Toekomstvisie SWB 1. Inleiding De gemeente Brummen heeft SWB gevraagd op te schrijven hoe zij haar toekomstige rol binnen de gemeente Brummen ziet. Wij hebben in het koersdocument destijds al een voorzet gegeven; dit document is hierop een aanvulling waarbij we wat meer kunnen inzoomen op recente ontwikkelingen. We starten met een beschrijving van (2) de maatschappelijke context waarin we werken. De ontwikkelingen, signalen en vragen die hieruit voortkomen, zijn immers te allen tijde leidend voor wie we als brede welzijnsorganisatie zijn, wat we doen, met wie we werken en op welke manier we dat doen. Dat beschrijven en onderbouwen we vervolgens in (3) onze missie/visie waarin ook de werkstructuur en –cultuur aan bod komen. In (4) geven we aan wat een en ander betekent voor SWB als organisatie en in (5) beschrijven we hoe we het aanbod en de samenwerkingsrelaties met de gemeentelijke opdrachtgever en het Team voor Elkaar voor ons zien.
2. De context Gemeenten zijn enorm in beweging en datzelfde geldt voor het lokale welzijnswerk. In toekomstdromen en –visies klinken voortdurend dezelfde woorden: eigen kracht, zelf- en samenredzaamheid. De overheid trekt zich terug, welzijnsorganisaties gaan op handen zitten en leggen de bal in toenemende mate bij de burger. Burgers zien dus enerzijds in eerste instantie de overheids- en professionele vangnetten kleiner worden en de ondersteuning verminderen. Anderzijds wordt de druk om samen nieuwe vangnetten te creëren, zelf vangnet te zijn en anderen te ondersteunen, vergroot. Dit gebeurt in een tijdsperiode waarin de vraagstukken en problemen waarmee de samenleving zich geconfronteerd ziet, eerder groter dan kleiner lijken te worden. We noemen een aantal ontwikkelingen. Meer ouderen, kleiner vangnet Het percentage ouderen in Nederland neemt in de komende 25 jaar met bijna 10% toe. Daarmee neemt ook het aantal mensen met chronische beperkingen sterk toe. Tegelijkertijd neemt het aantal mensen dat de zorg of hulp voor ouderen op zich kan nemen, af. De verantwoordelijkheid voor een grotere groep kwetsbare mensen komt op een kleiner deel van de bevolking te liggen. Het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt binnen nu en 45 jaar van 2,8 miljoen naar 3,8 miljoen in 2060. Deze groei wordt vooral veroorzaakt door de vergrijzing. Op dit moment is dat 1 op 8 van alle alleenstaanden van 80 jaar of ouder, rond 2050 gaat het om maar liefst een kwart. Met de toename van het aantal alleenstaanden is er een steeds grotere groep mensen die geen beroep kunnen doen op een partner als zij beperkingen krijgen. En zij die geen kinderen hebben, kunnen in nog mindere mate terugvallen op mantelzorg. Partners en kinderen zijn de belangrijkste mantelzorgers; overige familie en vrienden leveren maar een klein deel van de totale mantelzorg. 1
Ontmoeting. Ontspanning. Meedoen 2
Armoede werkt door op veel leefgebieden In 2013 moest ruim 10% van de Nederlandse huishoudens rondkomen van een inkomen onder de lage inkomensgrens. Het aandeel huishoudens met een laag inkomen dat zegt (zeer) moeilijk rond te komen, ligt aanzienlijk hoger, op 40%. Voor eenoudergezinnen geldt dit voor bijna 6 van de 10 gezinnen. Ruim een op de vijf Nederlandse huishoudens met een laag inkomen had in 2011 te maken met een of meer betalingsachterstanden. Een op de zes van deze huishoudens had achterstanden in de betaling van huur of hypotheek; een verdubbeling ten opzichte van 2008. Ook nam het percentage huishoudens met een achterstand in de betaling van gas-, water- of elektriciteitsrekeningen toe naar 13%. De koopkracht is/wordt aangetast door versobering van het basispakket ziektekostenverzekering, verlaging van bijstand en kinderbijslag, huurverhogingen en pensioenverlagingen. Het risico op armoede hangt onder meer samen met een laag opleidingsniveau, een beperkt aantal uren (kunnen) werken, de Nederlandse taal niet goed beheersen, ontslag op latere leeftijd (vanaf 45 jaar) en arbeidsbeperkingen. Armoede is van invloed op de beleving van de eigen gezondheid en kan ten koste gaan van participatie. Kinderen die in armoede opgroeien, hebben 75% meer kans om op volwassen leeftijd ook arm te zijn en verlaten vaker zonder startkwalificatie het onderwijs. Daarnaast is armoede een van de risicofactoren voor jeugdcriminaliteit. Taalachterstand belemmert participatie Beheersing van de Nederlandse taal is een fundamentele voorwaarde voor zelfredzaamheid en participatie op de arbeidsmarkt en in de samenleving en voor sociale cohesie (het voorkomen van uitsluiting). Naar schatting telt Nederland nog steeds 1,5 miljoen mensen die problemen hebben met lezen en schrijven. Circa 1,1 miljoen behoort tot de potentiële beroepsbevolking. Volwassenen met een laag geletterd niveau lopen een verhoogd risico