VB_0506_p01 28-02-2006 11:42 Pagina 1
Onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910
WWW.VBNET.NL
Tophypotheken aan banden
Axa Retirement scope
Beleggen B uit Wfd 96e jaargang 2 maart 2006 nr. Het Verzekeringsblad verschijnt elke veertien dagen op donderdag
André Bastiaans (BAE)
... consument wil juist wel integraal advies Schenk eens een huis
5
VB_0506_P 27-02-2006 14:39 Pagina 2
Den Haag bepaalt, De Amersfoortse vertaalt.
WIA Vaste Aanvulling AOV Dé oplossing voor een vaste aanvulling op de WIA-uitkering van arbeidsongeschikte werknemers. Met de WIA Vaste Aanvulling AOV van De Amersfoortse biedt uw relatie zijn werknemers een gegarandeerde inkomensaanvulling bij arbeidsongeschiktheid. Ongeacht of de werknemer zijn restverdiencapaciteit benut en ongeacht het soort WIA-uitkering, ontvangt de werknemer een uitkering die gebaseerd is op een vast percentage van zijn salaris. Uw relatie biedt zijn werknemers met de WIA Vaste Aanvulling AOV inkomenszekerheid in periodes dat het even tegenzit. De WIA Vaste Aanvulling AOV van De Inkomensverzekeraar van ondernemend Nederland, is dan ook een waardevolle secundaire arbeidsvoorwaarde. Wijs uw relatie daarom op de positieve effecten van deze verzekering. De Amersfoortse ondersteunt u bij uw marktbewerking. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met uw accountmanager of kijk op ons Extranet, via www.amersfoortse.nl.
De Amersfoortse. De Inkomensverzekeraar van ondernemend Nederland.
VB_0506_p03 28-02-2006 11:22 Pagina 3
hoofdredactioneel
colofon
■ hoofdredactie Jan Aikens en Eckhardt Dulfer ■ redacteuren Rienk Andriessen, Alex Klein, Wouter van Kooten (eindred.), Elly Gravendeel (red.ass.) ■ redactie Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647730, fax 0570-647815, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-648999 ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders), Marjolein Spronk (abonnees) ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, automatische bestellijn tel. 0570-673511, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2006 € 91,50 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Losse nummers € 5,90 excl. btw; VB-interactief Gidsen € 11,25 excl. btw. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Erik Meester, Marieke van der Veer, tel. 0570-648912, fax 0570-619179, e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink, tel. 0570-648685, fax 0570-649819, sluitingsdatum: dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Finedesign concept en ontwerpbureau Bno, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909
Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Red lining Foei, u discrimineert. U wilt al geen brandende huizen verzekeren en nu komt daar nog bij dat u bij het verstrekken van hypotheken ook al kieskeurig bent ten aanzien van de postcodes van sommige wijken. U kent die wel. Pim Fortuyn noemde ze ‘no go area’s’. Gerrit Zalm, de minister van Financiën, wil nu een eind maken aan die discriminatoire praktijken en eist dat de door het Contactorgaan Hypothecair Financiers al sinds 2004 aangekondigde maatregelen aan hun Gedragscode worden toegevoegd. “Hypotheekverstrekkers dienen risico’s te beoordelen op basis van de kwaliteit van de debiteur (de financiële positie van de consument en diens antecedenten ten aanzien van fraude) en de kwaliteit van het onderpand,” maant de minister de geldverstrekkers. Willen ze niet luisteren en gaan ze niet zelf orde op zaken stellen, dan komt de minister met wettelijke maatregelen. Zoals wij onze Gerrit kennen, zal hij ook zeker doen wat hij niet laten kan. Met de dooddoener dat de locatie van het pand de kwaliteit bepaalt en dat de minister dat ook donders goed zal weten, wil ik zijn betoog niet afdoen. Maatschappelijk gezien valt op zijn argumenten namelijk weinig af te dingen. “De mogelijkheid een eigen woning te bezitten wordt in Nederland als een groot goed beschouwd,” schrijft de minister in zijn brief aan de Kamer (zie pagina 11 van dit nummer). “Aan het eigenwoningbezit zijn meerdere voordelen verbonden, onder andere ten aanzien van de zeggenschap en verantwoordelijkheid voor de woning en de betrokkenheid bij de buurt of wijk. Dit is zeker in de stadswijken van belang.” De spijker op zijn kop. Eigenwoningbezit kan een wereld van verschil maken voor een stadswijk. Zeker met de uiteindelijk onvermijdelijke liberalisering van de huurmarkt en de aanstaande uitverkoop van grote contingenten aan huurwoningen kunnen wijken door een groter eigen woningbezit precies de goede kant op kantelen. Het gaat dan juist om die wijken die nu door hun postcode bij tal van publieke en private organisaties met rood gemarkeerd staan. Ongeacht het feit of de klant nu Ahmed of Klaas heet. De minister wil een eind maken aan deze ‘red lining’. De bedoelde wijken kunnen een financiële injectie zeker goed gebruiken, maar de minister wijst wel in de verkeerde richting als het om de verstrekker van het medicijn gaat. Laat de regering eerst maar eens werk maken van de veiligheid en leefbaarheid van die wijken. Dan volgen de hypotheekverstrekkers vanzelf. Ze zullen in de rij staan, want zo werkt de markt. De concurrentie is groot. De minister weet dat. Hij was immers de man die de beloning rondom het verstrekken van hypotheken perverse prikkels noemde. Kennelijk zijn die prikkels nu ook weer niet zo sterk dat adviseurs en hypotheekgeldverstrekkers massaal achterstandswijken in trekken om hypotheken af sluiten. Daar moet dus echt wat aan de hand zijn. Kennelijk werkt de NHG in de probleemwijken niet voldoende als bescherming van de belangen van de geldverstrekkers. Waarom niet? Omdat de markt niet zit te wachten op de fase die aan het beroep op de NHG vooraf gaat. Incassoproblemen, verplichte verkopen enzovoort. Daar zijn de meeste bedrijven niet op ingericht. De waardeontwikkeling van de onderpanden in de slechte wijken is verder een te grote gok. De hypotheekbedrijven mogen de effecten van die gok op de waardeontwikkeling van hun portefeuille niet als extra risico dragen. Simpelweg, omdat het vaak hun eigen geld niet is. De kwaliteit van de portefeuille bepaalt weer de voorwaarden waarop geld op de kapitaalmarkt wordt ingekocht. Zo houden we de prijzen laag in ons land. In grote lijnen werkt dat zo, maar er zijn al uitzonderingen. Elq is daar een voorbeeld van. Aan de hogere risico’s die Elq wil dragen hangt een passend prijskaartje en hun bedrijfsvoering is juist wel ingericht om met ‘lastige debiteurs’ om te gaan. Ik kan de minister verzekeren, dat de hele markt alles wat die jongens doen met een loep volgen. Zeker nu de Elq Welqom Hypotheek als het beste product van 2006 is gekozen, kunnen we rekenen op vergelijkbare initiatieven. En dat moet goed nieuws zijn voor Klaas, Ahmed en Gerrit. Eckhardt Dulfer
[email protected]
nummer 5 - 2 maart 2006
3
VB_0506_P 27-02-2006 14:41 Pagina 4
7ONEN ZONDER ZORG
*E THUIS $E BASIS VAN WAARUIT JE JE DINGEN DOET 2USTPUNT IN DE HECTIEK VAN ALLEDAG /M DIE BASIS WIL JE JE GEEN ZORGEN MAKEN *E WILT WETEN WAAR JE AAN TOE BENT %N NIET TEVEEL BETALEN *E WILT JE ÏCHT THUIS VOELEN $AAROM BIEDT !%'/. EEN HYPO THEEK MET EEN VASTE ZEER LAGE RENTE JAAR LANG
5 KUNT NU ZOWEL UW BESTAANDE ALS NIEUWE KLANTEN LATEN PROlTEREN VAN DEZE HYPOTHEEKRENTE /NAFHANKELIJK VAN DE HYPOTHEEKVORM DIE ZE KIEZEN -EER INFORMATIE +IJK OP WWWAEGONNL OF NEEM CONTACT OP MET UW ACCOUNTMANAGER
!%'/. 6OOR EEN HYPOTHEEK MET JAAR EEN VASTE LAGE RENTE
WWWAEGONNL
VB_0506_p05 28-02-2006 11:42 Pagina 5
inhoud
11
Tophypotheek aan banden
Rubrieken
Na uitspraken van Wellink en Kamervragen over het verstrekken van tophypotheken heeft minister Zalm een aantal maatregelen aangekondigd die het verstrekken van tophypotheken moeten beperken. Het Contactorgaan Hypothecair Financiers (CHF) zal in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen die maatregelen opnemen.
Hoofdredactioneel
3
Nieuws
6
Onder meer: - Beleggen B uit Wfd - Lijfrentes niet afkopen
Hypotheken
16
VB-gesprek met André Bastiaans Gedreven door het vak, zo kun je André Bastiaans, oprichter van de BAE Groep, wel bestempelen. Meedeinen op hypes uit het ‘nieuwe tijdperk’ doet hij niet, wel het in ere houden van de waarden waarop deze branche zich baseert. Bastiaans is ervan overtuigd dat de markt het intermediair in 2006 volop kansen biedt.
20
Nieuwe verjaringsgevaren
11
Onder meer: - Tophyptheken aan banden - Onderzoek Independer - Winnaar Hypotheekproduct
Estate planning
14
- Schenken van het huis
Jurisprudentie
20
Zorg
22
- Dick van Boven even terug
“Het nieuwe verzekeringsrecht brengt verandering in de verjaringstermijnen. En bovendien een ander beginmoment waarop de verjaring gaat lopen. Maar er verandert meer. De wijzigingen op het gebied van de verjaring (en stuiting) bij verzekeringen, zijn belangrijk genoeg om daar even stil bij te staan.” Waarschuwt Tirza Hekster.
Wfd
24
Onder meer: - Referent storm in glas water
Met name(n)
25
Onder meer: - John Pennink directeur StFD
22
Pluim voor zorgverzekeraars
MV&D!
Dick van Boven stapte uit de intercity richting de basisverzekering. Hij gaf ongezouten zijn kritiek op de Haagse zorgperikelen, maar bekijkt de introductie van het zorgstelsel vanaf de zijlijn. “Het meeste gaat goed, de basisverzekering op zich is ook geen wereldwonder. De echte problemen zitten in de marge van het nieuwe zorgstelsel.”
28
- Wat de consument beter weet dan u Jaap Oudijk
Preventie
30
- Beveiliging van jachten
Pensioen
32
- Axa Riterement scope
28
Jaap Oudijk over marktonderzoek In de rubriek MV&D! laat Jaap Oudijk, directeur marketing & communicatie Generali verzekeringsgroep, de voordelen zien van consumentenonderzoek. Wat hem betreft zijn de resultaten van marktonderzoek voor het intermediair geen ‘ver van het bed show’ maar een belangrijk moment om van de consument te leren.
32
Buurman moet wel doorwerken
Fiscaal
34
Onder meer: - Het eigen huis
Nieuw ingeschreven
39
Verzekerend buitenland
41
Dat is ook waar
44
Barbier
46
Hoogopgeleiden geven het groene licht voor doorwerken na hun pensionering. Hierbij geldt echter wel het statement ‘voor een ander en niet voor mij’. Uit de tweede editie van de AXA Retirement Scope wordt onder meer duidelijk dat juist de hoogopgeleiden het vaakst gebruik maken van de mogelijkheid eerder te stoppen met werken.
nummer 5 - 2 maart 2006
5
VB_0506_p06 28-02-2006 11:22 Pagina 6
nieuws
Beleggen A alleen voor leven; Beleggen B verdwijnt uit Wfd
Modules wijzigen; deskundigheidseis blijft De Beleggingsmodule B wordt volledig uit de Wfd-regeling verwijderd. De module Beleggen A blijft alleen verplicht voor bemiddelaars en adviseurs die actief zijn op het vakgebied levensverzekeringen. Deze module wordt ingetrokken voor hypotheken en consumentenkrediet. De huidige verplichte deskundigheidsmodules Beleggen A en Beleggen B, zoals die zijn geformuleerd in het Besluit financiële dienstverlening blijken strijdig te zijn met de nieuwe Europese Richtlijn MiFID (Markets in Financial Instruments Directive, ofwel Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten). De activiteit ‘beleggingsadvies’ gaat namelijk onder deze richtlijn vallen. Daardoor is het Ministerie van Financiën gedwongen deze opleidingsmodules als verplichting te laten vallen, met één uitzondering: om levensverzekeringen te mogen verkopen of erover te adviseren, blijft de module Beleggen A verplicht. De nieuwe richtlijn is bedoeld om het werk van effecteninstellingen beter te reguleren en hun functioneren transparanter te maken. De richtlijn stelt bovendien concrete eisen aan effecteninstellingen over de manier waarop zij zich moeten gedragen om hun werk zo goed mogelijk uit te voeren en de integriteit en transparantie naar hun klanten en de markt toe te kunnen waarborgen. In deze richtlijn, die in 2007 in nationale wetgeving wordt omgezet, wordt het begrip ‘beleggingsdiensten’ uitgebreid naar ‘beleggingsadvies’. Hierdoor komen activiteiten van financiële ondernemingen die beleggingsadvies aanbieden, ook als het slechts een nevenactiviteit is, onder de reikwijdte van de richtlijn MiFID - die op dit punt één op één wordt omgezet in nationale wetgeving - te vallen. Anders dan de Wfd stelt MiFID geen eisen aan de deskundigheid van klantmedewerkers en feitelijk leidinggevenden. Om te voorkomen dat de Wfd strijdig is met de richtlijn, heeft het ministerie besloten op de kortst mogelijke termijn de deskundigheidseisen voor klantmedewerkers en feitelijk leidinggevenden op het terrein van beleggingsadvies te wijzigen. Dit betekent dat de deskundigheidsmodule B volledig wordt ingetrokken. De module Beleggen A wordt ingetrokken voor hypotheken en consumentenkrediet. Voor levensverzekeringen, al dan niet in combinatie met een ander product, blijft de verplichting om module Beleggen A te behalen onverkort van kracht, omdat de Richtlijn MiFID niet van toepassing is op deze producten. De wijziging zal op korte termijn worden ingevoerd door aanpassing van de Vrijstellingsregeling Wfd, en daarna op basis van de Wet op het financieel toezicht worden vastgelegd.
Deskundigheidseis blijft Deze wijzigingen betekenen niet, dat feitelijk leidinggevenden en klantmedewerkers niet meer over voldoende deskundigheid hoeven te beschikken. Die regel blijft onverkort van kracht. Alleen vervalt de eis dat deze deskundigheid aangetoond moet worden door middel van een diploma met betrekking tot deze modules. Desalniettemin beveelt het Ministerie van Financiën de kantoren die in de genoemde marktsectoren actief zijn, sterk aan “de eindtermen als leidraad te nemen bij het waarborgen van de deskundigheid van medewerkers en gebruik te maken van het cursusaanbod dat hiervoor op markt beschikbaar is.”
6
Dit is en blijft immers de eenvoudigste weg om in het kader van het toezicht waar te maken dat de financiële dienstverlening op voldoende deskundige wijze geschiedt. De MiFID-deskundigheidseisen voor bestuurders van een financiële onderneming die beleggingsdiensten aanbiedt, komen wel overeen met die van de Wfd.
Wilma de Bruijn: “Lijfrentes premievrij maken is nergens voor nodig!” “Afhankelijk van de administratieve inrichting bij verzekeraars is het premievrij maken van lopende lijfrenteverzekeringen die als doel hebben om eerder te kunnen stoppen met werken nergens voor nodig. Dit ondanks de veranderende wetgeving die sinds 1 januari 2006 van kracht is.” Meent Wilma de Bruijn, directeur Verkoop van Avéro Achmea. Zij reageert hiermee op de vele signalen uit de markt dat veel consumenten na de invoering van de wet VPL niet weten wat zij moeten doen met de verschillende vormen van lijfrentes die in de afgelopen jaren zijn afgesloten. (Overbruggingslijfrente, Oudedagslijfrente, Tijdelijke Oudedagslijfrente). Voor lijfrenteverzekeringen staat de overheid het niet langer toe dat premies die betaald worden voor het opbouwen van een overbruggingslijfrente bij de aangifte Inkomstenbelasting in aanmerking komen voor aftrekbare premies. De overheid heeft bepaald dat alles wat de consument tot 1 januari 2006 heeft opgebouwd ook in de toekomst gebruikt mag worden voor een overbruggingslijfrente. Ook het toekomstige rendement op dit gedeelte mag gebruikt worden voor een overbruggingslijfrente. Bovendien heeft de overheid bepaald dat de consument nog steeds kan blijven sparen voor de oudedagslijfrente. De Bruijn: “Deze oudedagslijfrente mag op ieder willekeurig moment ingaan. Om aanspraken op de overbruggingslijfrente ook voor de toekomst te waarborgen is het dus niet nodig om de verzekering te beëindigen of premievrij te maken. Bij het premievrij maken van een lijfrenteverzekering wordt de premiebetaling voor de polis stopgezet, maar blijft de polis zelf tot aan de einddatum bestaan. Het gevolg hiervan is dat, indien de consument de polis premievrij maakt, er geen premie meer in mindering kan worden gebracht op het inkomen bij de aangifte Inkomstenbelasting. Daarnaast vindt er, afhankelijk van de soort verzekering die de consument heeft, een kostenverrekening of een verlaging van het verzekerd kapitaal plaats.” Of bij iedere verzekeraar de door de Bruijn aanbevolen methode geldt, is nog maar de vraag. Per polis dient de mogelijkheid onderzocht te worden.
VB_0506_p07 28-02-2006 11:23 Pagina 7
nieuws
AXA-stelling ontdaan van nuance
BTW-uitspraak van de Hoge Raad
“Komt u voor het AD-artikel?” vraagt de receptionist bij AXA. De uitspraken van directeur marketing & distributie Alexander van Loon hebben blijkbaar veel teweeggebracht. De aanleiding was het internationale pensioenonderzoek door AXA, de Retirement Scope, die door alle commotie naar de achtergrond is verschoven.
De Hoge Raad heeft op 10 februari 2006 een voor de verzekeringspraktijk belangrijk arrest gewezen. Met name voor gevolmachtigd agenten die zich opwerpen als service provider heeft dit arrest grote gevolgen. Het door de Hoge Raad gewezen arrest is geheel in lijn met een eerdere zogenaamde prejudiciële beslissing van het Europese Hof van Justitie. Het Hof verklaarde voor recht dat backofficeactiviteiten, bestaande in het tegen vergoeding verlenen van diensten aan een verzekeringsonderneming, geen handelingen zijn ter zake van met verzekering samenhangende diensten verricht door een assurantiemakelaar of een verzekeringsagent, in de zin van de voor assurantietussenpersonen geldende BTW-vrijstelling. De Hoge Raad spreekt zich niet uit over de de overwegingen die het Hof tot deze uitspraak hebben gebracht. Deze overwegingen zijn dat de BTW-vrijstelling voor verzekeringstussenpersonen slechts geldt, indien de betreffende dienstverlener de vrijheid van keuze van verzekeraar én klantencontact heeft en zich daarbij
Net als in 2004 heeft AXA Group eind vorig jaar in veertien landen bij tienduizend mensen onderzoek gedaan onder werkenden en gepensioneerden in Europa, NoordAmerika, Australië en Hong Kong. Met dit onderzoek wil de verzekeraar inzicht krijgen in de pensioenbeleving van de consumenten. Omdat AXA zich graag profileert als de internationale pensioenspecialist, krijgt het onderzoek in alle landen veel publiciteit. Zo kon men in ons land in december onder meer op BNR-radio horen over ‘De bestedingen aan kerstcadeaus’ en kort daarna kreeg het onderwerp ‘Doorwerken na 65-jarige leeftijd’ media-aandacht. Enige weken geleden was de boodschap: ‘De Nederlander negeert gevolgen ongezonde levensstijl, want het bewustzijn van de gevolgen van roken, alcohol of eetgewoonte is in Nederland het laagst van alle onderzochte landen.’ De berichtgeving in de algemene pers wekte echter de indruk dat AXA vond dat mensen die bewust ongezond leven, de hogere kosten van de gezondheidszorg zelf maar moeten betalen. Voor een verzekeraar die zelf geen zorgverzekeringen (meer) voert een opmerkelijke uitspraak. De bron van het nieuws hierover was een interview met Van Loon in het AD, gevolgd door een interview in NOVA. Dit is door de overige pers overgenomen en uitvergroot. Het item haalde zelfs de column van Carrie in Kopspijkers, als mijnheer ‘Fietsslot’. AXA wilde de discussie aanzwengelen. Dat is gelukt, maar helaas is de discussie van alle nuance ontdaan. Van Loon: “Het was vooral een persoonlijke voorzet naar de overheid om zich met dit onderwerp op een andere manier bezig te gaan houden. Minder algemene preventiecampagnes en een meer persoonlijke benadering. Verder vinden wij dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van zijn persoonlijke gezondheidssituatie. Wij wilden op deze wijze bijdragen aan de bewustwording van de consequenties van een ongezonde levensstijl en mensen prikkelen hierover na te denken.”
daadwerkelijk bezighoudt met verzekeringsbemiddelingsactiviteiten. (bron: www.assurantietermen.nl)
Winst ING stijgt, omzet NN daalt De winst van de ING Groep steeg vorig jaar met meer dan 25% tot 7210 miljoen euro. De winst voor belasting steeg met 19,4% tot 8506 miljoen. De inkomsten uit de bankdivisie stegen met 11,4. dat uit levensverzekeringen met 12,5%. De winst voor belasting uit verzekeringen steeg in Europa met 25,4% tot 2021 en in Amerika met 23,6% tot 1979 miljoen euro. De totale winst voor belasting uit verzekeringen steeg met 11,5% tot 3975 miljoen euro. De nettowinst uit verzekeringen daalde met 2,4% tot 3268 miljoen euro. De winst uit het bancaire kanaal steeg met 27,2% tot 4531 miljoen, de grootse stijging liet retailbanking (o.a. Postbank en ING Bank) zien met 55% tot 1815 miljoen. De netto bankwinst steeg met liefst 63,8% tot 3942 miljoen. De winst voor belasting uit het Nederlandse verzekeringsbedrijf was 1589 miljoen euro, ruim 23% meer dan in 2004. Deze winst dankt ING voor een groot deel aan het levensbedrijf, dat een stijging van 20% liet zien en daardoor op 1220 miljoen euro uitkwam. Het premie-inkomen uit levensverzekeringen daalde met 6,4% tot 5449 miljoen euro. Deze daling komt voor rekening van Nationale-Nederlanden. Als oorzaak worden de lagere inkomsten uit de collectieve markt en uit koopsommen genoemd. De omzet uit leven bij RVS steeg 4,4%. De nieuwe periodieke levenproductie daalde van 178 miljoen tot 168 miljoen. De nieuwe koopsommenproductie daalde van 1709 tot 1413 miljoen euro. De winst uit schade bedroeg 369 miljoen (+35,2%). Het premie-inkomen uit schade daalde met 3% tot 1642 miljoen, hoofdzakelijk vanwege terugbetaalde WAO-gatpremies. De winst voor belasting uit de banken steeg met 27,1% tot 1387 miljoen, vooral dankzij de hypotheek- en spaarmarkt. De hypotheekportefeuille (particulier) steeg met 10,5 miljard tot 91,5 miljard.
Ontslagkosten Door alle commotie rond Van Loon’s uitspraken, gaat het allang niet meer over de Retirement Scope, en dat is jammer. Want de uitkomsten zijn interessant. Een van de uitkomsten is dat de Nederlander, internationaal gezien, het meest bereid is om na de pensionering te blijven werken. Ook blijkt dat de Nederlander internationaal gezien, een zeer goed pensioeninkomen heeft. Voor meer uitkomsten van de Retirement Scope, zie pagina 32.
De kosten stegen in Nederland met 8,2%. Als redenen noemt ING de nieuwe CAO, de IT-kosten bij N-N en ING Investment Management (waaronder 23 miljoen voor verbetering van de gedeelde IT-organisatie) en als laatste voert ING 39 miljoen op aan kosten voor ontslagpremies. Bij Nationale-Nederlanden stegen de kosten met 7,2% als gevolg van ITkosten en ontslagpremies. De afname van het aantal medewerkers bij NN loopt volgens plan, per eind 2005 was de reductie 500 man. Het aantal uitzendkrachten was gedaald van 1460 tot 840.
nummer 5 - 2 maart 2006
7
VB_0506_p08 28-02-2006 11:59 Pagina 8
nieuws
Fort Dearborn Life Insurance Company, een dochter van Health Care Service Corporation, is toegetreden tot het Swiss Life Network. Het internationale netwerk van Zwitserleven bestaat nu uit 51 partners in 67 landen en regio’s. Het Swiss Life Network is gespecialiseerd in pensioenvoorzieningen voor multinationals. Het Bedrijfszorgbestand van VGZ-IZA-Trias is gedurende het afgelopen jaar met 76 contracten en 44.000 werknemers toegenomen tot 270 contracten en 136.000 werknemers. De dienstverlening is gericht op het voorkomen en beperken van verzuim bij bedrijven. De Van Ameyde Groep gaat haar rechtsbijstandspecialisten van Europrotector voorstellen aan het intermediair. De letselschade-experts trekken dit jaar wekelijks het land in om assurantietussenpersonen op de hoogte te brengen van de laatste ontwikkelingen op letselschadegebied en de dienstverlening van Europrotector. HDI Pensionsmanagement (onderdeel van de Talanx group, de op twee na grootste Duitse verzekeringsgroep) is toegetreden tot het AEGON Pension Network. Het netwerk is in 2005 door AEGON en La Mondiale opgezet om grensoverschrijdende collectieve pensioenoplossingen te bieden aan multinationals. De fusie tussen Interpolis en Achmea zal de komende drie jaar ten koste gaan van 2.500 à 3.000 van de ruim 19.000 formatieplaatsen. “Een groot deel daarvan wordt opgevangen door natuurlijk verloop,” aldus de fusiepartners.
