inspannings fysiologie
In het jaar 1966 deed de jonge Japanner Yoshiaki Sato een ontdekking.Tijdens een Boeddhistische ceremonie zat hij langdurig in een bepaalde houding en dit bezorgde hem stijve benen. De sensatie kwam volgens hem overeen met wat hij voelde na de zware onderbeenoefeningen die hij als atleet regelmatig deed. Overtuigd iets bijzonders ontdekt te hebben besloot Sato het effect van spierbeknelling te onderzoeken, met zichzelf als proefpersoon.
Trainen zonder zuurstof: Oosterse wijsheid? Effecten van laagintensieve kracht-
training met afgeknelde spierdoorbloeding Lieke Schiphof-Godart
Een jaar later moest Sato in het zie-
bare band met drukmeter, vergelijk-
kenhuis worden opgenomen. Zijn zelf
baar met de manchet van een bloed-
ontworpen trainingsmethode, waarbij
drukmeter. Sato noemde zijn methode
hij de doorbloeding van zijn spieren
‘KAATSU-training’ en kreeg hierop in
tijdens de krachttraining afknelde met
verschillende landen patent.1
behulp van oude fietsbanden, was niet een verdoofd gevoel en pijn in zijn
Wat gebeurt er in een afgeknelde spier?
spieren had geleid tot een longembo-
Rond 2005 verschenen de eerste
lie, waarbij een bloedprop een slagader
wetenschappelijke artikelen over
in zijn longen verstopte.
KAATSU-training, ook wel occlusie-
Tegen het advies van zijn artsen in ging
training of ‘blood flow restriction trai-
Sato door met zijn experimenten. Na
ning’ (BFR) genoemd.2 Hierdoor won
een skiongeluk in 1973 gebruikte hij
de methode snel aan bekendheid, ook
zijn eigen methode om krachtsverlies in
buiten Japan.
zo veilig als gedacht. Het negeren van
zijn ingegipste benen tegen te gaan. Jarenlang experimenteerde Sato met behulp van studenten om de juiste druk van de band en de juiste trainingsvorm te vinden. In 1983 gebruikte hij hierbij voor het eerst een opblaasYoshiuki Sato
28
S p o r t g e r i c h t n r. 2 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
Door het afknellen (occlusie) van een
teit. Om de spierkracht
arm of been verlaagt men bewust
te laten toenemen wordt
de doorbloeding van o.a. de spieren.
namelijk meestal geadvi-
Trainen onder deze condities wordt
seerd om op een intensi-
daarom ook wel ‘ischaemic training’
teit vanaf 70% van 1RM
genoemd: trainen met onvoldoende
te trainen5, beduidend
doorbloeding.3
hoger dan bij occlusie-
De gevolgen van het
sterk afknellen of afbinden van een
training.
lichaamsdeel zijn in principe bekend.
De meeste proefperso-
Bij een verminderde toe- en afvoer van
nen in de studies naar
bloed krijgt een spier minder zuurstof
occlusietraining had-
en energie aangeleverd en kunnen af-
den geen ervaring met
valstoffen niet goed worden afgevoerd.
krachttraining of waren
Hoe harder een spier op dat moment
zelfs fysiek inactief.3 Zij
werkt, des te hoger de stofwisseling.
ondervonden positieve
Dit betekent dat er bij een geringer
effecten van occlusietrai-
aanbod van zuurstof of energie sneller
ning, maar het is ondui-
een probleem optreedt.
delijk wat de positieve
Occlusie heeft ook een effect op de
effecten van traditionele
bloedvaten. Deze worden tijdens het
krachttraining bij hen zouden zijn
afknellen samengedrukt, maar na de
geweest. De claim dat de effecten van
op voorhand niet aannemelijk.