werkloos te raken en/of te blijven. Bovendien heeft elke volwassene een basaal niveau van geletterdheid nodig om zichzelf te kunnen redden in de samenleving, verantwoorde maatschappelijke keuzes te kunnen maken en actief te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Druk op mantelzorgers neemt verder toe In de Wmo 2015 is de positie van de mantelzorger versterkt. Er wordt niet alleen gekeken wat een mantelzorger aan informele hulp kan bieden, maar ook of de mantelzorger zelf ondersteuning nodig heeft om zijn of haar zorgtaak vol te kunnen houden. Het beroep op mantelzorgondersteuning wordt daardoor groter. Er is nog steeds sprake van een grote inzet van mantelzorgers, maar de druk op mantelzorg wordt wel erg groot. Enerzijds is dit een gevolg van bezuinigingen in, en extramuralisering van de zorg en de vergrijzing. Anderzijds staat de beschikbaarheid van mantelzorg onder druk door gezinsverdunning, geografische mobiliteit, 3
Taal leren = participeren en vice versa! 4
tweeverdienerschap en verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen, is het nodig de zorg met anderen te kunnen delen. Dat is een grote opgave. De bereidheid van de mantelzorger om ‘los te laten’, hangt hierbij deels samen met de vraag wie bereid gevonden kan worden een deel van de zorg over te nemen. Vrijwillige inzet: mismatch vraag-aanbod De overheid doet een groot beroep op vrijwillige inzet, maar als we kijken naar vraag en aanbod, dan is sprake van een mismatch. Er is een grotere behoefte aan langdurig en intensieve vrijwillige hulp, terwijl vrijwilligers juist de voorkeur hebben voor een lichte inzet gedurende een korte periode, die aansluit bij de eigen ambities en competenties van de vrijwilliger. Het organiseren van vrijwillige inzet wordt daardoor complexer en tijdrovender. Daar komt bij dat zich een nieuw type vrijwilliger aandient: de vrijwilliger met beperkingen. Voor deze mensen heeft de vrijwillige inzet vooral de functie van dagbesteding en is het doel stapsgewijs de eigen zelfredzaamheid en participatie te vergroten. Deze vrijwilligers vragen een intensieve toeleiding en begeleiding én vergroten bovendien de eisen die gesteld worden aan de vrijwilligers en professionals om hen heen. Instroom nieuwe groepen in dagbesteding verhoogt druk op vrijwilligers Onder druk van vergrijzing en een krimpende beroepsbevolking, worden collectieve lasten door steeds minder werkenden gedragen. Daarom doet de overheid een toenemend appel op mensen met arbeidsbeperkingen. Van hen wordt verwacht deel te nemen aan de reguliere arbeidsmarkt. Dit terwijl de eisen in termen van productiviteit, kennis en expertise en flexibiliteit steeds hoger worden en de vraag naar laaggeschoolde arbeid afneemt. Een deel van de volwassenen jonger dan 65 jaar met een arbeidsbeperking is onder de voormalige AWBZ geïndiceerd voor een voorziening ‘begeleiding’ in de vorm van groepsgewijze dagbesteding. Er is een trend zichtbaar dat dagbesteding met een (lichte) arbeidsmatige component toeneemt. Door vergrijzing en extramuralisering van de zorg neemt de vraag naar dagbesteding toe. Tegelijkertijd zien we dat er op dagbesteding wordt bezuinigd: het wordt minder vaak een maatwerkvoorziening en vaker een algemene voorziening die vooral draait op vrijwillige inzet. Een toenemend aantal mensen dat hiervan gebruik maakt, vraagt echter wel een intensievere begeleiding of ondersteuning dan de meeste vrijwilligers kunnen of willen bieden. Ouderen vormen een belangrijke groep die behoefte heeft aan dagbesteding. Door de Wet langdurige zorg en de toenemende vergrijzing wordt de doelstelling ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen steeds ambitieuzer. Het vraagt om een integrale aanpak die alleen slaagt als spelers op het gebied van wonen, zorg (en een goed samenspel van formele en informele zorg), welzijn, veiligheid, leefstijlbevordering de samenwerking aangaan in ketens of netwerken. Een vergelijkbare inzet is nodig voor andere groepen met beperkingen, zoals mensen met een chronische psychiatrische stoornis of een verstandelijke beperking. 5
Mismatch? Wij dachten van niet 6