8
BAVAM helpt al veertig jaar bij hoofdpijn
Veel belangstelling
“Wat is er nu zo bijzonder aan het gegeven dat een merk veertig jaar bestaat? Voor ons is dat bijzonder omdat wij met dit merk als eerste op de Nederlandse markt zijn gekomen in 1965. Daarnaast is het ook iets om trots op te zijn als je merknaam wordt gebruikt als soortnaam. De aspirine van Bayer is ook geworden tot een soortnaam voor pijnstillers en Bavam helpt tenslotte ook bij bepaalde vormen Willem Pel van hoofdpijn. Soms zegt wel eens iemand tegen mij dat zijn Bavampolis loopt bij Schouten en anders dan u misschien denkt ben ik ook dan een beetje trots.” Dat verklapte Willem Pel in zijn inleiding tijdens de goed bevolkte jubileumbijeenkomst, daarna ging de loftrompet weer in de kast. “Ik wil niet in zelfgenoegzaamheid wegdromen want niet voor iedereen is het feest. Zo kreeg ik eind januari een handgeschreven brief van een assurantiebemiddelaar die schreef: ‘gezien de wet Wfd verdwijnt al mijn werkplezier alsmede de levensvatbaarheid van onze onderneming. Daarom hebben wij onze portefeuille op 30 december verkocht en kunt u onze polis per die datum als beëindigd beschouwen.’ Maar voor de overigen, u dus, is het Wfd-feest pas net begonnen. En omdat Bavam vanaf het eerste begin meer pretendeerde te zijn dan alleen een verzekeraar wil ik met u nog even stilstaan bij ons bestaansrecht. Bavam pretendeert meer te zijn dan alleen maar een verzekering ter bescherming van het vermogen van de verzekerde. Bavam is daarnaast ook de dominee en de onderwijzer waarbij u aan kunt kloppen als u bang bent dat er iets verkeerd zou kunnen gaan, die u vermaant als het niet goed is gegaan, u voorhoudt hoe het beter zou kunnen en vervolgens tracht de veroorzaakte schade met enige financiële pleisters weer goed te maken. Soms zijn dat buitengewoon kostbare pleisters kan ik u vertellen. Gelukkig gaat het meestal goed, zeg ik wel schertsend, met de nadruk op gelukkig.” In de veertig jaar dat Bavam in allerlei vormen eerste hulp bij ongelukken bood kreeg het begrip aansprakelijk een nieuwe invulling. “Zorgplicht, een woord dat in 1966 nog niet in het naslagwerk Haverkorn Van Rijsewijk voorkwam, heeft juist alles te maken met houding en optreden. Sommigen denken dat zorgplicht is uitgevonden in het kader van de Wfd maar niets is minder waar. Ook de toelichting bij de WAB heeft het er al over dat de taak van de tussenpersoon niet eindigt nadat de verzekering is afgesloten en in de rechtspraak van de afgelopen twintig jaar is daar steeds nauwkeuriger invulling aan gegeven. Een invulling die gemakkelijker wordt naarmate uw relaties ook totaalrelatie zijn, dat heeft dus niet alleen commercieel zo zijn voordelen. Kennis van de materie is daarbij van groot belang maar nog belangrijker is kennis van hetgeen u niet weet, daar moet u ook best voor uit kunnen komen. De klanten vinden het niet zo erg als u ze vertelt dat u de oplossing voor hun probleem niet meteen weet maar dat u op zoek zult gaan naar een vakspecialist die misschien wel met een oplossing kan komen. Sommige problemen zijn ook niet op te lossen en het is goed dat de klant dat weet.” Ondernemen is risico’s nemen. Pel gaf op originele wijze aan waar de grenzen van de risico’s liggen. “Don’t drive faster than your guardian angel can fly.”
voor Beleggen A Dat er bij het professionele assurantie-intermediair een grote kennisbehoefte is op het adviesterrein van beleggen blijkt wel uit de belangstelling voor opleidingen waarin beleggen de hoofdmoot vormt. Dit jaar natuurlijk veel belangstelling voor de leermodule Supplement Beleggen A: een noodzakelijk aanvullende Wfd-module voor de onderdelen Verzekeringen Leven en Hypotheken. Meer dan tweehonderd adviseurs volgden de gratis driedaagse cursus ‘Beleggen voor de financieel adviseur’ van WestlandUtrecht. Daarin werden de adviseurs voorbereid om aan de nieuwe Wfd-richtlijnen te voldoen. Door het overweldigende aantal aanmeldingen voor de cursus besloot het bedrijf om ook in het eerste kwartaal van dit jaar extra cursusdagen aan te bieden. De laatste deelnemers deden op 1 maart examen. Allianz Nederland Levensverzekering introduceerde in januari haar nieuwe opleidingsprogramma voor het voorjaar 2006. Ook hier aan belangstelling voor de ééndaagse opleiding Supplement Beleggen A geen gebrek. Nog geen week na het verschijnen van de opleidingsgids zijn de geplande groepen vol en moeten er extra groepen worden ingepland. In 2005 volgden bijna duizend deelnemers de in totaal meer dan twintig verschillende opleidingen van deze levensverzekeraar. Ook de door Legal & General aangeboden opleidingsmodule Beleggen A kon rekenen op een grote belangstelling vanuit haar intermediaire relaties. (zie ook pagina 6)
VB_0506_p09 28-02-2006 11:23 Pagina 9
nieuws
Prijzenregen Morningstar en S&P Morningstar en S&P deelden afgelopen weken beide hun jaarlijkse prijzen uit voor de beste beleggingsfondsen en beleggingsinstellingen. De vraag naar prijzenkasten steeg navenant. De uitreiking van de vierde versie van de Standard & Poor’s CASH Fund Awards stonden vorige week op de agenda in het Okura Hotel. Net als vorige jaren was het een lange zit. Het grote aantal awards dat te verdelen is, zorgt wel voor een redelijk gevulde zaal. Voor bijna alle bezoekers is er immers wel een prijs, maar de aandacht van het publiek zakt vaak te ver weg om van een geanimeerde avond te kunnen spreken. De organisatie zou er goed aan doen om het aantal categorieën te beperken. Aan één tafel verslapte de aandacht echter niet. Fidelity sleepte de ene prijs na de andere binnen. Daar gingen drie groepsprijzen naar toe, één jaar, drie jaar en vijf jaar in de categorie ‘Larger’. Sinds de start in 2003 van de S&P Fund Awards in Nederland werd Fidelity in zowel 2003, 2004, 2005 als 2006 al elf keer tot Best Large Group uitgeroepen in Nederland. Mike Nikou, topman voor de Benelux en Skandinavië: “Voor Fidelity is dit de erkenning van de beleggingsresultaten van haar fondsen voor zowel 1, 3 als 5 jaar. Beleggers vragen steeds vaker naar harde bewijzen van de kwaliteit en prestaties van een beleggingsfonds. De S&P/Cash Fund Awards voor onze gehele range en dat over de verschillende perioden, tonen aan dat Fidelity’s consistente aandacht voor het echte potentieel van elke individuele onderneming leidt tot uitstekende resultaten voor onze beleggers, in welke marktsituatie dan ook. De beleggers zijn voor ons pas de echte winnaars!” De ambities voor Fidelity op onze markt zijn een plek te verwerven in de top tien. “We mikken per land niet op een absoluut bedrag,”legt Nikou uit. “We willen in ieder land waar we actief zijn een plaats op de ranglijst vanaf pakweg nummer zes.” De vermogensbeheerder zit in de vijftien jaar dat hij actief is in ons land op de rand van de top tien. Toch is de naamsbekendheid bij het publiek nog uiterst klein. Dat gaat dit jaar veranderen. Fidelity zal zich in allerlei uitingen meer aan het publiek laten zien. Één van de activiteiten is het partnership met Only Friends, een Amsterdams project om gehandicapte sporters een eigen accommodatie te bieden. Achmea werd in de race als beste fondsenhuis over de afgelopen drie jaar beloond met een tweede plaats achter Vanguard. Directievoorzitter Rolf Hof van Achmea Bank verklaart de waardering van het fonds door het evenwichtige productaanbod en de gerealiseerde performance. Het productaanbod bestaat uit een Nederlandsen Euro aandelenfonds, een Euro obligatiefonds en meerdere uitgebalanceerde mixfondsen van aandelen en obligaties. De beleggingsresultaten komen tot stand op basis van een lange termijn beleggingsbeleid met een specifiek analyse beleid. Als trend in 2006 verwacht Achmea Bank een duidelijke toenemende vraag naar beleggingsfondsen. “Het is voor ons een duidelijk teken dat het vertrouwen in de beleggingsfondsen echt in de lift zit,” zegt Hof.
Consistente performance De Holland Beleggingsgroep (onderdeel van Allianz Nederland Groep) kreeg als specialist de groepsprijs voor één jaar. Holland Beleggingsgroep beste vermogensbeheerder over 2005! Eric Schneijdenberg: “Holland Beleggingsgroep onderscheidt zich al jaren door consistent bovengemiddelde resultaten. Dit blijkt ook nu weer uit onafhankelijk onderzoek. En daar zijn we trots op!” AEGON Asset Management kreeg ook als specialist de groepsprijs
voor 5 jaar en verder drie Awards voor obligatiefondsen over de periode 1, 3 en 5 jaar. Volgens het juryrapport heeft AEGON met zijn beleggingsfondsen een zeer consistente performance behaald in de betreffende periode. “Dit resultaat is te danken geweest aan de discipline van strakke, doordachte processen en aan de creativiteit van kleine, slagvaardige teams van beleggers.” Bij de fondsen (één jaar) waren er prijzen voor AXA Rosenberg en ABN AMRO. Drie jaar ook de Bank en het Delta Deelnemingen Fonds, die ook in de categorie vijf jaar een award kreeg. De publieksprijs ging net als vorig jaar naar de ING. Ook de FD Morningstar Awards 2005 kende maar liefst dertien prijzen. Het programma rondom de prijsuitreiking leunde prettig op Aad Jacobs, oud-voorzitter Raad van Bestuur van de ING. Hij laakte de kortetermijnvisie van beleggers en sprak zijn zorg uit over de ‘filialisering’ van Nederland. Veel bedrijven verlaten Nederland en houden uitverkoop aan buitenlandse investeerders. “En dat laten wij kennelijk gewoon gebeuren,” verzuchtte juist de oud-ING-topman. Belangrijke prijzen waren er voor het Orange Deelnemingen Fund (Aandelen Nederland) en ING (Aandelen wereldwijd). ABN AMRO (Obligaties high yield/emerging) AXA Rosenberg (Aandelen Azië), Fidelity (Mixfondsen), ING (Innovatief fonds). Behalve in de categorie Innovatief fonds (NL), gelden kwantitatieve objectieve criteria, daarbij spelen de rendementen over 2005 enerzijds en de rendements-risico verhouding over een periode van drie jaar binnen de categorie anderzijds, een voorname rol. De verkrijgbaarheid van een fonds in Nederland is een vereiste.
GENERALI AandelenFondsen De beleggingsfondsen Generali deden het goed in 2005. Het AandelenFonds en het AandelenFonds Nederland noteerden koersstijgingen van respectievelijk 29,7% en 29,1% (AEX-index 25,5%, Midkap-index 26,8%). Het AandelenFonds Europa kwam 22,9% (Dow Jones Euro Stoxx 50 Price Index 21,3%). Het Generali FinancieelFonds Europa zette het beste beentje voor en steeg met 30,0%.
ADP verkoopt Claims Services Automatic Data Processing (ADP) verkoopt haar Claims Services activiteiten (CSG) aan Solera. Solera is gespecialiseerd in consulting, outsourced services en strategic technology solutions. ADP Business Services Group B.V. (eigenaar van een groot deel van ABZ) en haar dochtervennootschappen maken eveneens deel uit van de overname. ADP verwacht dat de transactie binnen negentig dagen zal worden afgerond, afhankelijk van de normale formaliteiten zoals goedkeuringen van mededingingsinstanties. Reden tot de verkoop was dat claims services niet tot de kernactiviteiten van ADP behoorde. Solera zag daar juist een groeimarkt in. Erica Prins, woordvoerster van ADP Nederland, benadrukte voor Het VB dat de exnetcompany (ooit deel van ABZ en de plaats waar brancheinitiatieven is ondergebracht) niet in de verkoop betrokken is. Dat was en blijft een eigen entiteit. Tony Aquila, Chief Executive Officer van Solera en voormalig COO van Mitchell International zal CSG, als onderdeel van Solera, gaan leiden.
nummer 5 - 2 maart 2006
9
VB_0506_p10 28-02-2006 11:23 Pagina 10
nieuws
Het uitvaartconcept Pimp my grave van Nationaal Spaarfonds is heengegaan. Muziekzender MTV eist de rechten op van alles wat begint met ‘Pimp my”. De verzekeraar lanceerde direct een nieuwe kreet met canyoudigit.nl. Wat volgt: Hole in one voor de senioren? K(ist)3 voor de kleuters? Voogd & Voogd breidt het elektronisch aanvragen (Eaanvraag) voor particuliere schadeproducten uit met 16 verschillende verzekeringsproducten van 18 maatschappijen. De nieuwe release van CCS Level-7 is door het SIVI gecertificeerd voor de functies Offerteaanvraag en Offerte naar Polisaanvraag. Fortis heeft 100% van het aandelenkapitaal overgenomen van twee Hongaarse leasebedrijven. Innotrade Leasing Rt. richt zich voornamelijk op kleine bedrijven en Takleasing Rt., heeft zich gespecialiseerd in financiële en vastgoedlease. Bureau D & O heeft wederom een onderzoek gehouden onder assurantiekantoren naar de prestaties van systeemhuizen en het gebruik van automatiseringstoepassingen. De rapportage wordt naar verwachting in april uitgebracht. Delta Lloyd zal ook dit jaar optreden als hoofdsponsor van de HISWA. De watersportbeurs wordt gehouden van 28 februari tot en met 5 maart 2006 in de Amsterdamse RAI.
10
Frank de Jong realistisch
Verkeersslachtoffers
over levensloop bij Kassa
zitten vaak met
“Wie wil gaan sparen om later zijn pensioen aan te kunnen vullen, komt al gauw bij de lijfrentepolis uit, want dat levert belastingvoordeel op. Maar het is wel een dure oplossing – er blijft heel wat geld achter bij de verzekeraar en de tussenpersoon. Sinds 1 januari is er een veel goedkoper alternatief: de levenslooprekening. Maar de meeste assurantieadviseurs hou- Frank de Jong den vast aan de lijfrente-oplossing.” Zo kennen wij onze Felix Meurders, ankerman van Kassa. Zeker als hij later in het programma concludeert dat het verschil in provisie tussen beide regelingen bepalend is voor de keuze voor lijfrente. Kassa vroeg, gewapend met de verborgen camera, als ‘mystery shoppers’ tien verzekeringsadviseurs naar hun advies over een aanvulling van hun oudedagsregeling. Een minderheid van de kantoren adviseerde de levensloop, één kantoor rekende uit dat noch lijfrente, noch levensloop noodzakelijk was. Door het wegvallen van rente en aflossing van de eigen woning zou de klant niets voelen van zijn pensioentekort. De meesten brachten de levensloopregeling echter niet ter sprake. Zeven van de tien kozen voor de lijfrente. De argumenten waren soms bedenkelijk. “De levensloop is uitgesteld.” En: “Het rendement op een lijfrente is hoger.” Frank de Jong (NVA) schoof aan tafel om een reactie te geven op het filmpje. Veel ruimte kreeg hij niet, ondank zijn realisme en zijn openheid. “Die moet terug naar de schoolbank,” was zijn commentaar op de collega, die dacht dat de levensloop is uitgesteld. Zijn betoog dat een ander advies dan een advies op provisiebasis ook geld kost, ging verloren in de verwijten richting het intermediair. Voorspelbaar, maar toch vermeldenswaardig, want ten eerste vindt Het VB het een enorme stap in de goede richting dat de stoel bij Kassa niet leeg bleef, zoals tot op heden meestal het geval was. Na een evaluatie heeft de NVA besloten deze lijn vast te houden. Niet komen is slecht voor het imago, wel komen is ruimte scheppen om de gewenste transparantie te realiseren. Naast de prima actie van Frank de Jong is de uitzending van Kassa ook vermeldenswaardig, omdat we vorige week de eerste cijfers zagen over de resultaten van de levensloop tot nu toe. “Levensloop wordt fiasco,” kopte een landelijk krant op de voorpagina. “Minder dan tien procent van de werknemers heeft een regeling getroffen,” bleek de conclusie in meerdere media. Banken en verzekeraars spraken hun teleurstelling uit over de eerste resultaten. Is dat niet wat voorbarig? Binnenkort aan het eind van dit kwartaal zal zeker ruim tien procent van de werknemers wel een regeling hebben lopen. Is dat dan slecht voor een productintroductie? Tien procent van je markt pakken in drie maanden? Dat wordt alleen overtroffen door de introductie van de Senseo. In dezelfde ochtendkrant lezen we dat Norbert Schultz (de inmiddels gepensioneerde directeur Leven van Winterthur) vindt dat de regeling nog te onbekend is. Verder spreekt hij zijn vrees uit dat het eigen spaarpotje van de werknemers in de toekomst wel eens leeggeroofd kan worden als arbeidsongeschiktheidsdekking of gaat gelden als WW. Al eerder mompelden velen in de branche dat ook het succes van de levensloopregeling een bedreiging voor die regeling kan zijn. Dat leerde ons spaarloon al eerder. Is lijfrente niet veel toekomstbestendiger? Bij Kassa ging het daar niet over. Tussenpersonen die niet zo enthousiast zijn over de levensloop begrijpen wij best, zeker als ze dat centraal zetten in hun advies.
financiële vragen Naast informatie over de medische gevolgen van een ongeval zijn slachtoffers van een verkeersongeval veelal ook naarstig op zoek naar informatie over de financiële consequenties van een ongeval. Meest gezocht werd naar onderwerpen als smartengeld (vergoeding voor het slachtoffer) en affectieschade (vergoeding voor verwanten van een slachtoffer). Daarnaast zoekt men veelvuldig naar mogelijkheden om schade te verhalen. Daarbij gaat het niet alleen om schade aan auto of fiets, maar bijvoorbeeld ook om inkomstenderving. Dat blijkt uit de ervaringen van het Nationaal Platform Personenschade met de internetsite www.verkeersongeval.nl. De site werd in 2005 door meer dan vijftigduizend mensen bezocht en is een initiatief van het NPP, waarin ook het Verbond van Verzekeraars, Slachtofferhulp Nederland, de ANWB, letselschadebehandelaars en medisch adviseurs zijn vertegenwoordigd.
Volmacht AXA voor ING Assurantiekantoren Noordborgh (Heerhugowaard), Census (Sneek) en Ridderpoort (Ridderkerk) verwierven een volmacht van AXA. De kantoren behoren tot ING Assurantiekantoren. Voor de particuliere schadeverzekeringen heeft de groep een pool opgericht met AXA als leader en het Privé Pakket van AXA als basis. De volmachtkantoren brengen het Privé Pakket onder hun eigen label op de markt. Andere volmachtgevers in de pool zijn Aegon, Delta Lloyd, Europeesche, Fortis ASR en Nationale Nederlanden.
VB_0506_p11 28-02-2006 11:23 Pagina 11
hypotheken
Gedragscode legt tophypotheken aan banden Na uitspraken van Wellink (DNB) en de kamervragen van Heemskerk en Crone over het verstrekken van tophypotheken heeft minister Zalm in een brief aan de Tweede Kamer een aantal maatregelen aangekondigd die het verstrekken van tophypotheken moeten beperken. Het Contactorgaan Hypothecair Financiers (CHF) zal in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen die maatregelen opnemen. Naast het aftoppen van de schulden eist Zalm ook toegang tot de leenmarkt voor de onderkant van de markt. De minister laakt in zijn brief de discriminatie bij de verstrekking van hypotheken, waaronder die op grond van postcode (redlining) en achternaam. Hij wijst op de eigen verantwoordelijk van de sector om zelf maatregelen te nemen, anders komt hij met wetgeving. De minister onderscheidt twee hoofdrisico’s die gekoppeld zijn aan de hypothecaire financiering van de eigen woning. Het vermogensrisico, vanuit het perspectief van een individueel huishouden gaat het hierbij voornamelijk om de kans dat de markt- of verkoopwaarde van de koopwoning lager is dan de op dat moment uitstaande hypotheekschuld (negatief eigen vermogen). Dit brengt een risico op een restschuld met zich mee, en de betalingsrisico’s, ofwel het risico dat een huishouden niet meer kan voldoen aan de financiële verplichtingen die het is aangegaan voor de aanschaf van het eigen huis. In de gedragscode komen de volgende maatregelen met betrekking tot het vermogensrisico. De hypotheekverstrekkers moeten de consument vóór het afsluiten van een hypothecaire overeenkomst waarvan de lening groter is dan de marktwaarde van het huis waarschuwen voor de aanwezigheid en omvang van het risico op een restschuld.
Renteschok Bij de bepaling van de leencapaciteit wordt door de sector uitgegaan van ten minste de lasten behorende bij een 30-jarige annuïtaire lening. Uitgaande van deze 30-jarige annuïtaire lening, wordt met het inkomen, een woonlastpercentage en een toetsrente, door hypotheekverstrekkers berekend wat de leencapaciteit is van een consument en hoe hoog de maximale hypotheek is die kan worden verstrekt. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen is het verantwoord dat huishoudens 22% tot 30% van het besteedbaar inkomen (inkomen na aftrek van belastingen en premies) aan hypotheeklasten betalen. Deze budgettaire ruimte heeft het NIBUD berekend na aftrek van normale dagelijkse uitgaven, zoals voedsel, kleding, telefoon, gezondheidszorg, etc. Volgens de Autoriteit Financiële Markten geeft een groep van naar schatting 180.000 huishoudens bij de huidige rente gemiddeld tussen de 30% en 40% van het besteedbaar inkomen uit aan hypotheeklasten en ondervinden deze huishoudens daardoor betalingsproblemen. Om dit in de toekomst te voorkomen en een buffer in te bouwen om eventuele schommelingen in het inkomen en/of de woonlasten op te kunnen vangen zal de onderstaande tweede maatregel worden genomen. Hypotheekverstrekkers zullen bij de verstrekking van hypotheken gebruikmaken van vaste woonlastpercentages gebaseerd op de berekeningen van het NIBUD/NHG. Als beveiliging van de renteschok wil de minister de volgende maatregel. Bij een rentevastperiode van 10 (i.p.v. de huidige 5) jaar of korter, zullen hypotheekverstrekkers een toetsrente hanteren die hoort bij een hypothecaire financiering met een rentevastperiode van 10 (i.p.v. de huidige 5) jaar plus een
opslag. Bij de bepaling van de leencapaciteit bij een rentevastperiode van 10 jaar of langer zal de hypotheekverstrekker toetsen op basis van de bij die rentevaste periode horende rente.
Dicriminatie Naar aanleiding van de discussie over discriminatie bij de verstrekking van hypotheken op grond van de postcode of de achternaam van een consument heeft het Contactorgaan Hypothecair Financiers in 2004 aangekondigd dat zij aan hun Gedragscode zullen toevoegen dat hypotheekverstrekkers elke aanvraag voor een hypotheek individueel beoordelen op basis van de kwaliteit van de debiteur (de financiële positie van de consument en diens antecedenten ten aanzien van fraude) en de kwaliteit van het onderpand. Aan deze toezegging is tot op heden nog geen gestalte gegeven. “Ik vind het belangrijk om elke vorm van discriminatie bij het verstrekken van hypotheken een halt toe te roepen en verwacht dan ook van de sector dat zij op korte termijn maatregelen neemt om elke vorm van discriminatie in het hypotheekverstrekkingproces uit te sluiten. Het Contactorgaan Hypothecair Financiers heeft inmiddels bevestigd de benodigde maatregelen alsnog op korte termijn te zullen nemen. Met het nemen van deze maatregelen neemt de sector haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het beperken van de financiële kwetsbaarheid van Nederlandse huishoudens. Volgend op de benodigde uitvoeringstermijn zullen de maatregelen ten aanzien van tophypotheken na de zomer van 2006 in werking treden. De maatregelen ter voorkoming van discriminatie worden dit voorjaar van kracht. Mochten de door de hypotheekverstrekkers aangekondigde maatregelen niet het gewenste effect hebben, dan zullen wettelijke maatregelen worden overwogen.”
Maximale Hypotheek Calculator Amedia Amedia introduceert de Maximale Hypotheek Calculator. Via deze online tool kunnen consumenten een berekening maken van het maximaal te lenen hypotheekbedrag. Tussenpersonen kunnen de tool via hun eigen website beschikbaar stellen voor consumenten. Na het invullen van de contactgegevens wordt er ter bevestiging een e-mail verstuurd naar de tussenpersoon. Naast de contactgegevens worden ook de rekengegevens (in XML en HTML-formaat) meegestuurd. Met deze informatie kan de tussenpersoon actie ondernemen en leads genereren. Gebruikers van het softwarepakket DIAS van Amedia kunnen de gegevens uit het bestand direct importeren in de backoffice. De Calculator werkt met circa 40 producten van diverse hypotheekverstrekkers in Nederland.
Meer omzet voor Meeùs door Meeuwis Het afgelopen jaar heeft Meeùs Makelaars de omzet met 10% zien toenemen ten opzichte van 2004. Volgens Jan Willem van den Bos, directeur Onroerend Goed van Meeùs, droeg de zes jaar geleden geïntroduceerde Meeùs Methode voor Makelaardij wederom een forse steen bij aan deze omzetstijging. Daarnaast heeft de landelijke promotiecampagne met Guus Meeuwis de naamsbekendheid van het bedrijf bij het publiek positief beïnvloed.
nummer 5 - 2 maart 2006
11
VB_0506_p12 28-02-2006 11:24 Pagina 12
hypotheken
Lokale hypotheekadviseur wint van keten
Aanbrengformules hypotheken van start
Consumenten gaven in een onderzoek van Independer aan dat als ze een hypotheek willen afsluiten, ze in het algemeen tevreden zijn over het advies van makelaar of hypotheekketen, maar vooral over het advies van de lokale tussenpersoon. De bank scoort aanzienlijk lager. Eigen onderzoek van Het VB ondersteunt deze conclusie. Independer vraagt de bezoekers van de website naar hun tevredenheid over hypotheekadviseurs. Sitebezoekers die een vergelijking voor hypotheken maken of gebruik maken van de mogelijkheid van een Second Opinion worden op de volgende punten gemeten over de tevredenheid over de adviseur. Deskundigheid van de adviseur, telefonische bereikbaarheid, het nakomen van afspraken, sfeer tijdens het adviesgesprek en de inhoud van het aanbod of de ontvangen offerte. Plus de slotvraag: Zou u, gezien uw ervaringen, een volgende keer weer naar deze adviseur gaan? De meting omvat 17.706 bezoekers die hun adviseur hebben beoordeeld. Zij noemden bijna 100 verschillende organisaties. De plaatselijke tussenpersonen die niet aan een keten gebonden zijn, zijn in dit onderzoek in één categorie ondergebracht. In totaal waren er voor 33 verschillende organisaties voldoende waarnemingen om een betrouwbaar resultaat te kunnen tonen. De Rabobank is door de meeste respondenten beoordeeld (16%), gevolgd door de plaatselijke tussenpersoon (10%) en de Hypotheker (9%). Het meest kritisch zijn consumenten over de inhoud van het aanbod of de offerte. Gemiddeld gaf de consument hiervoor een 6,6 (schaal van 1-10). De sfeer tijdens het adviesgesprek kreeg de hoogste waardering (7,5). Overall scoort de hypotheekadviseur een ruime voldoende. De plaatselijke tussenpersoon scoort op alle punten het best in de ogen van de consument, gevolgd door de NVM-makelaar en de tussenpersoon van Univé. Over Frisia Financieringen was men het minst tevreden. Laag was ook de waardering voor de adviseur van de Vereniging Eigen Huis. De conclusie dat het lokale intermediair als beste uit de bus komt is na alle negatieve publiciteit een mooie uitkomst. We willen het feestje niet bederven, maar we stellen wel dat de klanten hier en daar ook aanbieders beoordeelden als adviseur. Zo zien we een beoordeling over de sfeer van het gesprek bij de adviseur van NationaleNederlanden. We hopen dat Independer hier nog eens induikt om het onderzoek te verbeteren.
Op 1 maart is de Nationale Hypotheek Desk van start gegaan. De service- en inkooporganisatie biedt een ‘Wfd-paraplu’ aan tussenpersonen die geen Wfd-vergunning voor bemiddeling in hypothecair krediet zullen aanvragen of die gedurende de overgangsperiode niet zullen voldoen aan de deskundigheidseisen. Op basis van een aanbrengvergoeding van 0,3% tot 0,5% van de hypotheekhoofdsom brengt de tussenpersoon zijn klant aan en zal het advies, het beheer en de zorgplicht worden overgenomen door De Nationale Hypotheek Desk. Het bedrijf benadrukt dat het hier niet gaat om tussenpersonen die helemaal geen Wfd-vergunning hebben. Ook tussenpersonen met een juiste Wfd-vergunning kunnen hun advieswerkzaamheden en beheer van het hypotheekdossier overdragen. Dit tegen een afsluitprovisie van tussen de 0,5% en 1%.
Effect gaat samenwerken met Financiële Inkoop Desk. De financiële dienstverlener Effect gaat een samenwerking aan met de Financiële Inkoopdesk. Effect is een samenwerking van tien zelfstandige kantoren. Financiële Inkoop Desk ondersteunt ruim tweehonderd zelfstandige assurantie- en hypotheekkantoren bij de inkoop van financiële producten. De Financiële Inkoop Desk levert producten vaktechnische ondersteuning en opleidingen. De samenwerking moet de klanten en kantoren een verdere professionalisering bieden, aldus Jan Werkman, directeur van Effect Nederland. “Binnen onze advisering trachten we zo goed mogelijk in te spelen op de persoonlijke situatie van de klant. Om dit te realiseren willen we gebruikmaken van een zo breed mogelijk pakket aan hypotheken en aanverwante producten. En moeten we continue op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. Financiële Inkoop Desk kan ons hierbij uitstekend van dienst zijn. We verwachten veel van de samenwerking.”
12
Ook Geldshop.nl introduceert een aanbrengformule voor hypotheken en kredieten. Voor de praktische invulling van de samenwerking kan het intermediair kiezen uit een banner, button of doorlink op de eigen site of een webmodule waarmee de beschikbaar gestelde hypotheeksoftware in de eigen site kan worden geladen. Via het extranet van Geldshop.nl kunnen tussenpersonen hun aangebrachte orders volgen en rapportages genereren.
WelQom hypotheekproduct van het jaar
GMAC Hypotheken/De Hypotheker, ELQ Hypotheken en Diverse aanbieders vertegenwoordigd door Hypotrust waren dit jaar de genomineerden voor AHet beste Hypotheekproduct van het jaar.@ Na presentaties van Martin Koot (Meer Mogelijk Hypotheek), Ebbo de Jong (WelQom) en David Jongeleen (Vari-LimietRente) zaagde de Advisory Board (met onder andere Arno Manschot Paul, Huijsmans en Jan van Lierop) de drie genomineerden door op zoek naar zwakke punten in hun betoog of in het product. Aansluitend stemde de zaal in het voordeel van WelQom Hypotheek van Elq. Ebbo de Jong, Directeur Marketing & Sales van ELQ Hypotheken reageerde even kort als helder: A Wat leuk! Wij vinden dat we innovatief zijn, dat we de markt vergroten maar het blijft een verkiezing en je blijft afhankelijk van de kiesEbbo de Jong mannen.
VB_0506_P 27-02-2006 14:46 Pagina 13
zo kan het ook: een hypotheek die uw 50+-klanten blij maakt
SNS Extra Inkomen Hypotheek Vijftig-plussers hebben vaak hun hele leven hard gewerkt. Nu zijn ze op een leeftijd dat ze kunnen gaan genieten. Maar voor mensen die gewend zijn te werken, is het soms niet makkelijk om geld uit te geven. Gelukkig kunt u ze nu over die drempel heen helpen. Adviseer uw oudere klanten een SNS Extra Inkomen Hypotheek. Daarmee verzilveren ze de overwaarde van hun huis, zonder het huis te hoeven verkopen. Zo krijgen ze dus extra geld om extra van het leven te gaan genieten. Tegen bijzonder gunstige voorwaarden. Wie wordt daar nou niet blij van? Neem voor meer informatie contact op met uw accountmanager bij SNS Bank of kijk op snsbank.nl/ intermediair Intermediair worden van SNS Bank? Bel 030 - 299 77 00.
