30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:24
Pagina 1
Nieuwsbrief 21e jaargang nummer 3
I
september 2008
Twee miljoen leden Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de VHV verschijnt 25 oktober a.s. een wel heel speciaal boek over de toekomst, het heden en het verleden van de vakbeweging. U leest het goed, ja ook heden en verleden. Het boek heeft als titel ‘2 miljoen leden’, en is geschreven door Bert Breij, in de jaren zeventig en kort in de jaren tachtig, vakbondsjournalist en diensthoofd van de Industriebond FNV. Breij is socioloog, communicatiestrateeg en directeur van communicatiebureau Communication Concert in Weesp. Hij is ook betrokken lid van de VHV.
Burchtberichten
Het bijzondere aan het boek is dat door de auteur 25 hedendaagse voorzitters van de FNV, CNV en MHP in de afgelopen maanden zijn geïnterviewd en aan de tand gevoeld. Deze interviews vormen een hoofdbestanddeel van het boek. Een ander belangrijk deel is een uitvoerige historische beschouwing, die vooral is bedoeld om het heden en de toekomst beter te kunnen duiden. In die beschouwing is de zuilenmaatschappij die zich vanaf het eind van de 19e eeuw in ons land heeft ontwikkeld de rode draad. Volgens de auteur is het vooral de verzuilde maatschappij geweest, die Nederland kracht heeft gegeven. Hechte zuilen, socialistisch/marxistisch, rooms-katholiek en protestants-christelijk, en ook min of meer een progressief-liberale zuil. Breij is vooral op zoek geweest naar het antwoord op de vraag waarom we als Nederlanders doen zoals we doen en deden, en waarom werkgevers(organisaties) en werknemers(organisaties) elkaar toch steeds weer opzoeken en wat de rol van de overheid in dit proces is. En hoe gaat de vakbeweging de komende jaren overleven?
pag 12
Een uitdagend boek
Bezoekersaantallen
De 25 voorzitters, onder wie de drie vakcentralevoorzitters, hebben ieder twee uur
In dit nummer o.a. pag 1 en pag 3 Twee miljoen leden pag 2 Boek en tentoonstelling Meisjes van de fabriek pag 3 Dwarsligger pag 4-5 SVAN Voor de eeuwigheid opgeborgen pag 6-7 IISG en VHV samen op zoek naar oorlogsherinneringen pag 8-9 Signaleringen pag 10-11
website van VHV
1
een kritische vragenzee ondergaan, en dat hebben ze duidelijk met grote betrokkenheid gedaan. Een dergelijk boek is in de geschiedenis van de vakbeweging nog nooit verschenen. Het levert een scala aan feiten, beelden en indrukken op die voor de gehele vakbeweging een spiegel kunnen zijn, en die kunnen leiden tot verdere interne reflectie. Het boek is populair geschreven, helder, informatief, analytisch, zonder belerend te zijn; betrokken, maar toch op kritische afstand. Verder is het interessant voor bestuurders, voor (kader)leden en de geïnteresseerde buitenwereld. Breij heeft de voorzitters gevraagd hoe zij zich in de toekomst willen profileren, wat zijn de sterktes en zwaktes, kansen en bedreigingen, wat vinden van zij van de vakbeweging, de eigen centrale, de eigen bond. Wie zijn de concurrenten? Hij heeft gepeild in hoeverre men terug wil naar een succesvolle aanpak uit het verleden, zoals de concentratie op het vak en de vakinhoud. Hoe serieus moet je jongeren nemen? Ook de nieuwkomer binnen de FNV, de ANBO, heeft meegedaan, en wat dat betreft is het voor velen een (hernieuwde) kennismaking met deze bond voor 50plussers. Het mooie van het boek is dat het zowel grote als kleinere bonden en meer
vervolg op pagina 3
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:25
Pagina 2
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Boek en tentoonstelling
Meisjes van de fabriek Het Nationaal Archief organiseert in de Kunsthal in Rotterdam de tentoonstelling Meisjes van de fabriek. De tentoonstelling is gebaseerd op de fotocollectie van de Arbeidsinspectie en laat foto’s zien, die ambtenaren van de arbeidsinspectie vanaf 1900 maakten om hun verslagen te illustreren. De foto’s bieden een indringend beeld van de arbeidsomstandigheden in de eerste helft van de vorige eeuw. Naast deze zakelijke en functionele foto’s zijn er foto’s van inspecteur J.D. Filarski (1884-1969) te zien. Onbekende fabriek. Kaarsen van de band pakken en lonten op maat knippen. fotograaf: J.D. Filarski, 1919
De inspecteurs ontdekten in navolging van buitenlandse voorbeelden al snel dat het nieuwe medium fotografie doeltreffender was dan alleen dikke papieren rapporten. Bekende buitenlandse voorbeelden zijn de foto’s die de Amerikaan Lewis Hine vanaf 1908 in opdracht van de National Child Labour Committee maakte van werkende kinderen. Een ander voorbeeld zijn de foto’s van Jacob Riis die hij rond 1890 maakte van de erbarmelijke woonomstandigheden van de armste inwoners van New York. De selectie foto’s van de Arbeidsinspectie toont industrietakken en werkzaamheden die tegenwoordig niet meer bestaan of door machines zijn overgenomen: een vrouw in een schort knipt ondergoed in een tricotweverij, een andere groep vrouwen plakt al staande tientallen luciferdoosjes, in een grote fabriekshal verpakken werknemers met de hand chocoladerepen en in een schuur boeten vijf jonge vrouwen netten voor de visserij. Daarmee geeft de unieke collectie met arbeidersportretten en overzichten van fabriekshallen een indruk van het werk in fabrieken en bij particulieren aan het begin van de twintigste eeuw. Jacques van Gerwen
Filarski trad in 1916 in dienst van de Arbeidsinspectie. Hij was technisch ambtenaar van de dienst en zette zich in voor het vergroten van de veiligheid rondom werk met machines. In de tentoonstelling is er speciale aandacht voor de stemmige foto’s van inspecteur Filarski die, gemaakt met gevoel en met oog voor detail, een aangename uitzondering vormen op de objectieve registraties van fabriekshallen met jonge meisjes aan de lopende band die zijn collega’s maakten. In zorgvuldige composities en met een laag camerastandpunt legde hij van zeer dichtbij de arbeidsomstandigheden in de fabrieken vast. Filarski’s bedrijfsrapportages zijn opzettelijk wat onscherp, waardoor ze een nostalgisch karakter krijgen waarin de tijd lijkt te hebben stilgestaan. De Arbeidsinspectie is in 1890 opgericht om toe te zien op de uitvoering en handhaving van de Arbeidwet van 1889 die een einde wilde maken aan kinderarbeid, nachtwerk, lange werkdagen en onveilige situaties met machines. Inspecteurs van de Arbeidsinspectie voerden controles uit, maakten verslagen en voorzagen deze van foto’s. Deze dienden als waarschuwing, bewijs of als voorbeeld van hoe het ook kon of moest.