Deels door bezuinigingen, deels ingegeven door het beginsel van eigen verantwoordelijkheid, worden ontmoetingsen sociaal-culturele activiteiten in toenemende mate door (groepen van) burgers zelf georganiseerd en uitgevoerd. De rol van welzijnsorganisaties als SWB is faciliterend: het ter beschikking stellen van ruimte en bijbehorende faciliteiten en het verzorgen van beheer en schoonmaak. Maar is dit voldoende? Wanneer een ‘zwaardere doelgroep’ gebruik gaat maken van de algemene voorzieningen, wordt de behoefte van vrijwilligers aan ondersteuning en een professionele back-up groter. Als hier niet of onvoldoende in wordt voorzien, vallen zowel vrijwilligers als bezoekers dagbesteding tussen de wal van het beginsel en het schip van de realiteit. Digitalisering samenleving: in verbinding of disconnected? De virtuele wereld groeit, zowel in omvang als in belangrijkheid. Het internet is een niet meer weg te denken plek geworden voor het vinden en uitwisselen van informatie én voor de ontmoeting met anderen. Illustratief voor de impact van deze ontwikkelingen is het feit dat het aantal fysieke hangplekken van jongeren in steden en dorpen vermindert en plaats maakt voor elkaar digitaal ontmoeten op social media als Facebook, Twitter, Whatsapp en Instagram. Dit geldt overigens niet alleen voor de jeugd; ook volwassenen maken flink gebruik van de nog steeds groeiende mogelijkheden om tijd- en plaatsonafhankelijk te communiceren en zichzelf te profileren. De DigiD wint snel terrein; burgers wisselen steeds meer langs de digitale weg informatie uit met overheidsorganisaties. Hetzelfde gebeurt met maatschappelijke organisaties, winkels en bedrijven. Internethulpverlening wint aan populariteit en ook het matchen van vraag en aanbod van informele hulp- en dienstverlening zal steeds meer langs de digitale weg tot stand komen. Het verdere verloop van deze ontwikkelingen is niet te voorspellen, maar zeker is dat het tempo hoog blijft en het einde nog lang niet in zicht is. Voor welzijnsorganisaties is het zaak om ook vinger aan de digitale pols te houden, te verkennen wat er langs deze weg mogelijk en onmogelijk is, welke nieuwe vraagstukken en risico’s er ontstaan en welke gevolgen er zijn voor de doelgroepen met wie wordt gewerkt. Internet heeft weliswaar de intentie de poorten open te zetten naar de wereld en naar grenzeloze mogelijkheden; wie echter vanwege bijvoorbeeld zijn financiële situatie, taalachterstand of een beperking geen of verminderd toegang heeft, loopt het risico te verdrinken in, of te vervreemden van ‘de vaart der volkeren’ en/of geïsoleerd te raken. Eenzaamheid/sociaal isolement Eenzaamheid en sociaal isolement hebben betrekking op het ontbreken van betekenisvol sociaal contact, hetzij op het niveau van persoonlijke relaties (partner), dan wel in de vorm van een gemis van betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen. Ongeveer 30% van de volwassenen is eenzaam en 10% van de mensen is zeer eenzaam. Deze laatste groep bestaat vooral uit gescheiden mensen en mensen die hun partner zijn verloren. Wanneer de situatie overgaat in
7
Uit je huis, met je talent werken, samen iets doen 8
chronische eenzaamheid, kan dit gepaard gaan met gezondheidsklachten, waaronder depressiviteit, en/of leiden tot een sociaal isolement. Sociaal geïsoleerde mensen nemen slechts in beperkte mate deel aan het maatschappelijk leven. Velen van hen zijn werkloos, verrichten geen vrijwilligerswerk of geven geen burenhulp. Omgekeerd krijgen sociaal geïsoleerden weinig steun van anderen, omdat ze geen of slechts een beperkt sociaal netwerk hebben. Dat maakt deze mensen extra kwetsbaar. In Nederland is naar schatting zo’n 6% van de bevolking sociaal geïsoleerd en loopt 30% van de bevolking dit risico. De meeste kwetsbare groepen op dit gebied zijn dak- en thuislozen, mensen met een (ernstige) chronisch psychiatrische problematiek en zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke beperking. Leefringenmodel Een nieuwe overheidsvisie en- aanpak is de laatste factor die we hier noemen, die ontwikkelingen in de context kleurt en beïnvloedt. Veel Nederlandse gemeenten, en ook de gemeente Brummen, hebben deze visie vertaald in het zogenaamde ‘leefringenmodel’. Het uitgangspunt hierbij is dat burgers zelf verantwoordelijk zijn voor hun zelfredzaamheid en participatie. Ze maken optimaal gebruik van eigen kracht en ondersteuning vanuit hun sociale netwerk voordat zij een beroep doen op gemeentelijk gefinancierde voorzieningen. Deze laatste zijn te onderscheiden in enerzijds vrij toegankelijke algemene voorzieningen en anderzijds na indicatie toegankelijke maatwerkvoorzieningen. Algemene voorzieningen zijn in beginsel voorliggend aan maatwerkvoorzieningen. Welzijnsorganisaties, waaronder SWB, werken al langere tijd volgens de uitgangspunten van het leefringenmodel. Ondersteuning/hulpverlening is primair gericht op het benutten en versterken van eigen kracht zodat burgers hun problemen (deels) zelf kunnen oplossen of beter hanteerbaar kunnen maken. Daar waar nodig wordt het sociale netwerk van de cliënt (veelal de primaire mantelzorgers) bij het hulpverleningsproces betrokken. Gemeenten streven ernaar door inzet vanuit de drie binnenste ringen (eigen kracht, sociaal netwerk, algemene voorzieningen) het beroep op maatwerkvoorzieningen te verkleinen. Hierdoor wordt het beroep op algemene voorzieningen die voorliggend zijn aan maatwerkvoorzieningen, vergroot.
