Toelichting
bestemmingsplan “Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim” Planstatus: ontwerp Datum: 7 juni 2011 Plan identificatie: NL.IMRO.0160.0000BP00110-OW01 Auteur: Jouke Dantuma
1 Inleiding ................................................................................................................................................ 4 1.1 Algemeen....................................................................................................................................... 5 1.2 Ligging ............................................................................................................................................ 5 1.3 Vigerende bestemmingsplannen .................................................................................................. 5 1.4 Digitaal uitwisselbare ruimtelijke plannen .................................................................................... 5 1.5 Opzet van de toelichting ............................................................................................................... 6 1.6 De bij het plan behorende stukken ............................................................................................... 6 2 Beleid .................................................................................................................................................... 7 2.1 Algemeen....................................................................................................................................... 8 2.2 Rijksbeleid...................................................................................................................................... 8 2.3 Provinciaal beleid .......................................................................................................................... 8 2.4 Gemeentelijk beleid ...................................................................................................................... 9 3 Onderzoek .......................................................................................................................................... 11 3.1 Algemeen..................................................................................................................................... 12 3.2 Waterhuishouding / watertoets .................................................................................................. 13 3.3 Geluid .......................................................................................................................................... 14 3.4 Archeologie.................................................................................................................................. 16 3.5 Flora en fauna .............................................................................................................................. 17 3.6 Bedrijven en milieuzonering........................................................................................................ 18 3.7 Luchtkwaliteit .............................................................................................................................. 20 3.8 Bodem ......................................................................................................................................... 21 3.9 Externe veiligheid ........................................................................................................................ 22 4 Planbeschrijving.................................................................................................................................. 25 4.1 Algemeen..................................................................................................................................... 26 5 Toelichting op de regels ..................................................................................................................... 27 5.1 Inleiding ..................................................................................................................................... 288 Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 2
5.2 Inleidende regels ......................................................................................................................... 28 5.3 Bestemmingsregels ..................................................................................................................... 28 5.4 Algemene regels .......................................................................................................................... 29 5.5 Overgangs- en slotregels ............................................................................................................. 29 6 Economische uitvoerbaarheid ............................................................................................................ 30 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid .................................................................................................... 31 7.1 Terinzagelegging/zienswijzen ...................................................................................................... 32 7.2 Overleg ........................................................................................................................................ 32
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 3
1 Inleiding
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 4
1.1 Algemeen In Nederland worden duizenden religieuze erfgoederen met de ondergang bedreigd, zoals kerken, kloosters, abdijen, kapellen, synagogen en moskeeën met hun vaak prachtige meubilair, glas-in-loodramen en muurschilderingen. Steeds meer kerken en kloosters sluiten noodgedwongen hun deuren. Zij kunnen het onderhoud niet bekostigen. Voor monumentale kerken kan met behulp van overheidssubsidie en dan nog vaak moeizaam nog wel een min of meer bevredigende nieuwe bestemming worden gevonden, maar voor niet beschermde gebouwen is de slopershamer meestal een reëler perspectief. Op 23 september 2010 heeft de initiatiefnemer een verzoek bij de gemeente Hardenberg ingediend om de bestemming van de percelen Hoofdweg 93 en 94 te De Krim te wijzigen. Aan de Hoofdweg staat de uit 1924 daterende gereformeerde kerk te De Krim. Het kerkgebouw wordt sinds kort niet meer als zodanig gebruikt. Het gebouw is, samen met de naastgelegen pastorie in 2010 verkocht aan de initiatiefnemer. Hij wil het kerkgebouw verbouwen tot woning. De huidige bestemming van zowel de kerk als pastorie is „Maatschappelijke voorzieningen‟. Zowel de bestemming van de naastgelegen pastorie (Hoofdweg 94), als die van de kerk (Hoofdweg 93) zullen moeten worden gewijzigd in 'Woongebied'. Hoewel aan het bestemmingsplan De Krim twee woningen worden toegevoegd zal er geen extra verstening plaatsvinden. Het bebouwingsbeeld aan de Hoofdweg zal niet veranderen.
1.2 Ligging Het plangebied maakt deel uit van het bestemmingsplan De Krim en wordt aan de noordzijde begrensd door respectievelijk de Hoofdweg, Lutterhoofdwijk en de woningen Parallelweg 61 en 62. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door een aannemingsbedrijf, Hoofdweg 91 en aan de oostzijde door een akkerbouwbedrijf, Hoofdweg 95. De zuidzijde van het plangebied grenst aan het perceel met daarop de woning Hoofdweg 92. De exacte begrenzing van het plangebied is weergegeven op de plankaart behorende bij dit bestemmingsplan.
1.3 Vigerende bestemmingsplannen Het vigerende bestemmingsplan is het bestemmingsplan De Krim van de gemeente Hardenberg, dat door de gemeenteraad op 21 april 2009 is vastgesteld. Op het plangebied rust momenteel de bestemming „maatschappelijke voorzieningen‟ met de nadere aanduiding 'karakteristiek'. De nieuwe ontwikkeling past niet binnen de voorschriften van dit bestemmingsplan. Derhalve is de onderhavige partiële herziening opgesteld.
