook sprake van blijvende strijd tussen de partijen zijn, waarbij de machtsverhoudingen tussen de partijen en het belang dat zij hebben bij bepaalde oplossingen de uiteindelijke vorm van samenwerking bepalen. Barrières De belangrijkste barrière is wellicht dat velen niet de commitment of de competentie hebben om de risico’s die bij het omgaan met dilemma’s horen met anderen te delen. Bij vernieuwen hoort experimenteren, en bij experimenteren hoort fouten mogen maken. Delen van risico’s betekent dan niet en publique naar de ander wijzen als het fout loopt, zelfs al je daar op de korte termijn gewin uit zou kunnen halen. Tegelijkertijd moet men samen wel onder woorden kunnen brengen welk doel een experiment had en wat men ervan geleerd heeft – dat is de competentie. Opmerking: het gaat hier om maatschappelijke instrumenten om nieuwe technologie met burgers uit te proberen om door de barrière van opschaling te kunnen komen. Maatschappelijke experimenten stuiten vaak op weerstand van bestuurders (die het risicovol vinden, omdat juist hier aandacht gevestigd wordt op een experiment dat in de ogen van het publiek zou kunnen falen, terwijl de bestuurder er wel mee wordt geassocieerd en op wordt afgerekend). Maatschappelijke experimenten mislukken vaak doordat bestuurders in de praktijk onvoldoende de noodzakelijke voorwaarden realiseren. De grootste onzekerheid zit in het gedrag en de onzekerheid van burgers en hun belangengroepen, en dat is voor bestuurders een politiek risico. Innovatoren zullen daarom een lerend netwerk moeten creëren dat in staat is om met deze onzekerheid om te gaan en bestuurders te overtuigen dat de politieke risico’s acceptabel zijn.
Binnen het project Transities naar DuVM komen verkeerskundige en bestuurskundige (en economische, juridische, etc.) vraagstukken samen. De volgende uitdagingen dienen binnen het project opgepakt te worden: • Het identificeren en betrekken van relevante partijen; 5 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
• •
• • •
Het met de betrokken partijen komen tot (initiële) streefbeelden voor DuVM, en mogelijke transitiepaden; Het in beeld brengen van de stand van zaken, op basis van goede en slechte ervaringen (qua strategieën/maatregelen en qua samenwerking) en dit indien mogelijk vertalen in generieke aanbevelingen voor DuVM; Het stimuleren van samenwerking tussen de betrokken partijen; Het identificeren van barrières die DuVM in de weg staan; Het ontwikkelen generieke aanbevelingen en methoden en technieken om barrières voor DuVM te slechten, met name (1) het tot stand brengen van een (vertrouwens)relatie met een bestuurlijke coalitie die nodig is om ruimte voor maatschappelijke experimenten te creëren, en (2) het onder woorden brengen van een gezamenlijke werkwijze en bijbehorende competenties om met onzekerheden om te gaan en te leren..
3.2 Bijdrage aan de probleemstelling van het betreffende cluster Het project Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement is in twee clusters ingebed. De bijdrage aan de probleemstellingen van deze twee clusters is beschreven in tabel 1. Tabel 1: Bijdrage project Transities naar DuVM aan betreffende clusters. Cluster
Probleemstelling
VM
Versnippering onderzoek VM
TM
Te gering institutioneel vermogen om tot doorbraken te kunnen komen
Bijdrage project Transities naar DuVM aan probleemstelling cluster Aandacht voor integratievraagstukken Bijeenbrengen van en vergroten kennis over duurzaam VM bij verschillende partijen Verbinden afzonderlijke VM elementen (monitoring, management en intelligente voertuigen) Opbouw en directe verspreiding kennis over effectiviteit van organisatorische concepten (verbindend denken, verbindend gedrag) binnen concrete verkeersmanagementprojecten
3.3 Inbedding in literatuur en relaties met lopend onderzoek Inbedding in literatuur De nadruk ligt in dit project op het faciliteren van de samenwerking tussen verschillende partijen, om een transitie naar duurzaam verkeersmanagement mogelijk te maken of te vergemakkelijken. Dat wil niet zeggen dat de werkzaamheden zich beperken tot het samenbrengen van partijen en het hen laten bepalen van de richting waarin VM zich dient te bewegen. Dit proces wordt actief ondersteund door inbreng van theorieën, streefbeelden en concepten, een kritische houding en het van tijd tot tijd afstand te nemen van het project (evalueren, bijstellen plannen) en een synthese van de bevindingen op te stellen. Uitgangspunten bij de start van het project zijn: • De 7 V’s (zie figuur 1); • Literatuur over concepten verbindend denken en verbindend gedrag (innovatieparadox, coachingsconcepten, gedragsconcepten multipartiete samenwerking, theorie van lerende netwerken / communities of practice); • Literatuur over duurzaamheid (algemeen en in VM). Relaties met lopend onderzoek Dit project heeft relaties met: • het onderzoek in de clusters VM en TM van TRANSUMO; 6 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
•
lopend onderzoek over verkeersmanagement (nationaal, in EU-projecten);
Daarnaast garandeert de betrokkenheid van ITS Nederland dat het onderzoek afgestemd wordt met en zo mogelijk versterkt wordt door andere nationale onderzoeksprogramma’s (in het EUproject ERANET).
4. Aanpak, beoogde resultaten en output in meetbare doelstelling 4.1 Doelstellingen van het project, aanpak en beoogde resultaten Doelstellingen Het project Transities naar duurzaam verkeersmanagement heeft de volgende hoofddoelstellingen: 1. Kennis opbouwen: Over transities naar duurzaam verkeersmanagement. 2. Kennis toepassen: Het scheppen van een proefomgeving waarin projecten (met daarin betrokken vanuit overheden, kennisinstellingen en bedrijven) uit de clusters Verkeersmanagement en Transitiemanagement met elkaar en met de buitenwereld communiceren en samenwerken om transities te bewerkstelligen. 3. Kennis verspreiden: Het (verder)ontwikkelen en uitbouwen van een structuur waarin de (inter)nationale kennisverspreiding plaats kan vinden, ook na afloop van de TRANSUMO periode. Aanpak De nadruk ligt in dit project enerzijds op het scheppen van duidelijkheid over de gewenste ontwikkeling in verkeersmanagement, en anderzijds op het faciliteren van (diverse vormen van) samenwerking tussen bij verkeersmanagement betrokken partijen (gericht op internalisering van het concept). Duidelijkheid over de baten (Profit) voor de betrokkenen van duurzaam verkeersmanagement is essentieel. Dit project zorgt voor meer duidelijkheid over wat onder duurzaam verkeersmanagement verstaan wordt en hoe dit bereikt kan worden (transitiepaden). Dit is onontbeerlijk bij het ontwikkelen van (businessmodellen voor) technologieën en diensten die voor duurzaam verkeersmanagement nodig zijn. Het project levert tevens kennis op over hoe de publieke en private sectoren succesvol kunnen samenwerken om verkeer op duurzame wijze te kunnen afwikkelen. Mensen (People) zijn van groot belang in dit project. Alle stakeholders in het verkeersmanagement proces, dus inclusief de gebruikers van verkeersinfrastructuur (de ‘people’), worden betrokken bij dit project. Dit moet er voor zorgen dat bij duurzaam verkeersmanagement zorgvuldig de belangen van verschillende groepen (en hun machtsposities) afgewogen worden en betrokkenheid gekweekt wordt. Duurzaamheid, ter bescherming van de planeet (Planet) is uiteraard de aanleiding om een transitie naar duurzaam verkeersmanagement te wensen. De in dit project opgedane kennis helpt om binnen verkeersmanagement verschillende belangen tegen elkaar af te wegen, zodat bij het managen van verkeer steeds bewuste keuzes gemaakt worden. Dit zorgt er voor dat mobiliteit op verantwoorde wijze gefaciliteerd kan worden. De transitie naar duurzaam verkeersmanagement wordt op meerdere manieren verder gebracht in dit project. Zo beoogt het project een referentiekader voor duurzaam verkeersmanagement te scheppen: wat verstaan we onder duurzaam verkeersmanagement, welke barrières zijn er om het te bereiken, en hoe kunnen die barrières geslecht worden. De deelprojecten dragen ieder op hun eigen manier bij aan de doelstellingen, door enerzijds meer inzicht in de aspecten van duurzaam verkeersmanagement te verschaffen (waar zouden partijen naar toe moeten werken) 7 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
en anderzijds te methoden te ontwikkelen en uit te testen om partijen samen te laten werken aan de transitie naar duurzaam verkeersmanagement. Transities naar duurzaam verkeersmanagement is een project waarbinnen allerlei ‘netwerkactiviteiten’ plaatsvinden. De projectleiders faciliteren deze netwerkactiviteiten, zonder direct een visie ‘op te leggen’. Wel brengen zij nieuwe inzichten in, op het gebied van duurzaamheid en organisatieprocessen, die kunnen bijdragen aan de gewenste transitie. Dit kan ook inhouden dat ze een doorbraak forceren wanneer het proces stagneert. Door een relatie op te bouwen met bestuurders of invloedrijke ambtenaren verbinden we het proces (nu al) met de macht die nodig is om daadwerkelijk maatschappelijke experimenten te kunnen doen. Dit is de start van een lerend netwerk dat grensverleggende experimenten kan doen. De aanpak van het project is gebaseerd op de 7 V’s in figuur 2 (al eerder opgenomen als figuur 1 in hoofdstuk 2). Samenhang tussen projecten uit Verkeersmanagement
VM
Transitie managent
TM
Korte termijn
ITS-NL/PPOnov2004
Middellange termijn
Lange Termijn
7 V's
VM
DVM Streefbeeld ontwikkeling
Kerngroep Marktversnelling Mobiliteits Informatie (MMI)
VM
Visie Alles valt of staat met een visie.
