Toelichting
Bestemmingsplan “Woonwagencentrum De Giek ” Planstatus: Vastgesteld Datum: 24-11-2014 Plan identificatie: NL.IMRO.0230.BPWWCDEGIEK2014-VST1 Auteur: G. Wagenaar
1 Inleiding ............................................................................................................................ 4 1.1 Algemeen..................................................................................................................... 4 1.2 Ligging ......................................................................................................................... 4 1.3 Vigerend bestemmingsplan .......................................................................................... 5 1.4 Opzet van de toelichting............................................................................................... 5 2 De bestemmingen............................................................................................................. 6 2.1 Tuin.............................................................................................................................. 6 2.2 Verkeer- en Verblijfsgebied .......................................................................................... 6 2.3 Wonen - Woonwagencentrum ...................................................................................... 7 2.4 Waarde - Archeologie .................................................................................................. 7 3 Huidige situatie................................................................................................................. 9 4 Planuitgangspunten ........................................................................................................11 5 Beleidskader ....................................................................................................................12 5.1 Rijksbeleid ..................................................................................................................12 5.2 Provincie .....................................................................................................................13 5.3 Gemeente ...................................................................................................................14 6 Milieu- en Omgevingsaspecten ......................................................................................15 7 Uitvoerbaarheid ...............................................................................................................16
2
3
1 Inleiding 1.1 Algemeen De gemeente Elburg heeft besloten om een nieuw juridisch planologisch kader op te stellen voor het woonwagencentrum aan de Giek te Elburg. Deze keuze komt mede voort uit het feit dat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in zijn uitspraak van 18 december 2013 het besluit van de gemeenteraad van Elburg tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Elburg & Oostendorp' te vernietigen voor zover het om de bestemming Wonen – Woonwagencentrum voor het perceel Giek 80 betreft. Het repareren van het bestemmingsplan voor alleen dit perceel levert een ongewenste situatie op. Daarom is besloten om het planologisch regime voor alle standplaatsen te herzien, zodat een eenduidig planologisch kader ontstaat voor het hele woonwagencentrum.
1.2 Ligging
Het woonwagencentrum is gelegen aan de Giek te Elburg, omsloten door bebouwing aan de noord, zuid- en westzijde en de Oostelijke Rondweg aan de oostzijde. Er loopt een ontsluitingsweg centraal over het woonwagencentrum met aan beide zijden daarvan standplaatsen.
4
1.3 Vigerend bestemmingsplan Op dit moment zijn zes standplaatsen aanwezig op het woonwagencentrum aan de Giek. De standplaatsen vallen (met uitzondering van het perceel Giek 80) onder het bestemmingsplan 'Elburg & Oostendorp' en hebben daar de bestemming Wonen-Woonwagencentrum.
1.4 Opzet van de toelichting Na deze inleiding worden de bestemmingen beschreven in hoofdstuk 2. De meeste relevante uitgangspunten per bestemming komen hierbij aan bod. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie beschreven. In hoofdstuk 4 worden de planuitgangspunten beschreven. In hoofdstuk 5 en 6 komen het beleidskader en de milieu- en omgevingsaspecten aan de orde. De toelichting wordt afgesloten met hoofdstuk 6, waarin ingegaan wordt op de maatschappelijke- en financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
5
2 De bestemmingen In dit hoofdstuk worden de bestemmingen toegelicht die op de verbeelding en in de regels van het bestemmingsplan zijn weergegeven. Hierdoor wordt duidelijk waarom de bestemmingen opgenomen zijn en wat het doel van de bestemming is. Daarbij wordt aangegeven wat de belangrijkste uitgangspunten van de bestemmingen zijn en wat de mogelijkheden binnen de bestemming zijn.
2.1 Tuin Doel Het doel van de bestemming Tuin is het vergroten van woongenot en het behouden van de openheid van de als zodanig bestemde gronden. Functionele mogelijkheden In de bestemming Tuin wordt enkel de functie tuinen toegestaan. Bouwmogelijkheden gebouwen en bijbehorende bouwwerken Het bouwen van gebouwen in de bestemming Tuin is niet toegestaan. Ook zijn geen ontheffingsmogelijkheden opgenomen om gebouwen toe te staan. Bouwmogelijkheden andere bouwwerken Het bouwen van andere bouwerken is enkel mogelijk in de vorm van erf- en terreinafscheidingen. Deze erf- of terreinafscheidingen mogen ten hoogste 1,20 meter hoog zijn.