Glasfabriek v/h Meursing & Co, Nieuw Buinen fotograaf onbekend, 1919
In 1998 zijn 4.000 foto’s van de Arbeidsinspectie die betrekking hebben op de periode 1900-1950 door het ministerie van Sociale Zaken overgedragen aan het Nationaal Archief. Tegelijk met de tentoonstelling is het boek Meisjes van de fabriek verschenen, geschreven door Hans Rooseboom (Uitgeverij Waanders boek, ISBN 90 4000 8538 3, € 14,95). Kunsthal Rotterdam (tot en met 23 november 2008). Meer informatie: www.kunsthal.nl
2
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:25
Pagina 3
N N ii ee uu w w ss bb rr ii ee ff
20e jaargang nummer 1, maart 200720e 21e jaargang nummer 3, september 2008 jaargang
HET ZILVEREN JUBILEUM
Dwarsl i g g e r
Eind 1895 blikken de leden van de Leidse meubelmakersvereniging “Welvaart zij ons doel” terug op het 25-jarig bestaan van hun organisatie. Het ledental zweefde al die jaren rond de 130. Men vergaderde in vijf cafés. Zes voorzitters, acht secretarissen en drie penningmeesters hebben elkaar afgewisseld. De vereniging heeft heel wat goeds verricht. Alleen al aan uitkering bij ziekte werd totaal ƒ 10.618,24 uitgekeerd. De mannen kijken elkaar eens aan. Het is zichtbaar dat ze samen met elkaar ouder zijn geworden. De echtgenotes zorgen voor een verrassing. Ze bieden de vereniging een nieuwe banier aan. Het zilveren jubileum van een (vak)organisatie is een goede reden voor een feestje en nostalgische reflecties. We kijken dan terug op wat we aanvankelijk wilden, wat daarvan terecht is gekomen en wat we op ons pad zijn tegengekomen. We maken een stap in de geschiedenis. De Diamantbewerkersbond herdacht zijn 25-jarig bestaan in november 1919 met grootscheepse feestelijkheden die veertien dagen duurden. “Geen vakorganisatie of vakcentrale had ooit een jubileum met zoveel overgave gevierd”, schrijft Salvador Bloemgarten in zijn biografie over Henri Polak. Het vormde een goede gelegenheid om de trouw aan en liefde voor de bond te demonstreren. Er werden feestconcerten in het Concertgebouw gehouden. Op 18 november vond een herhaling plaats van de grote stakersoptocht van 7 november 1894, ’s avonds paradeerden de leden voorzien van fakkels en lampions langs het met duizenden lampjes verlichte bondsgebouw. Het regende van alle kanten geschenken. In het najaar van 2008 staat de Vakbondshistorische Vereniging stil bij haar zilveren jubileum. Sinds haar oprichting in 1983 is de VHV minder veranderd dan de vakbeweging en de maatschappij. Uniek en blijvend zijn de vertegenwoordiging vanuit alle richtingen van de vakbeweging, de inzet voor het achterhalen, het behoud en de presentatie van het erfgoed, het bevorderen van de belangstelling voor en de kennis van de geschiedenis van de vakbeweging, onderzoek, publicaties, lezingen en wat dies meer zij. Er is altijd stevig ingezet op het bereiken van de duizend leden. Laat de VHV op eigentijdse wijze doen wat Polak en zijn medebestuurders destijds voor de Diamantbewerkers-bond deden; in termen van toen: de jubileumviering verbinden met een flink stuk propaganda door in woord en geschrift steeds weer te wijzen op de unieke prestaties die de VHV in de afgelopen kwart eeuw heeft geleverd. Het is wat geharnaste vakbondstaal, het klinkt natuurlijk wat overdreven, zelfvoldaanheid keert zich tegen je. De uiteindelijke bedoeling is het belang, de historische, de sociale, de economische en de culturele betekenis van de vakbeweging in Nederland voor het voetlicht te brengen. Hoe meer mensen daar een bijdrage aan willen leveren des te beter. Daarom kunnen we ons nog steeds vinden in de aansporing uit oude vakbondsbrochures: “Span de boog, het ledental omhoog”. Harry Peer
vervolg van pagina 1 algemeen gerichte beroepsorganisaties, de vrouwenbond, de jongerenorganisaties, etc., aan het woord laat. De internationalisering komt aan de orde, maar ook de vraag wat we nu toch aan moeten met de zich alsmaar doorzettende decentralisatie en individualisering. Houden de SER en de Stichting stand? Hoe zit het met de representativiteit? Blijft er een Algemeen Verbindend Verklaring? Wat was door al die jaren heen de rol van de overheid? Willen werkgevers de vakbeweging nog wel? Hoe zit het met de ZZP-ers? Zijn er jaren aan te wijzen waarin het fout ging? Wat betekenden nu echt het NKV, NVV en CNV in het verleden? Waarom is er een MHP gekomen? Heeft de vakbeweging nog wel een echt smoel? Wat betekent confessionaliteit of ideologie nog? Wat vinden de voorzitters ervan dat de vakbeweging, eigenlijk de totale sociale geschiedenis, niet voorkomt in de Canon? Waren de jaren zeventig van de vorige eeuw te vergelijken met die van de 19e eeuw? Etc.
De kracht van de verzuiling Breij voert in het boek uitdagend ‘de kracht van de zuilen’ op. Zuilen die vanuit maatschappijvisie of geloof jarenlang gesloten bastions waren en uit elkaar werden gehouden. Met elites aan de top met een uniek mandaat. Elites die elkaar ontmoetten, en zaken met elkaar deden. Ieder in zijn zuil van alles bekokstovend, in een min of meer integrale benadering ‘binnenshuis’. Met elites die overal posities innamen, zowel in de politiek, de bond en de maatschappij. Zuilen waarin van alles zelf opgetuigd werd. Voorlopers van de verzorgingsstaat. Voor de kenners: Het subsidiariteitsbeginsel en Soevereiniteit in eigen kring, komen aan de orde. De deconfessionalisering. Breukvlakken in de geschiedenis. 1870, 1918, de Tweede Wereldoorlog, het Akkoord van Wassenaar; De rol van de zuilen na de oorlog, en uiteindelijk de ontzuiling. Daarmee ook het verlies van de autocratie van de elites, het einde ook aan wat Breij noemt ‘pluriform democratisch centralisme’.
Een boek met nieuwtjes De aanpak van het boek, en vooral de interviews, geven aan hoe bonden de toekomst denken aan te pakken. Zijn er nog voorstanders van de ene ongedeelde vakbeweging? Is de politie tevreden over haar leiding. En de militairen? De leraren? Bouwvakkers? Hoe kijkt de voorzitter van de NVJ tegen de hedendaagse journalistiek aan? Zijn de ambtenarenbonden nog wel ambtenarenbonden? Komt er een grote herstructurering? Heeft de vakbeweging nog wel genoeg geld of inkomen? Hebben vrouwen nu echt wat te vertellen binnen de FNV? Hoe serieus neemt de vakbeweging allochtonen? Hoe beoordeelt Agnes Jongerius de jaren negentig? Wat wil CNV-voorzitter Paas terug? Heeft de vakbeweging grip op ‘de onderkant van de samenleving’? Schrikken FNV en CNV ervan dat de SP steeds meer aanhang in eigen kring krijgt? Bestaat de vakbeweging morgen nog of ziet ze er heel anders uit? Bestaat er een vakbeweging zonder kaderleden? Neemt de OR het over? En….hoe ver strekt het historische bewustzijn van de voorzitters? Schamen ze zich voor de historie of juist niet? Redactie Nieuwsbrief
Gratis voor (aspirant-)VHV-leden! Het ruim 250 pagina’s dikke Twee miljoen leden wordt op 25 oktober gepresenteerd. Leden ontvangen daarvoor een uitnodiging. Alle leden van de VHV krijgen een gratis exemplaar, ofwel op 25 oktober, ofwel daarna gratis thuisgestuurd. Andere belangstellenden kunnen het voor € 20 (inclusief verzendkosten) bestellen bij het secretariaat van de VHV. (Zie colofon.) Maar het is natuurlijk beter (en goedkoper) om lid te worden! Welkom. 3
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:25
Pagina 4
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Vakbondshistorisch Archief Nijmegen (SVAN)
Voor de eeuwigheid opgeborgen Tot de wonderlijkste plekken in vakbondsland behoort ongetwijfeld het vakbondshistorisch archief in Nijmegen. De kamers zijn volgestouwd met vakbondsmateriaal, van boven tot onderen, van links naar rechts en van voor naar achteren. Het is tijd voor een bezoek aan het archief, ook al omdat een nieuwe koers wordt ingeslagen. Het regionaal archief wil helpen materiaal veilig te stellen. ‘Geschiedenis der Arnhemsche arbeidersbeweging voor 1894’ en ‘100 jaar Grafische vakbeweging in Nijmegen’.