KESS8216_SNS_A4_INTERM.indd 3
27-01-2006 11:25:20
VB_0506_p14 28-02-2006 11:24 Pagina 14
estate planning
Schenken van de eigen woning: de voor- en nadelen Eind 2005 was bijna 33% van alle Nederlanders 50 jaar of ouder. Met andere woorden: ruim 5 miljoen inwoners. Hoewel niet bekend is hoeveel van deze mensen een eigen woning hebben is er wel een landelijk percentage bekend. Bijna 55% van de Nederlanders heeft een eigen woning. In het huidige kabinetsbeleid is zelfs opgenomen dat dit percentage rond 2010 op 68% moet liggen. Stel dat 1 miljoen 50-plussers een eigen woning hebben en dat de gemiddelde overwaarde van die woning (werkelijke waarde minus resterende hypotheekschuld) € 200.000 bedraagt. Dat betekent dat de komende jaren een bedrag van 1 miljoen x € 200.000= € 200.000.000.000 vererft. Voorwaar geen gering bedrag en zeker een reden om na te denken hoe de successierechten kunnen worden beperkt. Een van de manieren om de successierechten te beperken is om de eigen woning vast over te dragen aan de volgende generatie. Daarmee kan de toekomstige waardestijging vast bij deze generatie plaatsvinden. Zelfs bij de huidige waardestijgingen van de eigen woning van 4% per jaar is dit voor een woning van € 250.000 over een periode van 10 jaar een waardestijging van bijna 50%.
Peter en Rianne van der Lugt Peter (60) en Rianne (60) van der Lugt zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben twee kinderen. Beide kinderen zijn het huis uit. De oudste (Joke) is gehuwd en heeft inmiddels een kind van 1 jaar. Karin woont zelfstandig en is werkzaam in de ICT-wereld. Peter en Rianne hebben een eigen woning met een WOZ-waarde van € 250.000 en een hypotheek van € 150.000. Daarnaast loopt er een kapitaalverzekering (geen kew) met een looptijd van 20 jaar. De expiratiedatum is 1 juni 2007. Op die datum valt er € 150.000 vrij. Zij vragen zich af of het schenken van hun woning een mogelijkheid geeft om successierechten te besparen. In beginsel is dit mogelijk. Ze hebben dan drie mogelijkheden. 1. Verkoop onder voorbehoud van een huurrecht. 2. Schenken onder voorbehoud van een woonrecht. 3. Verkoop van het bloot-eigendom met geleidelijke schenking van de koopsom. Vooraf moeten Peter en Rianne zich realiseren dat verkoop of schenking van de woning bij de kinderen leidt tot een bezitting voor de kinderen in box 3. Hiertegenover staat, bij verkoop, de schuld aan de ouders, dus per saldo zullen zij weinig belasting betalen. Bij Peter en Rianne echter ontstaat bij verkoop een vordering (op de kinderen) in box 3. Doordat Peter en Rianne geen eigen woning meer hebben is de rente over de hypotheekschuld niet meer aftrekbaar. Dit kan vanaf 1 juni 2007 anders liggen, als zij de expirerende kapitaalverzekering gebruiken om de hypotheekschuld af te lossen. De eventuele waardestijging na de overdracht van de woning komt aan de kinderen toe.
Verkoop onder voorbehoud van een huurrecht Deze vorm is het eenvoudigst. De woning wordt verkocht voor € 250.000. In dit geval betalen de ouders een normale huur aan de kinderen. De kinderen ontvangen de huur onbelast in box 3.Deze methode leidt bij overlijden van de ouders niet tot betaling van suc-
14
cessierecht. De kinderen hebben het pand immers al. De kinderen blijven de koopsom schuldig en betalen periodiek rente aan hun ouders. Deze rente is voor de kinderen niet aftrekbaar en bij de ouders niet belast. Over de waarde dient bij de overdracht zes procent overdrachtsbelasting te worden betaald. Voor de waarde van de woning die via schenking wordt verkregen moet worden uitgegaan van de waarde in vrij opleverbare staat. Er geldt geen waardedruk wegens eigen bewoning. De eigen bewoning kan betrekking hebben op bewoning door de erflater, de schenker of de verkrijger. Als de bewoning echter berust op een geformaliseerd woonrecht, bijvoorbeeld een huurrecht, mag wel rekening worden gehouden met een waardedrukkend effect. Dit laatste lijdt weer uitzondering als de verkrijger de woning huurt van de erflater of schenker, omdat door vererving of schenking het huurcontract teniet gaat.
Schenken onder voorbehoud van een woonrecht De bloot-eigendom van de woning wordt geschonken terwijl de ouders het levenslang recht van bewoning of het vruchtgebruik krijgen. Meestal wordt afgesproken dat alle kosten van onderhoud, reparatie en belastingen voor rekening van de ouders blijven. Het verschil tussen een levenslang recht en het vruchtgebruik is dat het levenslange recht eindigt op het moment dat de ouders de woning verlaten. Bij het vruchtgebruik kunnen zij de woning ook verhuren of vervangen door een andere woning. De waarde van het bloot-eigendom voor het schenkingsrecht is afhankelijk van de leeftijd van de ouders. Aangezien Peter en Rianne beiden 60 jaar zijn en het gebruiksrecht van 2 levens afhankelijk is vindt een leeftijdsterugstelling plaats van 5 jaar. De waarde van het recht van gebruik en bewoning bedraagt dan 6% (art. 21, lid 8 SW) van de waarde in het economisch verkeer ad € 250.000. Dus € 250.000 x 6%, te vermenigvuldigen met kapitalisatiefactor 11, resulterend in € 165.000. Aangezien de kinderen de woning verwerven onder de drukkende factor van het recht van gebruik en bewoning, bedraagt de waarde van het door hen verkregen bloot eigendom derhalve € 250.000 -/- 165.000 is € 85.000. Bij schenking van het huis moeten de kinderen schenkingsrecht betalen over de waarde van het pand. Heffing van overdrachtsbelasting blijft achterwege, mits er maar schenkingsrecht wordt betaald dat ten minste zes procent van de waarde bedraagt. Het schenken van het huis of de eerder genoemde verkoop, gevolgd door een eenmalige kwijtschelding van de koopsom, moet gebeuren aan àlle kinderen. Zijn één of meer kinderen hier niet bij betrokken, dan kan dat onder het huidige erfrecht voor problemen zorgen na het overlijden van de schenker. Geschonken vermogen kan na het overlijden van de schenker als het ware ‘teruggehaald’ worden als door de schenking de legitieme portie van één of meer (klein)kinderen wordt beknot.
Verkoop van het bloot-eigendom met geleidelijke schenking van de koopsom. De ouders verkopen de bloot-eigendom aan de kinderen. De prijs is
VB_0506_p15 28-02-2006 11:27 Pagina 15
estate planning
lager dan € 350.000, omdat de ouders het vruchtgebruik voorbehouden. De kinderen blijven de koopprijs schuldig. Deze schulden worden jaarlijks voor een deel kwijtgescholden. Hiermee wordt het schenkingsrecht zo veel mogelijk voorkomen. Wel zullen de kinderen bij het overlijden ook weer successierecht verschuldigd zijn over de aangroei van bloot-eigendom naar vol eigendom. Over de waarde van de blote eigendom zijn de kinderen bij de verkrijging daarvan éénmalig zes procent overdrachtsbelasting verschuldigd.
Schenken of toch niet? Bij het bespreken van deze mogelijkheden moet de adviseur zich in de eerste plaats bedenken dat het verkopen of het schenken van de eigen woning zeer gevoelig ligt. Er spelen allerlei emotionele factoren een rol. Ouders doen in het algemeen niet makkelijk afstand van hun eigen woning. Peter en Rianne hebben hierover nagedacht en hebben hier geen moeite mee. Vervolgens rijst de vraag of er wel belasting wordt bespaard. Er zal zeker successierecht worden bespaard. Hiertegenover staat echter een zwaardere heffing bij de inkomstenbelasting. Het feest begint met de overdacht van het huis. Daarmee besparen de kinderen successierechten (in de toekomst). Peter en Rianne besparen zich niets. Zij moeten zelfs extra inkomstenbelasting betalen over hun woning. Als de woning niet wordt verkocht hoeven zij bij aflossing van de hypotheekschuld, middels de kapitaalverzekering, geen eigenwoningforfait meer aan te geven. Bij schenking of verkoop hebben zij een woonrecht, een recht van vruchtgebruik of een vordering in box 3. Gedurende een langere periode dienen zij over de waarde hiervan 1,2% belasting te betalen. Bij een waarde van het vruchtgebruik van € 165.000 bedraagt dat € 1.980 per jaar. Bij de kinderen zal de waarde van het bloot-eigendom van 2 x € 42.500 (deels) onder het heffingsvrij vermogen vallen.
Ten slotte Het schenken (van de waarde) van de woning heeft veel haken en ogen. Het kan een aantrekkelijke gedachte zijn. Vooral in de situatie dat er veel overwaarde in de woning besloten zit of dat er op een aanzienlijke waardestijging wordt gehoopt. Reken echter goed na of de verwachte besparingen in het successierecht opwegen tegen de hogere lasten in de inkomstenbelasting. Indien in het voorbeeld Peter en Rianne nog vijftien jaar leven bedraagt de verschuldigde inkomstenbelasting in box 3 alleen al 15 x € 1.980 = € 29.700. Dit moet dan goed worden gemaakt door de besparing op de successierechten.
Verder is een belangrijk aandachtspunt aan wie wordt verkocht en aan wie wordt geschonken. Als Joke in gemeenschap van goederen gehuwd is zal het pand in mede-eigendom van haar man komen. Bij een eventuele scheiding kan dit niet gewenst zijn. Zorg er verder voor dat eventuele schenkingen buiten de gemeenschap van Joke en haar man vallen. In plaats van verkoop van het woonhuis kan ervoor worden gekozen de woning zelf te schenken. Het voordeel hiervan is dat de schenker aan de schenking een uitsluitingsclausule kan verbinden. Hij mag bepalen dat de eigendom van het huis alleen toebehoort aan de eigen kinderen, ook al zijn zij in algehele gemeenschap van goederen getrouwd. De ‘koude kant’ (schoonzoon, schoondochter) heeft ook het nakijken wat de waardestijging betreft. Doordat er steeds delen van het huis worden geschonken moet elk jaar de notaris worden bezocht. Dit brengt extra kosten met zich mee. Drs J.E. van den Berg Mr T.C. Hoogwout
Luisterboek notaris Van Mourik Voor een belangrijk deel van de Nederlanders ligt de drempel hoog om naar de notaris te stappen, zo blijkt uit onderzoek en in de praktijk. Veel mensen weten niet goed voor welke zaken ze zoal bij de notaris terecht kunnen. Men associeert de notaris met het verzorgen van een akte en in mindere mate met bijvoorbeeld het geven van een gedegen en vroegtijdig advies dat problemen in de toekomst voorkomt of belasting bespaart. In een onnodig groot deel van de kwesties die de notaris uiteindelijk onder ogen krijgt, blijkt het spreekwoord “Men dempt de put …” van toepassing. De projectgroep Levenszaken goed geregeld presenteert een serie luisterboeken met de titel ‘Het woord is aan’. In het eerste deel staan notariële aangelegenheden centraal. Prof. mr. Martin Jan van Mourik praat de luisteraar letterlijk bij met voorbeelden vanuit zijn alledaagse praktijk. Hoe voorkom je ruzie met de buren over de erfafscheiding, regel je het onderling partnerschap of organiseer je de nalatenschap het beste? (Uitgeverij Bzztôh, ISBN 90 4530791 X, prijs € 12,95)
www.jobsverzekerd.nl De exclusieve jobsite voor de Nederlandse verzekeringswereld. powered by
nummer 5 - 2 maart 2006
15
VB_0506_p16 28-02-2006 11:27 Pagina 16
interview
De consument is juist uit o p i n t e g ra a l a d v i e s Natuurlijk kunnen de bemiddelaars gebruik maken van ons volmachtbedrijf. Maar het is niet meer en ook niet minder dan een faciliteit die wij bieden. Als we de nadruk daarop zouden leggen, dan betekent dat automatisch dat we een selectie van maatschappijen maken of, met andere woorden, dat we bepaalde aanbieders uitsluiten en dat doen we niet.
door Jan Aikens foto’s: Ton Oosterhout
16
De dynamiek binnen de verzekeringsbedrijfstak is bijzonder groot, maar er zijn ook zaken die de afgelopen vijftien jaar niet of nauwelijks zijn veranderd. “Mijn verhaal is eigenlijk in grote lijnen nog hetzelfde als eind jaren tachtig, begin jaren negentig,” blikt André J.C. Bastiaans terug naar het moment dat hij zijn BAE Groep oprichtte. “In die tijd kwamen de NBVA-leden uit de regio Eindhoven elke maand bij elkaar om de actuele ontwikkelingen te bespreken. We zagen toen een trend die onze toekomst minder zonnig zou kunnen maken, namelijk de constante groei van de maatschappijen. Zij namen in grootte toe door overnames en fusies. Doordat deze kolossen gingen segmenteren, werden de relatief kleinere bemiddelingskantoren gedwongen om te kiezen voor een paar aanbieders. Dat staat haaks op hun onafhankelijkheid. Althans, zo heb ik dat toen met mijn assurantiekantoor ervaren en mijn mede NBVA-leden in de regio zagen het niet anders. Wij vonden dat we een antwoord moesten vinden op de vorming van de ‘machtsblokken’ van de aanbieders.” André Bastiaans, die bepaald geen man is die het bij woorden laat, startte een organisatie, die geen inkoopcombinatie mag heten en evenmin een postenbank. “Natuurlijk heeft de BAE Groep deze kenmerken in zich, maar dat staat niet voorop.” Wat dan wel? “De intermediair een zodanige service te bieden waardoor hij zich volslagen onafhankelijk kan bezighouden met zijn kernactiviteiten, namelijk zo rendabel mogelijk adviseren en bemiddelen. En wat die service dan concreet inhoudt, bepaalt de deelnemer zelf. Die kan via ons de polissen onderbrengen bij zo’n 125 aanbieders.Hij bespaart in elk geval op zijn administratie door het brede
André Bastiaans (50) wijdde in 1973 zijn afstudeerscriptie van Economisch Lyceum aan het opzetten van een eigen bedrijf en bracht die kennis meteen in de praktijk door het oprichten van Bastiaans Assurantiën. Hij hield kantoor in het huis van zijn ouders en verplaatste dat na zijn huwelijk met Coby (met wie hij nu ruim 25 jaar getrouwd is), naar de echtelijke woning. In het midden van de jaren tachtig kocht hij de naastgelegen kavel en bouwde daar zijn eerste bedrijfspand. De BAE Groep is nu gevestigd in een Eindhovens pand waar eerst de Philips Veiligheidsdienst twintig jaar zetelde. Na tien jaar dienst gedaan te hebben als politiebureau vormt het nu inmiddels ook tien jaar het vertrouwde decor van onder meer de Nieuw(s)jaarmarkt, een jaarlijks terugkerend evenement, waar aanbieders en BAE-deelnemers elkaar treffen. André schakelt zijn hele familie in om de rekeningen-courant en agentenadministratie bij te houden. Zowel de dochters Sandra en Linda als zoon Alex zijn regelmatig achter de bureaus te vinden en sinds 1995 wordt het bedrijf mede geleid door jongste broer Nico. De opvolging zal dus geen probleem geven? “Dat weet je nooit. Mijn ouders gingen er ook van uit dat ik in hun slagersvak zou doorgaan. Ik zal mijn kinderen niet dwingen.” Misschien is het wel een teken dat Sandra (21) die van kind af aan tandarts wilde worden die studie heeft ingeruild voor economie en veel van haar vrije tijd op kantoor doorbrengt. Niet echt wonderlijk voor een dame die zo nu en dan als baby in de la van een dossierkast werd gelegd als haar ouders in het kantoor alle zeilen moesten bijzetten.
VB_0506_p17 28-02-2006 11:28 Pagina 17
interview
Veel van deze filosofie is terug te vinden in de wijze waarop Bastiaans zijn groep heeft georganiseerd. “De schaalgrootte die wij dankzij onze deelnemers hebben, zorgt ervoor dat we een volwaardige partner zijn van 125 aanbieders. Daar profiteren de maatschappijen van omdat zij werken met één agentschap. En de deelnemers behouden hun volledige zelfstandigheid. Zij hebben de volledige dekkingsbevoegdheid bij de voorlopige acceptatie en ook ligt indien gewenst de schadebevoegdheid bij hen. Ze kunnen de posten via ons aanbieden, maar ook rechtstreeks, via ons agentennummer, bij de maatschappij.”
Ketenintegratie is nu nog een illusie
aanbod op het gebied van leven, schade, hypotheken en andere financiële diensten.” Dus toch een inkooporganisatie? “In dat geval wel, ja, maar desgewenst gaat onze dienstverlening veel verder. Ik noem het uit handen nemen van de incasso of zelfs van de gehele administratie. De bemiddelaar kan aan ons de polisadministratie uitbesteden of de schadeafwikkeling aan ons overlaten, maar ook kunnen we gezamenlijke marktbewerkingsacties voorbereiden en uitvoeren. Daarnaast maken we ook op andere gebieden gebruik van onze schaalgrootte. Zo kunnen we onze deelnemers gunstige voorwaarden bieden voor het volgen van cursussen, het aanschaffen van software, het laten ontwikkelen van websites en ga zo maar door.”
Behoud het goede Het verhaal achter het opstarten van BAE heeft inderdaad nog niets aan actualiteit ingeboet. Aan het indikken van het aantal aanbieders lijkt nog geen eind te zijn gekomen. Bastiaans slaat die ontwikkeling nog steeds met zorg gade. “Voor mijn part noemen ze me behoudend, maar ik zeg het toch: De assurantiebedrijfstak heeft in Nederland een mooie traditie. De waarden waarop de branche zich baseert moet je in ere houden. Ons systeem fungeert, als de uitwassen zijn uitgeroeid, heel goed en dat komt niet in het minst door het pluriforme aanbod. Daarom hoop ik echt dat er verder niet al te veel fusies meer zullen plaatsvinden. Het aanbod is in vergelijking met zo’n tien jaar geleden al behoorlijk kleiner geworden. Daar komt bij dat het voor het intermediair nog lastiger wordt een evenwaardige zakenpartner te zijn, wanneer de concerns nog groter worden. Laat de onderlinge verhouding alsjeblieft zoals die was.”
Het is duidelijk dat André Bastiaans niet meedeint met de hypes die tegenwoordig elkaar in snel tempo opvolgen. De gedrevenheid waarmee hij over het verzekeringsvak kan praten, missen we een beetje waar het de verworvenheden van het ‘nieuwe tijdperk’ betreft. Nee, het is geen toeval dat hij onderwerpen als internet en GIM nog niet ter sprake heeft gebracht. “We kunnen nu wel allemaal prat gaan op de GIM-koppeling en natuurlijk ontkomt ook onze organisatie daar niet aan. Maar voorlopig verwacht ik daar bepaald nog geen wonderen van. Kijk nou gewoon nuchter naar de praktijk van alledag. Dan zie je dat iedereen in de branche van alles wat heeft. Sommigen zijn er net achter gekomen wat POR is, terwijl anderen nog bezig zijn om ADN te ontdekken. Terwijl de ene partij nog in DOS zit te muteren, gebruikt een ander de nieuwste webbased technieken. En dan heb ik het zowel over aanbieders als intermediairs. Ja, ook veel verzekeraars zijn echt nog niet zo ver. Ze hebben misschien wel hun GIM-koppeling tot stand gebracht, maar dan moet je je wel afvragen wat je er wel en allemaal nog niet mee kan. De realiteit is, dat die werkt voor een beperkt aantal productgroepen, maar lang nog niet voor alle. Nou, probeer in die situatie maar eens je systeem op alles aan te sluiten.” Daarnaast spelen nog de commerciële motieven van de verzekeraars, “die”, aldus Bastiaans, “er belang bij hebben dat het meest gebruik gemaakt wordt van hun intra- en extranetten. Maatschappijen hebben de neiging hun systeem verplicht te stellen bij de intermediairs. Die kunnen alleen zaken doen wanneer ze op dat indiviudele systeem zijn aangesloten. Wat dat betreft is het slikken of stikken.” Hetgeen niet betekent dat de BAE-deelnemers hun aanvragen per post of fax indienen. “Natuurlijk kunnen zij gebruikmaken van alle faciliteiten die er bestaan. Zij krijgen de inlogcodes en wachtwoorden van BAE om rechtstreeks te communiceren met de systemen van de maatschappijen. Maar ik wil alleen maar zeggen dat daarmee de branche niet revolutionair is veranderd. De manier waarop we met elkaar zaken doen is minder veranderd, dan wel wordt gesuggereerd.”
Terwijl de ene partij nog in DOS zit te muteren, gebruikt een ander de nieuwste webbased technieken.
Volmachtbedrijf is niet leidend Bastiaans is overtuigd lid van de FKO, de Federatie van Koepel Organisaties. Evenals veel andere FKO-leden beschikt BAE over een volmachtbedrijf, EAG Assuradeuren. “Hoewel dat eigenlijk onze melkkoe is, is de volmacht bij ons niet leidend,” geeft hij aan ook hier niet de huidige trend te volgen.
nummer 5 - 2 maart 2006
17
VB_0506_p18 28-02-2006 11:28 Pagina 18
interview
“Wat wij absoluut niet willen, is het aanbod van onze deelnemers beperken. We zullen dan ook niet aangeven wat voor ons de belangrijkste aanbieders en producten zijn. Natuurlijk kunnen de bemiddelaars gebruik maken van ons volmachtbedrijf. Maar het is niet meer en ook niet minder dan een faciliteit die wij bieden. Als we de nadruk daarop zouden leggen, dan betekent dat automatisch dat we een selectie van maatschappijen maken of, met andere woorden, dat we André Bastiaans: ‘Behoud het goede’. bepaalde aanbieders uitsluiten en dat doen we niet.” Bastiaans vertaalt het in Wfd-termen: “BAE Groep heeft een eigen Wfd-vergunning aangevraagd en ook onze deelnemers hebben dat gedaan. Zij fungeren als onderbemiddelaar – wat een ongelukkige term is dat toch. Doordat zij van ons agentschap gebruik kunnen maken, zijn zij stuk voor stuk ongebonden bemiddelaars die adviseren op basis van een objectieve analyse. De meest onafhankelijke intermediairvorm die de Wfd kent. Zij maken het klantprofiel en dragen de volledige adviesaansprakelijkheid. Daarbij hoort dus niet, dat wij via het volmachtbedrijf het aantal producten beperken.”
Onafhankelijkheid geen pre Bastiaans legt de nadruk op de onafhankelijkheid van zijn deelnemers, omdat dat nodig is voor het goed functioneren van de bedrijfstak en niet omdat het commercieel voordeel biedt. “Wat dat betreft helpt de Wfd ons niet verder,” zegt hij. “Jammer genoeg heeft de consument daar geen belangstelling voor. Het interesseert hem totaal niet of een bemiddelaar gebonden of ongebonden is. Alle inspanningen van de NBVA en de NVA ten spijt. We hebben als intermediaire bedrijfskolom nog een lange weg te gaan om de klanten het belang van ongebondenheid uit te leggen. Toch hoop ik dat er een gezamenlijke actie komt. Dan kunnen we ook uitleggen dat bemiddelaars weliswaar provisie ontvangen, maar dat verzekerden de producten van direct writers echt niet gratis krijgen.” Bastiaans begrijpt wel dat de tijd voor zo’n campagne nog ontbreekt. “De 2006-wetgeving is een schoolvoorbeeld van onbehoorlijk bestuur. De politiek heeft er jaren over kunnen doen om alle ellende bij elkaar te bedenken om het vervolgens in één keer op ons bord te gooien,” windt hij zich op. “Neem alleen de ziektekosten. Adviseurs hebben driemaal zoveel klanten nodig om de verdiensten van het vorige jaar te kunnen handhaven.” Maar dat drijft hem niet tot pessimisme. “Tot oktober/november leefde het idee sterk dat de intermediairs zich niet op deze branche zouden storten. Ik vind het indrukwekkend om te zien hoe die houding is veranderd. Op dit moment regent het aanvragen en er is zo’n eindspurt ingezet dat ik denk dat we de omzet van vorig jaar minstens gaan evenaren. Gelukkig zien de goede tussenpersonen dat kwaliteit belangrijker is dan collectiviteit,” en opnieuw de vinger wijzend naar ‘Den Haag’: “Het is alleen vrijwel onmogelijk om in de korte tijd die ons gegund wordt, een fatsoenlijk advies uit te brengen. Zeker nu alle publiciteit zich doorlopend heeft gericht op de prijsstelling. Onder invloed daarvan zijn de afgelopen maanden de tarieven soms wel vier keer verlaagd en spelen door die prijsconcurrentie de voorwaarden nauwelijks nog een rol.”
Wfd-shake out bleef uit “Dat is wel de top van de verwachtingen,” reageert Bastiaans op het bericht dat de AFM zo’n 11.000 vergunningaanvragen heeft ontvangen. “De shake out die voor-
18
speld was, is uitgebleven, maar toch is er wel sprake van enige opruiming, al is die kleiner dan ik gedacht had. Onze deelnemers hebben wel bij elkaar zo’n zestig kantoren overgenomen, maar,” zo relativeert hij, “die waren zo klein dat ze uit de achterzak betaald konden worden. Aan de andere kant zou het me niet verbazen wanneer er nog wat kantoren afvallen als de AFM de aanvragen heeft beoordeeld. De andere kant van de medaille is, dat zich nu al nieuwe kantoren aandienen, die nog niet zijn ingeschreven. Om nu een bedrijf te beginnen is moeilijker dan voorheen. Desondanks is er een groot aanbod van starters.” BAE wil die alleen binnenhalen als ze volledig aan de Wfd-eisen voldoen. Bastiaans weet dat sommige koepels de adviesaansprakelijkheid van ‘postenaanbrengers’ willen overnemen, waardoor die wellicht niet zelf een Wfdvergunning hoeven aan te vragen. “Zoiets zou een tussenpersoon niet moeten willen. Hij heeft immers het eerste klantcontact gehad en de persoonlijke omstandigheden met de relatie doorgesproken. Maar hoe dan ook, bij ons zijn alleen de kantoren welkom die de vereiste vergunning bezitten. Dat zijn professionals die niet zouden willen dat wij hen gaan controleren.” Voor een goed functionerende markt was, wat Bastiaans betreft, de komst van de Wfd niet nodig. “We hadden heel goed met de Wabb kunnen blijven leven, als die wet maar goed was nageleefd en daar ontbrak het aan, omdat de FIOD/ECD daarvoor onvoldoende mensen kon inzetten. Het gaat er niet om onder welk wettelijk regime we leven, maar om de controle op de naleving. Als het met de WfdAFM net zo gaat als met de Wabb-FIOD/ECD dan blijft er gesjoemeld worden en krijgen bepaalde elementen opnieuw de kans de grenzen van de wet te zoeken. Daar kunnen ook de maatschappijen en de wetgever een halt aan toeroepen. De maatschappijen moeten dan hun omzethonger wat beteugelen en de wetgever zou de privacybescherming wat minder strak kunnen maken. Het klinkt misschien gek, maar dat laatste is zonder meer in het belang van de consument. Dan immers kunnen aanbieders onderling persoonlijke gegevens uitwisselen, waardoor echte oplichters eerder ontdekt kunnen worden.”
Integraal advies nog steeds belangrijk Consumenten gaan er steeds meer toe over om eenvoudige producten rechtstreeks al dan niet via internet in te kopen. Alleen voor de ingewikkelder zaken vragen zij advies. Einde van het tijdperk van de totaalklant dus. “Ik weiger dat te geloven,” is de reactie van André Bastiaans. “De consument is juist uit op integraal advies. Hij heeft er helemaal geen zin in om lastig gevallen te worden door een x-aantal specialisten en daar heeft hij gelijk in. Want als er straks iets mis is met zijn portefeuille, wassen al die specialisten hun handen in onschuld. De klant zit te wachten op iemand van vlees en bloed, die zelfs durft te zeggen dat hij het antwoord niet meteen bij de hand heeft. Door een opmerking als ‘dat ga ik voor u uitzoeken’, zal de klant een gat in de lucht springen, omdat hij beseft dat zijn probleem serieus genomen wordt en dat er aan zijn situatie echt aandacht wordt besteed. Met zo’n benadering van de markt kunnen we nog jaren vooruit. Daar kan geen techniek tegenop.”
VB_0506_P 28-02-2006 11:03 Pagina 19
Het nieuwe verzekeringsrecht Een systematisch naslagwerk over de nieuwe wet
Dankzij maatschappelijke invloeden en afhankelijke wetgeving (bijv. zorgverzekering) is het nieuwe verzekeringsrecht een feit. Onder invloed van de jurisprudentie was al het nodige gewijzigd, maar met de nieuwe wet verandert er toch nog één en ander; denk daarbij bijvoorbeeld aan de gevolgen van verzwijging. De auteur gaat heel systematisch in op die veranderingen. Hij behandelt het nieuwe recht op een logische en inzichtelijke wijze, waardoor een prachtig naslagwerk werd verkregen over de exacte implicaties voor de verzekeringsbranche. De auteur ver-
duidelijkt per artikel de praktische betekenis van de veranderingen. Vanzelfsprekend komt ook het overgangsrecht,waaronder de lopende polissen vallen, uitgebreidt aan de orde. In het overgangsrecht wordt bepaald in hoeverre het nieuwe recht van toepassing is op deze polissen. Het geeft antwoord op vragen als: Hoe om te gaan met schades van vóór 1 januari 2006 in de nieuwe situatie of met een schade van na 1 januari 2006 waarvan de polisvoorwaarden nog niet waren aangepast aan de nieuwe wet.
