1
toespraak Margot Haasdonk, beleidsmedewerker Erfgoed, gemeente Haarlem DIA 1 Goedemorgen, ook namens de gemeente Haarlem. Heel leuk dat de Rijksdienst dit jaar heeft gekozen voor onze stad. Ik wil u wat vertellen over onze ervaringen vanuit de rol die de gemeente speelt. Maar ik begin eerst even vanuit mijn persoonlijke achtergrond. Klik DIA 2
Mijn moeder heeft in de 2de wereldoorlog iets meegemaakt met brand. Zij
woonde in Middelburg met zijn prachtige historische centrum. Op de derde oorlogsdag bombardeerden de Duitsers een groot deel van de binnenstad en werden er ruim 600 panden vernietigd. Mijn moeder nam haar ervaring en angst mee in mijn opvoeding. Klik DIA 3 Waakzaam zijn op brandgevaar heeft zij mij met de paplepel ingegeven. Haar angst uit zich op sommige momenten nu ook in mijn gedrag. Zo zal ik bijvoorbeeld nooit de kamer verlaten wanneer er kaarsen branden, ga ik het huis niet uit als de wasmachine nog draait en kijk ik wel 3 x of het gas uit is. En ja, ook ik heb mijn kinderen waarschijnlijk bovengemiddeld de oplettendheid voor brand meegegeven. Dit is 1 klein voorbeeldje van wat brand voor een impact kan hebben op een mensenleven. Voorkomen van brand is dus het allerbelangrijkste. Dat betekent wel dat je je bewust moet zijn van de eigenschappen van jouw pand, wat kan brandgevaar opleveren en hoe gedraag je je in een gebouw om brand te vermijden. Goed, om wanneer u monumenteneigenaren spreekt eens te wijzen op de brandgevoeligheid van hun huis voornamelijk door de gebruikte materialen, zoals hout. Het zou goed zijn wanneer eigenaren periodiek door hun pand lopen alsof ze een buitenstaander zijn en kritisch nadenken of er nog maatregelen te treffen zijn om brand te voorkomen. Mijn eerste aanbeveling is dan: Ken uw gebouw. En ja, soms gaat het toch goed fout. Ik kan er op deze plek, deze prachtige nieuwe Koningkerk er niet omheen dat ook Haarlem zijn droeve geschiedenis kent. Klik DIA 4 Op 23 maart 2003 verloren op deze plek, waar tot dan de monumentale Koningkerk stond, drie brandweerlieden het leven. Met dit plaatje wil ik Ben Hannenberg, Renz Knipper, en Douwe van Kooten nog eens gedenken. ……….
2
Gelukkig komen dit soort branden weinig voor. Door de bijzondere architectuur met een grote open ruimte en een hoge toren kan een brand snel toenemen tot een grote, complexe brand. In de hectiek die dan ontstaat, ben je echt niet bezig met het feit dat het om een monument gaat. Ik hoef in dit gezelschap niet te zeggen, veiligheid boven alles. Bij brand gaat het er in de 1e plaats om dat aanwezigen in het pand, zo snel mogelijk naar buiten weten te komen. Historische panden zijn bij de bouw meestal niet voorzien van vluchtwegen en bij veel woningen ontbreken ze nog steeds. Klik DIA 5 En dan zijn daar de hulpverleners, mensen die beroepsmatig allerlei soorten hulp verlenen. Zij verdienen alleN lof, bij iedere brand opnieuw. Waarschijnlijk vanwege mijn achtergrond had ik specifiek altijd een enorme bewondering voor brandweerlieden. Zij moeten namelijk iets tegennatuurlijks doen, niet van de brand weg, maar juist naar de brand toe of zelfs erdoorheen om mensen te redden. En ja, prachtig, zij vergeten ook onze huisdieren niet. Klik DIA 6 Inmiddels weet ik dat er nog andere mensen bewondering verdienen, anderen dan brandweer, politie en ambulancepersoneel. Mensen waar je eigenlijk niet zoveel over hoort. En deze mensen wil ik nu eens in het zonnetje zetten. Klik DIA 7
Ik bedoel onze collega’s van het voormalige bouw- en woningtoezicht,
tegenwoordig noemen we hun functie gemeentelijke inspecteur Toezicht en Handhaving. Ik zal hier verder gewoon het woord inspecteur gebruiken en kortheidshalve spreken over hij, waarbij ik absoluut niets afdoe aan de dames onder u, want - weer verkeerd uitgedrukt natuurlijk - ook zij staan hun mannetje. Klik DIA 8 De inspecteurs draaien piketdienst. Daarbij zijn de Haarlemse wijken over de collega’s verdeeld. Dat heeft tot voordeel dat iedere inspecteur zijn wijk goed kent en beter weet waar de monumenten zitten. Klik DIA 9 Goede tip misschien: zet standaard de app van de Rijksdienst op uw mobiel. Richt uw mobiel op het pand en u weet nu zeker dat het om een historisch waardevol
3
pand gaat.