De vaste beheerders
SVAN-bestuur en leden raad van toezicht voor het pand in Nijmegen. Op de bovenste rij v.l.n.r. Jan Payens, Wim van Hout, Ton Christ, Herman van Soest en Piet Peters; zittend v.l.n.r. Jo Schouten, Lida Tijssen, Herman van Kesteren en Louis Holleman. (Foto: Ger Neijenhuyzen)
Adres SVAN: Burghardt van den Berghstraat 141 6512 DJ Nijmegen Tel 024 344.38.81 Email
[email protected] Web www.svan.nl
De Stichting Vakbondshistorisch Archief Nijmegen e.o. (SVAN) is een voortzetting van de Stichting Sint Jan, opgericht in 1932 ten behoeve van ‘De Jonge Werkman’ (katholieke werkende jongeren). De stichting verzamelt en beheert materiaal ‘ter bestudering van de sociale geschiedenis van Nijmegen e.o. in het algemeen en van de geschiedenis van de arbeidersbeweging in het bijzonder’. Het is een flinke mondvol, maar het klopt wel. Wie binnenstapt aan de Burghardt van den Berghstraat 141, vlak bij het station, wordt overweldigd door vitrines vol beeldjes, lepeltjes, speldjes, asbakken, figuurtjes, penningen en andere losse jubileumgeschenken. Aan de wanden banieren en gedenkborden. Op losse prikborden eindeloos veel badges, ooit door
vakbonden gebruikt bij acties en andere activiteiten. In de kamers daarachter en verder naar beneden zo’n 300 strekkende meters archiefmateriaal. Waaronder 400 affiches. Al het materiaal is professioneel geordend, van datum en coderingen voorzien, met overzichtlijstjes van de inhoud en uiterst zorgvuldig opgeborgen. Dat is nog niet alles, want de stichting heeft ook enkele tientallen vaandels en nog meer vlaggen van allerlei bonden en afdelingen in bezit. Daarnaast nog planken met boeken. Veel over arbeidsverhoudingen, 1 Mei-vieringen en natuurlijk vooral over Nijmegen en omstreken. Daaronder ook een aantal publicaties dat door de SVAN zelf is uitgegeven. Zoals ‘Steen voor steen’, ‘Zorglijke tijden’,
4
De grote tafel, direct bij binnenkomst, is werk- en vergadertafel. Er omheen een ruim aantal stoelen en onder handbereik tegenwoordig een computer en printer die aan alle moderne eisen voldoen. Zoals een groot geheugen en allerlei scan- en kopieermogelijkheden. In een klein bijkamertje, iets wat het midden heeft tussen een grote kast en een kleine keuken, de koffiehoek. Elke dinsdag treffen de beheerders van het archief elkaar om een flink aantal uren archiefwerk te verzorgen. Daaronder penningmeester Jo Schouten, secretaris Lida Tijssen, tweede penningmeester Piet Peters en de commissarissen Jan Payens en Herman van Soest. Tweede secretaris Louise Holleman heeft inmiddels een stapje teruggedaan. En dan is er natuurlijk voorzitter Herman van Kesteren. Hij is inmiddels 88, woont in de buurt, en weigert zijn aandacht te laten verslappen. Zijn fysieke ongemakken neemt hij voor lief. De beheerders, die zich bestuurlijk laten bijstaan door een Raad van Toezicht, kennen elkaar van haver tot gort. Ook niet moeilijk als er geen nieuwe ondersteuning bij komt. Ze hebben allemaal een lange staat van dienst. Dat geldt voor Van Kesteren en Schouten, maar ook voor secretaris Lida Tijssen, die al weer zestien jaar voor SVAN werkt. “Soms denk je, waar doe je het allemaal voor,” zegt ze, “en dan ga je toch weer door.”
Bescheiden belangstelling De publieke belangstelling voor het SVANarchief is al jaren uiterst bescheiden. Het aantrekken van meer medewerkers, liefst jongere, is dan ook niet gemakkelijk of beter gezegd, is nooit gelukt. Herman van Kesteren: “De belangstelling voor arbeidsverhoudingen is de laatste decennia sterk teruggelopen. Er is een tijd geweest dat de
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:25
Pagina 5
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Universiteit van Nijmegen de sociale actiebewegingen en de plaatselijke vakbeweging sterk volgde, maar die tijd ligt ver achter ons. Studenten hebben helemaal geen belangstelling meer voor het werk en het verleden van de vakbeweging. We hebben hier de laatste tien jaar geen student meer over de vloer gehad.” Het klinkt teleurgesteld, maar ook berustend. Terwijl de wereld om hen heen veranderde ging SVAN eenvoudig door. Met een vast ritme en met ijzeren discipline. Het was een onwaarschijnlijke opdracht en die is dankzij monnikenwerk uitgevoerd. Na een crisis in de plaatselijke NKV-afdeling, in 1977, werd Herman van Kesteren voorzitter en Jo Schouten penningmeester. Van Kesteren vond in een stapel papier ook de statuten van de St. Jan Stichting en de eigendomsbewijzen van R.K. Werkliedenvereniging St. Stephanus. Daarmee kregen Van Kesteren en Schouten zicht op de financiële situatie. Schouten moest als bestuurder in verband met zijn werk terugtreden maar op dat moment verschijnt Geert Aalders op het toneel. Hij begint de overgebleven papieren te ordenen en op te slaan. Hij is een verwoed verzamelaar en klopt bij diverse bonden aan voor historisch materiaal. Dat werkt voortreffelijk. De basis voor SVAN is gelegd.
