BESTEMMINGSPLAN Kom Reusel, “herziening Wilhelminalaan 87a” Gemeente Reusel de Mierden
Toelichting, Regels en bijlagen
Datum : Imro codering :
april 2015 NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005‐VAST
Bestemmingsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87a”
TOELICHTING INHOUD 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Aanleiding Plangebied Vigerend bestemmingsplan Lees wijzer
2. 2.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
BELEIDSKADER Relevant rijksbeleid Nota Mensen Wensen Wonen Provinciaal beleid Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Verordening ruimte Gemeentelijk beleid Structuurvisie Plus Woonvisie Gebiedsvisie Wilhelminalaan
3. 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1 3.3
HUIDIGE SITUATIE Ruimtelijke structuur van de gemeente Reusel-De Mierden Geologie en geomorfologie Historische context Ruimtelijke structuur van Reusel Infrastructuur Ruimtelijke structuur van het plangebied Functionele structuur van het plangebied en de directe omgeving Huidige situatie in het plangebied
4. 4.1 4.2.1 4.2.2 4.2.3
TOEKOMSTIGE SITUATIE Inleiding Stedebouwkundige inpassing Verkeer en parkeren landschappelijke inpassing
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
1
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1 5.4.2 5.5 5.6 5.7 5.8 5.8.1 5.8.2 5.9 5.9.1 5.9.2
PLANOLOGISCHE ASPECTEN Geluid Bodemkwaliteit Bedrijven en milieuzonering Externe veiligheid Bedrijven Transport Luchtkwaliteit Flora en fauna Archeologie en cultuurhistorie Geurhinder Voorgrondbelasting Achtergrondbelasting Water Beleid Waterparagraaf
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING Inleiding Algemene toelichting verbeelding Algemene toelichting regels Bestemmingen
7. 7.1 7.2
FINANCIELE HAALBAARHEID Uitvoerbaarheid Kostenverhaal
8. 8.1 8.2
PROCEDURE Overleg Zienswijzen
BIJLAGEN:
I: II: III: IV: V: VI : VII:
Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A,april 2015” Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Tritium Advies dossiernr.:B05/079/RV-01/12-06-2013 Bodemonderzoek AQUATEST consultancy werk nr.: 2013.1128 d.d.: 20-12-2013 Notitie Flora en fauna januari 2014, Wilhelminalaan Reusel A.: bureauonderzoek rapportnummer 1875-5313 d.d.16 juni 2010 B.: veldonderzoek (proefsleuven) met rapportnummer 1305/079/RV-01 d.d.12 juni 2013 Akoestisch onderzoek/Industrielawaai M&A Milieuadviesbureau Rapport nr.: 214-RWi87a-il-v1 d.d. 09 mei 2014 Inrichtingsschets plangebied Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A” dossier nr.: 2012.222 d.d. 14-02-2014
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
2
1. Inleiding 1.1 Aanleiding TOPI Kunststoffen Industrie B.V. is een productieonderneming gespecialiseerd in polyester maatwerk, gevestigd aan de Wilhelminalaan 87a te Reusel. Het perceel is gelegen aan de Wilhelminalaan (zuidzijde van de locatie) en de Lange Voren (noordzijde van de locatie) te Reusel. Het bedrijf TOPI Kunststoffen Industrie heeft haar bedrijfsactiviteiten beëindigd. Door initiatiefnemer Hedicovast B.V. is met de gemeente Reusel-De Mierden overleg gevoerd over het herontwikkelingstraject. In opdracht van de gemeente Reusel-De Mierden is naar aanleiding van dit overleg een gebiedsvisie voor de noordzijde van de Wilhelminalaan tussen de Beukenlaan en de Randweg-Oost opgesteld. Als uitwerking van deze gebiedsvisie is onderhavig bestemmingsplan opgesteld om de beoogde ontwikkeling ook juridisch planologisch mogelijk te maken. Beoogd wordt om op het perceel twee bedrijfsruimten voor bedrijvigheid en zes woningen (half vrijstaande en vrijstaande woningen) te realiseren. 1.2 Plangebied Het plangebied ligt ingeklemd tussen de Wilhelminalaan en de Lange Voren in het oosten van de kern Reusel, gemeente Reusel-De Mierden en het perceel maakt deel uit van bedrijventerrein ‘Lange Voren’ en het bebouwingslint Wilhelminalaan. Figuur 1 geeft een overzicht van de locatie ten opzichte van het dorp Reusel. Figuur 2 geeft een luchtfoto-overzicht van het plangebied ten opzichte van zijn omgeving.
Figuur 1. Topografisch overzicht plangebied.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
3
Figuur 2: Ligging plangebied in omgeving. Het plangebied betreft de kadastrale percelen bekend als: gemeente Reusel, sectie A nummers 4205, 4767 en 4766. De locatie heeft een totale grootte van 93 are en 13 centiare. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kadastrale percelen waaruit het plangebied bestaat. Kadastrale gemeente Sectie Nummer Grootte Reusel A 4205 0 hectare 2 are 67 centiare Reusel A 4766 0 hectare 89 are 56 centiare Reusel A 4767 0 hectare 0 are 90 centiare Totaal 0 hectare 93 are 13 centiare Op Figuur 3 is een kadastraal overzicht van het plangebied gegeven
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
4
Figuur 3. Kadastrale kaart plangebied. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan ‘Kom Reusel’. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Reusel-De Mierden vastgesteld op 23 september 2008 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 20 april 2009. Het bestemmingsplan is na de ter visie ligging op 23 juni 2009 in werking getreden. Tegen dit onderdeel is geen beroep ingesteld bij de Raad van State en derhalve onherroepelijk geworden. In het bestemmingsplan ‘Kom Reusel’ is het plangebied aangeduid als ‘Bedrijventerrein’ met de aanduiding ‘bedrijf categorie 4.1’.Figuur 4 geeft een uitsnede van de vigerende bestemmingsplankaart voor het plangebied.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
5
Figuur 4: Uitsnede bestemmingsplan ‘Kom Reusel’. In het bestemmingsplan is opgenomen dat: de op de plankaart voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn onder andere bestemd voor: a. Productie gebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen; b. aan de onder a, b en c genoemde doeleinden ondergeschikte kantoren; c. bestaande bedrijfswoningen, zoals genoemd in bijlage 2 ‘Bestaande bedrijfswoningen (Bedrijventerrein)’; d. voorzieningen voor verkeer en verblijf; e. groenvoorzieningen; f. parkeervoorzieningen; g. terreinen; h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Het vigerende bestemmingsplan voorziet de beoogde herontwikkeling binnen het plangebied niet. Er is dan ook een herziening van het bestemmingsplan vereist om de beoogde herontwikkeling mogelijk te kunnen maken. Daartoe is onderhavig bestemmingsplan opgesteld.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
6
1.4 Leeswijzer Het bestemmingsplan ‘Kom Reusel, herziening Wilhelminalaan 87a’ is vervat in een plankaart en regels en gaat vergezeld van een toelichting. De plankaart en de regels vormen tezamen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. In de toelichting wordt de opzet van het plan beschreven en zijn de aan het plan ten grondslag liggende uitgangspunten en gedachten vermeld. Onderhavige toelichting bestaat uit 8 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk 1 wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het vigerende beleid (Europese richtlijnen, rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid). In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie van het plangebied. Hoofdstuk 4 beschrijft de toekomstige situatie in het plangebied na herontwikkeling. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de voor het bestemmingsplan relevante planologische aspecten, waartoe onder andere de aspecten geluid en luchtkwaliteit worden gerekend. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens een toelichting gegeven op de juridische vormgeving. Hoofdstuk 7 gaat over de financiële haalbaarheid en tot slot Hoofdstuk 8 gaat in op de te voeren procedure.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
7
2. Beleidskaders 2.1 Relevant rijksbeleid 2.1.1.Nota Ruimte In de Nota Ruimte heeft het ministerie van VROM de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020 vastgelegd. De nota heeft vier algemene doelen: het versterken van de economie, krachtige steden en een vitaal platteland, de waarborging van waardevolle groengebieden en veiligheid. Op het gebied van verstedelijking zet de nota in op een voortzetting van het bundelingsprincipe. Bundeling versterkt het draagvlak voor diverse stedelijke voorzieningen en beperkt de druk op de landelijke gebieden. De nota kent zes nationale stedelijke netwerken, waaronder Brabant-Stad (Breda, Tilburg, Den Bosch en Eindhoven). Buiten de stedelijke netwerken gelden twee verstedelijkingsprincipes die voor Reusel van belang zijn. Het eerste verstedelijkingsprincipe heeft betrekking op de aard van de verstedelijking. Blijkens de nota is het Rijk van mening dat in iedere gemeente voldoende ruimte moet worden geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas en voor de ruimtevraag aan lokaal georiënteerde bedrijvigheid. Dit geldt ook voor het landelijk gebied. Het tweede principe betreft het streven naar een optimale benutting van bestaand stedelijk gebied. De realisatie van enkele woningen gecombineerd met enige bedrijvigheid past binnen de verstedelijkingsprincipes zoals neergelegd in de Nota Ruimte. 2.1.2. Nota Mensen Wensen Wonen Voor het beleid ten aanzien van wonen is in het jaar 2000 de Nota Mensen, Wensen, Wonen opgesteld als opvolger van de Nota Volkshuisvesting uit de jaren negentig. Het beleid beoogt een omslag van kwantiteit naar kwaliteit, van huisvesten naar wonen en van volkshuisvestings- naar woonbeleid. Met deze beleidsverandering vormen kwaliteit en keuzevrijheid de sleutelbegrippen in het woonbeleid van nu en de nabije toekomst. Vijf kernopgaven moeten hier toe leiden: het vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving, onder andere woningbouw in de vorm van particulier opdrachtgeverschap; kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities, onder andere de (ver)bouw van woningen geestelijk en lichamelijk gehandicapten; het bevorderen van wonen en zorg op maat, onder andere via de realisatie van woonzorgzones samen met zorgorganisaties en –instellingen; het verbeteren van stedelijk- en woonkwaliteit door tegemoet te komen aan stedelijke woonwensen, onder andere de vraag naar wonen in/nabij het centrum; het verbeteren van de landelijke woonkwaliteit door tegemoet komen aan de groene woonwensen. Het realiseren van woningen middels inbreiding, nabij het centrum van Reusel, past zeer goed binnen de vierde kernopgave zoals gegeven in de Nota Mensen Wensen Wonen.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
8
2.2 Provinciaal beleid 2.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Op 2 februari 2010 heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) vastgesteld. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening geeft de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijke beleid tot 2025 weer, met een doorkijk tot het jaar 2040. Samen met de Verordening ruimte vervangt de Structuurvisie Ruimtelijk e Ordening de interim structuurvisie, de paraplunota, de uitwerkingsplannen van het streekplan en het beleidsdeel van de reconstructieplannen. Ook is de visie op het landschap verwerkt in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De kwaliteiten binnen de provincie Noord-Brabant zijn sturend bij de te maken ruimtelijke keuzes. Deze ruimtelijke keuzes zijn van provinciaal belang en zijn geformuleerd als: het versterken van regionale contrasten tussen klei, zand en veenontginningen; ontwikkeling van een vitaal en divers platteland; het creëren en behouden van een robuust water en natuursysteem; het realiseren van een betere waterveiligheid door preventie; de koppeling van waterberging en droogtebestrijding; het geven van ruimte voor duurzame energie; de concentratie van verstedelijking; het ontwikkelen van een sterk stedelijk netwerk: Brabantstad; het creëren van groene geledingszones tussen steden; het ontwikkelen van goed bereikbare recreatieve voorzieningen; het ontwikkelingen van economische kennisclusters; internationale bereikbaarheid; de beleefbaarheid van stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur. De Verordening ruimte is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie Noord-Brabant om bovenstaande doelen te realiseren. In de Verordening ruimte worden kaderstellende elementen uit het provinciaal beleid vertaald in regels die van toepassing zijn op gemeentelijke bestemmingsplannen. 2.2.2 Verordening Ruimte Provinciale Staten hebben de VR 2014 vastgesteld. Op 18-03-2014 is deze in werking getreden. De Verordening Ruime is een planologische verordening waarin eisen gesteld worden aan de door de gemeente op te stellen bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen en vormt een direct toetsingskader voor bouwaanvragen die betrekking hebben op de intensieve veehouderij. De verordening ruimte bevat regels voor de volgende onderwerpen; stedelijke ontwikkeling; planning van woningbouw en bedrijven door middel van regionale planningsoverleggen; ecologische hoofdstructuur en groenblauwe mantel; water; agrarisch gebied, intensieve veehouderij en glastuinbouw; cultuurhistorie; niet-agrarische activiteiten buiten stedelijk gebied;
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
9
besluit
Figuur 5. Verordening Ruimte Figuur 5 geeft een overzicht van de aanduiding van de locatie in de Verordening ruimte. De beoogde herontwikkeling vindt plaats in bestaand stedelijk gebied. In dergelijke gebieden is het beleid gericht op het beheer van de bestaande kwaliteiten, Intensivering van het ruimtegebruik en aanpassing van het stedelijk gebied waar dat vanwege bestaande ruimtelijke kwaliteiten mogelijk en verantwoord is. Woningbouw en de daarmee gepaard gaande ruimtelijke kwaliteitswinst is passend binnen het beleid. Nieuwbouw van woningen Volgens de geldende Verordening Ruimte 2014 moet de toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwbouw van woningen een verantwoording bevatten over de wijze waarop de afspraken die daarover zijn gemaakt in het regionaal ruimtelijk overleg (RRO) worden nagekomen. De beoogde nieuwbouw moet zich verhouden tot de afspraken in het RRO en tot de beschikbare plancapaciteit voor woningbouw. Zoals aangegeven vloeit de herontwikkeling aan de Wilhelminalaan voort uit de eerder genoemde afspraken en kan als zodanig worden aangemerkt als de voorraad plannen. De voorgenomen ontwikkeling past binnen het beleid.