(De titel boven dit plaatje verwijst naar hoe trotse eigenaren soms een
telefoongesprek beginnen, “Ik ben een monument, …”.) Het protocol vanaf de meldkamer is goed geregeld. Mocht om wat voor reden dan ook de dienstdoende inspecteur niet te bereiken zijn, dan wordt onmiddellijk doorgeschakeld naar nr. 2 op de lijst. Flauwe aanbeveling misschien, maar zorg dat ook als u niet als nr. 1 op de lijst staat uw mobiel altijd is opgeladen en uw uitrusting klaar ligt! Het is natuurlijk heel vervelend als u ter plaatse niet beschikt over een werkende telefoon. Klik DIA 10 In Haarlem hebben wij bovendien algemene achtervang geregeld via het particuliere constructiebedrijf Pieters. Het kan voor de inspecteur prettig zijn wanneer je aanvullend een beroep kunt doen op het constructiebedrijf. Twee weten meer dan 1. Klik DIA 11 Ik heb een aantal van onze inspecteurs ter voorbereiding op dit symposium gesproken. Helaas zag geen van onze inspecteurs zichzelf staan op dit podium voor 250 mensen. Op die manier de aandacht krijgen is niet zo hun pakkie an. Ik vind ze natuurlijk superstoer, op een brand gaan ze af - en zolang het kan, gaan ze zelfs het brandende pand nog in - maar op een podium staan …. ?? Voor mij een onverwachte kans om me in dit bijzondere fenomeen van monumentenzorg te verdiepen. Tot de uitnodiging voor dit symposium had ik me beleidsmatig nooit verdiept in brand. Eigenlijk typisch dat wij uren en uren kunnen besteden aan de juiste restauratietechnieken en wat goede zorg voor monumenten inhoudt, of hoe we sloop kunnen voorkomen, maar dat wij onze monumenten slécht voorbereiden op een mogelijke calamiteit zoals brand. Ik heb het dan even niet over musea met hun bijzondere functie, het bewaren van onze kunstschatten, dat is natuurlijk een categorie apart. Als je de inspecteurs zo spreekt, dan dringt het tot je door hoeveel verantwoordelijkheid de bouwinspecteurs dragen en hoe belangrijk hun rol is. Het vreemde is - ik heb eens flink gezocht op internet - dat je heel weinig vind over het werk van de bouwinspecteur bij brand. Juist onder die omstandigheden doen zij vol een beroep op de vele competenties waarover zij moeten beschikken. Wanneer de inspecteur ter plekke contact heeft gezocht met de Officier van Dienst gaat het zeker in die eerste momenten om goede communicatie met elkaar. Het helpt wanneer
4
de inspecteur en bevelvoerder elkaar al kennen, en er door een vorige calamiteit al direct wederzijds vertrouwen is. Het werken in regioverband kent soms een nadeel. Zo kan het zijn dat je de Officier van Dienst niet kent. Het contact is dan formeler en je praat toch anders met elkaar. De inspecteur schat snel in hoe het er met het gebouw voor staat. En, als in een flits gaat het door hem heen wat voor een soort gebouw is dit? Wat zijn de eigenschappen van dit gebouw? Wat is de structuur van het pand en ja, zou het een monument zijn? Zoals 1 inspecteur me zei “met mijn kennis begrijp ik waarom het gebouw er staat zoals het er staat”. Kortom, een inspecteur taxeert heel snel wat er gedaan moet worden. Klik DIA 12 Zolang de inspecteur naar binnen kan, krijgt hij een beter inzicht in wat er aan de hand is en hoe het staat met de constructie en algehele veiligheid. Samen met de Officier van Dienst komt hij tot conclusies over de situatie. Zo was er bij Trou moet Blijcken de eerste schoorsteen al om gegaan en dreigde de tweede schoorsteen door de etagevloer te zakken. Dan is het echt wegwezen geblazen en stuurt de inspecteur iedereen eruit.