Studenten Jo Schouten legt uit dat het gebouw in de loop der jaren steeds meer last van vocht begint te krijgen. Dat vraagt om ingrijpender maatregelen dan SVAN zich budgettair kan veroorloven. De financiële polsstok van SVAN is beperkt. Het pand kon ooit worden aangekocht door de verkoop aan de gemeente van de oude panden van Unitas in de Gerard Noodtstraat, waar De Jonge Werkman zat. De kamers boven de archiefruimte van SVAN worden sinds jaar en dag aan studenten verhuurd. Die zorgen voor de lopende inkomsten. “We zitten hier op een plek die voor studenten erg aantrekkelijk is. We hoeven dan ook geen moeite te doen om huurders te vinden. Verder is het ook altijd heel plezierig dat die huurders goed betalen. Zo hebben we nog nooit een student achter de broek moeten zitten.” Toch boden en bieden die huurinkomsten te weinig armslag. Zeker als er steviger onderhoud nodig is. Op dezelfde manier nog langer doorgaan kan voor het archiefmateriaal op den duur funest zijn. In overleg met derden is inmiddels besloten de vaandels naar een veiliger onder-
Foto: SVAN komen over te brengen. Verder gaat het hele of nagenoeg het hele papieren archief naar het Regionaal Archief Nijmegen. Schouten: “Alles is inmiddels digitaal opgeslagen. Wie wat wil weten, kan zo via de computer nagaan waar hij terecht moet. Dat is een enorm werk geweest, maar het is ons gelukt. Wie op zoek is naar een affiche van een bond kan zo nagaan of we die in ons bezit hebben en uit welke tijd die dateert. Hetzelfde geldt voor de vaandels, waar dan bij het jaartal, de afmetingen en de kleuren vermeld worden. Plus natuurlijk waar we ze hebben opgeslagen. Zoeken duurt hier dus heel kort.” Op hetzelfde moment zit Lida Tijssen met een tafel vol archiefdozen, waarvan de inhoud wordt overgeheveld in nieuwe zuurvrije dozen. Als het materiaal de deur uit gaat zal het ook op de beste manier zijn. Ze heeft in de loop der jaren ook talloze foto’s gescand en digitaal opgeslagen. Ook dat was tijdrovend en langdurig werk.
Groot enthousiasme In de gesprekken met de gemeente (het regionaal archief) is afgesproken dat het materiaal in ieder geval publiekelijk toegankelijk blijft onder de naam van SVAN. Van Kesteren: “Toen die mensen hier kwamen waren ze werkelijk dolenthousiast. Ze keken hun ogen uit dat alles al gesorteerd en geregistreerd is. Vaak krijgen die organisaties wel materiaal, maar dan ongeordend. Hier troffen ze gewoon een professionele, zeg maar unieke verzameling aan. Het vakbondsmateriaal is hier voor de eeuwigheid opgeborgen.” Jo Schouten en Lida Tijssen beamen het enthousiasme van de streekarchivarissen: “Ze likten hun vingers af.” Het bestuur had mogelijk meer belangstelling van de zijde van het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) in Nijmegen verwacht. Maar dit aan de uni-
5
versiteit gelieerde centrum concentreert zich tegenwoordig op haar katholieke en landelijke taak en laat de regio feitelijk over aan andere organisaties, zoals het gemeentearchief. Jo Schouten: “Het KDC heeft ons wel op computergebied geholpen en met vragen daarover kunnen we altijd bij het centrum terecht.” De overdracht aan het Regionaal Archief Nijmegen betekent niet dat SVAN aan het afbouwen is. “Dat zou een misverstand zijn,” zegt Van Kesteren met enig volume. “We willen de boel veilig stellen. Er voor zorgen dat het materiaal goed bewaard blijft. Door het archief te verplaatsen dienen we ons doel. Onze grote zorg, dat we alles voor niks hebben gedaan, zijn we daarmee kwijt.”
Geen nieuw materiaal De SVAN-bestuursleden leggen uit dat er feitelijk geen vakbondshistorisch materiaal meer bij komt. De plaatselijke afdelingen van de bonden zijn opgeheven. Alles wordt tegenwoordig landelijk georganiseerd en dus ook bewaard. Ze verwachten uit Nijmegen en omgeving geen ‘nieuw’ materiaal meer. Van Kesteren: “Misschien mogen we stellen dat we ‘alles’ wel hebben dat de moeite waard is geweest.” Jo Schouten grinnikt nog als hij bedenkt dat ze laatst een telefoontje van een weduwe kregen met het verzoek om oud vakbondsmateriaal op te komen halen. “We zijn er naar toe gegaan, je weet immers maar nooit. Het enige dat we aantroffen was een oude computer die vroeger voor het vakbondswerk was gebruikt. Dan sta je natuurlijk even gek te kijken.” Van Kesteren: “Het is een goed teken dat men SVAN weet te vinden, maar het bewijst ook dat de oogst is geplukt.”
Huug Klooster
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:25
Pagina 6
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
IISG en VHV samen op zoek naar oorlogsherinneringen In 2010 is het 65 jaar na de oorlog. Met het oog daarop gaan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en de Vakbondshistorische Vereniging samen de bekende gegevens over de vakbeweging in oorlogstijd bundelen en daarnaast op zoek naar oorlogsherinneringen van vakbondsmensen. Alle gegevens zullen op een speciaal daarvoor ontworpen website worden ontsloten. Veel is er van de Tweede Wereldoorlog nu meer dan zestig jaar na de bevrijding bekend. Ook van de vakbeweging. De informatie is verspreid over een groot aantal archieven, losse publicaties en herinneringen. Maar het laatste woord is er nog niet over gezegd. Bovendien is er om begrijpelijke redenen veel verzwegen. Geleidelijk aan verstrijkt de tijd dat er nog originele herinneringen en authentieke documenten uit de bezettingstijd aan de bekende gegevens zijn toe te voegen. IISG en VHV willen proberen door de bundeling van gegevens en de – hopelijk – aanvulling daarop het beeld van de vakbeweging in oorlogstijd verder inkleuren. Een verantwoorde selectie van het reeds beschikbare materiaal van archiefinstellingen en bibliotheken wordt op een website toegankelijk gemaakt. Het publiek krijgt de gelegenheid eigen herinneringen, notulenschriftjes, dagboeken, brieven, pamfletten aan de website, die door IISG en VHV samen wordt gebouwd, toe te voegen.
Erfgoed Het project past in het kader van het programma Erfgoed van de Oorlog, dat door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt gesubsidieerd.
NVV-leider en NSB-er Henk Woudenberg
Het ministerie beoogt daarmee een eenmalige, krachtige impuls te geven aan behoud, toegankelijkheid en publieksgerichte toepassing van het erfgoed van de oorlog. In het bijzonder zou het daarbij moeten gaan om nieuwe of onderbelichte thema’s, invalshoeken of groeperingen. Het gaat daarbij niet alleen om activiteiten op nationaal niveau, maar juist die in de regio of de gemeente van betekenis zijn geweest. De zoektocht richt zich daarbij vooral op materiaal dat in bezit is van particuliere organisaties en privépersonen. Aanleiding voor dit project is de taak die de overheid voelt om de samenleving in staat te stellen de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog op een verantwoorde manier invulling te geven. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de overheid de inhoud van de herinnering aan oorlog en bezetting te bepalen. Wel om iedereen in staat te stellen historische beelden telkens opnieuw te ijken en nieuwe zienswijzen te ontwikkelen. Daardoor moet een meerzijdig en pluriform perspectief mogelijk zijn, dat ruimte laat voor de context, voor nuancering en nieuwe inzichten, die ieder helpen hedendaagse en toekomstige maatschappelijke vraagstukken, zoals de multiculturele samenleving en de internationalisering, beter te begrijpen. De Tweede Wereldoorlog is binnen de vakbeweging een levend, nog steeds veel emoties oproepend, thema. Tal van dilemma’s hebben zich in die tijd voorgedaan, waarover de toenmalige bestuurders en kaderleden zich een houding moesten bepalen. Direct na de Bevrijding zijn tal van keuzes in de algehele sfeer van ‘goed of fout’, van ‘collaboratie of verzet’ beoordeeld. Daarmee is niet in alle gevallen recht gedaan aan de overwegingen die aan het handelen ten grondslag hebben gelegen. De vakbeweging was in de ogen van de bezetter een vijandige organisatie, met veel socialistische en joodse trekken. Stapsgewijs werd die vakbeweging ingepalmd. Bestuurders, kaderleden en leden 6
werden steeds weer geconfronteerd met de keuze of zij in hun moeizaam opgebouwde organisaties moesten blijven of die moesten verlaten. Zo werd het NVV al snel onder leiding gesteld van de NSB-er Henk Woudenberg en werd gelijktijdig een deel van het kader ontslagen. De oorspronkelijke NVV-leiding – waarvan Woudenbergs broer Kees voorzitter was, die politiek diametraal tegenover hem stond – gaf tegenstrijdige signalen af of leden moesten blijven of niet. Als gevolg daarvan was de reactie in het land ook verdeeld. In Twente liepen de NVV-bonden leeg, elders niet. In 1941 werd de confessionele vakbeweging – RK Werkliedenverbond, CNV – samengevoegd met het NVV en kwam zo ook onder leiding van Woudenberg. Het overgrote deel der leden verliet daarop hun bond. Daarna begon ook het NVV leeg te lopen. Woudenberg liet vervolgens de vakbeweging op 1 mei 1942 opgaan in het Nederlands Arbeidsfront. Dat was na de Bevrijding in de beoordeling van vakbondsmensen het beslissende moment. Wie toen nog doorwerkte was ‘fout’.