Bestellen www.kluwer.nl/shop Telefoon (0570) 67 34 44 Fax (0570) 69 15 55 E-mail:
[email protected] Prijswijzigingen voorbehouden
w w w. k l u w e r. n l / s h o p
mr J.H. Tuit ISBN 90 13 03312 1 129 pagina's, € 19,50 1e druk 2005
VB_0506_p20 28-02-2006 11:28 Pagina 20
jurisprudentie
JURISPRUDENTIE Waarschuwing:
nieuwe verjaringsgevaren
verzorgd door mr Tirza Hekster, advocaat bij Bosselaar & Strengers te Utrecht.
Stel A gaat met vliegvakantie naar Spanje en parkeert zijn auto op het parkeerterrein bij de luchthaven. Tijdens de vakantie wordt zijn auto gestolen. A ontdekt dit drie weken later, nadat hij van een heerlijke vakantie is teruggekomen. Stel bovendien dat A tegen het risico van diefstal is verzekerd bij verzekeraar B. Heeft een en ander plaatsgevonden vóór 1 januari 2006 dan heeft A in beginsel na de diefstal vijf jaar de tijd om zijn aanspraak op verzekeraar B geldend te maken. De komst van het nieuwe verzekeringsrecht verandert dit. Het nieuwe verzekeringsrecht brengt namelijk voor A een andere verjaringstermijn mee en bovendien een ander beginmoment waarop de verjaring gaat lopen. Maar er verandert meer. De wijzigingen op het gebied van de verjaring (en stuiting) bij verzekeringen zijn omvangrijk en zeker belangrijk genoeg om daar even stil bij te staan.
Een nieuw verjaringssysteem Onder het nieuwe verzekeringsrecht heeft A drie jaar de tijd en die drie jaar gaat in nadat A met de ‘opeisbaarheid’ van zijn aanspraak bekend is geworden. Kortom: nadat hij heeft ontdekt dat zijn auto is gestolen. Deze wijzigingen zullen bij A niet tot grote paniek leiden. Is zijn auto gestolen na 1 januari 2006, dan heeft A nog drie jaar de tijd. Is de auto voor 1 januari 2006 al gestolen dan zorgt het overgangsrecht er tot 1 januari 2007 voor dat verzekeraar B niet opeens kan melden dat de vordering is verjaard doordat de vijfjaarstermijn nu is gewijzigd in een driejaarstermijn. In het lopende jaar moeten A en andere verzekerden dan ook goed nagaan wat voor hen de stand van zaken is en zonodig hun vordering ‘stuiten’. Meer reden voor onrust is er wanneer A niet goed oplet op een andere verandering die het nieuwe verzekeringsrecht meebrengt. Het gaat dan om het volgende. Stel dat verzekeraar B aan A te kennen geeft dat er helemaal geen dekking onder de polis bestaat en A het daarmee niet eens is. Dan kan dit er vanaf 1 januari 2006 toe leiden dat de aanspraak van A al na zes maanden na die afwijzing verjaart. Het goede nieuws is dat A deze verjaringstermijn kan stuiten. Dat is anders bij de algemene vervaltermijnen waarop verzekeraars zich beroepen nadat een aanspraak is afgewezen. Zulke algemene vervaltermijnen zijn niet meer toegestaan onder het nieuwe verzekeringsrecht. De hiervoor genoemde veranderingen zijn opgenomen in het nieuwe artikel 7:942 BW. Om een en ander helder in beeld te brengen, wordt het ‘verjaringstraject’ hierna in chronologische volgorde in kaart gebracht: - nieuwe beginmomenten en verjaringstermijnen (1); - nieuwe mogelijkheid om de verjaring te stuiten (2); - actie verzekeraar nodig voor volgende verjaringstermijn (3); - geen algemene vervaltermijnen meer (4).
Nieuwe beginmomenten en verjaringstermijnen (1) Zoals hiervoor al is gezegd, verandert het moment waarop de verjaring van start gaat. Een vordering van een verzekerde op een verzekeraar om tot uitkering over te gaan, is pas aan verjaring onderhevig als de vordering ‘opeisbaar’ is geworden en hij hiermee bovendien
20
bekend is. De verjaringstermijn is niet langer vijf jaar maar drie jaar. Gaat het om een aansprakelijkheidsverzekering, dan verjaart de rechtsvordering in ieder geval niet “voordat zes maanden zijn verstreken nadat de vordering waartegen de verzekering dekking verleent binnen de voor deze geldende verjaring- of vervaltermijn is ingesteld”. Zie artikel 7:942 BW.
Nieuwe mogelijkheid om de verjaring te stuiten (2) Een verzekerde kan natuurlijk voorkomen dat een verjaring zich voltooit. Hij kan de lopende verjaring afbreken. De niet-voltooide verjaring wordt daarmee gestuit. De wet kent daarvoor een aantal mogelijkheden. Bekend is bijvoorbeeld dat een vordering wordt gestuit door het instellen van een eis of door een schriftelijke aanmaning. Het nieuwe verzekeringsrecht geeft de verzekerde een extra mogelijkheid om te stuiten. De verzekerde kan verjaring namelijk stuiten door het verzenden van “een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt”. Met andere woorden: de verzekerde hoeft alleen een briefje te schrijven aan de verzekeraar dat hij aanspraak
Artikel 7:942 BW 1. Een rechtsvordering tegen de verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Niettemin verjaart de rechtsvordering bij verzekering tegen aansprakelijkheid niet voordat zes maanden zijn verstreken nadat de vordering waartegen de verzekering dekking verleent, binnen de voor deze geldende verjarings- of vervaltermijn is ingesteld. 2. De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeraar hetzij de aanspraak erkent, hetzij bij aangetekende brief ondubbelzinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen onder eveneens ondubbelzinnige vermelding van het in lid 3 vermelde gevolg. 3. In geval van afwijzing verjaart de rechtsvordering door verloop van zes maanden.
VB_0506_p20 28-02-2006 11:28 Pagina 21
jurisprudentie
maakt op uitkering. Daarmee is de verjaring vervolgens gestuit. Overigens bepaalt artikel 7:942 BW niet dat deze brief aangetekend moet worden verstuurd. Dit lijkt echter wel raadzaam. Het zal immers in beginsel aan de verzekerde zijn - als de verzender - om te bewijzen dat de verzekeraar de brief heeft ontvangen. Kortom: stel dat A door allerlei complicaties langer de tijd nodig heeft om zijn aanspraak geldend te maken, dan kan hij heel simpel verzekeraar B schriftelijk laten weten dat hij aanspraak maakt op uitkering en is de verjaring daarmee gestuit.
Geen reactie
Actie verzekeraar nodig voor volgende verjaringstermijn (3)
Geen algemene vervaltermijnen (4)
Let op, na de stuiting door de verzekerde gaat niet vanzelf weer een nieuwe verjaringstermijn lopen. De vordering van A op verzekeraar B kan op dat moment dus niet verjaren.Voor de aanvang van een nieuwe verjaringstermijn na de stuiting door “de schriftelijke mededeling waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt”, is nodig dat de verzekeraar zelf actie onderneemt. De verzekeraar kan drie dingen doen: - de verzekeraar kan de aanspraak erkennen; - de verzekeraar kan de aanspraak afwijzen; - de verzekeraar kan geheel niet reageren.
Tenslotte zorgt het nieuwe verjaringssysteem ervoor dat een einde komt aan het gebruik van algemene vervaltermijnen bij verzekeringen. Verzekerden zullen zich in de toekomst alleen nog geconfronteerd zien met vragen van verjaring.
Erkenning Wanneer de verzekeraar de aanspraak van de verzekerde erkent, dan gaat een dag later een nieuwe verjaringstermijn lopen. Die nieuwe verjaringstermijn bedraagt wederom drie jaar. Overigens is voor stuiting niet nodig dat ook de omvang van de aanspraak door de verzekeraar is erkend. Dus als verzekeraar B aan A laat weten dat de aanspraak wordt erkend, dan heeft A drie jaar de tijd om ook daadwerkelijk zijn uitkering binnen te halen. Ook deze verjaring kan weer worden afgebroken door te stuiten. Dat kan A wederom doen door een simpel briefje te sturen aan verzekeraar B waarin hij laat weten dat hij aanspraak maakt op de uitkering.
Afwijzing De verzekeraar kan de aanspraak uiteraard ook afwijzen. Wijst de verzekeraar de aanspraak inderdaad af, dan gaat de nieuwe verjaringstermijn lopen en deze bedraagt slechts zes maanden. Let op, dit is alleen het geval wanneer de verzekeraar daarbij een drietal voorwaarden in acht neemt: 1. De afwijzing is ondubbelzinnig aan de verzekerde meegedeeld; 2. De verzekeraar heeft er ondubbelzinnig op gewezen dat de vordering door verloop van zes maanden zal verjaren; 3. Een en ander heeft plaatsgevonden bij aangetekende brief. Voldoet de verzekeraar niet aan een of meer van deze voorwaarden, dan gaat geen nieuwe verjaringstermijn van zes maanden lopen. Sterker nog: er begint helemaal geen nieuwe verjaringstermijn te lopen. Dat gebeurt, zoals gezegd, pas wanneer de verzekeraar alsnog de voorwaarden naleeft. Heeft de verzekeraar de voorwaarden wel in acht genomen, dan gaat een nieuwe verjaringstermijn van zes maanden lopen. Deze kan echter, anders dan bij de algemene vervaltermijnen het geval was, ook worden gestuit.
Wanneer een verzekeraar niet reageert op de “schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt”, geldt het volgende. De verzekerde heeft door de aanspraak de verjaring gestuit. Door het gebrek aan actie van de verzekeraar, begint er geen nieuwe verjaringstermijn te lopen. Kortom: wanneer A niets meer krijgt te horen na zijn eerste briefje aan verzekeraar B waarin hij schrijft dat hij aanspraak op uitkering maakt, dan hoeft hij voor verjaring niet te vrezen, omdat simpelweg geen nieuwe verjaringstermijn is gaan lopen.
Tot slot Wanneer een nieuwe wet wordt ingevoerd, komen de eerdere regels niet steeds per direct te vervallen. Vaak is er sprake van een overgangssituatie. Zo ook bij het nieuwe verjaringssysteem. Voor evenementen ná 1 januari 2006, is het nieuwe verjaringssysteem bepalend. Voor evenementen die daarvoor hebben plaatsgehad, kan dat per situatie verschillen. Stel dat de auto van A in februari 2002 is gestolen en hij daarmee in maart 2002 bekend is geraakt. De ‘oude’ verjaringsregeling zorgt ervoor dat de vordering pas in februari 2007 zou zijn verjaard (vijf jaar na opeisbaarheid). De ‘nieuwe” verjaringsregeling brengt echter mee dat de verjaring al in maart 2005 zou zijn voltooid (drie jaar na bekendheid met de opeisbaarheid). Het is niet de bedoeling van de wetgever dat verzekeraar B na 1 januari 2006 tegen A zou kunnen zeggen dat ze zijn uitgepraat omdat de vordering van A al in maart 2005 is verjaard. Tot 1 januari 2007 zal daarom op die gevallen de ‘oude’ verjaringsregeling nog van toepassing zijn. Dit betekent wel dat A nog dit jaar moet stuiten. Stuit A niet op tijd, dan brengt dat mee dat verzekeraar B per 1 januari 2007 wél kan stellen dat de vordering in maart 2005 is verjaard. Let op, het is niet zo dat alle vorderingen tot 1 januari 2007 niet kunnen verjaren. Zou een vordering volgens het ‘oude’ systeem bijvoorbeeld deze zomer verjaren, dan moet de verzekerde wel tijdig voor de zomer stuiten. Het overgangsrecht is niet bedoeld om ‘ oude’ verjaringstermijnen te verlengen. Kortom: verzekerden moeten zich goed realiseren dat het verjaringssysteem is veranderd en voorkomen dat hun vorderingen op de verzekeraar plotseling verjaren. Dit geldt temeer in de gevallen dat - na afwijzing van de aanspraak - de verjaringstermijn maar zes maanden bedraagt.
[email protected]
Het Verzekeringsblad bereikt direct de intermediair Bel voor meer informatie over adverteren (0570) 64 89 12.
nummer 5 - 2 maart 2006
21
VB_0506_p22 28-02-2006 11:29 Pagina 22
zorg
Dick van Boven: ‘Zorgverzekeraars hebben huidige problemen al voorspeld’ Op 1 oktober 2005 stapte Dick van Boven voortijdig uit de intercity richting de nieuwe basisverzekering. Hij droeg het ONVZ-directievoorzitterschap over aan Erno Kleijnenberg, die daardoor een coupé naar voren schoof in de voortdenderende zorgtrein. Terwijl Van Boven in de aanloop nooit schroomde om ongezouten zijn kritiek te leveren op de Haagse zorgstelselperikelen, bekeek hij de werkelijke introductie van het zorgstelsel vanaf de zijkant. “Er is niet zoveel aan de hand, de basisverzekering op zich is geen wereldwonder. De echte problemen zitten bij nevenverschijnselen van het nieuwe zorgstelsel.” Hoe de introductie van de nieuwe zorgverzekering op 1 januari van start zou gaan was volgens Dick van Boven geheel voorspelbaar en loopt dan ook naar zijn verwachting goed. “Ik had bij de introductie niet veel adders verwacht en dat is ook zo gebleken. In de marge zijn er altijd verrassingen, maar in grote lijnen zijn de verzekeraars erin geslaagd om de basisverzekering op 1 januari administratief voor ruim 16 miljoen verzekerden in te voeren. En dat op zich mag een superprestatie genoemd worden. Het is één van de grootste administratieve operaties uit de Nederlandse geschiedenis. De nevenverschijnselen van het nieuwe zorgstelsel worden volgens Van Boven veelvuldig verkeerd en negatief belicht in de media en de politiek. Hierbij valt te denken aan de problemen die zorgverleners hebben rond de DBC’s. In het grote geheel lijken de problemen groot, Van Boven denkt dat dit in de praktijk wel meevalt. “Er zijn zaken die niets met de invoering van de basisverzekering te maken hebben maar door media en politiek wel op één hoop gegooid worden. Enerzijds heb je het nieuwe zorgstelsel met de basisverzekering en aanvullende verzekeringen, anderzijds heb je toevallig en vanwege het stelsel te maken met wijzigingen in honorariumstructuren (huisartsen). Daarnaast loopt de invoering van DBC’s een jaar geleden ook nu nog niet geheel vlekkeloos. Op elk niveau binnen de politiek worden deze zaken steeds weer door elkaar gehaald. Het is logischerwijs allemaal samen met de nieuwe basisverzekering ingevoerd maar de bekostigingssystematiek voor huisartsen had ook onder het oude systeem aangepast kunnen worden. De problemen die elk deel van de gehele introductie veroorzaakt moet je naar mijn idee toch los blijven zien.”
Premieverhoging Als het om de toekomstige zorgpremies gaat dan geeft Van Boven direct aan dat een stijging van 10% zeker niet vreemd zal zijn. Echter, voegt hij eraan toe, deze stijging heeft niets te maken met het huidige prijsbeleid dat zorgverzekeraars voeren. “Nu wordt er gezegd dat iedereen dumpt met de premies en dat de rekening daarvoor volgend jaar komt. Ik vraag me dan echt af waarop deze uitspraken zijn gebaseerd. Dat dumpen van premies valt denk ik wel mee.” Problemen zouden zich volgens Van Boven kunnen voordoen in de aanvullende sfeer. “Hoewel je altijd moet relativeren zou het kunnen zijn dat daar gestunt is met de premie. Die premie is echter maar een klein deel in vergelijking met de premie voor de basisverzekering. Voordat een verzekeraar hier echt mee de mist ingaat of zich helemaal uit de
22
Dick van Boven
markt moet prijzen omdat hij dit jaar te veel heeft gedaan, zijn we wel een paar jaar verder.” De voornaamste kostenstijging ligt volgens hem bij de gezondheidszorg zelf. De zorgkosten vormen de grootste aanleiding voor een premieverhoging. “We weten al jaren dat de kosten van de vergrijzing en de invoering van de DBC’s jaarlijks een premiestijging veroorzaken van circa 10%. Dan moet je niet verrast zijn dat de premie ook dit jaar met dat percentage zal toenemen. Alleen al op basis van de DBC’s verwacht ik voor dit jaar een kostenstijging van circa 9%. Die stijging gaat rechtstreeks de premies in, daar kunnen zorgverzekeraars gewoonweg niets aan doen.” Het grote aantal collectiviteiten kan Hoogervorst parten gaan spelen. “Op de basisverzekering mocht maximaal 10% collectiviteitkorting gegeven worden. In de berekeningen is daarvan voor een deel ook uitgegaan. Inmiddels ziet het ernaar uit dat er na 1 mei sprake zal zijn van een collectiviteitenmarkt die veel groter is dan welke berekening van het ministerie dan ook. Er is per saldo meer collectiviteitkorting gegeven dan wellicht vooraf was voorzien en dat kan dus consequenties hebben in het kader van de toekomstige premiestelling. Het hoeft dus niet zo te zijn. Verzekeraars hebben de minister overigens al in een vroeg stadium gewaarschuwd voor de gevolgen van een te grote collectivisering, maar die discussie is doodgebloed.
VB_0506_p23 28-02-2006 11:29 Pagina 23
ict
De gevolgen zijn groot. Als we uitgaan van een gemiddelde korting op al die collectiviteiten van 7,5%, dan kun je als kabinet de rekensom wel maken. Hoogervorst heeft al die tijd geweigerd om in te grijpen en nu hebben de zorgverzekeraars het gedaan, dat is natuurlijk niet helemaal zuiver.” Alle problemen ten spijt, als Van Boven ergens zeker van is dan is dat over het aanblijven van minister Hoogervorst. “Al zijn de puinhopen nog zo groot, de minister blijft zitten waar hij zit.”
Intermediair Van Boven heeft in de nieuwe basisverzekering altijd een markt gezien voor het intermediair. Op dit moment kan hij geen enkele inschatting maken hoe deze branche de nieuwe zorgpolis heeft opgepakt. “Onder het oude systeem was 30% van de particuliere zorgmarkt in handen van het intermediair. Over de huidige marktverhoudingen valt echter geen zinnig woord te zeggen. De grote makelaars zijn superactief geweest, ik ben ontzettend benieuwd welk deel van de markt zij binnengehaald hebben.” Van Boven verwacht dat in september echt duidelijk zal zijn hoe de marktverhoudingen er uitzien. Op de vraag waarom Van Boven op het voorlaatste station uit de trein is gestapt kan hij kort zijn: “Elk vertrekmoment is ongelukkig gekozen.” En hij vervolgt: “Bij ONVZ vonden wij vorig jaar de basisverzekering een mooi moment om een nieuwe man aan het roer te zetten, mits daar ruim voor die tijd een goede man voor gevonden was. Als Erno Kleijnenberg op dat moment niet in beeld was geweest, dan had ik zelf de introductie van de basisverzekering bij ONVZ gedaan. Een goede opvolging regelen was voor ons belangrijker dan de datum van opvolging.” Door het vertrek van Erno Kleijnenberg bij De Goudse kwam er sneller dan verwacht een goede vervanger in beeld en op 1 oktober droeg Van Boven het directievoorzitterschap over. “Die datum is mede gekozen om duidelijkheid te scheppen richting de markt. Een vertrek op 1 januari 2006 kun je de markt niet uitleggen, Erno moest tijdig het aanspreekpunt zijn voor de basisverzekering.” Sinds zijn vertrek heeft Dick van Boven de ontwikkelingen rond het nieuwe zorgstelsel vooral via de media gevolgd. Daarnaast brachten de contacten met ONVZ de nodige input alsook de banden met Zorgverzekeraars Nederland en collega’s uit de branche. “Alle ins en outs zoals ik die in functie tot mij kreeg, heb ik niet meer. Maar met dit alles bij elkaar kan ik beroepshalve de ontwikkelingen intensief blijven volgen. Het is altijd mijn vak geweest en ik zal het de rest van mijn leven ook blijven volgen.”
ONVZ groeit dankzij basispolis Zorgverzekeraar ONVZ had eind februari 90.000 nieuwe klanten in de boeken bijgeschreven. Circa 93% koos een polis zonder eigen risico en ruim 90% van de nieuwe klanten sloot ook een aanvullende dekking af. De maatschappij gaat ervan uit dat dit aantal zal oplopen tot 115.000. Het totale aantal verzekerden zal dan ongeveer 450.000 bedragen. Dat betekent dat er naar verwachting in totaal 40.000 verzekerden zijn vertrokken. Het aantal nieuwe en vertrekkende verzekerden wisselt overigens sterk per ‘label’. Het ONVZ-label laat volgens het bedrijf een forse groei zien. De verzekeraar krijgt als reden voor het vertrek bijna altijd de opmerking: ‘Partner zit via werkgever in een ander collectief contract’. De verzekeraar ziet vooral het aantal collectief verzekerden sterk toenemen: ongeveer 70% kwam binnen via een collectief contract (Orde van Medisch Specialisten, tandartsen en huisartsen).
Digitale dossiervorming bij DAK Coöperatie DAK heeft het documentmanagementsysteem Hyarchis.Net van VDD Iqware in gebruik genomen. Hierin kunnen dossiers digitaal worden samengesteld, bewerkt en geraadpleegd. Op dit moment worden er bij DAK ongeveer dertig nieuwe dossiers per dag aangemaakt wat resulteert in een lopende werkvoorraad van meer dan duizend dossiers. Tim Schoonbergen, directeur operations DAK: “Door het digitaliseren van de dossiers hebben wij sneller toegang tot de juiste informatie waardoor we de leden efficiënter van dienst kunnen zijn.”
Finsys vernieuwt deelnemersnet Het deel van de site www.finsys.nl dat bestemd is voor het bij Finsys aangesloten intermediair is vernieuwd. Hier kunnen tussenpersonen de status van de ingediende hypotheekaanvragen inzien op de momenten dat het hen uitkomt. Ze kunnen online hypotheekaanvragen indienen, maatschappijsoftware, documentatie, voorwaarden en digitale brochures downloaden en inzicht krijgen in de meest recente rentetarieven. De bij Finsys aangesloten tussenpersonen krijgen daarmee gratis digitaal toegang tot vrijwel alle financiële diensten die via Finsys geleverd worden.
Solverium biedt gratis Wfd-scan Softwarebedrijf Solverium heeft een softwaretool ontwikkeld voor het maken van een Wfd-klantprofiel. Het programma biedt het intermediair op alle adviesgebieden de mogelijkheid een inventarisatie te maken van de klant op het gebied van zijn financiële positie, kennis en ervaring, doelstellingen en risicobereidheid. Het resultaat van de input is volgens de ontwikkelaars een klantprofiel volgens de Wfd-eisen. Ook biedt de Wfd-scan de mogelijkheid een advies te reconstrueren. De software is opgenomen in het analysepakket Clareo en is daarnaast ook gratis te gebruiken en te downloaden op www.solverium.nl.
REAAL introduceert web-tv Levensloop In het kader van een goede communicatie rond de levensloopregeling biedt REAAL Verzekeringen werkgevers web-tv voor werknemers. REAAL web-tv bestond al als voorlichtingsmiddel voor intermediair en werkgever. Nu kan ook de werknemer via internet voorlichtingsfilmpjes bekijken om meer duidelijkheid te krijgen over de levensloopregeling in het algemeen en de producten die REAAL daarvoor biedt. REAAL introduceerde eerder al de Werknemer Internet Module, een rekentool waarmee de werknemer via internet in vier stappen kan berekenen wat hij met levensloop kan bereiken.
Dela neemt uitvaartkostenprogramma in gebruik Dela heeft het ‘Lara Bora’ systeem in gebruik genomen. Hiermee kunnen uitvaartverzorgers al tijdens het eerste gesprek met de nabestaanden via één druk op de knop alle kosten van de uitvaart inzichtelijk maken. De nabestaanden krijgen vervolgens een gespecificeerde kostenopgave mee en weten zo vooraf precies wat ze achteraf aan kosten voor de uitvaart kwijt zullen zijn. Dela wil met het systeem een beter inzicht en meer transparantie geven over kostenopgaven vooraf en facturen achteraf.
nummer 5 - 2 maart 2006
23
VB_0506_p24 28-02-2006 11:29 Pagina 24
wfd
AFM publiceert Bijsluiter-regeling Op 20 februari heeft de AFM de Nadere Regeling financiële dienstverlening (NRfd) gepubliceerd. Hierin staan de eisen die gesteld worden aan de financiële bijsluiters. De regeling bestaat uit twee delen. In het eerste vinden we de regels voor de vernieuwde bijsluiter en het tweede deel gaat over reclame en andere informatie betreffende rendementen, risico’s en kosten voor een complex product. Aandachttrekkers zijn de standaard waarschuwingszin “Loop geen onnodig risico. Lees de Financiële Bijsluiter” en de risico-indicator.
Als het een reclame-uiting via de radio betreft, wordt de informatie over de financiële risico’s mondeling overgebracht. Hiervoor levert de AFM via zijn website een geluidsbestand aan dat onbewerkt in de boodschap moet worden verwerkt. De verplichte waarschuwingszinnen kunnen dus niet meer in de reclamespot worden afgeraffeld of van al dan niet leuk bedoeld commentaar worden voorzien. In het kader van de gefaseerde inwerkingtreding van de Wfd gaan we, hoewel dat niet duidelijk uit de regeling blijkt, ervan uit dat deze regels vanaf 1 oktober moeten worden nageleefd. De volledige tekst van de regeling en de modellen van de bijsluiter vindt u op www.vbnet.nl.
‘Referentenprobleem is storm in een glas water’ Opvallend in de regeling is de gedetailleerdheid waarmee niet alleen de inhoud van de bijsluiter wordt voorgeschreven, maar ook de vormgeving van de bijsluiter zelf en de informatieverstrekking over complexe producten. De Financiële Bijsluiter beperkt zich tot de belangrijkste financiële aspecten die zoveel mogelijk gevisualiseerd moeten worden weergegeven. Om de consument niet te overladen met een lawine van informatie is de bijsluiter slechts twee A-viertjes groot. Daarin ziet de consument als het ware in één oogopslag de informatie over de aanbieder, het product, de financiële risico’s, de opbrengst en de consequenties van het tussentijds beëindigen van het contract. De aanbieder is op grond van de NRfd verplicht een bijsluiter op te stellen die qua omvang en inhoud volstrekt gelijk is aan de door de AFM ontwikkelde modellen: meer, minder, of andere informatie is niet toegestaan. Omdat de Nadere Regeling geënt is op de Wfd en het Besluit financiële dienstverlening geldt voor alle uitingen met betrekking tot een complex product de wettelijke hoofdregel, dat de verschafte informatie in de bijsluiter, maar ook in alle brochures, folders, offertes en reclameuitingen inhoudelijk juist, voor de consument begrijpelijk en niet misleidend mag zijn. Verder mag die informatie geen afbreuk doen aan de overige verplichte informatieverstrekking aan de consument. De AFM maakt onderscheid tussen twee producten: - de schuldproducten, zoals beleggingshypotheken, waarbij de consument tegenover de kans op een bepaald rendement het risico loopt dat hij de schuld uiteindelijk niet geheel zal kunnen aflossen en - de opbouwproducten, zoals beleggingsverzekeringen, waarbij de consument tegenover de kans op een bepaald rendement het risico loopt zijn inleg geheel of gedeeltelijk kwijt te raken. De informatie in de bijsluiter is niet gepersonaliseerd. De achterliggende gedachte daarvoor is, dat de bijsluiter niet eerst in het offertestadium voorhanden is, maar al op het moment dat het product is ontwikkeld. De zich oriënterende cliënt kan daardoor naast andere informatie over een productgroep meteen de bijsluiter (die gebaseerd is op zogenaamde ‘maatmensen’) raadplegen. In geval van schriftelijke reclame dient de risico-indicator op een voorgeschreven prominente plaats worden opgenomen. Datzelfde geldt voor reclames via internet. Bij een TV-spot moet de indicator gedurende de gehele duur van de reclameboodschap te zien zijn.
24
Bestuurders en (mede)beleidsbepalers van intermediairkantoren moeten uiterlijk vóór 1 mei het betrouwbaarheidsformulier inleveren bij de AFM. Volgens de toezichthouder hebben de meeste intermediairs dit formulier overigens tegelijk met het vergunningaanvraagformulier ingediend. Het invullen van referenten blijkt het grootste struikelblok en dat ligt ook voor de hand. Veel bemiddelaars immers zijn altijd zelfstandig ondernemer geweest en kunnen niet terugvallen op een werkgever. Met die situatie houdt het formulier, dat in deze vorm al jaren lang wordt toegepast voor bestuurders van bijvoorbeeld verzekeraars en banken, onvoldoende rekening, is ook de conclusie van de AFM. Maar dat hoeft helemaal geen probleem te zijn, meldt de AFM. “We raadplegen een referent om een goed beeld van de bestuurder te kunnen krijgen. Dat kan ook iemand zijn uit zijn directe omgeving. Wij kunnen ons goed voorstellen dat een zakenpartner er problemen mee heeft om voluit informatie te verstrekken; we hebben daar begrip voor. In dat geval kan de bestuurder de vraag invullen in de lijn zoals die bedoeld is en daar een persoon vermelden die alles van hem weet. Dat kan een buitendienstmedewerker van een aanbieder zijn, maar ook een notaris, een geestelijk verzorger of een familielid.” Zoals bekend zijn lang niet alle aanbieders bereid als referent op te treden. Datzelfde geldt ook voor sommige ‘koepels’ waarbij intermediairs zijn aangesloten. De AFM noemt de ophef die daardoor ontstond “een storm in een glas water, omdat er altijd wel iemand in de omgeving van de bestuurder te vinden is die een goed beeld van hem kan schetsen”. Waarmee de AFM niet gezegd wil hebben dat het betrouwbaarheidsonderzoek een wassen neus zou zijn. Integendeel: “We stellen een serieus onderzoek in naar de antecedenten van alle bestuurders en (mede)beleidsbepalers van de 11.000 vergunningaanvragers. Daarin gaat dan ook de meeste tijd zitten. Dat moet ook wel, want iemand die eenmaal getoetst is, kan ook andere bestuursfuncties in de financiële dienstverlening aanvaarden.”