Verordening Ruimte 2014.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
10
2.3 Gemeentelijk beleid 2.3.1 Structuurvisie Plus Op 19 juli 2004 is de Structuurvisie Plus van de gemeente Reusel-De Mierden vastgesteld. De Structuurvisie geldt als instrument om te komen tot een duurzaam ruimtelijk beleid en heeft een looptijd van 10 tot 15 jaar. De Structuurvisie Plus geeft de integrale visie van gemeente Reusel-De Mierden weer op de meest wenselijke ruimtelijke ontwikkeling van de functies wonen, werken, winkelvoorzieningen, infrastructuur, natuur, landbouw en recreatie binnen de gemeente. Reusel-De Mierden wil in de toekomst een aantrekkelijke woongemeente vormen. Beoogd wordt om in iedere kern woningen te bouwen om tenminste de ‘eigen’ bevolkings- ontwikkeling op te vangen. Zuinig ruimtegebruik in de vorm van inbreiding, herstructurering, herbestemming en intensivering gaat daarbij voor uitbreiding. Ten aanzien van ontwikkelingen ten behoeve van bedrijven en voorzieningen zet de gemeente in op het behoud van de bestaande hiërarchie van kernen. Reusel is de hoofdkern binnen de gemeente Reusel-De Mierden en dient dit ook te blijven door bedrijvigheid, woningen en voorzieningen in deze kern te concentreren. In de kleinere kernen is ruimte voor bedrijvigheid en voorzieningen op het niveau van de kern. Voor bedrijvigheid is binnen de gemeente Reusel-De Mierden in principe alleen plaats op de bestaande bedrijventerreinen en op het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein de Kleine Hoeven. Op bestaande bedrijventerreinen worden de mogelijkheden voor revitalisering en/of herstructurering actief benut, mede in relatie tot de gewenste zonering en segmentering. De gemeente Reusel-De Mierden streeft in principe naar een scheiding tussen werk en wonen. Hier kan actieve verplaatsing of sanering wenselijk zijn in verband met herstructurering voor woningbouw. De kern Reusel kent aan alle zijden een aantal duidelijke infrastructurele of landschappelijke grenzen. Dit betekent dat voor woningbouwontwikkeling in eerste instantie ingezet moet worden op verdichting, inbreiding, herstructurering en op uitbreiding. Met de boogde herontwikkeling wordt tegemoet gekomen aan het wensbeeld zoals geschetst in de Structuurvisie Plus van de gemeente Reusel-De Mierden.
2.3.2 Woonvisie 2013 – 2018 “Maatwerk in Wonen”. De woonvisie is vastgesteld door de raad op 9 juli 2013 en op 22 juli 2013 in werking getreden. Deze visie biedt de gemeente een sturingskader om de komende jaren regie te voeren bij verschillende woningmarktvraagstukken. In de woonvisie zijn zes opgaven benoemd. 1. Regie voeren op het woningbouwprogramma: een woningbouwprogramma voor de periode 2012-2022 dat zoveel mogelijk recht doet aan de lokale woningbehoefte op lange termijn. 2. Inspelen op demografische ontwikkelingen: zoveel mogelijk ouderen moeten kunnen blijven wonen in de kernen, ook als zij ondersteuning en zorg nodig hebben. 3. Extramuralisering en vermaatschappelijking van de zorg: kwetsbare ouderen, mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychiatrische stoornis zelfstandig in onze gemeente moeten kunnen wonen op een manier die aansluit bij hun vraag naar wonen, zorg en ondersteuning. 4. Maatwerk voor de kernen: woningbouw in de kernen die is gericht op de lokale vraag. 5. Huisvesting arbeidsmigranten: arbeidsmigranten in de gemeente op een fatsoenlijke manier kunnen laten wonen. 6. Verduurzaming woningvoorraad: energiegebruik in woningen terugdringen. Voor deze opgaven zijn doelen geformuleerd en is een uitvoeringsprogramma opgesteld. De bouw van vrijstaande woningen past primair niet binnen het huidige uitvoeringsprogramma echter de herontwikkeling aan de Wilhelminalaan vloeit voort uit de eerder positieve besluitvorming over deze planontwikkelingen.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
11
2.3.3 Gebiedsvisie Wilhelminalaan De in opdracht van Reusel-De Mierden opgestelde ‘Gebiedsvisie Wilhelminalaan’ is op 21 april 2009 door burgemeester en wethouders vastgesteld. In de visie worden de herontwikkelingsmogelijkheden aan de Wilhelminalaan en het achtergelegen gebied vanuit verschillende aspecten bekeken. In de visie zijn een ruimtelijke analyse en een ruimtelijke visie opgenomen. Tevens zijn de milieutechnische randvoorwaarden geformuleerd. Dit alles heeft geleid tot een stedenbouwkundig voorstel waarin woningen aan de Wilhelminalaan en kleinschalige bedrijvigheid in het achtergelegen gebied worden voorzien. Deze kleinschalige bedrijven zullen een overgang vormen tussen het bedrijventerrein Lange Voren en de woonbebouwing aan de Wilhelminalaan. De randvoorwaarden zoals geformuleerd in de gebiedsvisie worden nader uitgewerkt in hoofdstuk drie en vier van deze bestemmingsplantoelichting.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
12
3. Huidige situatie 3.1 Ruimtelijke structuur van de gemeente Reusel-De Mierden 3.1.1 Geologie en geomorfologie De gemeente Reusel-De Mierden behoort tot de Brabantse zandgebieden waarin oude aardbreuken de ontwikkeling van het landschap hebben beïnvloed. De Feldbiss breuk, ten noorden van de gemeente scheidt de centrale slenk ten noordoosten van het Kempisch Hoog ten zuidwesten hiervan. De gemeente Reusel-De Mierden is gelegen op de hoge zijde van deze breuk. Geologisch oude bodemlagen zoals grove, al dan niet grindhoudende zandpakketten liggen hier relatief ondiep. De geomorfologische structuur binnen de gemeente Reusel-De Mierden wordt in hoofdzaak gekenmerkt door de zuid-noord gerichte beken en de daartussen gelegen hogere dekzanden of terrasafzettingen. De waterlopen in het zuidelijk deel van de gemeente, ten zuiden van de waterscheiding (Netegebied), wateren af op waterlopen in België. De overige delen wateren af op de Reusel met bovenlopen en de Raamsloop, die samenkomen en in de Essche Stroom en de Dommel uitstromen. De beken liggen in ondiepe dalvormige laagten en vormen in het algemeen rechte lijnen in het landschap die zich niet zo duidelijk onderscheiden in het heide-ontginnings-landschap. Met name in het noordwesten en het zuiden van de gemeente komen de dekzanden op de terrasafzettingsvlakten in de landschapstructuur tot uiting door besloten boscomplexen en natuurgebieden. 3.1.2 Historische context Uit vondsten van vuurstenen gebruiksvoorwerpen is bekend dat in Reusel 8.000 jaar geleden al sprake was van menselijke bewoning. Er zijn plaatsen, waar grafheuvels uit de periode rond het jaar 3.000 voor Christus zijn teruggevonden, zoals in het Kattenbos. In de nabijheid van de huidige kerk heeft Reusels oudste kern gelegen. Opgravingen hebben aangetoond dat ter plaatse al een kerk aanwezig was, die ouder is geweest dan de kerk van de abdij van Postel. Deze abdij heeft gedurende lange tijd zowel het wereldlijk als het geestelijk gezag uitgeoefend in Reusel. In 1140 kreeg de Abdij van Postel bezittingen en rechten in Reusel en stichtte zij boerderijen, legde visvijvers aan, bouwde de molen en verleende de godsdienstige verzorging en het onderwijs. De streek bleef echter arm. De grond was schraal en de pacht hoog. De voornaamste middelen van bestaan waren landbouw, veeteelt en de jacht. De sigarenindustrie (1873) zorgde in de kern voor de eerste industrialisatie en een verbetering van de economische situatie. Door de aanleg van de grindweg tussen EindhovenReusel-Grens (1865) kwam de eerste ontsluiting van Reusel tot stand. Later werd tevens een tramlijn van naar Eindhoven en Turnhout aangelegd (1897). Daarna kende Reusel een constante ontwikkeling met een snelle groei na de jaren ‘50. Op de historische kaart, opgenomen als figuur 6 is te zien dat in de directe omgeving van het plangebied in het verleden reeds bebouwing aanwezig was. Deze bebouwing concentreerde zich met name aan de Wilhelminalaan. In de periode is de kern naar het oosten uitgebreid.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
13
Figuur 6: Uitsnede historische kaart met luchtfoto Eind 19e//begin 20e eeuw werden delen van de grote heidevelden (onder andere de Wellenseindsche Heide en de Weeldsche Heide) en de broekgebieden lang de Reusel en de zijbeken ontgonnen. Zo is een patroon van oude en jonge ontginningen ontstaan. De oude ontginningslandschappen zijn vaak kleinschalig, onregelmatig en besloten. De jonge heideontginningen hebben een rationele, rechtlijnige verkavelingsstructuur (voorbeeld landbouwgebied Weeldsche Heide). Het beekdalensysteem en daarmee de dekzandplateaus en de nederzettingen zijn zuidwest-noordoost gericht. Oorspronkelijk bestond Reusel uit twee kleine nederzettingen: het dorp Reusel (rond de huidige Dorpsbron) en het lintdorp Lensheuvel. In de loop van de tijd zijn deze concentraties door middel van deze lintstructuren langs de belangrijkste ontsluitingswegen in Reusel, aan elkaar gegroeid. Langs de linten in Reusel is een gemengd bebouwingspatroon ontstaan. Later is het dorp door de grotere planmatige in- en uitbreidingen in het zuidelijk deel uitgebreid. Recentelijke ontwikkelingen in de kern Reusel zijn de herstructurering en opwaardering van het centrumgebied en de aanleg van de Randweg-oost.
