Toespraak Gerdi Verbeet bij de AUV-dag van de Universiteit van Amsterdam, zaterdag 7 november 2015
Dames en heren, Mijn moeder kwam uit Steenbergen. U begrijpt dat ik de afgelopen weken het nieuws met meer dan normale belangstelling heb gevolgd. Steenbergen: dat betekent zand en kleigronden. Katholiek en Protestant hielden elkaar in evenwicht. Mijn moeder werd er in 1917 geboren in een liberaal, Rooms-Katholiek gezin. Mijn grootvader was een zakenman. Geloof vond hij een privézaak. Hij wilde met iedereen zaken kunnen doen. Dus ook met protestanten. Zo was het in heel Steenbergen. Er heerste een sfeer van tolerantie, ook al viel mijn Amsterdamse outfit in de jaren zestig er wel op. Mijn moeder is overleden, maar haar deel van mijn familie woont er nog steeds en ik kom er nog af en toe. Steenbergen is een vriendelijk stadje. En toch is er de afgelopen jaren kennelijk iets gebeurd dat ik heb gemist. En wat dat is - en wat dat te maken heeft met het thema Vrijheid - daar wil ik het vandaag met u over hebben. lk heb mij er op verheugd vandaag uw gast te zijn, bij de alumni van de universiteit van Amsterdam. En dat geldt des te meer omdat u mij heeft gevraagd om te spreken over een thema dat mij zeer na aan het hart ligt: vrijheid. Sinds 1 juni ben ik voorzitter van het comité 4 en 5 mei. Denken en spreken over het thema Vrijheid is tegenwoordig dus mijn core business. Binnen het comité spreken we er vaak en veel over. Wat betekent vrijheid voor Nederland en de mensen die er wonen - nu, in 2015? Denken ze er eigenlijk wel over na? Hoe kunnen wij er toe bijdragen dat ze erover nadenken? Hoe langer de Tweede Wereldoorlog achter ons ligt, hoe minder scherp wij ons bewust zijn van de waarde van het begrip Vrijheid. Voor wie leeft in een land in oorlog, of in een onvrij land, is het allemaal zo duidelijk. Vraag de mensen in zo'n land: wat is vrijheid? En iedereen zal antwoorden: als er een einde aan de oorlog komt. Als we weer zelf ons leven kunnen bepalen. Als we niet meer in onvrijheid hoeven te leven. Maar wie in een land leeft dat al generaties lang geen onvrijheid of oorlog kent, moet over het antwoord langer nadenken. En de kans is groot dat wie het aan tien verschillende mensen vraagt, tien verschillende antwoorden krijgt. Voor mij is vrijheid onlosmakelijk verbonden met de democratie en de rechtstaat. Leven in een vrij land betekent: er zijn vrije verkiezingen. Er is vrijheid van vereniging en vergadering. Er is vrijheid van meningsuiting. Burgers hebben het gevoel dat ze goed worden vertegenwoordigd in het Parlement en dat hun stem gehoord wordt. Dat ze meetellen in de samenleving. lk heb lang gedacht, dat dat allemaal prima geregeld was in Nederland. Al die vrijheden die ik net noemde - die hebben we toch? Maar de laatste jaren begin ik me steeds meer zorgen te maken - en dan vooral over wat ik net als laatste noemde: 'burgers hebben het gevoel dat ze goed worden vertegenwoordigd - en dat hun stem wordt gehoord'. En door de ontwikkelingen van de laatste weken is dat ongemakkelijke gevoel er alleen maar sterker op geworden. Toen u mij twee maanden geleden uitnodigde - het lijkt wel of Nederland er toen heel anders uitzag. Er woonden hier wel mensen die hun land waren ontvlucht, maar die woonden hier bijna allemaal al een flinke tijd. Met sommigen gaat het goed: ze
