Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Tips en praktijkvoorbeelden om uw jeugd-, cultuur- en sportbeleidsplannen te interculturaliseren Onze samenleving is meer dan ooit etnisch-cultureel verscheiden. Die diversiteit kan een rijkdom zijn als ze haar plaats vindt in alle sectoren van onze samenleving. Toch zien we dat er blijkbaar nog heel wat drempels zijn voor een volwaardige deelname. Sport en jeugdwerk zijn nochtans een belangrijke poort naar deelname in onze samenleving : autochtone en allochtone jongeren leren mekaar beter kennen, anderstalige jongeren spreken ook Nederlands buiten de school, allochtone jongeren krijgen nieuwe netwerken en voelen zich minder uitgesloten, jongeren hebben een aanbod in hun vrije tijd,... Om de participatie op de domeinen van cultuur, jeugd en sport te verhogen, vraagt Vlaams minister Anciaux de sectoren te werken aan interculturalisering en de inspanningen te vermelden in de beleidsplannen. Om u inspiratie te bezorgen voor de beleidsplannen waaraan uw gemeente nu werkt, selecteerden wij enkele tips die kunnen bijdragen tot interculturalisering. De selectie gebeurde op basis van haalbaarheid voor elke gemeente. Bij sommige tips verwijzen we naar een praktijkvoorbeeld waarvan u de beschrijving verderop in deze bundel vindt. De praktijkvoorbeelden vonden we in onze eigen provincie en dienen ter illustratie. U vindt er misschien uw eigen inspanningen in terug. Vindt u uw initiatieven niet terug en denkt u dat ze anderen kunnen dienen, dan mag u ze altijd bezorgen aan het Provinciaal Integratiecentrum. Als u over deze tips van gedachten wil wisselen of als u op zoek bent naar andere concrete ideeën of projecten voor uw beleidsplannen, kan u contact opnemen met het Provinciaal Integratiecentrum. Wij denken graag met u mee. Uiteraard zijn er ook voorbeelden van concrete initiatieven buiten onze provincie. U kan een kijkje nemen op de website van het Vlaams Minderhedencentrum: www.vmc.be, klikken op lokaal beleid. Algemeen - Geef minderheden inspraak bij de opmaak van de beleidsplannen. Om een echte inbreng te hebben, gaat men best vindplaatsgericht te werk. Zo kan je deelnemen aan een vergadering van een organisatie van etnisch-culturele minderheden of eens gaan praten met jongeren op een rondhangplaats. - Betrek minderheden bij de nieuw op te richten adviesraden (zie Fiche 1 'Goede raad voor je adviesraad' van De Wakkere Burger). - Maak de informatie over wat er in je gemeente gebeurt, toegankelijker. Misschien kan het taalgebruik van uw publicaties eenvoudiger en duidelijker of kan je de bestaande informatie ook eens verspreiden via andere kanalen bijvoorbeeld via taallessen Nederlands of via scholen. Jeugd - Kinderen en jongeren toeleiden naar het jeugdwerk en jeugdbewegingen vraagt een specifieke aanpak. Zij zijn vaak niet vertrouwd met het jeugdwerk zoals het hier bestaat (zie fiche 2 'Allochtone kinderen toeleiden naar het jeugdwerk'). - Taalstimulering van kinderen kan onder andere via integratie in de speelpleinwerking van uw gemeente. Kinderen en ouders kennen de speelpleinwerking vaak niet (zie fiche 3 'Anderstalige jongeren leren Nederlands op het speelplein'). - Voorzie dialoog met en openbare ruimte voor jongeren, best in samenwerking met andere diensten zoals de sportdienst, preventiedienst en andere. Er bestaan interessante voorbeelden en tips om hieraan te werken.
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Sport - Heb extra aandacht voor deelname van kinderen en jongeren aan sportinitiatieven en sportclubs (zie fiche 4 'Het SPOEKt in de gemeente' en fiche 5 'Maand van de sportclub'). - Zorg ervoor dat sportinitiatieven ook naar kinderen en jongeren toe gaan, in samenwerking met jeugddienst en wijkwerking (voor ideeën zie fiche 6). - Denk aan reglementen en middelen om financiële drempels, die een echte rem kunnen zijn, weg te werken (bijvoorbeeld sportcheques voor families met lage inkomsten).
Cultuur - Heb aandacht voor sociaal-culturele verenigingen van etnisch-culturele minderheden in het cultuurbeleidsplan en zorg ervoor dat ze betrokken worden bij de opmaak van het plan. Een overzicht van organisaties in Vlaams-Brabant vindt u in de brochure 'een kleurrijke gids van Vlaams-Brabant. Het allochtoon verenigingsleven in kaart gebracht' (te raadplegen op de website www.vlaamsbrabant.be/minderheden, klikken op allochtone organisaties). - Stimuleer uitwisseling en samenwerking tussen organisaties. De organisaties van minderheden hebben vaak ervaring en knowhow op dit vlak. - Bewandel eens andere wegen om kinderen te laten kennis maken met het kunstonderwijs (zie fiche 7 'KOEK voor kinderen') - Hou in uw cultuurprogrammatie rekening met de diversiteit van de bevolking.
Contactgegevens Provinciaal Integratiecentrum Provincieplein 1 3010 Leuven Tel. 016-26 73 87 E-mail:
[email protected] Contactpersoon: Lut Cloetens
[email protected]
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 1 Goede raad voor je adviesraad Als je wil dat je adviesraad een weerspiegeling is van je bevolking, moet je soms extra inspanningen doen. Toch verschillen deze inspanningen meestal niet van de inspanningen die je moet doen om nieuwe leden van welke bevolkingsgroep of kansengroep dan ook te betrekken. Het Provinciaal Integratiecentrum vroeg allochtone leden van adviesraden in Vlaams-Brabant naar hun ervaringen en legde deze voor aan de Wakkere Burger. Zij formuleerden volgende tips vanuit hun ervaringen en deskundigheid en rekening houdend met de opmerkingen uit de bevraging. 1.
ondersteun je nieuwe leden. Installeer een peter-meter-systeem: iemand waarop men kan rekenen. Bel nieuwe leden op twee dagen voor de vergadering, overloop samen de agenda en licht eventuele onduidelijkheden toe. Voor nieuwkomers is een abstracte agenda dikwijls moeilijk te begrijpen. Denk hieraan bij de opstelling van je agenda. Dus niet: ‘dagje cultuur’ maar wel ‘uitwerken van de verschillende mogelijkheden voor workshops op jaarlijks evenement van de cultuurraad: dagje cultuur’.
2.
ga gericht en actief op zoek naar nieuwe leden. Doe dat ‘vindplaatsgericht’: ga daar zoeken waar ze te vinden zijn. Spreek organisaties en verenigingen van en voor allochtonen persoonlijk aan, ga naar activiteiten, geef een toelichting over je adviesraad op vergaderingen. Maak één persoon binnen de adviesraad hiervoor verantwoordelijk. Deze persoon treedt ook op als aanspreekpunt voor geïnteresseerden.
3.
Zorg dat vergaderingen aanspreken. Wissel de ‘verplichte’ thema’s (zoals ‘sportbeleidsplan’ en ‘begroting jeugd’) af met thema’s die op dat moment dicht bij de werking van de verenigingen liggen, vb. de nieuwe wet op vrijwilligerswerk. Sluit aan bij lokale actualiteit, vb. kennismaking met de nieuwe bevoegde schepen. Je kan een spreker uitnodigen, bijvoorbeeld over verzekeringen voor verenigingen. Leg een werkbezoek af, bezoek bijvoorbeeld het cultureel centrum in de buurgemeente omdat men daar bijzondere aandacht had voor het betrekken van alle minderheden bij het tot stand komen van het centrum. Zorg er ook voor dat de verschillende aangesloten verenigingen elkaar kunnen leren kennen: geef ze de tijd hun eigen werking toe te lichten, ga eens op bezoek, … Dit zijn zaken die de leden interessanter vinden dan puur technische of financiële details.
4.
Kom creatief uit de hoek. Al is saaie degelijkheid tegenwoordig ook een positief label, probeer eens een andere manier van werken uit. Werk in groepjes, maak gebruik van projecties, … Maakt niet uit wat, zolang je het maar afwisselend houdt. Heb er aandacht voor dat niet altijd dezelfden het woord voeren en dat iedereen aan bod kan komen. Vergader dus op een aangename wijze. Vergeet daarbij de innerlijke mens ook niet: op tijd een drankje, even de benen strekken. Je kan ook creatief zijn op het vlak van bekendmaking van je adviezen, op het vlak van bekendmaking van je adviesraad zelf, van je activiteiten, … think outside of the box!
5.
Staar je niet blind op regels en huishoudelijke reglementen, statuten, subsidiereglementen. Wat is het belangrijkste? Denk daar aan bij de opstelling van je subsidiereglement. Je kan de vergaderingen inhoudelijk aantrekkelijker maken en subsidies loskoppelen van louter aanwezigheid op de vergaderingen van de adviesraad en eerder baseren op activiteiten van de verenigingen of ledenaantal.
6.
Vereenzelvig niemand met een bepaalde groep. De persoon die je aantrekt voor je adviesraad is er als individu of als vertegenwoordiger van een vereniging, niet als woordvoerder van een hele
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
bevolkingsgroep. Verwacht van die persoon dus niet zomaar een antwoord op de vraag: ‘Wat denken “de allochtonen” daarvan?’. Moedig wel al je leden aan om te communiceren met de achterban van hun vereniging over wat er in de adviesraad gebeurt. 7.
formuleer in een paar zinnen waar je adviesraad mee bezig is en waarom het zinvol is aan te sluiten. Voorbeeld : ‘onze adviesraad geeft in de eerste plaats advies aan het gemeentebestuur, over alles wat met sport te maken heeft. Daarnaast organiseren we ook eigen activiteiten en zorgen we ervoor dat de verschillende verenigingen met elkaar kunnen overleggen. Het is interessant bij ons aan te sluiten, want: we krijgen veel informatie van het gemeentebestuur en van de andere overheden; we kunnen onze eigen zeg doen in het sportbeleid; het gebruik van de sportlokalen en –velden is goedkoper; we zorgen voor een goede verzekering voor alle aangesloten verenigingen, …’
8.
Leg geen overdreven druk op je vrijwilligers. Belast ze niet te veel met wat moet, heb aandacht voor wat ze goed kunnen en graag doen. Schakel nieuwe mensen in in concrete projecten, eventueel met een tijdelijk karakter, zodat ze eerst eens kunnen proeven van je adviesraad. Vandaag neemt men makkelijker een engagement op als dat duidelijk is afgebakend in tijd en omvang.
9.
investeer een beetje van je tijd, energie en indien nodig ook budget, om ervoor te zorgen dat iedereen een gelijke basiskennis heeft over de gemeentelijke structuur, de belangrijkste regels waarbinnen moet gewerkt worden, … Je kan dat zelf doen, of je kan daarvoor iemand uitnodigen. Organiseer dus interne vorming voor je leden. Niet alleen over inhoudelijk thema’s, maar ook over hoe de adviesraad efficiënt kan werken.
10. vermijd fysieke en mentale drempels. Letterlijk: vergader niet in een lokaal dat alleen via trappen bereikbaar is, dan kunnen ook personen met een handicap deelnemen. Maar ook minder letterlijk: voor sommige mensen bijvoorbeeld ligt een vergadering in een café moeilijk. Het is ook vreemd om de vergadering van je adviesraad altijd te houden in het lokaal van één van de aangesloten verenigingen. Zoek eerder een ‘neutraal’ lokaal of wissel vergaderlokalen af.
Waar vindt je meer informatie? Meer informatie hierover of concrete begeleiding voor je adviesraad, kan je aanvragen bij De Wakkere Burger vzw. De Wakkere Burger vzw - Participatie en Lokale Democratie Liedtsstraat 27-29 1030 Brussel (t) 02-240.95.25 (f) 02-400.42.22 (e)
[email protected] www.dewakkereburger.be De Wakkere Burger vzw zet zich al meer dan 20 jaar in voor de verbetering van de burgerparticipatie en de burgerschapsvorming. Dat doenze in de eerste plaats op het lokale niveau. De Wakkere Burger vzw ondersteunt de participatiepraktijk onder meer via sensibiliserings- en vormingsactiviteiten, advies en begeleiding, publicaties en beleidsbeïnvloeding.
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 2
Samenwerken om allochtone kinderen en jongeren toe te leiden naar het jeugdwerk Kort Een samenwerking tussen de gemeentelijke jeugddienst en de jeugdbewegingen en/of ander jeugdwerk in de gemeente. Zij maken een map met informatiefiches en aantrekkelijke foto's over het jeugdwerk. Gemeentelijke diensten, OCMW's en andere sociale en sociaal-culturele partners maken gebruik van deze fiches om cliënten aan te spreken over het bestaan van activiteiten voor hun kinderen en stimuleren hen hiervan gebruik te maken.
Waarom? Gezinnen van allochtone herkomst zijn vaak niet bekend met het jeugdwerk in ons land of niet vertrouwd met jeugdwerk in het algemeen. Hun kinderen nemen dus zelden deel aan jeugdwerk of zijn zelden lid van jeugdbewegingen. Daarom moet er een extra inspanning gedaan worden om de bestaande initiatieven bekend te maken en uit te leggen maar de eerste stappen moeten ook begeleid en omkaderd worden.
Hoe doe je het? De projecten zoals hier beschreven lopen op het ogenblik in Sint-Pieters-Leeuw en Asse. Uiteraard kan de werkwijze aangepast worden aan de lokale situatie. STAP 1: Vraag naar samenwerking en voorbereiding De gemeentelijke jeugddienst neemt de coördinerende rol op en vraagt in eerste instantie aan de jeugdwerkingen in de gemeente en aan de sociale partners (gemeentelijke diensten e.a.) de medewerking. Voorwaarden zijn dat: - diensten bereid zijn om mee te werken en dat ze het belang inzien van deelname aan het jeugdwerk. Medewerkers kunnen een vorming interculturele communicatie volgen. - jeugdbewegingen openstaan en dat hun (bege-)leiders in de beginfase extra aandacht willen schenken. Aan de leiding kan men een vorming werken met kwetsbare groepen aanbieden. Met de geïnteresseerde partners bekijkt de jeugddienst (met steun van het PRIC zo gewenst) welke drempels er bestaan voor de allochtone jongeren en hoe men hieraan kan verhelpen. Rol van sociale partners (OCMW, CAW, gemeentelijke diensten,... maar ook scholen en verenigingen) is ouders aanspreken, informeren en hen aanmoedigen hun kinderen te laten deelnemen aan activiteiten van de jeugdbeweging. Met de sociale partners overleggen de jeugddienst en het PRIC over de manier waarop de kinderen toegeleid kunnen worden. Het kan opportuun zijn de medewerkers een vorming interculturele communicatie te laten volgen. Met de jeugdwerkers en jeugdbewegingen bekijkt men op welke manier, waar en wanneer de kinderen (en hun ouders) best onthaald worden. De medewerkers (animatoren, monitoren, leiders) kunnen, zo gewenst, een vorming 'werken met kwetsbare groepen' volgen. STAP 2: Aanmaak materiaal Sociale partners hebben materiaal nodig ter ondersteuning van hun promotie.
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Nodige materiaal: Mappen met duidelijke en eenvoudige informatie over de organisaties en foto's die de activiteiten illustreren en contactgegevens. Deze mappen worden aangemaakt door de jeugddienst in samenwerking met de betrokken jeugdwerkingen en eventueel de gemeentelijke informatiedienst. STAP 3: Promo maken en stimuleren van de doelgroep. Het is de bedoeling bij contacten (aan het loket, bij huisbezoeken) de mensen actief aan te spreken en te wijzen op de mogelijkheid voor hun kinderen om deel te nemen aan jeugdactiviteiten. Dit kan via alle mogelijke kanalen van de gemeente via dewelke men de ouders kan bereiken, eventueel ook via scholen en sociaal-culturele verenigingen en andere instanties. Belangrijk is de uitleg over hoe en met wie ouders kunnen contact opnemen om hun kind te laten deelnemen. STAP 4: Onthalen Per jeugdbeweging is er 1 verantwoordelijke contactpersoon die de ouders opvangt wanneer ze de eerste keren met hun kind komen. De ouders krijgen uitgebreid uitleg over de werking. Het deelnemende kind krijgt via de leiding van zijn groep extra aandacht bij het onthaal en in de beginfase. STAP 5: Evaluatie en opvolging Afspraken met de partners om na een bepaalde periode te evalueren. Hoe verloopt het aanspreken van de ouders? Welk zijn de reacties? Hoeveel kinderen bereikte men? Hoeveel beslisten zich in te schrijven? Hoeveel hiervan zijn na bijv. 1 jaar nog actief? Welke problemen deden zich voor? Hebben ze financiële of andere ondersteuning nodig? Enz...
Opmerkingen Scouts, KAJ en Chiro Nationaal ontwikkelden elk materiaal en spelen om leidingsploegen die kiezen voor diversiteit te ondersteunen. Contactpersonen: Scouts: Skrolan Hugens;
[email protected] KAJ: Stefan Robbrecht; 02/ 216 64 32 Chiro: Sofie Neyens;
[email protected] Er bestaan heel wat extraatjes zoals beloningssysteem voor leidingsploegen die extra moeite doen, huisbezoeken bij ouders om hen te overtuigen, enz... Eventueel kan men subsidies aanvragen (bvb. KBS fondsen, enz...) of geld van de gemeente gebruiken om een deel van het lidgeld en/of kampgeld en/of uniform te betalen voor gezinnen die dit niet helemaal zelf kunnen.
Waar vind je meer informatie? Steunpunt Zuid-West Brabant van het Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant Contactpersoon : Karlien Leroux, tel.02-365 03 03,
[email protected] Gemeentelijke jeugddienst van Sint-Pieters-Leeuw Project Integratie van kansarme kinderen en jongeren en anderstalige nieuwkomers bij de jeugdverenigingen erkend voor subsidies in het kader van 'Managers van Diversiteit' van de cel inburgering van het ministerie van de Vlaamse overheid. Contactpersoon : Evi Wouters, tel. 02/370.28.80,
[email protected] Gemeentelijke jeugddienst Asse Plan Z Contactpersoon : Veerle Goossens, tel. 02/452.31.83,
[email protected]
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 3
Neem anderstalige jongeren op in je speelpleinwerking Hoezo? Via integratie van anderstalige jongeren in de reguliere speelpleinwerking en ondersteuning van de speelpleinmedewerkers krijgen jongeren en kinderen een extra taalbad.
Waarom? Gezinnen van allochtone herkomst kennen niet altijd de mogelijkheid van speelpleinwerking terwijl de kinderen tijdens het verlof toch op zoek zijn naar vrijetijdsbesteding. Bovendien geeft het anderstalige jongeren de kans ook tijdens lange schoolvakanties Nederlands te spreken en het Nederlands beter te verwerven. Kinderen leren Nederlands op een speelse manier en dit draagt o.a. bij tot een goede schoolcarrière.
Hoe ga je tewerk? Er zijn 2 aspecten waarmee men rekening moet houden: enerzijds gaat het erom kinderen en hun ouders toe te leiden naar de speelpleinwerking en anderzijds kan men zorgen voor een aangepaste opvang waarbij waarbij de (Nederlandse) taalvaardigheid van de anderstalige kinderen gestimuleerd wordt. 1. TOELEIDING afspraken met verschillende partners in de gemeente Partners zijn de jeugddienst en de verantwoordelijke voor de speelpleinwerking en instanties die kinderen en ouders toeleiden naar speelpleinwerking zoals scholen, sociaal-culturele organisaties e.a. Het is belangrijk dat de hoofdanimatoren gemotiveerd zijn voor het project. Afspraken over wie en hoe best kan toeleiden, welke de drempels zijn en hoe men hieraan kan verhelpen. Zo kan men bijvoorbeeld een aantal plaatsen reserveren voor maatschappelijk kwetsbare jongeren wanneer de plaatsen voor speelpleinwerking snel volzet zijn. Voor toeleiding: zie ook fiche 1.