Navrante verschillen Binnen de ‘hoofdlijn’ die in de opstelling van de vakbeweging valt op te merken, laten zich tal van verschillen per regio, NVV-voorzitter Kees Woudenberg
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:25
Pagina 7
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
per sector, maar ook per persoon onderscheiden. Zelfs, zoals in het geval van de broers Woudenberg, tot binnen de familiekring. De Twentse vakbeweging verzette zich al snel tegen de gelijkschakeling. Landarbeiders, voor wie in de bezettingstijd door de bond nog veel te bereiken was, bleven gemiddeld genomen langer lid. Maar er zijn ook veel gewone vakbondsleden die vanaf de eerste bezettingsdag, ongeacht regio of bond, tot het verzet toetraden. In het artikel Bouw- en Houtbonden in oorlogstijd, schipperend tussen aanpassing en verzet worden die verschillen heel navrant zichtbaar. “Als in de vroege morgen van 10 mei 1940 Duitse bommenwerpers Schiphol naderen, genieten enkele Hattemer polderjongens, die daar overdag bezig zijn met kabelleggen, van hun nachtrust. Als de strijd later op de dag luwt, trekken zij naar Amsterdam. Rechtstreeks naar het kantoor van hun bond, de Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond (ANB) in de Vondelstraat. Het is de bond die ervoor zorgt dat ze eten en onderdak krijgen. Als ze enkele dagen later weer naar Hattem kunnen terugkeren, vertellen ze aan een ieder die het horen wil: de bond bestaat nog en heeft ons niet in de steek gelaten. Op 14 mei 1940 wordt Rotterdam gebombardeerd. De stad staat in brand. De jonge steenhouwer Arie Dijksman, sinds enige tijd lid van het afdelingsbestuur van de ANB, gaat
snel naar het afdelingskantoor, in de verwachting daar de overige afdelingsbestuurders te vinden. Tot zijn teleurstelling zit de deur op slot. Na de capitulatie op 15 mei leest hij in de krant een bekendmaking van de Duitse bezettingsmacht. Iedereen, ook vakbondsbestuurders, dient op zijn post te blijven. Aftreden zou als een Duits vijandige daad worden beschouwd. Het eerste wat in zijn hoofd opkomt is: ik moet een vijandige daad stellen. En vervolgens bedankt hij schriftelijk voor het lidmaatschap van het afdelingsbestuur. Opnieuw wordt hij teleurgesteld in zijn bond. In het bondsblad worden mensen als hij, die er geen enkel vertrouwen in hebben dat er met de bezetter kan worden samengewerkt zwaar bekritiseerd. Als je helemaal niets schrijft, denkt Dijksman, dan is dat tot daaraan toe. Maar schrijven: wij zijn de flinkerds.” Wie de context zoekt om de keuzes van bijvoorbeeld de eigen familieleden te kunnen begrijpen moet moeizaam speuren. Veel vakbonden vonden de opstelling van hun bestuurders en kaderleden naderhand niet heldhaftig genoeg om geschiedschrijving te stimuleren. Lacunes in de vakbondsarchieven vanwege opheffing of gelijkschakeling maakten dat ook niet eenvoudig. Bovendien werd de ‘erkende’ vakbeweging van NVV, CNV en KAB – de opvolger van het RK Werkliedenverbond – vanaf de bevrijding geconfronteerd met een stevige concurrentie van de Eenheidsvakcentrale (EVC), die uit het verzet was voortgekomen. Ook die situatie bevorderde de wil om het eigen oorlogsverleden te beschrijven niet echt.
gedaan, waarom dat zo belangrijk voor hem was? Het gaat er om welke gebeurtenissen daarbij een beslissende rol hebben gespeeld. De gelijkschakeling onder Woudenberg of de brief van kardinaal De Jong van 25 juli 1941 waarin katholieke vakbondsleden worden opgeroepen hun organisaties te verlaten. Van de Februaristaking van 25 februari 1941 en de spoorwegstakingen in het najaar van 1944 is op zich veel bekend, maar zeker nog niet alles van de doorwerking ervan naar regio en de invloed op het gezinsleven van de stakers. Vanaf 1 september wordt er gewerkt aan de bouw van de website. Speciaal daarvoor wordt een onderzoeker aangetrokken, die tot 1 juli 2009 bezig zal zijn met het verzamelen van materiaal uit archieven, collecties en publicaties. Daarbij moet gedacht worden aan passages over de vakbeweging uit de bekende boeken van Lou de Jong over het Koninkrijk der Nederlanden in oorlogstijd, eigen evaluatierapporten van de vakbeweging over haar rol tijdens de bezetting, latere herdenkingsartikelen in bondsbladen en dergelijke. Dat materiaal wordt gescand en via internet toegankelijk gemaakt. Het voornemen is de website in augustus 2009 te lanceren. Kort ervoor, vanaf april 2009, zal het publiek worden opgeroepen eigen materiaal aan te dragen. De onderzoeker voorziet al het materiaal van een toelichting om de betekenis ervan te duiden en de grote lijn op de website duidelijk te maken. De VHV zal binnen de vakbeweging verschillende activiteiten ontplooien om in het bijzonder de huidige vakbondsleden op de website en de mogelijkheid van inzending van eigen materiaal te wijzen. Ook dat materiaal zal worden gescand en aan de website toegevoegd. In april of mei 2010 neemt de VHV zich voor het project af te sluiten met een bijeenkomst, waarin het resultaat nader zal worden besproken. Jeroen Sprenger
Website IISG en VHV beogen een website te ontwikkelen die zich richt op een breed publiek voor de vakbeweging in de oorlog, op gewone Nederlanders die bijvoorbeeld willen weten waarom (groot)vader op een bepaald moment in de oorlog zijn vakbondslidmaatschap heeft opgezegd. Waarom hij dat niet eerder of later heeft 7
Zie Programma Erfgoed van de Oorlog, http://www.minvws.nl/dossiers/erfgoedvan-de-oorlog/ Zie Bouw- en Houtbonden in bezettingstijd, schipperend tussen aanpassing en verzet, http://www.xs4all.nl/~jjcspr/Vorigen/In%20g esprek%20met%20de%20vorigen/Output/bo uw--en-houtbonden-in-bezettingstijd.html
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:26
Pagina 8
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Signaleringen Meindert Fennema en Eelke Heemskerk, Nieuwe netwerken. De elite en de ondergang van de nv Nederland (Bert Bakker 2008) 144 pagina’s, ISBN 978905131835 prijs € 15,00 De teloorgang van de oude, aristocratische families heeft een grote verandering in de netwerken van de economische elite in gang gezet. De opkomst van buitenlandse bestuurders en de aarzelende toetreding van vrouwen in de bestuurskamers hebben dit recent nog versterkt: het netwerk van dubbelfuncties raakt in verval en de commissariatenverzamelaar verdwijnt. Ook worden de netwerken tussen overheid en bedrijfsleven minder hecht.Wat is er over van de traditionele normen en waarden in het bedrijfsbestuur na de code Tabaksblat? Is de nieuwe regelgeving effectief? Zijn de nieuwe waakhonden wel waaks genoeg, of bijten zij soms te vaak? Wat zijn de gevolgen van de internationalisering voor het bedrijfsbestuur en voor de toezichthouders? En hoe reageren individuele bestuurders en commissarissen op deze nieuwe ontwikkelingen? Al deze vragen komen aan de orde in ‘Nieuwe netwerken’.