3.1.3 Ruimtelijke structuur van Reusel De kern Reusel heeft een heldere structuur met bebouwingslinten die de kern verdelen in een aantal wijk en buurten. De linten Wilhelminalaan, Lensheuvel, Schoolstraat/Zeestraat, Lindestraat/Molenberg en Kerkstraat/Mierdseweg zijn van cultuurhistorische betekenis. Langs deze linten is het dorp Reusel ontstaan en aan deze linten is ook nog de typische lintbebouwing aanwezig. De Wilhelminalaan heeft een deel van haar historische karakter verloren door het verleggen van de oude route naar het gemeentehuis. In het centrum van Reusel heeft de historische lintbebouwing grotendeels plaats gemaakt voor modernere bebouwing.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
14
Figuur 7: Huidige structuur van de kern Reusel (uitsnede uit de toelichting van het bestemmingsplan Kom Reusel). De linten vormen de belangrijkste elementen in de wegenstructuur van de gemeente Reusel-De Mierden. De Wilhelminalaan en de Schoolstraat/Zeegstraat/Lensheuvel vormen de doorgaande routes van Reusel. De hoofdentrees van het dorp worden gevormd door de rotonde Zeegstraat/Randweg-Oost (vanuit Tilburg) en de rotonde Wilhelminalaan/ Randweg-Oost (vanaf Eindhoven). De Zeegstraat en de Wilhelminalaan vormen dan ook de belangrijkste entrees van de kern en zijn dus beeldbepalend voor het dorp. Reusel heeft een herkenbaar centrum waar de kerk en het gemeentehuis liggen. Deze gebouwen zijn ook beeldbepalend voor de kern. Het merendeel van de bedrijven is gelegen op het bedrijventerrein ‘Lange Voren’, dat aan de oostzijde van Reusel ligt. Kenmerkend voor het bedrijventerrein is dat de bebouwing naar binnen is georiënteerd. Het bedrijventerrein heeft dan ook weinig uitstraling richting de Randweg-Oost en de Wilhelminalaan. Reusel wordt gekenmerkt door haar groene karakter. In figuur 8 is een uitsnede van de huidig kern Reusel opgenomen.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
15
Figuur 8. Analyse ruimtelijke structuur Reusel uit het bestemmingsplan Kom Reusel. 3.1.4 Infrastructuur Reusel-De Mierden is, evenals alle andere gemeenten in de Kempen, uitsluitend via de weg bereikbaar. De auto is hierbij het belangrijkste vervoermiddel. De ontsluiting loopt hoofdzakelijk via de twee provinciale wegen in het gebied: de N269 van Reusel naar de aansluiting op de A58 bij Tilburg en de N284 vanaf de Belgische grens bij Arendonk via Reusel en Bladel naar de aansluiting op de A67 bij Eersel. De wegen hebben uitsluitend een ontsluitingsfunctie voor het gebied, het is geen doorgaande route. De wegenstructuur bestaat hoofdzakelijk uit tertiaire wegen.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
16
Figuur 9. Opbouw bebouwing aan de Wilhelminalaan.
3.2 Ruimtelijke structuur van het plangebied 3.2.1 Functionele structuur van het plangebied en de directe omgeving. Het plangebied is gelegen aan de Wilhelminalaan. Het profiel van de Wilhelminalaan bestaat uit een hoofdweg met aan beide zijden een parallelweg. Het bebouwingslint ten noorden van de Wilhelminalaan wordt op deze parallelweg, die uitgevoerd is als éénrichtingsstraat, ontsloten.,Het bedrijventerrein ‘Lange Voren’ sluit via de Denestraat ten oosten van het bedrijventerrein in zuidelijke richting aan op de Wilhelminalaan. De Wilhelminalaan heeft een breed profiel door de aanwezigheid van parallelwegen langs de hoofdweg en de groenstroken daartussen. Langs de parallelwegen staan hoofdzakelijk woningen. Bij deze woningen is er sprake van een hoge mate van differentiatie. Langs de parallelwegen bestaat het straatbeeld uit: vrijstaande woningen, half vrijstaande woningen, grote villa’s en in korte rijen geschakelde woningen. De woningen hebben verschillende bouwvormen, geveltypen, kapvormen, kleur- en materiaalgebruik. Langs de Wilhelminalaan is er sprake van een verspringend gevelbeeld. Ten zuiden van de Wilhelminalaan houdt het woonkarakter richting het centrum van Reusel aan.ten noorden van de Wilhelminalaan wisselt het bebouwingsbeeld tussen wonen en werken. In het oosten heeft de Wilhelminalaan mede door de ligging op de grens met het buitengebied, een groen karakter. Richting het centrum van Reusel krijgt het de Wilhelminalaan steeds meer een stenige uitstraling.In figuur 9 is schematisch weergeven hoe de opbouw van bebouwing aan de Wilhelminalaan is. Het plangebied is gelegen op het bedrijventerrein ‘Lange Voren’. Het bedrijventerrein heeft een eenvoudige infrastructurele opzet. Vanaf de in noord-zuidrichting georiënteerde Denestraat loopt de Lange Voren in westelijke richting als een lus door het bedrijventerrein. De bedrijfsbebouwing is op de twee genoemde wegen georiënteerd. Op het bedrijventerrein Lange Voren zijn overwegend bedrijven aanwezig die tot een milieucategorie 2 en 3.1 behoren. De bedrijven die direct ten noorden en oosten van het plangebied gelegen zijn, betreffen bedrijven met een milieucategorie 3.1.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
17
Figuur 10. Ruimtelijke analyse Wilhelminalaan en bedrijventerrein Lange Voren. Een uitzondering op de woonfunctie aan de Wilhelminalaan is het plangebied. Het bedrijventerrein ‘Lange Voren’ dat zich achter de bebouwing aan de noordzijde van de Wilhelminalaan bevindt, steekt op twee locaties door het bebouwingslint heen. Het bedrijventerrein ligt hierdoor gedeeltelijk in het zicht, vanaf de Wilhelminalaan.
3.3 Huidige situatie in het plangebied De bebouwing binnen het plangebied heeft een hoogte van circa twee bouwlagen. De bebouwing is samengesteld uit meerdere bouwblokken, die onderling met elkaar zijn verbonden. Aan de zijde van de Wilhelminalaan heeft de bebouwing een kantooruitstraling. Figuur 11 geeft de structuur wonen/werken aan de Wilhelminalaan ter hoogte van het plangebied weer.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
18
Figuur 11. Ruimtelijke structuur omgeving, wonen en werken aan de Wilhelminalaan.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
19
4. Toekomstige situatie 4.1 Beoogde herontwikkeling Onderhavig bestemmingsplan maakt een tweetal ontwikkelingen op de bedrijfslocatie aan de Lange Voren mogelijk en woningbouw aan de zijde van de Wilhelminalaan. Het gaat om oprichting van een tweetal bedrijfsgebouwen en de oprichting van zes woningen, waarvan half vrijstaande en vrijstaande woningen. Beide ontwikkelingen zullen ruimtelijke kwaliteit generen. Door vernieuwing van de bestaande bedrijfsbebouwing en nieuwbouw aan de Lange Voren zal het straatbeeld ter plaatse verbeteren. Ook de oprichting van een zestal kwalitatief hoogwaardige woningen aan de zijde van de Wilhelminalaan en de sloop van de dissonerende bedrijfsbebouwing zal de entree van Reusel en het straatbeeld van het historisch bebouwingslint Wilhelminalaan sterk verbeteren. Doordat de op te richten woningen worden georiënteerd op de Wilhelminalaan zal na herontwikkeling, in tegenstelling tot de huidige situatie, geen relatie meer bestaan tussen de Wilhelminalaan en de achtergelegen bedrijfsbebouwing. Als zachte overgang van Wonen naar Bedrijvigheid wordt een groene landschappelijke inpassing voorgestaan.
4.2 Ontwikkeling naar woningbouw 4.2.1 Inleiding Doel van onderhavig bestemmingsplan met betrekking tot woningbouw is het herontwikkelen van een gedeelte van het plangebied van bedrijfsbebouwing naar woningbouw in de vorm van zes woningen uitgevoerd als half vrijstaande en vrijstaande woningen. In overleg met de stedebouwkundige is gekozen voor de uitvoering van het ensemble 2 vrijstaande en 4 half vrijstaande woningen of 4 vrijstaande en 2 half vrijstaande woningen. De half vrijstaande woningen worden niet langs elkaar gebouwd. Ze worden gescheiden door een vrijstaande woning.
4.2.2 Stedenbouwkundige inpassing Bij een bebouwingslint hoort een beeldtaal van architectuur die uitdrukking geeft aan de individualiteit en diversiteit. Woningen in de directe omgeving zijn zelden gelijk en de positie ten opzichte van elkaar is ook verschillend. Toch is er grote harmonie in het totaalbeeld, omdat in de uitvoering veel overeenkomsten aanwezig zijn zoals in materiaalgebruik, bouwwijze, detaillering en vormentaal. Het dorpse karakter aan de zijde van de Wilhelminalaan dient behouden te blijven. De karakteristieke verschijningsvormen, samenhang en sfeer zijn waardevol. De nieuwe invulling zowel stedenbouwkundig als architectonisch dient een karakter uit te stralen dat aansluit bij de bestaande bebouwing die historisch gegroeid is en daardoor diversiteit uitstraalt. Hierin vormt een nieuwe invulling een verankering. De kavels aan de Wilhelminalaan zijn bedoeld voor de bouw van vrijstaande en halfvrijstaande woningen in een “jaren 30” architectuur. De vertaling heeft verwantschap met klassieke architectuur. Met name de gekozen gevelindeling, detaillering en materialisatie moet aansluiten bij de klassieke grondslagen van de “jaren 30” tijdsbeelden. De woningen hebben een dorps karakter met een hoogwaardige detaillering. Toepassing van traditionele materialen en duidelijk vormgegeven dakvlakken. De kaplaag maakt een integraal onderdeel uit van de woning en dient wezenlijk bij te dragen aan de gewenste uitstraling van de woning. Bij de half vrijstaande woningen is de hoofdrichting van het dakvlak vrij. De uitgangspunten van de beeldkwaliteit zijn leidend. Er wordt een gedifferentieerde goothoogte per woning op ongeveer 70% van de bouwmassa/woning voorgestaan een verspringende voorgevelrooilijn van 1,5 m. De diepte van het bouwvlak is maximaal 14 m’.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
20
Voor de bedrijfsbebouwing aan de zijde van de Lange Voren wordt een uniforme architectuur voorgesteld die bijdraagt aan de realisatie van een duurzaam, eenduidig en tijdsbestendig bedrijventerrein. De gewenste architectuur vertaalt zich in: een eenduidige bouwstijl: modern, robuust en zakelijk. een eenduidige vorm: een strakke "dooscontour", een open en gesloten deel. de bedrijfsruimte als gesloten deel van de doos en het kantoor- en andere representatieve delen als open delen van de doos. Individualiteit is mogelijk zolang het terrein als geheel een harmonieuze en evenwichtige uitstraling behoudt. In het Beeldkwaliteitsplan “Kom Reusel herziening Wilhelminalaan 87a” januari 2014 is een volledig overzicht van het toetsingskader opgenomen. Zie hiervoor de bijlage I.
4.2.3 Verkeer en parkeren De verkeersbewegingen worden door de ontwikkeling van het plangebied niet uitgebreid. Het verkeer van de woningen wordt direct ontsloten aan de zijde van de Wilhelminalaan. Voor de bedrijfsbebouwing geldt dat er een goede ontsluiting is aan de zijde van de Lange Voren. Voor de parkeernorm wordt de CROW 2012 gehanteerd. Het parkeren voor de woningen vindt plaats op eigen terrein waar de mogelijkheid bestaat voor het realiseren twee parkeerplaatsen. Voor de bedrijfsbebouwing aan de zijde van de Lange Voren geldt dat er in het binnen gebied voldoende parkeergelegenheid is opgenomen. Voor het onderdeel kantoren wordt uitgegaan van ca. 200 m² . Hierin wordt voorzien met 6 parkeerplaatsen. Voor de bedrijfsbebouwing geldt een oppervlakte van 1750 m². Hierin wordt voorzien met 35 parkeerplaatsen. Totaal zijn er in het plangebied 43 parkeerplaatsen opgenomen.