1.4 Digitaal uitwisselbare ruimtelijke plannen Vanaf 1 januari 2010 is het verplicht om ruimtelijke plannen en besluiten te digitaliseren. Dit betekent dat het verplicht is om een nieuw (bestemmings)plan in digitale vorm vast te stellen. Ook moet van het plan een analoge versie worden vastgesteld. De digitale aspecten omvatten het in digitale vorm vaststellen, beschikbaar stellen, kenbaar maken en verbeelden. Ruimtelijke plannen moeten voor iedereen vergelijkbaar zijn. Voor bestemmingsplannen is daarom door de gezamenlijke DURP-partners, de ro-standaarden voor de digitalisering (RO Standaarden en regels 2008) ontwikkelt. DURP is de afkorting voor Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen. Gezamenlijk vormen bovengenoemde standaarden een set afspraken om alle bestemmingsplannen vergelijkbaar te kunnen uitwisselen. De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008) maakt het Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 5
mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid. Het bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim van de gemeente Hardenberg is digitaal opgezet conform de landelijk ontwikkelde standaard: het IMRO (InformatieModel Ruimtelijke Ordening). Doordat het plan digitaal wordt opgesteld, wordt het mogelijk het plan digitaal uit te wisselen (met overheden) en digitaal te gaan raadplegen.
1.5 Opzet van de toelichting Deze toelichting is als volgt opgebouwd. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de bij dit plan behorende stukken, alsmede een toelichting op de ligging, de planbegrenzing van dit plan en de vigerende bestemming. In hoofdstuk 2 wordt het rijks, provinciaal en gemeentelijk beleid beschreven. Hoofdstuk 3 is gewijd aan milieuaspecten. In hoofdstuk 4 wordt het onderhavige plan beschreven. De juridisch technische aspecten van de (juridisch bindende) regels worden in hoofdstuk 5 toegelicht. In de laatste twee hoofdstukken komen de economische uitvoerbaarheid en de inspraak en het overleg aan bod.
1.6 De bij het plan behorende stukken bijlage 1 Watertoets bijlage 2 Geluidsonderzoek bijlage 3 Samenvatting Geluidsonderzoek bijlage 4 Bodemonderzoek
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 6
2 Beleid
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 7
2.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het ruimtelijk beleid van het rijk, de provincie en de gemeente. Daarbij zijn alleen de algemene en voor het plangebied relevante uitgangspunten geschetst.
2.2 Rijksbeleid De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. De Nota Ruimte wil de strenge regels ten aanzien van het bouwen versoepelen. Gemeenten krijgen de ruimte om in ieder geval voor de eigen bevolkingsaanwas te bouwen. Verder wordt de verantwoordelijkheid voor het bouwen op provinciaal en gemeentelijk niveau gelegd.
2.3 Provinciaal beleid De Omgevingsvisie Overijssel 2009 heeft als doel het provinciaal belang en beleid in de fysieke leefomgeving te presenteren. Omdat de verschillende oude plannen zoals het streekplan, het milieubeleidsplan en het waterplan nu allen worden beschreven in één beleidsstuk kunnen verschillende beleidsonderwerpen beter op elkaar worden afgestemd. De provincie wil aan de hand van de Omgevingsvisie meer op voorhand gaan sturen en is meer gefocust op gebiedsontwikkeling. In de Omgevingsvisie vormen duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit de rode draad. Bij het realiseren van ruimtelijke kwaliteit zal naast bescherming vooral worden ingezet op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van provinciaal belang het uitgangspunt. Dit zijn de ruimtelijke kenmerken van een gebied of een gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit ervan. Het onderhavige bestemmingsplan valt binnen het ontwikkelingsperspectief Groene omgeving, dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus. Hier is sprake van een veelzijdige mix van woon- en werkmilieus, elk met een eigen karakteristiek. De identiteit en eigenheid van de kernen is leidend bij opgaven als herstructurering, inbreiding en uitbreiding. Om het spectrum aan verschillende gebiedskenmerken inzichtelijk te maken, heeft de provincie Overijssel deze in vier ‟lagen‟ gegroepeerd, elk met een eigen logica. In de vierlagenbenadering past het plangebied binnen de laag van het agrarisch cultuurlandschap (Hoogveenontginningen). In het veenkoloniaal landschap is het hoogveen grootschalig afgegraven en het landschap ontgonnen. Het stelsel van kanalen en waterlopen, wegen en bebouwingslinten bepaalt de maat van de ruimte. Dat heeft grote open ruimtes en Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 8
vergezichten en het contrast tussen deze ruimtes en verdichte zones (rond de kanalen, wegen en linten) opgeleverd. Daarnaast ligt het plangebied in de stedelijke laag nader aangeduid met woonwijken van 1955 tot nu. Deze woonwijken zijn planmatig opgezette uitbreidingswijken op basis van een collectief idee en grotere bouwstromen. De functies (wonen, werken, voorzieningencentra) zijn uiteengelegd en de wijken zijn opgedeeld in buurten met een homogeen bebouwingskarakter. De provincie constateert in haar omgevingsvisie dat de vraag naar woningen tot 2030 blijft stijgen, vooral in de grote steden. Het aantal huishoudens stijgt sterker dan het aantal inwoners. Vooral het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe. De woonwensen worden vanwege de differentiatie van huishoudens steeds specifieker. Op basis van bevolkings- en huishoudensontwikkeling is er tot 2030 behoefte aan het toevoegen van circa 60.000 woningen aan de bestaande voorraad. Specifieke woonmilieus kunnen mensen trekken en vasthouden. De plattelandsgemeenten hebben de mogelijkheid om de lokale behoefte aan woningbouw en lokaal gewortelde bedrijvigheid op te vangen. Naast de Omgevingsvisie moet er bij ruimtelijke plannen ook rekening gehouden worden met de omgevingsverordening. Voor bestemmingsplannen worden onder meer principes voor zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik opgenomen. Extra ruimtebeslag op een groene omgeving mag bijvoorbeeld alleen indien (her)benutting van bestaande bebouwing in de groene omgeving in redelijkheid niet mogelijk is of als de mogelijkheden voor functiecombinaties op bestaande erven optimaal zijn benut. Met oog op het voorgaande past het voorliggende bestemmingsplan binnen het nieuwe beleid van de provincie Overijssel, dat verwoord is in haar Omgevingsvisie.