occlusie stroomt er in korte tijd juist
occlusietraining vergelijkbaar zijn met
Volgens sommigen zouden ook spor-
meer bloed door de vaten dan ge-
die van traditionele krachttraining is
ters meer baat kunnen hebben bij
woonlijk. Dit kan de vaatwanden be-
vooral gebaseerd op het percentage
occlusietraining dan bij traditionele
schadigen en er kunnen bloedproppen
verbetering van spierkracht en spier-
krachttraining.3 Hier is echter geen
massa dat te behalen is dankzij deze
bewijs voor. Het is ook niet duidelijk of
dit aan den lijve in de vorm van een
training.3
sporters die bekend zijn met hoogin-
longembolie.1
echter geen studies uitgevoerd waarin
tensieve training minder kans op
ontstaan
(trombose).4
Sato ondervond
Voor zover bekend zijn er
Krachtsporter demonstreert occlusietraining.
occlusietraining rechtstreeks vergele-
spierbeschadiging of blessures zouden
Occlusietraining in de praktijk
ken is met traditionele krachttraining.
hebben als zij occlusietraining zouden
Het expres verhinderen van de bloed-
De hoge trainingsintensiteit bij tra-
doen.
toevoer naar de spieren lijkt dus een
ditionele krachttraining is weliswaar
slecht idee en het afknellen van spieren
bewezen effectief, maar brengt ook
De occlusieband
tijdens het trainen klinkt al helemaal
een grotere kans op blessures met zich
Bij occlusietraining maakt men
onlogisch. Uit vele studies blijkt echter
mee, onder andere door de grotere
gebruik van een occlusieband (of
dat door een combinatie van occlusie
krachten die op de gewrichten, botten,
manchet). Deze moet om de arm of
en krachttraining op lage intensiteit
spieren en pezen worden uitgeoe-
het been geplaatst worden, zo dicht
(20% van het 1RM) de spierkracht ver-
fend. Sommige mensen zijn daarom
mogelijk bij de romp.6 Meestal wordt
beterd kan worden en de spiermassa
niet goed in staat om hoogintensieve
een smalle band van 5 cm gebruikt,
kan toenemen. Er is een ruim aantal
krachttraining uit te voeren, zoals
maar in sommige studies gebruikt
studies bekend waarin training met oc-
patiënten na operaties (bijvoorbeeld
men brede banden van 18,5 cm.3 Sato
clusie vergeleken wordt met dezelfde
aan de kruisbanden), hartpatiënten of
was betrokken bij de ontwikkeling
occlusie.3
In bijna
ouderen. Het kan echter wel wenselijk
van ‘KAATSU Master’ banden, die 3
al die studies is bij de occlusiegroep
zijn om ook bij deze mensen de spier-
cm breed zijn voor de armen en 5 cm
een grotere toename van spierkracht
kracht te verbeteren. Volgens voorstan-
breed voor de benen.6 Ook bestaat
en spiermassa vastgesteld dan bij de
ders zou occlusietraining voor hen een
er KAATSU sportkleding waarbij in
controlegroep.3 In de meeste geval-
geschikt alternatief kunnen zijn.3 Dat
de mouwen en broekspijpen strakke
len viel ook wel te verwachten dat de
voor patiënten met hart- en vaatziek-
banden zijn opgenomen.6 Hoe breed
controlegroep weinig verbetering in
ten de risico’s bij occlusietraining klei-
een band zou moeten zijn voor een
spierkracht en spiermassa zou verto-
ner zijn dan bij traditionele krachttrai-
optimaal effect is echter nog niet on-
nen, vanwege de lage trainingsintensi-
ning is echter nog niet bewezen en lijkt
derzocht. Het lijkt erop dat een brede
training zonder
S p o r t g e r i c h t n r. 2 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
29
band bepaalde voordelen biedt ten
werkt dankzij een verminderde bloed-
het zuurstofgehalte in het bloed niet
opzichte van een smalle band wat
toevoer.
gemeten, waardoor het onduidelijk is
betreft het comfort voor de drager,
in welke mate er daadwerkelijk sprake
Waarom zou occlusietraining werken?
was van zuurstofgebrek. Dat trainen
lichaamsdeel en het volhouden van de trainingssessie.6 Uit onderzoek
Het is nog niet geheel duidelijk
kunnen leiden tot meer krachtstoe-
blijkt dat de positieve effecten van de
waarom met occlusietraining grotere
name dan dezelfde training zonder
occlusie het grootst zijn als de band
positieve effecten te behalen zijn dan
zuurstofgebrek lijkt dankzij deze
tijdens de gehele training druk blijft
wat men zou verwachten op basis van
resultaten aannemelijk. Er bestaan ver-
uitoefenen.6
de intensiteit (20% van 1RM) waarop
schillende theorieën over de redenen
de spier wordt belast. Er is nog steeds
hiervan.