4.2.4 Landschappelijke inpassing Herstel laanstructuur Aan de zijde van de Wilhelminalaan wordt de bestaande laanstructuur herstelt. De centrale groene zone langs de entreeweg vormt het visitekaartje. Door de laanstructuur te herstellen ontstaat er weer een eenvormig beeld. Groenstrook/zachte overgang/groen-waterstrook. In de overgang tussen het wonen en bedrijvigheid wordt een landschappelijke inpassing opgenomen die voorziet in een combinatie van groen met waterberging wadi/infiltratievoorziening, bomen, rustige beplanting en gras. Op ¾ deel van de achtertuin wordt het maaiveld richting de wadi geleidelijk verlaagd.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
21
5. Planologische aspecten 5.1 Geluid Ingevolge de Wet geluidhinder moet de geluidbelasting vanwege een weg worden bepaald door middel van een akoestisch onderzoek. Niet alleen wordt hiermee uitsluitsel verkregen over de te verwachten geluidsbelasting over 10 jaar maar ook of en met welke planologische maatregelen eventueel nog wel kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Het resultaat van dit onderzoek, betrekking hebbende op de verkeersintensiteit en het wegdek van alle wegen met een geluidszone die strekt over de planlocatie, wordt getoetst aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Secundair wordt, op basis van de uitkomst van het akoestische onderzoek, bepaald of kan worden voldaan aan de maximale ontheffingswaarde voor een nieuw te bouwen woning in het buiten stedelijk gebied of binnenstedelijk gebied en welke vereiste bouwkundige voorzieningen moeten worden getroffen. Door Tritium Advies is een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd. Dit onderzoeksrapport d.d. 12 juni 2013 met rapportnummer 1315/079/VR-01 met daarin opgenomen de meetresultaten en conclusie is als bijlage bij deze bestemmingsplantoelichting opgenomen. Zie hiervoor bijlage II. Conclusie: Hogere grenswaardeprocedure volgen overeenkomstig de Wet geluidhinder artikel 110a, lid 5.
5.2 Bodemkwaliteit Teneinde te beoordelen of de bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied geschikt is voor de beoogde functie, dient een verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op 27 november is door AQUATEST consultancy,Zwartven 1a, 5527 AN Hapert project nr. RAP 201312 d.d. 27-11-2013 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd voor de locatie. Doel van dit onderzoek is het vastleggen van de milieuhygienische kwaliteit van de bodem van de onderzoekslocatie. Op basis van het vooronderzoek is er een deellocatie, namelijk aan de zijde van de Lange Voren, waarvan wordt aangenomen dat er een kleine bodemverontreiniging aanwezig is. Het onderzoek van het overige terrein is uitgevoerd conform NEN 5740. Zie hiervoor bijlage III “Verkennend bodemonderzoek” plangebied Omgevings Wilhelminalaan 87A te Reusel. Op basis van het verkennend bodem onderzoek is in overleg met de gemeente Reusel de Mierden besloten om ten tijde van sloop van de bestaande bebouwing te kiezen voor een gecoördineerde aanpak. Het bodemonderzoek wordt gecombineerd met het archeologisch onderzoek. Conclusie: Voor de deelgebieden I en II zal nader onderzoek moeten uitwijzen of er belemmeringen zijn voor uitbreiding van het bouwvlak. Na sloop van de bedrijfsbebouwing en voor aanvang van bouwwerkzaamheden wordt een plan van aanpak opgesteld in verband met het nader uit te voeren bodemonderzoek ter plaatse van de bedrijfsbebouwing. Voor wat betreft deelgebied III zijn er geen belemmeringen ten aanzien van het aspect bodem.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
22
DEELGE
DEELGE
DEELGEBI
Overzicht deelgebieden I, II, III
5.3 Bedrijven en milieuzonering De toelaatbaarheid van bedrijvigheid kan globaal worden beoordeeld met behulp van de methodiek van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (uitgave 2009). In deze brochure is een bedrijvenlijst opgenomen die informatie geeft over de milieukenmerken van typen bedrijven. Vervolgens wordt in de lijst op basis van een aantal factoren een indicatie gegeven van de afstanden tussen bedrijfstypen en een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype, waarmee gemeenten bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening kunnen houden. Deze afstand is gebaseerd op de grootste indicatieve afstand. De lijst is algemeen geaccepteerd als uitgangspunt bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Naast het omgevingstype 'rustige woonwijk' wordt het omgevingstype 'gemengd gebied' onderscheiden. Een gemengd gebied is een gebied met een matig tot sterke functiemenging. Gebieden die direct langs de hoofdontsluiting liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype 'gemengd gebied'. De locatie en de directe omgeving behoort tot het omgevingstype ‘gemengd gebied’. Staat van bedrijfsactiviteiten De indeling van de bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten is vastgelegd in de Staat van bedrijfsactiviteiten. Deze staat is gebaseerd op voornoemde staat van bedrijfsactiviteiten van de VNG. In deze staat worden bedrijfsactiviteiten ingedeeld in categorieën met toenemende potentiële milieuemissies. Op grond van deze staat kan een beleidsmatige selectie worden gemaakt van de op het plangebied toe te laten bedrijfsactiviteiten. De bedrijven zijn op basis van de Standaard Bedrijfs Indeling (SBI-codes) in deze staat gerangschikt. Per bedrijfsactiviteit is voor elk ruimtelijk relevante milieucomponent (geur, stof, geluid en gevaar) een richtafstand aangegeven die in beginsel moet worden aangehouden tussen een bedrijf en milieugevoelige objecten (woningen) om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
23
• • • •
Bij het bepalen van deze richtafstanden zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: het betreft 'gemiddelde' moderne bedrijfsactiviteiten met gebruikelijke productieprocessen en voorzieningen; de richtafstanden hebben betrekking op de omgevingstype 'rustige woonwijk'; de richtafstanden bieden in beginsel ruimte voor normale groei van de bedrijfsactiviteiten; De grootste afstand van de milieucomponenten vormt de indicatie voor de aan te houden afstand van de bedrijfsactiviteit tot een milieugevoelig object. Elk bedrijf c.q. bedrijfsactiviteit wordt in een bepaalde milieucategorie ingedeeld. De milieucategorie is direct afgeleid van de grootste afstand. categorie 1: grootste afstand 10 meter; categorie 2: grootste afstand 30 meter; categorie 3.1: grootste afstand 50 meter; De bedrijven die in het plangebied worden toegestaan betreffen bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 3.1 zoals opgenomen in de staat van bedrijfsactiviteiten, voor zover de bedrijfsvoering past binnen de kaders van de bepalingen van het bestemmingsplan. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken teneinde bedrijven toe te laten die niet op de lijst voorkomen doch die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven die zijn genoemd in de bedrijvenlijst onder de voorgeschreven milieucategorieën, voor zover passend binnen de kaders van de regels van voorliggend plan. De bovengenoemde afstanden betreffen de gewenste afstand tot een rustige woonwijk. De richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied kan worden toegepast vanwege de functievermenging wonen en werken. In de onderhavige situatie betekent dit dat de richtafstand van 50 m voor bedrijven met milieucategorie 3.1 kan worden terug gebracht tot 30 m. In figuur 12 is een overzicht opgenomen.
Mili
t
Mili Mili
t
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
24
t
Figuur 12.Overzicht milieucategorieën bestaande bedrijven in het betreffende gebied
R
Figuur 12A .Overzicht milieucategorieën bestaande bedrijven in het betreffende gebied over de toekomstige bebouwing. Door M&A Milieuadviesbureau is een akoestisch onderzoek industrielawaai uitgevoerd. Het gaat om rapportnummer 214_RWi87A-il-v1 d.d. 09-05-2014. Doel van het akoestisch onderzoek is het berekenen van de geluidsbelasting vanwege industrielawaai op de gevels van de nieuw te realiseren woningen. Tevens is bepaald of de nabijgelegen bedrijven niet belemmerd worden in hun bedrijfsvoering in het kader van de Wabo (activiteitenbesluit) door de komst van de nieuwbouwplannen. Het rapport is als bijlage VI bijgevoegd bij deze toelichting. Conclusies van rapportnummer 214_RWi87A-il-v1 d.d. 09-05-2014 is dat er van direct en indirecte hinder geen sprake is. Binnen het plangebied is sprake van een goed akoestisch woonklimaat en de bedrijven in de directe omgeving worden niet belemmerd in hun bedrijfsvoering door de komst van de woningen.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
25
Aanvullend op het vorenstaande is het volgende van belang.
De gebieden met “1” betreffen gebieden met milieucategorie 3.1 en het gebied met “2” een gebied met milieucategorie 4.1. De woonbebouwing ligt in een “gemengd gebied”. Dit houdt conform de VNG-brochure in dat de richtwaarden, genoemd bij deze milieucategorieën met één afstandsstap verminderd mogen worden. Het gebied (“2”) met categorie 4.1-bedrijvigheid heeft een maximale hinderafstand van 100 meter, waardoor de toekomstige woonbebouwing binnen de hindercontour komt te liggen. Er dient met betrekking tot dit gebied nader onderzocht te worden of de milieu-aspecten wel of geen relevante invloed op het woon- en leefklimaat zullen hebben. Op hoofdlijnen kan over deze milieu-aspecten al wel het volgende gesteld worden. Met de initiatiefnemer/eigenaar van de aangrenzende gronden/bebouwing is overeen gekomen dat de aanwezige woonbebouwing slechts in gebruik mag worden genomen als binnen de bedrijfsbebouwing bedrijven zijn gevestigd met maximaal milieucategorie 3.1. Daarnaast is van belang dat er reeds woningen op kortere afstand van gebied “2” liggen, waardoor voldaan dient te worden aan milieueisen, zodat verwacht mag worden dat bij deze toekomstige woonbebouwing ook voldaan zal worden.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
26
5.4 Externe veiligheid Onder externe veiligheid verstaat men het beheersen van risico’s die direct of indirect voortvloeien uit de opslag, de productie, het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het risico is daarbij gedefinieerd als ‘de kans op overlijden’ voor personen. De aanwezige risico’s zijn zeer afhankelijk van het brontype. De relevante typen zijn: bedrijven, vervoer van gevaarlijke stoffen (per spoor, over de weg, het water), hoogspanningslijnen en ondergrondse (gas)leidingen (c .q. buisleidingen). Deze aspecten worden hierna puntsgewijs toegelicht.
Figuur 13. Uitsnede risicokaart provincie Noord-Brabant.
Conclusie: Geen belemmeringen ten aanzien van het aspect externe veiligheid.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
27
5.4.1 Bedrijven Voor de externe veiligheid in het kader van bedrijven is het Besluit externe veiligheid voor inrichtingen (Bevi) van toepassing. In de nabijheid van het plan zijn geen risicovolle activiteiten gelegen welke onder normale omstandigheden een invloed kunnen hebben op het plan. Bovenstaande kaart geeft een overzicht van het plangebied ten opzichte van risicovolle inrichtingen en kwetsbare objecten. In figuur 13 is te zien dat er geen risicovolle inrichtingen in de omgeving gelegen zijn.
5.4.2 Transport Vervoer over het spoor en over water. Op het grondgebied van de gemeente Reusel-De Mierden bevindt zich geen spoortracé. Dit aspect is niet van toepassing. Op het grondgebied van de gemeente Reusel-De Mierden bevindt zich eveneens geen waterweg. Dit aspect is eveneens niet van toepassing. Vervoer over de weg Het transport van gevaarlijk stoffen moet primair via het hoofdwegennet plaatsvinden. De grotere doorgaande wegen in de kern Reusel waarover dergelijke transporten zullen plaatsvinden zijn de N269 en de N284. Beide wegen voldoen aan de wettelijk vereiste basisveiligheid. Hoogspanningslijnen en buisleidingen Op het grondgebied van de gemeente Reusel-De Mierden bevinden zich geen hoogspanningslijnen. Dit aspect is niet van toepassing. In het plangebied bevinden zich geen buisleidingen. Dit aspect is eveneens niet van toepassing. Kabels, leidingen en overige belemmeringen In het plangebied bevinden zich geen kabels, leidingen of overige belemmeringen. Dit aspect is niet van toepassing.
Conclusie: Geen belemmeringen ten aanzien van het aspect bedrijven en transport
5.5 Luchtkwaliteit Bij het aspect luchtkwaliteit moet onderscheid gemaakt worden tussen de verandering van de luchtkwaliteit als gevolg van het project zelf (verkeersaantrekkende werking, industriële emissies etcetera) of de invloed van de omgeving op het plan. De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet milieubeheer goedgekeurd (Staatsblad 2007. 414). Met name hoofdstuk 5, titel 2 is veranderd. Aangezien dit deel handelt over de luchtkwaliteit, staat de nieuwe titel 2 inmiddels bekend als de nieuwe Wet luchtkwaliteit. Deze wet is op 15 november 2007 (Staatsblad 2007, 434) in werking getreden en vervangt de tot dan geldende Besluit Luchtkwaliteit 2005. Met het in werking treden van de Wet is de koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en de gevolgen voor de luchtkwaliteit, aanmerkelijk flexibeler geworden. Belangrijk hierbij is het begrip ‘Niet In Betekenende Mate’ (NIBM). Ontwikkelingen, projecten en activiteiten die NIBM bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, hoeven door het bevoegd gezag (in principe) niet meer afzonderlijk te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De toetsing vindt op provinciaal en landelijk niveau plaats in het kader van de projecten die wél ‘In Betekenende Mate (IBM) bijdragen. Het begrip NIBM is nog niet helemaal uitgekristalliseerd, maar voor woningbouw zijn al wel vuistregels gegeven. Tot derogatie (voorjaar 2009) geldt een vrijstellingsdrempel bij minder dan 500 woningen. Met het accepteren van het Nederlandse derogatieverzoek door de Europese Unie wordt deze drempel mogelijk met een factor 3 verhoogd. Aangezien het plan de bouw van slechts zes woningen en twee bedrijfspanden mogelijk maakt, kan worden gesteld dat dit plan onder het begrip “niet in betekende mate” valt en de luchtkwaliteit niet verder hoeft te worden onderzocht in het kader van de Wet luchtkwaliteit.
Conclusie: Geen belemmeringen ten aanzien van het aspect externe veiligheid.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
28
5.6 Flora en fauna De Flora- en faunawet heeft tot doel in het wild levende planten en dieren te beschermen met het oog op de instandhouding van soorten. Bij de totstandkoming van een bestemmingsplan waarbij functies gewijzigd worden, moet worden voorkomen dat conflicten met de Flora- en faunawet ontstaan en dient dus vooraf een beoordeling in het kader van de Flora- en faunawet plaats te vinden. Het plangebied is gelegen in de bebouwde kom van Reusel, op bedrijventerrein ‘Lange Voren’ en is in de huidige situatie bijna geheel bebouwd dan wel verhard. Een Flora en fauna notitie is uitgevoerd om te bezien wat het effect van de beoogde ontwikkeling binnen het plangebied voor flora en fauna is. Deze notitie is opgenomen in de bijlage I van onderhavige bestemmingsplantoelichting. De conclusie uit deze notitie zijn hieronder opgenomen. Geconcludeerd kan worden dat de realisatie van de woningen en bedrijvigheid op de initiatieflocatie geen effecten heeft op het voortbestaan van de aanwezige beschermde planten, dieren, leefgebieden en levensgemeenschappen in en om het gebied. Redenen hiervoor zijn de grote afstand tot GHS, EHS en Vogel- en habitatrichtlijngebieden en het ontbreken van beschermde plant- en diersoorten in de huidige situatie ter plaatse. In dat kader zijn er dan ook geen beperkingen inzake het slopen van de bestaande bebouwing en het oprichten van de nieuwe bebouwing. Derhalve is een ontheffing of nader onderzoek niet noodzakelijk. Door de directe relatie tussen de bouw van de woningen en de sanering van de huidige aanwezige bedrijvigheid aan de Wilhelminalaan zal ter plaatse tevens een grote winst ontstaan. Doordat een gedeelte van de gronden in gebruik genomen zullen worden als tuin behorende bij de woningen komt de geplande ontwikkeling met name ten goede van de aanwezige flora en fauna in het gebied.” Zie bijlage IV
Conclusie: Geen belemmeringen ten aanzien van het aspect Flora en Founa.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
29
5.7 Archeologie en cultuurhistorie In 1992 is het Verdrag van Valetta door de landen van de Europese Unie, waaronder Nederland, ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ bewaard moeten blijven. Dat wil zeggen, dat er naar gestreefd moet worden om de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij realisatie van bouwplannen dan moeten de waarden worden opgegraven en ex situ worden bewaard.
Categorie 4: Gebied met
Figuur 18 Archeologische beleidskaart Reusel
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
30
Figuur 18A geeft een uitsnede van de Archeologische beleidskaart Reusel waarop het plangebied is aangeduid. Voor het gebied geldt een hoge archeologische verwachtingswaarde. Categorie 4.
DEELGE
DEELGE
DEELGEBI
Figuur 18 A’ Overzicht deelgebieden I, II, III
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
31
Categorie 4: Gebied met een hoge archeologische verwachting. In deze gebieden geldt op basis van geomorfologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten die groter zijn dan 500 m² en dieper gaan dan 0,3 m of 0,5 m bij esdek onder maaiveld. Indien nog geen oppervlakte van een totale vergraving bekend is, bijvoorbeeld bij bestemmingsplanwijzigingen, geldt de onderzoekverplichting voor plangebieden groter dan 1000 m2. Door Mug Ingenieursbureau is een archeologisch bureau en veldonderzoek (proefsleuven) uitgevoerd om te bezien of er cultuurhistorische waarden verloren gaan bij de beoogde herontwikkeling. Het bureauonderzoek rapportnummer 1875-5313 d.d.16 juni 2010 en veldonderzoek (proefsleuven) met rapportnummer 1305/079/RV-01 d.d.12 juni 2013 is in bijlage V (A+B) . Deelgebied I is volledig onderzocht. Voor deelgebied II en III moet nog een proefsleuvenonderzoek plaatsvinden in een later stadium. Naar aanleiding van het archeologisch onderzoek en op grond van het gemeentelijk archeologiebeleid is een dubbelbestemming voor archeologie op het perceel gelegd. De daarop betrekking hebbende planregels vloeien rechtstreeks voort uit het gemeentelijke archeologiebeleid. Voor het plangebied geldt een hoge archeologische verwachting. Een booronderzoek heeft duidelijk in eerste instantie opgemaakt dat de bodemopbouw op de locatie nog intact zou zijn. Conform de richtlijnen van provincie Noord-Brabant heeft dit booronderzoek bestaan uit minimaal zestien boringen per hectare. Omdat onder een esdek de bodem veelal rijk is aan archeologische resten is een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd waarvan de resultaten als bijlage V bij de toelichting van onderhavig bestemmingsplan zijn opgenomen. In het plan is aan gronden met de bestemmingen "Wonen" en "Bedrijf" de dubbelbestemming "Waarde – Archeologie 4" toegekend. De daarop van toepassing zijnde planregels voorzien in een onderzoekplicht en bevatten aan een omgevingsvergunning te verbinden voorwaarden voor het bouwen en slopen van bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 500 m² en een verstoringsdiepte van 0,3 m en 0,5 m bij esdekken ten opzichte van het maaiveld. Met deze planregels wordt voldoende bescherming geboden aan eventuele archeologische waarden in het plangebied. Conclusie is dat het onderzoekgebied gedurende lange tijd in gebruik is geweest als akkerland. Het enige oude vondstmateriaal op locatie deelgebied III is een oude aardewerkscherfvondst wat van geen waardevolle betekenis is. Voor locatie deelgebieden I en II worden in een later stadium nog proefsleuvenonderzoeken uitgevoerd. Vanuit archeologisch en cultuurhistorisch oogpunt bestaand geen belemmeringen tegen deze planontwikkeling.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
32
5.8 Geurhinder De gemeente Reusel-De Mierden heeft in aanvulling op de Wgv de gebiedsvisie en verordening ‘Wet geurhinder en veehouderij’ opgesteld. De verordening geurhinder en veehouderij vormt vanaf 17 december 2013 het toetsingskader en stelt andere dan de wettelijke normen voor de geurbelasting op geurgevoelige objecten.
5.8.1 Voorgrondbelasting De voorgrondbelasting is de geurbelasting van een individuele veehouderij op een geurgevoelig object. In de direct omgeving van het plangebied is geen intensieve veehouderij gelegen. De dichtstbijzijnde veehouderij is gelegen op een afstand van circa 650 meter. Herontwikkeling van het plangebied naar woningbouwlocatie en bedrijfslocatie is derhalve geen bezwaar in het kader van de voorgrondbelasting.
Bij de Verordening geurhinder en veehouderij behorende geurkaart
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
33
Snede uit de geurkaart
5.8.2 Achtergrondbelasting In tabel 3.2 van de verordening is samengevat hoe hieraan inhoud is gegeven voor de gemeente Reusel-De Mierden. De beoordeling van het woon- en leefklimaat ingedeeld in klassen: van optimaal+ ð optimaal ð aanvaardbaar ð niet aanvaardbaar. Daarbij zijn de streefwaarden in odour units vermeld en de bijbehorende milieukwaliteit (zeer goed-goed-redelijk-matig- slecht). Deze indeling wordt gebruikt bij de analyse van effecten als gevolg van scenario’s met andere geurnormen. Daarmee is een goed beeld te schetsen of de geursituatie verbetert, verslechtert of gelijk blijft ten opzichte van de huidige situatie.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
34
Gebied Achtergrondbelasting Tabel 3.2: Overzicht met gehanteerde gebiedsindeling, streefwaarden met geurklassen en geurhinderniveaus met kwaliteit van het woon- en leefklimaat. Gebied: Achtergrondbelasting in odour units (ou/m³), percentage heurhinder, milieukwaliteit
optimaal+
optimaal
aanvaardbaar
niet
aanvaardbaar ou
hinder
milieukwaliteit
ou
hinder
%
milieukwaliteit
ou
%
hinder milieukwaliteit
%
ou
hinder
milieukwaliteit
%
Woonkernen Reusel, Hooge Mierde, 0-3 0-5
zeer goed
3-6
5-8
6 - 10
goed
8-12 goed/redelijk
> 10
> 12 redelijk slecht
Lage Mierde, Hulsel
Kernrandzones 0-6 0-8
Buitengebied
goed
6 - 10
8 -12 goed/redelijk
10 - 14 12-16 goed/redelijk > 14
0-10 0-12 redelijk 10 - 14 12 -16 redelijk/matig 14 - 20 16-20
matig
> 16 matig slecht
> 20 > 16 matig slecht
Optimaal voor de woonkernen komt overeen met een maximale achtergrond geurbelasting van 6 odour units en met een kwaliteitsbeoordeling van goed. De achtergrondbelasting binnen het plangebied varieert tussen 0 ouE/m³ en 10 ouE/m³ en is daarmee ‘goed’ tot ‘zeer goed’. De beoogde ontwikkelingen binnen het plangebied zijn derhalve ook in het kader van de achtergrondbelasting geen bezwaar.