2.2 Verkeer- en Verblijfsgebied Doel In gebieden met de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied staat het behoud van de verkeersfunctie naast de verblijfsfunctie centraal. Functionele mogelijkheden De functies binnen deze bestemming zijn gericht op zowel de verkeers- als de verblijfsfunctie in het plangebied. Daarom zijn wegen en straten , voet- en rijwielpaden en parkeervoorzieningen overal in de bestemming mogelijk. Bouwmogelijkheden bouwwerken Binnen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied is het oprichten van bouwwerken niet toegestaan.
6
2.3 Wonen - Woonwagencentrum Doel Het doel van de bestemming Wonen - Woonwagencentrum is het behoud van het ruimtelijk karakter van woonwagens op de als zodanig bestemde gronden. Functionele mogelijkheden De gronden met de bestemming Wonen - Woonwagencentrum zijn bestemd voor standplaatsen voor woonwagens. Iedere standplaats kent een afzonderlijk bouwvlak, waarbinnen een woonwagen geplaats kan worden. De maximale bouwhoogte voor woonwagens is vastgelegd op een hoogte van 4,30 meter vanaf het peil. Bouwmogelijkheden bijbehorende bouwwerken Per standplaats mag een beperkt oppervlak aan bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd. Deze maximale oppervlakte bedraagt 20 m2 per standplaats en een maximale bouwhoogte van 4,5 meter. Wro-wijzigingsgebied De bestemming Wonen - Woonwagencentrum kent een Wro-wijzigingsgebied, waardoor het mogelijk wordt om de bestemming geheel of gedeeltelijk (bv. alleen één standplaats) te wijzigen naar de bestemming Tuin of Groen.
2.4 Waarde - Archeologie Doel De bestemming "Waarde - Archeologie" heeft tot doel de archeologische waarden van de gronden te behouden, beschermen en/of herstellen. De bestemming "Waarde Archeologie" in ingedeeld in 4 waarderinszones. Zo hebben de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologie 1" een zeer hoge archeologische waarde en de bestemming "Waarde - Archeologie 4" een lage archeologische waarde. Per zone zijn verschillende bouwregels en regels voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden opgenomen. Bouwmogelijkheden, uitvoeren werken en werkzaamheden Waarde - Archeologie 1 Voor het oprichten van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden met een oppervlakte van maximaal 30 m2 en die niet dieper dan 0,30 meter onder het maaiveld in de bodem komen, zijn alleen de bestemmingsregels van onderliggende bestemmingen van toepassing. Wanneer een bouwwerk groter is dan 30 m² of wanneer het bouwwerk dieper dan 0,30 m onder het maaiveld reikt, moeten voor verlening van een omgevingsvergunning de archeologische waarden onderzocht worden. Hiervoor gelden verplichtingen, die opgenomen zijn in de bouwregels bij deze bestemming.
7
Waarde - Archeologie 2 Voor het oprichten van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden met een oppervlakte van maximaal 120 m2 en die niet dieper dan 0,30 meter onder het maaiveld in de bodem komen, zijn alleen de bestemmingsregels van onderliggende bestemmingen van toepassing. Wanneer een bouwwerk groter is dan 120 m² of wanneer het bouwwerk dieper dan 0,30 m onder het maaiveld reikt, moeten voor verlening van een omgevingsvergunning de archeologische waarden onderzocht worden. Hiervoor gelden verplichtingen, die opgenomen zijn in de bouwregels bij deze bestemming. Waarde - Archeologie 3 Voor het oprichten van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden met een oppervlakte van maximaal 500 m2 en die niet dieper dan 0,30 meter onder het maaiveld in de bodem komen, zijn alleen de bestemmingsregels van onderliggende bestemmingen van toepassing. Wanneer een bouwwerk groter is dan 500 m² of wanneer het bouwwerk dieper dan 0,30 m onder het maaiveld reikt, moeten voor verlening van een omgevingsvergunning de archeologische waarden onderzocht worden. Hiervoor gelden verplichtingen, die opgenomen zijn in de bouwregels bij deze bestemming. Waarde - Archeologie 4 Voor het oprichten van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden met een oppervlakte van maximaal 2500 m2 en die niet dieper dan 0,30 meter onder het maaiveld in de bodem komen, zijn alleen de bestemmingsregels van onderliggende bestemmingen van toepassing. Wanneer een bouwwerk groter is dan 2500 m² of wanneer het bouwwerk dieper dan 0,30 m onder het maaiveld reikt, moeten voor verlening van een omgevingsvergunning de archeologische waarden onderzocht worden. Hiervoor gelden verplichtingen, die opgenomen zijn in de bouwregels bij deze bestemming.