spreken Nederlands, hebben een baan, leren te wennen aan het klimaat... Anderen hebben het moeilijker: ze zijn geschonden door hun ervaringen en passen zich moeilijk aan. Maar afgezien van enkele vervelende incidenten konden we er prima mee omgaan. We kochten ons brood bij de bakker die oorspronkelijk uit Egypte kwam en lieten onze kleren vermaken door een Ethiopische kleermaker. Het is net alsof er in de twee maanden tussen het moment dat u mij uitnodigde en nu heel veel is veranderd. In Den Haag, waar de kwestie van de asielzoekers het debat volledig beheerst. Maar ook in Oranje en Purmerend, in Enschede en in Steenbergen. En het is net, alsof het hier allemaal gaat om de opvang van asielzoekers. Dat DIE MENSEN op TV dat niet willen. Dat DIE MENSEN bang zijn voor hun vrouwen en kinderen. Dat DIE MENSEN tegen de Islam zijn. Maar volgens mij gaat het daar helemaal niet om. En het probleem dat we nu zien, de opstand van boze, gefrustreerde burgers, is ook helemaal niet iets van de laatste weken. Dat deze burgers in hun woede en angst buitengewoon bedreigend zijn voor anderen lijken ze zich niet bewust te zijn. Wat is er dan aan de hand? De afgelopen dagen publiceerden de kranten interviews met mensen die prominent in beeld waren in de media bij de chaotische vergadering in Steenbergen. Een vrouw zegt: "lk state schreeuwen, ja. Maar die schreeuw, dat is tien jaar ellende. Tien jaar schuldhulpverlening. Tien jaar met je bakkes tegen een betonnen muur aanlopen." En een man die er met zijn zoon was: "Wij zijn allebei al jaren zonder werk. lk heb eigenlijk niks tegen asielzoekers, maar ik werd opeens zo boos. Om alles eigenlijk." De mensen in Steenbergen, in Oranje, in Enschede die zich zo lieten gaan, zijn vooral boos op De Overheid, op De Regering. Op Die Daar in Den Haag. Op de elite. Ze voelen zich in de steek gelaten. Niet gehoord. En de elite, ons soort mensen dus, beschouwt hen als DIE MENSEN. Intolerant, bekrompen. We kijken ernaar op tv, denken: wat een types zeg - en keren ons af. En dat is wat mij in deze tijd veel zorgen baart. Het Sociaal Cultureel Planbureau waarschuwt er al een tijdje voor. In het rapport Verschil in Nederland dat vorig jaar verscheen beschrijven de auteurs hoe het wantrouwen in de politiek samenhangt met de kloof tussen de burger en de elite. Wie het goed heeft, heeft ook vertrouwen in de politiek. Waarom zou je ook niet? Het gaat toch allemaal prima? En het is helemaal niet moeilijk je leven te leiden zonder ooit een gesprek te hoeven voeren met mensen die het minder hebben en die wel het vertrouwen in de politiek hebben verloren. Je kunt je woonplaats zorgvuldig kiezen, de school van je kinderen, je favoriete sport en die van je kinderen, je vakantiebestemming. DIE MENSEN hoef je als je niet wilt niet tegen te komen. Zoals het SCP schrijft: 'de brug van de samenleving naar de elite lijkt niet alleen langer maar ook moeilijker begaanbaar geworden '. Maar ik vertelt u een ding: dat gaat spaak lopen. Een samenleving die uiteen valt, waaruit het idee van samen-leven verdwijnt, dat is een crisis die de crisis van de opvang van vluchtelingen ver overstijgt. Het is een crisis die onze democratie en daarmee onze vrijheid kan bedreigen. Het tast het fundament van onze samenleving aan. De tekenen zijn duidelijk. Er is een grote groep burgers die het vertrouwen in de politiek totaal heeft verloren. Ze gebruiken het stemhokje als uitlaatklep voor hun frustratie - of ze gaan helemaal niet meer stemmen. Van enige tevredenheid of trots over het feit dat ze leven in een vrij land, met vrije verkiezingen, met een rechtstaat
als basis - daarvan is geen sprake meer. Ze hebben vrijheid van meningsuiting, zeker. En die gebruiken ze ook- om te schelden, zelfs over de randen van het betamelijke. Maar daarna luisteren ze niet meer of er ook nog iemand is die iets terugzegt. Het gesprek is verstomd. De Vlaamse psycho-analyticus Paul Verhaege omschrijft het als ‘een crisis in autoriteit’ en de geschiedenis leert dat die vaak met geweld verlopen. Hij zegt zelfs: 'Onze concentratie op een externe dreiging van moslimterrorisme maakt ons blind voor de veel grotere dreiging die van binnenuit komt. We kunnen het niet meer negeren. Soms kan de geschiedenis ons wel een handje helpen. Een tijdje geleden las ik het boek Ons stipje op de Waereldkaart van Piet de Rooy, de geschiedenis van de politieke cultuur van Nederland. Een van de interessantste historische periodes die hij beschrijft is die aan het begin van de twintigste eeuw - precies honderd jaar geleden. We maakten toen - net als nu - een zeer gepolariseerde periode mee. De tegenstellingen waren hard en alles wees erop, dat de opgekropte frustraties van de arbeiders wel eens tot oproer en chaos zouden kunnen leiden. Het was de opkomst van de socialistische beweging. En toen begon een deel van de elite in te zien, dat die oproerkraaiers ook wel een beetje gelijk hadden. Dat het zo niet langer ging. En dat het eigenlijk niet prettig is te leven in een land waar zo'n groot deel van de bevolking zo arm en rechteloos is. Zo kwam er politieke vernieuwing. Er kwam algemeen kiesrecht eerst alleen voor de mannen, maar later ook voor vrouwen. Dat laatste trouwens zeker ook omdat men hoopte dat vrouwen gematigder zouden stemmen. Maar er kwam ook maatschappelijke vernieuwing. Vooral de liberalen begonnen zich werkelijk in te zetten voor verbetering van het lot van de arbeiders. Ze stichtten bibliotheken en volksuniversiteiten, zetten zich in voor betere huisvesting, betere hygiënische omstandigheden en gezondheidszorg. Ze namen hun verantwoordelijkheid voor het algemeen - uit welbegrepen eigen-belang. lk voelde me aangesproken door dit verhaal van De Rooy. lk citeer nog eens uit het rapport van het SCP over de situatie in 2014: 'De elite voelt zich onvoldoende verantwoordelijk voor het welzijn van de haar omringende bevolking. Grote delen van de bevolking aanvaarden hen niet meer als legitiem, met als belangrijkste reden: dat ze veel te weinig op het algemeen belang is gericht.' En zo dacht ik: deze tijd verlangt een zelfde soort inzet als honderd jaar geleden. Niet zozeer voor die basale omstandigheden, zoals gezondheidszorg of huisvesting - want die zijn nu natuurlijk veel beter dan toen. Maar wel voor dat wezenlijke idee: je verantwoordelijkheid nemen voor de omgeving. Net als honderd jaar geleden moet de elite daartoe het initiatief nemen. Wij dus. En net als honderd jaar geleden is het dak hoog tijd voor een grondige politieke vernieuwing. De democratie, het kiesrecht, de volksvertegenwoordiging: het is allemaal aan een stevige opfrisbeurt toe. We zien daarvoor de laatste tijd steeds meer initiatieven. Initiatieven van mensen die vinden dat er echt iets moet gebeuren. Dat de bestaande vorm van democratie niet meer voldoende is.lk denk aan de Vlaamse auteur David van Reybrouck, die er voor pleit bij loting een groep mensen aan te wijzen die met oplossingen moet komen voor de problemen van het land, de stad of de buurt. De toevallige samenstelling van de groep zorgt er voor, dat mensen uit verschillende lagen van de bevolking elkaar weer tegenkomen en samen aan oplossingen werken.
