Toekenningsvoorwaarden 2014 Longfonds
Amersfoort, Juni 2014
1
Inhoudsopgave Preambule
3
Toekenningsvoorwaarden
3
Paragraaf 1, algemene bepalingen Artikel 1, gebruikte begrippen Artikel 2, algemene voorwaarden
3 3 3
Paragraaf II, het aanvragen van een subsidie Artikel 3, vooraankondiging Artikel 4, formaliteiten
4 4 4
Paragraaf IV, subsidieverlening en bevoorschotting Artikel 5
5
Paragraaf V, overige verplichtingen van de subsidieverkrijgende Organisatie Artikel 6, Artikel 7, kennisbenutting Artikel 8, communicatie en publicatie Artikel 9, aansprakelijkheid en verzekering Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13
7 8 9 11 11 11 12 12
Paragraaf VI, afrekening Artikel 14, verantwoording Artikel 15, eindspecificatie Artikel 16
12 12 12 12
Paragraaf VII, Beëindiging Artikel 17
12 12
Paragraaf VIII, slotbepalingen Artikel 18
13 13
Bijlage A, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Richtlijnen voor het opzetten van de begroting
15
Bijlage B, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Controleprotocol Toekenningsvoorwaarden Longfonds
18
Bijlage C, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Model gewaarmerkte accountantsverklaring behorende bij het Formulier
19
Bijlage D, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Na toekenning van een subsidie: een overzicht
21
2
Preambule De toekenningsvoorwaarden zoals het Longfonds (voorheen Astma Fonds) deze hanteert, zijn in dit document vastgelegd. Aanvullend op deze toekenningsvoorwaarden werkt het Longfonds zoveel mogelijk volgens de overeenkomst “akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 2008” gesloten tussen NWO en VSNU. Ook de NFU (namens de UMC’s), KNAW, ZonMw en de Sectie Gezondheidsfondsen/VFI hebben zich bereid verklaard conform de in dat akkoord vastgelegde afspraken te werken. De toekenningsvoorwaarden van het Longfonds prevaleren echter steeds boven bovengenoemde overeenkomst “akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 2008”.
Toekenningsvoorwaarden Voorwaarden met betrekking tot het toekennen van subsidies door het Longfonds (voorheen Astma Fonds) op het terrein van wetenschappelijk onderzoek.
Paragraaf 1, algemene bepalingen Artikel 1, gebruikte begrippen In dit document worden de volgende begrippen gebruikt: a. Longfonds: ’’Astma Fonds’’ Longstichting, hierna Longfonds (voorheen Astma Fonds); b. (aanvragende), (subsidieverkrijgende), Organisatie: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld; c. Onderzoeksbudget: het bedrag dat door het Longfonds ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van een Onderzoeksproject; d. Onderzoeksproject: een activiteit op het terrein van wetenschappelijk onderzoek met een vooraf gestelde doelstelling en van beperkte duur; e. Partij: Longfonds of Organisatie; f. Partijen: Longfonds en Organisatie; g. Procedure: de door het Longfonds vastgestelde werkwijze voor het indienen en beoordelen van projectvoorstellen, voor de monitoring en voortgangsbewaking van de Onderzoeksprojecten en voor de sturing en evaluatie van Onderzoeksprojecten; h. Projectleider / Hoofdaanvrager: inhoudelijk eindverantwoordelijke medewerker van de organisatie die de subsidie aanvraagt; i. Penvoerder: projectleider en (inhoudelijk) aanspreekpunt voor een Onderzoeksproject; j. Subsidie: een financiële bijdrage in de kosten van een Onderzoeksproject; k. (externe) Controleverklaring: een verklaring van een registeraccountant of accountantadministratieconsulent bij een overzicht met (historische) financiële informatie over het Onderzoeksproject, waarbij de accountant opdracht heeft gekregen om na te gaan of de subsidie betrekking heeft op de totale kosten van het project en of de subsidie daadwerkelijk en volledig is besteed conform de Toekenningsvoorwaarden; l. Interne financiële verantwoording: een verklaring van een interne financiële administrateur bij een overzicht met (historische) financiële informatie over het Onderzoeksproject, waarbij de interne financiële administrateur opdracht heeft gekregen om na te gaan of de subsidie betrekking heeft op de totale kosten van het Onderzoeksproject en of de subsidie daadwerkelijk en volledig is besteed conform de Toekenningsvoorwaarden. Artikel 2, algemene voorwaarden 1. Buiten de subsidierondes van het Longfonds en de daarbij behorende indieningstermijnen worden geen aanvragen in behandeling genomen. 2. Bij de openstelling van een subsidieronde wordt ook het daarvoor beschikbare bedrag bekend gemaakt door het Longfonds. 3. Subsidies worden slechts verstrekt voorzover het Longfonds van oordeel is dat de verstrekking past in de doelstellingen van het Longfonds en de beoordelingsprocedure heeft geleid tot een positief oordeel. 4. De Subsidie van het Longfonds is niet bedoeld als alternatief voor reguliere financiering.
3
5.
Bij dreigende overschrijding van het beschikbare programmabedrag geeft het Longfonds voorrang aan die aanvragen waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen het meeste voldoet aan de doelstellingen, de gewenste kwaliteit en de vastgestelde prioriteiten van het desbetreffende programma. De procedures worden nader omschreven op de website t: www.research.longfonds.nl
Paragraaf II, het aanvragen van een subsidie Artikel 3, vooraankondiging 1. De Subsidie wordt slechts op aanvraag verleend. 2. De aankondiging voor de start van een (nieuwe) subsidieronde wordt via de researchwebsite van het Longfonds (www.research.longfonds.nl), via de nieuwsbrief “Longpuntjes” en via mailings van (wetenschappelijke) partners bekend gemaakt. 3. Aanvragers dienen gebruik te maken van een door het Longfonds vastgesteld formulier in elektronische èn papieren versie (hetzij het vooraanmeldingsformulier, hetzij het formulier voor een definitieve projectaanvraag). Alle informatie en de benodigde formulieren zijn via de Longfonds research website te downloaden (www.research.longfonds.nl). 4. Subsidieaanvragen dienen uiterlijk op de in de aankondiging genoemde datum zowel in elektronische als in schriftelijke versie door het Longfonds te zijn ontvangen. De aanvraagformulieren dienen volledig ingevuld en ondertekend te worden. Uitsluitend originele aanvragen worden in behandeling genomen. De papieren versies met originele handtekeningen dienen per post te worden toegezonden. 5. Subsidieaanvragen dienen te zijn ondertekend door de inhoudelijke eindverantwoordelijke en de persoon(en) die op grond van de statuten bevoegd zijn de Organisatie te vertegenwoordigen. 6. Alle aanvragers ontvangen binnen 3 weken een ontvangstbevestiging van hun aanvraag en worden daarbij geïnformeerd over het tijdpad. Artikel 4, formaliteiten 1. Het Longfonds behoudt zich het recht om bij de aanvraag door een privaatrechtelijke rechtspersoon op te vragen: a. een afschrift van de oprichtingsakte en/of de statuten; b. een afschrift waaruit de inschrijving van de Organisatie in het geldende openbaar register blijkt; c. indien de aanvraag is ondertekend door een of meer andere personen dan de personen die op grond van de statuten bevoegd zijn de Organisatie te vertegenwoordigen: een afschrift van de volmacht op grond waarvan de aanvraag door die andere persoon of personen mag worden ondertekend. 2. Het Longfonds kan een aanvrager verplichten tot het overleggen van een volledig overzicht van de financiële toestand van de Organisatie op het tijdstip van de aanvraag. 3. De voor het Onderzoeksproject noodzakelijke infrastructuur dient bij de Organisatie(s) aanwezig te zijn en gedurende de looptijd van het Onderzoeksproject te blijven. 4. Indien de aanvragende Organisatie voor dezelfde begrote uitgaven een Subsidie of een andere financiële bijdrage heeft aangevraagd bij een of meer andere organisaties, tijdens- of voorafgaand aan het Onderzoeksproject, dan doet hij daarvan mededeling in de aanvraag. De aanvragende Organisatie dient in dat geval de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen te vermelden. 5. De begroting van projectvoorstellen geeft inzicht in de baten en lasten van het Onderzoeksproject. De begroting dient voorzien te zijn van een postgewijze toelichting. In de bij deze toekenningsvoorwaarden gevoegde bijlage A zijn nadere richtlijnen opgenomen voor het opzetten van de begroting. 6. Als de liquiditeitsbehoefte niet regelmatig is gespreid over de looptijd van het project dient bij de aanvraag een liquiditeitsprognose te worden verstrekt. De liquiditeitsprognose geeft tenminste per kalenderkwartaal een gemotiveerd inzicht in het verloop van de liquiditeitsbehoefte van de activiteiten. 7. Indien bij het project proefpersonen en/of proefdieren zijn betrokken dient het projectvoorstel voorafgaand aan de indiening te zijn voorgelegd aan een Medisch Ethische Toetsings Commissie en/of Dier Experimenten Commissie. Een (voorlopig) oordeel door deze commissie dient te zijn afgegeven. Uitkering van subsidiegelden vindt uitsluitend plaats na ontvangst van deze goedkeuring. 8. De Code Goed Gebruik van lichaamsmateriaal 2011 (hierna te noemen: ‘Code Goed Gebruik’) van de Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen vormt de huidige richtlijn in relatie tot het gebruik van lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek, voor zover dit niet is afgedekt door toestemming van de Medisch Ethische Toetsings Commissie. De ‘Code Goed Gebruik’, toelichting en verdere informatie is te verkrijgen via de website van de FMW V ( www.fmwv.nl).