de verdeling van de druk op het
met zuurstofgebrek in de spier zou
Hoe hard drukt de band?
onderzoek gaande naar de processen
Het is belangrijk om de druk van
die zich bij occlusietraining in de spier
Activatie van snelle spiervezels
de band om het lichaamsdeel goed
afspelen en de effecten hiervan op
Door het zuurstofgebrek in de spier
te regelen.3 Hierbij spelen individu-
spieropbouw en –herstel. De meeste
zou occlusietraining een ander type
ele verschillen in bijvoorbeeld dikte
onderzoekers gaan er vanuit dat de
van arm of been een belangrijke rol.
occlusie zorgt voor een verminderde
spiervezels activeren dan gewone training op lage intensiteit. 4,9 Training
In de meeste studies is een druk van
bloedtoevoer naar de spier.7 Dit staat
op lage intensiteit activeert normaal-
op gespannen voet met de adviezen
gesproken eerst aerobe spiervezels
ongeveer 160 mmHg
gebruikt.3
Dit
onderzoekers3,
die bewe-
is vergelijkbaar met de druk van een
van andere
manchet bij het meten van de bloed-
ren dat bij occlusie alleen de aderen en
Deze langzame spiervezels gebruiken
druk door een arts. Een druk van meer
niet de slagaderen zijn afgekneld. Toch
zuurstof bij de samentrekkingen en
dan 160 mmHg is dus al duidelijk
baseren onderzoekers die de effecten
zijn sneller vermoeid bij een tekort aan
voelbaar. Trainen met een dergelijke
van occlusietraining proberen te ver-
zuurstof.8 Uit EMG-studies blijkt dat
drukband om zou wel eens lastig of
klaren zich op het idee dat de spieren
laagintensieve occlusietraining bijna
onaangenaam kunnen zijn. Het lijkt
bij deze training minder zuurstof en
net zoveel ‘snelle’ (type II) spiervezels
erop dat Sato met zijn occlusietraining
energie via het bloed binnenkrijgen.
activeert als hoogintensieve kracht-
comfort niet voorop had staan.
Dit zou, in combinatie met laag inten-
training zonder occlusie.3 Deze snelle
Uit sommige studies blijkt geen verschil
sieve training, voor aanpassingen op
(anaerobe) spiervezels zijn krachtiger
in het effect van de occlusietraining als
spierniveau zorgen.8
dan de aerobe spiervezels en nemen na
(ook wel type I spiervezels genoemd).
activatie sneller in massa toe. Dit kan
een druk van 50, 150 of zelfs 250 mmHg
Fysieke reacties op occlusietraining
misschien de grotere toename in spier-
duidelijk wat de optimale druk is. Een druk hoger dan 250 mmHg lijkt echter
Om het effect van occlusietraining
ning verklaren.7
zeker een slecht idee: dit veroorzaakte
te begrijpen is de eerste belangrijke
bij deelnemers aan een studie een ho-
vraag wat de rol van het gecreëerde
Afvalstoffen
gere (spier-)vermoeidheid, meer pijn
zuurstoftekort is, er van uitgaande dat
Een geblokkeerde afvoer van het bloed
en een verdoofd gevoel in de benen.6
de bloedtoevoer naar de spier daad-
Het is eigenlijk verbazingwekkend dat
werkelijk verminderd is. Een groep
zou ook effecten op spiercelniveau kunnen hebben.3,8 Omdat het bloed
proefpersonen met een dergelijke druk-
onderzoekers7 liet daarom drie groe-
niet goed uit de spier weg stroomt
band om nog konden trainen.