8
3 Huidige situatie Voorgeschiedenis Het woonwagencentrum aan de Giek te Elburg is begin jaren '90 ontstaan en planologisch mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan Boederij Vos II (vastgesteld door de gemeenteraad van Elburg op 22 september 1988). Het oorspronkelijke woonwagencentrum bestaat uit 6 standplaatsen waarbij (conform de toenmalige ministeriële richtlijnen) uitgegaan is van circa 200 m2 per standplaats. In dit bestemmingsplan waren de maximale afmetingen van woonwagens vastgelegd en bepaald op een maximale breedte van 6,65, een maximale lengte van 15 meter en een maximale bouwhoogte van 3,5 meter vanaf het maaiveld. De onderlinge afstand tussen de woonwagens moest tenminste 5 meter zijn. Inmiddels zijn alle aanwezige woonwagens in eigendom van de bewoners, de ondergrond is in eigendom van de gemeente Elburg inclusief de aanwezige sanitaire units.
Luchtfoto Woonwagencentrum De Giek In 2004 is besloten om (met ontheffing van het bestemmingsplan) een bouwvergunning te verlenen voor een nieuwe woonwagen op één van de standplaatsen (Giek 76) met een totale bouwhoogte van 4,50 meter vanaf het maaiveld. Op grond van deze vergunning bedraagt de hoogte van de woonwagen 3,85 meter en komt de woonwagen 0,65 meter boven het maaiveld te staan. Vervolgens is ook voor het perceel Giek 80 een dergelijke vergunning verleend.
9
Bestemmingsplan Elburg & Oostendorp Op 22 april 2013 heeft de gemeenteraad van Elburg het bestemmingsplan Elburg & Oostendorp vastgesteld waar het woonwagencentrum aan de Giek onderdeel van uit maakt. In dit bestemmingsplan is de maximale bouwhoogte van 3,5 meter uit het vorige bestemmingsplan overgenomen, maar is een veruimming opgenomen voor wat betreft de breedte van een woonwagen. De maximale breedte van een woonwagen is verruimd naar 8 meter. De bewoner van de standplaats Giek 80 heeft in de zienswijzenprocedure zijn bezwaren kenbaar gemaakt bij de gemeenteraad en vervolgens beroep aangetekend tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. Zijn bezwaren betroffen de maximale bouwhoogte van 3,5 meter ten opzichte van het peil (bovenkant afgewerkte begane grondvloer). Bewoner wenst een tweede bouwlaag te realiseren op zijn woonwagen en geeft in het beroepsschrift aan hier een bouwhoogte van tenminste 6 meter voor nodig te hebben. Bij uitspraak van 18 december 2013 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de bestemming voor het perceel Giek 80 vernietigd. In de uitspraak is aangegeven dat de gemeenteraad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat een tweede bouwlaag ter plaatse niet passend is, maar dat ten onrechte voorbij gegaan is aan de in verleden verleende bouwvergunning voor het perceel Giek 74 en Giek 80 (beide met bouwhoogte van 4,5 meter van het maaiveld). Bij een nieuwe bestemming voor het perceel Giek 80 zal daarom de verleende vergunning en daarbij behorende bouwhoogte moeten worden ingepast. De gemeente Elburg stelt zich op het standpunt dat uit het oogpunt van uniformiteit niet alleen het perceel Giek 80 een nieuwe bestemming zal moeten krijgen, maar de bestemmingen voor het gehele woonwagencentrum gelijk getrokken moeten worden. Het voorliggende bestemmingsplan heeft dan ook betrekking op alle standplaatsen gelegen aan de Giek te Elburg. Sanering van standplaatsen Op 9 december 2008 heeft het college van B&W besloten om de standplaatsen (als eigenaar van de grond) op het woonwagencentrum niet langer te verhuren bij mutatie. Op 18 februari 2014 heeft het college dit besluit nogmaals bevestigd en tevens besloten dit besluit te effectueren in het bestemmingsplan Woonwagencentrum De Giek. In hoofdstuk 4 zal hier verder op ingegaan worden.