4
9.
De onderzoekers worden geacht de ‘Code Goed Gebruik’ te onderschrijven en binnen het voorgestelde onderzoek de aangegeven richtlijnen te volgen. In het aanvraagformulier voor definitieve projectvoorstellen dient men dit aan te geven. Indien van toepassing dient men daarnaast zoveel als mogelijk te zoeken naar alternatieven voor geplande experimenten met dieren in het kader van vermindering, verfijning en vervanging van dierproeven. De aanvragende Organisatie dient zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Longfonds te doen van omstandigheden, die van invloed kunnen zijn op de beslissing omtrent (de hoogte van) de Subsidie. Daarbij dienen de relevante stukken te worden overgelegd (zie ook artikel 4 lid 4).
Tenslotte 10. Het Longfonds is van mening dat onderzoeksorganisaties met een missie op het gebied van gezondheidsonderzoek principieel geen gelden van de tabaksindustrie zouden moeten accepteren. Doet een Nederlandse Organisatie dit wel, dan zal het Longfonds er nauwlettend op toezien dat er op geen enkele manier vermenging kan plaatsvinden van Longfondsgelden en deze industriegelden. Dit betekent dat het Longfonds geen Subsidies zal toewijzen voor Onderzoeksprojecten die nauw verwant zijn aan projecten die door de tabaksindustrie worden gesubsidieerd. Zodra de Organisatie een subsidie accepteert van de tabaksindustrie voor de uitvoering van het betreffende onderzoek, is het Longfonds gerechtigd tussentijds de financiering te beëindigen en de reeds verstrekte bedragen terug te vorderen.
Paragraaf IV, subsidieverlening en bevoorschotting Artikel 5 1. Het Longfonds informeert de aanvragende Organisaties zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen tien maanden na de uiterste inleverdatum (zie art. 3, lid 3) voor het indienen van de definitieve aanvraag, over de besluitvorming. 2. Een subsidietoekenning geldt voor de werkelijk gemaakte kosten van het project op lumpsum-basis (zie bijlage A), volgens de in de toekenningsbrief vermelde maxima. Aan het verlenen van een subsidie kunnen nadere voorwaarden worden verbonden. 3. Toegekende Subsidies staan vast voor een bepaalde periode waarin in principe geen aanspraak kan worden gemaakt op extra gelden bij wijzigingen, zoals CAO-verhogingen voor universiteiten en ziekenhuizen. 4. Subsidie wordt slechts verstrekt indien de aanvragende Organisatie naar het oordeel van het Longfonds aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële middelen met inbegrip van de Subsidie redelijk en voldoende zullen zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren. 5. Aan het verlenen van een Subsidie of voorschotten door het Longsfonds kunnen geen rechten worden ontleend door een Organisatie of derden noch bij de subsidievaststelling noch bij een volgende subsidieaanvraag. 6. Uiterlijk zes maanden nadat een aanvraag is gehonoreerd, dient het Onderzoeksproject van start te zijn gegaan. Het Longfonds dient schriftelijk geïnformeerd te worden door de Organisatie over de werkelijke startdatum van het Onderzoeksproject. De werkelijke startdatum en is bepalend voor de start van het Onderzoeksproject en daarmee voor de start van de financiering (zie tevens lid 9 van dit artikel). 7. De subsidietoezegging vervalt indien het Onderzoeksproject niet binnen de termijn van zes maanden is gestart. In bijzondere gevallen kan deze termijn door het Longfonds worden verlengd. In dat geval dient de aanvragende Organisatie binnen de eerder genoemde zes maanden schriftelijk aan het Longfonds aannemelijk te hebben gemaakt door welke omstandigheden een start binnen zes maanden onmogelijk is. 8. Het Longfonds dient in het geval van vergunningplichtig bevolkingsonderzoek, voordat het Onderzoeksproject kan gaan starten - een afschrift van de vergunning op grond van de W et op het bevolkingsonderzoek (Wbo) te hebben ontvangen van de aanvragende Organisatie. 9. Indien voor de uitvoering van het projectvoorstel een definitieve akkoordverklaring van een Medisch Ethische Commissie en/of de Dier Experimenten Commissie, en/of de CCMO is vereist, dan dient het Longfonds vòòr de start van het Onderzoeksproject een afschrift van deze verklaring te hebben ontvangen. 10. Het Longfonds ontvangt zo spoedig mogelijk - vòòr de start van het Onderzoeksproject - het ‘bevoorschottingsformulier’ retour met daarop de gegevens van de aanvragende Organisatie(s), gegevens van de aangestelde onderzoekers en de werkelijke startdatum.
5
11. 12.
13.
14. 15.
De betalingen aan de aanvragende Organisatie gaan pas van start, als de bovengenoemde akkoordverklaring(en) in bezit is/zijn van het Longfonds. Nadat een aanvraag is gehonoreerd en is voldaan aan de eventueel nader gestelde voorwaarden én nadat het Longfonds schriftelijk bericht heeft ontvangen van de werkelijke startdatum (via het ‘bevoorschottingsformulier’), kan het Longfonds op verzoek van de Organisatie voorschotten verstrekken tot een maximum van het goedgekeurde budget per projectjaar. Voor Onderzoeksprojecten met een Subsidie boven € 25.000,-- geldt een bevoorschottingsmethodiek. Bij toekenning wordt een normaliter een kwartaalbedrag vastgesteld aan de hand van de ingediende begroting, op basis van de totale projectsom en de looptijd. Dit bedrag wordt per kwartaal uitbetaald aan de aanvragende Organisatie, ongeacht de hoogte van de in dat kwartaal gemaakte kosten. Het eerste kwartaalbedrag wordt uitgekeerd bij aanvang van het Onderzoeksproject. De laatste betaling van de Subsidie wordt pas uitbetaald nadat aan alle voorwaarden zijn voldaan: zie punt 19 van dit artikel. Bij het eindverslag dient een gespecificeerde controleverklaring te worden ingeleverd door de aanvragende Organisatie (zie bijlage C). De hieraan verbonden kosten worden geacht te zijn inbegrepen in de Subsidie. De hoogte en het tempo van de bevoorschotting kunnen door het Longfonds anders worden vastgesteld, hiervan wordt schriftelijke mededeling gedaan aan de aanvragende Organisatie. Voor Onderzoeksprojecten met een subsidie onder de € 25.000,-- geschiedt uitbetaling op basis van ingediende declaraties. Het Longfonds betaalt geen BTW over subsidiebedragen. Het uitbetaalde Subsidiebedrag is derhalve altijd inclusief eventuele verschuldigde omzetbelasting.
Benchfee: 16. Per onderzoeker, aangesteld op een Onderzoeksproject, dient een benchfee van maximaal € 5.000,te worden opgenomen in de begroting. Dit geldt voor promovendi (uitgaande van een vierjaarsaanstelling) en voor senior wetenschappelijk medewerkers (uitgaande van een tweejaarsaanstelling). Bij een aanstellingsduur korter dan vier respectievelijk twee jaar, wordt de benchfee proportioneel toegekend. Onder de benchfee vallen de kosten voor congresbezoek (reissubsidies), drukkosten proefschrift, kosten voor werkbezoek en publicatiekosten. De voorwaarden voor het benutten van deze post voor reiskosten, drukkosten proefschrift, werkbezoek en publicatiekosten zijn te vinden op de website van het Longfonds (www.research.longfonds.nl). a. Congresbezoek: De kosten voor congresbezoek vallen onder de benchfee. Onderzoekers dienen aan te geven als zij van deze post gebruik wensen te maken. Het Longfonds heeft formulieren inclusief richtlijnen ter beschikking gesteld via de research-website (www.research.longfonds.nl). Voor de verslaglegging van congresbezoeken stuurt de betrokken onderzoeker binnen één maand na terugkeer van het bezoek aan het Longfonds het volgende toe: • een inhoudelijk verslag (max. drie A4) van het congresbezoek in het Engels. Daarnaast vragen we om een Nederlandse samenvatting in lekentaal; • een kopie van de inschrijvingskosten; • een overzicht/kopieën van de reis- en verblijfkosten (hotel, vlucht); • een overzicht met bijdragen van derden (indien van toepassing). Het Longfonds kan besluiten om het verslag in overleg met de betrokken onderzoeker te publiceren op de research website (www.research.longfonds.nl ). b. Proefschriften: Ook voor het benutten van de benchfee voor de kosten van het drukken van een proefschrift vallen heeft het Longfonds voorwarden opgesteld. De aanvraagformulieren en richtlijnen zijn te vinden op de research-website (www.research.longfonds.nl). Begroting en uitbetaling 17. Binnen een Onderzoeksproject mogen budgetten worden uitgewisseld. Uitgangspunt blijft wel dat voor de volledige projectduur wetenschappelijk personeel wordt aangesteld, tenzij bij aanvang van het Onderzoeksproject anders is overeengekomen. Voor ingrijpende materiële wijzigingen in de begroting dient het Longfonds voorafgaand geraadpleegd worden. Voorwaarde is dat het Onderzoeksproject inhoudelijk niet aan kwaliteit inboet, door het Longfonds te bepalen aan de hand van voortgangsverslagen, en dat het totaal toegekende budget niet wordt overschreden. 18. Voor (lopende) Onderzoeksprojecten hoeft geen jaarlijkse door een accountant gewaarmerkte verklaring te worden overlegd, wel dient jaarlijks een (intern) financieel overzicht aan het Longfonds te worden verstrekt. Indien het Longfonds dat nodig acht kan in individuele gevallen om een controleverklaring gevraagd worden. 6
19.