3. Missie/Visie SWB SWB wil een brede welzijnsorganisatie zijn, diep geworteld en actief in de lokale samenleving en goed toegankelijk voor iedereen die daarin opgroeit, leeft en werkt. We willen burgers inspireren om het beste uit zichzelf te halen, om te participeren en te groeien als persoon en/of als groep of buurt. Mensen krijgen zelfvertrouwen als ze ervaren dat ze erbij horen en als ze grip hebben op hun eigen leven. Door de brede vertakkingen met buurten, wijken en dorpen en het grote aantal vrijwilligers dat bij en met ons werkt, is het netwerkkarakter van de organisatie, alsmede het draagvlak en de verankering in de lokale context groot. Ons aanbod is vraaggericht, afgestemd op behoeften van bewoners. Niet het probleem of de beperking staat centraal, maar het talent en het benutten daarvan in het werken aan een oplossing. Bij het organiseren van activiteiten doen 9
In verbinding met de samenleving 10
we een beroep op de individuele en gezamenlijke verantwoordelijkheid van mensen, maken we gebruik van eigen kracht en talent, en werken we aan versterking van zelf- en samenredzaamheid. Het sociale netwerk wordt actief ingeschakeld. Sterke schouders ondersteunen zwakkere, opdat zwakkere schouders langer sterk blijven en/of ontdekken dat ze meer kunnen dragen dan ze zelf vermoedden. De mens is in de kern een sociaal wezen; gezonde, positieve relaties vormen de basis voor het mens zijn en voor ontwikkeling. SWB organiseert ontmoeting en nodigt uit om een bijdrage te leveren aan de samenleving, heel direct in de eigen buurt. Daar waar nodig bieden we hiertoe korte trajecten ondersteuning en hulpverlening. Onze opdrachtgevers nemen structureel diensten van ons af, omdat we concurrerend zijn op het gebied van kwaliteit (professionaliteit), netwerken in de wijk, de inzet en begeleiding van vrijwilligers, multifunctionele accommodaties, innovatie door vraaggericht werken en resultaatgerichtheid. We zijn een meedenkende, proactieve en betrouwbare partner. Naast het verbeteren van onze bestaande hulp- en dienstverlening ontwikkelen we met onze ketenpartners nieuwe dienstverlening, afgestemd op signalen en behoeften van burgers. Bedrijfsstructuur Onze organisatie excelleert door de combinatie van present werken en een goede coördinatie en afstemming tussen de verschillende onderdelen en disciplines. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen zo laag mogelijk in de organisatie. Medewerkers ontwikkelen zich en delen dit met collega’s in structurele intervisiebijeenkomsten. De directie vertaalt missie, visie en ontwikkelingen naar de professionals in heldere doelstellingen en kaders, en stimuleert daarbinnen de professionele ruimte. Er wordt gestuurd op resultaat, kwaliteit en innovatie. Keuzes vinden plaats op basis van goed werkgeverschap, een gezonde bedrijfsvoering, ambitie en externe focus. De inzet van vrijwilligers en de ondersteuning bij hun ontwikkeling heeft daarnaast een belangrijke plaats binnen de organisatie. Bedrijfscultuur De bedrijfscultuur die hierbij past, is samen te vatten in de slogan: ‘Zeggen wat je doet en doen wat je zegt’. We bouwen samen aan een klant- en resultaatgerichte organisatie waarin met plezier wordt (samen)gewerkt en waarin leren en elkaar aanspreken vanzelfsprekendheden zijn. Iedere werker voelt zich ambassadeur van de gehele organisatie. De bereidheid en het vermogen te reflecteren is noodzakelijk om je steeds opnieuw te verhouden tot landelijke en lokale ontwikkelingen. In dat kader is het ook van belang de eigen sterkten en zwakten regelmatig onder de loep te nemen.
11
Focus op burgers aan zet. Volgen met vertrouwen 12
Sterke punten
Zwakke punten
SWB is een belangrijke gecertificeerde kwalitatieve uitvoerder voor de Gemeente Brummen.
Onzekerheid over de continuïteit door het ontbreken van structurele afspraken op midden lange termijn.
Het preventieve karakter van onze hulp- en dienstverlening.
Afhankelijkheid van een grote opdrachtgever (gemeente Brummen).
Gewend om te werken binnen arrangementen met gespecialiseerde tweede lijn en met niet professionele verbanden.