pen atletes dezelfde training uitvoeren:
ontstaat er een ophoping van stof-
Volgens de meeste onderzoekers moet
één groep terwijl zij lucht met minder
fen die bij het samentrekken van de
de druk van de occlusieband zodanig
zuurstof (80% van gewone lucht) in-
spier vrijkomen (ook wel metabolieten
zijn dat deze wel de aders dichtdrukt,
ademden, één groep met een occlu-
genoemd). Dit zijn bijvoorbeeld ade-
wordt gebruikt.6 Het is dus nog on-
slagaders.3
Bloed kan dus
kracht en spiermassa door occlusietrai-
sieband en een controlegroep die met
nosine, melkzuur en K+ en H+ ionen.
wel naar de spier toestromen, maar
een onopgeblazen band de training
Uit onderzoek bleek dat de melkzuur-
niet meer terug.3 Dit doet vermoeden
uitvoerde. Uit hun resultaten bleek
concentratie na occlusietraining hoger
dat het effect wordt veroorzaakt door
voor beide zuurstofarme trainingen
was dan bij een controlegroep die
ophoping van bloed en/of afvalstof-
een vergelijkbare krachtstoename. De
met dezelfde intensiteit had getraind
fen in de spier. Sommige onderzoekers
spierkracht in de controlegroep nam
zonder occlusie.8 Dit valt ook wel te
stellen echter dat occlusietraining juist
echter niet toe. Helaas is in deze studie
verwachten omdat laagintensieve trai-
maar niet de
30
S p o r t g e r i c h t n r. 2 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
ning zelden voor een hoge concentra-
observeren. Verschillende soorten oe-
ervaren. De meeste studies laten zien
tie melkzuur zorgt. Volgens sommige
feningen, zoals het strekken en buigen
dat de spiermassa en spierkracht na
auteurs kan het verzuren van de spier
van de knie, ‘leg press’, fietsen, lopen,
training met occlusie meer toenemen
door de metabolieten de hartfrequentie
het buigen van de elleboog en bank-
dan na laagintensieve training zonder
en de bloeddruk doen stijgen.3 Deze
drukken zijn onderzocht.3 De beste
occlusie (ongeveer 20% van RM), of na
stijging is bijvoorbeeld waargenomen
resultaten zijn behaald met trainingen
een periode niet trainen.3 Dit bewijst
bij proefpersonen die met occlusie een
op 15 tot 30% van het 1RM, met in to-
echter alleen dat occlusietraining beter
looptraining deden.6
taal 60 tot 70 herhalingen in 3 of 4 sets,
werkt dan minder intensieve training
met 30 seconden rust tussen elke
set.3
en dan nietsdoen. Dat occlusietraining
Groeihormonen
Oefeningen op een hogere intensiteit
een beter alternatief is dan traditionele
Een andere hypothese met betrekking
dan 30% 1RM lijken tot meer positieve
krachttraining voor het vergroten van
tot de verklaring van een toename
effecten te leiden, maar ook tot meer
de spierkracht en de spiermassa, is dus
van spierkracht bij occlusietraining is
pijnklachten.6
nog niet bewezen.
dat dit dankzij een toename in groei-
duur lijkt 9 à 10 weken te zijn, met 2
hormonen gebeurt. Groeihormonen
tot 3 trainingssessies per week.3 Meer
Veiligheid
spelen een rol bij de opbouw van de
dan 3 sessies per week leidde in de
De vraag hoe veilig occlusietraining is
spieren, vooral wat betreft het colla-
meeste studies tot een minder grote
speelt natuurlijk ook een rol bij het wel
geen dat zorgt voor stevigheid van de
verbetering in spierkracht en spier-
of niet kiezen voor deze methode.3 Het
spier.3
massa.3
is in ieder geval duidelijk dat sommige
De spierverzuring die bij occlu-
De optimale trainings-
Een waarschijnlijke verklaring
sietraining optreedt zou de afgifte van groeihormonen kunnen stimuleren.3,8
hiervoor is dat de meeste deelnemers
experimenten (bijvoorbeeld van Sato)
in deze studies ongetraind waren en
slecht af kunnen lopen.