20.
21.
22.
Voor Onderzoeksprojecten met een totaal Subsidiebedrag van € 50.000,-- of hoger dient de Organisatie direct na afloop van het Onderzoeksproject een door haar accountant gewaarmerkte verklaring te overleggen, waarin is opgenomen dat de door het Longfonds beschikbaar gestelde middelen zijn ingezet voor het betreffende Longfonds Onderzoeksproject (zie bijlage C). Bijlage C is een modelverklaring voor eindrapportages: het gaat hier om één controleverklaring per Onderzoeksproject. Bij verleende Subsidies kleiner dan € 50.000,-- is geen controleverklaring nodig, maar wel een specificatie van de personele en materiële kosten. De bevoorschotting wordt gecontinueerd op basis van de ontvangst en goedkeuring door het Longfonds van de in artikel 6, lid 3 bedoelde voortgangsrapportage per projectjaar. Als de voortgang onvoldoende is kan de bevoorschotting (tijdelijk) worden stopgezet door het Longfonds. Eventueel wordt het bevoorschottingsbedrag door het Longfonds aangepast als de rapportage daartoe aanleiding geeft. Bij het stopzetten of niet doorgaan van een Onderzoeksproject kan het reeds betaalde voorschotbedrag worden teruggevorderd van de aanvragende Organisatie door het Longfonds. (Zie art. 18 punt 1). Voor projectsubsidies toegekend vanaf 2014 wordt 10% van de totaal toegekende Subsidie pas uitbetaald door het Longfonds na ontvangst en goedkeuring van het eindverslag, de eindafrekening en de controleverklaring, als bedoeld in artikel 15.
Paragraaf V, overige verplichtingen van de subsidieverkrijgende Organisatie Artikel 6 1. De Organisatie van de Projectleider/ Hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor het goede verloop van het Onderzoeksproject overeenkomstig het door het Longfonds goedgekeurde plan. De Wetenschappelijke Advies Commissie van het Longfonds ziet toe op de uitvoering van Onderzoeksprojecten (“monitoring”). 2. Het Longfonds kan ten behoeve van het Onderzoeksproject een begeleidingscommissie instellen. Het Longfonds bepaalt de samenstelling, doelstelling, taken en bevoegdheden van deze commissie. Projectleiders dienen alle benodigde informatie aan de begeleidingscommissie te overleggen. Monitoring – rapportages 3. Projectleiders schrijven voortgangsverslagen. Vanaf de startdatum van het Onderzoeksproject dienen zij iedere 12 maanden - tenzij anders bepaald is - een voortgangsrapportage in. Rapportages dienen in zowel digitale als papieren, ondertekende versie te worden ingeleverd. In een voortgangsverslag rapporteert de Projectleider over het verloop van het Onderzoeksproject en de resultaten van de voorafgaande periode. Het Longfonds zal hiervoor tijdig de benodigde formulieren opsturen en de exacte termijnen vermelden waarbinnen de rapportage ingediend moet zijn. 4. Halverwege de looptijd van het Onderzoeksproject worden de Projectleider(s) uitgenodigd om de voortgang te presenteren aan (een deel van) de Wetenschappelijke Advies Commissie van het Longfonds. Data en locatie zullen tijdig worden afgestemd. Overigens is het Longfonds gerechtigd om op ieder gewenst moment informatie te vragen over de uitvoering en voortgang van het Onderzoeksproject, ook door middel van werkbezoeken. Projectleiders kunnen daarnaast ook tussendoor worden uitgenodigd een presentatie te verzorgen voor de Wetenschappelijke Advies Commissie, begeleidingscommissie of werkgroep. 5. Voor schriftelijke voortgangsrapportages geldt een rapportagetermijn van 1 maand. Voor schriftelijke eindrapportages geldt dat deze binnen 3 maanden na de vastgestelde einddatum bij het Longfonds ingeleverd dienen te zijn. Alle rapportages dienen aan de gebruikelijke wetenschappelijke maatstaven te voldoen (artikel 6 lid 7). Bij de beoordeling van de voortgangsrapportages zullen de behaalde resultaten worden vergeleken met de tevoren opgegeven doelen. De Projectleider is er verantwoordelijk voor dat de doelen gehaald worden. Voor bijstelling van de doelen of voor andere wijzigingen moet altijd eerst toestemming van het Longfonds gevraagd worden. 6. Voor klinische studies gelden nieuwe regels voor het rapporteren over de voortgang van de recrutering. In verband met veel voorkomende inclusieproblemen bij klinische studies heeft het Longfonds besloten om de voortgang van de inclusie nadrukkelijker volgen. Daarom zullen de Projectleiders van klinische studies elk kwartaal de stand van zaken omtrent de inclusie moeten rapporteren aan het Longfonds. 7. Na afloop van het Onderzoeksproject wordt een eindrapportage ingediend op een door het Longfonds beschikbaar gesteld formulier ‘Final Report’. Het Longfonds ontvangt van het Formulier ‘Final Report’ een digitaal exemplaar én een door de Projectleider ondertekende versie per post.
7
• • •
• • •
8. 9.
10.
11.
De formulieren voor het indienen van voortgangsverslagen en het eindrapport omvatten o.a. de volgende onderdelen: De oorspronkelijke vraagstelling; Een beschrijving van het verloop van het Onderzoeksproject en de gehanteerde methoden en technieken; hierbij dient men ook aan te geven (voor zover van toepassing) waarin men is afgeweken van het oorspronkelijke werkplan. Deliverables, resultaten en conclusies. Indien deze zijn beschreven in (concept) publicaties kan hiernaar ook worden verwezen, mits de betreffende manuscripten of publicaties worden bijgevoegd. Ongepubliceerde manuscripten worden te allen tijde als vertrouwelijke informatie behandeld, maar kunnen wel naar referenten en/of rapporteurs worden gestuurd in het kader van de beoordeling van het verslag. De betekenis voor en toepassing in de zorg en preventie van longziekten. Een overzicht van de direct uit het gesubsidieerde Onderzoeksproject voortgekomen of te verwachten publicaties. Naast een wetenschappelijke rapportage vraagt het Longfonds om een Nederlandse samenvatting over de voortgang op een begrijpelijke manier voor leken. Deze lekensamenvatting is onderdeel van het voortgangsrapportageformulier en is ervoor bedoeld om patiënten, donateurs en andere geïnteresseerden op de hoogte te houden van de voortgang van het Onderzoeksproject. Uit de voortgangs- en eindrapportages dient duidelijk te blijken welke inspanningen zijn verricht om de kennisbenutting van de projectresultaten te bevorderen. Ingeval van een proefschrift door de Organisatie dient één maand na het drukken van het proefschrift 6 exemplaren ter beschikking van het Longfonds te worden gesteld, alsmede een elektronische versie van de Nederlandse samenvatting (bij voorkeur op één A4) ten behoeve van publieke informatie. De kosten van het drukken van een proefschrift vallen onder de benchfee. De subsidieverkrijgende Organisatie stemt ermee in dat gegevens uit de projectaanvraagformulieren, voortgangsverslagen en eindrapporten door het Longfonds mogen worden opgenomen in een openbare projectverantwoording. Het Onderzoek wordt in de Organisatie verricht door en/of onder leiding van de Projectleider. De Organisatie en de Projectleider staan er jegens het Longfonds voor in dat steeds voldoende (Onderzoeks)medewerkers met adequate kwalificaties, ervaring en deskundigheid beschikbaar zullen zijn ten behoeve van het Onderzoek, en dat voorts alle andere al dan niet direct bij het Onderzoek betrokken derden de verplichtingen voortvloeiende uit deze Overeenkomst, voor zover voor hen relevant, nauwgezet en volledig zullen naleven.
