Toets Nederlandse Richtlijn Bodembescherming Galvano Technisch bedrijf Mikron B.V. Tilburg
augustus 2014
Colofon
titel
Toets Nederlandse Richtlijn Bodembescherming Galvano Technisch bedrijf Mikron BV
rapportnummer
14.1056.NRB.01
onderzoeksadres
Jules Verneweg 10 Tilburg
opdrachtgever
Galvano Technisch bedrijf Mikron BV de heer F. Heijnen Jules Verneweg 10 5015 BL Tilburg
opgesteld door
Stamlijn milieuadvies R. Lips Speelhuislaan 52 4815 CG Breda 076-5813974
[email protected]
plaats en datum
Breda, 29 augustus 2014
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
Inhoud 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 1
2
Locatie ............................................................................................................................................. 2
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4
Locatiegegevens .......................................................................................................................... 2 Activiteiten .................................................................................................................................. 2 Stoffenschema en maatwerk ...................................................................................................... 3 Stappenplan................................................................................................................................. 3 Bodemrisicochecklist (BRCL) ....................................................................................................... 3 Bodemonderzoek in de NRB........................................................................................................ 3 Aanvaardbaar bodemrisico ......................................................................................................... 3 Bodem Risico Analyse...................................................................................................................... 4 Activiteiten en stoffen ................................................................................................................. 4 Inventarisatie activiteiten en maatregelen ................................................................................. 8 Maatregelen & plan van aanpak ............................................................................................... 10 Bodemrisico ............................................................................................................................... 10 Conclusie en aanbevelingen .......................................................................................................... 11
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
1
Inleiding
Bij bedrijfsmatige activiteiten, waarbij het risico bestaat dat bodemvreemde stoffen in de bodem terechtkomen, moet een bedrijf zijn bodem beschermen tegen die stoffen. De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) beschrijft of en zo ja, hoe een bedrijf dit moet doen. De NRB is een harmoniserend instrument voor de beoordeling van de noodzaak en redelijkheid van bodembeschermende maatregelen en voorzieningen. De richtlijn geeft voor bodembedreigende bedrijfsmatige activiteiten een beschrijving van geschikte combinaties van voorzieningen en maatregelen (cvm). Deze zijn gebaseerd op de stand der techniek, die is vastgelegd in kennisdocumenten en beoordelingsrichtlijnen. In de NRB staat het begrip ‘verwaarloosbaar bodemrisico' centraal. Voorzieningen en maatregelen moeten een verwaarloosbaar bodemrisico realiseren voor de duur van de bedrijfsmatige activiteiten. In opdracht van Mikron BV is een aanvullende bodemrisicoanalyse uitgevoerd aan de op de bedrijfslocaties aan de Jules Verneweg 10 te Tilburg. De aanvullende bodemrisicoanalyse vindt plaats in het kader van voorschriften uit de milieuvergunning.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