In sommige studies is na occlusietrai-
de last van meer occlusietrainingen
ning een verhoging van cortisol en
per week niet aan konden.3 Dit is niet
Hart en bloedvaten
groeihormoon waargenomen die ver-
verbazingwekkend als men bedenkt
In theorie kan occlusietraining slecht
gelijkbaar is met de waarden na zware
dat het herstel van hoogintensieve
zijn voor de bloedvaten omdat de
krachttraining.8
conventionele krachttraining ongeveer
bloedstroom wordt gehinderd.4 Som-
48 uur duurt.5 Als occlusietraining ver-
mige aderen worden door de druk van
Eiwitsynthese
gelijkbare effecten op de spieren heeft,
de band dichtgedrukt. Doordat het
Voor het toenemen van de spiermassa
zoals de voorstanders beweren, valt te
bloed zich erin ophoopt kan de druk
(hypertrofie) moeten er meer spierei-
verwachten dat ook hierbij een zekere
in de aderen oplopen, waardoor deze
witten worden aangemaakt dan dat er
herstelperiode noodzakelijk is, zeker
sterk verwijden. Hierdoor zouden
worden afgebroken. De aanmaak van
bij ongetrainde deelnemers.
kleppen in de aderen beschadigd kun-
spiereiwit wordt ook wel de spierei-
nen raken. Ook bestaat de kans dat
Vervanging van traditionele krachttraining?
het bloed samenklontert, waardoor
Uit onderzoek blijkt dat de spier-
zouden kunnen verstoppen. Dit leidde bij Sato tot een bloedprop in de longen
stimulus is voor de spiereiwitsynthese.
dwarsdoorsnede door occlusietraining tussen de 4 en 6% toeneemt.3,11 Dit
Uit sommige studies blijkt dat occlu-
is vergelijkbaar met de toename van
aanwezigheid van bloedproppen bij
sietraining leidt tot activatie van verge-
spiermassa bij ongetrainde deelne-
occlusietraining heeft tot nu toe echter
witsynthese genoemd. Hierin spelen allerlei verschillende zaken en stoffen een
rol.8
Het is bekend dat traditionele
zware krachttraining een belangrijke
eiwitsynthese-processen8,
hoe-
bloedproppen ontstaan die een ader
(longembolie).1 Onderzoek naar de
mers als die traditionele krachttraining
geen verhoogd risico ten opzichte van
wel niet in alle studies precies dezelfde
doen.11 Er zijn echter geen studies
gewoon trainen kunnen aantonen.4
processen zijn waargenomen.10
bekend waarin de effecten van oc-
Het samenklonteren van het bloed lijkt
clusietraining en traditionele kracht-
niet versneld te worden door occlusie-
Toepassing van occlusietraining voor krachtstoename
training rechtstreeks met elkaar zijn
training, als dit op verstandige wijze
vergeleken. Of occlusietraining in ver-
gebeurt.4 Wat de lange-termijn effecten
De onderliggende fysiologische pro-
gelijking met traditionele krachttrai-
van occlusietraining op de vorming
cessen van occlusietraining zijn nog
ning betere resultaten oplevert, is dus
van bloedproppen zijn, is echter nog
niet volledig bekend en soms ook
niet bekend. Ook is niet onderzocht
niet bekend.4
moeilijk om te onderzoeken. De ef-
of occlusietraining door deelnemers
Occlusietraining leidt ook tot een
fecten zijn echter veel eenvoudiger te
als pijnlijker of vermoeiender wordt
hogere hartfrequentie en een hogere
lijkbare
S p o r t g e r i c h t n r. 2 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
31
bloeddruk dan trainen zonder oc-
last te hebben van pijn, een brandend
ding van de spier.4 Het lijkt er op dat
clusie.3
gevoel of het gevoel van spelden
laagintensief trainen beschermt tegen
prikjes.11
de negatieve effecten van occlusie. Hoe
Dit is wellicht niet voor alle
mensen gewenst. Of occlusietraining aan te raden is bij mensen met hart- en vaatziekten is dus zeer sterk de vraag.
dit precies komt is nog niet duidelijk:
Zenuwfuncties
er is nog maar weinig onderzoek naar
Sommige mensen hebben een ver-
dit onderwerp gedaan.
