Toelichting Algemeen De systematiek van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug is dat steeds algemene voorzieningen, waaronder het collectief vervoer, het primaat hebben. Bij algemene voorzieningen is geen persoonsgebonden budget mogelijk, waar tegenover staat dat de algemene voorziening een snel te realiseren oplossing biedt en bij algemene voorzieningen een eenvoudige en lichte toets plaatsvindt en geen eigen bijdrage wordt gevraagd. Bij alle andere voorzieningen geldt dat een persoonsgebonden budget kan worden gevraagd waarbij dan de volgende bijzondere regels gelden:
Artikel 1: a. De aanvrager heeft bij toekenning van een individuele voorziening de keuze tussen een voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. b.
Het kan hierbij gaan, op individuele gronden beoordeeld, om mensen met een ernstige verslaving of wilsonbekwaamheid die geen zaakwaarnemer hebben, en mensen die schulden hebben waarbij een persoonsgebonden budget kan worden opgeëist door schuldeisers. Ook wanneer eerder is gebleken dat belanghebbende niet goed kan omgaan met een persoonsgebonden budget, wordt deze niet verstrekt.
c.
De keuze die gemaakt wordt ten aanzien van de verantwoording van het persoonsgebonden budget wordt hier vastgelegd. Wij kiezen voor een gematigd misbruik en oneigenlijk gebruik-beleid, waarbij steeksproefsgewijs jaarlijks 1/3 deel van de budgethouders aan controle wordt onderworpen. De controle kan dan gericht worden op gevallen waarin gerede twijfel zou kunnen bestaan over de besteding van het budget, aangevuld met beperkte steekproeven bij willekeurige budgethouders.
d.
Wanneer een goedkopere (maar wel adequate) voorziening dan de geïndiceerde voorziening is aangeschaft door de budgethouder, bijvoorbeeld een occasion, wordt alleen het bestede bedrag vergoed. De termijn waarop de budgethouder geacht wordt van de voorziening gebruik te maken, kan worden aangepast indien de aangeschafte voorziening niet nieuw is. In geval van hulp bij het huishouden worden alleen die uren vergoed die ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Wanneer teveel voorschot is betaald, vindt verrekening plaats met de volgende voorschotperiode. Bij beëindiging van de indicatie dient het teveel betaalde bedrag aan de gemeente te worden terugbetaald.
Artikel 2
omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel
Als gemeente hebben we via de Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) waarin de richtlijnen voor eigen bijdragen en het eigen aandeel bij financiële tegemoetkomingen. Hoofdstuk IV van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) gaat hierover. In artikel 4.1 van de Algemene Maatregel van Bestuur wordt onder a, b, c en d aangegeven welke bedragen de minister als maximum laat gelden voor welke groepen.
28-11-2011
Verwijderd: 15-01-2010 Verwijderd: 11-12-2009
1
In dit artikel worden de bedragen genoemd zoals die van toepassing zijn. Wij kiezen voor het opleggen van een eigen bijdrage van 15% van één dertiende deel van het meerinkomen ten opzichte van het genoemde norminkomen. Onder dit norminkomen is deze eigen bijdrage maximaal € 228.80 per jaar (=13 perioden x € 17,60) voor een alleenstaande en € 327,60 (=13 perioden x € 25,20) voor gehuwde personen. De eigen bijdrage mag nooit meer bedragen dan de kostprijs van de verstrekte voorziening of hulp. Van personen jonger dan 18 jaar mag wettelijk gezien geen eigen bijdrage gevraagd worden in het kader van de Wmo. Artikel 3 negenendertig perioden van vier weken Artikel 4.1, lid 3 van de AMvB bepaalt dat bij roerende zaken die in eigendom worden verschaft of bij bouwkundige of woontechnische aanpassingen van een woning die eigendom is van de aanvrager, de eigen bijdrage of het eigen aandeel over maximaal negenendertig perioden van vier weken gevraagd mag worden. Dit artikel geeft de invulling daarvan, met uitzondering van de Hulp bij het Huishouden. Artikel 4 besparingsbijdrage Wanneer een voorziening