Architectuur Atmo Atma IV VM
©Nico Baken
Verstaan Een missie met meerdere partijen, die moeten elkaar goed verstaan.
TM
TM
verbindend gedrag in innovatiegerichte samenwerkingsverbanden
verbindend denken in interorganisatorische context
Vertrouwen Een gemeenschappelijk doel ontdekken, empathie voor elkaars rollen ontwikkelen en ontdekken wat reële waardeketens zijn
Stuurgroep DVM (open deuren)
VM
Roadmap VM
Netwerk Luteyn managers
Regiolab
TM
Proeftuinen (Brabant, Twente, Haaglanden)
Verkeersbedrijf
Vergelijken Benchmarken met andere branches of over de landsgrenzen heen.
MO
Congressen & Symposia
VM
Verwezenlijken Kleinschalig beginnen met een ‘Transitie-arena’, een pilot-project met meerdere partijen tegelijk. Verifieren Zit men wel op dit idee te wachten? Klanteisen verifiëren
VM
Infopunt DVM (internet)
Verspreiden Dit is de fase van kennisdisseminatie. Gebruik de voorsprong en doe aan kennisdeling om snel draagvlak te creëren.
Figuur 2: Samenhang tussen deelprojecten en projecten uit clusters VM en TM (nogmaals). Deze 7 V’s vormen ons inziens essentiële elementen om tot duurzaam verkeersmanagement te komen. Naast algemene werkzaamheden om tot een beter beeld te komen van wat duurzaam VM inhoudt en wat er voor nodig is om dat te bereiken (een activiteit die alle 7 V’s bestrijkt), vinden er binnen het project Transities naar DuVM activiteiten (subprojecten) plaats die zich richten op slechts één of enkele van de V’s. Niet alle elementen uit figuur 1 hebben overigens een plaats binnen dit project; sommige zijn in de figuur opgenomen om het kader te schetsen waarbinnen de activiteiten plaatsvinden. De activiteiten zijn samen te vatten als: A. Visievormingactiviteiten B. Netwerkactiviteiten C. Kennisverspreidingsactiviteiten D. Transitieonderzoeksactiviteiten E. Proeftuinactiviteiten (proeftuinen, incl. Verkeersbedrijf) 8 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
F. Benchmarkingsactiviteiten De matrix in figuur 3 laat zien welke activiteiten zullen plaatsvinden en op welke aspecten van intergratie deze zich richten. Voor sommige activiteiten is dit nog niet bij aanvang duidelijk; de kruisjes zullen hier in de loop van het project ingevuld worden.
Figuur 3: Matrix activiteiten vs. integratieaspecten. Hoofdstuk 5 (planning en fasering) gaat dieper in op de activiteiten/subprojecten. Beoogde resultaten Het project beoogt eind 2006 de volgende resultaten behaald te hebben (zie tabel 2): Tabel 2: Subprojecten/activiteiten. A
Activiteiten Visievorming
B
Netwerken
Beoogde resultaten eind 2006 Met diverse stakeholders (overheden, bedrijven, kennisinstellingen) zijn streefbeelden voor duurzaam verkeersmanagement opgesteld. Het proces richting een continu verbeteringsproces voor verkeersmanagement is in gang gezet. Kennisinfrastructuur voor duurzaam VM is opgezet. Forum DVM is begonnen. Relevante stakeholders zijn onderkend, nemen actief deel aan de activiteiten Proces van prioritering & agendering duurzaam VM loopt. Resultaten zijn verduurzaamd, in de vorm van position papers, 9
TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Activiteiten
C
Kennisverspreiding
D
Transitieonderzoek
E
Proeftuinen
F
Benchmark Algemeen
Beoogde resultaten eind 2006 presentaties etc. Mogelijkerwijs hebben stakeholders hun werkwijze aangepast. Opgebouwde kennis is verspreid, bijvoorbeeld door middel van masterclasses/seminars, artikelen en in de vorm van een brochure. Project Verbindend zien in interorganisatorische context: resultaten cases visievorming, inzicht in relatie coaching-output. Project Verbindend gedrag: Mensen uit de praktijk slagen er beter in om technologische innovaties te verbinden met hen die ze moeten toepassen, of de introductie moeten faciliteren. Er is een lerend netwerk van mensen uit het verkeersmanagement dat fungeert als “vrager” van de uitkomsten van kennisprojecten in dit cluster, en dat praktijkexperimenten faciliteert; innovatoren uit het cluster hebben aansluiting bij dat netwerk (delen de competenties daartoe). Methode wordt geoperationaliseerd. Dit onderdeel wordt in 2005 verder uitgewerkt, verwachting is dat eind 2006 de proeftuinactiviteiten (inclusief activiteiten met betrekking tot het Verkeersbedrijf) gestart zijn. Resultaten van de benchmarkingactiviteiten zijn vastgelegd in een position paper en presentaties. Er is een plan voor de jaren 2007-2009 opgesteld.
Doorkijk naar eind 2009 (een en ander afhankelijk van de resultaten in 2005- 2006):
A
Activiteiten Visievorming
B
Netwerken
C
Kennisverspreiding
D
Transitieonderzoek
E F
Proeftuinen Benchmark
Beoogde resultaten eind 2009 Visievorming duurzaam VM is vast onderdeel werkwijze stakeholders. Er is sprake van een continu verbeteringsproces. Door het oppakken van de integratievraagstukken is er sprake van effectiever, efficiënter en duurzamer VM. Er is een groter insitutioneel vermogen1. Er is een grotere garantie dat stakeholders duurzaam bezig zijn (duidelijkheid over context, bewustere en transparantere keuzes) Er is een kennisinfrastuctuur omtrent duurzaam VM (kenmerken, randvoorwaarden) die partijen binnen VM in staat stelt nieuwe en uitdagende vraagstukken aan te pakken. Verbeterde samenwerking tussen en kennis over duurzaam VM bij betrokken partijen. Duurzaam VM is beter ingebed in internationale netwerken. Opgebouwde kennis is verspreid, bijvoorbeeld door middel van masterclasses/seminars, artikelen en in de vorm van een brochure en/of werkboek. Project Verbindend zien in interorganisatorische context: resultaten zijn onderbouwd middels meer cases, worden verwerkt tot proefschrift. Project verbindend gedrag: methode wordt onderzocht in meer netwerken. Nog niet bekend. (Indien nodig wordt nog een benchmark uitgevoerd; resultaten zie 2006.)