Kritieke omvang die de kostprijs dermate kan verhogen bij terugloop van opdrachten dat we niet meer concurrerend/betaalbaar zijn.
Professionals zijn breed geschoold en inzetbaar. Weinig structurele aandacht voor PR en promotie. Onderdeel van het netwerk met onderwijs, zelforganisaties, wijken, zorgpartijen, woningstichtingen, wijkagenten, cultureleen sportinstellingen. Optimale interne samenwerking en middels inzet accommodaties wordt er nog meer samenhang en samenwerking op activiteiten gecreëerd. Focus op uitvoering en daarmee op tegengaan bureaucratie.
Doelen SWB streeft de volgende doelen na: 1.
Bijdragen aan leefbaarheid, veiligheid en verdraagzaamheid.
2.
Voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op gespecialiseerde voorzieningen door met netwerkpartners een breed aanbod te realiseren op het gebied van informatie, advies, cliëntondersteuning en procesmatige hulpverlening.
3.
Vergroten van zelfstandigheid en probleemoplossend vermogen van jongeren en ouders bij respectievelijk opgroeien en opvoeden.
4.
Activeren en bevorderen participatie van mensen met beperkingen en een lage sociaal-economische status.
5.
Bevorderen zelfredzaamheid van mensen met beperkingen.
6.
Bevorderen van vrijwillige inzet voor mensen met beperkingen en hun mantelzorgers, het verenigingsleven en de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.
7.
Bijdragen aan een maatschappelijk vangnet en tegengaan van isolement.
13
Naast en tussen de mensen 14
Kernfuncties SWB vervult de volgende kernfuncties:
Samenlevingsopbouw.
Preventief jeugd- en jongerenwerk.
Stimuleren van vrijwillige inzet voor leefbaarheid, verenigingsleven en informele hulp aan mensen met beperkingen en verbinden van vraag en aanbod vrijwillige inzet.
Hulpverlening.
Mantelzorgondersteuning.
Educatie en psycho-educatie.
Faciliteren van ontmoeting.
(Arbeidsmatige) dagbesteding.
4. Toekomst: ontwikkelingsrichting SWB In 2012 heeft SWB een Koersdocument opgesteld dat besproken is met de gemeente Brummen. Eind 2014 hebben de gemeente Brummen en SWB samen prestatieafspraken opgesteld die maart 2015 officieel bekrachtigd zijn. Daarbij is zowel gekeken naar externe ontwikkelingen als naar het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning 2015-2016 van de gemeente Brummen. Hierop voortbouwend en bekeken in samenhang met onze doelen en kernfuncties, komen we tot de volgende vertalingen en aanbevelingen voor het aanbod van SWB. Doelen en kernfuncties vertaald in aanbod
SWB streeft naar een integraal aanbod op het gebied van hulpverlening/maatschappelijke dienstverlening voor 0-100 jarigen. Dat betekent dat SWB in beginsel geen onderscheid maakt naar doelgroepen, tenzij dit noodzakelijk is voor de herkenbaarheid van het aanbod. Zo wordt mantelzorgondersteuning gepresenteerd als ‘Servicepunt Mantelzorg’, maar zijn de uitvoerende werkzaamheden cliëntondersteuning belegd bij het team hulpverlening.
Kortdurende onafhankelijke hulpverlening en cliëntondersteuning, versterken informele zorg (zoals Schakel) en doorontwikkeling van de preventieve functie, waar mogelijk in groepsaanbod
Gelet op ontwikkelingen in de samenleving willen we inzetten op versterking van het Servicepunt Vrijwillige Inzet (met name gericht op intensieve toeleiding en begeleiding van vrijwilligers met beperkingen).
Hetzelfde geldt voor mantelzorgondersteuning, met name waar het gaat om het mogelijk maken dat zwaar belaste mantelzorgers hun zorg kunnen delen met anderen (vrienden, buren, vrijwilligers).
SWB onderschrijft de stelling van de gemeente dat samenlevingsopbouw versterkt moet worden. Wij zoeken dit vooral in het bevorderen van vrijwillige inzet en burenhulp en het ondersteunen van vrijwilligersinitiatieven.
Ontmoeting vinden wij belangrijk, maar met uitzondering van jongeren gaan we ervan uit dat de bestaande koers gehandhaafd blijft: burgers zijn zelf verantwoordelijk voor organisatie en uitvoering, SWB heeft alleen een faciliterende rol.
15
Bereidheid van burgers. Bouwen aan buurten 16
SWB wil graag dagbesteding als algemene voorziening uitbreiden, waarbij vrijwilligers worden ingezet en waarbij zoveel mogelijk doelgroepen gemengd aan de activiteiten deelnemen. Daarbij willen we verkennen in hoeverre vormen van arbeidsmatige dagbesteding mogelijk zijn. Dat veronderstelt accommodatie en aanvullende subsidie en netwerksamenwerking met organisaties met specifieke kennis van de doelgroepen.