1
2
Locatie
2.1 Locatiegegevens Mikron BV is gevestigd op een drietal bedrijfspercelen aan de Jules Verneweg te Tilburg. Het buitenterrein is verhard met klinkers. Inpandig is het bedrijf volledig voorzien van een dikke betonvloer (20 cm). In de verchromerij is deze vloer afgewerkt met een vloeistofdichte coatinglaag. In de verchromerij zijn de chroombaden verzonken in de vloer aangebracht. De chroombaden zijn van kunststof, welke in een gecoate metalen buitenbak zijn geplaatst. 2.2 Activiteiten Ontchromen Bij het ontchromen wordt door middel van natriumhydroxide het chroom opgelost. Afhankelijk van de te ontnemen chroomlaag wordt een object gedurende een bepaalde tijdsduur gedompeld in het bad. Hardverchromen Bij hardverchromen wordt door middel van een elektrische stroom een laagje chroom op het materiaal aangebracht. Het te verchromen werkstuk wordt in een oplossing van chroomzuur (chroomtrioxide) gehangen. De dikte en de kwaliteit van de laag is o.a. afhankelijk van de concentratie, de stroomsterkte en de tijdsduur. Ten behoeve van het ontvetten van metalen werkstukken wordt ontvettingsmiddel gebruikt. Tesamen met onder andere sterke zepen worden deze stoffen op lekbakken bewaard.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
2
Nederlandse Richtlijn Bodembescherming 2.3 Stoffenschema en maatwerk Met de publicatie van de nieuwe NRB in april 2012 is invulling gegeven aan de behoefte aan meer maatwerk voor bedrijven. Met het opnemen van een Stoffenschema in combinatie met de Stoffenlijst is een afwegingssystematiek geïntroduceerd. Hiermee kan de bodembedreigendheid van stoffen worden bepaald en daarmee het vereiste voorzieningenniveau. De keuze voor maatwerk is wel verbonden aan voorwaarden. De houder van de inrichting kiest vanwege de bijzondere bedrijfssituatie op basis van het Stoffenschema of de bodemrisicofactor voor een alternatieve combinatie van voorzieningen en maatregelen (cvm). Voorwaarde hierbij is dat bevoegd gezag bepaalt of deze alternatieve vorm van cvm ook leidt tot een verwaarloosbaar bodemrisico. 2.4 Stappenplan Met het Stappenplan in de nieuwe NRB kunnen bedrijven bepalen in hoeverre binnen de inrichting sprake is van een bodembedreigende activiteit waarvoor preventieve maatregelen moeten worden getroffen. Dit kunnen ze doen via een bodemrisicoanalyse. Bepalend hierin is het Stoffenschema. De uitkomst van het Stoffenschema bepaalt of er sprake is van een bodembedreigende activiteit. Als hiervan sprake is dan bepaalt vervolgens het Stappenplan of bedrijven gebruik kunnen maken van de standaard cvm via de bodemrisicochecklist (BRCL) of dat ze kunnen kiezen voor een alternatieve cvm via de maatwerkroute. 2.5 Bodemrisicochecklist (BRCL) De BRCL is in de nieuwe NRB geactualiseerd en vernieuwd. Per categorie zijn in tabelvorm alleen de cmv opgenomen die leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico. Daarbij zijn afhankelijk van de type categorie diverse cvm mogelijk om de bodem verwaarloosbaar te beschermen. Ook is per categorie een bodemrisicofactor opgenomen die kort het bodemrisico beschrijft dat van invloed is op de betreffende categorie. In de BRCL kunnen aan de opgenomen voorzieningen en maatregelen normdocumenten zijn gekoppeld. Onder voorzieningen worden fysieke voorzieningen verstaan, zoals vloeistofdichte vloeren en verhardingen, vloeistofkerende vloeren en lekbakken. Dergelijke voorzieningen moeten altijd in combinatie met de daarbij behorende maatregelen worden toegepast. Zo moet een vloeistofdichte vloer of verharding periodiek op vloeistofdichtheid worden geïnspecteerd en gecontroleerd. Vloeistofkerende voorzieningen moeten altijd gepaard gaan met beheermaatregelen (incidentenmanagement). Voor het gebruik van vloeistofkerende vloeren is in de nieuwe NRB een matrix opgenomen waarmee op basis van stofeigenschappen kan worden bepaald of details moeten worden afgedicht. 