Jacques van Gerwen, Marcel Metze en Hans Renders (red.), De ondernemersbiografie (Amsterdam: Boom 2008) 160 pagina’s ISBN 9789085065517, prijs € 19,50 De ondernemer, omgeven met mythes, is vanouds een van de meest controversiële figuren in de samenleving – in sommige kringen verguisd en in andere juist geprezen. Ideaal voer voor biografen zou men zeggen. Toch zijn ondernemers in vergelijking met bijvoorbeeld arbeiders (BWSA), schrijvers, dominees, kunstenaars en politici in Nederland stiefmoederlijk bedeeld met biografieën. Hierin is de laatste jaren verandering gekomen. De ondernemersbiografie is in opkomst. In deze bundel worden verleden, heden en toekomst van de ondernemersbiografie aan de orde gesteld. Wat zijn de specifieke kenmerken van een ondernemersbiografie? Wat is de meerwaarde van de ondernemersbiografie voor de sociale en economische geschiedschrijving? En waarin verschilt de ondernemersbiografie van de schrijversbiografie? Deze en andere vragen worden in deze bundel beantwoord.
David Rothkopf, De superklasse. Het onzichtbare netwerk van de wereldwijde machtselite (Balans 2008) 474 pagina’s, ISBN 9789050188364, prijs € 24,95 Het is er een op een miljoen – samen zo’n zesduizend mensen op de hele wereldbevolking. Ze runnen onze regeringen, zitten in de machtscentra van de financiële wereld, de media en de wereldreligies en zelfs, achter de schermen, in criminele en terroristische organisaties. Zij vormen de wereldwijde superklasse, en zij bepalen de geschiedenis van deze tijd. Het is maar een kleine elite, maar die is, in deze tijd van globalisering, rijker en machtiger dan ooit tevoren. Hebben de leden van deze groep zo langzamerhand meer met elkaar gemeen dan met hun landgenoten? Wat gebeurt er achter gesloten deuren in Davos, of aan boord van corporate jets hoog in de lucht? Samenzwering of samenwerking? Wie bepaalt de regels voor een groep die opereert buiten iedere nationale wetgeving om? Op basis van interviews en jarenlange research, geeft Rothkopf antwoord op deze vragen en vele andere. Van de directiekamers van de machtigste bedrijven van Amerika tot bijeenkomsten met de beruchtste oligarch van Rusland, van de geheime ontmoetingen van de Trilaterale Commissie tot het Chinese Boao Forum voor Azië. Rothkopf heeft een geprivilegieerde groep in kaart gebracht waar de meesten van ons maar weinig van weten, terwijl die van enorme invloed is op ons dagelijks leven.
8
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:28
Pagina 9
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Xander van Uffelen, Het grote graaien. 25 jaar topsalarissen in Nederland (Amsterdam: Meulenhoff 2008) 208 pagina’s, ISBN 9789029081573, prijs € 15,00 De Volkskrant schrijft al vijfentwintig jaar over de inkomens van bazen bij grote bedrijven. Maar de openheid over geld heeft niet geleid tot loonmatiging. Sterker nog, de inkomens zijn na de eeuwwisseling alleen maar harder gestegen. Het grote graaien wil een verklaring geven voor de ongebreidelde salarisstijgingen, belicht de geldlust van managers, schetst de onmacht van politici en ontmaskert de argumenten om de loongolf te vergoelijken. De grootste salarisrellen van de afgelopen kwart eeuw komen aan bod: die van Philips-baas Cor Boonstra tot babyvoedingverkoper Jan Bennink. Maar er is ook kritiek op de terugkerende volkswoede en de rol van de media en het bevat een zoektocht naar een oplossing voor het slepende salarisconflict dat Nederland dreigt te ontwrichten.
Standaardwerken over de mijnwerker In 2007 is met steun van de Provincie Limburg de Stichting ‘De Koempel Verhaalt’ opgericht, om te helpen het mijnverleden in Limburg levend te houden. Het doel van de stichting is het samenstellen van een historisch standaardwerk én een populaire versie over de mijnwerker. In opdracht van deze stichting zal het SHCL (Sociaal Historisch Centrum voor Limburg) in de komende jaren een wetenschappelijk standaardwerk over de Limburgse mijnwerker gaan schrijven. Prof. dr. Ad Knotter, directeur van het SHCL, coördineert dit project, waarvoor twee onderzoekers aangesteld zullen worden. De wetenschappelijke begeleidingscommissie van het project bestaat uit prof. Mieke van Haegendoren (Universiteit Hasselt), dr. Ben Gales (Rijksuniversiteit Groningen), prof. Wiel Kusters (Universiteit Maastricht) en prof. Peter Scholliers (Vrije Universiteit Brussel). De stichting ‘De Koempel Verhaalt’ en de begeleidingscommissie hebben een concept voor het mijnwerkersboek opgesteld. Reacties op dit initiatief zijn welkom via
[email protected].
Meer informatie over de stichting is te lezen op www.dekoempelverhaalt.nl. In 2009 wordt door het SHCL en de Stichting ‘De Koempel Verhaalt’ een symposium georganiseerd, waarin de resultaten van lopend onderzoek zullen worden gepresenteerd.
Sociaal Historisch Centrum voor Limburg Verhuizing Na meer dan 30 jaar heeft het SHCL het pand aan de Boschstraat 73 in Maastricht verlaten en is verhuisd naar de Sint Pieterstraat 7. Dit pand wordt gedeeld met het Regionaal Historisch Centrum Limburg. Beiden gaan verder onder de gezamenlijke vlag van Historisch Centrum Limburg.