2.4 Gemeentelijk beleid De gemeenteraad van Hardenberg heeft op 27 mei 2004 de toekomstvisie „De gemeente Hardenberg stapt stevig op de toekomst af‟ (2004-2019) vastgesteld. De toekomstvisie is opgebouwd uit zeven programmalijnen waarin doelstellingen, werkwijze en de rol van de gemeente zijn uitgewerkt. Het betreft de programmalijnen voorzieningen, wonen, kwetsbare groepen, veiligheid en openbare ruimte, economie, de groene ruimte en de rol van de gemeente. Voor de programmalijn wonen, geldt als doelstelling ondermeer bouwen op basis van de behoefte van de inwoners, met speciale aandacht voor jongeren en ouderen. Woningbouw vindt bij voorkeur plaats via inbreiding. De gemeente Hardenberg heeft haar woonbeleid uitgewerkt in een gemeentelijk woonplan, Duurzaam Wonen in Hardenberg (2008 - 2012). In dit plan formuleert de gemeente haar woonopgave en de wijze waarop zij deze opgave aanpakt. Het betreft de gebiedsgerichte kwalitatieve en kwantitatieve uitwerking van de relevante provinciale en regionale beleidskaders en woonopgaven. Ten opzichte van het Woonplan 2003-2007, zijn de onderdelen doelgroepen en programmering niet gewijzigd. Voor de nieuwe looptijd (2008-2012) zijn er vijftien woningen gereserveerd voor de kleine kernen. Wel is een belangrijk thema toegevoegd, namelijk 'duurzaamheid'. Daarin wordt in het bijzonder aandacht besteed aan duurzaam bouwen en energiebesparing. Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 9
De geformuleerde beleidsdoelen uit het Woonplan 2008-2012 zijn: 1. Gedifferentieerde leeftijdsopbouw Om de leefbaarheid op peil te houden streeft de gemeente naar een gedifferentieerde leeftijdsopbouw van de bevolking. Vanwege dit streven zet zij zich met name in op de huisvesting van jongeren in onze gemeente, op starters op de woningmarkt en vermogende mensen. 2. Doelgroepen De diversiteit aan woningzoekenden is zeer groot. De gemeente zal zich inzetten om in te spelen op de kwalitatieve woonvraag van de verschillende doelgroepen, zoals hulpbehoevenden, mensen met lagere inkomens etc. 3. Duurzaam bouwen en energiebesparing Ook de gemeente Hardenberg zal haar bijdrage leveren om de Kyoto-doelstellingen te halen. En op de langere termijn streeft zij ernaar om als gemeente klimaatneutraal te zijn. Een belangrijke bijdrage hierin is gelegen in de kwaliteit van de woningvoorraad binnen de gemeente. 4. Regie op de programmering en segmentering De gemeente wil meer ruimte bieden voor meer keuzevrijheid voor de woningzoekenden in de vorm van vrije kavels en (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Welstandsnota Op 16 september 2002 is de welstandsnota „Gemeente Hardenberg, voor altijd mooi‟ door de raad vastgesteld. De gemeenteraad van Hardenberg heeft op 15 mei 2007 de gewijzigde welstandsnota vastgesteld. In de welstandsnota zijn voor de kleine kernen, waaronder De Krim, enkele algemene beleidslijnen uitgeschreven. In de eerste plaats is dat het behouden, herstellen en versterken van de lineaire hoofdstructuur van lintdorpen. Verder is het van belang om daar waar gedempte kanalen niet weer kunnen worden opengemaakt, door middel van profilering en inrichting, de belevingswaarde van de bebouwingslinten te vergroten. Conclusie De bestemmingswijziging van Hoofdweg 93 en 94 De Krim van kerk/pastorie naar wonen past binnen het rijks, provinciaal en gemeentelijke beleid.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 10
3 Onderzoek
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 11
3.1 Algemeen Voor zover een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, dient een aantal zaken nader te worden afgewogen. In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de onderzoeken verwerkt als gevolg van de geldende wet- en regelgeving, indien relevant voor de onderhavige bestemmingsregeling.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 12
3.2 Waterhuishouding / watertoets Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening moet in de toelichting van ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Deze paragraaf is het resultaat van het contact tussen de initiatiefnemer en het waterschap. De watertoets heeft plaatsgevonden door het invullen van het formulier, dat waterschap Velt en Vecht daarvoor digitaal beschikbaar heeft gesteld. Deze is als bijlagen bij toelichting bijlage 1 bij het plan gevoegd. De vragenlijst is volledig ingevuld. De procedure in het kader van de watertoets is gevoerd conform de Handreiking Watertoets III. Het plan treft geen waterschapsbelangen. Het waterschap Velt en Vecht geeft een positief wateradvies.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 13
3.3 Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) wordt al sinds 16 februari 1979 als beleidsinstrument gebruikt om geluidhinder te voorkomen of te beperken. In de Wgh is verplicht gesteld dat bij mogelijke woningbouw, vóór het vaststellen van een bestemmingsplan, geluidsonderzoek wordt uitgevoerd. Bij hoge geluidsbelastingen kan ervoor gekozen worden niet of onder voorwaarden woningbouw toe te staan. Adviesbureau Vrancken uit Eelde heeft een geluidsonderzoek (zie bijlagen bij toelichting bijlage 2 en bijlagen bij toelichting bijlage 3) verricht. Wegverkeerslawaai Vanwege het wegverkeerslawaai ondervinden de toekomstige woning (kerk) en pastorie een geluidsbelasting van 60 dB (ex art. 110 g Wgh). Er dient een ontheffing hogere waarden te worden aangevraagd voor een geluidsbelasting van 55 dB (incl. art. 100 g Wgh). Het betreft de geluidsbelasting in het jaar 2021. Volgens het Bouwbesluit 2003 mag in de verblijfruimten het geluidsniveau niet hoger zijn dan 33 dB vanwege het wegverkeerslawaai. De geluidswering dient 60 - 33 = 28 dB te bedragen. Dat is 8 dB hoger dan van een gemiddelde nieuwbouwwoning. De geluidwering van de gevels is bepalend. Door voorzetramen te gebruiken in combinatie met mechanische ventilatie is het mogelijk voldoende geluidswering te bereiken. Activiteitenbesluit (Aannemersbedrijf Hoofdweg 91 te de Krim)) Binnen de inrichting aan de Hoofdweg 91 te De Krim is het kantoor van het aannemingsbedrijf. Er vindt in loodsen en op het buitenterrein opslag van materialen en gereedschappen plaats. Tussen 07.00 en 19.00 uur vinden de werkzaamheden plaats die geluid veroorzaken. Het gaat om laden en lossen van materialen en gereedschappen die voor de bouw op locatie nodig zijn. In de loods op nummer 90 staat een geïsoleerde houtwerkplaats. Op 2 meter aan de binnenkant van de gevel van de loods zal het gemiddeld geluidsniveau niet hoger zijn dan 75 dB(A) door het gebruik van de werkplaats. Indien dat nodig mocht zijn zal de werkplaats in de loods verder worden geïsoleerd. De inrichting is gelegen in het dorp. De drie dichtstbijzijnde woningen zijn van de initiatiefnemer. De woningen worden mogelijk verhuurd aan derden. De gevels waar de inrichting het meeste geluid veroorzaken zijn, dan wel zullen, worden uitgevoerd als “dove gevels”. Dat geldt niet voor de achtergevel van de voormalige kerk. Op die gevel is de geluidsbelasting vanwege het bedrijf 58 dB(A). De schuifpui maakt het niet mogelijk de gevel aan te merken als “dove gevel”. Het gebruik van een elektrische heftruck kan het geluid terugbrengen tot 52 dB(A). Door ook een geluidsscherm tussen het bedrijf en de voormalige kerk te plaatsen zal de geluidsbelasting bij de gevel 49 dB(A) bedragen en daarmee lager dan de voorkeurswaarde van 50 dB(A). Het nieuwe aaneengesloten scherm dient minimaal 2 meter hoog en 15 meter lang te zijn en te worden geplaatst zoals aangegeven in het akoestisch onderzoek. Piekgeluiden worden voornamelijk veroorzaakt door het laden en lossen in de dagperiode. Het bevoegd gezag kan in overeenstemming met het Activiteitenbesluit ervoor kiezen deze piekgeluiden bij de beoordeling buiten beschouwing te laten. Het geluidscherm is ook effectief tegen de piekgeluiden die de inrichting veroorzaakt. Opgemerkt dient te worden dat niet alle voorzieningen voorhanden zijn. Zodra de woningen verhuurt worden aan derden, kunnen de voorzieningen worden aangepast. De geluidsbelasting ten gevolge van de indirecte hinder is bepaald in overeenstemming met de Schrikkelcirculaire. De Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 14
geluidsbelasting is lager dan de voorkeurswaarde. Industrielawaai (AVEBE) De kerk/woning en pastorie liggen op 290 tot 300 meter van de zogenaamde 'grote lawaaimaker' AVEBE. Rond de inrichting is een geluidszone voor industrie vastgesteld. De kerk/woning en pastorie liggen buiten de geluidszone. Het door het bevoegd gezag uitgevoerde zonebeheer moet ervoor zorgdragen dat de geluidsbelasting de voorkeurswaarde bij de woning niet doet overschrijden.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 15
3.4 Archeologie Op 30 juni 2009 heeft de raad van de gemeente Hardenberg het beleidsplan Archeologie 'Met het verleden stevig verankerd op de toekomst af' vastgesteld. Met de per 1 september 2007 van kracht geworden Wet op de archeologische monumentenzorg wordt een eigen verantwoordelijkheid van gemeenten ten aanzien van archeologie verwacht. De gemeente Hardenberg wil de besluitvorming zoveel mogelijk zelf ter hand nemen, om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van mogelijke interventies van het rijk of provincie. Het gaat de gemeente Hardenberg om een zorgvuldige omgang met het bodemarchief. Op basis van de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Hardenberg, behorende bij het Beleidsplan Archeologie, heeft het onderhavige plangebied een lage archeologische verwachting. Op basis van de Archeologische beleidskaart Hardenberg is het plangebied ingedeeld in de klasse waarde - archeologie 5 (grijze kleur). De verplichting met betrekking tot een archeologisch onderzoek geldt alleen wanneer er sprake is van ruimtelijke ingrepen die groter zijn dan 2500 m² en een diepte van 50 cm of meer omvatten. Omdat hier alleen sprake is van een functionele wijziging is nader archeologisch onderzoek niet verplicht en vormt het aspect archeologie geen belemmering voor het onderhavige bestemmingsplan.
Archeologische Beleidskaart gemeente Hardenberg.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 16
3.5 Flora en fauna Het bevoegd gezag dient op voorhand een inschatting te maken of voor de geplande activiteiten toestemming zal (kunnen) worden verleend op grond van de Flora- en faunawet. Om vast te kunnen stellen welke ecologische waarden in het plangebied aanwezig zijn die door de nieuwe ontwikkeling geschaad kunnen worden, is gekeken of er beschermde soorten kunnen voorkomen. Op basis van artikel 75 Flora- en faunawet behoeft voor een groot aantal zogenaamde „algemene soorten‟ geen ontheffing meer aangevraagd te worden indien er sprake is van „ruimtelijke ontwikkelingen‟. Voor de zwaarder beschermde soorten dient vooraf te worden nagegaan in hoeverre deze in of nabij het plangebied kunnen voorkomen. Veldbezoek heeft plaatsgevonden om vast te stellen of er bijzondere te beschermen waarden in het plangebied aanwezig kunnen zijn. Het plangebied is nu intensief in gebruik als kerkgebouw en pastorie. Dagelijks vinden er van, naar en in het plangebied vervoersbewegingen plaats. Hierdoor is er in het plangebied geen plek lang genoeg zonder verstoring, om als leefgebied voor bijzondere beschermde soorten te kunnen dienen. De kans is dan ook nihil dat bovengenoemde vogel- dier- en plantensoorten hier aanwezig zijn. Alleen de algemene natuurwaarden kunnen worden gegarandeerd. Voor de beoogde wijziging van het bestemmingsplan bestaan geen belemmeringen vanwege het voorkomen van beschermde plant- of diersoorten in het plangebied zelf. Aanbeveling Zodra wordt begonnen met de feitelijke werkzaamheden moet de gebruikelijke zorgvuldigheid in acht worden genomen om onnodige verstoring en schade van dieren en planten te voorkomen. Verder onderzoek wordt niet nodig geacht. Er is ook geen sprake van een verplichting tot het aanvragen van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 17
3.6 Bedrijven en milieuzonering Bedrijven in de directe omgeving van het plangebied kunnen (milieu)hinder vanwege geur, stof, geluid en gevaar en dergelijke veroorzaken. Vooral voor het ontwikkelen van zogenoemde milieugevoelige functies zoals wonen kunnen voor bedrijven een belemmering zijn. Op basis van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) dient te worden beoordeeld of die in het plangebied te realiseren functie een belemmering betekenen of van invloed zijn op wonen in de directe omgeving van het plangebied, dan wel dat functies in de omgeving van invloed zijn op de realisering van de gewenste functie. De VNG-publicatie gaat uit van richtafstanden van functies tot aan een rustige woonwijk. Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij gemengd gebied dat gezien de functiemenging of ligging nabij drukke routes al een hogere milieubelasting kent. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt, gelet op de ligging aan de N377 met ongeveer 5.000 verkeersbewegingen per etmaal en de reeds bestaande pluriformiteit aan bedrijven, als zeer druk. Hieronder zal worden toegelicht of de omgeving geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling en andersom. Het nabij gelegen industrieterrein Onder Ons De Krim is gezoneerd. Zowel Hoofdweg 93 als 94 liggen buiten de zone. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich de volgende nog actieve bedrijven: Akkerbouwbedrijf, Hoofdweg 95 Op basis van de richtafstandenlijst VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) zou de maximale afstand in meters van een akkerbouwbedrijf tot een milieugevoelige functie zoals wonen 30 meter moeten bedragen. Voor de pastorie (nr. 94) verandert de geluidssituatie niet wezenlijk, er mag worden gewoond en er zal worden gewoond. Het betreft een aanpassing van het bestemmingsplan, waarbij de woonfunctie niet verandert. Voor de functieverandering van de kerk (nr. 93) naar woning is de nieuwe indeling en het gebruik wel van belang. De gevel van de “nieuwe” woning staat op de erfgrens. De ruimten achter de buitenmuur worden gebruikt als garage, berging en carport. Daarnaast betreft het volgens de Wet geluidhinder een zogenaamde “dove gevel”. Het is een muur zonder ramen of deuren waarvan de geluidswering goed is. De gevel waarachter gewoond zal worden (dichtstbijzijnde beoordelingspunt) bevindt zich op meer dan 30 meter van het akkerbouwbedrijf. De beschreven situatie geeft aan dat het akkerbouwbedrijf voor deze nieuwe situatie voldoet aan het afstandscriterium van 30 meter. Maar ook dat de woonfunctie voor de geluidsbelasting op de zij- en achtergevels, de kwaliteit heeft overeenkomend met de huidige maatstaven. Garagebedrijf, Hoofdweg 87 Op basis van de richtafstandenlijst VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) zou de maximale afstand in meters van een garagebedrijf tot een milieugevoelige functie zoals wonen voor geur, stof en geluid respectievelijk 10, 0 en 30 meter moeten bedragen. De afstanden tussen het garagebedrijf (Hoofdweg 87) en de kerk (Hoofdweg 93) als pastorie (Hoofdweg 94) voldoen aan bovengenoemde richtlijnen wat betreft de onderdelen geur, stof en geluid. Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 18
Aannemingsbedrijf, Hoofdweg 91 Op basis van de richtafstandenlijst VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) zou de maximale afstand in meters van een aannemersbedrijf met werkplaats, waarvan het bebouwd oppervlakte kleiner is dan 1000 m2, tot een milieugevoelige functie zoals wonen voor geur, stof en geluid respectievelijk 0, 10 en 30 meter moeten bedragen. De afstanden tussen het aannemingsbedrijf (Hoofdweg 91) en de kerk (Hoofdweg 93) als pastorie (Hoofdweg 94) voldoen aan bovengenoemde richtlijnen wat betreft de onderdelen geur en stof. Er sprake van een te hoge geluidsbelasting. Door het nemen van maatregelen, zoals het plaatsen van een scherm, kan het geluid binnen de normen van het Activiteitenbesluit vallen. Voor een nadere toelichting zie hoofdstuk 3.3. Uit de bedrijven en milieuzoneringstoets kan geconcludeerd worden dat in de nabijheid van de kerk en pastorie (Hoofdweg 93 en 94) geen bedrijven bevinden die een nadelig effect kunnen hebben op onderhavig bestemmingsplan.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 19
3.7 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Hierdoor is het Besluit luchtkwaliteit 2005 en bijbehorende regelgeving ingetrokken. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Zonder nader onderzoek kan worden gesteld dat de wijziging van de bestemming van de kerk en pastorie in wonen kan worden aangemerkt als 'nibm-project'. Het gaat hier namelijk om een functiewijziging waarbij sprake is van een afname van de verkeersintensiteit. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan dan ook achterwege blijven.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 20
3.8 Bodem In opdracht van de ininiatiefnemer heeft Mos Grondmechanica B.V. een milieutechnisch verkennend bodemonderzoek (zie bijlagen bij toelichting bijlage 4) uitgevoerd. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de onderzoekslocatie aan de Hoofdweg 93 en 94 te De Krim. Het verkennend onderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5740. Op basis van het vooronderzoek is de onderzoekshypothese 'onverdachte locatie' gesteld met als strategie 'ONV', gebaseerd op een oppervlakte van < 3000 m2. Het veldwerk voor de plaatsing van de peilbuis is uitgevoerd conform BRL SIKB 2000 op 14 december 2010. Het grondonderzoek, alsmede het bemonsteren van de peilbuis - conform de NEN 5740 norm, namelijk minimaal een week na plaatsing - is uitgevoerd op 12 januari 2011. De analyseresultaten zijn getoetst aan de Circulaire Bodemsanering 2009, en zijn indicatief getoetst aan het Besluit Bodemkwaliteit (Bbk). Uit de analyseresultaten van de grondmengmonsters bleek dat in de bovengrond lichte lood, kwik en PAK verontreinigingen in de bodem aanwezig zijn. In het grondwater is een lichte barium verontreiniging aangetroffen. De onderzoekshypothese 'onverdachte locatie' dient in principe te worden herzien. De aangetoonde concentraties overschrijden niet het criterium voor nader onderzoek uit de Wet Bodemsanering. Conclusie Op basis van het vooronderzoek, de zintuiglijke beoordeling van de grond- en grondwatermonsters en de resultaten van het chemisch-analytisch onderzoek zijn er met de huidige milieuhygiënisch kwaliteit van de bodem geen belemmeringen te verwachten voor de bestemmingsplanwijziging op de locatie.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 21
3.9 Externe veiligheid De regelgeving op het gebied van externe veiligheid beoogt om een minimaal veiligheidsniveau te garanderen voor de burger voor wat betreft risico's van opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Hiervoor zijn normen en richtwaarden opgenomen in de wetgeving in de vorm van het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Plaatsgebonden risico is de plaatsgebonden kans per jaar dat een onbeschermd persoon komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Bij een plaatsgebonden risico van 10-6 is de kans dat er daadwerkelijk een zwaar ongeval plaatsvindt 1 op het miljoen. Een PR van 10-6 wordt in de regels voor ruimtelijke ordening en externe veiligheid echter als een relatief hoog risico beschouwd. Het PR is weer te geven met een contour rondom een activiteit. Het groepsrisico geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR wordt weergegeven in een curve waarin het aantal personen is afgezet tegen de kans per jaar op (tegelijk) overlijden. Het groepsrisico is echter geen harde norm, maar een oriënterende waarde. Verder kent de regelgeving op het gebied van externe veiligheidsrisico's de begrippen kwetsbare objecten, beperkt kwetsbare objecten, en geprojecteerd (beperkt) kwetsbare objecten. Grofweg komt het onderscheid erop neer dat in kwetsbare objecten doorgaans grotere aantallen mensen aanwezig zijn en/of met een lage zelfredzaamheid zoals kinderen. In beperkt kwetsbare objecten zijn doorgaans minder mensen aanwezig en die mensen beschikken over een goede zelfredzaamheid. Kwetsbare objecten mogen niet binnen een 10-6 PR contour aanwezig zijn. Beperkt kwetsbare objecten mogen dat wel. Voor de verschillende typen risicobronnen is regelgeving vastgesteld.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 22
Fragment risicokaart (provincie Overijssel) Bovenstaande figuur laat een uitsnede van de risicokaart zien. Het plangebied ligt niet binnen een risicocontour. Er zijn in de nabijheid van het plangebied geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten aanwezig. Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen richt zich, zoals uit de naam reeds blijkt, primair op inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer. Welke inrichtingen onder de werking van het besluit vallen, blijkt uit artikel 2, lid 1. Deze inrichtingen brengen risico‟s met zich mee voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten. Aan de Hoofdweg 71 is het gemeentelijke openluchtzwembad Onder Ons gevestigd. Dit zwembad beschikt over een opslag van 1.000 liter zwavelzuur en 1.000 liter natriumhypochloriet. Het plangebied ligt niet binnen de risicocontour van het zwembad. Vervoer van gevaarlijke stoffen Zoals gezegd, bestaat voor het vervoer van gevaarlijke stoffen nog geen wettelijke normering zoals voor inrichtingen. Wel is in 2004 de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen opgesteld, waarin het veiligheidsbeleid ten aanzien van vervoer is neergelegd. Hoewel deze circulaire geen wettelijke status heeft, wordt deze gewoonlijk wel op gelijke wijze als wetgeving gehanteerd. In het gemeentelijke externe veiligheidsbeleid wordt in paragraaf 2.2.1 aangegeven dat de gemeente Hardenberg deze circulaire als uitgangspunt voor normering hanteert. De systematiek van de normering is voor een groot deel vergelijkbaar met die van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Ook in dit geval moet een afweging worden gemaakt ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 23
groepsrisico ten opzichte van risicogevoelige objecten. De bijlagenkaarten van het verkeersbesluit, nummer: 2004/EPLA/77531, geven een overzicht van rijkswegen en provinciale en gemeentelijke wegen die zijn aangewezen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hieruit blijkt dat over de N377 vervoer van gevaarlijke stoffen is toegestaan. Wat betreft het risico vanwege deze transportroute kan gebruik worden gemaakt van de gegevens uit de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen en de door de provincie opgestelde analyse Transport gevaarlijke stoffen in Overijssel. Uit de combinatie van deze gegevens blijkt dat binnen de provincie geen wegvakken voorkomen waar het plaatsgebonden risico of groepsrisico de normen overschrijdt. Ook geeft de risicokaart Overijssel de aanwezigheid van een transportleiding aan. Deze ligt ten noorden van het plangebied ter hoogte van de N377. In de circulaire van het ministerie van VROM (kenmerk DGMH/B/nr. 010400) van 26 november 1984, worden richtlijnen gegeven met betrekking tot de planologische regeling van gasleidingen. Als uitgangspunt geldt dat bestemmingen welke voorzien in het regelmatige verblijf van personen in beginsel buiten de zogeheten toetsingsafstand dienen te worden gerealiseerd. Deze gasleiding heeft een diameter van 159 mm en een druk van 40 bar. Volgens de risicokaart Overijssel is de Risicocontour Risicoafstand (PR 10-6) op 0 meter gesteld.
Geconcludeerd kan worden dat de bestemmingswijziging op de betreffende gronden, niet door gevarenrisico‟s wordt belemmerd.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 24
4 Planbeschrijving
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 25
4.1 Algemeen Het bestemmingsplan dat nu voorligt, maakt het gebruik van het kerkgebouw en pastorie respectievelijk Hoofdweg 93 en 94 te De Krim als woning op het desbetreffende perceel planologisch mogelijk. De pastorie zal nu worden verbouwd. De initiatiefnemer wil het kerkgebouw intern verbouwen tot woning. Het exterieur van de kerk wordt niet gewijzigd. De zij ingang (hokje rechts) verdwijnt. Het lage gedeelte links naast de kerk wordt carport en entree. Aan de achterzijde komt een schuifpui (eetkeuken) en een buitenkeuken/overdekt terras. Zowel Hoofdweg 93 als 94 zijn/worden woningen bestaande uit twee bouwlagen met kap.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 26
5 Toelichting op de regels
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 27
5.1 Inleiding Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt in een bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond aangewezen. Met het oog op die bestemming worden regels opgesteld. Deze regels betreffen in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. In dit hoofdstuk wordt nadere uitleg gegeven over de planregels. De planregels bestaan uit vier hoofdstukken waarop in de volgende paragrafen respectievelijk wordt ingegaan: 1. 2. 3. 4.
Inleidende regels; Bestemmingsregels; Algemene regels; Overgangs- en slotregels.
5.2 Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat twee artikelen: Artikel 1. Begrippen. In dit eerste artikel is een aantal noodzakelijke begripsbepalingen opgenomen welke worden gebruikt in de planregels. Het bevat definities teneinde misverstanden te voorkomen. Artikel 2. Wijze van meten. Dit artikel regelt hoe gemeten wordt.