10
4 Planuitgangspunten Dit bestemmingsplan is gebaseerd op de verschillende ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan op en rondom het woonwagencentrum aan de Giek. De volgende uitgangspunten zijn leidend geweest voor de totstandkoming van het bestemmingsplan: 1. De ruimtelijke uitstraling van een woonwagen behouden; De ruimtelijke uitstraling van een woonwagen wijkt grotendeels af van de uitstraling van 'reguliere' woningen. De inpassing van het woonwagencentrum in de huidige wijk is hier ook op afgestemd. Uitgegaan wordt van een woonwagen met één voor bewoning bestemde bouwlaag, tot een maximale bouwhoogte van 4,3 meter vanaf het peil. Daarmee wordt de ruimtelijke uitstraling van een woonwagen behouden. 2. Het aantal standplaatsen terugdringen door natuurlijk verloop en vrijkomende standplaatsen niet langer verhuren; Zoals reeds aangegeven, heeft de gemeente Elburg (als grondeigenaar) besloten om vrijkomende standplaatsen voor woonwagens niet langer meer te verhuren. Zodra een standplaats vrijkomt, zal deze ongeschikt worden gemaakt voor bewoning. Aangezien de standplaats op het perceel Giek 74 inmiddels vrijgekomen is, is hier een bestemming Groen voor opgenomen. 3. Na het vrijkomen van de standplaats de bestemming van de standplaats wijzigen waardoor bebouwing en bewoning niet langer mogelijk is; Om vervolgens ook de planologische situatie aan te laten sluiten op de situatie, zoals genoemd onder uitgangspunt 2, wordt de bestemming van de standplaats gewijzigd van 'Wonen-Woonwagencentrum' naar de bestemming Tuin of Groen, zodra deze vrij van bewoning is. Bewoning en het realiseren van bouwwerken is binnen beide bestemmingen niet mogelijk. 4. Het bij recht opnemen van in het verleden verleende ontheffingen en vrijstellingen en aanwezige bouwhoogtes; Zoals ook in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 18 december 2013 duidelijk aangegeven is, moeten in het verleden verleende ontheffingen en vrijstellingen bij recht worden meegenomen bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Ook is besloten om de daadwerkelijk aanwezige bouwhoogtes over te nemen. Om die reden is de maximale bouwhoogte van een woonwagen vastgelegd op 4,3 meter vanaf het peil (conform de daadwerkelijke bouwhoogte van de woonwagen op het perceel Giek 76).