2.6 Bodemonderzoek in de NRB Bij veranderingen van een inrichting bepaalt het bevoegd gezag afhankelijk van de activiteit de noodzaak tot bodemonderzoek. Hiervoor is in de nieuwe NRB een toelichting opgenomen over de uitvoering van een dergelijk tussensituatie onderzoek. Niet iedere verandering van een bedrijf is namelijk relevant. Het bevoegd gezag kent de lokale situatie, het bedrijf en activiteiten en kan het beste beoordelen of een bodemonderzoek in geval van een verandering binnen het bedrijf nodig is. 2.7 Aanvaardbaar bodemrisico Voor bestaande bedrijfssituaties die bodembedreigend zijn en waarbij het bereiken van een verwaarloosbaar bodemrisico vanwege veelal kostentechnische redenen niet haalbaar is, bestaat de mogelijkheid tot aanvaardbaar bodemrisico. Het bevoegd gezag beslist in overleg met de houder van de inrichting of aanvaardbaar bodemrisico haalbaar is.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
3
3
Bodem Risico Analyse
3.1 Activiteiten en stoffen Bodemrisico wordt veroorzaakt door een activiteit, waarbij bodembedreigende stoffen worden gebruikt die op of in de bodem terecht kunnen komen. Er is dan sprake van een bodembedreigende activiteit. Afhankelijk van de activiteit en de stof kan een verontreiniging of aantasting op of in de bodem ontstaan. De kans op het vrijkomen van de stof en de verspreiding van die stof op of in de bodem, die kan leiden tot een aantasting of verontreiniging van de bodem, noemen we bodemrisico. De mate van bodembedreigendheid van een stof is van invloed op het bodemrisico van een activiteit. Er bestaat echter op dit moment geen methodiek, waarmee op eenvoudige wijze de mate van bodembedreigendheid is vast te stellen. In de NRB wordt nu gebruik gemaakt van intrinsiek wel of niet bodembedreigend. De ‘mate van bodembedreigend-heid’ voor intrinsiek bodembedreigende stoffen is terug te vinden in de zogenaamde ‘maatwerkroute’. In van de NRB is een Stoffenschema opgenomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van twee stoffenlijsten: • een lijst voor intrinsiek bodembedreigende stoffen; • een lijst voor intrinsiek niet bodembedreigende stoffen. Het uitgangspunt is dat voor alle bodembedreigende bedrijfsmatige activiteiten een verwaarloosbaar bodemrisico wordt gerealiseerd. De drijver van de inrichting moet daarom per bodembedreigende activiteit een combinatie van voorzieningen en maatregelen (cvm) treffen om het bodemrisico te reduceren. Deze cvm kan bestaan uit bron- en effectgerichte voorzieningen en maatregelen. Door het treffen van een combinatie van bron- en effectgerichte voorzieningen en maatregelen kan de inrichting: • voorkomen dat stoffen vrijkomen; • voorkomen dat vrijgekomen stoffen naar en in de bodem verspreiden.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
4
Stappenplan NRB
Aan de hand van het stappenplan NRB wordt een inventarisatie gemaakt van de activiteiten bij Mikron BV, de mogelijke bodemrisico’s en de getroffen of wenselijke maatregelen.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
5