1 Een groter “institutioneel vermogen”, dat wil zeggen kennis vloeit sneller heen en weer tussen bestuurlijke netwerken die experimenten faciliteren en de inhoudelijke kennisdragers, waardoor meer slagkracht ontstaat om tot doorbraken te komen. Dit is haalbaar als er voldoende bestuurders en invloedrijke ambtenaren bereid zijn zich actief op te stellen en mee te leren. Het ‘verleiden’ van deze personen is belangrijk deel van de competentieontwikkeling.
De genoemde resultaten zijn niet allemaal eenvoudig te meten. Voorgesteld wordt uit te gaan van een meting middels enquêtes en interviews met betrokken. Hun ervaringen en inzichten kunnen een beeld geven van de attitude in het denken over duurzaam verkeersmanagement bij aanvang van het project. Door de metingen gedurende het project te herhalen (bijvoorbeeld 10 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
jaarlijks, of gekoppeld aan bepaalde mijlpalen) kan geanalyseerd worden of en hoe de attitudes wijzigen tijdens het project. Mogelijke/meetbare effecten zijn: • de effort die betrokken partijen er in steken; • het ontstaan van meer samenwerking (binnen TRANSUMO, buiten TRANSUMO); • een snellere / eenvoudigere /gestroomlijnder besluitvorming; • het beter delen van onzekerheden en dilemma’s, gewaagdere maatschappelijke experimenten doen, beter luisteren naar burgers en bestuurders. Vragenlijsten om effecten te meten Het centrale begrip waarmee theoretisch (vanuit de netwerktheorie) gezien de slagkracht van transitiearena’s, de bijdrage aan het totale institutioneel vermogen, kan worden geëvalueerd is interconnectiviteit: in hoeverre worden dilemma’s ten aanzien van systeemontwikkeling (die de onzekerheden en dus barrières creëren) gedeeld en wordt er ook gezamenlijk naar gehandeld. Interconnectiviteit kan gezien worden als een individuele en collectieve competentie die in principe meetbaar is. Zijn mensen het eens over handelingsdilemma’s voor de groep, voor het individu, maken ze gezamenlijk keuzes, bewaken ze actief de variatie aan kennis (om groupthink te voorkomen), communiceren ze actief gezamenlijk en “gewaagd” met de burgers, vertrouwen of verraden ze elkaar, is hun communicatie expliciet gericht op gezamenlijke visievorming (integratie van het denken) hoe gaan ze om met concurrentiegevoelige informatie, etc. Het is in principe mogelijk om hiervoor een vragenlijst te ontwikkelen en de groep deze te laten invullen. Het ontwikkelen van een prototype vragenlijst zou onderdeel van het startproject streefbeeldontwikkeling kunnen zijn; in de loop van TRANSUMO kan het verder geperfectioneerd worden. Gezamenlijke reflectie op de vragenlijst is daarbij belangrijk, de betrokkenen dienen actief en gezamenlijk op hun eigen competenties te reflecteren. Een paradox is hierbij dat de meetlat waar vooraf om gevraagd wordt om redenen van gewenste controle, in feite voortdurend wordt bijgesteld. Dit komt voort uit het probleem dat competentieontwikkeling in dit geval een proces is waar ook de bestuurskundige onderzoeker en de clusterleiding namens wie hij werkt nog moeten leren om welke (meetbare) competenties het gaat. Het is innoveren op het hoogste (abstractie)niveau. Opmerking: de lagere abstractieniveaus, die benoemd zijn in de integratieactiviteiten en de streefbeeldontwikkeling, worden hierdoor omvat. Het gaat er dan om hoe de partners in een specifiek lerend netwerk kijken naar duurzame mobiliteit en de competenties die dat vereist. De afbakening van de lerende groep bepaalt dan of dit volledig samenvalt met de visievormingsactiviteiten. Als deze activiteiten de ‘cockpit’ van het cluster zijn, ligt het voor de hand dat hier de meeste interconnectiviteit is (het beste lerende netwerk) van alle deelactiviteiten, de grootste competenties, en het beste proefkonijn.
4.2 Versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied Het project richt zich op het ondersteunen van de samenwerking tussen partijen: overheden die verkeersmanagementmaatregelen in willen zetten, bedrijven die systemen voor verkeersmanagement ontwikkelen, en kennisinstellingen die adviseren over de verschillende aspecten van duurzaam verkeersmanagement. De betrokkenheid van deze partijen (overheden, bedrijven, kennisinstellingen) garandeert de versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur. Kennistransfer Bestaande fora en initatieven worden ingezet en uitgebouwd om een structuur te ontwikkelen waarin de (inter)nationale kennisverspreiding plaats kan vinden. Infopunt DVM Het Infopunt DVM beoogt de aanwezige kennis op het gebied van verkeersmanagement te inventariseren en te bundelen, en vervolgens over te dragen aan diegenen die betrokken zijn bij verkeersmanagement. Zie ook bijlage A. Seminars en congressen Mogelijk zijn: deelname en presentaties op congressen zoals: ITS wereldcongres San Francisco 2005, ITS Europees congres Hannover 2005, Wegen naar de Toekomst oktober 2005, etc.. Zie ook bijlage B. 11 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Samenwerking met ITS Nederland ITS Nederland heeft als facilitator meerwaarde voor de kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied: • Relatiebeheerder en ontmoetingsplaats primair binnen het netwerk (de leden), maar ook met internationale organisaties; • Beheerder van het kennisnetwerk voor ICT toepassing in verkeer en vervoer; • Ontwikkelaar van streefbeelden met internationale link; • Herkenner van aantrekkelijke (inter)nationale projecten, met inbreng van kennis; Hoogwaardige projectmakelaar; • Facilitator van de toegang tot geldstromen (ook internationaal); • Verbinder van wetenschap en praktijk, publiek en privaat. Internationaal ITS Nederland is lid van het National ITS Associations Platform dat in samenwerking met ERTICO en andere nationale ITS verenigingen is opgericht. Het platform verenigt verschillende nationale en regionale ITS organisaties op Europees niveau en heeft als doel het uitwisselen van kennis, het versnellen van de implementatie van ITS In Europa en het beter op elkaar afstemmen van Europese thema’s en projecten. Als beheerder van het kennis- en innovatienetwerk is ITS Nederland eveneens aanspreekpunt voor buitenlandse bedrijven en organisaties als het gaat om informatieverstrekking en matchmaking.
4.3 Bijdrage aan de doelstellingen van het betreffende cluster De bijdrage van Transities naar DuVM aan de doelstellingen van de twee betreffende clusters is beschreven in tabel 3. Tabel 3: Bijdrage project Transities naar DuVM aan betreffende clusters. Cluster
Doelstelling
VM
Integratie onderzoek VM
TM
Versterking institutioneel vermogen
Bijdrage project Transities naar DuVM aan probleemstelling cluster Oppakken integratievraagstukken (bijv. in forum MMI, forum DVM) Bijeenbrengen van en vergroten kennis over duurzaam VM bij verschillende partijen Oppakken integratievraagstukken Formulering samenwerkingsproject ATMO, ATMA, IV Opbouw en directe verspreiding kennis over effectiviteit van organisatorische (juridische, etc.) concepten (verbindend denken, verbindend gedrag) binnen concrete verkeersmanagementprojecten
4.4 Realisatie projectdoelstellingen ultimo 2006 Tabel 4 geeft de belangrijkste doelen voor de periode 2005-2006. Tabel 4: (Sub)projectdoelstellingen ultimo 2006. A
Activiteiten Visievorming
B
Netwerken
Doelstelling ultimo 2006 Opstellen streefbeelden duurzaam VM met diverse stakeholders (overheden, bedrijven, kennisinstellingen). Opzetten continu verbeteringsproces voor verkeersmanagement. Opzetten kennisinfrastructuur voor duurzaam VM. Aanvangen met activiteiten forum DVM. 12
TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
C
Kennisverspreiding
D
Transitieonderzoek
E
Proeftuinen
F
Benchmark
Algemeen
Onderkennen relevante stakeholders, hen betrekken bij proces werken aan prioritering & agendering duurzaam VM. Vastleggen resultaten. Inspireren stakeholders tot aanpassing werkwijze. Verspreiden opgebouwde kennis is verspreid onder stakeholders. Project Verbindend zien in interorganisatorische context: inzicht verkrijgen in methoden om duurzame samenwerking te bevorderen, om processen te versnellen. Project Verbindend gedrag: onderzoeken lerend vermogen netwerken en daartoe benodigde competenties, ontwikkelen operationele methodiek. Uitwerken plan voor activiteiten proeftuien en starten activiteiten (inclusief activiteiten met betrekking tot het Verkeersbedrijf). Vergelijken werkwijze Nederland met werkwijze in buitenlandse regio’s, vastleggen resultaten. Opstellen plan voor de jaren 2007-2009.