Artikel 7 Kennisbenutting Het Longfonds streeft ernaar dat haar uitgaven voor de door haar gesubsidieerde Onderzoeksprojecten van wetenschappelijk onderzoek een maximaal nuttige besteding vormen van de haar door donateurs en anderen ter beschikking gestelde gelden. De uitkomsten van de door haar ondersteunde Onderzoeksprojecten dienen een doelmatige bijdrage te leveren voor de uiteindelijke toepassing van de dankzij haar gegenereerde kennis. De doelmatigheid van die bijdrage wordt gerealiseerd door mogelijk toepassingsgericht vervolgonderzoek en/of door actieve kennisbenutting - professionele “technology transfer” (utilisatie) in samenwerking met geïnteresseerde partners - danwel op z’n minst “implementatie” in de zorgketen. Het Longfonds stelt zich deze nuttige besteding respectievelijk kennisbenutting ten doel niet alleen ten behoeve van individuele patiënten, maar ook om de resultaten van het Onderzoek in den brede ten goede te laten komen aan de verbetering van de Nederlandse gezondheidszorg en de patiënt van morgen. Teneinde deze doelstellingen ook daadwerkelijk en meetbaar te kunnen concretiseren verlangt het Longfonds dat de door haar gesubsidieerde Organisaties, Projectleiders en onderzoekers zich nadrukkelijk en actief richten op de hiervoor genoemde kennisbenutting. Hieronder wordt aangegeven hoe dit volgens het Longfonds dient te worden bereikt. 1. De gesubsidieerde Organisaties, Projectleider en onderzoekers dienen te allen tijde, maar met name bij het opstellen van de voortgangsverslagen en het eindrapport alert te zijn op en actief na te gaan: a. of het gesubsidieerde Onderzoek qua resultaten zodanig beloftevol is dat er een noodzaak bestaat voor verder toepassings-gerichte vervolgonderzoek (zulks in nauw overleg met het Longfonds), en/of b. dat de resultaten van dat Onderzoek al zodanig concreet zijn dat onderzocht zou moeten worden of ze met het oog op de mogelijkheid van kennisbenutting geoctrooieerd danwel anderszins beschermd zouden moeten worden.
8
2.
3.
Zodra de noodzaak van een toepassingsgericht vervolgonderzoek en/of bescherming van een dergelijke “octrooiwaardige” vinding zich voordoet, dienen de gesubsidieerde Organisaties, de Projectleider en/of de betrokken onderzoekers het Longfonds daarvan onverwijld schriftelijk op de hoogte te stellen zodat de noodzakelijke activiteiten tijdig kunnen worden ingezet. Deze activiteiten kunnen bestaan uit het na overleg met het Longfonds doen onderzoeken van de octrooieerbaarheid van die vinding en/of het aanvragen van subsidie voor vervolgonderzoek bij het Longfonds danwel een andere subsidiegever. De voortgangs- en eindrapportages dienen zodanig beschreven te worden dat hieruit voor het Longfonds en de W etenschappelijke Advies Commissie blijkt of er mogelijkheden zijn om een traject voor kennisbenutting in te zetten. In het specifieke geval van mogelijkheden voor octrooiering, geldt het volgende. Zolang het Longfonds in het geval van een octrooiwaardige vinding beschermingsmaatregelen overweegt zullen de gesubsidieerde Organisatie, de Projectleider en de onderzoekers nauwlettend de aanwijzingen van het Longfonds volgen en zullen zij niet zonder schriftelijke toestemming van het Longfonds overgaan tot het al dan niet vroegtijdig over het relevante onderwerp vertonen van een poster of het houden van een voordracht op congressen, laat staan het insturen van conceptpublicaties. Dit omdat daarmee de mogelijkheden van kennisbenutting ten behoeve van de patiënten respectievelijk de samenleving zouden worden gedwarsboomd. Het Longfonds zal posters, voordrachten of andere publicaties die betrekking hebben op de resultaten van het Onderzoek, niet langer vertragen dan 3 (drie) maanden. Nadat een vinding is vastgelegd in een octrooiaanvraag zal het Longfonds met de Projectleider in overleg treden over de concrete mogelijkheden van kennisbenutting (“technology transfer”) van die vinding. De business development van de vinding zal in nauw overleg met het Longfonds worden ondernomen. Eventuele opbrengsten van de hieruit volgende kennisbenutting zullen in eerste instantie toevallen aan het Longfonds en eventuele co-subsidiënten. Daarna zullen deze besluiten in welke mate de onderzoeksgroep van de Projectleider een billijk aandeel dient te krijgen van de netto inkomsten (na betaling van octrooi- en andere kosten en uitgaven) ten behoeve van vervolgonderzoek. Het Longfonds kan samen met Projectleiders bijeenkomsten/symposia organiseren, waarin onderdelen uit het programma worden belicht en besproken. Ook worden Onderzoeksprojecten in de regel afgesloten met een presentatie, bijvoorbeeld in de vorm van een conferentie over de behaalde resultaten. Projectleiders dienen hieraan hun medewerking te verlenen waarbij artikel 8 lid 2 van toepassing blijft. Dit geldt ook voor overige activiteiten in het kader van een communicatie- en implementatieplan van het Onderzoeksproject.
Artikel 8 Communicatie en publicatie 1. Van de Organisatie wordt verwacht dat zij, na instemming van en in overleg met het Longfonds over de inhoud en planning presentaties over haar projecten verzorgt en artikelen dan wel berichten in praktijktijdschriften, wetenschappelijke tijdschriften, en de algemene pers publiceert. Hierbij blijft artikel 8, lid 2 van toepassing. Alleen indien het Longfonds in de publicatie is vermeld als subsidiegever, zal de betrokken publicatie worden meegeteld als uitkomst van het Onderzoeksproject. Het Longfonds ontvangt van iedere publicatie een digitaal exemplaar, tenzij anders overeengekomen. Het Longfonds zal op haar research website een link maken naar (de abstract van) gepubliceerde artikelen. In voorkomende gevallen zal hier extra aandacht aan besteed kunnen worden. 2. Na beëindiging van het Onderzoeksproject of wanneer de gegevens van het Onderzoek daartoe geschikt zijn (naar redelijk oordeel van het Longfonds), mag de Organisatie de gegevens die uit het Onderzoek afkomstig zijn, voorbereiden voor publicatie. Om ervoor te zorgen dat het Longfonds waar nodig opmerkingen en suggesties kan aanbrengen, wordt een voorgestelde publicatie door de Organisatie minimaal vijftien (15) kalenderdagen voorafgaand aan publicatie, openbare distributie of beoordeling door een publicatiecomité, ingediend bij het Longfonds. 3. De Organisatie dient alle redelijke opmerkingen van het Longfonds met betrekking tot een voorgestelde publicatie, in de publicatie op te nemen. Na de periode voor beoordeling van een voorgestelde publicatie, zoals beschreven in lid 2 hierboven, heeft het Longfonds het recht om de Organisatie te verzoeken om de publicatie maximaal drie (3) maanden vanaf de datum van eerste indiening aan het Longfonds uit te stellen, om het Longfonds in de gelegenheid te stellen stappen te ondernemen om zijn eigendomsgegevens en/of intellectuele eigendomsrechten en knowhow te beschermen. De Organisatie zal niet ongegrond haar goedkeuring onthouden aan een dergelijk verzoek. 9
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
In voorkomende gevallen kan het Longfonds bij toekenning van de Subsidie bepalen dat openbaarmaking van de resultaten van een Onderzoeksproject door de Organisatie, niet geschiedt binnen een door het Longfonds te bepalen periode van maximaal drie maanden na ontvangst van de resultaten door het Longfonds. In iedere publicatie, voordracht of poster over het gesubsidieerde Onderzoeksproject zal duidelijk worden vermeld dat het Onderzoek tot stand kwam met financiële steun van het Longfonds (Lung Foundation Netherlands). Voor voordrachten en posters kan het digitale Longfonds logo worden opgevraagd bij het bureau van het Longfonds via
[email protected]. Het Longfonds kan besluiten de publicatie in een speciale reeks op te nemen met inachtneming van artikel 8 lid 2. Over de voorbereiding en afwikkeling van een en ander overlegt het Longfonds tijdig met de Organisatie. Indien de Organisatie de resultaten van het Onderzoeksproject in de publiciteit wil brengen, door middel van een persbericht, persconferentie, radio, televisie, internet of anderszins, dient vooraf overleg plaats te vinden met de afdeling communicatie van het Longfonds. De inhoud van een persbericht dat betrekking heeft op de organisatie of activiteiten van het Longfonds heeft de goedkeuring van het Longfonds nodig. De Organisatie ziet er op toe dat in alle gevallen duidelijk wordt vermeld dat het Onderzoeksproject tot stand kwam met financiële steun van het Longfonds. Het staat het Longfonds vrij, na afstemming met de Organisatie, in haar communicatie informatie over de aard en de voortgang van het Onderzoeksproject naar buiten te brengen, zodanig dat wetenschappelijke publicatie en eventuele gevolgen voor de kennisbenutting niet gehinderd wordt. Het Longfonds ziet er op toe dat in alle gevallen duidelijk wordt vermeld door wie en in welke Organisatie het Onderzoeksproject is uitgevoerd. Indien sprake is van geheime of vertrouwelijke gegevens dienen bij publicatie de nodige beperkingen in acht te worden genomen door zowel de subsidiegever als de subsidienemer. Hiermee wordt bedoeld: geen vrije verspreiding van die vertrouwelijke gegevens in welke vorm dan ook. De informatie kan op aanvraag worden verstrekt door de organisatie die de gegevens geheim/vertrouwelijk wil houden. Indien de Organisatie niet tot publicatie van de projectresultaten wenst over te gaan, is het Longfonds gerechtigd na overleg tot publicatie over de projectresultaten over te gaan. Bij elke publicatie wordt aangegeven wie de uitvoerder(s) en financier(s) zijn geweest. Indien een subsidie gericht is of mede gericht is op de totstandkoming van een werk als bedoeld in artikel 10, onder 1°, van de Auteurswet 1912, draagt de subsidieverkrijgende Organisatie er zorg voor 1 auteursrechthebbende te zijn ter zake van dat werk. De resultaten van Longfonds-Onderzoeksprojecten dienen zonder verdere vergoeding voor de subsidieverkrijgende Organisatie ter beschikking te komen van de Nederlandse bevolking dan wel van andere projecten op hetzelfde terrein. De Organisatie verklaart zich bereid om -ook na afronding van het Onderzoeksproject- volledige medewerking te verlenen aan door het Longfonds op te stellen enquêtes, overzichten, wervingsbrieven voor donateurs enz. over het project en de behaalde resultaten. Middels aanvaarding van een subsidie voor onderzoek dat resulteert in auteursrechtelijk werk en/of databanken, geeft de (Organisatie van de) auteursrechthebbende respectievelijk de producent van de databank(en) toestemming voor het volgende: “Het Longfonds kan ter bevordering van de kennisoverdracht van onderzoeksresultaten nadere voorwaarden stellen omtrent de auteursrechten en eigendomsrechten op databanken die in het kader van het onderzoek worden gecreëerd. Databanken met bijbehorende toelichting worden in elk geval - dus ook in geval hierop geen eigendomsrechten van het Longfonds rusten - op door het Longfonds aan te geven wijze beschikbaar gesteld voor gebruik door andere wetenschappelijk onderzoekers.” Het Longfonds kan dus nadere eisen stellen aan het beschikbaar stellen van gegevensverzamelingen ten behoeve van een intensiever en efficiënter gebruik van deze gegevens.