Invoeringsdatum Wft uitgesteld De Wet op het financieel toezicht, waarvan de Wfd een onderdeel zal zijn, wordt niet op 1 juli ingevoerd, maar op 1 januari 2007. Dit heeft de minister in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Uit departementaal overleg met de branche bleek, dat de resterende tijd te krap is om alle opmerkingen die de consultatie over onderliggende besluiten zal opleveren, te verwerken. Volgens de planning zullen de ontwerpteksten van de AMvB’s voor de zomer ter advies naar de Raad van State worden gezonden. Een soortgelijk schema dus als vorig jaar gold voor de Wfd.
VB_0506_p25 28-02-2006 11:30 Pagina 25
met name(n)
John Pennink directeur van de Stichting John Pennink wordt de eerste directeur van de Stichting financiële dienstverlening (StFD). Op 1 april maakt hij de overstap van de SKHB, de keurmerkorganisatie waarvan hij nu directeur is. Op die datum treedt Kees Scholtes terug. Dat is geheel volgens plan, zoals hij vorig jaar aangaf in het interview in dit blad. Scholtes heeft als projectdirecteur vormgegeven aan de StFD en als die klus geklaard was, zou hij weer op zoek gaan naar ander pionierswerk. John Pennink kent de bedrijfstak van alle kanten. Hij was directeur van Vita, een levensverzekeringmaatschappij die fuseerde met de Zurich, directeur van de NVA en nu dus directeur van SKHB. Vanaf het begin is hij betrokken geweest bij de vormgeving van het toezicht. Als lid van het Platform financiële dienstverlening werkte hij mee aan de adviezen die geleid hebben tot het Wfd-Besluit. De directie van de SKHB, die wordt omgevormd tot een breder keurmerk voor de financiële dienstverlening, zal worden waargenomen door adjunct-directeur mr Ron Smids. Pieter Polet met pensioen Na een dienstverband van bijna 34 jaar verlaat Pieter Polet - per 1 maart Aegon. Hij vervulde verschillende directie-, bestuursen commissiefuncties tijdens zijn werkzame leven, o.a. bij het Verbond van Verzekeraars en Aegon UK en als gewaardeerd auteur bij Kluwer. Polet blijft tot zijn pensionering wel actief als bestuurslid van de afdelingscommissie Zorg, voorzitter van de afdelingscommissie Brand en adviseur in de commissie Advies van de BCA-pool. Harold Herbert maakt directieteam Verbond weer voltallig Per 1 maart is Harold Herbert - de nieuwe adjunct-directeur van het Verbond. Hij vult daarmee het directieteam bestaande uit Richard Weurding - (algemeen diecteur) en Leo de Boer - (directeur) aan. Herbert is sinds 1995 werkzaam bij het Verbond in verschillende functies en is daarnaast voorzitter van de werkgroep WAO van de VVD en lid van diverse commissies binnen VNO-NCW en CEA. Ad Rijken directeur Delta Lloyd Groep Ad Rijken - is de nieuwe directeur Concernrelaties bij Delta Lloyd Groep. In deze functie zal hij zich bezighouden met het beheer van de divisieoverstijgende grote zakelijke relaties van de Groep.Rijken is sinds 1996 werkzaam bij Delta Lloyd en heeft verschillende directiefuncties bekleed. John Tros - heeft de taken van Gerard van Loon als directeur group procurement overgenomen. Van Loon heeft Delta Lloyd verlaten. Tros is sinds september 2005 in dienst , maar bekleedde eerder diverse inkoopfuncties bij ABN Amro Bank.
Benoemingen bij Delta Lloyd Schade Etienne de Cooker (links)- is benoemd tot directeur van het Verzekeringscentrum Voer- en Vaartuigen en Particuliere Verzekeringen bij Delta Lloyd Schade. De Cooker’s functie als directeur Expertise Service Center wordt overgenomen door drs Richard Sanders (midden)-. Berend-Jan de Leeuw (rechts)- is de nieuwe man bij Het Verzekeringscentrum Inkomen. De Leeuw is benoemd tot directeur. Ton Fiere - is benoemd tot programmamaker Employability bij Human Resources Management. Hoogleraar Gedragstoezicht Financiële Markten Hans Degryse - is benoemd tot hoogleraar Gedragstoezicht op financiële markten bij het Tilburg Law and Economics Center (TILEC) aan de Universiteit van Tilburg. Degryse was al sinds 2005 verbonden aan het departement Financiering van de Faculteit Economie en Bedrijfs-wetenschappen van de universiteit. Naast Degryse zal op korte termijn nog een tweede hoogleraar op hetzelfde kennisgebied worden benoemd. Nieuwe directieleden voor de Postbank Ron van Kemenade (links)- en Bart Schlatmann (rechts)- zijn benoemd tot directeur Postbank. Ze zijn tevens toegetreden tot de directie van ING Retail Nederland. Van Kemenade en Schlatmann zullen samen met Hans Hagenaars - verantwoordelijk zijn voor Postbank Particulieren. Stephan van Paridon marketing manager Zwitserleven Stephan van Paridon - is benoemd tot de nieuwe Trade Marketing Manager bij Zwitserleven. In deze functie zal hij zich bezighouden met de marketing en distributie van pensioenen, hypotheken en vermogensbeheer. Van Paridon volgt Diana Zandbergen - op die benoemd is tot Keten Account manager voor de regio Den Haag. Unigarant herschikt teams Volmachten en ATP Koen Akkerman (links)- is benoemd tot Salesmanager Volmachten. Akkerman was al Verkoopleider ATP, welke functie hij er ook naast blijft vervullen. Dirk-Jan Dijkstra (rechts)is aangesteld als accountmanager Volmachten. Dijkstra was eerder werkzaam als accountmanager ATP voor de regio Oost-Nederland.
nummer 5 - 2 maart 2006
25
VB_0506_P 28-02-2006 11:06 Pagina 26
Vakblad Financiële Planning 10 jaar
Vakblad Financiële Planning bestaat 10 jaar! Dit vieren wij een jaar lang met onze lezers. In ieder nummer zit speciaal voor de lezers van het Vakblad een interessante aanbieding. In het vakblad wordt aandacht geschonken aan ontwikkelingen op het gebied van: - levensverzekeringen en pensioenen - beleggen; - estate planning; - private banking; - eigen woning; - bedrijfsopvolging; - enz.
Bestellen www.kluwer.nl/shop Telefoon (0570) 67 34 44 Fax (0570) 69 15 55 E-mail:
[email protected] Prijswijzigingen voorbehouden
w w w. k l u w e r. n l / s h o p
In het Vakblad vindt u eveneens boekbesprekingen, een tijdschriftenoverzicht met belangrijke publicaties, seminarinformatie en een rubriek Vraag en Antwoord. In deze laatste rubriek vindt u een korte en kernachtige behandeling van veel voorkomende cases. Tevens heeft u als abonnee toegang tot het online-archief (hier kunt u oude nummers raadplegen) en VFPUpdate (actualiseringsdienst). Het Vakblad verschijnt 11 keer per jaar en is bestemd voor de financieel adviseur en financieel dienstverlener.
mr. J.F.H. van den Belt mr. J. Dilling drs. J.E. van den Berg ISSN 1385271x Abonnement van 11 nummers € 167,50 Los exemplaar € 22,55
VB_0506_p27 28-02-2006 11:33 Pagina 27
infotorial (Ingezonden mededeling)
“De mogelijkheden en het vertrouwen gaven de doorslag”
Dankzij TeXaSS doet KZ Adviesgroep meer met minder Met ruim zesduizend relaties is KZ Adviesgroep een assurantiekantoor van gemiddelde grootte. In 2005 besloot KZ, na zich goed op de markt te hebben georiënteerd, over te schakelen op de assurantiesoftware TeXaSS van DDN. En met succes. De overgang van het oude Assis 2000 naar TeXaSS verliep volgens de twee eigenaren vlekkeloos. KZ heeft nu een papierarm, volledig gedigitaliseerd kantoor. De medewerkers beamen unaniem dat het werk prettiger en efficiënter verloopt en er meer tijd voor de klanten overblijft. Midden in de bedrijvige Zaanstreek is in het pittoreske dorpje Westzaan KZ Adviesgroep gevestigd. Een oase van rust op vijf minuten rijden van de Amsterdamse ringweg. Partners Ton Koekenbier en Michiel Zoet (K en Z) hadden ooit ieder een eigen assurantiekantoor. Onder het motto twee weten meer dan één bundelden ze zeven jaar geleden hun krachten. Grote kennis van zaken, Noord-Hollandse nuchterheid en vooral het dag en nacht klaar staan voor de klanten, maakten de samenwerking tot een succes. De mond-tot-mondreclame deed z’n werk. Inmiddels kent het bedrijf een aparte pensioendesk en is het actief in de vastgoedsector.
Zag u niet op tegen de overstap. Je haalt immers nogal wat overhoop? Michiel Zoet: “Dat is natuurlijk zo. Nieuwe automatisering betekent in feite dat de organisatie moet mee veranderen. Je gaat over op een nieuwe werkwijze en de medewerkers moeten zich die natuurlijk ook eigen maken. Dat laatste ging vrij simpel. Iedereen leert heel snel werken met TeXaSS. Tegelijkertijd moet tijdens de verbouwing de winkel wél openblijven. En echt alles moest mee van oud naar nieuw. Die conversie is goed verlopen. We merkten dat mensen van DDN goed naar ons luisterden. Ze hebben alle oude gegevens opgehaald en zijn gaan bouwen. Wij konden ondertussen gewoon doorwerken. Daarna werd TeXaSS hier in gebruik genomen, met daarin al onze oude dossiers geïntegreerd. Het was wel even wennen. Het systeem dwingt namelijk iedereen altijd bepaalde handelingen te doen. Hierdoor kunnen we geen gegevens meer kwijtraken. Je kunt later altijd precies zien wat er is gebeurd.”
We kunnen meer relaties aan Merkt u nu in de praktijk ook echt dat er minder papier rondslingert?
Geen grote investeringen nodig Waarom deze overstap naar TeXaSS? “De noodzaak lag eerlijk gezegd in het oude systeem,” vertelt Michiel Zoet. “Het heeft geen zin meer om terug te kijken – dat zou trouwens erg veel tijd kosten - , maar laat ik het samenvatten met veel en grote problemen. Assis 2000 beperkte ons, in plaats van dat we ruimte kregen. Kort gezegd: we konden niet verder met ons bedrijf. We moesten op zoek naar wat anders, naar een systeem dat aansloot bij onze ambities. Ook het tijdig willen voldoen aan de eisen die de Wet financiële dienstverlening stelt, maakte het nodig naar wat nieuws uit te kijken.”
Ton Koekenbier: “Absoluut. Kijk hier zelf maar rond. We hadden vroeger bijvoorbeeld voor de wijzigingen een eigen archiefkast. Dat is nu allemaal niet meer nodig. We hebben er veel vertrouwen in dat we met minder menskracht meer kunnen doen. Dat is ook onze doelstelling. Laten we heel eerlijk zijn, met marges die onder druk staan, moet je ook wel. Dankzij TeXaSS kunnen we nu met hetzelfde aantal mensen meer relaties aan. Onze medewerkers vertellen ons nu welke mogelijkheden en kansen dit systeem ons allemaal biedt. Als dat vanuit de dagelijkse praktijk – en vanuit de mensen zelf - opborrelt, kun je je natuurlijk niet beter wensen.” Ook vlekkeloos overstappen op TeXaSS? Surf voor meer informatie naar www.digitaal-dossier.nl .
U heeft breed gezocht naar een nieuw product. Wat gaf de doorslag voor TeXaSS? Ton Koekenbier: “Uiteindelijk de mogelijkheden en het vertrouwen dat na de eerste kennismaking groeide in het product. Je hebt al snel door dat het is ontwikkeld door mensen met kennis van ons vak. Het hart van de bedrijfsactiviteiten wordt nu gevormd door een supersnelle scanner. Documenten worden er ingevoerd, toegevoegd aan de desbetreffende dossiers en na enkele weken verdwijnen de papieren in de versnipperaar. TeXaSS biedt een integrale oplossing voor het hele bedrijfsproces, inclusief de administratie. Als een klant belt met een vraag, zijn alle relevante stukken binnen het bereik van toetsenbord en beeldscherm. Het voldoet volledig aan onze wensen.” “En TeXaSS bood nog een groot voordeel,” voegt Michiel Zoet toe. “We betalen maandelijks naar gebruik. We hoefden dus geen grote investeringen te doen, afgezien van de aanschaf van de scanner. Een snel apparaat, waar we een enorme tijdsbesparing mee boeken.”
nummer 4 - 16 februari 2006
27
VB_0506_p28 28-02-2006 11:33 Pagina 28
MV&D!
Haal uw voordeel uit marktonderzoek
MV&D! Marketing, Verkoop & Distributie!
Weet de consument meer dan u? U kunt in ieder geval van hem leren! De resultaten van marktonderzoek zijn voor het intermediair geen ‘ver van het bed show’. Vaak is daar al heel eenvoudig een aantal elementen uit te halen dat kan worden toegepast in de dagelijkse adviespraktijk. Ik laat u dat graag zien aan de hand van een recente publicatie van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) waarin de eerste resultaten van de Consumentenmonitor zijn gepubliceerd.
door Jaap Oudijk directeur marketing & communicatie GENERALI verzekeringsgroep
De kern van de resultaten van het onderzoek is dat: A. de consument de levensloopregeling hoofdzakelijk ziet als alternatief voor de VUTregeling en B. dat hij de verzekeraar ziet als de leverancier van dat product. Het lijkt er bovendien op dat de consument wel een heel groot inzicht heeft in de werking van de levensloopregeling. Of ...? Aan u de eer om de consument duidelijk te maken waarom deze het inderdaad goed heeft gezien.
Belangrijkste onderzoeksresultaten CVS-rapportage ●
● ●
●
●
- analyseer onderzoek - bepaal klantwensen - ga uit van breedgedragen wensen - wees onderscheidend - jaarlijkse inleg van 1150 euro p.p.
● ● ● ● ● ●
29% van de werkende Nederlanders kiest voor de levensloopregeling 12% twijfelt nog tussen spaarloon en levensloop 57% van de Nederlands is het nog steeds niet eens met de afschaffing van het prepensioen onder de 35-65 jarigen is dit maar liefst 66% (<35=48%, >65=39%) 57% zal de levensloopregeling gebruiken om eerder te stoppen met werken 21% weet nog niet hoe hij de levensloopregeling zal gebruiken. 59% ziet de verzekeraar als aanbieder van de levensloopregeling ‘slechts’ 32% ziet de bank als aanbieder 47% denkt bij aanbieders aan pensioenfondsen 15% denkt zelfs aan de overheid als aanbieder Nog één belangwekkend resultaat: respondenten die voor de levensloopregeling kiezen, willen per jaar ongeveer een halve maand salaris inleggen.
Wat kunt u hiermee? U kunt deze onderzoeksgegevens gebruiken voor direct marketing, u kunt namelijk binnen uw bestaande klanten vrij nauwkeurig een doelgroep bepalen. U bereikt een professionele uitstraling tegen lagere kosten door bij de vaststelling van de doelgroep te bezien wie het product zou willen/kunnen afnemen. Stap 1: Alleen mensen die werken. Stap 2: U heeft de hoogste scoringskans in de leeftijdscategorie 35-65 jaar, omdat daar de grootste groep zit die het niet eens is met de afschaffing van het prepensioen (57%).
28
VB_0506_p29 28-02-2006 11:34 Pagina 29
MV&D!
Stap 3: Omdat men voor deelname aan de levensloopregeling dient te zijn geboren na 31 december 1949, dient iedereen die eerder is geboren te worden uitgesloten. De minimumleeftijd zou u ook ruimer kunnen stellen, bijvoorbeeld op rond de 20/25 jaar. Immers daar is nog steeds 48% het niet eens met de afschaffing. Op deze wijze bereikt u met een paar simpele uitsluitingen dat er al een behoorlijk aantal mensen niet voor niets wordt aangeschreven en uw responspercentage dus hoger wordt.
laag mogelijke lasten. VUT-regelingen waren gewoon levensverzekeringen. In geval van overlijden waren er ook geen boze nabestaanden. Immers, de nabestaanden kregen bij overlijden keurig een uitkering op grond van de pensioenregeling. Een andere karakteristiek van VUT-regelingen is dat gelden niet op een bankrekening werden gestald. Nee, de gelden werden belegd omdat historisch bezien beleggen gemiddeld genomen een hoger rendement geeft dan bankrekeningen en daardoor minder inleg nodig was om het beoogde einddoel te realiseren.
Vaststellen van de inhoud brief /e-mail
De vertaalslag naar de nieuwe situatie
U heeft nu een doelgroep waarvan 29% zou willen deelnemen en 12% het nog niet weet; 41% is dus potentieel geïnteresseerd. Dat is, gegeven de dichtheid aan financiële producten binnen Nederlandse huishoudens, een zeer hoog percentage! Voor de inhoud van de mailing is het van belang dat u zich vooral richt op hetgeen breed gedragen wordt; daar waar een brede groep zich in herkent, behoefte aan heeft cq. ontevreden over is. U laat in uw brief weten dat prepensioen nog steeds mogelijk is, en dat dit via de levensloop gerealiseerd kan worden. Uw boodschap is dus: Eerder met pensioen gaan kan nog steeds en ik kan daarvoor zorgen!
De uitkering bij overlijden aan nabestaanden op grond van de pensioenregeling is ongewijzigd gebleven. Dus geen reden om het eerder met pensioen gaan anders in te richten. Ook geen reden om het principe van een verzekeringsproduct te verlaten. Geen uitkering bij eerder over- “De consument heeft lijden, wel bij in leven zijn op het moment dat de geen behoefte aan het consument de uitkeringen wil laten aanvangen. verzekeringsdeel in Het resultaat: de consument bouwt tegen min- een bank- of beleggingsproduct en moet der kosten hetzelfde doelkapitaal op. En als het daarom bij een verzedoel is te sparen om eerder met pensioen te keraar, dus bij u zijn.” kunnen gaan, en er sprake is van een lange beleggingshorizon, dan lijkt ook de keuze voor beleggen meer voor de hand te liggen dan die voor banksparen. Kortom, er is geen enkele reden om het principe van de VUT-regelingen ineens los te laten. Er zijn generiek bezien geen motieven om de consument nu ineens met de hogere lasten van het bankproduct met een uitkering bij overlijden op te schepen.
Om iets van uw deskundigheid te laten zien zou u nog kunnen aangeven dat het niet de overheid is waar men voor een levensloopregeling terecht kan, en dat uit onderzoek blijkt dat bijna 60% van de mensen primair de verzekeraar ziet als de aanbieder. U geeft vervolgens aan dat u optreedt als representant van meerdere verzekeraars en dat u dus uitstekend in staat bent om deze consument te bedienen. Tot slot is het van belang dat u uitlegt wie u bent, wat u doet, wat uw deskundigheid is en hoe u werkt. Een voorbeeld van een dergelijke brief vindt u op: www.vbnet.nl onder het kopje VB Totaal
Inspelen op de specifieke klantbehoeften Ga bij adviesgesprek uit van klantwensen en -gedachten Is er een goed bruikbare klantgedachte? Ja, ik denk het wel. Had u verwacht dat twee op de drie consumenten de verzekeraar zien als de leverancier van zijn ‘VUT-regeling’? Ik niet echt; ik weet dat er aanbieders zijn met een schitterend verzekeringsaanbod. Echter dat consumenten de voordelen hiervan zo haarscherp hadden onderkend ondanks een waarlijk ‘Dday’ mediaoffensief van de banken. Of ...? Of, zou de consument misschien heel goed doorzien dat verzekeraars een beter product bieden dan de banken? Eerlijk gezegd denk ik het niet, maar het feit op zich kan u natuurlijk wel Tot slot is het van gebruiken. Het maakt namelijk uw advisering belang dat u uitlegt gemakkelijker. Het geeft u de gelegenheid om wie u bent, wat u met de juiste argumenten in handen een verdoet, wat uw deskundigheid is en hoe u zekeringsoplossing voor te leggen en daarmee werkt. aan te sluiten op die breed gedragen gedachte van bijna twee op de drie consumenten.
Onderscheidend advies gebaseerd op ervaringen van de klant
Voorgaande laat onverlet dat afwijkingen, ingegeven door de persoonlijke wensen en behoeften van de consument, geïntegreerd onderdeel dienen uit te maken van uw advies. Dus in tegenstelling tot wat banken doen, het inventariseren wat die wensen en behoeften zijn. De consument met een risicobepaler zelf laten vaststellen hoe diens houding is ten opzichte van beleggen. Vaststellen wat de emotionele beleving is van geen uitkering bij overlijden, etc.etc. Oftewel, uw advieskennis en -vaardigheden optimaal inbrengen in het adviesgesprek, zoals u dat dagelijks bij de advisering van zoveel ander producten doet.
Het eindresultaat? Consumenten die gewaardeerde klanten worden. Klanten die erachter zijn gekomen dat levensloop meer is dan een paar kruisjes zetten op een simpel papiertje en die dat verder vertellen aan hun vrienden en familie, voor u. En natuurlijk concrete productie. Even rekenen: gemiddeld wil de consument een half maandsalaris gaan inleggen. Stel modaal inkomen 30.000 euro, dan is dat 1.150 euro per jaar. O ja, en waarom ook niet voor de partner van de klant waar u mee om tafel zit?!
In de oude situatie spaarden werknemers jaren achtereen voor hun VUT-regeling; ze spaarden daarmee voor een duidelijk doel. Bij overlijden voor het vervroegd uittreden zagen werknemers helemaal niets terug van hun inleg. Het was de perfecte combinatie van sparen voor een duidelijke doel – inkomen op het moment dat iemand in de vut zat – tegen zo
Reageren?:
[email protected]
nummer 5 - 2 maart 2006
29
VB_0506_p30 28-02-2006 11:37 Pagina 30
preventie
Diefstalbeveiliging van auto’s ook bruikbaar voor pleziervaart De pleziervaartsector heeft een sterke aantrekkingskracht op dieven. Wij schreven daar al over in Het VB nr 20-2005. De diefstalbeveiliging van jachten is slechter dan van motorvoertuigen. “Daaraan is veel te verbeteren, waarbij gebruik kan worden gemaakt van ervaringen om motorvoertuigen beter te beveiligen,” stelt ing. Tjip A. Koopmans, directeur van SCM en NCP Certificatie in Bilthoven. Het gaat daarbij om complete jachten in alle prijsklassen, bijboten, buitenboordmotoren en dergelijke. Een ‘hype’ in de zomer van 2005 betrof de ontvreemding van motorsloepen met een waarde van meest zo tussen de 30.000 en 40.000 euro. In 2005 werd aangifte gedaan van diefstal van ongeveer 1200 pleziervaartuigen; van visbootjes tot kapitale jachten van meer dan een miljoen euro. En dat nog afgezien van inbraken waarbij goederen vanuit jachten werden ontvreemd. Sinds 2004 maakt de diefstalbeveiliging in de watersportsector ook deel uit van de werkzaamheden van SCM (Stichting Certificering Motorvoertuigen). Medio 2005 heeft CED (Centrale Expertise Dienst) Holding zowel SCM als NCP (Nationaal Centrum voor Preventie) Certificatie overgenomen met Tjip Koopmans als directeur. In CED Holding participeert een groot aantal verzekeraars en leasebedrijven. SCM verrichtte baanbrekend werk om regelingen voor gekwalificeerde voorzieningen te introduceren in de strijd tegen de voertuigcriminaliteit. AOnze statuten geven de ruimte om ons ook op de beveiliging van vaartuigen te richten en daarbij gebruik te maken van onze opgedane ervaringen met voertuigen. Het gaat nu eenmaal om mobiele objecten. Het Verbond van Verzekeraars heeft ons benaderd om ons tevens op de pleziervaartsector te richten en dan met name op het segment van zo rond de 20.000 euro zoals sloepen, tot motor- en zeiljachten met een lengte tot zo rond de twaalf meter en een waarde van enige tonnen euro”, aldus Koopmans. Omwille van de duidelijkheid in de markt, is afgesproken om het SCM-label uitsluitend voor motorvoertuigen te gebruiken en de vaartuigactiviteiten over te hevelen naar NCP Certificatie.
Sensoren
30
- wanneer toch het vaartuig is ontvreemd: de aanwezigheid van voldoende voorzieningen zodat het object getraceerd kan worden, waarvoor inmiddels zeer betrouwbare GPS-tracking & tracing-systemen tot ontwikkeling kwamen die nauwelijks saboteerbaar zijn. In het wegvervoer zijn in de afgelopen jaren de tracking & tracing-systemen en Ing. Albert J. Boes rr procedures zodanig ontwikkeld dat nu al ruim 80% van trucks en (duurdere) personenauto’s die daarmee zijn uitgerust, na diefstal zeer snel worden opgespoord. De verkeerspolitie reageert daar tegenwoordig heel alert op. Wat betreft de watersport, moet die ontwikkeling bij de waterpolitie nog op gang komen. Het gebied van beveiligingen heeft een grote aantrekkingskracht voor wizz-kids. Je houdt het niet voor mogelijk wat die allemaal kunnen verzinnen op technisch gebied. De moeilijkheid is echter: de beoordeling van kwaliteit van die voorzieningen zelf en verder: de beoordeling van de kwaliteit van de wijze, waarop die voorzieningen zijn aangebracht. Voorts speelt daarbij een Aan boord van een plezierjacht van beperkte afmetinbelangrijke rol: de omgeving waarin het gen bevinden zich tegenvoer- of vaartuig zich bevindt. Wat dat woordig flink wat kostbare betreft zijn er wel overeenkomsten aan te en inbraakattractieve goegeven tussen een goed beveiligd parderen, zoals laptops, flatkeerterrein en een goed beveiligde jachtscreens, TV- en videoapparatuur, koelkasten, haven,” zegt Koopmans.
Een adequate diefstalbeveiliging van een voertuig wijkt sterk af van een vaartuig. Koopmans: “Bij een vaartuig heb je te maken met sterk wisselende omgevingscondities (veelal vochtig en bewegend). Daarop moeten de beveiligingsvoorzieningen uiteraard worden aangepast. Dat geldt met name voor sensoren en automatische doormeldvoorzieningen. De diefstalproblematiek is min of meer vergelijkbaar met de voertuigsector, namelijk:
Noorderzon
- voorkomen dat men aan de haal gaat met het vaartuig; - het zo moeilijk mogelijk maken dat men zich toegang verschaft tot het interieur, waarbij bekend is dat het hang- en sluitwerk van een vaartuig veelal van minder goede kwaliteit is dan bijvoorbeeld van een woning; - bemoeilijken dat de motor wordt gestart (een startblokkering zoals doorgaans standaard is aangebracht in motorvoertuigen, kom je bij motorvaartuigen nog slechts mondjesmaat tegen);
Het meest in het oog lopende verschil tussen de diefstalbeveiliging van een voertuig en een vaartuig is wel de wijze waarop voorkomen wordt dat men de trossen van een jacht kan losgooien en wegvaren. Het overgrote deel van de jachten is vastgemaakt aan een steiger met twee landvasten en een spring die binnen een halve minuut los te maken zijn. Verder is de motor veelal uiterst eenvoudig te starten zonder gebruik te maken van een contactsleutel, waardoor het jacht
kookapparatuur, navigatieen communicatiemiddelen, waaronder bijvoorbeeld dieptemeters en sonar.
VB_0506_p31 28-02-2006 11:37 Pagina 31
preventie
met de noorderzon verdwijnt. En een beetje motorjacht vertegenwoordigt een waarde die minstens gelijk ligt aan een Mercedes- of BMW-personenauto uit de duurdere klasse. Aan boord van een plezierjacht van beperkte afmetingen bevinden zich tegenwoordig flink wat kostbare en inbraakattractieve goederen, zoals laptops, flatscreens, TV- en video-apparatuur, koelkasten, kookapparatuur, navigatie- en communicatiemiddelen, waaronder bijvoorbeeld dieptemeters en sonar. Een specifiek aspect aan de pleziervaart is bovendien dat dergelijke apparatuur minstens drie keer zo duur is als vergelijkbare apparatuur in de voertuig- of woningsector! Nog sterker dan in de voertuigsector speelt bij vaartuigen dat een inbraak daarin vaak met zeer veel nevenschade gepaard gaat. Er zijn gevallen bekend waarbij voor 5000 euro is ontvreemd, maar waarbij een schade van 50.000 euro werd aangericht. “Bij de diefstalbeveiliging van pleziervaartuigen moet je starten op een zeer basaal niveau,” zegt Koopmans. “Die beveiliging begint in feite met het aanbrengen van een stevige ketting en een moeilijk te forceren hangslot tussen het jacht en de steiger, op zo’n manier dat die ketting goed verankerd zit aan beide zijden. Dat lijkt een open deur, maar deze beveiliging kom je nog maar mondjesmaat tegen in een jachthaven. Verder is een zogenaamd elektrisch touwtje sterk aan te bevelen, gekoppeld met een draadloos alarm dat een signaal afgeeft naar de havenmeester of de eigenaar, wanneer zo’n vastmaakbeveiliging wordt geforceerd. Een dergelijke voorziening is ook van groot belang voor boottrailers, waarop een pleziervaartuig is geplaatst. In elke jachthaven kom je beladen boottrailers tegen die je zo achter een willekeurige personenauto kan hangen en ermee wegrijden. En als er al een gesloten slagboom is, dan is die vaak gemakkelijk open te krijgen”.