Spierbeschadiging en pijn
doofd gevoel in hun ledematen als
Het lijkt aannemelijk dat spieren snel
zij occlusietraining doen.4 Dit is een
Conclusie
beschadigen als zij zonder zuurstof
aanwijzing voor problemen met de
Occlusietraining lijkt een werkend
hun werk moeten doen. Er zijn echter
zenuwgeleiding. Uit een studie naar
alternatief voor traditionele krachttrai-
geen aanwijzingen dat er meer spier-
zenuwbeschadiging als gevolg van
ning te zijn. Er zijn echter geen aanwij-
beschadiging ontstaat door occlusie-
occlusietraining blijkt echter dat een
zingen dat occlusietraining een betere
training dan door andere vormen van
4 weken durende training geen ef-
optie is dan traditionele krachttraining.
(intensief) trainen.4 Er zijn bijvoor-
fect had op de zenuwgeleiding.4 Dit
Ook is er nog veel onbekend over de
beeld niet meer markers voor spierbe-
viel volgens de auteurs ook wel te
onderliggende fysiologische processen.
schadiging (creatinekinase of myoglo-
verwachten omdat de occlusie per
Uit sommige studies lijkt naar voren
bine) gevonden na occlusietraining
training maar ongeveer 15-20 minuten
te komen dat ongetrainde deelnemers
in vergelijking met dezelfde training
duurt.4
meer voordeel hebben bij occlusie-
zonder occlusie.4 Er is echter nog
vervelende tintelingen kan opwekken,
training dan getrainde deelnemers.3
niet veel onderzoek naar spierpijn of
lijkt het bij gezonde mensen dus geen
Dit is bij traditionele krachttraining
spierbeschadiging bij occlusietraining
chronisch negatief effect op de zenuw-
echter ook het geval.5 Of occlusietrai-
gedaan.
geleiding te hebben.4 Studies langer
ning voor goed getrainde atleten beter
In zeldzame gevallen kan occlusietrai-
dan 4 weken zijn echter nog niet uitge-
werkt dan hun reguliere training is op
ning rhabdomyolyse verooraken.9 Dit
voerd4, dus over eventuele negatieve
basis van bestaande gegevens nog niet
betekent dat de spiercellen zodanig
effecten op lange termijn valt nog geen
te zeggen.
beschadigd raken, dat de inhoud
uitspraak te doen.
Er zijn ook de nodige nadelen aan
Ondanks dat occlusietraining
(bijvoorbeeld metabolieten en cel-
occlusietraining verbonden, zoals
lichamen) naar buiten lekt.9 De kans
Oxidatieve stress
pijn door de drukband en mogelijke
hierop is 0,008%, dus bijzonder klein,
Tijdens intensieve inspanning ontstaan
gezondheidsrisico’s. Voor sommigen
maar het is niet helemaal duidelijk op
meer vrije radicalen dan er geneutrali-
kunnen die risico’s een reden zijn om
welke gegevens dit getal gebaseerd
seerd kunnen worden met antioxidan-
het voorlopig bij traditionele kracht-
is.9
Uit een casestudy bij een Noorse
ten. Deze situatie noemt men ook wel
training te houden.
ijshockeyer blijkt dat een dergelijke
oxidatieve stress. Dit is bijvoorbeeld
Meer onderzoek is nodig om de voor-
ernstige spierbeschadiging ook goed
te meten na zware krachttraining,
en nadelen van occlusietraining te
getrainde atleten kan overkomen.
waarbij in het bloed een toename van
bestuderen. Sato persoonlijk gelooft in
Deze sporter moest na occlusietrai-
oxidatieve stress-markers kan worden
ieder geval heilig in zijn methode. Als
ning drie dagen in het ziekenhuis
waargenomen. Uit onderzoek blijkt
oprichter van het tijdschrift ‘Interna-
blijven en 18 dagen rust houden. Pas
ook dat zuurstoftekort (bijvoorbeeld
tional Journal of KAATSU Training
na drie maanden was deze man weer
door occlusie) kan leiden tot oxida-
Research’ en tegenwoordig werkzaam
volledig hersteld.9
tieve stress. De bloedvaten worden
bij de ‘KAATSU International Univer-
Wat betreft spierpijn zijn er gevallen
dan bijvoorbeeld gemakkelijker door-
sity’ in Sri Lanka, experimenteert hij
gerapporteerd van deelnemers die
dringbaar voor allerlei stoffen (ge-
na meer dan 50 jaar nog steeds met
flink wat pijn ervoeren in de boven-
wenst of ongewenst). In wetenschap-
zijn afbindmethode.