SWB wil uitvoering geven aan servicediensten zoals Buurtklus, waarbij de klanten primair mensen met beperkingen zijn en de klussers mensen met een arbeidsbeperking zijn die voldoende competent zijn om zelfstandig klussen uit te voeren. Buurtklus heeft ook een sociale dimensie; het gaat niet alleen om het bieden van een helpende hand en het bieden van een zinvolle dagbesteding. Degenen die gebruik maken van Buurtklus hebben in de regel weinig sociale contacten.
In samenwerking met partners wil SWB actie ondernemen om de beheersing van de Nederlandse taal te vergroten/laaggeletterdheid te bestrijden, door samen educatieve activiteiten te organiseren voor groepen die hiermee te maken hebben.
Samen met het Team voor Elkaar wil SWB een signaleringsnetwerk organiseren, zodat mensen die eenzaam zijn of in een sociaal isolement zitten of dreigen te geraken, mensen met schulden/armoede en gezinnen die kampen met opvoed- en opgroeiproblemen, vroegtijdig in beeld komen en escalatie van problemen voorkomen kan worden.
Functies hulpverlening SWB SWB hulpverlening vervult de volgende functies:
•
Informatie inloopspreekuur: het geven van inlichtingen / voorlichting aan burgers (individueel en groepsgewijs).
•
Advies inloopspreekuur: het naar beste weten en kunnen, geven van aanbevelingen om iets te doen of te laten, na afweging van de omstandigheden en mogelijkheden
•
Kortdurende hulpverlening: de ondersteuning van een cliënt bij het maken van een keuze of bij het oplossen van een probleem, gericht op regieversterking van de cliënt (en zijn omgeving), om uiteindelijk de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. Vraagverheldering is een onderdeel van cliëntondersteuning: de dialoog die plaatsvindt tussen de cliënt en de professional en die ertoe moet leiden dat de hulp optimaal bijdraagt aan het oplossen van de problemen die de cliënt ervaart.
•
Procesmatige en interactieve hulpverlening bij alle mogelijke psychosociale en materiële problemen die in het dagelijks leven kunnen ontstaan, waarbij op basis van een intake een hulpverleningsplan wordt opgesteld.
De functies vormen een continuüm. Cliënten komen binnen op verwijzing, of bezoeken op eigen initiatief het inloopspreekuur. Aan de hand van de vraag wordt bepaald welke functie aan de orde is. In een aantal gevallen wordt een vraag in één gesprek beantwoord in de vorm van informatie of advies. Wanneer dit niet het geval is, maar ingeschat wordt dat geen procesmatige hulpverlening nodig is, wordt een kortdurend hulpverleningstraject ingezet. Wanneer we inschatten dat procesmatige en interactieve hulpverlening nodig is, volgt een intakegesprek dat in de regel de opmaat is voor procesmatige hulpverlening. 17
Lichte hulp waar dat kan, intensiever waar dat moet 18
Integrale benadering van 0-100 jaar Hulpverlening van SWB is toegankelijk voor alle inwoners van de gemeente Brummen van 0-100 jaar; er wordt geen onderscheid gemaakt naar leeftijd of doelgroepen. Van oudsher verlenen we conform de beroepscode (beroepsgeheim) hulpverlening op materieel èn immaterieel gebied binnen de context van het cliënt- of gezinssysteem. Daarbij sluiten we aan op persoonlijke vragen en spreken we de taal van de cliënt. Vaak gaat het om het omgaan met beperkingen, ingrijpende gebeurtenissen, tegenslagen en/of veranderingen. De hulpverlening is integraal, dat wil zeggen gericht op alle levensdomeinen binnen de zelfredzaamheidsmatrix:
Financiën
Verslaving
Dagbesteding
Activiteiten dagelijks leven
Huisvesting
Sociaal netwerk
Huiselijke relaties
Maatschappelijke participatie
Geestelijke gezondheid
Justitie.
Lichamelijke gezondheid
Signalering overbelasting mantelzorgers Als blijkt dat iemand mantelzorger is en overbelast is of dreigt te worden, is dit onderdeel van het gesprek / de hulpverlening. Samen met de cliënt bezien we welke mogelijkheden voorhanden zijn om de mantelzorger te ontlasten. Bij mensen met beperkingen wordt standaard bezien of mantelzorgers in beeld zijn en of zich bij hen (het risico op) overbelasting voordoet. Functies inloopspreekuren SWB De inloopspreekuren van SWB zijn bedoeld voor meerdere taken:
Bieden van een laagdrempelige entree voor SWB hulpverlening.
Informatie en advies over vragen van burgers in de dagelijkse levenssfeer als relaties, gezondheid, wonen, opvoeden, schulden.
Het bieden van hand- en spandiensten.
om incidenteel en kortdurend terug te kunnen vallen op SWB hulpverlening (vooral ouderen).
Intake Voedselbank.
Overleg over hulpvragen van cliënten met instanties en organisaties.
Tussen de bedrijven door: cliëntregistratie, opstellen van hulpverleningsplannen, enzovoort.