5.3 Bestemmingsregels Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de bestemmingen. Deze kennen per bestemming globaal de volgende opzet: bestemmingsomschrijving; bouwregels; nadere eisen; afwijken van de bouwregels. Dit hoofdstuk bevat één artikel, namelijk artikel 3 Woongebied: In de bestemmingsomschrijving is bepaald dat zowel woningen met aan huis gebonden beroepen mogelijk zijn. Hiernaast zijn ondergeschikte functies toegestaan, zoals erven, tuinen, water en parkeerplaatsen. Ook is bepaald door het toevoegen van de nadere aanduiding 'karakteristiek', dat de bestaande hoofdvorm van zowel de Hoofdweg 93 als 94 behouden moet worden. In de bouwregels zijn diverse maatvoeringen geregeld. Het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden en de goot- en bouwhoogten mag niet meer bedragen dan de hoogte van de bestaande gebouwen. Het bouwperceel mag voor maximaal 60% bebouwd worden. Het aantal woningen voor het plangebied bedraagt maximaal 2. De bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt niet meer dan 3/5 van de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel niet meer dan de bouwhoogte van het bestaande bijgebouw indien deze meer bedraagt. Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 28
In het onderdeel Nadere eisen wordt beschreven onder welke voorwaarden burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan bouwwerken. In het onderdeel Afwijkingen van de bouwregels wordt aangegeven onder welke voorwaarde mag worden afgeweken van de aangegeven bouwregels.
5.4 Algemene regels Dit hoofdstuk regelt de volgende onderwerpen: Artikel 4. Anti-dubbeltelregel: In dit artikel wordt bepaald dat gronden niet tweemaal voor een bouwvergunning in aanmerking kunnen komen. Artikel 5. Algemene gebruiksregels: In dit artikel worden de algemene gebruiksregels beschreven, o.a. dat het verboden is om de bebouwde en onbebouwde gronden te gebruiken als seksinrichting, behoudens in het geval dat dit gebruik nadrukkelijk is toegestaan. Ook benoemd dit artikel in een aantal gevallen het verboden gebruik van onbebouwde gronden. Artikel 6. Algemene afwijkingsregels In dit artikel wordt onder andere geregeld dat ontheffing mag worden verleend van bepaalde hoogten, percentages en afstandseisen (tot niet meer dan 10%) en dat bouw- en bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden. Hieraan zijn enkele voorwaarden en beperkingen verbonden. Artikel 7. Algemene wijzigingsregels In dit artikel wordt beschreven onder welke voorwaarden burgemeester en wethouders het plan kunnen wijzigen.
5.5 Overgangs- en slotregels Dit hoofdstuk bevat de volgende twee artikelen: Artikel 8. Overgangsrecht Dit betreft regels ten aanzien van bestaande bouwwerken en bestaand gebruik die niet (geheel) passen in dit nieuwe bestemmingsplan. Artikel 9. Slotregel In dit artikel wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan aangehaald kan worden (titel van het bestemmingsplan).
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 29
6 Economische uitvoerbaarheid Het project betreft een volledig particulier initiatief. De initiatiefnemer is nu eigenaar van de kerk en pastorie. Na de inpandige verbouwing van de kerk tot woning bestaat de mogelijkheid dat het pand wordt verhuurd. De financiering van het project is rond. Voor dit project is een anterieure overeenkomst gesloten zodat het kostenverhaal voor de gemeente volledig is verzekerd. Dit brengt met zich mee dat vaststelling van een exploitatieplan achterwege kan blijven.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 30
7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 31
7.1 Terinzagelegging/zienswijzen Terinzagelegging Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro)is het niet verplicht een voorontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen. Er is besloten om voor het bestemmingsplan De Krim, locatie Hoofdweg 93 en 94 te De Krim geen inspraak te verlenen, omdat het bestemmingsplan is aangemerkt als een 'licht bestemmingsplan'. Het gaat om een functiewijziging van maatschappelijke voorziening (kerkgebouw en pastorie) naar wonen. De gemeente wil de proceduretijd van bestemmingsplannen niet onnodig lang maken. Zienswijzen Op grond van artikel 3.8 Wro mag een ieder een zienswijze omtrent dit onderwerp bij de gemeenteraad naar voren brengen. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen bedraagt zes weken. De resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan op basis van Wro zullen te zijner tijd aan deze paragraaf worden toegevoegd.
7.2 Overleg Overleg ex art. 3.1.1 Bro Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Er is wel een provinciaal belang, omdat er woningen worden toegevoegd. Maar de ontwikkeling past binnen de ontwikkelingsvisie van de provincie. Het plan voldoet aan de criteria voor de korte procedure van de watertoets die ter beschikking is gesteld door het Waterschap Velt en Vecht. Het betreft een project met waterhuishoudkundige aspecten van beperkte omvang waartegen het waterschap geen bezwaar heeft. Omtrent het vooroverleg met de Vrom-inspectie kan gemeld worden dat voor het onderhavige plan geen rijksbelangen in het geding zijn. Derhalve heeft er geen overleg plaatsgevonden met het Rijk.
Bestemmingsplan Hoofdweg 93 en 94 De Krim
Pagina 32