5. Planning en fasering Per subproject/activiteit is aangegeven: • probleemstelling & doelstelling; • aanpak; • resultaten eind 2006; • doorkijk naar de rest van het project. 5.1 Visievorming Probleem- en doelstelling De integratieactiviteiten zijn nodig om de versnippering in verkeersmanagement te verminderen, en barrières voor de transitie naar duurzaam verkeersmanagement te identificeren en methodes te ontwikkelen om de barrières te slechten. Om integratie te bevorderen worden meerdere soorten activiteiten ontplooid: • enerzijds het uitwerken van wat duurzaam verkeersmanagement zou kunnen inhouden (streefbeeldvorming); hier is aansluiting bij de transitieonderzoeksactiviteiten voorzien; • en anderzijds het aan de orde stellen van aspecten van duurzaam verkeersmanagement in overlegorganen en/of projectgroepen die zich bezig houden met verkeersmanagement in brede zin en met (pilot)projecten binnen TRANSUMO in het bijzonder; hier is aansluiting bij de netwerkactiviteiten voorzien. Het doel is niet om betrokkenen bij verkeersmanagement een visie ‘op te dringen’. De streefbeelden worden ontwikkeld in samenwerking met betrokken partijen. Wij brengen structuur in de discussie aan, en dragen elementen aan die ons inziens tot duurzaam verkeersmanagement behoren. We bekijken ook in hoeverre deze streefbeelden overeenkomen en op welke vlakken er duidelijke verschillen te zien zijn. Aanpak De volgende activiteiten zijn voorzien voor 2005-2006: • Het vaststellen van de contouren van streefbeelden voor DuVM – wat moet aan de orde komen? • Het benaderen van stakeholders – individueel en in fora (via de netwerkactiviteiten) – en het peilen van hun ideeën m.b.t. DuVM; 13 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
•
• • •
•
•
Het operationaliseren van de streefbeelden: het benoemen van elementen die deel uit moeten maken van duurzaam verkeersmanagement. Bijvoorbeeld: aandacht voor veiligheids- en milieueffecten. Of: de noodzaak van het creëren van een gemeenschappelijke doelstelling. Het identificeren van manieren om deze (inhoudelijke en procesmatige) elementen in het proces op te nemen (af te stemmen met transitieonderzoek); Het uitdragen van elementen uit de streefbeelden in lopende en nieuwe initiatieven (bijvoorbeeld de proeftuinen); Het verkennen van de mogelijkheden voor communicatie over en weer met betrokken partijen, bijvoorbeeld door middel van een platform waar duurzaam verkeersmanagement zijn neerslag krijgt, of een interactieve website (af te stemmen met kennisverspreiding); Een vooruitblik naar de volgende jaren: nadenken over interessante cases, het invullen van een aanpak met proeftuinen, het uitwerken van de benodigde activiteiten in een stappenplan; Generaliseren bevindingen, en dit gedachtegoed uitdragen en ter discussie stellen op geëigende fora, congressen etc. (af te stemmen met kennisverspreiding).
Resultaten eind 2006 De resultaten eind 2006 zullen zijn: • de eerste streefbeelden voor duurzaam verkeersmanagement; • uitwerking hoe duurzaam verkeersmanagement in verkeersbeleid geïnternaliseerd kan worden; • enkele presentaties/publicaties over het streefbeeld en generieke conclusies m.b.t. duurzaam verkeersmanagement; • bijstelling van het projectplan voor de jaren 2007-2009. Doorkijk naar rest project Op zijn minst jaarlijks zullen de streefbeelden en generieke conclusies bijgesteld worden. Nieuwe inzichten en conclusies worden uitgedragen en waar mogelijk worden ze in de cases in de proeftuinen verwerkt. Indien blijkt dat de streefbeelden redelijk constant blijven kan het accent verschoven worden naar hoe de transitie naar duurzaam verkeersmanagement bewerkstelligd kan worden (een roadmap zou hiervan onderdeel uit kunnen maken). Verder zal aangestuurd worden op samenwerkingsprojecten – bijvoorbeeld een gezamenlijke pilot van de projecten ATMO, ATMA en IV, waarin een groot aantal integratievraagstukken aan de orde zal komen. Dit houdt onder meer in: • een inventarisatie van mogelijke samenwerkingsprojecten, en • het initiëren/ondersteunen van activiteiten die een samenwerkingsproject mogelijk zouden maken.
5.2 Netwerken Probleem- en doelstelling De (reeds bestaande) netwerken voorzien in de behoefte aan structureel en actiegericht afstemmingsoverleg tussen de belangrijkste betrokken partijen over de integratieonderwerpen en kennisvelden. In de netwerkbijeenkomsten (MMI, DVM en KBSVM (Luteijn)) ligt de verantwoordelijkheid voor visievorming, procesversnelling en prioriteitsstelling. Aanpak Faciliteren van de bijeenkomsten van deze groepen. • Voorbereiding agenda en sprekers • Voorbereiding besluitvorming 14 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
• Voorzitterschap ondersteunen • Secretariaat, notulen • Kennisverspreiding via de web-site Resultaten eind 2006 De kennisinfrastructuur voor VM is opgezet, stakeholders nemen actief deel, proces prioritering en agendering loopt, de resultaten zijn verduurzaamd. Doorkijk naar rest project Het (verder)ontwikkelen en uitbouwen van een structuur waarin de (inter)nationale kennisverspreiding plaats kan vinden. Na afloop van de Transumoperiode zullen de netwerken bestaansrecht hebben opgebouwd en verder kunnen functioneren.
5.3 Kennisverspreiding Probleem- en doelstelling Kennisverspreiding heeft simpelweg tot doel de opgedane kennis te verspreiden binnen en buiten TRANSUMO. Dit is een doorlopende activiteit waarmee direct begonnen kan worden. Hieronder worden de activiteiten met betrekking tot de website, seminars & congressen, nieuwsbrieven en educatie verder uitgewerkt. 5.3.1 Website De website dient enerzijds als interactief communicatiemiddel met het netwerk, daarnaast fungeert de website als portal naar de websites van diverse projecten. • Websitebeheer- en onderhoud van de eigen website. • De website interactief maken door middel van het toevoegen van discussiefora ten behoeve van het netwerk • Actuele informatie toesturen aan het netwerk door middel van in de website geïntegreerde nieuwsbrieven. 5.3.2 Seminar/congres Op (gerelateerde) congressen en seminars in binnen en buitenland actief zijn door het aanbieden van de mogelijkheid om resultaten te presenteren. Jaarlijks organiseert het bureau met en voor haar netwerk een congres om de resultaten van het afgelopen jaar te presenteren. De netwerkfunctie staat bij deze bijeenkomsten centraal. De activiteiten hebben betrekking op: • Paper selectie, moderatorships, organisatie stand en reis. • DVM congres Rotterdam april 2005 • ITS congres in Hannover juni 2005 • ITS congres in San Fracisco nov 2005 • Seminar op Intertraffic in april 2006 • ITS congres in Londen oktober 2006 5.3.3 Nieuwsbrieven Ter verspreiding van kennis en ter informatie aan relaties over de projecten en activiteiten die zijn ondernomen brengt het project regelmatig een nieuwsbrief uit. • Teksten opstellen en controleren. • Verspreiden in het netwerk. • Beheren van de database/verzendlijst 5.3.4 Educatie Informatie beschikbaar stellen voor opleiding en introductie van ITS bij diverse opleidingen.