(Intrinsiek) niet-bodembedreigende stof? De volgende lijst stoffen en/of materialen worden aangemerkt als intrinsiek niet-bodembedreigende stof, voor zover de stoffen niet verontreinigd of gemengd zijn met andere stoffen: • afvloeiend hemelwater, niet afkomstig van een bodembeschermende voorziening; • niet verontreinigd zoet oppervlaktewater; • waterige oplossingen, getoetst als grondwater, waarin de streefwaarde (van alle stoffen1 als vastgesteld in de vigerende Circulaire bodemsanering) niet wordt overschreden; • gassen (stoffen die boven/bij 0 °C gasvormig zijn); • bouwstoffen zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk), die toepasbaar zijn binnen dat besluit (gecertificeerd overeenkomstig de Regeling Bodemkwaliteit (Rbk)), anders dan IBC-bouwstoffen als bedoeld in artikel 1 van het Bbk; • grond en baggerspecie als bedoeld in artikel 39 van het Bbk; • A-hout en ongeshredderd B-hout; • Snoeihout; • banden van voertuigen; • autowrakken waaruit alle vloeistoffen zijn afgetapt bij een autodemontagebedrijf; • straatmeubilair; • tuinmeubilair; • aluminium, ijzer en roestvrij staal; • kunststof tenzij het lege, ongereinigde verpakkingen van voedingsmiddelen, smeerolie, verf, lak of drukinkt, bestrijdingsmiddelen of gevaarlijke stoffen zijn; • kunststofgeïsoleerde kabels tenzij het oliedrukkabels (o.a. kabelolie houdende hoogspanningskabels), gepantserde papier-loodkabels en papiergeïsoleerde grondkabels zijn; • papier en karton; • textiel en tapijt, en • vlakglas.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
Veel voorkomende bodembedreigende stoffen (niet limitatieve lijst)
Organische (vloei) stoffen, waterige oplossingen of emulsies daarvan: • alcohol(en); • polyolen; • amines; • amides; • anilines; • nitro-verbindingen; • perfluor-verbindingen; • ketonen; • aldehyden; • ethers; • esters; • zuren; • aromaten; • fenolen; • polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK); • halogeenkoolwaterstoffen (vluchtig en niet-vluchtig); • bestrijdingsmiddelen; • oplos-, ontvettings-, ontlakkings- en reinigingsmiddelen metaalbewerkingsvloeistoffen; • lakken, verven en inkten; • oliën en vetten (bv. boor- en snijolie, walsolie, slijpolie, smeerolie, thermische olie, hydraulische olie, spijsolie); • houtverduurzamingsmiddelen, creosootolie, carboleum, naftaleen; • vaste brandstoffen (o.a. steenkool); • vloeibare brandstoffen; • ureum; • gascondensaat. Anorganische (vloei-)stoffen, waterige oplossingen of emulsies daarvan: • zouten van: • zware metalen / kationen, o.a. chroom, cobalt, nikkel, koper, zink, arseen, molybdeen, cadmium, tin, barium, kwik, lood; • anionen, o.a. fluoride, cyanide, sulfide, thiocyanaat, bromide, fosfaat, nitraat, chloride (wegenzout); • complexvormende stoffen, o.a. ammonium, EDTA; • zuren o.a. zoutzuur, fosforzuur, zwavelzuur, salpeterzuur; • basen o.a. ammonia(k), loog; • stoffen bedoeld voor de oppervlakte behandeling van metalen (zoals galvaniseer- en beitsvloeistoffen); • houtverduurzamingsmiddelen (wolmanzout); • bestrijdingsmiddelen. Mineralen en ertsen: • ijzererts, bauxiet, ilmeniet, jarosiet, fosfaaterts, chilisalpeter, etc.; • zwavel. Agrarische bedrijfsstoffen: • mest (vaste, vloeibare en korrels); • kuilvoer; • vaste bijproducten; • gebruikt substraatmateriaal en plantaardig restmateriaal, met uitzondering van hout- en snoeiafval
6
Hieronder met name genoemde stoffen / afvalmaterialen: • (kunst)harsen; • influent, primair slib en vergist zuiveringsslib van rwzi’s; • dierlijk- of slachtafval; • pulpafval uit agrarische producten- en voedings- en genotmiddelenindustrie; • GFT-afval; • niet-gescheiden afval, o.a. vast huishoudelijk, bouw-, sloop- en schrootafval, shreddermateriaal, vloeistofhoudende sloopauto’s, autowrakken, kunststof (landbouwfolie en/of gebruikt verpakkingmateriaal); • vliegas; • verontreinigd straalgrit; • boorspoeling en boorgruis; • email slib.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
7
3.2
Inventarisatie activiteiten en maatregelen activiteit
stoffen
1
Verchromerij vloeren
chroomhoudend spoelwater
2
Verchromerij goten en opvoerput
3
4
5
wel/niet intrinsiek bodembedreigend? (indringing of uitlogen mogelijk?) wel intrinsiek, indringing of uitloging niet mogelijk
categorie volgens BRCL
getroffen voorzieningen en maatregelen