SWB als netwerkorganisatie SWB is een brede welzijnsorganisatie die vanuit een integrale visie en aanpak behalve op het terrein van welzijn ook actief is op het gebied van zorg, opvoeden, wonen, werk, inkomen, veiligheid en integratie. Op het terrein van de hulpverlening hanteren de SWB professionals zo veel mogelijk een generalistische werkwijze. Doordat de 19
Talenthouse. Hart voor jonge mensen 20
vraagstukken waarvoor cliënten zich gesteld weten niet zelden complex zijn, is samenwerking met andere beroepsbeoefenaren en organisaties onlosmakelijk verbonden met onze manier van denken en werken. Deze samenwerking kent meerdere verschijningsvormen:
Anticiperen op signalen van partners over (mogelijke) problemen van burgers en gezinnen, conflictsituaties of (ontluikende) burgerinitiatieven, dan wel zelf signalen communiceren richting partners.
Wederzijdse consultatie.
Wederzijdse verwijzing.
Afstemming wanneer SWB en (een) partner(s) betrokken is/zijn bij een casus op individueel, gezins- of dorpskernniveau.
Ontwikkelen van nieuwe vormen van gezamenlijke dienstverlening.
Diensten samen met partners leveren of uitvoeren.
Samenwerkingspartners kunnen externe partners zijn als GGnet, MEE, Tactus, de Woningstichting, wijkagenten, maar ook diensten van SWB, zoals het Servicepunt Vrijwillige Inzet, samenlevingsopbouw of dagbesteding.
5. Toekomst: samenwerking gemeente Samenwerking met de gemeentelijke opdrachtgever SWB is een uitvoeringsorganisatie die diensten levert die aan te merken zijn als Algemene Voorzieningen op basis van het concept beleidsgestuurde contractfinanciering. Vanuit een subsidierelatie voeren we opdrachten van de gemeente uit die gericht zijn op het bijdragen aan gemeentelijke beleidsdoelen, het tegengaan van isolement, het voorkomen van achterstanden, het stimuleren van zelfredzaamheid, het bevorderen van participatie, het bijdragen aan een maatschappelijk vangnet en het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid. In de ogen van de SWB vervult de gemeente Brummen binnen de samenwerkingsrelatie met SWB (en andere gesubsidieerde/ gecontracteerde organisaties in het maatschappelijk middenveld) de volgende rollen:
Beleidsbepaler.
Regisseur van netwerken van organisaties in het maatschappelijk middenveld.
Regisseur op casusniveau wanneer een gezin of burger een arrangement ontvangt van één of meer maatwerkvoorzieningen in combinatie met gebruik van algemene voorzieningen.
Opdrachtgever – op grond van een subsidie- of inkooprelatie – van uitvoeringsorganisaties die algemene of maatwerk-/individuele voorzieningen leveren.
Toegangspoort voor maatwerkvoorzieningen Wmo 2015, individuele voorzieningen jeugdhulp en inkomens- en arbeidsparticipatievoorzieningen Participatiewet.
21
Heldere kaders. Ruimte voor de professional 22
Onze werkwijze is vraaggericht en integraal. Voorwaarde om vakkundig, flexibel en effectief op vragen van burger(s) te kunnen anticiperen, is ruimte voor professionals. Die is er wanneer de gemeente als opdrachtgever bepaalt ‘wat’ zij uitgevoerd wil zien en SWB vervolgens invulling geeft aan het ‘hoe’. Het 5R-model We gaan hierbij uit van het 5R-model, waarbij de vijf R-en staan voor:
•
Richting: de gemeente geeft de belangrijkste maatschappelijke vraagstukken en oplossingsrichtingen aan, formuleert heldere doelstellingen en zet financiële en inhoudelijke kaders en spelregels neer waarbinnen SWB werkt.
•
Ruimte: binnen de kaders en op basis van heldere rollen en verantwoordelijkheden worden professionals erkend en gestimuleerd om de ruimte te nemen en hun expertise optimaal in te zetten. De gemeente rekent SWB af op resultaten, niet op de wijze waarop zij invulling geeft aan haar werkzaamheden.
•
Resultaat: de gemeente formuleert duidelijke prestatieafspraken.
•
Rekenschap: SWB geeft rekenschap c.q. legt verantwoording af aan de gemeente, de burgers van de gemeente Brummen over hoe zij de gemeentelijke opdracht uitvoert en welke resultaten zijn bereikt.
•
Responsiviteit: SWB speelt optimaal in op vragen en voorkeuren van burgers.
