TOELICHTING: Het thema ‘licht & duister’ - in de vorm van Psalm 27 - staat centraal in het volgende ‘ontwerp’. Mijn vertrekpunt, tevens de rode draad, is de 2e zin uit het Taizélied De noche: Enkel de dorst zal ons licht zijn. Dat is een concept om over na te denken. Wij gaan de nacht door, het duister, op zoek naar het levend water. Het ligt voor de hand dat je dan mensen voor je ziet die dorst hebben en zoeken naar stilling van die dorst. De dorst is hier echter zelf een kwaliteit van leven: ze zal ons licht zijn. Iemand zei ooit: ‘God voedt zijn kinderen met honger en dorst naar Hem’. Dat was gegarandeerd in de periode van de tabernakel: daar leerde Israël dat de dorst en gebrek niet dodelijk waren, maar reddend. Israël moest leren om dorst te hebben. Niet voor niets is deze woestijnperiode in latere periode altijd weer in herinnering geroepen, zelfs verheerlijkt. Denk aan de beweging van de Rechabieten en de gedachte achter het Loofhuttenfeest. Diezelfde woestijn markeerde het begin van het openbare leven en werk van Jezus. Het ergste dat je kan overkomen is dat je geen honger en dorst meer hebt, verzadigd bent. Is dat ook niet een beeld van onze cultuur met haar vele mogelijkheden aan bevrediging van behoeften? Een cultuur waarin er zoveel keuzemogelijkheden zijn (potjes pindakaas) dat alle keuzes slechts onlustgevoelens opleveren (Barry Schwartz, The paradox of choice, TED-lezing). Enkel de dorst is ons licht. Licht in de vijandige omgeving die de woestijn kan zijn. Een echo hiervan beluister ik in Psalm 27. Die begint majestueus: De HEER is mijn licht! Geen reden dus om bang te zijn, maar in vers 2 komen degenen die kwaad willen in alle hevigheid op je af. Ze belagen je. Wie die vijanden zijn? De Filistijnen, de interne vijanden waar de woestijnmonnik Antonius tegen streed, de mensen op mijn werk? In de psalm wisselen passages van vertrouwen en goede moed zich af met passages van onveiligheid en bedreiging. Ik wil zingen en spelen voor de HEER, maar daarna slaat de angst weer toe: Hoor mij, HEER…. Het lijkt alsof de psalmist zich moed inspreekt zoals een kind in het donker waar hij bang voor is: wees dapper en vastberaden (vers 14). Uiteindelijk gaat het ook hier om het wortelen in God (het licht) zelf: Uw nabijheid wil ik zoeken (8)…Wacht op de HEER (14). Ook na Pasen spreekt/zingt de gemeente zich moed in. D-day is geweest, maar er volgt nog een lange duistere tocht naar Berlijn (Cullmann). Ontwerp In dit ontwerp gebruik ik de Geneefse psalm 8 (1e helft van vers 1) als antifoon (of ELB 110). Ik maak gebruik van een gedicht bij psalm 27 uit het Liedboek, die staan er niet voor niets. Het Taizélied De noche wordt gezongen, maar daarna – tijdens de lezing van gedeelten uit psalm 27 – op diverse momenten geneuried. Zo stemmen we letterlijk in met de gelezen tekst. Soms valt de muziek stil (aangegeven). Ik gebruik hier het orgel (8’ stemmen) omdat dat het meest rustig is. Een piano is hier onrustiger (puls-instrument!), maar gitaar zou m.i. wel weer kunnen. Op vers 6 reageren we met het zingen van Opwekking 134. Er klinkt nog – gefluisterd - een opwekkende tegenstem uit Jesaja 60 (1-2): Sta op… Na de lezing volgt Psalm 27 in de Iona-uitvoering (II-4/LB 27a). Een ‘vrolijk lied, dat niet triomfantelijk, maar wel met lef gezongen mag worden. Bewaak het tempo…’. Tot slot klinkt de antifoon weer. (Te gebruiken voor of na de preek….) Kees van Setten
ANTIFOON:
of:
► piano: Lector 3:
Vogelijn op groene tak
Begeleiding: piano
De omslag dreigt, de radicale ommekeer, voorspoed wordt tegenslag. Plotseling zet depressie haar bruine hoed op en stuift furieus op mij af.
Anton Ent, bij psalm 27 (LB)
Steekt woede een mes in haar hals of kijk ik haar recht in de ogen? Kon ik maar ontsnappen. Mamma roepen helpt niet. Ook u hebt mij verlaten. Ik kruip van angst over de grond, beschreeuw de muren van mijn kamer. Wroeging ziet op mij neer, waar fluiten de vogels van rust en verzoening? ► orgel neemt over (in d-akkoord)
► zingen: De Noche
(Luis Rosales, Communauté de Taizé, Frankrijk)
DE NOCHE Met fagot
1x Spaans 1x Nederlands daarna steeds blijven neuriën!
PSALM 27 Lector 1 (v) vers 1
(orgel/neuriën)
Lector 2 (m) vers 2-3
De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?
►orgel (hp 8’) + neuriën
Kwaadwilligen kwamen op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden mij, maar zij struikelden, zij vielen.
► geen muziek
(oe-klank)
Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten.
Lector 1 (v) vers 4-6
(orgel/neuriën)
Ik vraag aan de HEER één ding, ►orgel (hp 8’) + neuriën het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel. Hij laat mij schuilen onder zijn dak op de dag van het kwaad, hij verbergt mij veilig in zijn tent, hij tilt mij hoog op een rots. Daarom heft zich mijn hoofd fier boven de vijanden rondom mij, ik wil offers brengen in zijn tent, hem juichend offers brengen, ik wil zingen en spelen voor de HEER.
►orgel eindigt op A, piano neemt lead over
Alternatief: Opw. 678 – God van het licht
(Paulien Michael Mills)
Lector 2 (m) vers 7-12
Hoor mij, HEER, als ik tot u roep, wees genadig en antwoord mij. Mijn hart zegt u na: ‘Zoek mijn nabijheid!’ Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken, verberg uw gelaat niet voor mij, wijs uw dienaar niet af in uw toorn.
► geen muziek
U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat mij niet, God, mijn behoud. Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan. (neuriën)
Wijs mij uw weg, HEER, leid mij op een effen pad, bescherm mij tegen mijn vijanden, lever mij niet uit aan mijn belagers. Valse getuigen staan tegen mij op en dreigen met geweld.
►orgel (hp 8’) + neuriën
< korte stilte >
Lector 3 (gefluisterd!)
Tegenstem - Jesaja 60: 1-2 Sta op en schitter, je licht is gekomen, ►geen muziek over jou schijnt de luister van de HEER. Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar.
< langere stilte >
Lector 1 (v) vers 13-14
(neuriën)
Mag ik niet verwachten de goedheid van de HEER te zien in het land van de levenden? Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.
zingen: The Lord is my light
(Iona II-4 / LB 27a, John L. Bell, vert. Dirk Strasser)
►orgel (hp 8’) + neuriën
►orgel eindigt op d, piano neemt lead over
►intro piano
De coupletten kunnen door een solist of een koor worden gezongen. Als het niet te snel gaat: door de gemeente zelf?
► Na afloop van het lied keren we terug naar de antifoon van Psalm 27:1 of ELB 110 (begin) COUPLET: