Einddoelen Nask 1 vmbo bovenbouw Nask 1 ( bb kb gl/tl )
= CE
= SE
Materie Vaksubkernen
Inhouden
Materiaaleigenschappen
Verband tussen soorten materialen, hun eigenschappen en toepassingen.
bb
kb
5.1 De kandidaat kan soorten materialen en hun stofeigen-schappen herkennen en toepassen geleiding van warmte, geleiding van elektriciteit, geleiding van geluid, dichtheid, uitzetting en inkrimping, verspaanb aarheid, mogelijkheid tot verb inden en samenstellen, corrosieb estendigheid
Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen en veilig werken
Stoffen en hun herkenbaarheid door hun eigenschappen.
Gevaren van het gebruik van bepaalde stoffen en de te nemen voorzorgsmaatregelen.
5.1 De kandidaat kan soorten materialen en hun stofeigen-schappen herkennen en toepassen
Bij keuze van (grond)stoffen en materialen rekening houden met effecten voor het milieu.
geleiding van warmte, geleiding van elektriciteit, geleiding van geluid, dichtheid, uitzetting en inkrimping, verspaanb aarheid, mogelijkheid tot verb inden en samenstellen, corrosieb estendigheid
6.1 De kandidaat kan soorten materialen en hun stofeigenschappen herkennen en toepassen
6.1 De kandidaat kan soorten materialen en hun stofeigenschappen herkennen en toepassen
6.1 De kandidaat kan soorten materialen en hun stofeigenschappen herkennen en toepassen fase, kleur, geur, oplosb aarheid in water, kookpunt, smeltpunt, geleiding van elektriciteit, dichtheid
5.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen voor de mens en het milieu herkennen en vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
gevaarlijke stoffen, voorzorgsmaatregelingen, b eschermingsb ril, lab jas, plastic handschoenen, gifwijzer, veiligheidskaarten, pictogrammen.
gevaarlijke stoffen, voorzorgsmaatregelingen, b eschermingsb ril, lab jas, plastic handschoenen, gifwijzer, veiligheidskaarten, pictogrammen.
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
5.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen voor de mens en het milieu herkennen en vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
5.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen voor de mens en het milieu herkennen en vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
afvalstoffen, scheiden en hergeb ruik,
grondstoffen, productie, transport, recycling, afvalverwerking
exameneenheden NASK1/K/4
geleiding van warmte, geleiding van elektriciteit, geleiding van geluid, dichtheid, uitzetting en inkrimping, verspaanb aarheid, mogelijkheid tot verb inden en samenstellen, corrosieb estendigheid
fase, kleur, geur, oplosb aarheid in water, kookpunt, smeltpunt, geleiding van elektriciteit, dichtheid
grondstoffen, productie, transport, recycling, afvalverwerking
Verantwoord omgaan met afval.
6.1 De kandidaat kan soorten materialen en hun stofeigenschappen herkennen en toepassen
fase, kleur, geur, oplosb aarheid in water, kookpunt, smeltpunt, geleiding van elektriciteit, dichtheid
gevaarlijke stoffen, voorzorgsmaatregelingen, b eschermingsb ril, lab jas, plastic handschoenen, gifwijzer, veiligheidskaarten, pictogrammen.
Stoffen en milieu
gl/tl
NASK1/K/4
NASK1/K/4
NASK1/K/4
grondstoffen, productie, transport, recycling, afvalverwerking
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en
verantwoord met afvalstoffen om te gaan
verantwoord met afvalstoffen om te gaan
NASK1/K/4
scheiden en hergeb ruik, composteren, storten, verb randen.
Chemische reacties
Onomkeerbare chemische reacties uit het dagelijks leven.
5.3 De kandidaat kan chemische processen herkennnen voedselb ereiding, roesten, verb randing, uitharden van b eton, lijmen, carb it.
afvalstoffen, scheiden en hergeb ruik, composteren, storten, verb randen.
afvalstoffen, scheiden en hergeb ruik, composteren, storten, verb randen.