15 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
5.4 Transitieonderzoek Het transitieonderzoek in dit project is ondergebracht in twee subprojecten, te weten: Verbindend zien in een interorganisatorische context; Verbindend gedrag. In de volgende paragrafen wordt uitgewerkt wat deze twee subprojecten inhouden.
5.4.1
Verbindend zien in een interorganisatorische context
Probleem- en doelstelling Dynamisch verkeersmanagement vergt vrijwel altijd samenwerking tussen meerdere wegbeheerders en als het om standaardisatie van de apparatuur en communicatie gaat in principe alle wegbeheerders en andere betrokkenen als de verkeersindustrie. Alleen in nauwe samenwerking tussen deze partijen kan het gewenste resultaat worden bereikt. Een gegeven dat breed erkend wordt, de realisatie ervan is echter veel minder vanzelfsprekend. Veel goede voornemens worden daardoor nooit werkelijkheid. Deze innovatieparadox (ideeën genoeg, maar geen implementatie) moet doorbroken worden om tot DuVM te komen. De doelstelling is inzicht te krijgen in theorieën, methodes of werkwijzen die duurzame samenwerking kunnen bevorderen, waardoor processen versneld en effectiever kunnen worden. Daartoe wordt in dit subproject een coachingaanpak op haar effectiviteit onderzocht. Aanpak De werkwijze voor het project “Verbindend zien in een interorganisatorische context” is om coaching toe te passen in concrete cases om de effectiviteit ervan te kunnen onderzoeken. Belangrijke randvoorwaarden zijn daarbij dat de verschillende gremia, overheid, wetenschap en bedrijfsleven en zo mogelijk ook de weggebruiker participeren in de case en dat de coaching uitvoerbaar is binnen het tijdvenster van het project. De coaching bestaat uit een combinatie van persoonlijke of groepscoaching en een via internet uit te voeren coaching. Omdat visie en missie een belangrijke rol spelen in de achtergronden van de coaching leent deze zich prima voor toepassing op het visiedeel van dit deelprogramma van Transumo. Ook zou een van de concrete projecten object van coaching kunnen zijn. Om de validiteit van het onderzoek te vergroten is het wenselijk dat bij een of meer deelprojecten wel een nul- en een effectmeting plaatsvinden, terwijl daar geen coaching plaatsvindt. Resultaten eind 2006 Omdat visievorming het startpunt moet zijn van een breed proces met veel betrokkenen, ligt het voor de hand in 2005 te starten met een case die zich daarop richt. Dit proces zal bij aanvang in het tweede kwartaal van 2005 voor het eind van dit jaar zijn afgerond. De resultaten daarvan zullen dan ook concreet zijn in de vorm van een document en een toets op de mate waarin de visie wordt gedeeld door de belangrijkste betrokkenen. Een aparte uitdaging is inzichtelijk te maken in welke mate de output verbonden is aan de uitgevoerde coaching. De resultaten van deze analyse zullen naar verwachting in 2006 beschikbaar komen. Ook met een case bij een deelproject van het cluster kan in 2005 worden aangevangen. Deze zal niet eerder dan in de tweede helft van 2006 of zelfs begin 2007 worden afgerond. Doorkijk naar rest project De uitvoering van cases is voorzien voor 2005 tot begin 2007. De planning is dat eind 2007 een afronding van het onderzoek zal plaatsvinden in de vorm van een promotie aan de TUD. 16 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Denkbaar is dat betrokkenheid bij concrete activiteiten van het cluster ook daarna om onderzoeksredenen wordt voortgezet. Over de resultaten daarvan zal in dat geval apart worden gepubliceerd.
5.4.2
Verbindend gedrag
Probleem- en doelstelling Onderzoekers en beleidsmensen in het verkeersmanagement zijn vaak op zoek naar oplossingen in technologie en gedrag. Deze mensen zoeken elkaar op, want velen weten meer dan 1, maar stuiten dan toch op barrières. Als zo’n groep probeert om langdurig en al doende om te gaan met die barrières en daarin ook steeds beter wordt is sprake van een lerend netwerk (of transitiearena, Community of Practice). Het omgaan met barrières en het effectief ‘leren leren’ vraagt competenties die alleen door hard werk kunnen ontstaan. Deze competenties kunnen worden samengevat als ‘verbindend gedrag’, omdat het vanuit sociologisch perspectief gaat om interconnectiviteit in een sociaal systeem. Het zou ook ‘sociaal lerend gedrag’ kunnen heten. Het doel van deelproject ‘verbindend gedrag’ is deze competenties te onderzoeken en te verbeteren, en een operationele methodiek te ontwikkelen waarmee een grote effectiviteit kan worden gekregen in diagnosestelling en coaching van individuen en groepen (gebaseerd op de algemene methodiek van het proefschrift van Sibout Nooteboom). Aanpak Verbindend gedrag is zelf geen lerend netwerk, maar is verbonden aan lerende netwerken die actief bezig zijn met verkeersmanagement. Ieder lerend netwerk ontwikkelt weer andere competenties, er zijn meerdere wegen naar Rome, en meerdere talen om een weg in te beschrijven. Om ook daadwerkelijk effectief te zijn en begrepen te worden is het dus noodzakelijk dat dit project aansluit bij lerende netwerken die elders binnen of buiten Transumo proberen tot doorbraken te komen in het verkeersmanagement. Welke groepen dit zullen zijn is niet te voorspellen – lerende netwerken hebben soms een kort leven. Een van de netwerken waarbij in ieder geval wordt aangesloten is de groep die de coördinatie van het cluster verkeersmanagement doet – de ‘cockpit’ of het brein – waar het grootste lerend vermogen kan worden verwacht. Dit valt samen met deelprojecten Visievorming en Netwerken. Andere mogelijkheden zijn een community of practice die momenteel wordt opgestart bij DHV. Een activiteit binnen dit deelproject start met de uitgesproken intentie van sleutelspelers of belangrijke innovatoren uit een lerend netwerk (‘proefkonijnen’) dat zij behoefte hebben aan reflectie op hun vaardigheden (competenties) om tot succesvolle maatschappelijke experimenten te komen. Er zijn dan de volgende mogelijkheden: intakegesprekken met deze mensen waarin wordt besproken welke vorm van coaching / begeleiding gewenst is, en vervolgens implementatie daarvan. De geleerde lessen (resultaten versus aanpak en condities) zijn empirisch materiaal voor bestuurskundig (transitiemanagement)onderzoek. Deze ‘proefkonijnen’ geven commitment door middel van hun eigen tijdsinzet (naast wellicht betaling voor een commercieel DHV-project, wat echter administratief buiten Transumo blijft). Naar verwachting zal de commitment aanvankelijk beperkt zijn tot enkele sessies. De ‘proefkonijnen’ kunnen kiezen uit een serie individuele coachinggesprekken, het invullen van individuele vragenlijsten op maat, en het plenair bespreken van de resultaten (bijvoorbeeld: in hoeverre zijn wij in staat om te verbinden? Op welke onzekerheid moeten wij ons richten?). Zowel in de gesprekken als in de vragenlijsten wordt uitgegaan van het systeemdenken dat centraal staat in het proefschrift van Sibout Nooteboom. In dat proefschrift zijn enkele 17 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
generieke modellen ontwikkeld voor innovatieprocessen cq transitiemanagementprocessen, waarmee systematisch een gedeelde visie kan groeien en mensen zich bewust worden van onzekerheden / dilemma’s die zij niet zelf kunnen oplossen en waarvoor zij dus hun netwerk moeten uitbreiden, en de competenties die daar dan weer voor nodig zijn (verbindend gedrag, creëren van vertrouwen). Deze manier van kijken is nog niet erg operationeel ontwikkeld omdat ieder innovatiesysteem anders is. Afhankelijk van de wensen van de proefkonijnen zullen schriftelijk of mondelinge vragenlijsten en interactieve werkmethoden worden ontwikkeld en toegepast. Als er al een lerend netwerk is dat zich bewust is van verbindend gedrag als succesvoorwaarde kan dit netwerk als geheel “klant” fungeren. Zolang dit niet het geval is kan met enkele leden worden begonnen (die het lerend vermogen van het netwerk willen vergroten) en dit kan zich uitbreiden. Resultaten eind 2006 Resultaat is een diagnose, gesteld van een lerend (verbindend) vermogen in een lerend netwerk, te beginnen met het centrale team in het cluster Verkeersmanagement. Naar verwachting heeft dit ook geleid tot meetbaar betere competenties. De resultaten worden gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel. De algemene bruikbaarheid van de in dit specifieke geval ontwikkelde methodiek wordt daarin geevalueeerd. Doorkijk naar rest project De vragenlijst is van toepassing op lerende netwerken in het algemeen, hoewel mogelijk een aantal vragen specifiek zullen zijn voor verkeersmanagement. Als het aanslaat kan het dus overal worden toegepast. Omdat er steeds meer groepen zich lerend gaan gedragen is dat geen probleem. We hebben echter wel de ambitie om de beste lerende groepen te evalueren (waar de hoogste interconnectiviteit wordt gehaald). Hun competenties zijn het beste voorbeeld. De slechtste verbindingen zijn vaak met bestuurders (in “leer-houding”) en met burgers (die vaak angstig zijn voor technologie en bestuurders straffen voor het toelaten van experimenten). We proberen aan te haken bij arena’s die op die punten vernieuwend verbindend gedrag vertonen. Het is echter door de onvoorspelbaarheid van lerende netwerken met een hoog bestuurlijk gehalte vooraf moeilijk om het commitment van deze netwerken te krijgen.
5.5 Proeftuinen Probleem- en doelstelling De proeftuinen bieden een omgeving om de integratie- en transitievraagstukken in op te pakken. Dit project zal zoveel mogelijk proberen aan te sluiten bij de proeftuinen van TRANSUMO (en wellicht nog andere proeftuinen/communities of practice). Een concrete case bij één of wellicht twee van de subprojecten zal door de gekozen onderzoeksvorm, praktijkonderzoek, als vanzelf in een van de proeftuinen plaatsvinden. Een eerste case zal in elk geval bij Swingh worden uitgevoerd (subproject Verbindend zien in een interorganisatorische context). Een tweede mogelijk in Noord-Brabant. De inhoudelijke kanten daarvan zijn in paragraaf 5.4.1 al kort aan de orde gesteld. In het projectvoorstel voor onderdeel 2b. van het cluster transitiemanagement zijn probleem-, doelstelling, aanpak en alle werkzaamheden overigens al uitvoerig beschreven. Aanpak Voor alle subprojecten/activiteiten zal bekeken worden welke proeftuin erbij betrokken zou kunnen worden, en of er interesse is vanuit deze proeftuin. Ook zal de mogelijkheid van het uitwerken van het idee Verkeersbedrijf in een proeftuin bekeken worden. Resultaten eind 2006 Eind 2006 ligt er een plan voor de activiteiten die we in proeftuinen zullen starten.
18 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Doorkijk naar rest project Nog niet van toepassing.
5.6 Benchmarking Probleem- en doelstelling De benchmarkingactiviteiten worden uitgevoerd om de Nederlandse situatie met betrekking tot duurzaam verkeersmanagement in brede zin te vergelijken met andere regio’s, met als voornaamste doel van andere regio’s te leren – van andere bestuursvormen, en andere oplossingen. Het gaat hierbij vooral om benaderingen die inspirerend/aanvullend kunnen werken op de Nederlandse situatie. Een doel hiervan is ook om stakeholders te laten zien hoe het anders kan. Aanpak Relevante projecten vanuit Ertico/EU kaderprogramma’s zullen bekeken worden; Relevante projecten uit landen buiten Europa zullen eveneens beschouwd worden: bijvoorbeeld VS, Japan; Mogelijk worden oriëntatiereizen georganiseerd of worden buitenlandse experts uitgenodigd om hun ervaringen te komen delen. Resultaten eind 2006 Position paper Benchmark Duurzaam Verkeersmanagement: hoe doet NL het, welke interessante voorbeelden van aanpakken zijn er elders te vinden, welke implicaties heeft dit voor de NL situatie. Doorkijk naar rest project Eind 2006 wordt bepaald of de benchmark een terugkerende activiteit zou moeten worden (zoals het bijstellen van de streefbeelden).
6. Verantwoording van het onderzoek 6.1 Relatie van dit project met proeftuinen Het is de bedoeling zoveel mogelijk van de in het project Transities naar duurzaam verkeersmanagement uitgevoerde activiteiten te koppelen aan één of meerdere proeftuinen. Met name voor de transitieonderzoeksactiviteiten zal het koppelen aan bepaalde projecten of cases nodig zijn om de voorgestelde methodiek te ontwikkelen en te toetsen. Maar ook de streefbeeldvorming zou kunnen plaatsvinden in één of meer proeftuinen. 6.2 Inzet transitiewetenschappers Dit project omvat zes op de combinatie van transitie- en verkeersmanagement gerichte typen activiteiten. De redenen hiervoor zijn: A. het leggen van een inhoudelijke, maar ook organisatorische verbinding tussen de clusters Transitiemanagement en Verkeersmanagement. B. het beschikken over transitiewetenschappers in de complexe omgeving van verkeersmanagement.
6.3 Noodzaak steun TRANSUMO De doelstellingen die in dit deelproject worden nagestreefd zijn complex, risicovol en kennen geen eenduidige probleemeigenaar. Juist binnen TRANSUMO waar transitie en duurzaamheid 19 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
kernbegrippen zijn kan dit project veel bijdragen aan de cohesie van de diverse geplande onderzoeksprojecten op het gebied van transitie- en verkeersmanagement.
6.4 Samenwerkingsverband participanten Het project start met in ieder geval de volgende participanten: TNO ITS-NL DHV OC Mobility & Coaching SWINHG/Groot-Haaglanden Reisinformatiegroep Erasmus Universiteit Technische Universiteit Delft Universiteit Twente Community of Practice (o.a. DHV) Innovatieberaad Duurzame Mobiliteit Siemens Rabobank Ministerie Verkeer en Waterstaat Rijswaterstaat ANWB Deelnemers MMI netwerk Deelnemers kennisnetwerk bestuurlijke samenwerking verkeersmanagement Deelnemers Forum DVM
6.5 Projectorganisatie TNO Ruimte en Infrastructuur, in de personen van Ben Immers en Isabel Wilmink, zullen optreden als trekkers van dit project. Zij zullen zich voornamelijk bezig houden met de integratievraagstukken, waaronder de streefbeeldvorming, en kennisverspreiding ITS Nederland, in de personen van John Pommer en Paul Potters, zullen optreden als duwers van het project. Zij zullen zich voornamelijk bezig houden met de integratievraagstukken, de netwerkactiviteiten en de kennisverspreidingsactiviteiten. Penvoerder is ITS Nederland (Paul Potters). OC Mobility Coaching, in de persoon van Rien van der Knaap zal optreden als coach bij het proces van visievorming / streefbeeldontwikkeling als basis voor de integratieactiviteiten en voor een of meerdere concrete cases in het project en voorts verantwoordelijk zijn voor transitie-onderzoeksactiviteiten die aan de coaching zijn verbonden). DHV, in de persoon van Sibout Nooteboom, zal invulling geven aan het deelproject verbindend gedrag, dat ‘leeft op’ andere deelprojecten, te beginnen met streefbeeldontwikkeling. Daarnaast zal het ‘leven op’ andere lerende netwerken waar een groot lerend vermogen wordt ontwikkeld; dit kunnen ook netwerken buiten TRANSUMO zijn. Diverse andere partijen worden betrokken bij de activiteiten (zie paragraaf 6.4; in de loop van het project worden wellicht nog andere partijen aan de lijst toegevoegd)..
20 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
De trekkers van het project zullen ervoor zorg dragen dat de resultaten van de subprojecten en activiteiten geïntegreerd worden. Zij zullen ook de voortgang checken, de verdere uitwerking van het project (2007-2009) coördineren en communiceren met de clusterleiders.