beenspieren. Dit was bijvoorbeeld het
pelijke studies is bij occlusietraining
geval bij occlusie met brede banden
geen verhoging van de oxidatieve
(13,5 cm) die een hoge druk gaven (200
stress gevonden. Deze werd echter
mmHg).6 In andere studies die pijn bij
wel gevonden bij occlusie of bij zware
occlusietraining onderzochten was de
krachttraining afzonderlijk.4 De ver-
pijnbeleving van de deelnemers laag.11
klaring hiervoor is dat laag intensieve
De meeste mensen voelen matige druk
spiercontracties een positief effect zou-
en geven aan weinig tot zeer weinig
den kunnen hebben op de doorbloe-
32
S p o r t g e r i c h t n r. 2 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
Literatuur 1. Sato Y (2005). The history and future of KAATSU training. International Journal of KAATSU Training Research, 1, 1-5. 2. Abe T et al. (2005). Eight days KAATSU-resistance training improved sprint but not jump performance in collegiate male track and field athletes. International Journal of KAATSU Training Research, 1, 19-23.
3. Lowery RP et al. (2013). Practical blood flow restriction training increases muscle hypertrophy during a periodized resistance training programme. Clinical Physiology and Functional Imaging, E-publicatie voorafgaand aan druk, doi: 10.1111/cpf.12099 4. Loenneke JP et al. (2012). Low intensity blood flow restriction training: a meta-analysis. European Journal of Applied Physiology, 112, 1849–1859. 5. ACSM (2009). American College of Sports Medicine position stand. Progression models in resistance training for healthy adults. Medicine & Science in Sports & Exercise, 41, 687-708. 6. Fahs CA et al. (2012). Methodological considerations for blood flow restricted resistance exercise. Journal of Trainology, 1, 14-22. 7. Manimmanakorn A et al. (2013). Effects of low-load resistance training combined with blood flow restriction or hypoxia on muscle function and performance in netball athletes.
Journal of Science and Medicine in Sport, 16, 337-342. 8. Fujita S et al. (2008). Increased muscle volume and strength following six days of lowintensity resistance training with restricted muscle blood flow. International Journal of KAATSU Training Research, 4, 1-8. 9. Loenneke JP et al. (2011). Potential safety issues with blood flow restriction training. Scandinavian Journal of Medicine and Science in Sports, 21, 510-518. 10. Ozaki H et al. (2014). Effects of walking combined with restricted leg blood flow on mTOR and MAPK signaling in young men. Acta Physiologica, E-publicatie voorafgaand aan druk, doi: 10.1111/apha.12243 11. Weatherholt A et al. (2012). Modified Kaatsu training: Adaptation and subject perceptions. Medicine & Science in Sports & Exercise, 45, 952-961.
Over de auteur
Dr. Lieke Schiphof-Godart is sinds twee jaar werkzaam bij Topsport Topics, hét sportwetenschappelijk kennisinstituut van Nederland (zie www.topsporttopics.nl). Daarvoor werkte zij als promovendus aan de Universiteit van Orsay in Frankrijk en als docent.
(Advertentie)
www.osee-app.com
De simpelste, effectiefste en goedkoopste manier van directe video-feedback tijdens de training op je tablet of telefoon ◆ Snelle video-feedback houdt sporters gefocust op de training ◆ Sporters analyseren hun oefening zelf ◆ Onderbreekt de ‘flow’ van de training niet ◆ Sla alleen belangrijke fragmenten op ◆ Geen cameraman nodig ◆ Achteraf niet urenlang terugzoeken, taggen en opslaan ◆ Voor slechts €0,89!
Voor iPhone, iPad en Android tablets (met unieke slow motion functie) S p o r t g e r i c h t n r. 2 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
33