11
5 Beleidskader 5.1 Rijksbeleid Verdwijning Woonwagenwet Als de Woonwagenwet in 1999 wordt afgeschaft, bestaan woonwagenbewoners wettelijk niet meer als aparte categorie. Het afstammingsbeginsel wordt geschrapt, waardoor ook ‘burgers’ in aanmerking komen voor een standplaats. Voortaan zijn woonwagenbewoners geen aparte huisvestingsdoelgroep meer. De huur van een woonwagen valt tevens onder het algemeen huurrecht. Daarmee is de verplichting voor gemeenten om standplaatsen te realiseren voor woonwagenbewoners komen te vervallen. Nota Ruimte Op achtereenvolgens 17 mei 2005 en 17 januari 2006 hebben de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal ingestemd met de Nota Ruimte "Ruimte voor ontwikkeling". De Nota Ruimte bevat de visie van de Rijksoverheid op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het kabinet gaat daarbij uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. In de Nota Ruimte wordt meer verantwoordelijkheid gegeven aan de decentrale overheden. Hiermee keert het beleid terug naar de eigenlijke uitgangspunten van het ruimtelijk rijksbeleid en verschuift het accent van 'ordening' naar 'ontwikkeling'. Eén van de beleidsaspecten waarbij de verantwoordelijkheid bij de gemeenten is komen te liggen, is het woonwagenbeleid. Reeds in 1999, derhalve voor het verschijnen van de nota Ruimte, is de Woonwagenwet ingetrokken. Reden hiervoor was het feit dat inmiddels alle voor woonwagenbewoners relevante zaken in reguliere regelgeving was opgenomen. Daarmee is, net als voor andere woonbehoeften, de verantwoordelijkheid voor huisvesting volledig bij de gemeenten komen te liggen. De VROM-Inspectie heeft vervolgens in 2004 van het Kabinet de opdracht gekregen om gemeenten te ondersteunen bij de aanpak van vrijplaatsen op woonwagenlocaties. In 2006 heeft de inspectie een handreiking "Werken aan woonwagenlocaties" gepubliceerd, in maart 2009 gevolgd door het handboek "Eigentijds omgaan met woonwagenbewoners" en de "Handreiking brandveiligheid woonwagens en woonwagenlocaties". Centraal staat de gedachte dat de moderne woonwagenlocaties het predicaat van vrijplaatsen voor criminaliteit en illegaliteit van zich af moeten schudden. Onder het begrip "normalisatie" wordt in dit verband mede verstaan dat illegale situaties worden aangepakt en dat wet- en regelgeving wordt gehandhaafd. Tegelijkertijd dient een kwalitatieve verbetering van de fysieke omgeving tot stand te worden gebracht, een scheiding van wonen en werken, alsmede een integratie van de woonwagenbewoners en de omwonenden. Conclusie Op basis van het bovenstaande biedt het landelijk beleid weinig aanknopingspunten voor de inhoud van het voorliggende bestemmingsplan. Desondanks tracht de gemeente Elburg met 12
het voorliggende bestemmingsplan een kwalitatieve verbetering voor de fysieke omgeving te realiseren, door een standplaats (Giek 74) niet langer voor bewoning te bestemmen en zo fysiek meer ruimte te genereren tussen twee standplaatsen. Daarnaast is dit tevens een ontwikkeling die de brandveiligheid ten goede komt.
5.2 Provincie Op provinciaal niveau zijn de volgende beleidsdocumenten enigzins van belang voor de inhoud van het voorliggende bestemmingsplan: Streekplan Gelderland 2005 Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode van 2005 tot 2015. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 is besloten om het streekplan een structuurvisie in het kader van die wet te laten zijn. Het streekplan is erop gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven, dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. De provincie heeft voor het ruimtelijk beleid in het streekplan de volgende uitgangspunten: regionale inzet en versterking van ruimtelijke kwaliteit. Kijkend naar de relatie met het voorliggende plangebied, moet worden geconcludeerd dat in het Streekplan geen beleidsuitspraken aangaande woonwagencentra worden gedaan. Het algemene uitgangspunt om een versterking van de ruimtelijke kwaliteit te bewerkstelligen, is uiteraard wel aan de orde, zoals in paragraaf 5.1 aangegeven. Provinciale Ruimtelijke Verordening Gedeputeerde Staten hebben op 3 november 2009 het ontwerp van de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Inmiddels is de verordening in werking getreden. Met deze verordening stellen Provinciale Staten regels over de inhoud, toelichting en onderbouwing van bestemmingsplannen. De regels hebben betrekking op o.a. verstedelijking, detailhandel, wonen, bedrijven, ecologische hoofdstructuur, ect. en zijn gebaseerd op de uitgangspunten uit de provinciale structuurvisie. Kijkend naar de relatie met voorliggende plangebied moet worden geconcludeerd dat in de Provinciale Ruimtelijke Verordening geen beleidsuitspraken aangaande woonwagencentra worden gedaan. Kwalitatief Woonprogramma 3 De gemeenten van de Regio Noord Veluwe (Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde Nunspeet, Oldebroek en Putten) en de Provincie Gelderland hebben voor de periode 2010-2019 het Kwalitatief Woonprogramma (KWP) voor de regio vastgesteld. In het KWP3 is per regio een afsprakenkader opgenomen, zo ook voor de Regio Noord Veluwe. De ontwikkeltrajecten voor de Regio Noord Veluwe zijn gericht op het aanpakken van de belangrijkste verschillen tussen met de uit onderzoeken gebleken behoeften aan woningen (het referentiekader). De trajecten zijn een resultaat van de vergelijking van het referentiekader en de regionaal op getelde woningbouwprogramma's. Naar aanleiding van de trajecten zijn voor de regio nieuwe afspraken gemaakt, die zijn opgenomen in een werkprogramma. Op basis van dat werkprogramma worden de komende jaren lokale 13
woningbouwprogramma's en een Woonvisie gerealiseerd. Inmiddels is een Regionale Woonvisie opgesteld, waar in het najaar van 2014 een lokale vertaling voor de gemeente Elburg van wordt gemaakt. Kijkend naar de relatie met het voorliggende plangebied is het van belang om te vermelden dat de gemeente Elburg woningen zal realiseren om te voldoen aan de vraag naar (betaalbare) woningen de komende jaren. Daarmee heeft het niet langer meer verhuren van standplaatsen na mutatie geen consequenties voor de beschikbare woonruimte in Elburg. Op diverse locaties in de gemeente zijn en worden de komende jaren nieuwe woningen gerealiseerd om te voldoen aan de vraag naar woonruimte in de gemeente Elburg.
5.3 Gemeente Toekomstvisie Gemeente Elburg 2020 Elburg is nog steeds in ontwikkeling. Om de ontwikkeling in goede banen te leiden heeft de gemeenteraad op 23 november 2009 een toekomstvisie vastgesteld. Op basis van deze visie kan de raad richtinggevende beslissingen nemen voor de lange termijn. In de visie worden voor de periode tot 2020 duurzame en vitale kernwaarden genoemd, onder andere herkenning in geloofsbeleving, kwaliteit in wonen en leefomgeving, kleinschalige en menselijke maat en ontplooiingsruimte voor jong en oud. Kijkend naar de relatie met het voorliggende plangebied, moet worden geconcludeerd dat in de Toekomstvisie geen beleidsuitspraken aangaande woonwagencentra worden gedaan. Welstandnota Doel van het welstandsbeleid is het leveren van een bijdrage aan de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Elburg. De welstandnota legt vast op welke wijze het welstandtoezicht plaatsvindt en op grond van welke uitgangspunten en criteria bouwvoornemens worden beoordeeld. In 2013 is besloten 'welstandvrije' gebieden in te stellen binnen de gemeente Elburg. Kijkend naar de relatie met het voorliggende plangebied, blijkt dat enkel de 2 standplaatsen gelegen aan de zijde van de Oostelijke Rondweg 'welstandsplichtig' zijn. Voor wat betreft de overige standplaatsen zijn bouwvoornemens niet langer 'welstandsplichtig'.