Het samenwerkingsverband waaronder participanten optreden wordt gefaciliteerd door ITS Nederland: ITS Nederland Het programma van ITS Nederland haakt in op het gezamenlijke streven naar betere benutting van bestaande infrastructuur en vervoerssystemen. ITS Nederland heeft als doel de toepassing van informatie- en communicatietechnologie in verkeer en vervoer te optimaliseren zodat systemen veiliger, efficiënter, betrouwbaarder, comfortabeler en milieuvriendelijker zullen worden. Visie Het verbeteren van de mobiliteit door middel van intelligent gebruik van bestaande en nieuwe infrastructuur en het creëren van draagvlak voor ITS bij het grote publiek. Missie ITS-NL voorziet als samenwerkingsorganisatie in de behoefte aan structureel en actiegericht afstemmingsoverleg tussen de belangrijkste betrokken partijen over de actuele ITS onderwerpen en kennisvelden. ITS Nederland treedt namens de leden op als vertegenwoordiger naar buiten toe en beheert het kennisnetwerk. Een duidelijke toegevoegde waarde voor de leden moet er zijn bij het organiseren van publiek-private samenwerking, als kennisnetwerk en als innovatienetwerk.
7. Kennisverspreiding Tijdens het project wordt gewerkt aan kennistransfer door partijen bij elkaar te brengen en ze samen te laten werken aan de transitie naar duurzaam verkeersmanagement. Kennis over duurzaam verkeersmanagement wordt zo opgebouwd en doorgegeven. Concrete methoden om de stap naar duurzaam verkeersmanagement te kunnen maken worden toegepast en leerervaringen hiermee worden gegeneraliseerd, zodat ze voor een bredere groep toegankelijk worden dan alleen de betrokkenen bij het project. Het project zal daarnaast een aantal publicaties opleveren die onder andere op congressen als het DVM congres, het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk, ITS (World en Europe) en TRB gepresenteerd zullen worden.
21 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
8. Financiën
22 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
23 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
9. Ondertekening Ondergetekenden verklaren hierbij dat zij akkoord zijn met inhoud van het projectplan en de bijdragen in de projectkosten zullen financieren conform het financieringsoverzicht in dit projectplan. Organisatie Tekenbevoegd persoon Email contactpersoon Postadres organisatie Handtekening
________________________
Organisatie Tekenbevoegd persoon Email contactpersoon Postadres organisatie Handtekening
________________________
Organisatie Tekenbevoegd persoon Email contactpersoon Postadres organisatie Handtekening
________________________
24 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Bijlage A. aanvullende informatie Forums MMI & DVM, Infopunt DVM
25 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
a. Forum MMI (Marktversnelling mobiliteits informatie) Launched in 1998 As MMC this committee has become a channel for information and discussion on mobility information issues, and to bring requirements into the development process. Its also helps in defining business cases.
Objectives • Serves as a meeting place on mobility information services for ITS members • Act as a Forum for presenting news and related activities of ITS partners • Identify an develop opportunities for appropriate R&D, demonstration, test and evaluation activites • Provide input to the projects definition process
Duration and Funding General ITS Forum Partly funded by Transumo as part of the Traffic Management project for integration and transition.
Participating partners Siemens, Peek Traffic, DHV, LogicaCMG, ANWB, VID, Dynavision, ARS, EDS, TPA, Vialis, V&W, AVV, AGI, VCNL, KPVV, TNO, SWINGH, Intraffic, province Noord-Brabant, Rotterdam en province ZuidHolland, Twijnstra Gudde, Dura Vermeer, Falkplan Andes. Future participation open to all interested parties.
Chaired by
Contact
Paul Potters
[email protected]
Paul Potters
[email protected]
Website www.connekt.nl ITS Nederland Mobiliteits informatie …
Deliverables 2005 Why Meetings
When
Where 19-jan Connekt 9-mrt 27-apr 22-jun 14-sep 9-nov
Who ITS
What Minutes, presentations Agenda, invitation, speakers website
26 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
b. Forum: Dynamisch Verkeers Management ITS-Nederland heeft voor 2005 als één van haar activiteiten op zich genomen om als onafhankelijk intermediair tussen wetenschap, bedrijfsleven en overheid op te treden in het kader van Dynamisch VerkeersManagement.
Objective Het is de doelstelling om op het gebied van DVM de strategische intermediair te worden voor alle betrokken organisaties. Het invullen van de niet-inhoudelijke component –het zorgen voor draagvlak, bundelen van krachten, uitwisselen van kennis, implementatie strategieën, etc.- vraagt om een onpartijdige positie. In deze positie worden in eerste instantie de volgende taken en verantwoordelijkheden onderscheiden: - het vaststellen van de rol, taakstelling, het programma en prioriteiten van de stuurgroep DVM (vb van programma onderdelen: open deuren, streefbeeld DVM, roadmap DVM, etc.); - het formeren van een stuurgroep bestaande uit organisaties van wegbeheerders (centrale en decentrale overheden), aannemers, leveranciers, advies/ingenieursbureaus, kenniscentra, opleidingsinstituten, brancheorganisaties, etc.; - organiseren en voorzitten van bijeenkomsten (3 ..4 per jaar); - creëren van draagvlak en consensusvorming; - benaderen van organisaties voor deelname; - profilering, positionering en vertegenwoordigen van de stuurgroep DVM naar buiten; Tevens dienen de volgende activiteiten te worden gefaciliteerd; rapportages/notuleren van bijeenkomsten, uitnodigingen versturen, faciliteren van locaties, verzamelen en distributie van informatie, opzetten van internet site, schrijven van persberichten, bijhouden bestanden, helpdesk.
Duration and Funding General ITS Forum Partly funded by Transumo as part of the Traffic Management project for integration and transition.
Chaired by
Contact
DHV
Paul Potters
[email protected]
Participating partners Ministerie van Verkeer en Waterstaat - V&W DGP - RWS VCNL- RWS AVV Siemens Nederland ;Dura Vermeer ;LogicaCMG ;Peek Traffic ;Twynstra Gudde ;Vialis ;AGV Advies – Holland Rail Consult;ANWB ;ASTRIN ;DHV ;Diepens en Okkema ;Goudappel Coffeng ;Imtech ;Provincie Zuid-Holland ;Provincie Noord-Brabant ;Rabobank ;TPA ;Trinite;CROW., KPVV, IPO, VNG, Haaglanden.
27 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
c. Infopunt DVM (initiatief van CROW, AVV, KPVV, ANWB en ITS-NL) In het kader van zowel bereikbaarheid, leefbaarheid als verkeersveiligheid zullen wegbeheerders een groot aantal maatregelen moeten treffen. Het betreft hier vooral maatregelen die nieuw zijn en waarmee wegbeheerders tot op heden weinig of geen praktijkervaring hebben opgedaan.
Objective Doel van dit project is enerzijds het inventariseren en bundelen van de aanwezige kennis op gebied van verkeersmanagement en anderzijds om deze kennis over te dragen aan diegenen die betrokken zijn bij de voorbereiding dan wel het ontwerpproces, realisering of beheer en onderhoud van één of meerdere systemen. Zowel voor beleidsambtenaren, als adviesbureaus, nutsbedrijven en aannemers moet het Infopunt Verkeersmanagement het aanspreekpunt zijn. Het Infopunt Verkeersmanagement beoogt primair de kennisuitwisseling en –ontwikkeling op het gebied van verkeersmanagement te verbeteren en te bevorderen. Het Infopunt zal moeten functioneren als het aanspreekpunt in Nederland voor een ieder die informatie zoekt, wil delen of raadplegen op het gebied van verkeersmanagement. Voorkomen moet worden dat wegbeheerders de maatregelen verkeerd invoeren waardoor zowel de uniformiteit als de verkeersveiligheid in gevaar komen. Bovendien dreigt het gevaar dat wanneer onvoldoende kennis bij wegbeheerders beschikbaar is het wiel telkens opnieuw wordt uitgevonden en dat het tijdpad van de uitvoering in het gedrang komt. Doelgroepen • Wegbeheerders o gemeenten o provincies o Rijkswaterstaat o waterschappen • Aannemers (bestek- en regelgeving) • Advies-/ingenieursbureaus • OV-bedrijven • Parkeerexploitanten • Transportsector • ………………. De website is voor de doelgroep hét informatie- en steunpunt op het terrein van verkeersmanagament. De Website biedt onder meer de volgende diensten: een bibliotheek met een overzicht van artikelen, publicaties en rapporten, een (foto)database met praktijkvoorbeelden, een discussieforum waar vakgenoten niet alleen met elkaar kunnen discussiëren maar ook gegevens kunnen wisselen dan wel oplossingen aandragen, een overzicht van veel gestelde vragen met antwoorden, een overzicht van de nieuwste ontwikkelingen, alsmede een overzicht van voor het werkveld relevante (niet commerciële) websites met hyperlinks naar die websites. Taken van het Infopunt Verkeersmanagament - verzamelt kennis en ervaringen met betrekking tot verkeersmanagement en maakt die toegankelijk; - verschaft informatie door middel van een helpdesk; - verspreidt (deels gratis) kennis en ervaringen door middel van de website; - signaleert kennislacunes op basis van verzamelde informatie en gestelde vragen; - brengt personen in contact met instanties die over hun eigen ervaringen kunnen vertellen; - houdt nauw contact met de stedelijke, regionale en provinciale (overleg)organen. Structurele leveranciers van informatie zijn” 28 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
• • • • • • • • • •
Gemeenten Kaderwetgebieden Provincies Brancheorganisaties Leveranciers Kenniscentra (AVV, Connekt, CROW, KPVV) Opleidingsinstituten TNO Advies-/ingenieursbureaus …….