2.
AANGEPASTE AANPAK
Kinderen verwerven de taal al spelend maar er is materiaal en expertise om goed om te gaan met meertaligheid en het organiseren van goede talige activiteiten. In de Rand rond Brussel liep de jongste jaren een pilootproject dat niet op dezelfde manier uitbreiding zal kennen. Maar de opgedane kennis en materiaal kan zeker gebruikt worden. ondersteuning en vorming Het project 'Taalspeler - taalstimulering in de vrije tijd' werd ontwikkeld door het Centrum voor Taal en Onderwijs en loopt in samenwerking met vzw De Rand in een aantal gemeenten in de Rand rond Brussel. De Vlaamse Dienst voor Speelpleinwerk nam het project over van het Centrum voor Taal en Onderwijs en wil de opgedane kennis integreren in zijn reguliere opleiding voor animatoren. Het Centrum voor Taal en Onderwijs en de Vlaamse Dienst voor Speelpleinwerk (VDS) boden en bieden vorming en ondersteuning aan de jeugddienst en speelpleinwerking van een aantal gemeenten in de Rand. Ondersteuning is vraaggestuurd, gaande van: - materiaal met achtergrondinformatie over taalstimulering in een speelse en meertalige context, tips en voorbeeldactiviteiten - vorming rond het werken aan taalvaardigheid op het speelplein
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
-
tot echte praktische ondersteuning op het terrein.
evaluatie en opvolging Evaluatie met alle betrokkenen is altijd zinvol. Hoeveel kinderen bereikte men? En hoe vaak namen ze deel? Welke problemen stelde men vast? Hoe kan men hieraan verhelpen? Met die vaststellingen kan men het project bijsturen.
Opmerkingen Ook al ging het om een pilootproject in de Rand rond Brussel, toch is er spelmateriaal ontwikkeld en zijn er vormingsmogelijkheden waar ook andere speelpleinwerkingen mee aan de slag kunnen. De VDS onderzoekt op dit moment of de informatie niet kan opgenomen worden in hun basiswerking. De gemeenten in de Rand krijgen ondersteuning met middelen van vzw De Rand en de cel Vlaams karakter van de provincie Vlaams-Brabant. Je kan voor ondersteuning rechtstreeks contact opnemen met het CTO. Samen kan je dan beslissen welke invulling je wil geven aan de ondersteuning: met een vormingsmoment, ondersteuning tijdens de voorbereiding van activiteiten, observatie en feedback, videocoaching, … en welk het kostenplaatje is (afhankelijk van de voorhanden zijnde middelen).
Waar vindt je meer informatie? Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 Leuven tel. 016-26 73 87 Vlaamse Dienst Speelpleinwerk Vlaams-Brabant (VDS) Brusselse straat 153 bus 2 3000 Leuven Contactpersoon: Veerle Lemmens tel 016-31 18 50
[email protected] Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) Blijde Inkomststraat 7 3000 Leuven Contactpersoon: Kaat Cockx tel. 016/32 53 74 fax 016/32 53 60
[email protected] website over het projectboek 'Trek je talige schoenen aan'- gratis te downloaden (waar je een vormingsmap kan downloaden en een link naar het spel): http://www.cteno.be/nav=1,1,7 - op deze pagina staat ook een link naar het project zelf, voor geïnteresseerdenover het spel: http://www.cteno.be/doc=192&nav=1,1,7
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 4
Het SPOEKt in de gemeente en kinderen ontdekken de sportclubs Wat is het? Het Steunpunt Zuid-West Brabant van het Provinciaal Integratiecentrum organiseert samen met de gemeentelijke sportdienst en sportclubs in de gemeenten initiaties voor allochtone kinderen. Dit kan via speciaal daarvoor georganiseerde initiaties of door aan te sluiten bij de gewone lessen. SPOEK staat voor Sport Op Een Kier.