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
6.2 De kandidaat kan gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen, en maatregelen nemen om ongewenste effecten hiervan te vermijden door veilig te werken en verantwoord met afvalstoffen om te gaan
voedselb ereiding, roesten, verb randing, uitharden van b eton, lijmen, carb it.
Bouw van stoffen
Karakteristieke bouw van stoffen op het niveau van moleculen en atomen.
16.1 De kandidaat kan de bouw van stoffen en materialen beschrijven in termen van moleculen en atomen
17.1 De kandidaat kan de bouw van stoffen en materialen beschrijven in termen van moleculen en atomen
b ouw van stoffen, moleculen, atomen.
Het gedrag van moleculen en atomen in de verschillende fases van stoffen.
16.2 De kandidaat kan het gedrag van atomen en moleculen in de verschillende fasen uitleggen
b ouw van stoffen, moleculen, atomen.
17.2 De kandidaat kan het gedrag van atomen en moleculen in de verschillende fasen uitleggen
b eweging, onderlinge aantrekkingskracht
De bouw van atomen.
n.v.t.
b eweging, onderlinge aantrekkingskracht
17.3 De kandidaat kan de bouw van een atoom beschrijven b ouw van atoom
Dichtheid
Verband tussen dichtheid en zinken-zweven-drijven.
n.v.t.
6.3 De kandidaat kan zinkenzweven-drijven toepassen met behulp van dichtheid massa, volume, dichtheid, zinken, zweven, drijven
NASK1/K/4
voedselb ereiding, roesten, verb randing, uitharden van b eton, lijmen, carb it.
17.1 De kandidaat kan de bouw van stoffen en materialen beschrijven in termen van moleculen en atomen
NASK1/K/10
b ouw van stoffen, moleculen, atomen.
17.2 De kandidaat kan het gedrag van atomen en moleculen in de verschillende fasen uitleggen
NASK1/K/10
b eweging, onderlinge aantrekkingskracht
17.3 De kandidaat kan de bouw van een atoom beschrijven
NASK1/K/10
b ouw van atoom
6.3 De kandidaat kan zinkenzweven-drijven toepassen met behulp van dichtheid
NASK1/K/4
massa, volume, dichtheid, zinken, zweven, drijven
Energie Vaksubkernen
Inhouden
Vormen van energie
Vormen van energie.
bb
kb
9.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen warmte, elektrische energie
Energie en milieu
gl/tl
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren b ewegings-, zwaarte, warmte-, elektrische-, chemische-, stralings-, kern-, veer- of elastische energie
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren
exameneenheden NASK1/K/6
b ewegings-, zwaarte, warmte-, elektrische-, chemische-, stralings-, kern-, veer- of elastische energie
Milieu en gezondheidseffecten die optreden als gevolg van energiegebruik.
NASK1/K/6
9.2 De kandidaat kan de manieren van opwekking van elektrische energie en de gevolgen ervan beschrijven luchtverontreiniging,
10.2 De kandidaat kan de manieren van opwekking van elektrische energie en de gevolgen ervan beschrijven luchtverontreiniging,
10.2 De kandidaat kan de manieren van opwekking van elektrische energie en de gevolgen ervan beschrijven luchtverontreiniging,
Verbranden en verwarmen
Warmtebronnen.
luchtverontreiniging, zure regen, b roeikaseffect, thermische verontreiniging, irritatie en b eschadiging 9.1 De kandidaat kan het van slijmvliezen, ogen en proces van verbranden luchtwegen beschrijven en de
luchtverontreiniging, zure regen, b roeikaseffect, thermische verontreiniging, irritatie en b eschadiging 10.1 De kandidaat kan het van slijmvliezen, ogen en proces van verbranden luchtwegenen de beschrijven
luchtverontreiniging, zure regen, b roeikaseffect, thermische verontreiniging, irritatie en b eschadiging 10.1 De kandidaat kan het van slijmvliezen, ogen en proces van verbranden luchtwegenen de beschrijven
verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
kachel, c.v., fornuis, vloerverwarming, gasb rander, elektrische kookplaat, elektrische dompelaar
Meten van temperatuur.
9.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen thermometer, temperatuursensor
Isolatie toepassen
Transport van warmte.
10.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen thermometer, temperatuurschalen Kelvin en Celsius, temperatuursensor, ab solute nulpunt
Schakelingen.
Aard en functie van componenten in schakelingen.
10.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
10.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
isoleerkan, spouwmuurisolatie, b ouwmaterialen, radiatorfolie, handgrepen van pannen, dub b ele b eglazing
isoleerkan, spouwmuurisolatie, b ouwmaterialen, radiatorfolie, handgrepen van pannen, dub b ele b eglazing
isoleerkan, spouwmuurisolatie, b ouwmaterialen, radiatorfolie, handgrepen van pannen, dub b ele b eglazing
9.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
10.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
10.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
n.v.t.
geleiding, stroming, straling
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/6
thermometer, temperatuurschalen Kelvin en Celsius, temperatuursensor, ab solute nulpunt
10.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
verb randingswarmte, temperatuur
Elektriciteit en magnetisme
kachel, c.v., fornuis, vloerverwarming, gasb rander, elektrische kookplaat, elektrische dompelaar.
9.1 De kandidaat kan het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen
geleiding, stroming, straling
Verband tussen temperatuur, tijd en warmte.
kachel, c.v., fornuis, vloerverwarming, gasb rander, elektrische kookplaat, elektrische dompelaar.
NASK1/K/6
NASK1/K/6
NASK1/K/6
geleiding, stroming, straling
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/6
verb randingswarmte, temperatuur
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
huisinstallatie, elektrisch circuit van voertuigen, spanningsb ron en ‘aarde’, verb indingsdraden
huisinstallatie, elektrisch circuit van voertuigen, spanningsb ron en ‘aarde’, verb indingsdraden
huisinstallatie, elektrisch circuit van voertuigen, spanningsb ron en ‘aarde’, verb indingsdraden
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
weerstand, NTC, LDR, LED en diode, schakelaar, drukschakelaar, reedcontact, relais, transistor als schakelaar,
weerstand, NTC, LDR, LED en diode, schakelaar, drukschakelaar, reedcontact, relais, transistor als schakelaar,
weerstand, NTC, LDR, LED en diode, schakelaar, drukschakelaar, reedcontact, relais, transistor als schakelaar,
NASK1/K/5
NASK1/K/5
condensator, actuator, zoals motor of lamp, transformator Meetinstrumenten
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren spanningsmeter, stroommeter, multimeter, kWh-meter, vermogensmeter
Principe van een gesloten stroomkring in serie- en parallelschakelingen.
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren gesloten stroomkring, serieschakeling, parallelschakeling
Diverse schema's van schakelingen in de praktijk.
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren inb rekersalarm, automatische deurb ediening, elektronische temperatuursensor, schemerschakeling, dimmer, discolichten
Verband spanning en stroom.
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren spanning, stroom, weerstand
Vermogen van apparaten, totale vermogen en energiegebruik meten en berekenen.
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren vermogen, elektrische energie, energiegeb ruik, kWh, joule
Vegelijken van apparaten ten aanzien van energiegebruik, rendement en veiligheid.
7.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren rendement
Beveiligen van stroomkringen.
Geleiders en isolatoren toepassen.
condensator, actuator, zoals motor of lamp, transformator 8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren spanningsmeter, stroommeter, multimeter, kWh-meter, vermogensmeter
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren gesloten stroomkring, serieschakeling, parallelschakeling
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren inb rekersalarm, automatische deurb ediening, elektronische temperatuursensor, schemerschakeling, dimmer, discolichten
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren spanning, stroom, weerstand
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren vermogen, elektrische energie, energiegeb ruik, kWh, joule
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren rendement
condensator, actuator, zoals motor of lamp, transformator 8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
spanningsmeter, stroommeter, multimeter, kWh-meter, vermogensmeter
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
gesloten stroomkring, serieschakeling, parallelschakeling
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
inb rekersalarm, automatische deurb ediening, elektronische temperatuursensor, schemerschakeling, dimmer, discolichten
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
spanning, stroom, weerstand
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
vermogen, elektrische energie, energiegeb ruik, kWh, joule
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
rendement
7.2 De kandidaat kan beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren
8.2 De kandidaat kan beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren
8.2 De kandidaat kan beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren
hoofdzekering, groepzekering, aardlekschakelaar, randaarde, 7.2 Deb kandidaat dub ele isolatiekan beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren
hoofdzekering, groepzekering, aardlekschakelaar, randaarde, 8.2 Deb kandidaat dub ele isolatiekan beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren
hoofdzekering, groepzekering, aardlekschakelaar, randaarde, 8.2 Deb kandidaat dub ele isolatiekan beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren
NASK1/K/5
NASK1/K/5
elektrische geleider, elektrische isolator
Verband tussen gebruikstijd van accu en capaciteit.
n.v.t.
elektrische geleider, elektrische isolator
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren capaciteit van accu
Magnetisme.
n.v.t.
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme permanente magneet, noord- en zuidpool, aantrekking en afstoting tussen polen, veldlijnen, spoel, weekijzeren kern, elektromagneet
Magnetisme en toepassingen.
n.v.t.
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme dynamo, transfomator, luidspreker, relais reedcontact
Onderdelen van een dynamo en de manier van opwekken van elektrische energie.
n.v.t.
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme b ewegingsenergie, elektrische energie, magneet, energieomzetting
Onderdelen van een transformator, de werking ervan en haar toepassingen.
Energieomzetting
Omzetten van energie, wet van behoud van energie.
n.v.t.
n.v.t.
Het rendement berekenen.
n.v.t.
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme
NASK1/K/5
permanente magneet, noord- en zuidpool, aantrekking en afstoting tussen polen, veldlijnen, spoel, weekijzeren kern, elektromagneet
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme
NASK1/K/5
dynamo, transfomator, luidspreker, relais reedcontact
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme
NASK1/K/5
b ewegingsenergie, elektrische energie, magneet, energieomzetting
primaire en secundaire kring, transformatie van spanning, overdracht van vermogen, toepassingen ten minste: . adapter . halogeenverlichting . elektriciteitstransport
primaire en secundaire kring, transformatie van spanning, overdracht van vermogen, toepassingen ten minste: . adapter . halogeenverlichting . elektriciteitstransport
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren
NASK1/K/5
capaciteit van accu
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme
energieomzetting, rendement, vermogen
Licht, geluid en straling
8.1 De kandidaat kan elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren
8.3 De kandidaat kan de werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme
energieomzetting, wet van b ehoud van energie, verb randingswarmte, rendement, vermogen
Rendement en vermogen
elektrische geleider, elektrische isolator
NASK1/K/5
NASK1/K/6
energieomzetting, wet van b ehoud van energie, verb randingswarmte, rendement, vermogen
10.3 De kandidaat kan het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren energieomzetting, rendement, vermogen
NASK1/K/6
Licht, geluid en straling Vaksubkernen
Inhouden
Geluid
Geluidsbronnen
bb
kb
12. De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten stemvork, muziekinstrumenten, luidspreker, oortelefoon, machines, verkeer
Geluidsontvangers
12. De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten oor, microfoon, geluidsensor
Geluidstoepassingen
12. De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten echo, echolood, echoscopie
Verband tussen toonhoogte (frequentie) van een snaarinstrument en lengte en spankracht in de snaar.
12. De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten frequentie, snaarlengte
Relatie tussen geluidsterkte en geluidshinder met metingen.
Gezondheidsschade door geluidssterkte en tijdsduur en het nemen van maatregelen.
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten stemvork, muziekinstrumenten, luidspreker, oortelefoon, machines, verkeer
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten oor, microfoon, geluidsensor
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten echo, echolood, echoscopie
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten frequentie, snaarlengte
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
geluidssterktemeter, computermetingen, dB(A)-schaal, gehoorgrenzen (tussen 20 Hz en 20 kHz)
12. De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
n.v.t.
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de
NASK1/K/8
NASK1/K/8
frequentie, snaarlengte
geluidssterktemeter, computermetingen, dB(A)-schaal, gehoorgrenzen (tussen 20 Hz en 20 kHz)
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
NASK1/K/8
echo, echolood, echoscopie
geluidssterktemeter, computermetingen, dB(A)-schaal, gehoorgrenzen (tussen 20 Hz en 20 kHz)
n.v.t.
NASK1/K/8
oor, microfoon, geluidsensor
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
geluidswal, geluidsscherm, gehoorb eschermers, dub b ele b eglazing
exameneenheden
stemvork, muziekinstrumenten, luidspreker, oortelefoon, machines, verkeer
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
toonhoogte, frequentie, amplitude, geluidssterkte
De geluidssnelheid in verschillende tussenstoffen berekenen.
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
12. De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
geluidswal, geluidsscherm, gehoorb eschermers, dub b ele b eglazing
Geluidskenmerken.
gl/tl
NASK1/K/8
NASK1/K/8
geluidswal, geluidsscherm, gehoorb eschermers, dub b ele b eglazing
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
NASK1/K/8
toonhoogte, frequentie, amplitude, geluidssterkte
13.1 De kandidaat kan de eigenschappen van geluid toepassen en de gevolgen van geluidshinder en de
NASK1/K/8
van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten geluidsafstand, geluidssnelheid
Trillingstijd van een toon bepalen met een oscilloscoopbeeld en berekening.
n.v.t.
13.2 De kandidaat kan geluid vastleggen met oscilloscoop of computer en daaruit de frequentie bepalen frequentie, trillingstijd.
De onderdelen en de werking van een luidspreker.
n.v.t.
13.3 De kandidaat kan de werking van een luidspreker uitleggen conus, magneet, spoel.
Licht
Lichtbronnen, eigenschappen van lichtstralen, schaduwvorming.
11.1 De kandidaat kan rechtlijnige lichtstralen, verschillende soorten lichtbundels, schaduwvorming, kleurvorming en verschillende soorten straling toepassen zon, kunstlicht, rechtlijnige lichtstralen, schaduw, kleur.
Beeldvorming bij spiegel.
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen vlakke spiegel, spiegelb eeld, construeren.
Lens
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen b eeldvorming b ij b olle lens.
Het oog als lens en andere toepassingen van een lens.
11.3 De kandidaat kan beeldvorming bij het menselijk oog en oogafwijkingen toepassen accomoderen, b ijziend, verziend, pupil, netvlies, b linde vlek.
Kleurschifting en kleurvorming.
zon, kunstlicht, rechtlijnige lichtstralen, schaduw, kleur.
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen vlakke spiegel, spiegelb eeld, construeren.
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen b eeldvorming b ij b olle lens.
11.3 De kandidaat kan beeldvorming bij het menselijk oog en oogafwijkingen toepassen accomoderen, b ijziend, verziend, pupil, netvlies, b linde vlek.
geluidsafstand, geluidssnelheid
13.2 De kandidaat kan geluid vastleggen met oscilloscoop of computer en daaruit de frequentie bepalen
13.3 De kandidaat kan de werking van een luidspreker uitleggen
11.1 De kandidaat kan rechtlijnige lichtstralen, verschillende soorten lichtbundels, schaduwvorming, kleurvorming en verschillende soorten straling toepassen
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen
NASK1/K/7
b eeldvorming b ij b olle lens.
11.3 De kandidaat kan beeldvorming bij het menselijk oog en oogafwijkingen toepassen
NASK1/K/7
accomoderen, b ijziend, verziend, pupil, netvlies, b linde vlek.
lichtbundels, schaduwvorming, kleurvorming en verschillende soorten straling toepassen
lichtbundels, schaduwvorming, kleurvorming en verschillende soorten straling toepassen
b randpunt, b eeldafstand,
NASK1/K/7
vlakke spiegel, spiegelb eeld, construeren.
lichtbundels, schaduwvorming, kleurvorming en verschillende soorten straling toepassen
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen
NASK1/K/7
zon, kunstlicht, rechtlijnige lichtstralen, schaduw, kleur.
11.1 De kandidaat kan rechtlijnige lichtstralen, verschillende soorten
n.v.t.
NASK1/K/8
conus, magneet, spoel.
11.1 De kandidaat kan rechtlijnige lichtstralen, verschillende soorten
prisma, primaire kleuren, kleurvorming.
NASK1/K/8
frequentie, trillingstijd.
11.1 De kandidaat kan rechtlijnige lichtstralen, verschillende soorten
prisma, primaire kleuren, kleurvorming.
Beeldvorming door een bolle lens en relaties tussen v en b
11.1 De kandidaat kan rechtlijnige lichtstralen, verschillende soorten lichtbundels, schaduwvorming, kleurvorming en verschillende soorten straling toepassen
van geluidshinder en de beperking van geluidshinder toelichten
NASK1/K/7
prisma, primaire kleuren, kleurvorming.
11.2 De kandidaat kan verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen b randpunt, b eeldafstand,
NASK1/K/7
b eeldafstand, voorwerpafstand
Straling en stralingsbescherming
Stralingsbronnen en soorten straling.
n.v.t.
18.1 De kandidaat kan bronnen van ioniserende straling noemen alfa-, b èta-, gammastraling.
Vervalreacties van alfa, bèta en gamma straling.
n.v.t.
18.2 De kandidaat kan radioactief verval en toepassingen ervan beschrijven halveringstijd als maat voor de activiteit van een stof.
Gebruik van straling in diagnostische medische toepassingen.
n.v.t.
18.2 De kandidaat kan radioactief verval en toepassingen ervan beschrijven röntgenfoto, hoogtezon, rode lamp.
Veiligheidsmaatregelen tegen straling.
n.v.t.
18.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen tegen ongewenste effecten van straling en radioactieve stoffen beschrijven opslag kernafval, afscherming met lood.
b eeldafstand, voorwerpafstand
18.1 De kandidaat kan bronnen van ioniserende straling noemen
NASK1/K/11
alfa-, b èta-, gammastraling.
18.2 De kandidaat kan radioactief verval en toepassingen ervan beschrijven
NASK1/K/11
halveringstijd als maat voor de activiteit van een stof.
18.2 De kandidaat kan radioactief verval en toepassingen ervan beschrijven
NASK1/K/11
röntgenfoto, hoogtezon, rode lamp.
18.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen tegen ongewenste effecten van straling en radioactieve stoffen beschrijven
NASK1/K/11
opslag kernafval, afscherming met lood.
Kracht en beweging Vaksubkernen
Inhouden
Kracht
Soorten krachten, de werking en toepassingen.