Conclusie: Geen belemmeringen ten aanzien van het aspect geurhinder.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
35
5.9 Water 5.9.1 Beleid Europees beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden en is bedoeld om in alle Europese wateren de waterkwaliteit chemisch en ecologisch te verbeteren. De Kaderrichtlijn Water omvat regelgeving ter bescherming van het binnenlandse oppervlaktewater, overgangswateren (waaronder estuaria worden verstaan), kustwateren en grondwater. Voor het uitwerken van de doelstellingen worden per (deel)stroomgebied plannen opgesteld. In deze (deel)stroomgebiedsbeheersplannen staan de ambities en maatregelen beschreven voor de verschillende (deel)stroomgebieden. De ecologische ambities worden p het niveau van de deelstroomgebieden bepaald. Rijksbeleid Het Rijksbeleid op het gebied van het waterbeheer is in diverse nota’s beschreven. Met name de Vierde Nota Waterhuishouding en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, juli 2003) zijn van belang. Het bestuursakkoord heeft tot doel “om in de periode tot 2015 het hoofdwatersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden”. Het gaat hierbij bij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatverandering. Nederland krijgt steeds meer te maken met extreem natte en droge periodes. Belangrijk onderdeel is om de drietrapsstrategie ‘vasthouden, bergen, en afvoeren’ in alle overheidsplannen als verplicht afwegingsprincipe te hanteren. In het Nationaal Bestuursakkoord is vastgelegd dat de watertoets een verplicht te doorlopen proces is in waterrelevante ruimtelijke planprocedures, waarbij een vroegtijdige betrokkenheid van de waterbeheerder in de planvorming wordt gewaarborgd. Verder is water in de Nota Ruimte een belangrijk, structurerend principe voor bestemming, inrichting en gebruik van de ruimte. In december 2009 is de nieuwe Waterwet van kracht geworden. Hierin zijn de watertaken van de gemeente opgenomen. Een gemeente is verplicht zorg te dragen voor de kwaliteit van het grondwater en afstromend hemelwater. In december 2009 is tevens het Nationaal Waterplan (NWP) door het kabinet vastgesteld. Het NWP beschrijft de maatregelen die in de periode 20092015 genomen moeten worden om Nederland ook voor de toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden. Verder is hierin opgenomen hoe ook de kansen die water biedt te benutten. Bij het vallen van het kabinet is door de Tweede kamer het Nationaal Waterplan controversieel verklaard. Hierdoor kunnen een aantal onderdelen uit het Structuurvisie-deel voorlopig niet uitgevoerd worden.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
36
Provinciaal en regionaal beleid Op provinciaal niveau is het waterbeheer vastgelegd in de Nota Ruimte (2004), het Provinciaal Waterhuishoudingsplan 2 (2003) en de Partiële Herziening Waterhuishoudingsplan 2003-2006 (waterkwantiteit-waterkwaliteit). Het Waterhuishoudingsplan is gebouwd op drie onderdelen: Het uitvoeren van de in beeld gebrachte wateropgaven uit de stroomgebied visies. Grondwaterbeheer; voor het onttrekken van grondwater wordt gelet op de functies en de waterbalans van het gebied om te bepalen of het onttrekken van grondwater kan toenemen of moet afnemen. Het voorkomen van achteruitgang van de waterkwaliteit, realiseren van de door de KRW (zie boven) gewenste waterkwaliteit en bescherming van de waterhuishoudkundige functies. Vooral de functies natuur en waterberging vragen planologische bescherming in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Aan het eind van de planperiode van het Waterhuishoudingsplan heeft een evaluatie plaats gevonden om een afweging te maken of het provinciaal beleid voldoende is om te kunnen voldoen aan de doelstellingen voor de Kaderrichtlijn Water. Hierbij wordt het beleid aangepast zodat het in de pas loopt met de Europese doelstellingen. Hieruit is het Provinciaal Waterplan 2010-2015 voortgekomen. In het provinciale waterplan zijn de specifieke kenmerken van Noord-Brabant en de diverse waterbelangen toegelicht.
Beleid waterschap en gemeente Aangezien het waterbeheer in Reusel de Mierden is opgedragen aan het Waterschap De Dommel dient rekening te worden gehouden met het vigerende beleid van het waterschap. Relevant beleid voor de gemeente Reusel de Mierden is de Keur van het waterschap (2009). Het waterbeleid van de gemeente Reusel de Mierden is vastgelegd in het gemeentelijk waterkader Gemeente Reusel de Mierden en het daarmee verbonden Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan 2012-2016. Het verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) beschrijft de beleidsvoornemens en maatregelen voor inzameling, transport en (lokale) verwerking van afval-, hemel- en grondwater. Het nieuwe GRP vormt het beleidskader voor de uitvoering van de “verbrede” watertaken. In het GRP is opgenomen de zorgplicht voor het stedelijk afvalwater en de zorgplicht voor afstromend hemelwater en grondwater wordt erin gewaarborgd. Dit plan richt zich op een verbetering van de kwaliteit van het rioleringsstelsel, op de vermindering van de vuiluitworp naar het oppervlaktewater, de bodem en het grondwater, op het voorkomen van overlast en op het vasthouden van schoon hemelwater in het gebied. Vanuit de watersysteembenadering is een beleidsrichting geformuleerd voor aspecten als gebruik en veiligheid. De opstelling is ingestoken vanuit zes thema's: verdroging beperken, wateroverlast tegengaan, water meer beleven, goed rioolstelsel, water(bodem)kwaliteit verbeteren en zuinig omgaan met drinkwater en veiligheid tegen overstromingen.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
37
Uitgangspunt in het huidige beleid van gemeente, waterschap en provincie is dat planontwikkeling moet aansluiten bij een duurzaam integraal waterbeheer. Dit betekent dat, mede gelet op de handreiking watertoets van Waterschap De Dommel (maart 2011): grondwaterneutraal gebouwd moet worden; geen negatieve verstoring van de grondwaterstanden en -stromingen mag worden veroorzaakt om grondwateroverlast en/of verdroging op de locatie en het boven- en benedenstrooms gelegen gebied te voorkomen
het regenwater binnen het onderzoeksgebied hergebruikt moet worden, als dit niet mogelijk is moet het water indien mogelijk worden afgekoppeld van de riolering, bij voorkeur door infiltratie en anders door buffering of berging; o het verhard oppervlak zoveel mogelijk beperkt wordt; o maatregelen getroffen moeten worden ter voorkoming van grondwatervervuiling; het gebruik van uitloogbare materialen die in direct contact kunnen komen met hemelwater is niet toegestaan.
Huidige situatie/plangebied Het huidige watersysteem Het plangebied is gekenmerkt door met name onbebouwd terrein en groen. De omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door wonen, industrie en infrastructuur. In november 2013 is op de locatie een bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de bodemkwaliteit in milieuhygiënische zin geen belemmering vormt voor de toekomstige herinrichting van het terrein. In de hele Kempen is sprake van verontreiniging van het grondwater met zware metalen (met name nikkel en zink). Deze verontreinigingen worden toegeschreven aan depositie en lozingen van de lokale zinkindustrie en het ophogen van terreinen met zinksintels. Het bovengenoemde probleem, zware metalen in het grondwater, is bekend en naar aanleiding daarvan is Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) opgezet. Dit is het milieuprogramma in Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg dat de nadelige effecten van de vroegere bodemverontreiniging met zware metalen in en rondom de Kempen aanpakt. Vanuit ABdK wordt geadviseerd om geen gebruik te maken van het ondiepe grondwater voor gewasbesproeiing of drinkwater. Het verontreinigd ondiep grondwater saneren is vrijwel onmogelijk (qua techniek en prijs). Vooralsnog is er een meetnetwerk aangelegd om de kwaliteit van het grondwater voor de toekomst te bewaken. Infiltratie van schoon hemelwater wordt niet als een probleem aangemerkt. Verder zijn in de directe omgeving van het onderzoeksgebied geen TNO-peilbuizen of metingen uitgevoerd die inzicht geven in het meerjarig verloop van het grondwater. In de omgeving van het onderzoeksgebied zijn geen grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening aanwezig. Het onderzoeksgebied ligt niet in of nabij een waterwingebied, beschermingszone of boringvrije zone (Bron: Provincie Noord-Brabant). Het gebied geen ecologische functie en zijn er geen ecologische ambities.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
38
Hemel- en afvalwater Het huidige terrein is voornamelijk in gebruik als onbebouwd gebied/groen. Het grootste deel is dus onverhard en hoeft niet af te wateren op sloten of riolering. Ten behoeve van het plangebied zal nieuwe riolering aangelegd worden. De gemeente Reusel de Mierden staat een gescheiden stelsel voor. De vuilwaterafvoer wordt aangesloten op het bestaande stelsel aan de zijde van de Lange Voren. Ten behoeve van het hemelwater zal binnen het plangebied een wadi voorziening gerealiseerd worden. In een lader stadium wanneer de vuil waterriolering aan de zijde van de Wilhelminalaan wordt vernieuwd zullen de woningen aan de zijde van de Wilhelminalaan weer worden aangesloten op de te vernieuwen riolering. Wanneer de gemeente Reusel de Mierden in de gelegenheid is om de riolering aan de zijde van de Wilhelminalaan te vernieuwen is niet bekend.
Te realiseren watersysteem De veranderingen binnen het onderzoeksgebied zijn in onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt. Onderdeel
Aanduiding
Oppervlakte (m2)
Dak bedrijfsruimte Parkeren en wegen
Deelgebied I Deelgebied I
1352 600
Dak bedrijfsruimte Parkeren en wegen
Deelgebied II Deelgebied II
674 600
Daken woningen 6* Daken aan-/bijgebouwen Inrit en terras
Deelgebied III Deelgebied III Locatie III
683 600 450
Het plangebied heeft een omvang van circa 9313 m². Het maximaal bebouwd oppervlak voor de woningen bedraagt ca. 1.283 m², de verhardingen van inritten en terras zal ca. 450 m² bedragen. Het maximaal bebouwd oppervlak aan bedrijfsbebouwing van locatie deelgebied I bedraagt 1352 m² en deellocatie II bedraagt 674 m². Ten behoeve van parkeren en wegen zal voor locatie I circa 600 m² terrein verhard worden en voor locatie II circa 600 m² verhard terrein. De groenstroken hebben een oppervlak van circa 450 m². De gemeente heeft haar voorkeur uitgesproken voor waterberging in de vorm van wadi en plaatselijk verlagen van het maaiveld. De uitvoering van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling levert een totaal aan verhard oppervlak van 4957 m². Waterschap de Dommel en waterschap Aa en Maas hebben een toets instrument “Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen” ontwikkeld waarmee de benodigde berging in het onderzoeksgebied berekend kan worden. Het instrument is gebaseerd op het rapport ”Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk”. In het rapport wordt aangegeven, dat de berging bepaald dient te worden door middel van de regenduurlijn T = 10 + 10% en de natuurlijke berging (en afvoer) van de bodem. Tevens wordt in het rapport aangegeven dat een bui van T = 100 + 10% niet tot overlast mag leiden. Uit het toetsinstrument komt naar voren,dat uitgaande van het verhard oppervlak met 4957 m², een bergingscapaciteit van 251 m³ nodig is en 93 m³ die niet tot overlast mag leiden.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
39
DEELGE
DEELGE
DEELGEBI
Overzicht deelgebieden I, II, III
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
40
Berekening HNO-tool “ Waterschap de Dommel en Aa en Maas” Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
41
Waterkwaliteit Het onderzoeksgebied betreft een woon/werkgebied met een lage verkeerslast. Binnen het onderzoeksgebied zullen geen hoofdwegen aangelegd worden. Het hemelwater afkomstig van het verhard terrein zal door het gebruik van het terrein van mindere kwaliteit zijn, maar niet slecht. Dit betekend dat het hemelwater aangesloten kan worden op een afwateringssysteem. Het is van belang dat bij de bouw van de woningen geen uitloogbare materialen toegepast worden. Het gebruik van onkruidverdelgers en zout in verband met gladheid dient beperkt te blijven. De riolering in het plangebied zal bestaan uit een gescheiden stelsel. Deze zal aangesloten worden op de vuilwater riolering aan de zijde van de Lange Voren. Na renovatie/vernieuwing van het vuil water rioolstelsel aan de zijde van Wilhelminalaan door de gemeente Reusel de Mierden zullen de woningen aan de zijde van de Wilhelminalaan aangesloten worden aan de zijde van de Wilhelminalaan.