De relatie met de gemeente kan worden gekenmerkt als ‘sturen op vertrouwen’, zowel intern (in de relatie tussen directie en medewerkers) als extern (in de relatie tussen gemeente als opdrachtgever en SWB als opdrachtnemer). Samenwerking met het Team voor Elkaar Het Team voor Elkaar (TvE) is de toegangspoort naar maatwerkvoorzieningen (Wmo 2015), individuele voorzieningen (Jeugdhulp) en gemeentelijke voorzieningen op het gebied van werk en inkomen. Maar TvE is er ook voor informatie en advies, verwijzing / doorgeleiding naar algemene voorzieningen en casusregie zoals hiervoor aangegeven. Hulpverlening en cliëntondersteuning (zowel algemene als maatwerk- / individuele voorzieningen) zijn door de gemeente belegd bij derden, zoals organisaties als MEE, SWB, Tactus, jeugdhulpaanbieders, enzovoort. Team voor Elkaar biedt geen hulpverlening/cliëntondersteuning. Immers, wanneer Team voor Elkaar toegangspoort is én hulpverlening zou bieden, dan zou sprake zijn van belangenverstrengeling en zou de hulpverlening niet onafhankelijk zijn. SWB levert door de gemeente Brummen gesubsidieerde algemene voorzieningen. Deze zijn vrij en rechtstreeks toegankelijk voor burgers uit de gemeente Brummen. Net zoals TvE in voorkomende gevallen verwijst naar de algemene voorzieningen van SWB, kan een burger zelfstandig een beroep doen op een algemene voorziening en/of kan SWB signaleren dat een burger behoefte heeft aan bepaalde voorzieningen. Dat kunnen vrijwilligersinitiatieven zijn (bijvoorbeeld informele hulp aan mensen met beperkingen), andere algemene voorzieningen of maatwerk- dan wel individuele voorzieningen. In het laatste geval verwijst SWB naar het TvE.
23
Samen met elkaar 24
Elkaar aanvullen en versterken Team voor Elkaar en SWB zijn complementair. Om ervoor te zorgen dat burgers optimaal kunnen profiteren van deze samenwerking, is het belangrijk om heldere afspraken te maken over de onderlinge samenwerking en afstemming. Wij stellen in deze het volgende voor:
Wanneer er een onderlinge verwijzing plaatsvindt, koppelt de partij naar wie verwezen is terug naar de verwijzer welke acties zijn ondernomen in de richting van de betrokken burger en wat daarvan het resultaat is.
Wanneer voorafgaand aan een verwijzing een intakegesprek (SWB) of een onderzoek in het kader van een indicatiestelling (TvE) heeft plaatsgevonden, verstrekt de verwijzer de partij naar wie verwezen wordt (na toestemming van de cliënt) een intakeverslag/onderzoeksverslag, zodat de burger niet tweemaal zijn verhaal hoeft te doen.
Wanneer een burger zich bij TvE meldt voor een maatwerk- of individuele voorziening en het is duidelijk dat de burger behoefte heeft aan hulpverlening van SWB, wacht TvE niet de uitkomsten van het indicatie-onderzoek af, omdat het hier om een vrij toegankelijke voorziening gaat. Zij verwijst onmiddellijk naar SWB zodat voorkomen wordt dat onnodige wachttijden voor de cliënt ontstaan en/of dat lichte problematiek escaleert.
Zowel de gemeente als SWB heeft preventie en vroegsignalering hoog in het vaandel staan. Om te voorkomen dat lichte problematiek escaleert en om te zorgen dat bij ernstige problemen zo snel mogelijk wordt ingegrepen, ondernemen TvE en SWB gezamenlijk actie om een breed signaleringsnetwerk in het leven te roepen dat de meest relevante organisaties en beroepsbeoefenaren omvat die te maken hebben met kwetsbare mensen.
TvE en SWB maken gebruik van elkaars expertise en consulteren elkaar.
Driemaal per jaar vindt een signalerings- en afstemmingsoverleg plaats tussen TvE en SWB met als belangrijkste agendapunten evaluatie van de onderlinge samenwerking, bespreken van ontwikkelingen / trends in de lokale samenleving en bij doelgroepen, en de implicaties daarvan voor de voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en participatie.
De meeste contacten van TvE en SWB hebben betrekking op dagbesteding en hulp-/dienstverlening van SWB. Dat is niet verwonderlijk als we ons realiseren dat we allebei in toenemende mate te maken hebben met dezelfde doelgroepen uit de samenleving.
25
6. Tot slot SWB is een veranderende organisatie in een veranderde samenleving. De uitdagingen waarvoor we staan, vragen onder meer creativiteit, geduld, doorzettingsvermogen, ondernemerschap en de wil en het vermogen om te groeien in veerkracht. We slaan nieuwe paden in, vaak zonder dat er methodische voorbeelden voorhanden zijn, of vastomlijnde einddoelen. Op alle niveaus wordt hier optimistisch en keihard aan gewerkt. Tegelijkertijd is er grote behoefte aan continuïteit in de vorm van meerjarenafspraken, en daarmee een stevig fundament om als lokale organisatie, gebaseerd op de Algemene Nut Beoogde Instelling, te kunnen doorontwikkelen binnen de altijd sterk in beweging zijnde lokale sociale infrastructuren. Brummen, juni 2015 Namens het bestuur Y.J.A. ten Holder Directeur
26