Adreswijziging Sociaal Historisch Centrum voor Limburg Sint Pieterstraat 7 6211 JM Maastricht T 043-3284191 F 043-3255788 E-mail:
[email protected]
Jacques van Gerwen 9
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:28
Pagina 10
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Programma tot en met december
Excursies/wandeling
Schoonheid na het Werk 2008 De Burcht Henri Polaklaan 9 1018 CP Amsterdam tel: 020 - 6241166 fax: 020 - 6237331 E-mail:
[email protected] www.deburcht.org
De Burcht is vanwege de verbouwing gesloten. De Burcht is uitsluitend geopend op de zondagmiddagen als er in de Burcht een culturele activiteit plaats vindt. De symposia en debatten vinden plaats op een andere locatie. Raadpleeg de website voor meer informatie: www.deburcht.org
Lezingen Alle lezingen beginnen op zondagmiddag om 14.00 uur. De entreeprijs voor elke lezing (tenzij anders vermeld) is € 7,–. Reserveren gewenst.
26 oktober
Hoe de volkshuisvesting de weldadige stadsbouwkunst van H.P. Berlage dicteerde Hoe ‘links’ was de architect van het ANDBgebouw, het ‘Bondsgebouw’, aan de Henri Polaklaan en tevens (en ongeveer gelijktijdig rond 1900) van het kapitalistische bolwerk, de Koopmansbeurs aan het Damrak, H.P. Berlage (1856-1934)? Architectuurpublicist en kleinzoon van Berlage, Max van Rooy (1942) schrijft de biografie van zijn grootvader en zal spreken over deze intrigerende vraag. Berlage idealiseerde de op de middeleeuwen geïnspireerde monumentale gemeenschapskunst, kunst in dienst van een idee. En dat idee was de sociaaldemocratische gelijkheidsdroom die gestalte kreeg in een ambachtelijk gemaakt bouwwerk. Om deze droom te verwezenlijken moesten architecten, beeldend kunstenaars, glazeniers en literatoren de handen ineen slaan. De Beurs en de Burcht van Berlage zijn twee sublieme voorbeelden van dit ideaal. Na de Beurs en de Burcht bleven voor Berlage de grote maatschappelijke opdrachten uit. Hij ontwierp villa’s voor linkse, zo niet communistische kunstenaars en intellectuelen (Rik en Henriëtte Roland Holst, Herman Gorter, Frederik van Eeden). In 1914 ging Berlage, min of meer uit armoede, in vaste dienst bij de grootste kapitalisten van Nederland, het echtpaar Kröller-Müller. Tijdens dit dienstverband (dat niet goed afliep) ontwierp hij zijn meest idealistische en nooit gerealiseerde bouwwerk: het Pantheon der Menschheid. Over het dilemma tussen idealisme en realisme, tussen sociale betrokkenheid en rationele architectuurpraktijk, gaat de voordracht van Max van Rooy. En over de toen gangbare levensbeschouwelijke overtuigingen, over theosofie, antroposofie en alle andere sofieën die in de tijd van de zelf-gemaakte filosoof Bolland populair waren.
Berlage eindigde, heel veilig, net als Henriëtte Roland Holst, bij wat hij en zij noemde het ‘christelijk socialisme’. In zijn lezing zal Max van Rooy toelichten waarom zijn grootvader niet aan verscheurdheid ten onder ging. 16 november Nacht in de Plantage Ko van Geemert (voorzitter Vereniging Vrienden van de Plantage) spreekt over de geschiedenis van de Plantage. In de ruim driehonderd jaar oude Plantage heeft de avond en de nacht altijd een belangrijke rol gespeeld. De Plantage, de naam zegt het al, werd opgezet als een plek waar in het groen gerecreeerd kon worden. Halverwege de 19de eeuw zei de Franse romanticus Victor Cousin het zo: “ik kan niet zwijgend voorbijgaan aan de wandelplaats, Plantage genaamd. Dat is een voorstad of beter gezegd een tuin die uit verschillende mooie lanen bestaat, geflankeerd door mooie bomen en pittoreske woningen waar de inwoners van Amsterdam ’s avonds of zondags de genoegens van de rust en van het buitenleven komen smaken.” (Overigens is de Plantage nog altijd de groenste buurt in de binnenstad.) Al snel verschenen cafés, herbergen, bordelen. En ook theaters. Rond 1900 was deze buurt hét uitgaanscentrum van de stad, met de Parkschouwburg, de Plantage Schouwburg, de Hollandsche Schouwburg, het theater waar nu de Desmet Studio’s gevestigd zijn, cafés waar aan cabaret en variété werd gedaan, enzovoort, enzovoort, allemaal op een steenworp afstand van elkaar. Het avond- en nachtleven bloeide. Maar de woorden ‘nacht in de Plantage’ roepen natuurlijk ook herinneringen op aan een geheel andere tijd, die van de Tweede Wereldoorlog. De joodse Plantagebuurt was na die periode niet joods meer. En een verhaal over de Plantage is niet compleet zonder bij deze duistere episode stil te staan. 10
De excursies beginnen op zondagmiddag om 13 uur. De prijs bedraagt € 12,50. U dient van zich van te voren op te geven.
Stadswandelingen De wandelingen beginnen steeds om 14.00 uur. Prijs stadswandeling € 10,–. Reserveren gewenst. Op aanvraag is ook een stadswandeling op een andere datum mogelijk: inlichtingen bij de Burcht (Jos Baars 020-6241166).
5 oktober Excursie: Mensonterende praktijken Mensenhandel is een grensoverschrijdende criminaliteit en vormt een ernstige schending van de mensenrechten. Ook in Nederland zijn er mensen die zich in extreme uitbuitingssituaties bevinden of onder dwang werken. Dit gebeurt niet alleen in de prostitutiesector, maar ook in sectoren waar u en ik dagelijks mee te maken hebben. Zoals de horeca, bouw, tuinbouw en huishoudelijke sector. Per jaar gaat het naar schatting om enkele duizenden mannen, vrouwen en kinderen die in Nederland slachtoffer worden van deze moderne vormen van slavernij. Sylvia Borren (directeur Oxfam-Novib) en Sanne Kroon (projectmedewerker Bonded Labour in Nederland/Humanitas) houden inleidingen over uitbuitingssituaties, die ook bij ons in de buurt plaatsvinden. Aansluitend kunt u deelnemen aan een rondleiding door de Rosse Buurt van Amsterdam onder leiding van Angeline Jordens. De excursie begint om 13 uur in De Burcht Prijs € 12,50 19 oktober Stadswandeling: Tussen Museumplein en Overtoom Het Museumplein hoort tot de eerste geplande stadsuitbreidingen van Amsterdam aan het eind van de 19de eeuw. Er moest hier een luxe wijk ontstaan, met villa’s, tuinen en openbare gebouwen, waaronder musea. En dat alles om een groot plein heen gebouwd. Deze plannen zijn grotendeels gerealiseerd, waardoor het Museumplein nu een van de meest imposante stadsgezichten van Amsterdam biedt. Maar het plein is niet los te zien van de buurten er omheen, met name rond het Vondelpark. We zullen dan ook luxe straten als de PC Hooft en de Vondelstraat (als bijna privé-project van Pierre Cuypers) bewandelen. We stoppen bij de Overtoom, want daar begon de buurt voor de ‘mingegoeden’. Startpunt: Cobra Café tussen het Museumplein en de Hobbemastraat Gids: Vincent Rottier
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:28
Pagina 11
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Muziekvoorstellingen De muziekvoorstellingen beginnen altijd op zondagmiddag om 14.00 uur. Voor de ensembles van het Conservato-rium van Amsterdam (CvA) is de toegang € 2,50 en gratis met MJK. Voor de andere ensembles staan de prijzen erbij vermeld. Bij het ter perse gaan van deze folder waren alle ensembles en alle programma’s nog niet bekend: voor inlichtingen kunt u t.z.t. contact opnemen met de Burcht (020-6241166). Voor alle concerten geldt: reserveren gewenst. 30 november Ontmoeting in Amsterdam: Osvaldo Golijov en Jeff Hamburg Osvaldo Golijov en Jeff Hamburg zijn twee hedendaagse componisten die zich laten inspireren door traditioneel joodse muziek, de eerste meer door de religieuze, de tweede meer door de klezmer muziek. Uitgevoerd worden van de Amerikaans-Nederlandse Jeff Hamburg zijn tweede strijkkwartet Hashkivenu, een bekende zegening in het joodse avondgebed (uit 2002) en van de Argentijns-Amerikaanse Osvaldo Golijov
The dreams and prayers of Isaac the Blind voor klezmer-klarinet en strijkkwartet (uit 1994). Het programma wordt uitgevoerd door het Chagall kwartet in samen-werking met klarinettist Emirhan Tugˇa. Prijs € 15,– 21 december Tzigane Ongeveer duizend jaar geleden trokken zigeuners vanuit India (Rajasthan) naar het westen.Vanuit de Indiase kastenmaatschappij, kwamen ze, op drift geraakt, eerst in
Perzië aan, waar hun faam hen al was vooruitgesneld. Een Perzische overlevering beschrijft: ’10.000 muzikanten zijn aangekomen. Uiteindelijk voerde de tocht hen naar Rusland, Noord Afrika, en ook Oosten West Europa. Een geschiedenis van een volk dat duizend jaar ronddoolde, vervolging, bespotting en bijna uitroeiing moest ondergaan, maar dat vanwege de muziek, de dans, ritme, passie en kleur op alle feesten welkom was. L’Chayim o.l.v. violist Marten Boeken speelt traditionele zigeunermuziek en muziek van componisten die zich door de zigeunermuziek hebben laten inspireren. Prijs € 15,– De concertuitvoeringen van het Ensemble van het Conservatorium van Amsterdam op de data 12 oktober, 9 november en 14 december zijn komen te vervallen.