1
Het kan voorkomen dat de subsidie wordt verstrekt (mede) om een bepaalde publicatie tot stand te brengen. Indien de subsidieontvanger de totstandkoming van een dergelijk werk uitbesteedt aan derden kan over het auteursrecht discussie ontstaan. In de praktijk komt het voor dat er bij publicatie (onvoorziene) problemen ontstaan doordat die derden beroep op hun auteursrecht doen. Om dergelijke problemen te voorkomen is deze bepaling opgenomen. Het verplicht de subsidieontvanger om met degenen die bij de totstandkoming van een werk worden ingeschakeld uitdrukkelijk overeen te komen dat het auteursrecht komt te berusten bij de opdrachtgever, in casu de subsidieontvanger.
10
Artikel 9 Aansprakelijkheid en Verzekering 1. De Organisatie vrijwaart het Longfonds voor de schade die die het gevolg is van de niet-naleving van de in deze Toekenningsvoorwaarden 2014 en bijlagen opgenomen verplichtingen en/of aan grove onzorgvuldig/nalatig handelen door de Organisatie en/of de Projectleider en/of haar medewerkers. 2. De Organisatie vrijwaart het Longfonds voor aanspraken van derden ter zake van alle schade die zij lijden ten gevolge van de verrichte activiteiten en de daarmee samenhangende door of vanwege de Organisatie verspreide publicaties. 3. Het Longfonds is nimmer aansprakelijk voor in het Onderzoek veroorzaakte schade door dood of letsel van proefpersonen die zich openbaart gedurende deelname en/of na beëindiging van de proefpersoon aan het Onderzoek. 4. Het Longfonds is nimmer aansprakelijk voor enige indirecte schade, gevolgschade of enige andere bijkomstige schade (waaronder, maar niet gelimiteerd tot gederfde omzet of winst, verlies van data, verlies van het gebruik van apparatuur) geleden door de Organisatie, diens werknemers, proefpersonen, patiënten of derden. 5. De Organisatie en de Projectleider zijn verplicht om zich, in het kader van het Onderzoek, adequaat te verzekeren tegen door het Onderzoek veroorzaakte schade door dood of letsel van proefpersonen die zich openbaart gedurende deelname van de proefpersoon aan het onderzoek of na beëindiging van diens deelname aan het Onderzoek. 6. De verzekering dient te voldoen aan de eisen die daaraan worden gesteld op grond van de W et Medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) en het Besluit verplichte verzekering bij Medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. 7. Het Onderzoek wordt door de Organisatie en Projectleider zelf geïnitieerd en gemonitord, het Longfonds treedt nimmer op als sponsor in de zin van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO). 8. De Organisatie en de Projectleider dienen hun overige aansprakelijkheidsrisico’s voldoende te verzekeren en verzekerd houden, waaronder begrepen verzekering van haar roerende en onroerende goederen tegen het risico van diefstal en brand alsmede tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden, alsmede verzekering voor vrijwilligers, die werkzaamheden verrichten in het kader van de gesubsidieerde activiteiten. Artikel 10 De Organisatie zorgt er voor dat de Subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor deze wordt verleend. Artikel 11 1. De subsidieverkrijgende Organisatie zorgt er voorts voor dat: a) de administratie op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd; b) aan alle ontvangsten en uitgaven deugdelijke bewijsstukken, waaruit de aard en de omvang van de geleverde goederen of van verrichte diensten duidelijk blijken, aanwezig zijn. 2. Baten en lasten van een Onderzoeksproject die door middel van interne en externe doorberekeningen worden toegerekend, worden bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend. 3. Vergoedingen die de subsidieverkrijgende Organisatie ten laste van het Onderzoeksproject betaalt van of aan derden, vanwege geleverde diensten of goederen zijn niet hoger dan bedrijfseconomisch verantwoord en maatschappelijk gangbaar. Artikel 12 1. De Organisatie verstrekt aan de door het Longfonds aangewezen personen op hun verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak. De bescheiden worden op één adres getoond en de inlichtingen, op verzoek, schriftelijk verstrekt. Zonodig verstrekt de Organisatie de verlangde gegevens op zodanige wijze dat deze niet tot personen herleidbaar zijn, opdat geen inbreuk gemaakt kan worden op het recht van de betreffende personen op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. 2. Ook anderszins wordt door de Organisatie zoveel mogelijk medewerking verleend teneinde de door het Longfonds aangewezen personen in staat te stellen hun taak op een juiste wijze te vervullen.
11
Artikel 13 De Organisatie doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Longfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de Subsidie. Daarbij worden alle relevante stukken aan het Longfonds overlegd, (zie ook artikel 5 lid 6 en artikel 4 lid 4).
Paragraaf VI, afrekening Artikel 14 1. Binnen drie maanden na afloop van het Onderzoeksproject dient de Organisatie een verantwoording in. De verantwoording bestaat uit: a. de eindrapportage (via het formulier ‘Final Report’ van het Longfonds), bedoeld in artikel 6, lid 7; b. een eindspecificatie (met een controleverklaring conform model C bij een subsidiebedrag van € 50.000,-- en hoger). c. indien de verantwoording is ondertekend door een of meer andere personen die op grond van de statuten bevoegd zijn de subsidieverkrijgende Organisatie te vertegenwoordigen: een afschrift van de volmacht op grond waarvan de verantwoording door die andere persoon of personen is ondertekend. 2. De eindspecificatie geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de aanwending en de besteding van de subsidie door de Organisatie en geeft de nodige informatie om de Subsidie vast te stellen. De specificatie sluit aan op de indeling van de bij de aanvraag ingediende begroting. Belangrijke verschillen tussen specificatie en begroting dienen door de Organisatie te worden toegelicht in de eindspecificatie. Een eindspecificatie dient voorts voldoende inzicht te geven in het verschil tussen de met de gefinancierde activiteiten samenhangende werkelijke lasten, voorzover opgenomen in een door het Longfonds goedgekeurde begroting en de met de gefinancierde activiteiten samenhangende baten.
Artikel 15 1. De eindspecificatie gaat vergezeld met een rapportage (formulier ‘Final Report’) omtrent de naleving van de toekenningsvoorwaarden door de Organisatie, opgesteld door de accountant overeenkomstig een door het Longfonds vast te stellen protocol, dat als bijlage B bij deze voorwaarden is opgenomen en met gebruikmaking van de in bijlage C opgenomen model-controleverklaring. 2. De Organisatie draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens het Longfonds in te stellen onderzoek naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de Subsidie. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien het totaal van de door het Longfonds verleende subsidie minder dan € 50.000,-- bedraagt. In dat geval dient alleen een specificatie van de personele en materiële kosten te worden meegezonden met het formulier ‘Final Report’. Artikel 16 Binnen drie maanden na ontvangst van de totale verantwoording, zoals vastgelegd in artikel 15 lid 1, wordt de Subsidie definitief vastgesteld door het Longfonds.