Werking van de hefboomwet en toepassingen.
bb
kb
14.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
15. 1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
15. 1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
spierkracht, veerkracht, spankracht, zwaartekracht, wrijvingskracht, magnetische kracht, elektrische kracht, grootte en richting, vectorvoorstelling, kracht meten met veerunster of krachtsensor
spierkracht, veerkracht, spankracht, zwaartekracht, wrijvingskracht, magnetische kracht, elektrische kracht, grootte en richting, vectorvoorstelling, kracht meten met veerunster of krachtsensor
spierkracht, veerkracht, spankracht, zwaartekracht, wrijvingskracht, magnetische kracht, elektrische kracht, grootte en richting, vectorvoorstelling, kracht meten met veerunster of krachtsensor
14.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
15.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
15.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
kracht, arm, evenwicht, tang, klauwhamer, b reekijzer, steekwagen, steek/ringsleutel, momentsleutel Krachten samenstellen bij een rijdend voertuig.
gl/tl
14.2 De kandidaat kan bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid berekenen aandrijfkracht en remkracht - tegenwerkende
kracht, arm, evenwicht, tang, klauwhamer, b reekijzer, steekwagen, steek/ringsleutel, momentsleutel 15.2 De kandidaat kan bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid berekenen aandrijfkracht en remkracht - tegenwerkende
exameneenheden NASK1/K/9
NASK1/K/9
kracht, arm, evenwicht, tang, klauwhamer, b reekijzer, steekwagen, steek/ringsleutel, momentsleutel 15.2 De kandidaat kan bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid berekenen aandrijfkracht en remkracht - tegenwerkende
NASK1/K/9
- tegenwerkende krachten, luchtwrijving, rolwrijving - nettokracht
Massamiddelpunt bepalen en de hefboomwet toepassen.
n.v.t.
- tegenwerkende krachten, luchtwrijving, rolwrijving - nettokracht
n.v.t.
- tegenwerkende krachten, luchtwrijving, rolwrijving - nettokracht
20.2 De kandidaat kan de plaats van het massamiddelpunt bepalen en berekeningen met de hefboomwet uitvoeren
NASK1/V/2
resultante, massamiddelpunt, zwaartekracht, hefb oomwet
Druk
De druk van een voorwerp op de ondergrond in relatie met kracht en oppervlak, zoals rupsband en punaise.
14.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
n.v.t.
n.v.t.
NASK1/K/9
druk, kracht, oppervlak, rupsb and, punaise
De druk van een voorwerp berekenen.
n.v.t.
15.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen druk, kracht, oppervlak, veiligheidsgordel, veiligheidshelm, rijplaten, rupsb and, tractorb anden, mes, punaise
Overbrengingen
Gebruik en werking van een katrol.
14.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen vaste katrol, losse katrol, takels
Beweging
vaste katrol, losse katrol, takels
Veiligheidsmaatregelingen in het verkeer.
NASK1/K/9
druk, kracht, oppervlak, veiligheidsgordel, veiligheidshelm, rijplaten, rupsb and, tractorb anden, mes, punaise
15.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
NASK1/K/9
vaste katrol, losse katrol, takels
Berekenen van gemiddelde snelheid.
(s, t)- en (v,t)-diagrammen van bewegingen aflezen en maken.
Veiligheid in het verkeer
15.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
15.1 De kandidaat kan de werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond beschrijven en in evenwichtsituaties kwalitatief de hefboomwet toepassen
NASK1/K/9
14.2 De kandidaat kan bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, 14.2 De kandidaat kan bij krachten samenstellen en de een bewegend voorwerp gemiddelde snelheid diagrammen berekenen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid gemiddelde snelheid, berekenen afstand, tijd b ewegingen met constante snelheid, eenparig versnelde b ewegingen, eenparig vertraagde b ewegingen, andere b ewegingen.
15.2 De kandidaat kan bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, 15.2 De kandidaat kan bij krachten samenstellen en de een bewegend voorwerp gemiddelde snelheid diagrammen berekenen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid gemiddelde snelheid, berekenen afstand, tijd. b ewegingen met constante snelheid, eenparig versnelde b ewegingen, eenparig vertraagde b ewegingen, andere b ewegingen.
15.2 De kandidaat kan bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, 15.2 De kandidaat kan bij krachten samenstellen en de een bewegend voorwerp gemiddelde snelheid diagrammen berekenen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid gemiddelde snelheid, berekenen afstand, tijd. b ewegingen met constante snelheid, eenparig versnelde b ewegingen, eenparig vertraagde b ewegingen, andere b ewegingen.