De Voorziening Met de huidige regelgeving dient bij verhard oppervlak, opvang voor het afstromend hemelwater gecreëerd te worden. Er wordt een centraal systeem aangelegd ten behoeve van de opvang van hemelwater. Dit voorkomt problemen door onzorgvuldig omgang en gebrek aan beheer en onderhoud. De gemeente heeft aangegeven een voorkeur te hebben voor een open voorziening en berging aan het oppervlak. Het plan bestaat uit een voorziening met een open berging met infiltratiemogelijkheid. De inrichting zal bestaan uit verlaagt openbaar groen en een talud. De voorziening wordt aangelegd op een diepte van 0,5 m-mv, zodat een waking van 20 cm gerealiseerd wordt, bij een stijghoogte van 0,5 m. In de voorziening wordt 251 m3 water geborgd. Bij hevige neerslag kan aanvullend meer dan 251 m3 water geborgen worden. Onderhoud van de voorziening is de verantwoording van de eigenaar van het terrein en bestaat uit het regelmatig maaien en bladvrij houden van de voorziening. Door de verlaagde aanleg en geleidelijke overgang is onderhoud eenvoudig. Op de bijlage bestektekening dossier nr.: 2012.222 blad 01/01 d.d. 14-02-2014 is een overzicht van de te treffen voorzieningen weergegeven. Conclusie: Geen belemmeringen ten aanzien van het aspect water.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
42
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING Inleiding Algemene toelichting verbeelding Algemene toelichting regels Bestemmingen
6.1 Inleiding Het bestemmingsplan “Kom Reusel, herziening Wilhelminalaan 87A” betreft het bestemmingsplan NL.IMRO.1667.BPRtopi1005-ow01 en bestaat uit een verbeelding en regels die vergezeld gaan van een toelichting. De verbeelding en de regels zijn juridisch bindend. De toelichting maakt geen onderdeel uit van het juridisch plangedeelte. Wel fungeert de toelichting als interpretatiekader voor de uitleg van de regels, indien hierover interpretatieverschillen blijken te bestaan. Voor de bestemmingsregeling is grotendeels aansluiting gezocht bij de geldende rechten op basis van het geldende bestemmingsplan
6.2 Algemene toelichting verbeelding Op de verbeelding krijgen alle gronden binnen het plangebied een bestemming. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. De juridische betekenis van deze bestemmingen en aanduidingen zijn terug te vinden in de regels. Een gedeelte van de informatie op de analoge verbeelding heeft geen juridische betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een topografische ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding.
6.3 Algemene toelichting regels De regels zijn ondergebracht in een viertal hoofdstukken: Hoofdstuk 1 (inleidende regels), met daarin een aantal regels die van belang zijn voor de toepassing en interpretatie van de regels in de overige hoofdstukken en de wijze van meten; Hoofdstuk 2 (bestemmingsregels), met daarin per bestemming onder meer een bestemmingsomschrijving, bouwregels en afwijkingsregels. Hoofdstuk 3 (algemene regels), met daarin algemene bouwregels, gebruiks-,afwijkings-, en procedureregels en een aantal andere min of meer standaardregels. Hoofdstuk 4 (overgangs- en slotregels), met daarin het overgangsrecht en de slotregels. Bij de totstandkoming van de regels van onderhavig bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de SVBP 2012 en het Handboek Kempengemeenten.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
43
6.4 Bestemmingen Het plangebied bevat de volgende bestemmingen Artikel 3 Bedrijf. De bestemming bedrijf is van toepassing voor de bedrijfsbebouwing. Binnen het bouwvlak is bedrijvigheid toegestaan in een bouwwijze zoals aangeduid op de verbeelding. Artikel 4 Groen-Landschappelijke inpassing. Binnen deze bestemming is ruimte voor groen/afschermend groen opgenomen en ruimte voor een watergang ofwel wadivoorziening opgenomen. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen worden opgericht. Artikel 5 Wonen. De woningen zijn bedoeld voor bewoning. Binnen het bouwvlak zijn woningen toegestaan in de bouwwijze zoals aangeduid op de verbeelding. Uitgangspunten voor de goot- en bouwhoogte zijn op de verbeelding weergegeven. Onder voorwaarden zijn aan huis verbonden beroepen in de woning rechtstreeks toegestaan. Artikel 6 Waarde - archeologie 4 (gebied met een hoge archeologische verwachting). Binnen het gebied ‘Waarde – Archeologie 4’ mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemming(en). Het bouwplan heeft betrekking op vervanging van bestaande bouwwerken, Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
44
7. FINANCIELE HAALBAARHEID 7.1 Uitvoerbaarheid De kosten die gemaakt worden bij de uitvoering van de ontwikkeling zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De ontwikkeling heeft voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen. Het bestemmingsplan is hiermee financieel uitvoerbaar.
7.2 Kostenverhaal Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Aangezien in voorliggend geval het kostenverhaal wordt vastgelegd door middel van een anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer, kan de vaststelling van een exploitatieplan achterwege blijven.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
45
8. PROCEDURE
8.1 Overleg In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) artikel 3.1.1 opgenomen dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan overleg moet plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. In het kader van het vooroverleg is het plan besproken met volgende partijen: * Provincie * Waterschap De provincie heeft aangegeven dat ze geen opmerkingen hebben op het bestemmingsplan. Met de opmerking van het Waterschap is rekening gehouden met de uitwerking van dit plan.
8.2. Zienswijzen Het ontwerp-bestemmingsplan is op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de zienswijzen gedurende 6 weken voor een ieder ter visie gelegd.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
46
BIJLAGEN: I: Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A, april 2015” II: Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Tritium Advies dossiernr.:B05/079/RV-01/12-06-2013 III: Bodemonderzoek AQUATEST consultancy werk nr.: 2013.1128 d.d.: 20-12-2013 IV: Notitie Flora en fauna januari 2014, Wilhelminalaan Reusel V: A.: bureauonderzoek rapportnummer 1875-5313 d.d.16 juni 2010 B.: veldonderzoek (proefsleuven) met rapportnummer 1305/079/RV-01 d.d.12 juni 2013 VI : Akoestisch onderzoek/Industrielawaai M&A Milieuadviesbureau Rapport nr.: 214-RWi87a-il-v1 d.d. 09 mei 2014 VII: Inrichtingsschets plangebied Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A” dossier nr.: 2012.222 d.d. 14-02-2014
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
47
BESTEMMINGSPLAN Kom Reusel, “herziening Wilhelminalaan 87a” Gemeente Reusel de Mierden
Regels
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
48
HOOFDSTUK 1
Inleidende regels
Artikel 1
Begrippenplan
Artikel 2
Wijze van meten
HOOFDSTUK 2
Bestemmingsplanregels
Artikel 3
Bedrijf
Artikel 4
Groen – Landschappelijke inpassing
Artikel 5
Wonen
Artikel 6
Waarde - archeologie 4 (gebied met een hoge archeologische verwachting)
Hoofdstuk 3
Algemene Regels
Artikel 7
Anti-dubbeltelregel
Artikel 8
Algemene gebruiksregels
Artikel 9
Algemene afwijkingsregels
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 10
Overgangsregels
Artikel 11
Algemene regels
Artikel 12
Slotregel
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
49
HOOFDSTUK 1 Inleidende Regels Artikel 1 BEGRIPPENPLAN: 1.1
1.2 1.3 1.4
1.5
1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11
1.12
1.13 1.14
1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20
1.21 1.22 1.23
aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; aan-huis-gebonden beroep: een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. archeologische waarden: cultuurhistorische waarden die bestaand uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. beeldkwaliteitsplan/inrichtingsplan:plan opgesteld als aanvulling op het bestemmingsplan dat zich doorgaans vooral richt op functionele kwaliteiten, dat de na te streven beeldkwaliteit/inrichting beschrijft. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1667.BPRtopi1005-ow01; bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. bouwgrens: de grens van een bouwvlak. bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. carport: een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's. escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt. waterhuishoudkundige voorzieningen: voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
50
1.24 1.25 1.26 1.27
1.28 1.29 1.30
1.31
1.32 1.33
1.34
1.35 1.36
internetwinkel: specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet (of postorder) tot stand komt en waarbij afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt; mantelzorg: het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. onderbouw: een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen. peil: voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld. plan: het bestemmingsplan” Herziening Wilhelminalaan 87A “ van de gemeente Reusel-De Mierden; prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding raamprostitutie: een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie) seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. straatprostitutie: het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken; uitbouw: de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. voorgevellijn: de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan water- en waterhuishoudkundige voorzieningen: al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc. waterberging: een berging voor het bergen en opstaan van water woning: een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
51
Artikel 2
WIJZE VAN METEN
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand tot de zijdelingse perceelgrens: de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk. 2.2 bebouwde oppervlakte van een perceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen. 2.3 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.4 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.5 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.6 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.7 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
52
HOOFDSTUK 2
Bestemmingsplanregels
Artikel 3 BEDRIJF 3.1
Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven die zijn genoemd in “bijlage Ia bij de regels: Lijst van bedrijven (categorie 1 t/m 3.1)” onder de categorieën 1, 2 en 3.1 alsmede bedrijven die niet in deze lijst zijn opgenomen maar naar het oordeel van burgemeester en wethouders, qua aard en omvang daarmee gelijk te stellen zijn, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen; b. productie gebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen, en met dien verstande dat de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per bedrijf niet meer bedragen dan 25 m² c. met daaraan ondergeschikt: a. infrastructurele voorzieningen b. waterhuishoudkundige voorzieningen c. groenvoorzieningen met de daarbij behorende; d. opslag en uitstalling ten behoeve van de onder a. genoemde bedrijvigheid; e. internetwinkels; f. bedrijfsgebouwen g. tuinen, erven en terreinen; h. bouwwerken geen gebouwen zijnde; i. waterberging/retentievoorziening
3.2 Bouwregels 3.2.1 hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig bebouwd worden. c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd worden. b. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,0 meter bedragen. c. De hoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 meter. d. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen. e. De oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag buiten het bouwvlak niet meer dan 30 m² bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels 3.3.1a Gebruik van gronden en opstallen Het gebruik conform het bepaalde in artikel 3.1 is uitsluitend toegestaan indien de gronden landschappelijk zijn ingepast binnen de voor “Groen-landschappelijke inpassing” bestemde gronden, conform het beplantingsplan zoals weergegeven in het Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A oktober 2014”, opgenomen in de bijlage bij de planregels van dit bestemmingsplan.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
53
3.3.1b De landschappelijke inpassing zoals opgenomen onder 3.3.1a moet uiterlijk in gebruik name van de woningen zijn uitgevoerd overeenkomstig het beplantingsplan zoals weergegeven in het Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A oktober 2014”, opgenomen in de bijlage bij de planregels van dit bestemmingsplan en moet blijvend in stand worden gehouden. 3.3.2 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijd met deze bestemming. 3.3.3 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in 3.1, wordt in ieder geval gerekend: a. Het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in “bijlage Ia bij de regels: Lijst van bedrijven (categorie 1 t/m 3.1)” onder de categorieën 1, 2 en 3.1 alsmede bedrijven die niet in deze lijst zijn opgenomen maar die qua aard en omvang daarmee gelijk te stellen zijn; b. Detailhandel in voedings- en genotsmiddelen’; c. Horeca.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
54
Artikel 4 4.1
GROEN-Landschappelijke inpassing
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen-Landschappelijke Inpassing’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het aanbrengen en in stand houden van gebiedseigen (erf)beplanting, zoals opgenomen in het beplantingsplan van het Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A oktober 2014”, opgenomen in de bijlage bij de planregels van dit bestemmingsplan; b. infiltratievoorziening met een bergingscapaciteit van tenminste 251 m3; c. groenvoorzieningen; d. bermen en beplanting; e. paden; met daaraan ondergeschikt: f. speelvoorzieningen; g. nutsvoorzieningen; h. kunstwerken; i. extensief recreatief gebruik; j. waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels 4.2.1 Gebouwen Op de voor 'Groen-Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden mogen alleen gebouwen ten algemene nutte worden gebouwd, met dien verstande dat: a. de oppervlakte niet meer dan 20 m² mag bedragen; b. de bouwhoogte niet meer dan 4,00 m. mag bedragen.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,00 m. bedragen. b. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 20 m² bedragen.