Paragraaf VII, Beëindiging Artikel 17 1. De Organisatie dient het Longfonds te informeren als de Projectleider zijn dienstverband bij de Organisatie beëindigt of geen connectie meer heeft met de Organisatie of op andere wijze niet meer beschikbaar is als de Projectleider. In een dergelijk geval dient de Organisatie alle redelijke pogingen te ondernemen om een vervanging te vinden die acceptabel is voor zowel de Organisatie als het Longfonds, met inachtneming van de doorslaggevende verplichtingen van de Organisatie ten aanzien van personen die deelnemen aan medisch-wetenschappelijke onderzoeken en individuele patiëntenzorg. Als er geen wederzijds acceptabele vervanging kan worden gevonden, waarbij een door de Organisatie voorgestelde vervanging niet op onredelijke gronden wordt onthouden door het Longfonds, is het Longfonds gerechtigd haar verplichtingen opschorten of de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie met de Organisatie waarvan deze Toekenningsvoorwaarden 2014 deel uit maken te beëindigen.
12
2.
3.
4.
5.
Het Longfonds is gerechtigd deze overeenkomst voor het toekennen van Subsidie na schriftelijke kennisgeving aan de Organisatie met onmiddellijke ingang te beëindigen en de reeds verstrekte bedragen terug te vorderen na elke wezenlijke schending van, of het nalaten te voldoen aan, de voorwaarden van overeenkomst voor het toekennen van Subsidie en/of de Toekenningsvoorwaarden 2014, door de Organisatie, de Projectleider, diens medewerkers en/of derden, waarbij een dergelijke schending of nalatigheid, indien deze hersteld kan worden, niet binnen dertig (30) dagen hersteld is na kennisgeving door het Longfonds die een dergelijk herstel vereist. Onverminderd het in lid 2 van dit artikel bepaalde is het Longfonds gerechtigd, indien er aanwijzingen zijn dat door of namens de Organisatie en/of Projectleider onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt of indien de in deze bepalingen vervatte voorschriften die het Longfonds aan het verlenen van de Subsidie heeft verbonden niet zijn nageleefd, de toezegging voor het verlenen van Subsidie te wijzigen dan wel intrekken, het verstrekken van subsidievoorschotten op te schorten of de Subsidie lager vaststellen. Iedere Partij mogen de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie na schriftelijke kennisgeving aan de andere Partijen met onmiddellijke ingang beëindigen in de volgende gevallen: als één van de Partijen is ontbonden; als één van de Partijen failliet is verklaard of als er een aanvraag tot faillissement tegen deze Partijen is aangevraagd. Het Longfonds is na beëindiging volgens lid 1 van dit artikel uitsluitend gehouden de redelijke kosten te vergoeden die de Organisatie tot op de datum van beëindiging aantoonbaar heeft gemaakt in verband met verrichte werkzaamheden, alsmede alle te betalen uitgaven na datum van beëindiging die voortkomen uit redelijke en noodzakelijke verplichtingen van de Organisatie voor de uitvoering van het Onderzoek. Het Longfonds is steeds gerechtigd de nog te vergoeden kosten te verrekenen met eventuele openstaande vorderingen van het Longfonds op de Organisatie.
Paragraaf VIII, slotbepalingen Artikel 18 1. De artikelen 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12 , 13, 14, 15, 18 en 19 van deze Toekenningsvoorwaarden 2014 blijven ook na beëindiging van de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie en eventuele aanvullingen, danwel van andere overeenkomsten die hieruit voortvloeien geldig. 2. Alle gegevens, knowhow alsmede overige informatie, die door Partijen in het kader van deze Toekenningsvoorwaarden 2014, de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie en eventuele aanvullingen, danwel van andere overeenkomsten die hieruit voortvloeien wordt uitgewisseld en een vertrouwelijk karakter heeft, danwel naar zijn aard als vertrouwelijk moet worden aangemerkt, zal door de ontvangende Partij vertrouwelijk worden behandeld en de ontvangende Partij zal daarbij tenminste dezelfde zorgvuldigheid in acht nemen, welke zij terzake van haar eigen vertrouwelijke informatie in acht behoort te nemen. 3. Op deze Toekenningsvoorwaarden 2014, de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie en eventuele aanvullingen, danwel van andere overeenkomsten die hieruit voortvloeien, is Nederlands recht van toepassing. 4. Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze Toekenningsvoorwaarden 2014, de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie en eventuele aanvullingen, danwel van andere overeenkomsten die hieruit voortvloeien en die niet in onderling overleg kunnen worden opgelost, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Utrecht. 5. De Organisatie is niet gerechtigd de rechten en verplichtingen uit deze Toekenningsvoorwaarden 2014, de overeenkomst voor het toekennen van Subsidie en eventuele aanvullingen, danwel van andere overeenkomsten die hieruit voortvloeien aan derden over te dragen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Longfonds 6. Alle bijlagen zijn onlosmakelijk aan deze Toekenningsvoorwaarden 2014 verbonden. 7. In geval van discrepantie tussen hetgeen in de tekst van deze Toekenningsvoorwaarden 2014 is bepaald en hetgeen in de tekst van de bijlagen staat, prevaleert hetgeen in de tekst van deze Toekenningsvoorwaarden 2014 is bepaald.
13
Bijlagen A, B, C, D A B C D
Richtlijnen voor het opzetten van de begroting Controleprotocol toekenningsvoorwaarden Controleprotocol toekenningsvoorwaarden – model controleverklaring t.b.v. eindrapportage Subsidietoekenning: een overzicht
14
Bijlage A, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Richtlijnen voor het opzetten van de begroting Het Longfonds is één van de gezondheidsfondsen die zich verenigd hebben in de ‘Samenwerkende GezondsheidsFondsen’ (SGF) (www.gezondheidsfondsen.nl). Ten aanzien van de financiering van wetenschappelijk onderzoek heeft de SGF zich sinds 2008 bereid verklaard om (zoveel mogelijk) te werken volgens de afspraken uit de overeenkomst tussen NWO en VSNU, beschreven in het ‘Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 2008’. Ook de NFU (namens UMC’s), KNAW en ZonMW hebben zich hierbij aangesloten. Deze overeenkomst tussen NWO en VSNU is te vinden om de research website van het Longfonds (www.research.longfonds.nl) Voor de bekostiging van wetenschappelijke onderzoeksprojecten met een Longfonds subsidie zal het Longfonds zoveel mogelijk volgens deze overeenkomst werken, maar hanteert op sommige punten haar eigen voorwaarden om aan het eigen organisatiebeleid te kunnen voldoen. De ‘Toekenningsvoorwaarden’ van het Longfonds zijn steeds leidend bij het opstellen van de begroting. Subsidieronde 2014 Voor de subsidieronde 2014 gelden richtlijnen ten aanzien van het opstellen van een begroting en het uitbetalen van de subsidie. Deze richtlijnen staan hieronder beschreven. A. Hoogte van de subsidie (consortium onderzoek) De maximale subsidie voor 2014 voor Onderzoeksprojecten binnen de subsidieronde voor consortium onderzoek is vastgesteld op € 850.000. Het vaststellen van de maximale Subsidie voor een Onderzoeksproject gebeurt op basis van de ingediende begroting door de Projectleider/ financiële administrateur. Hierbij wordt uitgegaan van de bedragen zoals deze zijn opgesteld in de uitgewerkte subsidieaanvraag (Grant Application). De definitieve Subsidie wordt vastgesteld na afloop van het Onderzoeksproject en gebeurt op basis van de eindafrekening en de controleverklaring van een accountant. B. Richtlijnen voor het opstellen van de begroting / te vergoeden kosten Als richtlijn voor het opstellen van de begroting gelden de afspraken uit het akkoord tussen de VSNU en NWO. Hierin zijn drie posten opgenomen, namelijk 1. personeelskosten, 2. materiele kosten en 3. benchfee. 1. personeelskosten Voor de personeelskosten wordt op grond van het akkoord tussen de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF) en NWO een vergoeding beschikbaar gesteld voor de looptijd van het Onderzoek voor het aanstellen van onderzoekers en/of ondersteunend personeel. Deze vergoeding wordt op het moment van toekenning berekend, uitgaande van de duur van de aanstelling(en). De vergoeding kan als volgt worden opgebouwd: a) een basis salarisbedrag uitgaande van de vastgestelde normen, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering; b) een opslag voor werkgeverslasten; c) een opslag voor overige personeelskosten; d) een ‘einde project vergoeding’ ten behoeve van eventuele verlengingen, (afkoop) wachtgeldlasten, bindingspremies, afwijkende inschalingen en dergelijke. Het Longfonds hanteert geen vaste CAO als uitgangspunt. De gesubsidieerde Organisaties kunnen zelf aangeven welke CAO gevolgd wordt. Als voorbeeld: 1a. Basis salaris Als basis salaris voor promovendi (en andere vergelijkbare functies) kan de cao-NU gevolgd worden. Voor promovendi wordt de vergoeding dan berekend op basis van een fulltime inzet in een periode van maximaal vier jaar.