Die hectiek vraagt om organisatietalent: snel en vlot handelen. Wanneer je al eerder brand hebt meegemaakt, helpt dat enorm. Je weet hoe snel te communiceren en vooral zonder misverstanden. Vaak kan je elkaar nauwelijks verstaan en zijn portofoons of headsets, als die al gebruikt kunnen worden, niet te bereiken doordat bijvoorbeeld door overbelasting het communicatiesysteem uitvalt. Ervaring is oh zo belangrijk: De eerste keer bijvoorbeeld: je hebt geen idee hoeveel herrie een brand maakt, hoe heet het is, het geluid van pompen, hoe je je verstaanbaar kan maken, bijvoorbeeld door bij de commandowagen te gaan staan om zo contact proberen te leggen met bevelvoerders en andere diensten die over eigen communicatiekanalen beschikken. Wat opeenhoping van gas betekent, hoe het ineens kan ontvlammen, in no time een dak kan worden ontzet en de gevels loskomen. Aanbeveling: Neem dus als het maar even kan een onervaren collega mee. Het is zo belangrijk om ervaring op te doen. Het periodiek onderhouden van goede contacten met de brandweer blijkt keer op keer van waarde. De naam Trou moet Blijcken stond bijna symbolisch voor de wijze van
5
samenwerken van onze inspecteur Frans van Buchem en met o.a. bevelvoerder Wim de Zwart. Je kunt als inspecteur dan ook makkelijker bereiken dat er bij monumenten zo omzichtig mogelijk wordt gewerkt. Extra aandacht gaat uit naar de ankers waarmee de gevel overeind wordt gehouden. De ankers zijn vaak vastgezet aan de houten vloer en je moet snel zien te taxeren hoe lang de ankers het nog kunnen houden. Wanneer een brand minder hectisch verloopt en beperkt blijft, zal een ervaren inspecteur, in het geval van een monument, in overleg met de Officier van Dienst kijken of er nog andere opties zijn om zoveel mogelijk van het monumentale pand overeind te houden. Zijn er alternatieve blusmiddelen, kun je minder bluswater gebruiken. Dit soort vragen worden interessant wanneer je te maken krijgt met panden zoals Trou moet blijcken met ook nog eens een bijzonder interieur. Bij musea is onmiddellijk duidelijk dat er zich in het gebouw een collectie bevindt, die beschermd moet worden. Voor Trou moet Blijcken en soortgelijke panden is niet onmiddellijk duidelijk dat zich daar ook bijzondere kunstschatten bevinden of een historisch interieur. Weer even een aanbeveling: Klik DIA 13 Zou er nou niet een bijzondere toevoeging kunnen worden gemaakt in het monumentenregister voor panden waar het ook om het interieur gaat en niet alleen het casco? Natuurlijk zijn er andere alternatieven te verzinnen met de huidige digitale techniek om snel over gerichte erfgoedinformatie te kunnen beschikken Klik DIA 14 Gezien de tijd zal ik hier nu niet verder op in gaan. Het is wel een aanbeveling: benut de moderne digitale mogelijkheden. Klik DIA 15 Hier nog even een plaatje van wat laatste werkzaamheden van de brandweer op een verbrande zolder van een gemeentelijk monument. Klik DIA 16 Wanneer de brand geblust is en de brandweer vertrokken, begint het werk van de inspecteur pas echt goed. De hectiek is voor het werk van de inspecteur na de brand nog lang niet voorbij. Zeker wanneer het om monumenten gaat. De inspecteur werkt dan op de toppen van zijn kennis en is echt bezig met zijn vak: met bouwkunde en