4.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en voorzieningen, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; d. de noodzakelijke capaciteit van de infiltratievoorziening. .
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
55
Artikel 5 5.1 `
WONEN
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep met de daarbij behorende: b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; c. tuinen, erven en verharding; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; e. parkeervoorzieningen; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: de op de verbeelding aangegeven bebouwingstypologie dient te worden aangehouden waarbij minimaal 1 en maximaal 2 half vrijstaande woningen zijn toegestaan , die niet naast elkaar gelegen mogen zijn.; een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; de voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m; 2. de afstand tot de openbare weg mag niet minder dan 2,0 m. bedragen; 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw; 4. de breedte mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel; voorgevels van de bouwmassa’s moeten tenminste 1,5 m’ ten opzichte van elkaar verspringen per bouwvlak mag maximaal één woning worden opgericht, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een afwijkend aantal wooneenheden is toegestaan; de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrenzen bij: vrijstaande woningen mag aan beide zijden niet minder bedragen dan 3 m; half vrijstaande woningen mag aan één zijde niet minder bedragen dan 3 m; de goothoogte mag niet meer dan 6,00 m. bedragen; de bouwhoogte mag niet meer dan 10,00 m. bedragen; van tenminste 75% van het hoofdgebouw mag de dakhelling niet minder dan 35° en niet meer dan 60° bedragen.
a.
b. c.
d. e.
f.
g. h. j.
5.2.2 Bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen in de aanduiding “bijgebouwen” worden gebouwd; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw gebouwd worden; c. ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen” mag het vlak voor maximaal 50% worden bebouwd; d. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag: 1. bij een maximaal perceeloppervlakte tot 300 m², 60 m² bedragen; 2. bij een oppervlakte van een bouwperceel van 300 tot 500 m²; niet meer dan 70 m² bedragen; 3. bij een oppervlakte van een bouwperceel van 500 tot 750 m²; niet meer dan 80 m² bedragen; 4. bij een oppervlakte van een bouwperceel van 750 m² tot 1.000 m²; niet meer dan 90 m² bedragen; 5. bij een oppervlakte van een bouwperceel van 1.000 m²; niet meer dan 100 m² bedragen Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
56
e. f. g.
h.
bij vrijstaande hoofdgebouwen moet minimaal één zijstrook tot aan de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw vrij blijven van bebouwing; de goothoogte mag niet meer dan 3,00 m. bedragen; de bouwhoogte van bijgebouwen mag: 1. niet meer bedragen dan 5,50 meter, behoudens het bepaalde onder 2 en 3 hierna: 2. indien het bijgebouw wordt gebouwd in de zijdelingse perceelgrens, mag de bouwhoogte in de perceelgrens niet meer bedragen dan 3 meter en van daaraf in gelijke mate met de afstand tot de zijdelingse perceelgrens toenemen tot niet meer dan 5,5 meter, behoudens het bepaalde onder 3; 3. indien het bijgebouw aan weerszijden van de zijdelingse perceelgrens aaneengesloten wordt gebouwd, mag de hoogte niet meer bedragen dan 5,50 meter. een bijgebouw mag plat worden afgedekt of de dakhelling mag niet minder dan 35° en niet meer dan 60° bedragen;
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, maar niet voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw; b. ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen” mag het vlak voor maximaal 50% worden bebouwd; c. carports mogen worden gebouwd, mits aan de volgende eisen wordt voldaan: 1. de carports mogen uitsluitend gelijk aan (het verlengde van) de voorgevel van de woning worden gebouwd; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,00 m. bedragen; 3. de oppervlakte mag niet meer dan 25 m² bedragen; d. overkappingen mogen worden gebouwd, mits aan de volgende eisen wordt voldaan: 1. overkappingen mogen gebouwd worden op een afstand van minimaal 3 m uit de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen; 3. de oppervlakte mag niet meer dan 25 m2 bedragen; e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 m. bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1,00 m. mag bedragen; f. de afstand van zwembaden tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 1,00 m; g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals kunstwerken en speeltoestellen, mag niet meer dan 3,00 m. bedragen.
5.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat-en bebouwingsbeeld; b. een goede woonsituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de sociale veiligheid; en e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 5.4 Specifieke gebruiksregels 5.4.1a Gebruik van gronden en opstallen Het is verboden de voor “wonen” aangewezen gronden te gebruiken ten behoeve van de onder 5.1 genoemde functies indien binnen de bestemming “Bedrijf” bedrijven zijn gevestigd die niet passen binnen de in artikel 3.1 genoemde categorieën én indien het beplantingsplan, zoals weergegeven in het Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A oktober 2014”, opgenomen in de bijlage bij de planregels van dit bestemmingsplan, niet is uitgevoerd binnen de voor “Groenlandschappelijke inpassing” bestemde gronden. Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
57
5.4.1b De landschappelijke inpassing zoals opgenomen onder 5.4.1a moet uiterlijk voor in gebruik name van de woningen zijn uitgevoerd overeenkomstig het beplantingsplan zoals weergegeven in het Beeldkwaliteitsplan Kom Reusel “herziening Wilhelminalaan 87A oktober 2014”, opgenomen in de bijlage bij de planregels van dit bestemmingsplan en moet blijvend in stand worden gehouden. 5.5 Aan-huis-verbonden beroep Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan op de begane grond als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn: a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 30 m²; b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken; c. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving; d. detailhandel is niet toegestaan; e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
58
Artikel 6 6.1
WAARDE – Archeologie 4 (gebied met hoge archeologische verwachting)
Bestemmingsomschrijving
De als "Waarde- Archeologie 4” aangewezen gronden zijn mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
6.2
Bouwregels
6.2.1 Bouwregels Binnen het gebied ‘Waarde – Archeologie 4’ mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien en voor zover het een bouwplan betreft met een oppervlakte van maximaal 500 m² en een verstoringsdiepte van 0,3 m en 0,5 m bij esdekken ten opzichte van het maaiveld; bouwplannen met een grotere oppervlakte kunnen uitsluitend –zonder ontheffing – worden gebouwd, indien: a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid, met uitzondering van nieuwe kelders en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 m en 0,5 m bij esdekken ten opzichte van het maaiveld; b. gebouwen tot maximaal 2,5 m uit bestaande fundering worden opgericht.
6.2.2. Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
6.3
Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.2.1 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een ontheffing in ieder geval de volgende regels worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouw- of aanlegplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor, het al niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
59
6.3.2. Bouwverbod Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 6.3.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
6.3.3. Advies Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een ontheffing als bedoeld lid 6.3.1 winnen zij schriftelijk advies in bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een ontheffing geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
6.4
Omgevingsvergunning (aanleggen)
6.4.1. Werken en werkzaamheden In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in 6.4.2, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer, het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,3 m en 0,5 m bij esdekken onder maaiveld, waaronder begrepen het aanleggen van drainage;
6.4.2. Uitzonderingen Het onder lid 6.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige; b. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning in dit kader is verleend. c. indien de werken en/of werkzaamheden het gewone onderhoud en beheer betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; d. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft die direct samenhangen met een verleende ontheffing op grond van het bepaalde in 6.3.1.
6.4.3. Vergunningverlening a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 6.4.1. genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en vooraf door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport op basis van de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie is overgelegd waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld: * de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld; of * er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of * de archeologische waarden hierdoor niet of niet onevenredig worden geschaad. b. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat een rapport zoals genoemd onder lid 6.4.3.a achterwege kan blijven, als door de aanvrager aantoonbaar kan worden gemaakt dat de archeologische waarden reeds verstoord zijn (bijv. door zandwinning of diepe grondbewerkingen).
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
60
c.
6.5
Voor zover de in lid 6.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden: o de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; o de verplichting tot het doen van opgravingen; o de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
Omgevingsvergunning (slopen)
6.5.1 Omgevingsvergunning (slopen) Het is verboden binnen de “Waarde-Archeologie hoog” aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de aanwezige bouwwerken te slopen indien de oppervlakte groter is dan 500m² en de diepte meer dan 0,3 m en 0,5 m bij esdekken bedraagt;
6.5.2 Nadere eisen a. Aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een erkende archeologische partij; b. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarden worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij burgemeester en wethouders die in het belang van de archeologische monumentenzorg voorschriften kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning.
6.5.3 Sloopverbod De omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de ronden tot gevolg heeft.
6.6
Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1. Burgemeester en wethouders kunnen de verbeelding van het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak: a. b. c. d.
naar ligging wordt verschoven, dan wel naar omvang wordt vergroot of verkleind, dan wel van de plankaart wordt verwijderd, dan wel van bestemming wijzigt in “Waarde – Archeologie 2, 3, 5 of 6”, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
6.6.2. Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder lid 6.6.1 worden uitgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
61
Hoofdstuk 3 Artikel 7
Algemene Regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene gebruiksregels 8.1 Strijdig gebruik Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie; b. het gebruik voor wonen van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
8.2 Afwijken van het gebruiksverbod a. Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 8.1 onder b., en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits: 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt mantelzorg; 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven; 3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 75 m²; 4. het bijgebouw is gelegen op maximale afstand van 15,00 m. van het hoofdgebouw. b. Bij het toepassen van de omgevingsvergunning voor afwijking als bedoeld in 8.2 onder a. dient het bepaalde in artikel 8.1 in acht te worden genomen. c. Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning voor afwijking, verleend op grond van 8.2 onder b. in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijking de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
62
Artikel 9 9.1
Algemene afwijkingsregels
Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van: a. de bij recht in de regels gegeven bouwregels voor hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10% van die bouwregels; deze bepaling geldt niet voor de onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelgrenzen, grondoppervlakte van bebouwing en overige aanduidingen; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of – intensiteit daartoe aanleiding geven; c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bebouwingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; d. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits: 1. de oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 20 m² zal bedragen; 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,50 m. zal bedragen; e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot: 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20,00 m; 2. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10,00 m; f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, mits: 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen; 2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen; g. de regels ten behoeve van de bouw van gebouwtjes voor bancaire dienstverlening, met dien verstande, dat: 1. de bebouwde oppervlakte niet meer mag bedragen dan 5 m²; 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen 2,50 m; h. de onder a. tot en met h. genoemde omgevingsvergunningen voor afwijking kunnen uitsluitend verleend worden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. de milieusituatie; en 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
9.2
Afwijking voor het toestaan van een grotere bouwhoogte voor het plaatsen van windmolens
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels ten behoeve van de bouw van bouwwerken geen gebouwen zijnde, voor het toestaan van een grotere bouwhoogte voor het plaatsen van windmolens op of achter gebouwen, mits: a. voldaan wordt aan de voorwaarde dat de bouwhoogte van de totale constructie (inclusief draaiende onderdelen) op gebouwen maximaal 25% van de totale hoogte van het gebouw bedraagt, tot een maximum van 5,00 m.; b. voldaan wordt aan de voorwaarde dat de bouwhoogte van de totale constructie (inclusief draaiende onderdelen) op het maaiveld maximaal 12,50 m. bedraagt; c. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse; d. het woon- en leefmilieu niet onevenredig wordt aangetast. Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
63
Hoofdstuk 4 Artikel 10 10.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsregels
Overgangsrecht bouwwerken
10.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 10.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 10.1.3 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
64
Artikel 11 Algemene regels 11.1 Bestaande afwijkende maatvoering In die gevallen dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelgrenzen, en andere maten, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand gekomen bouwwerken op het tijdstip van terinzage-legging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
65
Artikel 12 Slotregels Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ” Kom Reusel, herziening Wilhelminalaan 87A”
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
66
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
67
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
68
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
69
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
70
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
71
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
72
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
73
BESTEMMINGSPLAN Kom Reusel, “herziening Wilhelminalaan 87a” Gemeente Reusel de Mierden
BIJLAGEN
Kom Reusel : “herziening Wilhelminalaan 87A”
NL.IMRO.1667.BPRwlaan1005-VAST
74