15
Voor het salaris van de overige medewerkers, gedurende de gehele looptijd van het te financieren dienstverband, heeft de volgende inschaling de voorkeur: - Senior wetenschappelijk medewerker (waaronder postdocs en andere onderzoekers op vergelijkbaar niveau): schaal/trede 11.0 CAO-NU - NWP op MBO-niveau: schaal/trede 7.5 CAO-NU - NWP op HBO-niveau: schaal/trede 9.3 CAO-NU - NWP op academisch niveau: schaal/trede 11.2 CAO-NU Salarisniveau, percentage vakantietoeslag en percentage eindejaarsuitkering kunnen worden overgenomen uit de vastgestelde bedragen en percentages van uw meest actuele CAO. 1b. Opslag werkgeverslasten: Opslag werkgeverslasten kunnen worden opgevoerd in de begroting. Maak voor de percentages gebruik van uw meest actuele CAO. 1c. Opslag overige personeelskosten: Opslag overige personeelskosten kunnen worden opgevoerd in de begroting. Maak voor de percentages gebruik van uw meest actuele CAO. 1d. Einde projectvergoeding: De einde projectvergoeding kan worden opgevoerd in de begroting. Dit geldt niet bij een feitelijke aanstellingsduur van minder dan een jaar. Maak gebruik van de bedragen uit uw meest actuele CAO. 2. Materiële kosten De materiële kosten worden vergoed conform de in de subsidieverlening toegekende bedragen. Het betreft alleen de directe materiële kosten, voor zover aangevraagd en toegekend. De kosten voor infrastructuur (huisvesting, kantoorautomatisering) en overhead worden niet vergoed. Kosten voor apparatuur vervaardigd in eigen beheer kunnen vergoed worden indien dit tijdig is aangevraagd en vervolgens is toegekend door het Longfonds. 3. Benchfee Per onderzoeker, aangesteld op een onderzoeksproject, dient een benchfee van max. € 5.000,- te worden opgenomen in de begroting. Dit geldt voor promovendi (uitgaande van een vierjaarsaanstelling) en voor senior wetenschappelijk medewerkers (uitgaande van een tweejaarsaanstelling). Bij een aanstellingsduur korter dan vier respectievelijk twee jaar, wordt de benchfee proportioneel toegekend. Onder de benchfee vallen de kosten voor congresbezoek (reissubsidies), drukkosten proefschrift, kosten voor werkbezoek en publicatiekosten. Voor besteding van de post ‘benchfee’ moet een separate aanvraag worden ingediend. Dit betekent dat ook subsidies voor congresbezoek apart moeten worden aangevraagd. De voorwaarden voor het benutten van de benchfee voor congresbezoek en drukkosten van een proefschrift zijn te vinden op de website van het Longfonds (www.research.longfonds.nl). C. Bekostigingsmethodiek en betalingsritme van het Longfonds Het Longfonds gaat uit van lumpsum financiering van de projectkosten. Lumpsum financiering betekent een belangrijke vereenvoudiging van de administratie zowel aan de kant van de subsidiegever als aan de kant van de subsidieverkrijgende Organisatie. Gedurende de looptijd van het Onderzoeksproject kan soepel worden omgegaan met budgetten. Budgetten voor analytische ondersteuning kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor de aanstelling van een duurder personeel of een hoger materieel krediet voor het onderhavige Onderzoeksproject. Bij wijzigingen geldt zowel voor looptijd, personeel en budget dat het Longfonds direct geïnformeerd dient te worden. Uitgangspunt bij onderzoeksprojecten blijft dat voor de volledige projectduur wetenschappelijk personeel wordt aangesteld en dat de oorspronkelijke doelen behaald worden.
16
Samengevat: Het Longfonds kent voor consortia een maximale subsidie van € 850.000 (incl. benchfee) toe; Financiële administrateurs van een universiteit maken vooraf een begroting voor een Onderzoeksproject. Met behulp van de richtlijn genoemd onder punt B wordt hier de hoogte van de subsidie op afgestemd. Projectleiders dienen jaarlijks zowel een inhoudelijke rapportage en een financieel overzicht in, opgesteld door een (interne) financiële administrateur. Na afronding van een Onderzoeksproject ontvangt het Longfonds zowel een inhoudelijke eindrapportage, als een door een accountant gewaarmerkte financiële eindverantwoording. De 10% van de totaal toegekende Subsidie wordt pas uitbetaald na goedkeuring van zowel de inhoudelijke rapportage, als de financiële eindverantwoording. Eventuele afwijkingen in de financiële eindverantwoording, worden indien de afwijking meer dan 10% is als teveel betaalde subsidie teruggevorderd. De aanmelding van het wetenschappelijk personeel/de projectmedewerker is bepalend voor de start van het Onderzoeksproject en dus voor de start van de financiering. Op de subsidietoekenningen in 2014 zijn de op dat moment geldende bekende Nederlandse CAO’s van toepassing.
17
Bijlage B, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Controleprotocol Toekenningsvoorwaarden Longfonds In de brief waarmee de Subsidie is verleend, kunnen afwijkende en aanvullende subsidievoorwaarden zijn opgenomen. De accountant neemt van de inhoud van deze brief kennis en betrekt de naleving van de eventueel opgenomen nadere subsidievoorwaarden in de controle. De accountant stelt zijn verklaring op in overeenstemming met het in bijlage C opgenomen model. In de verklaring noemt de accountant de brief of brieven waarmee de subsidie is verleend. Als in de (eind)specificatie al melding wordt gemaakt van deze brieven, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke. Voor zover de Organisatie subsidievoorwaarden niet heeft nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn verklaring. Als de leiding van de Organisatie in de (eind)specificatie al melding maakt van de subsidievoorwaarden die niet zijn nageleefd, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke. Bij de controle op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidievoorwaarden, bedoeld in artikel 15 eerste lid van de Toekenningsvoorwaarden, plaatsvindt, besteedt de accountant aan de naleving van de hierna genoemde artikelen van die voorwaarden de daarbij aangegeven aandacht. Artikel 5, lid 2 11 14 15 17
Soort aandacht normale aandacht normale aandacht normale aandacht normale aandacht normale aandacht
Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant in acht neemt bij de controle van een jaarrekening. Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan bij de controle die normaal op een jaarrekening wordt uitgeoefend. Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij er op wordt toegezien of procedures in het leven zijn geroepen om te waarborgen dat aan de desbetreffende voorschriften wordt voldaan, of het volgen van die procedures leidt tot naleving van die voorschriften en of die procedures in feite zijn gevolgd. Aan de niet genoemde artikelen van de Toekenningsvoorwaarden behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten kennisneming van de Toekenningsvoorwaarden en de niet genoemde artikelen noodzakelijk is.
18
Bijlage C, behorende bij de Toekenningsvoorwaarden van het Longfonds Model gewaarmerkte accountantsverklaring behorende bij het Formulier
‘Final Report’ (eindrapportage)
CONTROLEPROTOCOL TOEKENNINGSVOORWAARDEN LONGFONDS
OP DIT MODEL MAG SLECHTS VOOR ÉÉN LONGFONDS- PROJECT TEGELIJK EEN VERKLARING WORDEN AFGEGEVEN.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Afgegeven ten behoeve van Astma Fonds Longstichting
Aan:
Opdracht Wij hebben het bijgevoegde en door ons gewaarmerkte ‘financieel verslag’ van te <statutaire vestigingsplaats> gecontroleerd. Het ‘financieel verslag’ is opgesteld onder 2 3 verantwoordelijk van het bestuur van de entiteit . Verantwoordelijkheid van het bestuur 5
4
6
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opstellen van het ‘financieel verslag’ in overeenstemming met de bepalingen van het ‘Handboek XXX’ en de nader gestelde verplichtingen in 7 de XXX. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanig interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen van het ‘financieel verslag’ mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over het ‘financieel verslag’ op basis van onze controle. W ij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol zoals opgesteld doorde .Astma Fonds Longstichting. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het ‘financieel verslag’ geen afwijkingen van materieel belang bevat.
2
Afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals ‘directie’, etc. 3 Afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals ‘vennootschap’, ‘vereniging’, ‘stichting’, etc. 4 Zie footnote 1 5 Zie footnote 1 6 Zie footnote 2 7 Zie footnote 1 19
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en toelichtingen in het ‘financieel verslag’. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste professionele oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat het ‘financieel verslag’ een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in 8 aanmerking die relevant is voor het opstellen van het ‘financieel verslag’ door de entiteit , gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de 9 effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit . Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor het ‘financieel verslag’. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel is het ‘financieel verslag’, aangevende het bedrag van € aan kosten en inkomsten, in alle van materieel belang zijnde aspecten in overeenstemming met de bepaling van het ‘Handboek XXX’ en de nader gestelde verplichtingen in de XXX. Overige aspecten – beperking in gebruik en verspreidingskring Het ‘financieel verslag’ is opgesteld om …..…….. in staat te stellen te voldoen aan het ‘Toekenningsvoorwaarden 2014’ van de Astma Fonds Longstichting. Het ‘financieel verslag’ hoeft derhalve niet geschikt te zijn voor andere doeleinden. Onze rapportage is louter bestemd voor de Astma Fonds Longstichting en dient niet te worden verspreid of te worden gebruikt door anderen dan de Astma Fonds Longstichting.