Het testen en beoordelen van de kwaliteiten van beveiligingsvoorzieningen is een zeer zeer specifiek vakgebied. Dit wordt uitbesteed aan ter zake kundige instellingen, zoals TNO. Wel is NCP nauw betrokken bij de formulering van de uitgangspunten voor die testprocedures. De kwaliteiten van de beveiligingsproducten vormen slecht één aspect aan een In elke jachthaven kom je goede beveiliging. De wijze waarop de beladen boottrailers tegen die je zo achter een willebeveiliging is aangebracht speelt minstens keurige personenauto kan een even grote rol. Dit vergt ook het nodihangen en ermee wegrijge vakmanschap. Vandaar dat aan de kwaden. En als er al een gesloliteiten van installateurs van beveiligingsten slagboom is, dan is die voorzieningen forse eisen worden gesteld. vaak gemakkelijk open te krijgen”. Ook voor de erkenning hiervan zijn door NCP procedures ontwikkeld. Beveiligingsinstallateurs moeten voldoen aan een flink pakket van eisen om als erkend voor bepaalde vakgebieden te worden ingeschreven. In verband daarmee moeten zij de door hen uitgevoerde opdrachten voor beveiligingsvoorzieningen aanmelden bij NCP. Daarmee hangt een certificaat samen dat de opdrachtgever hiervoor verlangt (in verband met de afgesloten verzekering). Een steekproefsgewijs uitgevoerd controlesysteem maakt deel uit van die erkenningsregeling. Daarbij wordt omstreeks 5 % van de aangebrachte beveiligingsvoorzieningen ter plaatse door vakkundige onafhankelijke keurmeesters beoordeeld op de vereiste beveiliging. Bij constatering van onregelmatigheden wordt de inspectie-frequentie verhoogd voor de keuring van dergelijke voorzieningen die zijn aangebracht door de desbetreffende installateur. Bij herhaling van ondeugdelijk werk kan een sanctieregeling in werking treden.
Identificatie Een eigenschap waarin vaartuigen ook verschillen van voertuigen, is dat identificatie-kenmerken vrij gemakkelijk te verwijderen zijn. Wel zijn er methoden ontwikkeld om dit te bemoeilijken. Op dit gebied wordt ook samengewerkt met het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV). Wat betreft de methodieken om pleziervaartuigen optimaal te beveiligen, is een andere problematiek aan de orde dan bij inbraak- en diefstalbeveiliging op het land. In de pleziervaart heeft elke verzekeraar zo zijn eigen standaards, waarop de beveiligingsvoorzieningen gebaseerd moeten zijn. Wat dat betreft is men op het land met de Borg-inbraakbeveiligingsstructuur een stuk verder (hoewel deze ook nog niet perfect is). In juni 2004 is volgens Koopmans een flinke stap in de goede richting gezet, toen het concept keuringsvoorschrift voor pleziervaart-diefstalbeveiligingssystemen werd gepresenteerd. Samen met HISWA worden afspraken gemaakt over de wijze van inbouw.
Ing. Albert J. Boes rr
BRAND?
contra-expertise!! www.coolen-expertise.nl nummer 5 - 2 maart 2006
31
VB_0506_p32 28-02-2006 11:37 Pagina 32
pensioen
Nederlander bereid door te werken De Nederlander is bereid om door te werken na zijn 65ste. Met name de hoger opgeleide werknemers vinden dat. Maar ondanks deze mening zijn het juist de hoger opgeleiden die het vaakst gebruikmaken van de mogelijkheid eerder te stoppen met werken. Dit en andere zaken blijkt uit de tweede editie van de AXA Retirement Scope, een pensioenonderzoek onder tienduizend werkenden en gepensioneerden in Europa, Noord-Amerika, Australië en Hong Kong. Op welke leeftijd wil men graag met pensioen en wat is uiteindelijke de werkelijke pensioenleeftijd? De Nederlandse werkenden geven aan bij voorkeur op hun 59ste te willen stoppen met werken. Dat de realiteit anders is, ziet men wel in: desgevraagd gaat men ervan uit dat 64 jaar een reële pensioenleeftijd is. De reeds gepensioneerden zijn gemiddeld op hun 61ste gestopt en zouden daar achteraf ook voor kiezen. In vergelijking met andere landen liggen deze leeftijden in ons land hoog. Alles bij elkaar ging toch nog 68% van alle gepensioneerden voor de pensioengerechtigde leeftijd met pensioen. Mannen gaan vaker eerder met pensioen, dit percentage ligt op 78%, bij vrouwen is dit 54%. Ook blijken hoger opgeleiden vaker eerder te stoppen (80%). In bijna driekwart van de gevallen (73%) is dit vroegtijdig vertrek vrijwillig. In 27% van de gevallen is het een verplichting, opgelegd door de werkgever. Aan de werkenden is gevraagd of zij na hun pensionering betaald werk zouden willen verrichten. Ruim de helft (55%) gaf aan dat te willen, 36% wil dit niet. Vooral de hoogopgeleiden gaven dit veel vaker aan met 68% dan de laagopgeleiden met 31%. De praktijk is echter heel anders. Van de huidige gepensioneerden verricht slechts 5% betaald werk. In andere landen ligt dit percentage beduidend hoger: Japan 40%, Canada 14% Engeland en Duitsland 9%. Alleen Frankrijk scoort met 4% nog lager. Slechts 31% daar zou überhaupt willen werken na de pensionering.
Verhoging van de pensioenleeftijd Een grote meerderheid van de werkenden (61%) is tegen een verhoging van de pensioenleeftijd, slechts 23% vindt dit geen bezwaar. Bij de mannen en bij de hoogopgeleiden heeft 31% geen bezwaar en in de hoogste sociale klasse is dit zelfs 36%. Als mogelijke leeftijd wordt dan 66 jaar genoemd. In Canada is dit 67 jaar. Nederland volgt met Japan met 66 jaar. Ter vergelijking: in België vindt men 61 jaar de maximale leeftijd, in Italië en Frankrijk is dit 62 jaar. In dit verband is gevraagd tot welke leeftijd men in staat is werk te verrichten. De werkenden gaven 68 jaar aan, de gepensioneerden 67. De leeftijd waarop men werkelijk ‘oud’ wordt gevonden ligt op 73 jaar. De gepensioneerden denken daar anders over, die vinden zichzelf pas oud bij 78 jaar. Overigens ligt deze leeftijd bij de laagste sociale klasse op 70 jaar.
Activiteiten De Nederlander associeert pensioen met positieve zaken Bijna de helft van alle werkenden (47%) wil vooral gaan reizen, meer tijd aan de hobby besteden (29%) of vrijwilligerswerk doen (26%). Vooral de laatste twee activiteiten worden daadwerkelijk opgepakt na de pensionering (hobby 39%, vrijwilligerswerk 38%) maar reizen komt er niet zozeer van, slechts 15% gaat daadwerkelijk reizen. Overigens gaat men wel langer op vakantie dan de werkenden (31 dagen vs. 21 dagen). Ook hier geldt dat de hoger opgeleiden en beter gesitueerden vaker en langer op vakantie gaan.
Het pensioeninkomen Van de werkende Nederlanders verwacht 71% een lager inkomen te hebben na pensionering, bij de hoogopgeleiden is dit zelfs 78%. Bij de lage inkomens verwacht de helft een lager inkomen. Slechts 6% verwacht een hoger inkomen te hebben. In de praktijk zijn deze cijfers gunstiger, want 65% heeft een lager inkomen en 13% een hoger inkomen. Internationaal gezien scoort Nederland hiermee zeer gunstig. De levensstandaard wordt dan ook gehandhaafd na pensionering: bij 54% van de gepensioneerden is de levensstandaard gelijk gebleven (bij de hoge inkomens zelfs 74%) bij 15% trad een verbetering op en bij 29% een verslechtering (lage inkomens 48%). De belangrijkste reden voor een gelijkblijvende of verbeterde levensstandaard bij gepensioneerden is: geen inwonende kinderen meer (44%), aanpassing levensstijl aan inkomen (43%), men heeft alles al (66%), hypotheek is afbetaald (19%).
Hoogte pensioeninkomen Rond de 70% van de werkenden verwacht dat het pensioeninkomen toereikend zal zijn. Slecht 23% van de werkenden weet hoe hoog het pensioeninkomen zal zijn. Aan de gepensioneerden is gevraagd hoe hoog het inkomen is, dit gemiddelde bedraagt € 1771 per maand, terwijl er gemiddeld € 1634 nodig is. Dit inkomen wordt alleen nog door Canadezen en Amerikanen overtroffen. In veel andere landen is het pensioeninkomen lager dan noodzakelijk. Al met al stelt toch nog 16% van de gepensioneerde Nederlanders dat de levenskwaliteit slechter is geworden.
65-plusser is goede werker Hoewel de gemiddelde pensioenleeftijd thans op 61 jaar ligt, vinden zowel werkenden als gepensioneerden dat 65-plussers nog prima in staat zijn om te kunnen werken (85%). Bij de hoogste sociale klasse en de hoog opgeleiden ligt dit percentage zelfs op 96% respectievelijk 91%. Bij de laag opgeleide Nederlanders ligt dit percentage juist beduidend lager.
32
Voorbereiding en advies Tweederde van alle werkenden is bezig zich voor te bereiden op het pensioen, dit gebeurt meestal vanaf het 28ste levensjaar. De helft zoekt daarbij advies en slaagt daarin. Bij de gepensioneerden heeft destijds slechts 21% advies gezocht. Voor de werkenden geldt het financieel advies van pensioenverzekeraar, adviseur of assurantie-
VB_0506_p33 28-02-2006 11:37 Pagina 33
pensioen
makelaar als belangrijkste bron (65%), de werkgever volgt met 31%, dan media en internet 16% en pensioenfonds met 14%. Bij degenen die reeds gepensioneerd zijn was het pensioenfonds (30%) juist een belangrijk informatiebron, gevolg door de werkgever (29%). Maar ook voor hen waren verzekeraar en adviseur veruit de belangrijkste bronnen (41%). Bij de keuze voor een pensioenproduct gaat de voorkeur uit naar een product met een lagere opbrengst, maar wel zonder financieel risico. Gemiddeld spaart de Nederlander € 169 per maand, internationaal gezien het allerlaagste bedrag. Spanje (€ 171) zit daar net boven, Frankrijk (€ 371) behoorlijk en de Amerikaan spant de kroon met € 1040 per maand.
Nederlander en gezondheid Om van een goed pensioen ook te kunnen genieten is een goede gezondheid noodzakelijk. Op dit punt scoort Nederlands ondermaats. In vergelijking met het buitenland zien Nederlanders stress (62%), roken (57%), fast food (45%) en alcohol (34%) in beperkte mate als bedreiging voor de gezondheid. Hoewel de Nederlander weet wat ongezond is, lijkt hij dit vooral te compenseren met iets ‘gezonds’ als bijvoorbeeld sport. Veel Nederlanders sporten (63%), volgen een gezond dieet (62%) of zijn ‘actief’ (33%). Vooral de hoger opgeleiden compenseren ongezonde gewoontes met gezonde activiteiten.
Maatschappelijk bewustzijn De uitkomsten van de Retirement Scope 2005 komen in grote mate overeen met de uitkomsten van 2004. Wel lijkt het alsof er een wat grotere tweedeling in de maatschappij is ontstaan tussen de hoger en de lager opgeleide werknemers, als het om de mogelijkheden van het pensioen en het eventueel blijven werken na het pensioen gaat. Het economisch klimaat en de brede discussie over de pensioenleeftijd en het bewustzijn van de daarmee samenhangende problematiek spelen hierin waarschijnlijk een grote rol, hoewel dit niet specifiek onderzocht is.
Belangrijkste uitkomsten AXA Retirement Scope - Er zit een gat van vijf jaar tussen de ideale (59) en werkelijke (64) pensioenleeftijd - Nederland kent een relatief hoge werkelijke pensioenleeftijd - Vooral hoogopgeleiden (68%) willen na pensioenleeftijd betaalde carrière voortzetten - Een meerderheid is tegen de verhoging van de pensioenleeftijd, dit geldt minder voor hoogopgeleiden - Als een hogere leeftijd moet, dan maximaal 66 jaar - Mensen tot 68 jaar worden fit genoeg geacht te kunnen werken - Werknemers van 65 worden door een grote meerderheid beschouwd als goede werkers - Vanaf 73 jaar ben je ‘oud’ - Er is een opvallend verschil in pensioenbeleving tussen hogere en lagere welstandsklassen. De hogere welstandsklasse is veel positiever over werk, gezondheid en te ondernemen activiteiten - Kinderen steunen ouders niet materieel of financieel. Nederland scoort hier internationaal gezien het laagst. Maar voor ouderen is deze wens of noodzaak niet of nauwelijks aanwezig - Tweederde verwacht een lager inkomen na pensionering maar verwacht desondanks geen verslechtering van de levensstandaard - Men verwacht dat het pensioeninkomen toereikend is, Nederlanders hebben hierin het grootste vertrouwen
Fiscale mogelijkheden onbenut De belastingbetaler gebruikt de fiscale mogelijkheden voor de pensioenopbouw onvoldoende. Onderzoek van TNS NIPO in opdracht van Zwitserleven maakt duidelijk dat hij niet weet hoe de jaarruimte voor de belastingaangifte berekend moet worden. Ook wil hij dit niet jaarlijks doen. Dat is opmerkelijk omdat de consument wel bereid is om tot 150 euro per maand te sparen om het pensioengat te dichten. Een van de laatste aftrekposten blijft zo onbenut. Een groot gedeelte (81%) van de Nederlanders heeft geen idee hoe de jaarruimte voor de aangifte inkomstenbelasting berekend moet worden. Nog eens ruim een kwart weet niet wat jaarruimte is en waarom dit berekend moet worden. Ook is tweederde (63%) van hen niet voornemens de jaarruimte te berekenen voor de belastingaangifte en deze daarna te benutten. Een klein aantal (14%) berekent de jaarruimte wel, en doet dit zelf. De meeste mensen zien er echter erg tegen op en schakelen hulptroepen in. Dit zijn vrienden/kennissen (29%), een belastingadviseur (26%), de belastingwebsite (18%) of een adviseur van de verzekeraar (8%) of bank (2%). De groep die wel actie onderneemt om de jaarruimte te benutten is beperkt (42%). In de meeste gevallen kiezen zij een lijfrente/koopsompolis of doen zij een extra storting in het pensioen. Leeftijd is hierbij geen onderscheidende factor. Zowel vijftigers als veertigers en dertigers nemen actie. Rolf van Woerkom (directielid Zwitserleven): “Ik maak me zorgen over de uitkomsten. Deze resultaten bevestigen wederom de gebrekkige kennis van Nederlanders als het gaat om hun financiële situatie en pensioen. We zagen dat eerder ook al op het punt van Levensloop. Slechts een beperkt deel van de bevolking heeft zicht op de financiële situatie op lange termijn en neemt hier ook daadwerkelijk actie op. Daar moet dus dringend iets aan gebeuren. Hier ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de overheid, financiële dienstverleners en maatschappelijke organisaties.” Zoals bekend biedt Zwitserleven op haar website een eenvoudige check aan om de jaarruimte te berekenen. Via een radiocampagne roept zij het publiek op om dat ook te doen om zo optimaal gebruik te maken van de fiscale mogelijkheden.
Op reis met jaarruimte Zwitserleven is gestart met de JaarCheck Campagne. Speciaal voor deze campagne heeft Zwitserleven een actieproduct geïntroduceerd: de JaarCheck koopsom met 3% bonusinleg. Voor bestaande klanten is een bijstortactie ontwikkeld waarbij een storting vanaf 500 euro een vierdelige reistassenset oplevert. Consumenten kunnen op de JaarCheck website een Club Med reis winnen als zij online hun jaarruimte berekenen. Om de campagne onder de aandacht tebrengen van het grote publiek is er advertentieruimte gekocht op radio (Yorin FM, Q-Music en Radio 3 FM).
nummer 5 - 2 maart 2006
33
VB_0506_p34 28-02-2006 11:38 Pagina 34
fiscaal
Herschikking regels rond de eigen woning De directeur-generaal van de Belastingdienst heeft de afgelopen maanden werk gestoken in het herschikken van de diverse fiscale regels rond de eigen woning. Sinds de invoering van IB2001 heeft de fiscus zo’n vijftig besluiten uitgevaardigd met betrekking tot de eigenwoningregeling en de kapitaalverzekering eigen woning. Deze zijn nu als het ware gebundeld in: Besluit van 5 december 2005, nr. CPP2005/2727: Kapitaalverzekering eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 en Besluit van 27 januari 2006, nr. CPP2005/2574: Inkomstenbelasting. Natuurlijk betekent een herschikking niet vanzelfsprekend, dat sprake is van nieuw beleid. Wat de KEW betreft is er al helemaal geen sprake van wijzigingen in door de fiscus ingenomen standpunten. Maar dankzij de nieuwe rubricering en het aangepaste taalgebruik is het besluit goed bruikbaar als een plezierig te lezen naslagwerk. Datzelfde kan gezegd worden van de IB eigenwoningregeling, al zijn daar in het combinatiebesluit wel enkele nieuwe standpunten ingenomen. Hiermee lijkt de besluitenregen echter niet gestopt. Al op 30 januari namelijk zag een nieuw besluit over KEW het levenslicht, waarin echtscheiding centraal staat.
KEW De directeur-generaal herhaalt in het nieuwe besluit nog eens de geruststellende mededeling dat een KEW die is afgesloten vóór 1 oktober 2005 en die voldoet aan de eisen van IB 2001, zoals die tot 1 maart 2005 luidden, geacht wordt te voldoen aan de nieuwe tekstuele voorwaarden. Kort gezegd werden op die datum twee nieuwe termen geïntroduceerd. Verwijzing naar ‘schulden die zijn aangegaan ter verwerving van de eigen woning’ werd veranderd in een verwijzing naar ‘eigenwoningschuld’ en ‘gemeenschappelijke huishouding’ transformeerde tot ‘gezamenlijke huishouding’. Voor verzekeringen die op of na 1 oktober worden gesloten dient de polisredactie volledig aan te sluiten bij de huidige tekst van art. 3.116 IB 2001. Is dat niet het geval, dan valt de ‘KEW’ in box 3 en dient de waarde daarvan door verzekeraar aan de Belastingdienst te worden gerenseigneerd. De fiscale gedoogzone reikt niet verder dan genoemd artikel en laat onverlet dat voor een op of na 1 maart 2005 ontvangen kapitaalsuitkering de tekst van art. 3.118 IB 2001 van toepassing is. Dat betekent, dat van de kapitaalsuitkering geen hoger bedrag kan zijn vrijgesteld dan het bedrag van de ‘eigenwoningschuld’ op het tijdstip van uitkering. Daarnaast betekent de wetswijziging ook dat met ingang van die datum met de uitkering ten hoogste het bedrag van de ‘eigenwoningschuld’ behoeft te worden afgelost en dus niet langer de ‘schulden ter zake van de eigen woning’. Zoals bekend dook het begrip ‘eigenwoningschuld’ voor het eerst op in het Belastingplan 2004 in het kader van de invoering van de bijleenregeling: verhuizende woningbezitters zijn verplicht de gerealiseerde overwaarde van de verkochte woning te herinvesteren in het nieuwe huis. Zonder deze herinvestering verspeelt men het recht op mogelijke extra renteaftrek voor een hogere financiering dan de oude financiering (eigenwoningschuld genoemd). Dit begrip heeft dus op 1 maart 2005 ook zijn intrede in de wet gedaan in het kader van de KEW.
34
Om aan alle mogelijke misverstanden een eind te maken heeft het Verbond van Verzekeraars een nieuwe clausule voor de KEW voorgesteld: “De begunstigde zal de verzekerde uitkering (...) aanwenden ter aflossing van de eigenwoningschuld in de zin van de Wet Inkomstenbelasting 2001 van de verzekeringnemer, van diens echtgeno(o)t(e) of van degene met wie de verzekeringnemer duurzaam een gezamenlijke huishouding voert.” Deze clausule heeft een plaats gekregen in het nieuwe besluit en de fiscus herhaalt dat een kapitaalverzekering waarin deze clausule is opgenomen aan de formele wettelijke eisen voldoet. Naast een opsomming van de voorwaarden KEW komen in dit besluit aan de orde onderwerpen als: voorwaarden terzake van premiebetalingen, het gebruik van de vrijstel, omzettingen, etc.
Eigenwoningregeling Zoals gezegd in ook het besluit met betrekking tot de eigenwoningregeling vooral een actualisering en overneming van bestaande besluiten. Die zijn aangevuld met enkele nieuwe standpunten. Het besluit opent met de algemene uitgangspunten voor toepassing van de eigenwoningregeling. Naast economisch eigendom, besteedt de fioscus aandacht aan erfpachtsituaties: Een eigen woning die gebouwd is op grond die in erfpacht is uitgegeven, komt in aanmerking voor de eigenwoningregeling. Maar dat geldt niet voor het geval dat op het pand een recht van erfpacht is gevestigd. Dan is in wezen sprake van een gehuurde woning, is het fiscale standpunt. Met dien verstande, dat als de canon op de opstal eeuwigdurend is afgekocht, er dan wel sprake is van economisch eigendom, waardoor de eigenwoningregeling dus kan worden toegepast. Een woning op gehuurde grond kan geen eigen woning zijn. Ook al is de woning voor rekening en risico van de huurder gebouwd. Gemeenten als Amsterdam en Rotterdam geven grond in erfpacht uit. Vaak krijgt de koper dan het appartement of de woning in (onder)erfpacht, waarbij geen sprake is van een canon op de opstal. De opstal wordt dan voor de waarde in het economische verkeer aan de erfpachter ‘overgedragen’. Op zich heeft de fiscus er geen bezwaar tegen om hier de eigenwoningregeling toe te passen. De voorwaarden worden duidelijk in het besluit weergegeven. Een van de kernpunten van de eigenwoningregeling is, dat de bewoner een belang van tenminste 50% moet hebben bij de waardeontwikkeling van de woning. Het moet daarbij gaan om een belang dat voortvloeit uit het feitelijke (economische) eigendomsrecht op de woning en niet op een belang dat voortvloeit uit bijvoorbeeld contractuele afspraken of opties met betrekking tot een deel van de woning dat niet feitelijk in economische eigendom is. Het besluit illustreert dit aan de hand van twee voorbeelden:
Voorbeeld 1 Een huiseigenaar heeft een optie geschreven waardoor zijn kinderen op elk moment de woning kunnen kopen tegen de waarde op het moment waarop de optie is geschreven. De eigenwoningregeling geldt niet in dit geval omdat de eigenaar niet meer op elk moment een belang heeft van ten minste 50% bij de waarde-ontwikkeling.
VB_0506_p35 28-02-2006 11:38 Pagina 35
fiscaal
Voorbeeld 2 A en B kopen gezamenlijk één groot huis in de verhouding 60/40. A koopt 60% en bewoont deel A, dat ook 60% van de waarde vertegenwoordigt. B bewoont de rest (deel B). A en B zijn geen partners en voeren geen gemeenschappelijke huishouding.
Voor B geldt de eigenwoningregeling niet. B is voor 40% eigenaar van het door hem bewoonde deel waardoor zijn belang bij de waarde-ontwikkeling minder is dan 50%. Voor A geldt de eigenwoningregeling, voor 60% van het door hem bewoonde deel. Alleen de financiering van deel A kan als eigenwoninglening worden aangemerkt. Het deel van het huis van B en de financiering daarvan hoort zowel bij A als bij B in box 3 thuis. Het besluit regelt ook de bij verhuizingen veel voorkomende situatie, dat de verkoper na het tekenen van de voorlopige verkoopovereenkomst nog tijdelijk in zijn ‘oude’ huis blijft wonen. De fiscus gaat ermee akkoord dat de eigenwoningregeling na het sluiten van de voorlopige koopovereenkomst nog van toepassing blijft tot het moment van de juridische eigendomsoverdracht. ‘Een termijn van maximaal twee jaar kan in deze situatie nog als gebruikelijk worden aangemerkt’, aldus het besluit. Tot slot is in het besluit een goedkeurende overgangsregeling opgenomen voor oude vruchtgebruiken van vóór 2001 die nog niet zijn gevestigd.
Echtscheiding en KEW Bij het aangaan of beëindigen van een huwelijk of een duurzame gezamenlijke huishouding wensen de (ex-)partners veelal wijzigingen aan te brengen in lopende kapitaalverzekeringen eigen woning (KEW), in ‘oude’ kapitaalverzekeringen die onder het regime van de Wet Wet IB’64 vallen en in lijfrenteverzekeringen. In een aantal gevallen treden daarbij niet beoogde fiscale gevolgen op of zijn de fiscale gevolgen onduidelijk. In besluit CPP2005/2169 van 30 januari 2006 draagt de staatssecretaris van Financiën voor dergelijke situaties oplossingen aan. Op grond van de Fiscale onderhoudswet 2004 zijn met ingang van 1 maart 2005 wijzigingen tot stand gekomen in het fiscale regime van de KEW. Die wijzigingen betreffen ten eerste het laten vervallen van de opgenomen kring van personen die kunnen fungeren als verzekerde persoon van een KEW. Verder heeft aanpassing plaatsgevonden van artikel 3.116, derde lid, Wet IB 2001, waardoor het mogelijk wordt in het kader van het aangaan of beëindigen van een huwelijk of een duurzame gezamenlijke huishouding daarmee samenhangende wijzigingen aan te brengen in de persoon van de verzekeringnemer of de begunstigde van een KEW. Ook is de omzettingsbepaling van artikel 3.119 Wet IB 2001 zodanig aangepast dat ook een gedeeltelijke omzetting van een KEW in een andere KEW fiscaal geruisloos mogelijk wordt. Deze wijzigingen krijgen dankzij dit besluit een terugwerkende kracht en wel tot 1 januari 2001. Voor kapitaalverzekeringen gesloten vóór de invoering van de Wet IB 2001 bestaan twee regelingen met eerbiedigende werking. In de eerste plaats de regeling voor kapitaalverzekeringen die zijn gesloten vóór 1 januari 1992 om de werking van het regime van de Wet IB ‘64, tekst vóór 1 januari 1992, te behouden (het zogenoemde pré-Bredeherwaarderingregime). In de tweede plaats gaat het om de bijzondere waardevrijstelling die in box 3 kan gelden voor kapitaalverzekeringen gesloten vóór 15 september.
Bij de omzetting van een kapitaalverzekering in een andere kapitaalverzekering mag het verzekerde kapitaal niet worden verhoogd indien men pré-Brede-herwaarderingregime wil behouden. Dezelfde voorwaarde geldt voor het behoud van het recht op de bijzondere waardevrijstelling van _ 123.428 in box 3 voor de omgezette kapitaalverzekering. In de wetsgeschiedenis is aangegeven dat, indien een verzekerd kapitaal ontbreekt - bij een unit-linked-verzekering - als voorwaarde geldt dat het bedrag van de premies niet is verhoogd. Een verhoging van het verzekerd kapitaal, dan wel bij gebreke daaraan een verhoging van de premies, die plaatsvindt op grond van een normale en gebruikelijke optieclausule is toegestaan. De hiervoor bedoelde toets dient afzonderlijk plaats te vinden voor de uitkering bij leven en de uitkering bij overlijden. Derhalve is de voor beide verzekerde elementen tezamen betaalde (totale) premie niet maatgevend voor de beoordeling of de eerbiedigende werking is behouden. In situaties van echtscheiding en van de beëindiging van een duurzaam gezamenlijk gevoerde huishouding bestaat bij omzetting van kapitaalverzekeringen echter regelmatig de noodzaak tot verandering van de verzekerde persoon, als gevolg waarvan de hoogte van het verzekerd risico kan wijzigen. Dit kan gevolgen hebben zowel voor de hoogte van het deel van de totale premie dat betrekking heeft op de verzekerde uitkering bij leven als voor het deel van de premie dat betrekking heeft op de verzekerde uitkering bij overlijden. Bij een verhoging van één van die premiedelen kan dan de eerbiedigende werking voor de daarmee overeenkomende verzekerde uitkering verloren gaan. Dat vindt de staatssecretaris maatschappelijk ongewenst. Daarom keurt hij goed dat in deze situaties de eerbiedigende werking als gevolg van de wijziging van de verzekerde persoon niet verloren gaat, mits de (gezamenlijke) premie die is verschuldigd voor de verzekerde uitkering bij leven en bij overlijden niet hoger wordt.