Duration and Funding General Website Partly funded by Transumo as part of the Traffic Management project for integration and transition.
Chaired by
Contact
CROW
Paul Potters
[email protected]
Participating partners Ministerie van Verkeer en Waterstaat RWS AVV, ANWB ;CROW., KPVV, Transumo
29 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
Bijlage B. Aankondiging ITS congressen
30 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
ITS in Europe Congress & Exhibition Hannover Algemene informatie evenement In juni van dit jaar wordt er weer een Europees ITS congres gehouden. In navolging op steden e als Amsterdam, Bilbao, Lyon en Budapest vindt de 5 ITS in Europe editie plaats in het Duitse Hannover. Van 1-3 juni is Hannover dé plek om vertegenwoordigers van nationale, provinciale en locale overheden, overheidsorganisaties, verkeers- en vervoersbedrijven, ICT bedrijven tot kennisinstituten en consultants te ontmoeten. Het congres met als thema ’ITS at the crossroads of European Transport’ staat vooral in het teken van veiliger en effectiever gebruik van diverse transport systemen. Met de eenwording van Europa heeft Hannover zijn strategische positie als centraal kruispunt van autowegen, spoor en vaarwegen in Europa sterk weten te versterken. Daarnaast staat Hannover bekend om zijn uitstekende beurs- en congresfaciliteiten. Het is daarom niet vreemd dat de keuze voor een locatie voor ITS in Europe juist hierop is gevallen. Tijdens het 3-daagse congres staan o.a. thema’s als: e-safety, ITS in urban and regional areas, seamless mobility of passengers and goods, electronic payment, rail ITS, mobility services, positioning and navigation etc. centraal. Tegelijkertijd met de congressessies vindt er in Hannover een vakbeurs plaats van ruim 5000 m² waarop interessante ITS successen gepresenteerd zullen worden. Het congresprogramma wordt naast een vakbeurs ook verrijkt met een onlangs nieuwgebouwde testtrack van de ADAC waarop diverse ITS demonstraties gegeven zullen worden. ITS Hannover shuttle bus Omdat het Europese ITS congres dit keer bij onze oosterburen plaatsvindt, heeft ITS Nederland het idee geopperd om Nederlandse bestuurders van locale, provinciale en nationale overheden als wel ITS-leden uit te nodigen voor een bezoek aan de beurs in Hannover. Een bezoek aan de ITS in Europe beurs biedt de bestuurders niet alleen de mogelijkheid om kennis te maken met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van ITS maar ook om uitgebreid te netwerken met de aanwezige Nederlands partijen. Wilt u meer informatie ontvangen over de ITS Hannover shuttle bus of over andere aanreis- en accommodatiemogelijkheden naar en in Hannover, stuurt u dan een mailtje naar
[email protected] Benelux stand Aangezien de vakbeurs van ITS in Europe dit jaar stukken groter is opgezet dan afgelopen jaren, hebben veel ITS-leden ons reeds benaderd met het verzoek weer een nationale stand te organiseren. Tezamen met onze Belgische zusterorganisatie Telematics Cluster heeft ITS Nederland daarom een 48m² stand (12 x 4 m) geblokt. De stand heeft een uitstekende ligging omdat deze zich nabij de doorgang van het congres naar de beurs bevindt. De stand krijgt net als in Nagoya een collectief karakter en zal met name dienst doen als centrale ontmoetingsruimte voor alle aanwezige Nederlanders en Belgen alsmede uitgiftepunt van brochures maar biedt vanwege de kleine opzet geen ruimte voor specifieke bedrijfspresentaties. Speciaal voor de Nederlandse deelnemers op de stand zal er een gedeelte van de stand worden ingericht voor het ophangen van posters en uitstallen van brochures. In de centrale ontmoetingsruimte met bar die we delen met onze Belgische collega’s zullen we o.a. Belgisch bier en Nederlandse hapjes serveren.
31 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO
ITS World Congress & Exhibition San Francisco Algemene informatie evenement Zoals elk jaar wordt er weer een ITS World Congress gehouden. In navolging op steden als Parijs, Yokohama, Orlando, Berlijn, Seoul, Toronto, Turijn, Sydney, Chicago, Madrid en Nagoya is het dit keer de beurt aan San Francisco om de 12e editie van het ITS World Congress te hosten. Van 6-10 november is San Francisco dé plek waar meer dan 5000 vertegenwoordigers uit 60 verschillende landen, variërend van nationale en locale overheden, overheidsorganisaties, verkeers- en vervoersbedrijven, ICT bedrijven tot kennisinstituten en consultants elkaar ontmoeten. Het evenement staat bol van de nieuwe ITS ontwikkelingen en praktische oplossingen. Het congres met als thema ’Enabling Choices in Transportation’ staat vooral in het teken van de gebruiker van transport systemen. Naast de gebruikelijke evenementen voor verkeerskundigen biedt het evenement in San Francisco veel activiteiten die specifiek gericht zijn op de consument en de overheid en zal het evenement het platform van 2005 worden als het gaat om het uitwisselen van ervaringen bij het implementeren van ITS. Tijdens het 4-daagse congres staan o.a. thema’s als: Intelligent Vehicles, Navigation & guidance products, Traveler information systems, Public Transport innovations, Traffic operations systems, Public safety technology, Driver Assistance systems, ITS parking applications, e-Safety, Traffic signal equipment, Communications systems, Commercial vehicle applications, Surveillance tools, Electronic toll collections, Electronic payment & smart card systems, System design & integration, Safety systems etc. centraal. Tegelijkertijd met de congressessies vindt er in San Francisco een vakbeurs plaats van ruim 10.000 m² waarop interessante ITS successen gepresenteerd zullen worden. Benelux stand Net als in de afgelopen drie jaren heeft ITS Nederland ook voor San Francisco weer het idee geopperd een nationale stand te creëren. Verzoeken voor deelname aan een nationale stand zijn dan ook al bij ons binnengekomen. Tezamen met onze Belgische zusterorganisatie Telematics Cluster heeft ITS Nederland een 96m² stand (12 x 8 m) geblokt. De stand heeft een uitstekende ligging nabij andere nationale ITS organisaties en Europese bedrijven. De stand krijgt net als in Nagoya een collectief karakter en zal met name dienst doen als centrale ontmoetingsruimte voor alle aanwezige Nederlanders en Belgen als uitgiftepunt van brochures maar biedt eveneens ruimte voor specifieke bedrijfspresentaties. Een gedeelte van de stand zal speciaal ingericht worden voor het geven van demonstraties, bedrijfspresentaties, posterpresentaties en het uitstallen van brochuremateriaal. In de centrale ontmoetingsruimte met bar die we wederom delen met onze Belgische collega’s zullen we o.a. Belgisch bier en Nederlandse hapjes serveren.
32 TRANSUMO Transities naar Duurzaam Verkeersmanagement Deelprojectplan B (Wilmink, Immers, Potters, Pommer)
versie: 29 juni 2005 beheer: TNO