8 9
Zie footnote 2 Zie footnote 2 20
Bijlage D, Na toekenning van een subsidie: een overzicht Afbakening Deze bijlage D is een verkort en niet-uitputtend overzicht van de toekenningsvoorwaarden, de toekenningsvoorwaarden prevaleren altijd boven deze bijlage.
Correspondentie Het Longfonds kent aan elke onderzoeksvoorstel een projectnummer toe. Bij elke correspondentie met het Longfonds dient vermeld te worden: - Het projectnummer van het Longfonds; - De naam van de penvoerder. De penvoerder is de Hoofdaanvrager van de subsidie. Correspondentie die hier niet aan voldoet, kan niet in behandeling worden genomen. Correspondentie over een multicenter uitgevoerd onderzoek dient altijd via de in de Toekenningsbrief benoemde Hoofdaanvrager (penvoerder) te verlopen. Hij/zij is het officiële aanspreekpunt voor het Longfonds. Thema Onderzoeksvoorstellen kunnen alleen worden ingediend en toegekend indien deze passen binnen één van de drie thema’s van het Longfonds; preventie van longziekten; zorg en behandeling van longziekten; en/of longweefselherstel. Binnen elk thema heeft het Longfonds sub-thema’s benoemd. Deze sub-thema’s komen voort uit de onderzoeksagenda van het Longfonds, zie ook www.research.longfonds.nl Uitvoer van onderzoeksprojecten Het onderzoek dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde werkplan zoals weergegeven in de subsidieaanvraag - rekening houdend met eventuele aanbevelingen van de referenten en/of W etenschappelijke Advies Commissie van het Longfonds. Indien er wijzigingen ten opzichte van het originele werkplan noodzakelijk zijn om het onderzoek in de juiste richting te sturen, dienen deze altijd onmiddellijk, voorafgaand aan een wijziging, schriftelijk ter goedkeuring aan het Longfonds te worden voorgelegd. Het Longfonds laat zich bij het nemen van een besluit over goedkeuring van een voorgestelde wijziging, adviseren door haar W etenschappelijke Advies Commissie. Enkel na schriftelijke goedkeuring door het Longfonds mogen de wijzigingen worden doorgevoerd in het onderzoek. Subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat, indien van toepassing, het onderzoek is getoetst en een verklaring van geen bezwaar is afgegeven door de Medisch Ethische Commissie en/of de Ethische Commissie voor Dierexperimenteel Onderzoek van de Organisatie waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Start van het onderzoek Als begindatum van het onderzoek wordt aangehouden de eerste datum waarover subsidie wordt betaald, danwel de eerste datum genoemd in het ‘bevoorschottingsformulier’. De Hoofdaanvrager is verplicht om de begin- en einddata van eventuele deelprojecten, en mogelijk wijzigingen daarin, door te geven aan het Longfonds. Indien er sprake is van een voorwaardelijke (gefaseerde) toekenning, dan wordt de financiering van de vervolgfase van het Onderzoeksproject pas gecontinueerd na schriftelijke bevestiging door het Longfonds dat aan alle gestelde eisen is voldaan. In geen enkel geval wordt de subsidie met terugwerkende kracht (dus voor de begindatum) vergoed. Het onderzoek moet in ieder geval gestart zijn binnen zes maanden na de datum van toekenning. Indien deze startdatum niet wordt gehaald, dan heeft het Longfonds het recht om de toegezegde subsidie in te trekken. Als einddatum geldt de begindatum plus de door het Longfonds toegewezen subsidieperiode. Indien personeel gedurende de looptijd van de subsidieperiode wordt aangesteld, dient men bij de aanstelling rekening te houden met de einddatum van de subsidieperiode. Bij onvoldoende voortgang van het onderzoek, uitsluitend ter beoordeling door het Longfonds, is het Longfonds ten allen tijde gerechtigd om de financiering tussentijds te beëindigen en/of terug te vorderen.
21
Monitoring - rapportages De Projectleider van het onderzoeksproject dient aan het Longfonds te rapporteren over het verloop van het onderzoek en de resultaten van de voorafgaande periode. Het longfonds zal hiervoor tijdig de benodigde formulieren opsturen en de exacte termijnen vermelden waarbinnen de rapportage ingediend moet zijn. Algemeen geldt dat er jaarlijks gerapporteerd dient te worden over de voortgang van het onderzoeksproject. Halverwege de looptijd van het onderzoeksproject worden de Projectleider(s) uitgenodigd om de voortgang te presenteren aan (een deel van) de Wetenschappelijke Advies Commissie van het Longfonds. Data en locatie zullen tijdig worden afgestemd. Overigens is het Longfonds gerechtigd om op ieder gewenst moment informatie te vragen over de uitvoering en voortgang van het onderzoeksproject, ook door middel van werkbezoeken. Voor schriftelijke voortgangsrapportages geldt een rapportagetermijn van een maand. Voor schriftelijke eindrapportages geldt dat deze binnen 3 maanden na de vastgestelde einddatum bij het Longfonds ingeleverd dienen te zijn. Alle rapportages dienen aan de gebruikelijke wetenschappelijke maatstaven te voldoen. Bij de beoordeling van de voortgangsrapportages zullen de behaalde resultaten worden vergeleken met de tevoren opgegeven doelen. De Projectleider van het onderzoeksproject is er verantwoordelijk voor dat de doelen gehaald worden. Voor bijstelling van de doelen of voor andere wijzigingen moet altijd eerst schriftelijke toestemming van het Longfonds verkregen worden. Naast een wetenschappelijke rapportage vraagt het Longfonds om een Nederlandse samenvatting over de voortgang op een begrijpelijke manier voor leken. Deze lekensamenvatting is onderdeel van het voortgangsrapportageformulier en is ervoor bedoeld om patiënten, donateurs en andere geïnteresseerden op de hoogte te houden van de voortgang van het onderzoeksproject. Wetenschappelijke publicaties De resultaten van het onderzoek dienen op de gebruikelijke internationaal toegankelijke wijze te worden gepubliceerd. Een kopie van de wetenschappelijke publicaties dienen na publicatie te worden opgestuurd naar het Longfonds en te worden meegestuurd met de voortgangsrapportages en/of eindrapportage. Voor het vaststellen van de wetenschappelijke output van het Onderzoeksproject gelden alleen die publicaties waarin directe resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd en waarop het projectnummer van het Longfonds staat vermeld. Bij alle voordrachten en publicaties over het onderzoeksproject dient melding gemaakt te worden van de steun van het Longfonds. De Engelse naam van Longfonds is Lung Foundation Netherlands. Het logo van het Longfonds is op te vragen via het secretariaat van de afdeling Onderzoek ([email protected]) Communicatie- publiciteit en voorlichting Het Longfonds heeft het recht om het gesubsidieerde onderzoek en daaruit voortkomende resultaten te gebruiken voor publicitaire, voorlichtings- en of fondsenwervende activiteiten. Denk daarbij aan persberichten, radio- of televisie uitingen van het Longfonds, activiteiten in het kader van een fondsenwervende campagne, het jaarverslag , artikelen voor de researchwebsite van het Longfonds en dergelijke. De betrokken onderzoekers van het onderzoeksproject geven, desgevraagd, volledige ondersteuning aan de eerder genoemde activiteiten door actieve medewerking aan onder andere het aanleveren van (actuele) gegevens, meewerken aan het opstellen van publicitaire teksten, het beschikbaar stellen van het logo(‘s) van de betrokken Organisatie(s), instellingen en dergelijke. In alle uitingen bepaalt het Longfonds, in overleg met de betrokken onderzoekers) de inhoud, vorm en toonzetting van de uitingen. Persuitingen over het onderzoek dat door het Longfonds wordt gesubsidieerd worden door de hoofdonderzoeker altijd vooraf gemeld aan het Longfonds. De afdeling persvoorlichting/ communicatie zal per geval bekijken of samenwerking en of afstemming kan worden gezocht. Publiciteitsuitingen zonder schriftelijke toestemming van het Longfonds zijn niet toegestaan. Congresbezoek, werkbezoek, publicatiekosten en proefschriften Voor projectsubsidies die het Longfonds heeft toegekend vanaf 2014 geldt dat de kosten voor congresbezoek, werkbezoek, publicatiekosten en voor het drukken van een proefschrift vallen onder de benchfee.
22
Deze begrotingspost ‘benchfee’ is opgenomen in de toegekende subsidie en bedraagt maximaal € 5.000,- per aangestelde onderzoeker: een PhD (uitgaande van een vierjaarsaanstelling) of senior wetenschappelijk medewerker (uitgaande van een tweejaarsaanstelling). Bij een aanstellingsduur korter dan vier respectievelijk twee jaar, wordt de benchfee proportioneel toegekend. Het Longfonds heeft voorwaarden opgesteld aan het benutten van deze post. Deze voorwaarden zijn te vinden op de website van het Longfonds www.reseach.longfonds.nl.
23