Symposia en debatten voor de meest actuele informatie over de debatten raadpleeg de website www.deburcht.org
Dinsdag 28 okotber 18.00 uur tot 21.00 uur Wereldcafé, eten&drinken&een goed gesprek: Migranten Banen & Tapas Diversiteithapjes met verrijking van de bedrijfscultuur Buitenlanders kleuren onze samenleving en ons arbeidsbestel. Maar in de Nederlandse banencarrousel hebben arbeidsmigranten van buiten de EU weinig rechten. De poort naar werk blijft vaak gesloten. Wat zijn de blokkades die bedrijven moeten opheffen om hun personeelsbestand diverser te maken, en daardoor te verrijken? De Burcht wordt verbouwd tot een Wereldcafé waar migranten, werkgevers en personeelsmensen samen genieten van een ‘diversiteitdiner’en een goed gesprek. We luisteren naar verhalen van arbeidsmigranten en diversiteitmanagers over de hotsen en botsen in de collegiale verhoudingen en de moeizame doorstroming naar managementfuncties. Het resultaat van deze Worldcafésessie verwerken we in een mindmap, die wordt aangeboden aan hrm-managers en instanties. Toegang € 15,–
Donderdag 6 november 13.30 uur tot 16.30 uur Middagseminar: Korting op vrouwen Over de beloningskloof tussen mannen en vrouwen Nog altijd verdienen vrouwen aanzienlijk minder dan mannen. Toch hebben de Nederlandse vrouwen in de afgelopen decennia een opmerkelijke inhaalrace op de arbeidsmarkt ingezet. Dat is ook te danken aan de snelle stijging van het gemiddelde opleidingsniveau van vrouwen. Maar de achterstand in beloning blijft hardnekkig. Loondiscriminatie? Of zijn vrouwen minder gericht op een carrière? Tijdens dit seminar worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd van een studie over de ‘gender pay gap’, uitgevoerd door het Amster11
dams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS). We gaan na wat de oorzaken van de beloningskloof zijn en wat er aan valt te doen. Een seminar voor hrm-managers, genderwetenschappers, vakbondsbestuurders en OR-leden. Toegang € 75,–
Dinsdag 9 december 12.00 uur tot 17.30 uur Congres: ‘De uitvoeringsorganisatie van de Flexicurity-Staat’ ‘De uitvoeringsorganisatie van de Flexicurity-Staat’ Is Nederland klaar voor de nieuwe eisen die gesteld worden aan de uitvoering van de sociale zekerheid en het arbeidsmarktbeleid? Sinds het eind van de jaren tachtig is een haast onafzienbare reeks veranderingen doorgevoerd in de organisatiestructuur van de uitvoeringsorganisaties. GAK werd UWV. Met de bedrijfsverenigingen verdwenen de werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers uit de uitvoering van de werknemersverzekeringen. Die kwamen na een parlementaire enquête volledig onder beheer van de overheid te staan. Wat hebben deze ingrijpende veranderingen opgeleverd? Tijdens dit congres presenteert het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) samen met de Henri Polakleerstoel van De Burcht een onderzoek naar de toekomst van de uitvoeringsorganisatie. Een congres over de routekaart naar flexicurity voor managers, beleidsmakers en bestuurders rond de sociale zekerheid bij overheid en bedrijfsleven. * Deelnemers aan het congres krijgen gratis het boek ‘Geschiedenis van een uitvoeringsorganisatie voor sociale verzekeringen. Zoals het GAK’. Auteur Milo van de Burgt. 362 pgs. Toegang € 295,–
30BP17_VHV_sept08:5086_VHV 2005-mrt
25-09-2008
13:28
Pagina 12
Nieuwsb r i e f
21e jaargang nummer 3, september 2008
Bezoekersaantallen website VHV 2005 - 2008 Sinds 2005 worden de bezoekersaantallen van de website (www.vakbondshistorie.nl) bijgehouden. De aantallen waren al niet om ontevreden over te zijn, maar sinds in januari 2008 de vernieuwde website de lucht in ging hebben we een spectaculaire sprong gemaakt. Hieronder een overzicht.
Colofon
350.000
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting FNV-pers te Amsterdam in opdracht van de VHV en verschijnt vier keer per jaar.
280.000
21e jaargang, nr. 3, september 2008
210.000
Redactie:
Jacques van Gerwen Harry Peer Jeroen Sprenger Piet de Vreede Eric-Jan Weterings (eindredactie, tel. 0118 - 217795 ) Willem de Vrind (redactiesecretaris, tel. 020 - 640 41 07)
Redactieadres: Burgemeester Dregmansstraat 3 4335 BG Middelburg tel. 0118 - 217795
[email protected] Secretariaatsadres VHV: Henri Polaklaan 9 1018 CP Amsterdam tel. 020 - 624 11 66 Internet Vormgeving en druk:
www.vakbondshistorie.nl Jubels B.V. Amsterdam www.jubels.nl
140.000
70.000
0
2005
2006
2007
2008
Bezoekersaantallen per jaar: 2005 2006 2007 2008
70.000 110.000 130.000 348.000 ( over ruim 7 maanden)
Bezoekersaantallen in de maand april van ieder jaar: 2005 2006 2007 2008
7046 8916 11500 50696
Per week hebben we nu evenveel bezoekers als vorige jaren per maand. De topdag was 29 juli 2008: 2246 bezoekers.
Ed van Eijbergen Peter de Wekker
ISSN 1384-7457
12