14.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen
15.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren
15.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren
NASK1/K/9
NASK1/K/9
van traagheid verklaren veiligheidsgordel, veiligheidshelm, kreukelzone, hoofdsteun, kooiconstructie, airb ag
Omstandigheden die invoed hebben op verkeersveiligheid.
14.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen
veiligheidsgordel, veiligheidshelm, kreukelzone, hoofdsteun, kooiconstructie, airb ag
15.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren
reactietijd, rijsnelheid, staat van de b anden en van het wegdek, weersomstandigheden
In de context van veiligheidsgordel, airbag, valhelm, kreukelzone, kooiconstructie, hoofdsteun berekeningen maken.
n.v.t.
reactietijd, rijsnelheid, staat van de b anden en van het wegdek, weersomstandigheden.
n.v.t.
van traagheid verklaren veiligheidsgordel, veiligheidshelm, kreukelzone, hoofdsteun, kooiconstructie, airb ag
15.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren
NASK1/K/9
reactietijd, rijsnelheid, staat van de b anden en van het wegdek, weersomstandigheden.
20.1 De kandidaat kan berekeningen uitvoeren en redeneringen opzetten in situaties van verkeer en veiligheid
NASK1/V/1
snelheid, vertraging/versnelling, kracht, arb eid, b ewegingsenergie, zwaarte-energie, vermogen
Traagheid
Verschijnselen van traagheid, die zich bij snelheidsverandering voordoen.
n.v.t.
15.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren traagheid, snelheidverandering
Bewegen en botsen
Gegevens verzamelen en verwerken over bewegingen of botsingen.
n.v.t.
n.v.t.
15.3 De kandidaat kan veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren
NASK1/K/9
traagheid, snelheidverandering
20.2 De kandidaat kan uit bronnen over bewegingen of botsingen gegevens selecteren en verwerken
NASK1/V/1
meten, videometen, ontwerpen, b erekenen, b eredeneren, selecteren, tekenen, uitlezen
Constructies
In constructies krachten onderscheiden, samenstellen en berekenen.
n.v.t.
n.v.t.
NASK1/V/2
21.1 De kandidaat kan in constructies krachten onderscheiden, ontbinden, samenstellen en berekenen
Ruimte Vaksubkernen
Inhouden
bb
Weer
Weersverwachting.
n.v.t.
kb 19.1 De kandidaat kan het meten van temperatuur en luchtdruk toepassen temperatuur, luchtdruk, meetapparatuur, weersverwachting
Ontstaan van wolken, neerslag en bliksem.
n.v.t.
19.2 De kandidaat kan het ontstaan van wolken, neerslag en bliksem
veerkracht en zwaartekracht, spankracht, trekkracht, duwkracht, massamiddelpunt, moment van een kracht, gl/tl momentenwet b ij evenwicht, 19.1 De kandidaat kan het vector, meten van temperatuur en nettokracht luchtdruk toepassen
exameneenheden NASK1/K/12
temperatuur, luchtdruk, meetapparatuur, weersverwachting
19.2 De kandidaat kan het ontstaan van wolken, neerslag en bliksem
NASK1/K/12
beschrijven
Invloed van het weer op maatschappelijke aspecten.
n.v.t.
beschrijven
stijgende en dalende lucht, condensatie, verdamping, ontlading
stijgende en dalende lucht, condensatie, verdamping, ontlading
19.3 De kandidaat kan maatschappelijke aspecten van weersverschijnselen toelichten
19.3 De kandidaat kan maatschappelijke aspecten van weersverschijnselen toelichten.
landb ouw, recreatie, natuurverschijnselen, natuurrampen
landb ouw, recreatie, natuurverschijnselen, natuurrampen
NASK1/K/12