wordt verstrekt waarmee een algemeen gebruikelijke voorziening wordt vervangen of kan worden vervangen, zoals gebeurd bij verstrekking van een driewielfiets, een scootmobiel of een handige, zal alleen vergoeding van de meerkosten aan de orde zijn. Dat betekent dat het algemeen gebruikelijke deel niet vergoed zal worden. Het algemeen gebruikelijke deel zal door de aanvrager zelf betaald moeten worden in de vorm van een besparingsbijdrage. Dit artikel bepaalt het bedrag van deze besparingsbijdrage. In artikel 4b worden de tarieven aangegeven die een cliënt dient te betalen bij gebruikmaking van het collectief vervoer. Dit tarief is gelijk aan het tarief voor het regionaal openbaar vervoer, één strip op een blauwe strippenkaart kost €0,50 . Er wordt geen forfaitaire vergoeding gegeven voor het reizen met het collectief vervoer. Er zit geen maximum aan het aantal ritten per jaar. Artikel 5 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget bij hulp in het huishouden Dit artikel geeft aan hoe het persoonsgebonden budget voor de hulp bij het huishouden wordt vastgesteld. Voor HH1 en HH2 geldt sinds 1 januari 2010 één tarief. Dit is doorberekend naar het persoonsgebonden budget. Er wordt vanuit gegaan dat iemand die hulp bij het huishouden via het persoonsgebonden budget krijgt geen overheadkosten hoeft te betalen. Daarom is het bedrag hiervoor aangepast. Wij gebruiken bij de vaststelling van een persoonsgebonden budget de klassen zoals ook in de AWBZ gehanteerd worden. Het bedrag wordt dan gebaseerd op de bij het midden van de klasse behorende aantal uren, eveneens vermenigvuldigd met het uurbedrag dat 75% is van het uurbedrag zorg in natura. Dat betekent dat in klasse 1 het bedrag gebaseerd is op 1 uur zorg, in klasse 2 op 3 uur, in klasse 3 op 5,5 uur, in klasse 4 op 8,5 uur, in klasse 5 op 11,5 uur en in klasse 6 op 14,5 uur. Er wordt 75% van het bedrag in natura uitgekeerd omdat er door de gemeente vanuit gegaan dat er geen overheadkosten zijn. De bedragen zijn afgerond. Het persoonsgebonden budget wordt ieder jaar, ieder half jaar of ieder kwartaal bij voorschot betaald aan de budgethouder. De jaarlijkse voorschotten worden in januari 28-11-2011
Verwijderd: 15-01-2010 Verwijderd: 11-12-2009
2
overgemaakt. De halfjaarlijkse voorschotten in januari en juli. De voorschotten die per kwartaal uitbetaald worden zullen in januari, april, juli en oktober worden overgemaakt. Wanneer de indicatie voor hulp bij het huishouden b.v. op 1 april wordt gesteld, zal een bedrag worden bevoorschot tot 1 juli. Daarna zal het afhankelijk van het bedrag elk jaar, half jaar of elk kwartaal worden overgemaakt. Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen Artikel 6 Artikel 6 regelt hoe de financiële tegemoetkoming minus het eigen aandeel of het persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing wordt vastgesteld. Het gaat daarbij om de kosten van de door het college goedgekeurde offerte. Daarin kan een aantal kosten teruggevonden worden. Te denken valt hierbij aan de kosten van bouw, maar ook aan eventuele kosten architect, kosten van vergunningen en kosten van toezicht. Door uit te gaan van de kosten van de goedgekeurde offerte is het mogelijk per offerte andere kosten mee te nemen. Zo zullen toezichtkosten bij een kleine verbouwing geen rol spelen. Om welke kosten het zal kunnen gaan is verder uitgewerkt in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug. Artikel 6, lid 1 geeft het aan dat bij verkoop van een aangepaste woning binnen 10 jaar een eventueel bedrag, dat het gevolg is van de meerwaarde van de woning door de aanpassing, aan het college moet worden terugbetaald. Artikel 6, lid 2, 3, en 4 tenslotte leggen vast welke bedragen verstrekt worden als het gaat om een verhuiskostenvergoeding, woningsanering en onderhoud en reparatie van woningaanpassingen. Artikel 6, lid 5 legt vast welke lijn er aangehouden wordt bij het vergoeden van tijdelijke huisvesting.