Of de Vlaamse psychoanalyticus Paul Verhaeghe, die voorziet dat 'het collectief een grote machtsfactor zal warden. En onder 'het collectief verstaat hij dan een groep die in onderling overleg – en volgens intern afgesproken regels - beslissingen kan nemen met het oog op een gemeenschappelijk doel. Kleine groepen die het samen oplossen - dat is de autoriteit van de toekomst, zegt hij. Ook in Nederland is de discussie over vernieuwing van de representatieve democratie op gang gekomen. In de Eerste Kamer wordt nagedacht over de instelling van een staatscommissie Bezinning Parlementair Stelsel. Een commissie die met voorstellen moet komen over de vraag: hoe maken we ons stelsel toekomstbestendig? Voor het eerst in 200 jaar wordt die vraag gesteld - en dat lijkt me geen dag te vroeg. Komende week publiceert het Rathenau-instituut een achtergrondstudie over 'digitale betrokkenheid': hoe kunnen we de invloed van burgers vergroten door de inzet van digitale middelen? Door te zorgen voor meer rechtstreekse, digitale contacten tussen burgers en volksvertegenwoordigers, door de inzet van internetpeilingen, sms-stemmingen? Ook daar ligt een wereld van mogelijkheden. Door te zorgen voor meer rechtstreekse, digitale contacten tussen burgers en volksvertegenwoordigers, door de inzet van internetpeilingen, sms-stemmingen? Ook daar ligt een wereld van mogelijkheden. lk vind elk serieus onderzoek naar modernisering van de democratie de moeite van het bestuderen en proberen waard. Maar ik weet ook: er is niet een simpele oplossing. Digitale vormen van raadpleging: prima. Maar we moeten elkaar ook wel zo nu en dan in de ogen kunnen kijken. Een ontmoeting is toch iets anders dan een chatcontact. De G1000 van David van Reybrouck: ik vind het een van de mooiste uitvindingen van de laatste jaren. Maar we moeten er wel voor zorgen dat de uitkomsten van die bijeenkomsten direct hun weg vinden naar de Parlementaire besluitvorming - en daar niet onderaan de stapel 'nog te lezen post' werden geschoven. Daarom denk ik dat hier ook een rol is voor de universiteit. De kennis die binnen de muren van uw Alma Mater verzameld is, moet ons kunnen helpen solide ideeën te vormen voor echte politieke vernieuwing. Het zijn immers juist de wetenschappers die niet te snel juichen over elk nieuw idee, maar die ook verder willen kijken, nadenken over de consequenties. Het is cruciaal dat u zich mengt in het debat. Dat u zich daar niet te goed voor voelt. En net als honderd jaar geleden geldt: het is ons welbegrepen eigenbelang. Dames en heren, Binnen het comité vier en vijf mei zijn dit de thema's waar wij over denken als het gaat om het vieren van de bevrijding. Dit zien wij als het belang van 5 mei. Een dag van reflectie over wat vrijheid is, wat democratie is - en hoe wij vorm geven aan de verantwoordelijkheid die wij daarvoor dragen. Wie op 4 mei denkt aan de verzetsstrijders die hun leven hebben gelaten voor de vrijheid, moet op 5 mei stilstaan bij de vraag: wat kunnen wij doen om dat offer waard te zijn? Vorm geven aan de verantwoordelijkheid die we met elkaar dragen voor de inrichting van Nederland - dat is de opgave waar we voor staan. Die verantwoordelijkheid kunnen we niet op anderen afschuiven, zoals op de Parlementariërs in Den Haag. We moeten zelf aan de slag. De ontmoeting organiseren. Je kinderen met vriendjes laten spelen die niet net zo praten als zij. Actief zijn in je eigen stad of dorp.
Om nog een keer terug te komen op het voorbeeld van Steenbergen. lk vrees dat een aanzienlijk deel van de bevolking gedacht heeft: ja zeg, tussen die mensen ga ik niet zitten. Zij bleven die avond dus thuis. Ze gingen het gesprek niet aan - en lieten het de burgemeester zelf opknappen. Maar zo komen we niet verder. Er is in Nederland echt sprake van een crisis - en wij, u en ik, hebben de sleutel in handen om er iets aan te doen. lk zou zeggen: aan de slag!