14
6 Milieu- en Omgevingsaspecten Aangezien het voorliggende plangebied qua omvang zeer beperkt is, komt slechts een klein aantal milieuaspecten in beeld bij de totstandkoming van dit plan. Zo is er in het plangebied en door de wijze van bestemmen geen relatie met aspecten als water, geluid, geur, ecologie, cultuurhistorie, en externe veiligheid. Wel worden hieronder de aspecten bodem en archeologie kort besproken. Bodem In dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van een te handhaven bestaande situatie. Er mag daarom vanuit worden gegaan dat de bestaande bodemkwaliteit voldoende is voor de verschillende functies in het plangebied. Wanneer in het plangebied nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, bijvoorbeeld de vervanging van een woonwagen, dan is het nodig om een bodemonderzoek uit te voeren. Ook als de wijzigingsbevoegdheid, om de bestemming Wonen - Woonwagencentrum om te zetten naar de bestemming Tuin of Groen, wordt toegepast, moet een (verkennend) bodemonderzoek worden uitgevoerd om uit wijzen of de grond geschikt is om deze conform de bestemming te gebruiken. Archeologie Het aspect Archeologie speelt een rol in het gebied. Om de verscheidenheid aan archeologische kenmerken in kaart te brengen en ter ondersteuning van het opstellen van het archeologiebeleid, heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in opdracht van de gemeente Elburg een archeologische waardenkaart vervaardigd. De gemeente Elburg is verdeeld in 5 waarderingsgebieden te weten Waarde - Archeologie 1 tot en met 4 en overige gebieden. De gebieden die een waarde hebben van Archeologie 1, hebben de hoogste verwachtingswaarde, gebieden die een waarde kennen van Archeologie 4, kennen de laagste verwachtingswaarde. De overige gebieden zijn reeds onderzocht en uit dit onderzoek is gebleken dat hier geen acheologische vondsten te verwachten zijn. In het huidige plangebied bevinden zich twee waarderingsgebieden, namelijk Archeologie 2 en Archeologie 3. Per verwachtingsgebied zijn regels opgesteld met daarin de bouwmogelijkheden opgenomen.
15
7 Uitvoerbaarheid De uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt enerzijds aangetoond door de maatschappelijke uitvoerbaarheid en anderzijds door de economisch uitvoerbaarheid. Deze worden in dit hoofdstuk besproken. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Voor dit bestemmingsplan moet worden aangetoond dat het maatschappelijk uitvooerbaar is. Dit betekent dat de nieuwe juridisch-planologische regeling voor het plangebied, zoals deze in dit bestemmingsplan is opgenomen, acceptabel is voor verschillende belanghebbenden. Een methode om de maatschappelijke uitvoerbaarheid te laten toetsen, is door het plan op een goede wijze de bestemmingsplanprocedure te laten doorlopen. Tijdens die procedure hebben de belanghebbenden namelijk op verschillende momenten de mogelijkheid om hun mening/zienswijze op het bestemmingsplan kenbaar te maken. De gemeente is hierbij verplicht om de ingekomen reacties te overwegen en waar nodig de planologsiche regeling hierop aan te passen. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 14 mei 2014 voor de periode van zes weken ter inzage gelegen. Binnen deze periode zijn twee zienswijzen binnegekomen. In de bijbehorende zienswijzennota wordt ingegaan op deze zienswijzen en van een gemeentelijke reactie voorzien. Eén van de aspecten die tevens bepaalt of een plan maatschappelijk uitvoerbaar is, is het zogenaamde vooroverleg met overleginstanties op basis van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Onderhavig plangebied betreft echter een bestemmingsplan dat naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State, inzake de vaststelling van bestemming Elburg & Oostendorp, opgesteld is. In het kader van het bestemmingsplan Elburg & Oostendorp is recent reeds uitvoerig vooroverleg gepleegd met de betrokken overleginstanties. Geen enkele overleginstatie heeft een reactie ingediend die ook maar enig verband hield met het woonwagencentrum aan de Giek. Daarnaast gaven de verplichte overlegpartners, het Rijk en de Provincie, aan dat er geen sprake is van een provinciaal of landelijk belang. Aangezien de huidige invulling van het bestemmingsplan geen significante wijziging betreft ten opzichte van het bestemmingsplan Elburg & Oostendorp, kan worden geconcludeerd dat niet opnieuw een verzoek om toetsing van het plan in het kader van vooroverleg behoeft te worden ingediend. Economische uitvoerbaarheid De economische uitvoerbaarheid van het plan moet ook worden aagetoond. De grondexploitatieregeling is voor onderhavig bestemmingsplan echter niet van toepassing, geen nieuwe bouwlocaties mogelijk worden gemaakt in dit bestemmingsplan. Daarmee vervalt de verplichting voor het bij dit bestemmingsplan vaststellen van een exploitatieplan. Daarnaast heeft het gemeentebestuur voldoende middelen beschikbaar gesteld om het voorliggende bestemmingsplan op te stellen. Deze middelen dekken de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan en het doorlopen van de planprocedure. Al met al kan gesteld worden dat het voorliggende bestemmingsplan uitvoerbaar is.
16