Belastingplicht assurantietussenpersonen Assurantietussenpersonen die op 31 december 2005 op grond van art. 25, lid 1, WBR werden aangemerkt als belastingplichtige en die vóór 1 februari 2006 een Wfd-vergunning hebben aangevraagd worden beschouwd als belastingplichtige als bedoeld in art. 25,1 WBR. Dit geldt totdat op de vergunningaanvraag is beslist. Aldus het besluit van de staatssecretaris van Financiën, van 1 februari 2006, dat met terugwerkende kracht op 1 januari 2006 in werking is getreden. Dit besluit was nodig omdat artikel 25 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR), waarin de assurantiebelasting is geregeld, niet voorziet in de overgangsregeling van de Wfd. Tot 1 januari 2006 werd de belastingplicht voor de assurantiebelasting primair gelegd bij de tussenpersoon, die als zodanig was ingeschreven in het Wabb-register. Het betreffende artikel is per 1 januari 2006 aangepast aan het toen startende Wfd-tijdperk en eist in de actuele vormgeving dat de bemiddelaar in het bezit is van een Wfdvergunning. De wetgever heeft daarbij over het hoofd gezien dat in een betrekkelijk lange overgangstijd de tussenpersonen hun werkzaamheden voortzetten zonder daadwerkelijk in het bezit van een vergunning te zijn. De staatssecretaris heeft aangekondig dit lek te dichten via een wettelijke overgangsregeling. Vooruitlopend daarop kiest hij voor de praktische handelwijze zoals hiervoor aangegeven.
Jan Aikens
nummer 5 - 2 maart 2006
35
VB_0506_p36 28-02-2006 11:39 Pagina 36
levenmarkt in 2005
Meer polissen maar tegen lagere premie
Lijfrentes drijven levenmarkt op De groei van de levenmarkt heeft na een aantal jaren de vaart er weer in. In 2004 groeide de markt nog met een bescheiden 4,9%, na een praktische ‘sur place’ in 2003 (+0,6%). Vorig jaar groeide de markt weer eens flink met 11,3% en kwam daarmee uit op bijna 7.535 miljoen euro aan nieuwe premie. De direct ingaande lijfrentes waren goed voor 47,5% van de nieuwe productie, ofwel bijna 3,6 miljard euro. In tegenstelling tot de trend van de afgelopen jaren, waarbij we zagen dat het aantal polissen daalde terwijl de gemiddelde premie per polis steeg, zien we nu het omgekeerde gebeuren: het aantal nieuwe polissen steeg en het verzekerd kapitaal per polis daalde juist. Per saldo steeg het totaal verzekerd kapitaal. De vele vrijgevallen lijfrentekapitalen spelen bij deze ontwikkeling ongetwijfeld een rol.
Totaal nieuwe individuele levensverzekeringen periodiek en tegen koopsom x 1 mln Euroverz. Beleggingsverz. totaal
2005 5886,0 1648,6 7534,6
2004 5171,3 1599,9 6771,2
2003 4834,6 1617,7 6452,3
2002 4393,6 2017,3 6410,9
2001 4421,7 1437,3 5859
2000 3186,7 2952,6 6139,3
Bron: CVS
De groei van 11,3% werd - eigenlijk net als in 2004 - hoofdzakelijk bereikt in euroverzekeringen. De omzet in euroverzekeringen steeg met bijna 14% van 5,17 miljard tot 5,89 miljard euro. Toch is ook in beleggingsverzekeringen voor het eerst in jaren weer een stijging te zien, ook al is die met 3% beperkt. Na de succesvolle jaren eind vorige eeuw, zag deze verzekering haar populariteit ernstig teruglopen in 2001. En ondanks een korte opleving in 2002, bleef dit aandeel teruglopen. In 2004 stopte de snelle daling en wij voorspelden voor 2005 weer een kleine groei. Die kwam er inderdaad: de omzet in beleggingsverzekeringen steeg (bescheiden) met 49 miljoen tot 1.649 miljoen.
Ontwikkeling per type verzekering in % 2005 Euroverz. 13,8 Beleggingsverz. 3,0 totale groei 11,3
2004 7,0 -1,1 4,9
2003 10,0 -19,8 0,6
2002 -0,6 40,4 9,4
2001 38,8 -51,3 -4,6
2000 0,5 4,3 2,3
Aandeel euroverzekeringen versus beleggingsverzekeringen in % Euroverz. Beleggingsver.
2005 78,1 21,9
2004 76,4 23,6
2003 74,9 25,1
2002 68,5 31,5
2001 75,5 24,5
2000 51,9 48,1
Na een lange periode van daling van het aantal nieuw gesloten individuele levensverzekeringen, groeide het aantal nieuwe polissen vorig jaar weer. De productie van individuele verzekeringen tegen periodieke premie groeide met 16% tot 1086,5 miljoen polissen. Het totaal verzekerd kapitaal steeg tot 46,1 miljard euro, een stijging van 11,7%. Het gemiddeld kapitaal per polis daalde hierdoor per saldo en kwam uit op 42.463 euro. De productie van nieuwe individuele koopsomverzekering steeg in aantallen van bijna 162 duizend tot ruim 181 duizend polissen, een stijging van 12,4%. Het totaal verzekerd kapitaal steeg met ruim 370 miljoen euro tot iets meer dan 9 miljard euro. Het verzekerd kapitaal per polis tot ruim 50 duizend euro, een daling van circa 3800 euro per polis.
Totale individuele productie Periodieke premie
Koopsom
aantal verz. Kap x1000 miljoen 2003 1011,2 43.949,7 2004 936,3 41.308,5 2005 1086,5 46.136,1
aantal x1000 168,8 161,6 181,4
kap/polis in euro‘s 43.463 44.119 42.463
verz. Kap miljoen 8.948,2 8.702,0 9.078,1
kap/polis in euro‘s 53.011 53.849 50.045
Bron: CVS
De populariteit van ‘Levenslang bij overlijden’, dat hoofdzakelijk als uitvaartproduct wordt gesloten, blijft stijgen. Vorig jaar werden bijna 400.000 van deze verzekeringen verkocht, een stijging van 28% ten opzichte van 2004. Het totaal aan verzekerd kapitaal steeg net iets harder, van 1,4 miljard tot 1,87 miljard euro (+33%), zodat ook het verzekerd kapitaal per polis een lichte stijging kon boeken. Dit ging van 4513 euro per polis naar 4702 per polis. Dit type verzekering wordt zeer beperkt ook tegen koopsom gesloten, het gaat daarbij om 8100 polissen met een totaal verzekerd kapitaal van 35,5 miljoen euro, dit komt neer op een verzekerd kapitaal van 4383 euro per polis. De koopsommen bedragen een totaal van 27,5 miljoen.
Levenslang bij overlijden Verzekeringen in geld tegen periodieke premie (uitvaart) Door de beperkte groei in beleggingsverzekeringen, blijft het aandeel van deze verzekeringen in de totale productie dalen. Eind jaren negentig was nog circa de helft van alle nieuwe productie een beleggingsverzekering, inmiddels is dit aandeel gedaald en kwam het vorige jaar uit op 21,9%. Vanwege het groeiende aantal direct ingaande lijfrentes zal dit aandeel onder druk zal blijven staan. Consumenten kiezen nu eenmaal zekerheid op de korte termijn.
36
2005 2004 2003 2002 aantal x1000 398,5 312 363 338 ver. kap. in mln. 1873,8 1.408 1.661 1.370 kap. per polis in euro‘s 4702 4513 4576 4053 premie totaal in mln. 52,0 41,7 36,2 Bron: CVS
2001 2000 302 305 1.130 1.210 3742 3967 -
VB_0506_p37 28-02-2006 12:00 Pagina 37
levenmarkt in 2005
Koopsommen
Nieuwe individuele koopsomproductie
Na een de daling van de koopsommenmarkt sinds 2001, brengt 2005 een opleving. Niet dat het niveau van 2001 weer word gehaald maar de jarenlange trend van daling is omgezet in een licht stijging van bijna 8%. In aantallen goed voor in totaal 140 duizend polissen. Bij het overgrote deel hiervan – 122 duizend polissen - gaat het om euroverzekeringen. De populariteit van de beleggingsverzekering is ook in het koopsommensegment is nauwelijks gestegen. Het aantal steeg van 17,2 tot 17,9 duizend polissen. Toch is ook hier na een aantal jaren van daling weer een lichte stijging te zien. Het totaal aan ontvangen koopsommen steeg van 4818 miljoen tot 5355 miljoen euro (+11%). Ook het verzekerd kapitaal steeg, zij het met slechts 2,3%. Het verzekerd kapitaal per polis daalde daarmee licht. Een trend die we bij nagenoeg alle typen levensverzekeringen zijn tegengekomen. Opvallend is vooral de daling in het verzekerd kapitaal per polis bij de uitgestelde pensioenen in euro’s. Dit kapitaal halveerde van bijna 125 duizend tot ruim 62 duizend euro per polis.
Uitgestelde lijfrente In 2004 nog goed voor 43,5 duizend nieuwe polissen, vorig jaar daalde dit aantal tot 41,6 duizend polissen, althans gemeten in euroverzekeringen. Verder valt op dat bij een lager aantal uitgestelde lijfrentes de totale koopsommen in euroverzekeringen niet in gelijke mate meedalen, per polis stijgt het bedrag dus zeer matig met iets meer dan 100 euro per polis. De aantallen nieuwe uitgestelde lijfrentepolissen in beleggingseenheden stegen juist weer, van 14,3 duizend tot 15,1 duizend. Niet veel, maar toch neemt het vertrouwen in beleggingen weer toe. De premie per polis steeg, net als het verzekerd kapitaal per polis.
aantal premie ineens x1000 x 1 mln
premie per polis x1
verzekerd kapitaal kapitaal per polis x 1 mln x1
2005 euro-verzekeringen pensioenen uitgesteld 3,3 lijfrente uitgesteld 41,6 lijfrente direct ingaand 77,3 Subtotaal 122,2
139,9 1189,8 3512,6 4842,3
42394 28601 45441
206,1 1535,9 5193,5 6935,5
62455 36921 67186
beleggingsverzekeringen pensioenen uitgesteld 1,7 lijfrente uitgesteld 15,1 lijfrente direct ingaand 1,1 Subtotaal 17,9 Totaal 140,1
3520 410,4 66,9 512,3 5354,6
5884 27179 60818
9,8 3862 66,7 502,5 7438
29294 4371 60636
2004 euro-verzekeringen pensioenen uitgesteld 2,2 lijfrente uitgesteld 43,5 lijfrente direct ingaand 672 Subtotaal 112,7
173,6 1239,5 923,4 4336,5
7890 2849 4363
9274,3 41674,6 34849,3 6798,2
124682 38497 72378
beleggingsverzekeringen pensioenen uitgesteld 1,6 lijfrente uitgesteld 14,3 lijfrente direct ingaand 1,3 Subtotaal 17,2 Totaal 129,9
41,5 366,7 73,7 481,9 4818,4
2593 2564 5669
8452 3340,5 283,4 468,9 7267,1
8125 23811 64154
2003 euro-verzekeringen pensioenen uitgesteld 2,4 lijfrente uitgesteld 491 lijfrente direct ingaand 59,7 subtotaal 111,1
200,5 1972 2705,3 4102,8
8354 4429 45315
2327,9 1974,5 4724,1 7026,5
136625 40296 79131
beleggingsverzekeringen pensioenen uitgesteld 1,9 lijfrente uitgesteld 22,5 lijfrente direct ingaand 0,8 subtotaal 25,2 Totaal 136,3
33,9 318,2 48,7 400,8 4503,6
1784 1414 6087
248,8 2296,4 579,9 425,1 7451,6
25684 13173 99875
2002 euro-verzekeringen pensioenen uitgesteld 2,8 lijfrente uitgesteld 45,6 lijfrente direct ingaand 56,1 subtotaal 104,5
215,8 974,9 2598,6 3789,3
7707 2137 4632
1344,3 91528,2 14753 6625,5
122964 33513 84724
beleggingsverzekeringen pensioenen uitgesteld 2 lijfrente uitgesteld 41,4 lijfrente direct ingaand 2,3 subtotaal 45,7 totaal 150,2
52,5 486,9 136,2 675,6 4464,9
26250 11761 59217
82,4 661,7 444,3 1188,4 7813,9
41200 15983 193174
Direct ingaande lijfrente Het aantal nieuwe direct ingaande lijfrentes in euroverzekeringen steeg met ruim 10 duizend polissen en kwam uit op 77,3 duizend nieuwe polissen in 2005. De totale premie aan koopsommen was bijna 3513 miljoen, tegen 2923 miljoen euro in 2004. Ook de premie per polis steeg en wel met ongeveer 1800 euro per polis. Het aantal direct ingaande lijfrentes in beleggingseenheden daalde van 1300 tot 1100 in 2005. Ook het totaal aan koopsommen was minder, dit daalde van 73,7 tot 66,9 miljoen euro. De gemiddelde koopsom per polis steeg per saldo met circa 4100 euro per polis. Het gemiddeld verzekerd kapitaal per polis ging echter omlaag van ruim 64,1 duizend tot 60,6 duizend per polis. Het vertouwen in de belegging op de korte termijn blijft vooralsnog uit. Dit jaar kan daar, met de goede beurskoersen, veel verandering in brengen.
Rienk Andriessen
Bron: CVS
nummer 5 - 2 maart 2006
37
VB_0506_P 27-02-2006 14:53 Pagina 38
De beste vacaturesite van het jaar! *
www.jobnews.nl The professionals’ first choice (sinds 1996)
* Bron: Winmag 2005/6
JobNews_210x297.indd 1
12/22/05 9:26:01 PM
VB_0506_p39 28-02-2006 11:39 Pagina 39
nieuwe assurantiekantoren
Nieuw ingeschreven assurantiekantoren
1404 BB Bussum 7421 ZC Deventer 7411 TE
Deventer
1113 GZ Diemen 1432 BR Aalsmeer
W. Keessen Assurantiën, Oosteinderweg 486, 0297-328218 1432 AS Aalsmeer Swier Assurantiën, Oosteinderweg 211, 0297-360932 1817 MR Alkmaar Buitenduin Assuran.bemiddel. Jan Ligthartstraat 1, 072-5899545 7607 BM Almelo Veurink Boerrigter/Westerik BV, Boddenstraat 26, 0546-812651 1326 GL Almere Insurance Group, Mangostraat 20, 036-5295393 1311 RL Almere AmstelVoorden Assur. B.V. i.o., Louis Armstrongweg 88, 036-5360600 1311 RL Almere Amstelpolis B.V. i.o., Louis Armstrongweg 88, 036-5360600 1311 RL Almere Steenstad Assuradeuren B.V. io, Louis Armstrongweg 88, 036-5360600 1311 RL Almere AmstelVoorden Reg.makel. BV io, Louis Armstrongweg 88, 036-5360600 1312 TX Almere Walter Pepping Assur. & Hyp., Menuetstraat 45, 036-5498008 3816 TP Amersfoort Hofland Assurantiën, Traviatastraat 1, 033-4751478 1182 BW Amstelveen QV Tilburg / Plan en Financiën, Patrimoniumlaan 2, 020-4967298 1182 BW Amstelveen QV Roosendaal hodn Plan/Finan., Patrimoniumlaan 2, 020-4967298 1182 AL Amstelveen JRB Financ. Adviesbureau B.V., Burgemeester Colijnweg 4, 020-4417575 1185 AG Amstelveen Lindenburg Financieel Advies, Ouderkerkerlaan 124, 020-4458595 1063 AT Amsterdam Akropolis Assurantiën B.V., Ferry Ploegerstraat 17, 020-4471210 7311 XZ Apeldoorn VBA financiële diensten BV io, Kerklaan 6, 055-5805555 1171 XZ Badhoevedorp Esprit Assurantie Advies, Stevinstraat 76, 020-4491040 2121 GP Bennebroek BKR Hypotheekleads B.V., Bennebroekerlaan 17c, 023-5840808 2121 GP Bennebroek For Finance Assuran. B.V. i.o., Bennebroekerlaan 17c, 023-5840808 2651 SJ Berkel en Mars Creation, Diamant 63, 010-5115212 Rodenrijs Assurantiekantoor van de Broek, 5258 KD Berlicum Kerkwijk 68, 073-5033750 3722 JR Bilthoven R.G. van Berkel Financ. Adv., W de Zwijgerlaan 11, 030-2280043 5282 XE Boxtel T.J.M. van Roosmalen Assuran., Elisabethstraat 11, 0411-673983 4811 KC Breda Meeùs Assurantiën B.V., Markendaalseweg 56-58, 076-5313233 1405 BT Bussum Eilandsgracht B.V. i.o., Graaf Florislaan 26, 1402 GH Bussum Lotharius Management B.V., Lothariuslaan 87
9206 AT
Drachten
6652 AK Druten 6718 SC
Ede Gld
5653 MA Eindhoven 6662 NE Elst Gld 1602 JB Enkhuizen 8801 LE
Franeker
8281 JW Genemuiden 2518 JM ‘s Gravenhage 2571 ED ‘s Gravenhage 2548 WB ‘s Gravenhage 2492 VG ‘s Gravenhage 2593 VG ‘s Gravenhage 2596 GP ‘s Gravenhage 2596 VR ‘s Gravenhage 9718 AN Groningen 9727 KB Groningen 2012 TH Haarlem 7772 BD Hardenberg 3844 CK Harderwijk 5321 JG Hedel 2105 TG
Heemstede
8441 BE Heerenveen 5268 BN Helvoirt 1213 VB Hilversum 1217 KS Hilversum 2132 KP Hoofddorp
nummer 5 - 2 maart 2006
Drex Advies B.V., Wladimirlaan 14 Add-up Finance V.O.F., Maagdenburgstraat 22-E, 0570-609423 Hypotheek Visie Deventer, Leeuwenbrug 1, 0570-601065 C.A. Madern, Klipperweg 72, 020-6957152 van de Nieuwegiessen Assuran., De Giek 18, 0512-369076 Alg. Verzekeringsdienst Besems, Scharenburg 25, 0487-517876 Assur. Praecepto Monitus BV io, Wekeromseweg 37, 0318-693380 R.L. Assurantiën & Hypotheken, Beemdstraat 27-B, Adviespartner Fin. Adv. V.O.F., Industrieweg Oost 6, 0481-363337 ATS Assurantiën Enkhuizen, Stullenbaan 35, 0320-220033 Stegenga B.V. hodn De Hyp.shop, Voorstraat 58, 0517-397271 Hypotheek Info Punt B.V., Schering 27, 038-3856972 Verkennis Assurantie Adv. VOF, Koningin Emmakade 169, 070-3654652 Assurantiekantoor Van Zundert, de la Reyweg 205, 070-3455572 Centr. Bemid. Orgaan NCVA B.V., Noordland 7 Cross Pensioen Support B.V., Volleybalplein 1 A.A. van der Meij Verzeker., Usselincxstraat 19, 070-3856599 Noordhaege Vermog.strategieën, Weissenbruchstraat 308, 070-7071362 Canters Assur. & Fin. Advies, Roelofsstraat 100, 070-3248833 Lamberink Assuran. Adv. B.V., Westerkade 1, 050-3672020 VSP Risk, Leonard Springerlaan 19, 050-5235500 Houben & Partners B.V., Crayenesterlaan 19, 023-5297213 Lamberink Assuran. Adv. B.V., Bruchterweg 13, 0523-272272 Huub Goudzwaard Verzekeringen, Schippersmeen 47, 0341-430889 Assur.knt. mr. C.W. vd Eijk, Hooiweg 29, 073-5992728 Ribee Risicobeheer, Nobellaan 6, 023-5292417 VerzekerAnders B.V. i.o., Herenwal 124 V.O.F. Aaveste Bijnen, Anton Coolenstraat 2a, 0411-641468 Proöp B.V. i.o., Laapersveld 47 VerzekerAnders B.V. i.o., Koninginneweg 37, 035-6942195 Praemium Financiële Diensten, Bertus van Lierplantsoen 15, 023-5653483
39
VB_0506_p40 28-02-2006 11:39 Pagina 40
nieuwe assurantiekantoren
1625 RD Hoorn NH
3769 LB Soesterberg
1271 BE
4758 TJ
4565 EW 2921 LB 6988 BX 2321 DA 2333 CT 2333 CT 2334 BN 8245 GK 6212 AS 1412 JK 1411 RC 3864 EN 5388 KL 1723 HH 4184 CE 5346 JG 4641 BD 2811 KJ 2289 CC 2371 CV 6041 KH 7596 KD 3062 ME 3062 ME 3062 ME 3023 CB 3011 KD 3039 JM 3062 ME 9628 AR
40
H.R. Esajas Assurantiën, Barnsteen 49, 0229-235057 Huizen Assuran.kant. Het Groene Hart, Ceintuurbaan 5, 035-5256219 Kapellebrug Rooijmans Financieel Advies, Gentsevaart 46a, 0114-315856 Krimpen Fast Hypotheken, Industrieweg 2, a/d Ijssel 0180-517864 Lathum Vianova Consulting, De Muggenwaard 20-142 Leiden Sieval Verzekeringen, Perenweg 21, 071-5320091 Leiden Invest 1 B.V., Bargelaan 12 Leiden Finance Formule B.V., Bargelaan 12 Leiden Assucom Assurantiën, Rijnsburgerweg 143, 071-5171141 Lelystad De Financiële Partners, Kempen 9, 0320-229650 Maastricht Herman J. Timme, Sint Lambertuslaan 41, 043-3252892 Naarden HaHaGe B.V., van Ostadelaan 48 Naarden Tripartie Raadg. in Ass. BV io, Adriaan Dortsmanplein 3, 035-6959900 Nijkerkerveen Lazic Beheer B.V., Westerveenstraat 36, 033-2538343 Nistelrode H&L Adviesgroep van Diest, Vatenstraat 17, NoordAssur.knt. W.J. van der Stok, Scharwoude Dorpsstraat 568, 0226-314673 Opijnen 2BB Verzekeringen, Repensestraat 31, 0344-636870 Oss V.O.F. de Groot Assurantiën, Oijenseweg 130, 0412-641139 Ossendrecht Meijlemans Assurantiën B.V., Molenstraat 20-A-B, 0164-673107 Reeuwijk Hageman Assurantiën, Dorpsweg 40, 0182-393957 Rijswijk NCVA, Einsteinlaan 10, 070-3002488 Roelofsarendsveen Van der Meer Adviesgroep, Noordeinde 42, 071-3318765 Roermond vd. Laar/Evers Ass./hyp. BV io, Minderbroederssingel 19, 0475-326110 Rossum Bolk Assurantiën V.O.F., Grotestraat 23, 0541-222520 Rotterdam Brabazon B.V., Lichtenauerlaan 90, 010-4987293 Rotterdam Ronenmar Beheer B.V., Lichtenauerlaan 90, 010-4529566 Rotterdam Sebrechts Beheer B.V., Lichtenauerlaan 90, 010-4739833 Rotterdam Heikomas-Kettner Makel. Assur., Heemraadsingel 195, 010-2440600 Rotterdam De Rotterdamse Adv.grp. B.V., Goudsesingel 212, 010-4140408 Rotterdam Van Schagen Assurantiën, Statenweg 130-D, 010-4651051 Rotterdam G.J. van Bommel B.V., Lichtenauerlaan 90, 010-4817123 Siddeburen Stichting Celsus, Eideweg 6, 0598-430357
8331 HH 4003 WV 5045 NG 5042 WX 7391 HH 7391 HH 7339 EL 1423 CT 3526 ST 9641 EJ 4132 XX 3645 EE 5583 AV 5141 GH 4181 AE 9698 BL 1771 HC 9671 CA 1521 HH 1502 BB 3703 SG 2718 AB 9471 AH 9471 PG 2471 AS 3333 EE 8043 NT 8043 NT 8043 NT 8017 DA
Rademakerstaete B.V., Rademakerstraat 153, Standaardbuiten Kuijpers Assur./Hypothek. B.V., Vlietweg 3-A, 0168-407320 Steenwijk Bercoop Assurantiën, Markt 8, 0521-513704 Tiel A.V.Y.-Verzeker. & Hypotheken, Professor Donderslaan 12, 0344-622245 Tilburg Attentiv - de 3 stromen, Ketelhavenstraat 45-47, 013-5702903 Tilburg PMF Adviesgroep, Nimrodstraat 7, 013-4675267 Twello Stad en Land Intermediair B.V., Ijsbaanweg 7, 0571-277191 Twello Stad en Land Volmachten B.V., Ijsbaanweg 7, 0571-277191 Ugchelen Drs. J.H. de Winter Intermed., Hoog Buurloseweg 143, Uithoorn Rednas Holding B.V. i.o., Eems 22, 0297-560383 Utrecht J.B. Kroeze, Azielaan 570, 030-2889225 Veendam Detax B.V., Marktstraat 27, 0598-612078 Vianen Cé-Es B.V., Sparrendreef 45, Vinkeveen C.A. van der Linden Assuran., Demmerik 84, 0297-261918 Waalre IURASS Assurantiën, ’t Landschut 24, 040-2961343 Waalwijk Financ. Diensten Waalwijk B.V., Stationsstraat 124, Waardenburg ProAssist International B.V., Achterweg 44, 0418-654870 Wedde JH Assurantiën, Lageweg 85, Wieringerwerf ATS Assurantiën Wieringerwerf, Vliestroom 59, 0227-604446 Winschoten D. Doornbos, Burg Schonfeldplein 15-A1, 0597-422233 Wormerveer Verzekerings Advies Holland, Krommenieerweg 229, 075-6218131 Zaandam Burley Assurantiën, Oostzijde 39, Zeist W. Kamerling, Cornelis Schellingerlaan 10, 030-6924830 Zoetermeer Indis Verzekeringen B.V. i.o., Tweede Stationsstraat 257, Zuidlaren Lamberink Assuran. Adv. B.V., De Millystraat 4, 050-4023710 Zuidlaren C.J. van de Wijngaart, Sparrenlaan 10, 050-4094069 Zwammerdam Het Verzekerings Advieshuis, Brugstraat 3, 0172-645302 Zwijndrecht VAN HET Assurantiën, Hyacinthstraat 29 Zwolle Maatwerk Financ. Diensten B.V., Lisdodde 8 Zwolle Otten-van Zuthem B.V., Lisdodde 8 Zwolle Woonhuistotaal B.V., Lisdodde 8 Zwolle E.M.T. Post, Izak Osstraat 40, 038-4662338
VB_0506_p41 28-02-2006 11:40 Pagina 41
verzekerend buitenland
BELGIË België introduceert de bankmakelaar Wie bemiddelt in bank- en beleggingsdiensten mag zich vanaf 1 juli van dit jaar bankmakelaar noemen. Dat is mogelijk geworden door dat de Belgische Senaat zijn goedkeuring hechtte aan een wetsvoorstel. Daarmee wordt ook de juridische positie van de bestaande bankagenten geregeld. Voor bemiddelaars in bank- en beleggingsproducten geldt op grond van de nieuwe wet een verplichte inschrijving bij de bevoegde autoriteit. Zij moeten voldoen aan vereisten op het punt van vakkennis, financiële draagkracht en betrouwbaarheid en zij moeten beschikken over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Bankmakelaars staan onder toezicht en voor hen gelden transparantieregels en gedragsvereisten. (De Verzekeringswereld)
FRANKRIJK Intrekking rijbewijs wegens strafpunten Het Franse Waarborgfonds constateert een enorme groei van het aantal verkeersongevallen dat is veroorzaakt door een chauffeur die niet over een rijbewijs beschikt. In 2005 ging het om zo’n 33.000 automobilisten – dat is driemaal zoveel als in 2004 en tienmaal het aantal dat in 2003 werd vastgesteld. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken publiceerde ook cijfers: in 2005 werden 3.590.354 overtredingen door automobilisten geconstateerd. Vergeleken met 2004 is dat een stijging met 40 procent. De overtredingen resulteerden in bijna 7,5 miljoen strafpunten. Voor de 54.242 automobilisten die daarmee op een saldo van nul punten kwamen betekende dit dat zij hun rijbewijs moesten inleveren. Daar staat tegenover, dat 80 procent van de houders van een rijbewijs nog alle twaalf punten heeft. l’Argus de l’Assurance)
VERENIGD KONINKRIJK Niet voorbereid op slecht weer Aon onderzocht in hoeverre Britse automobilisten zijn voorbereid op slechte weersomstandigheden. De uitkomsten waren onthutsend. Van alle automobilisten in het Verenigd Koninkrijk heeft 15 procent nog nooit gereden terwijl het sneeuwde en voor de categorie 18-24 jaar is dat zelfs 23 procent. Van de mannelijke chauffeurs weet 53 procent hoe ze sneeuwkettingen moeten omdoen, bij vrouwen is dat slechts 14 procent. En een kwart van alle chauffeurs denkt dat bij extreme hitte door het aanzetten van de airco oververhitting van de motor wordt voorko-
men. In Schotland kiest bijna eenderde (31 procent) voor deze ‘oplossing’. (Post Magazine) Nu ook mannen prooi voor tasjesdieven Tasjesdieven hadden het totnogtoe gemunt op vrouwen. Dankzij het toegenomen gebruik van kleine elektronische apparatuur vormen nu ook mannen een doelwit voor deze gauwdieven. Diefstal van tassen bij mannen neemt in rap tempo toe nu deze ipods, blackberries en mobiele telefoons herbergen. Het feit dat mannen meer en meer hun zware aktetassen inruilen voor lichtere tassen van canvas of leer maakt het de dieven allen maar gemakkelijker. (Insurance Journal)
IERLAND Fortis exporteert Postbanksucces Fortis voert op exclusiviteitsbasis onderhandelingen met An Post in Ierland. De bedoeling is dat beide partijen een joint venture aangaan die zich richt op financiële dienstverlening. Dat de Ierse Post in zee wil gaan met Fortis heeft deze te danken aan de tienjarige ervaring die is opgedaan in de samenwerking met de Post in België en de succesvolle oprichting van de Postbank bij onze zuiderburen. De geplande samenwerking past binnen het streven van Fortis om zijn vleugels verder uit te slaan in Europa – in het bijzonder in groeimarkten zoals Ierland. (Post Magazine) Marktverovering vanuit Ierland AXA Duitsland gaat zijn klanten Ierse levensverzekeringen aanbieden. Het onlangs opgerichte AXA Life Europe heeft inmiddels al een vergunning en de verkoop in Duitsland gaat op 3 april van start. De pensioenmarkt vormt het belangrijkste doelwit. De inzet is een in de Verenigde Staten erg succesvol gebleken gegarandeerd beleggingsproduct. Naar verluidt, zou de in Dublin gevestigde levensverzekeraar binnenkort in twee andere landen op het Europese vasteland een bijkantoor openen. De aanvragen daarvoor liggen al bij de toezichthouder. Overigens is AXA niet de eerste levensverzekeraar die onze oosterburen vanuit Ierland bedient: Canada Life Europe doet dit al sinds 2000 – en met groot succes. (Unison)
EG Grensoverschrijdende verzekeringsactiviteiten De uitkomsten van de tweede ‘International Cross Border Life Insurance Survey’ laten er
geen misverstand over bestaan: in Ierland, Liechtenstein en Luxemburg gevestigde levensverzekeringsmaatschappijen hebben nieuwe markten in het vizier. Tillinghast vroeg de 82 levensverzekeraars in deze drie grootste cross-bordermarkten naar hun mening. Daarbij bleek dat hun aandacht vooral uitgaat naar België, Duitsland en Italië. Zij geven daarbij aan dat verzekeringsklanten nog geen idee hebben van het brede productenpakket dat binnen de Europese markt binnen hun bereik is. Momenteel zijn er nog wel belemmeringen, want de fiscale behandeling van levensverzekeringen verschilt van land tot land. Meer dan driekwart van de ondervraagde levensverzekeraars verwacht overigens dat deze binnenkort door harmonisatie van de wetgeving worden weggenomen. (Versicherungswirtschaft) Grote ontevredenheid onder bankklanten Uit een onder 23.000 bankklanten in Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Nederland, Spanje en Zweden gehouden onderzoek bleek dat 67 procent van de ondervraagden dacht niet eerlijk en billijk te worden behandeld door hun bank. De grootste ontevredenheid werd geconstateerd bij de Italianen (87 procent) en de Fransen (78 procent). In Duitsland wantrouwt circa 50 procent van de ondervraagde klanten hun bank. Niettemin is de bereidheid om van bank te wisselen niet bijster groot. Slechts 5 procent van de ondervraagden gaf aan binnen een jaar te willen overstappen naar een andere bank. (Versicherungswirtschaft)
CANADA Regels voor tussenpersonen Canadese toezichthouders zijn tot de conclusie gekomen dat klanten niet hoeven te weten hoeveel intermediairs verdienen. “Wat klanten écht willen weten, is of zij een product krijgen dat past bij hun behoeften en dit tegen een concurrerende prijs,” verklaarde Grant Swanson, die in Ontario verantwoordelijk is voor het uitgeven van vergunningen en het toezicht op marktgedrag. Onder zijn voorzitterschap heeft een commissie van toezichthouders deze drie algemene regels voor tussenpersonen opgesteld: - Een intermediair moet het belang van klanten en potentiële klanten boven zijn eigen belang stellen; - Klanten moeten worden geïnformeerd over een eventueel belangenconflict dat verband houdt met een transactie of advies; - Het geadviseerde product moet passen bij de behoeften van de klant. (Toronto Star)
nummer 5 - 2 maart 2006
41
VB_0506_P 27-02-2006 14:55 Pagina 42
Vorig jaar is bij Doctors Pension Funds Services een nieuwe koers uitgezet die moet leiden tot een verdere professionalisering van de dienstverlening aan de deelnemers. Binnen de afdeling Pensioenbeheer vindt een verdere uitbreiding plaats van de adviesgroepen SPH en SPMS en zijn wij op zoek naar vakkundige en klantgerichte
Pensioenadviseurs (fulltime) Binnen de afdeling Pensioenbeheer wordt de directe dienstverlening verricht door twee adviesgroepen gericht op SPH respectievelijk SPMS. Beide adviesgroepen bestaan uit Financieel adviseurs en Pensioenadviseurs. De Pensioenadviseurs voeren de pensioenregelingen uit en informeren de deelnemers zowel mondeling als schriftelijk over de pensioenregeling en aanverwante zaken. De Pensioenadviseurs voeren mutaties uit in het administratiesysteem, maken pensioenberekeningen, stellen de vrijwillige en verplichte pensioenopbouw vast, behandelen hardheidsclausules en handelen klachten af ingevolge de klachtenprocedure. Wat we vragen U beschikt over een afgeronde HBO-opleiding of HBO werk- en denkniveau en u heeft algemene kennis van - en ervaring met de uitvoering van pensioenregelingen. Tot uw competenties behoren: vakkundigheid, klant- en servicegerichtheid, betrouwbaarheid en accuratesse. U beschikt over communicatieve vaardigheden zowel mondeling als schriftelijk. Het is voor u een uitdaging om samen met collega’s vorm te geven aan een professionele adviesgroep. Wat we bieden Een organisatie in ontwikkeling, waar ruimte is voor professionals om hun kennis en ervaring in te brengen. Tevens krijgt u alle mogelijkheden om uw competenties verder te ontwikkelen. Doctors Pension Funds Services biedt u een uitstekend pakket arbeidsvoorwaarden, waaronder een concurrerend salaris, een premievrij pensioen, een tegemoetkoming in de ziektekosten en een eindejaarsuitkering. Interesse? Stuur dan binnen 14 dagen na het verschijnen van deze advertentie een brief Doctors met een CV naar Doctors Pension Funds Services B.V., ter attentie van Pension Funds de afdeling P&O, Postbus 85344, 3508 AH Utrecht. Services BV te Voor meer informatie over de functie kunt u contact Utrecht is al ruim 30 jaar opnemen met de heer R.A. Bons, afdeling P&O, de uitvoeringsorganisatie van de telefoon: 030-2528740 twee grootste beroepspensioenfondsen van Nederland: Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen (SPH) en Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS) In Doctors Pension Funds Services zijn pensioenbeheer en -advies en vermogensbeheer van de twee fondsen ondergebracht. De organisatie beheert een pensioenvermogen van meer dan 12 miljard euro. De door de deelnemers (ruim 14.000 artsen) ingelegde premies worden zowel in Nederland als internationaal belegd. Uit het vermogen worden de pensioenen betaald aan bijna 10.000 pensioengerechtigden.
VB_0506_P 27-02-2006 14:58 Pagina 43
De Groene Financiële Adviseurs B.V. is een professioneel intermediair in duurzame beleggingsobjecten. In verband met uitbreiding van de activiteiten zijn wij op zoek naar:
Buitendienstmedewerkers m/v voor de regio Noord-Holland (noord), Noord-Brabant (west) en Zeeland, Noord Brabant (oost), Gelderland (oost) en Overijssel Taken: Het bezoeken en adviseren van particuliere relaties, zowel overdag als in de avonduren. Het onderhouden van duurzame contacten met deze relaties, het plegen van acquisitie. Wij vragen: • Ervaring in een commerciële buitendienst functie, bij voorkeur in de financiële dienstverlening • Zelfstandig kunnen werken (vanuit huis) • De bereidheid om noodzakelijke diploma’s te halen • Assurantie B is een pré • Affiniteit met duurzame financiële producten • Goede communicatieve en sociale vaardigheden • In bezit van rijbewijs • Kunnen omgaan met gangbare offerte en database programma’s
Wij bieden: • Een zelfstandige functie • Eventueel auto van de zaak • Informele organisatie • Een basis salaris en een goede provisieregeling • Voldoende opleidingsmogelijkheden Je kunt je sollicitatie met cv richten aan: De Groene Financiële Adviseurs B.V. t.a.v. dhr. J. Ritskes Postbus 2032, 2800 BD Gouda via e-mail mag ook:
[email protected] Voor informatie over deze functie kan je bellen met Hans Knetsch 0182 - 570 290
Samen werken aan een duurzame wereld! 2806-4•GFA buitendienst.indd 1
20-02-2006 12:06:30
HaadVWdWY[a6dW`fZWAhWd[\eeW^W`9da`[`YW`laW]W`i[\WW`, :WfTWVd[\X, BWdea`S^8[`S`U[S^B^S``[`Y[e WW`a`VWdVWW^hS`3dW`VSWW` X[`S`U[Wd[`Ye_SSfeUZSbb[\_WfdWWVe $'\SSdWdhSd[`Y BWdea`S^8[`S`U[S^
4g[fW`V[W`efSVh[eWgd BWdea`S^8[`S`U[S^B^S``[`Y_!h
B^S``[`Y[eWW`a`SXZS`]W^[\] fgeeW`bWdeaa`V[Wl[UZTWl[YZagVf _WfZWfSS`T[WVW`hS`]dWV[WfW` ZkbafZW]W`W`hWdlW]Wd[`YW`SS`
<W SVh[eWWdf W` TWYW^W[Vf _Wf `S_W bSdf[Ug^[WdW ]^S`fW` <W hWd]aabf ZkbafZW]W` eUZSVWhWdlW]Wd[`YW` ^WhW`ehWdlW]Wd[`YW` W` SVV[f[a`W^W X[`S`U[^W bdaVgUfW` 6W SVh[WeYWebdW]]W`W`TWYW^W[V[`YhS`]^S`fW`lg^^W`hWW^S^[`VWSha`VgdW`b^SSfeh[`VW` <WTW`fa_lWfYWd[UZfW`h[`VfZWfWW`g[fVSY[`Ya_fWiWd]W`_WfWW`fSdYWf
Ua`eg_W`fW` :WfTWVd[\XiWd]f
I[\hdSYW`,
I[\T[WVW`,
?4A!:4AiWd]W`VW`]`[hWSg 6 [b^a_SÃe3eegdS`f[W4W`Ia`[`YX[`S`U[Wd[`Y ;W`;;aXE7:l[\`hWdW[ef
7W`SXi[eeW^W`VWTSS`T[``W`WW`
hWdlW]Wd[`Ye_SSfeUZSbb[\W`W`
ZkbafZWW]hWdefdW]]Wde[`@WVWd^S`V
7 `[YW\SdW`WdhSd[`YS^eZkbafZWW]! X[`S`U[WW^SVh[eWgd
F dWXiaadVW`,ahWdfg[Y[`Ye]dSUZf ]^S`fYWd[UZfefdWeeTWefW`V[YW`Ua^^WY[SS^
eWUg`VS[dWSdTW[VehaadiSSdVW` 4[\VWlWXg`Uf[WiadVfWW`SgfafWd TWeUZ[]][`YYWefW^V
eS_W`_WfWW`YdaafSS`fS^
laVSfWdS^f[\VWW`labSeeW`V _aYW^[\]SVh[WeYWYWhW`]S` iadVW` BWdea`S^8[`S`U[S^B^S``[`Y [eYWhWef[YV[`DWWgi[\]
[`Xad_W^WiWd]eXWWdWW`YaWVeS^Sd[e ab^W[V[`Ye_aYW^[\]ZWVW`W`bd[_S
9W`fWdWeeWWdV1 Efggd\Wea^^[U[fSf[W_WfUgdd[Ug^g_h[fSWT[``W`#"iWd]VSYW``SSdBWdea`S^8[`S`U[S^B^S``[`Y f S h 3_TWdhS`D[\`SXVW^[`YBWdea`WW^elS]W`BaefTge#&($*#"35DWWgi[\] ?S[^W`_SY aa],S_TWd hS` d[\`2SdW`VS `^ 4W^haad_WWd[`Xad_Sf[W_Wf
VB_0506_p44 28-02-2006 11:40 Pagina 44
dat is ook waar
Valt schijndood ook onder fraude met levensverzekeringen?
Verzekerd of niet, de tandarts komt toch wel aan zijn trekken.
Succesvol beleggen in aandelen: het va banquegeheim.
11.000 vergunningaanvragers in de overgang.
Met het Deltaplan fraudebestrijding laten verzekeraars de zandzakkenfase eindelijk achter zich.
Jaarruimtevrees.
Het zou niet de eerste bedrijfstak zijn waar diploma’s onvoldoende blijken om aan het werk te blijven.
Zo’n lening lukt weer wel als je zeerpositief bent.
Die 1250 euro van Letselcash kan het best gebruikt worden om een echte advocaat in te schakelen.
Dierlijk gedrag is uiteindelijk ook op mensen overdraagbaar gebleken.
Afrekenen bij (de) Kassa:
Referare necesse est
dat is waar ook
44
nieuws
Verzekeraar Hiscox reikt Art Award uit
Sprekende bankpas
In Arti et Amacitiae aan het Rokin in Amsterdam wordt een expositie gehouden in het kader van de Hiscox Art Award. Hiscox is een wereldwijde verzekeraar van kunst die vooral vermogende particulieren tot klant heeft. De in Engeland gevestigde onderneming verzekert niet alleen kunst, maar verzamelt, sponsort en promoot het. Doel van de tentoonstelling is om de vernieuwende kwaliteiten van enkele jonge kunstenaars te laten zien. In samenwerking met de Gerrit Rietveld Academie en het Sandberg Instituut is een groep van zes jonge curatoren samengesteld die op de diverse academies in Nederland als scouts gezocht hebben naar opvallend talent. Vijf kunstenaars zijn voorgedragen voor de award. Een internationale jury zal tijdens een openbare beraadslaging op 16 maart om 14.00 uur in Arti et Amacitiae vaststellen wie de winnaar is. De award wordt daarna uitgereikt door Robert Hiscox, Chairman van de Hiscox Group, kunstverzamelaar en groot liefhebber en kenner van moderne kunst. De expositie loopt van 24 februari t/m 17 maart 2006.
voor visueel
Jong Management kijkt rond bij Delta Lloyd Zorg De leden van Jong Management kring Den Haag, een netwerk van ondernemers, directeuren en managers tot veertig jaar, brachten onlangs een bezoek aan Delta Lloyd Zorg. De directie van Delta Lloyd had de jeugdige managers uitgenodigd om de managementaspecten van het nieuwe zorgstelsel te verduidelijken. Verkoopdirecteur Leo Seijsener ontving de gasten met een toelichting op de aanpassing van het zorgbedrijf. Gert Jan Wissink, medewerker beleidsontwikkeling, gaf uitleg over de basisverzekering, het verband tussen zorg en inkomen en te verwachten discussiepunten. Paul van Hecking Colenbrander, teamleider Beleid, Productbeheer & Communicatie, lichtte toe hoe de organisatie gereed wordt gemaakt voor invoering en toepassing van de Zorgverzekeringswet. Hij deed dit aan de hand van de verschillende deelprojecten. De uitvoering van impactanalyses en de aanpassing van systemen stonden hierbij centraal. De leden van Jong Management kozen voor een bezoek aan Delta Lloyd vanwege de actualiteit van het nieuwe zorgstelsel. Zij stelden vragen over onder andere marktwerking, prijsconcurrentie, winstgevendheid en wel of geen hogere premie bij ongezond leven.
gehandicapten
SNS Bank introduceert een sprekende digipas waarmee blinden en slechtzienden kunnen internetbankieren en -beleggen. Met dit initiatief wil de bank ‘zelfredzaamheid’ bevorderen. Het apparaat heeft extra grote knoppen en een groot display. Wanneer de gebruiker een cijfer intoetst klinkt een piep. Het door de digipas berekende resultaat (‘de handtekening’) wordt in het Nederlands uitgesproken en is via een ingebouwde speaker of koptelefoon te beluisteren.
Lengkeek, Laarman & De Hosson in de sneeuw Vorige maand organiseerde Lengkeek, Laarman & De Hosson voor de twaalfde keer de traditionele nieuwjaarsbijeen-komst voor relaties ‘in de sneeuw’. In Snow World in Zoetermeer waren vele honderden bekenden uit de verzekeringswereld en andere opdrachtgeverskringen aanwezig. Veel gasten maakten van de gelegenheid gebruik om te skiën of te snowboarden. Beginners konden desgewenst deelnemen aan een speciale les onder deskundige begeleiding. Gasten die zich daar niet toe wilden laten verleiden konden zich amuseren in het Tiroler Hof.
VB_0506_p45 28-02-2006 11:40 Pagina 45
nieuws
AEGON: twee nieuwe volmachten
150ste diploma ‘Beleggen voor de finan-
AEGON verleende volmachten aan de Athena Adviesgroep (Aalsmeer) en Lands Advies (Beverwijk). Athena Adviesgroep telt zo’n honderd medewerkers en heeft naast de hoofdvestiging in Aalsmeer ook kantoren in Hoofddorp en Beverwijk. Lands Advies is met 38 medewerkers actief in de regio Noord-Holland. AEGON en Lands Advies werken al een aantal jaren samen via het provinciale kanaal. Lands Advies heeft de afgelopen tijd meerdere grote portefeuilles overgenomen.
cieel adviseur’ uitgereikt
Jan Hollaar (Sales Manager AEGON), Reinier Geurts (directeur Operations Volmachten Athena Adviesgroep), Jos Beyerman (Volmachtmanager AEGON), Dolf Burger (Volmachtbeheerder AEGON), Harry van der Zwan (AEGON, directeur Verkoop Intermediair) en Frans Belderbos (algemeen directeur Athena Adviesgroep)
Het 150ste NIBE-SVV certificaat ‘Beleggen voor de financieel adviseur’ is uitgereikt aan Gert-Jan de Bekker van Vrijdag & de Bekker Makelaars en Hypotheken in Boxmeer. Eind vorig jaar organiseerde WestlandUtrecht deze tactische training. Meer dan tweehonderd adviseurs werden in een gratis driedaagse cursus voorbereid om aan de nieuwe Wfd-richtlijnen te voldoen. WestlandUtrecht organiseerde de cursus om in de kennisbehoefte bij tussenpersonen op het adviesterrein van hypotheken en beleggen te kunnen voorzien. De cursisten die deelnamen reageerden positief op de cursusopzet. Waar in de reguliere NIBE-SVV-opleiding 40 uur zelfstudie nodig is, was dat voor de driedaagse cursus nog slechts 15 tot 20 uur. Na afloop kon vervolgens direct examen worden gedaan. Uit handen van Jeroen Prevo, regiodirecteur Sales van WestlandUtrecht, ontving Gert-Jan de Bekker het behaalde diploma. “Ik beschouw de opleiding als een waardevolle aanvulling op mijn dagelijkse werk. Het niveau en het tempo zijn goed en wat je leert is ook nog eens direct toepasbaar in de praktijk. Ik ben nu beter in staat om mijn klanten conform de nieuwe richtlijnen te adviseren over beleggingsproducten,” aldus De Bekker.
Schaatsers in AEGON-commercials AEGON bracht tijdens de Olympische Spelen in Turijn een nieuwe commercial uit met daarin De Wil van Barbara de Loor als middelpunt. De eerste uitzending was op de dag dat De Loor in Turijn de 1000 meter schaatste. De spot is de tweede in de nieuwe thematische campagne van AEGON waarin De Wil van eigenzinnige, wilskrachtige mensen centraal staat. Eerder zond de verzekeraar een commercial uit met daarin De Wil van Rintje Ritsma. In beide spots staat impliciet de levensloop van de schaatsers centraal. Vanaf 1 maart wordt er aan beide commercials een ‘twinspot’ toegevoegd waarbij de AEGON LevensloopRekening als financiële oplossing wordt gepresenteerd.
Jeroen Prevo (links) overhandigt het diploma aan Gert-Jan de Bekker.
SNS REAAL sponsort Vrienden van het Concertgebouw Advieslounge Zwitserleven in Amsterdam Aan de Overtoom in Amsterdam heeft pensioenverzekeraar Zwitserleven zijn tweede advieslounge geopend. Hier kunnen particulieren advies krijgen over pensioenen, hypotheken en financiële planning. Eind vorig jaar opende Zwitserleven de deuren van de eerste advieslounge in Scheveningen. De start van een eigen franchiseformule is onderdeel van de multidistributiestrategie van de verzekeraar. De opening van de advieskantoren is een pilot. Na ongeveer zes maanden zullen de resultaten van de franchiseactiviteiten worden geëvalueerd en zal Zwitserleven zich beraden op vervolgstappen.
SNS REAAL Groep wordt met ingang van het seizoen 2006/2007 hoofdsponsor van de Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest. Er is een overeenkomst gesloten voor een periode van drie seizoenen. Door de sponsoring heeft de Vereniging extra armslag om haar activiteiten, zoals dee kamermuziekconcerten met leden van het Concertgebouworkest en het jaarlijkse Vriendenkrans Concours voor jonge musici uit te bouwen. Ook biedt de sponsoring de Vereniging meer mogelijkheden tot het werven van nog meer vrienden. De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest is opgericht in 1943 en is met bijna 13.000 leden en Preludiumabonnees een van de grootste Vriendenverenigingen in Nederland.
nummer 5 - 2 maart 2006
45
VB_0506_p46 28-02-2006 11:41 Pagina 46
satire
Wees een vent, word referent “Nou kijk, het zit zo. Ik moest als referent iemand op een formulier zetten. Een betrouwbare persoon die mij goed kent. Die desgevraagd kan getuigen dat ik deug. Snap je? Jij kent mij van haver tot gort. En nu kom ik opbiechten dat ik jou heb opgegeven als mijn referent. Dat vind je toch wel goed?” Klanten. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. De een wil een snelle coupe, de ander een advies over shampoo enzovoort. Daar kunt u zich na alles wat ik u over mijn vak verteld heb, inmiddels wel wat bij voorstellen. Ik ga er bovendien van uit dat u ook wel eens een vakbroeder of -zuster van mij bezoekt. Dus u zult begrijpen dat ik wat verbaasd was over de vraag van mijn klant. Het is normaal een vrij zelfverzekerd type. Weet wat hij wil, heeft altijd een mop klaar, maar vandaag herken ik hem nauwelijks. Dat gedoe met die referentie zit hem dwars. “Het kost je niks hoor,” pleit hij verder. Ik vraag hem of een barbier aan het profiel voldoet dat men gewoonlijk met referent aanduidt. “Ach, het is ook allemaal zo nieuw voor ons. Sinds het begin van dit jaar zijn wij financieel dienstverleners in een nieuw tijdperk gestapt. Alles is anders.” Wat hoor ik nu? “Ben je nu financieel dienstverlener?” “Ja, dat klopt. Eerst was ik agent, toen tussenpersoon, daarna intermediair. Nu weer financieel dienstverlener, maar je mag me ook bemiddelaar noemen. Vroeger sloot ik verzekeringen af en nu bemiddel ik in complexe producten.” Ik wist niet dat hij van beroep veranderd was. Maar dat blijkt ook niet zo te zijn. “Bottom line, ik doe nog steeds hetzelfde werk, maar de eisen rondom mijn vak zijn veranderd. De kern blijft hetzelfde. De Klant en daaromheen mijn drie P’s: Producten, Portefeuille en Provisie. Maar nu moeten we eerst het hele alfabet door. Ik ben net bezig met de drie A’s. Afzien, Administratie en Aanvaarding. En die referent hoort precies in dat rijtje.” “Wat dacht je van een notaris of een ambtenaar?” vraag ik.
46
“De enige ambtenaar die ik ken, is een reclasseringsambtenaar. Dat lijkt me niet de aangewezen persoon en gelukkig heb ik die ook al in geen twintig jaar gezien. Sinds ik mijn laatste motorfiets moest laten verschroten, heb ik ook helemaal geen contacten meer gehad met justitie. Mijn oude vrienden van de motorclub lijken mij gezien de recente ontwikkelingen ook niet de aangewezen personen. Nee, barbier, jij bent mijn enige kans.” “Dominee?” opper ik nog. “Die heb ik in de laatste tien jaar ook maar drie keer gesproken. Bij mijn trouwen en bij de doop van mijn kinderen. Ik heb geen geestelijke of sociale nood en ik ga niet vanuit mijn bank naar hem zitten zwaaien om zijn aandacht te krijgen. Jou zie ik iedere veertien dagen. Wat wij al niet besproken hebben, hier op deze stoel. Wat klets ik toch. Man, we hebben nog samen in de zandbak gezeten. Wees toch een vent en word mijn referent.” Daar heeft hij een punt. Samen op schoot bij Juf Alie, samen stappen toen we in dienst zaten. Getuige bij mijn huwelijk. (Ook een soort referent.) Ik kan die man zo’n eenvoudig verzoek toch niet weigeren? Al mijn verzekeringsbelangen heeft hij altijd keurig behartigd. Maar als ik nu met hem in zee ga, dan komt hij me volgende week strikken voor een complex product. Dat is wel het laatste waar ik behoefte aan heb. Financiën zijn me nu al ingewikkeld genoeg. “Waarom twijfel je toch? Zo ken ik je niet. Wat zit je dwars?” Ik vertel hem openhartig dat die complexe producten mij dwarszitten. Hij rolt van mijn stoel van het lachen. “Die heb je allang. Je pensioen en je hypotheek heten nu complexe producten. Om het transparanter te maken.” Ineens gaat me een licht op. “Als referent gewoon een ander woord is voor makker, dan ben ik je man. Basta. We gaan nu eerst naar Ireen Wüst kijken, want die gaat volgens mij de klinkers uit het ijs schaatsen.”
Barbier
VB_0506_P 27-02-2006 15:00 Pagina 47
Met N.I.A. zit je bij de groten aan tafel
+ snelheid
+ gemak
rendement
=
Winst op alle fronten N.I.A. is dé club voor kleine en middelgrote intermediairs. Als jonge, frisse inkooporganisatie zitten we bij de grote jongens aan tafel. Onze agendapunten: scherpe rentetarieven, aantrekkelijke provisies en snelle offertelevering. Ruim duizend intermediairs ervaren dit schaalvoordeel elke dag. Nu u nog. Meld u daarom ook aan op www.nia.nl.
Hypotheken
•
Verzekeringen
•
N.I.A. (0592) 85 58 55 [email protected] www.nia.nl 060393-NIA Adv.indd 1
Kredieten
• Amev • Argenta • Avéro Achmea • Bank of Scotland • BLG • Bouwfonds • Cardif • Defam • Direktbank • De Ned. Voorschotbank • ELQ • GMAC • Goudse Verzekeringen • Hypotrust • ING Bank • N.I.A. NotarisService • N.I.A. Schade • N.I.A. TaxatieService • Nationale Taxatie Service • NVF Voorschotbank • Onderlinge ‘s Gravenhage • Postbank • Reaal • Rijnlandse Hypotheekbank • SNS Bank • Stad Rotterdam • Taxatiebureau 5punt20 • Unigarant • Winterthur 17-02-2006 14:34:45
VB_0506_P 27-02-2006 15:02 Pagina 48
»;BG>ofej^[a[dm_ddWWh >ofej^[[afheZkYjlWd^[j`WWh¼ J_`Z[di ^[j '+[ >ofej^[a[d ;l[dj _i Z[ m[bGec
?daec[dil[habWh_d]
^ofej^[[a lWd ;BG >ofej^[a[d Zeeh Z[ WWdm[p_][
DWWij abWdj[d c[j 8AH#YeZ[h_d][d WYY[fj[[hj ;BG
fkXb_[ai`kho l[haep[d jej ¹>ofej^[[afheZkYj lWd ^[j
eea i_jkWj_[i ef XWi_i lWd [[d _daec[dil[habWh_d]$
`WWh(&&,º$>_[hp_`dm[k_j[hWWhZ[dehcjhejief$
:[ Gk_Ya ^ofej^[[a _i if[Y_WWb edjm_aa[bZ leeh P[b\ijWdZ_][d [d c[di[d c[j l[hiY^_bb[dZ[ _daec[di#
:[ m[bGec ^ofej^[[a _i [[d ^ofej^[[a if[Y_WWb
lehc[d$ :[p[ ^ofej^[[a aWd mehZ[d ][ibej[d X_`
leeh c[di[d c[j 8AH#YeZ[h_d][d$ M_ij k ZWj [h _d
b[d_d][d jej ''& lWd Z[ [n[Ykj_[mWWhZ[$ Eea ef
D[Z[hbWdZ dWWh iY^Wjj_d] +&&$&&& ^k_i^ekZ[di c[j
Z[p[ cWd_[h cWWaj ;BG >ofej^[a[d ^[j ce][b_`a ec
ah[Z_[j_dY_Z[dj[d p_`d5 :[p[ ededj]edd[d ^ofej^[[a#
edjedj]edd[dcWhaj[dj[X[Z_[d[d$
cWhajmehZj][iY^Wjef,c_b`WhZ[khef[h`WWh$ EdjZ[a ededj]edd[d cWhaj[d c[j Z[ _ddelWj_[l[ :_h[Yje\\[hj[pedZ[hmWY^jj_`Z[d
fheZkYj[dlWd;BG>ofej^[a[d$
Eea ^[j e\\[hj[ fheY[i lWd ;BG >ofej^[a[d _i _dde# lWj_[\$ :[ ^ofej^[[ae\\[hj[i lWd ;BG akdj k edb_d[ X_dd[d'&c_dkj[dcWa[dl_W^[j[njhWd[jlWd;BG$K ^e[\jZkid_[jj[mWY^j[defZ[e\\[hj[leehkmabWdj$ 8_dd[d'&c_dkj[dZk_Z[b_`a^[_Z"Wbj_`Z[del[hWb$
A_`aleehc[[h_d\ehcWj_[efmmm$[bg$dbe\X[bc[j&(./&*&)+$ :[m[bGec^ofej^[[amehZjk_jibk_j[dZZeeh^[j_dj[hc[Z_W_he\_daeefYecX_dWj_[iWWd][XeZ[d$