6
constructies. Bereken maar eens snel dat je 300 stempels nodig hebt en zie die maar eens, midden in de nacht te krijgen, ik geef het u te doen. Het is telkens een uitdaging hoe je veilige en slimme oplossingen vindt. Wil de inspecteur bijvoorbeeld voorkomen dat de gevel omvalt, dan moet hij zo snel mogelijk een kraan zien te krijgen om zeecontainers tegen de gevel op te laten stapelen. Ook is er dan pas ruimte om de tekeningen uit het bouwarchief te bestuderen, te overleggen met de architectuurhistoricus van de gemeente en contact te zoeken met de bouwkundig consulent van de Rijksdienst. Klik DIA 17 De mensen die helpen bij het opruimen of deels slopen van het pand moeten omzichtig te werk gaan. Dan is er constant constructief advies van de inspecteur nodig. Aanbeveling: Bewaak voorlopig de afvalcontainers en houd ze apart. Soms worden zaken zoals 16de eeuwse natuurstenen banden gewoon weggegooid. Het afval is van grote waarde voor onderzoek en documentatie en bijvoorbeeld voor het maken van mallen ten behoeve van de reconstructie straks.
Ieder incident is weer bijzonder en er valt altijd weer iets te leren. Hier viel bijvoorbeeld op dat de eigenaren precies wisten wat zich in het pand bevond en zelf al goede contacten hadden met de museumwereld, in casu het Frans Halsmuseum. Samen met de specialist van het Frans Hals werden in gezamenlijkheid de kunstschatten gered, voorzichtig verpakt, afgevoerd en opgeslagen. Bij Trou Moet Blijcken was het een groot geluk dat de brand overdag plaatsvond. Iedereen die je nodig hebt is dan bereikbaar. Het weer was bijzonder rustig. Er stond geen harde wind op de gevel. Dat maakte dat de inspecteur wat risico kon nemen en kon proberen de wankele gevel te redden.
7
Ik wil hier toch ook even terzijde de verzekeringsagenten noemen. Wij hebben ervaren dat zij een zeer belangrijke rol spelen bij het behoud van ons erfgoed. Mensen van de verzekering zijn soms al binnen een half uur aanwezig. Verzekeraars hebben toegang tot een landelijke register en zo kunnen zij snel weten wat er verzekerd is. Vanuit die wetenschap doen zij hun werk en delen zij waardevolle informatie met de bouwinspecteur. Soms is een eerste snelle bereddering al mogelijk. Na de brand doen zij vaak al een eerste reiniging en droging. In het geval van Trou moet Blijcken dank ik even specifiek verzekeraar Rudolf van der Werff. Hij heeft een dikke vinger in de pap gehad. Hij had bijzondere meerwaarde, zeker ook door zijn goede technische kennis. Er waren veel mensen met vragen die hij te woord stond. Hij bleek een goede verbinder tussen alle partijen. Ook bij brand kunnen zaken dus model verlopen, goede omstandigheden, snel handelen van de juiste mensen en de goede partijen verbonden. Deze plaatjes zijn om af te kicken. …. Klik DIA 18 Hier het pand Trou moet Blijcken gezien vanaf de achterkant. Klik DIA 19 De trieste afloop Klik DIA 20 Onvoorstelbaar eigenlijk dat bij zo’n felle brand het uiteindelijk nog kan meevallen. Klik DIA 21 En dan tenslotte 3 saaie dia’s met de belangrijkste aanbevelingen. Dank DIA