Verwijderd: 15-01-2010 Verwijderd: 11-12-2009
28-11-2011
3
Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 7 Artikel 7 regelt de wijze waarop een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld voor een individuele vervoersvoorziening. Hierbij zal het gaan om bv. een driewielfiets of scootmobiel. Uitgegaan wordt, conform de verordening, van de goedkoopst adequate voorziening. Als daar sprake van is, kan op declaratiebasis (half)jaarlijks verhoging plaatsvinden met een bedrag dat noodzakelijk is voor onderhoud en reparatie. Voor voorzieningen die de gemeente in natura verstrekt, wordt aan de leverancier maandelijks een vast bedrag voor onderhoud en reparatie betaald. Eenzelfde bedrag zal verstrekt worden aan personen die de voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wensen te ontvangen. Vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget zal geschieden op basis van het programma van eisen ten aanzien van de voorziening. Artikel 8 Inkomensgrens auto Artikel 8 legt vast vanaf welke grens de auto algemeen gebruikelijk wordt geacht. Deze grens werd in de Wvg uitgedrukt in termen afgeleid van het norminkomen. De Algemene Maatregel van Bestuur spreekt echter niet meer over het norminkomen. Dit is beschreven in artikel 3 van de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Utrechtse Heuvelrug. Artikel 9 Hoogte financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen Artikel 9 legt een aantal bedragen vast voor autokostenvergoeding, de taxikostenvergoeding en de rolstoeltaxikostenvergoeding. Onder welke voorwaarde deze worden toegekend staat in de Verordening maatschappelijke ondersteuning en wordt verder uitgewerkt in de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 6 verplaatsen in en op de woning Artikel 10. Persoonsgebonden budget voor rolstoelen 10.1 Artikel 10.1 regelt de wijze waarop een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld voor een rolstoel. Uitgegaan wordt, conform de verordening, van de goedkoopst adequate voorziening in natura bij de gemeente gecontracteerde leverancier. Als daar sprake van is, kan verhoging plaatsvinden met een bedrag dat noodzakelijk is voor onderhoud en reparatie op basis van declaratie. Voor rolstoelen die de gemeente in natura verstrekt, wordt aan de leverancier maandelijks een vast bedrag voor onderhoud en reparatie betaald. Eenzelfde bedrag zal op declaratiebasis (half)jaarlijks verstrekt worden aan personen die de voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wensen te ontvangen. Elke rolstoel die enige aanpassing behoeft, zal uitkomen op een ander bedrag. Daarom vindt vaststelling van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen plaats per rolstoel op basis van het vastgestelde programma van eisen waaraan deze voorziening moet voldoen. Verwijderd: 15-01-2010 Verwijderd: 11-12-2009
28-11-2011
4
10.2 De sportrolstoel is een voorziening die meegenomen wordt vanuit de Wvg zonder dat deze sportrolstoel in de Wvg of in de Wmo wordt genoemd. De sportrolstoel is een bovenwettelijke voorziening, in de Wvg opgenomen naar aanleiding van een verzoek van de Tweede Kamer. Daarom wordt de verstrekkingwijze, zoals bij de Wvg, voortgezet, wat betekent dat een sportrolstoel alleen verstrekt wordt als een financiële tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming is niet kostendekkend en dient beschouwd te worden als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud voor een periode van 3 jaar op declaratiebasis. Na deze 3 jaar kan opnieuw een sportrolstoel worden aangevraagd. Artikel 11. Indexering Ook voor een aantal Wmo-voorzieningen zal jaarlijks de vergoeding worden aangepast conform de markt en de ontwikkelingen van de prijsindex. Artikel 12 Samenhangende afstemming In artikel 5, lid 2, onder b. van de wet is vastgelegd dat de raad in de verordening bepaalt op welke wijze de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend afgestemd wordt op de situatie van de aanvrager. Deze bepaling is bedoeld om, naast de toepassing van algemene bestuursrechtelijke zorgvuldigheidseisen, de inhoud van de voorzieningen zelf, vanuit cliëntperspectief, in samenhang te bezien. Evenals het genoemde in de toelichting op artikel 34 van deze verordening, gaat het hier naar zijn aard om uitvoeringsbeleid, vandaar de specifieke onderzoeksverplichting aan het college opgelegd om zo aan te kunnen sluiten bij andere (AWBZ) voorzieningen van de aanvrager.
Artikel 13 citeertitel en inwerkingtreding Dit artikel spreekt voor zich.
Verwijderd: 15-01-2010 Verwijderd: 11-12-2009
28-11-2011
5