4.2 half open proces of bewerking
chroomhoudend spoelwater
wel intrinsiek, indringing of uitloging niet mogelijk
4.2 half open proces of bewerking
Verchromerij, opslag van spoelwater in tanks en diverse chemicaliën Verchromerij, chroombaden, ontchroombad
chroomhoudend spoelwater, ontvetter, sterke reinigingsmiddelen chroomzuur, natriumhydroxide
wel intrinsiek, indringing of uitloging niet mogelijk wel intrinsiek
3.3 opslag van stoffen in emballage
vloeistofkerende betonvloer 20 cm dik, coating, periodieke inspectie, visueel toezicht, algemene zorg, incidentenmanagement vloeistofkerende betonvloer 20 cm dik, coating, periodieke inspectie, visueel toezicht, algemene zorg, incidentenmanagement opslag alle stoffen boven lekbakken
schuren/nabewerken
geen
--
--
4.2 half open proces of bewerking
het kunststof galvaniseerbad is geplaatst in een stalen gecoate buitenbak. De tussenruimte tussen beide bakken wordt frequent visueel gecontroleerd op lekkages periodieke inspectie en incidentenmanagement --
combinatie voorzieningen maatregelen voldoet? ja
aanvullend te treffen maatregelen
ja
nee
ja
nee
nee
ja, vast monitoringsre gime opstellen.
--
--
Noot: de luchtwasser is inpandig opgesteld in de verchromerij, op circa 3 m boven de vloer. Dit wordt niet beschouwd als een bodembedreigende activiteit
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
8
nee
dubbele bak chroombad
nabewerking inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
gecoate, dichte vloer in verchromerij
chemicaliën op lekbak
9
3.3 Maatregelen & plan van aanpak Uit de inventarisatie in paragraaf 4.2 blijkt dat nagenoeg geen nadere maatregelen benodigd zijn om een voldoende niveau van bodembescherming te verkrijgen. Wel wordt geadviseerd de dubbele bak waarin de chroombaden en het ontchroombad zijn opgesteld, op te nemen in een periodiek inspectiesysteem. In alle situaties is er, als gevolg van een combinatie van activiteiten, voorzieningen en maatregelen, sprake van een verwaarloosbaar bodemrisico. 3.4 Bodemrisico Bij realisatie van bodembeschermende voorzieningen moet het creëren van een verwaarloosbaar bodemrisico standaard het uitgangspunt zijn. Onder bepaalde omstandigheden kan een verwaarloosbaar bodemrisico niet altijd gerealiseerd worden. Veelal in bestaande situaties, waar bijvoorbeeld de aanwezigheid van bebouwing, productiemiddelen of feitelijk gebruik belemmeren dat direct afdoende maatregelen getroffen kunnen worden welke leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico. In dat geval kunnen met het bevoegd gezag maatwerk afspraken worden gemaakt om te komen tot een aanvaardbaar bodemrisico.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
10
4
Conclusie en aanbevelingen
Mikron BV heeft op haar bedrijfslocatie te Tilburg een productieproces wat een potentieel hoog bodemrisico kent. Mikron BV is zich terdege bewust van haar verantwoordelijkheid in deze, een heeft consequent bodembeschermende maatregelen doorgevoerd in het gehele bedrijf. Door de toepassing van vloeistofkerende voorzieningen waar nodig en het hanteren van passende beheersmaatregelen waar mogelijk, is er op het gehele terrein sprake van een verwaarloosbaar bodemrisico.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
11
De bedrijfsriolering voor afvoer van potentieel verontreinigd hemelwater van het buitenterrein is niet vloeistofdicht gecertificeerd. Doch gezien de aard van het afgevoerde hemelwater wordt gesteld dat de aanwezige riolering volstaat om te komen tot een verwaarloosbaar bodemrisico. Aanbevolen wordt het interne inspectieplan vloeistofdichte voorzieningen te handhaven en medewerkers te instrueren ten aanzien van bodemrisico’s en hoe te handelen ter voorkoming hiervan.
inventarisatie bodemrisico Mikron BV Tilburg augustus 2014, versie 1
12