Waarom? Gezinnen van allochtone herkomst zijn vaak niet bekend met het aanbod aan sportinitiatieven in de gemeente of weten niet hoe hun kinderen kunnen deelnemen. Daardoor is de participatie van allochtone kinderen beperkt. In dit project worden kinderen en ouders persoonlijk aangesproken en worden ze begeleid in hun eerste stappen naar de sportclub.
Hoe ga je tewerk? 1. VOORBEREIDING De gemeentelijke sportdienst neemt best de coördinatie van het project op zich. Verzameling info via gemeentelijke sportdienst De meeste gemeentelijke sportdiensten beschikken over een inventaris van sportinitiatieven en sportclubs in hun gemeente. Op basis van deze informatie kan de sportdienst (al dan niet met ondersteuning van het Provinciaal Integratiecentrum) bekijken welke sportinitatieven het meest geschikt zijn voor samenwerking. Wie spreek je aan? - Medestanders (OCMW, asielcentrum, onthaalbureau, enz... ) die instaan voor het bereik en de toeleiding van allochtone kinderen/jongeren - Sportclubs die openstaan en begeleiders die in beginfase extra aandacht willen schenken. Wat voorzie je? Hou rekening met financiële drempels en voorzie een budget voor gezinnen die niet heel het inschrijvingsgeld en/of sportuniform zelf kunnen betalen. Overleg met sportclubs De sportdienst vraagt de geselecteerde sportclubs naar hun bereidheid om samen te werken. Met de geïnteresseerde sportclubs bekijkt de sportdienst (eventueel met steun van het PRIC) welke drempels er bestaan voor de allochtone jongeren en hoe men hieraan kan verhelpen. Men maakt afspraken over de manier waarop de kinderen toegeleid en onthaald worden. Welk systeem? Waar en wanneer? Eventueel kan er een vorming/infosessie aangeboden worden in functie van onthaal en begeleiding.
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
2. ACTIE Toeleiding en deelname sportles Via verschillende kanalen informeert men kinderen en ouders van het feit dat men kan deelnemen aan de lessen. De allochtone kinderen gaan naar de sportles onder begeleiding (van vrijwilligers) in kleine groepjes (3 à 6 kinderen). Eventueel doorstroming sportlessen Wanneer kinderen geïnteresseerd zijn, krijgen zij en hun ouders op een eenvoudige en duidelijke manier uitleg over de werking van de club, de afspraken, de verwachtingen. Bijv. de voetbalclub verwacht dat men elk weekend tijdig aanwezig is voor de wedstrijd, ook op verplaatsing, en waarom dat zo belangrijk is. Ruimte laten om problemen te bespreken. De geïnteresseerde kinderen kunnen uit eigen initiatief terugkeren en nog een paar keer proberen of beslissen zich onmiddellijk in te schrijven. Evaluatie en opvolging Je maakt best afspraken met de clubs om na een bepaalde periode te evalueren: hoeveel kinderen bereikte men? Hoeveel beslisten zich in te schrijven? Hoeveel hiervan zijn na bijv. 1 jaar nog actief? Welke problemen deden zich voor?
Opmerkingen -
-
OCMW's hebben meestal vrijetijdsbudgetten, waarvan het inschrijvingsgeld en/of uniform kan betaald worden. Dit is wel enkel voor OCMW-cliënteel. Men kan ook sportcheques voorzien. O.a. de stad Leuven heeft een reglement voor sportcheques voor gezinnen met een laag inkomen. Sportclubs hebben meestal zelf een regeling waarbij een kind de eerste 3 lesssen gratis mag komen en uitproberen. Vanaf daarna moeten ze ingeschreven worden en inschrijvings-en verzekeringsgelden betalen. Ondersteuning bij inschrijvingsprocedure is vaak nodig: bij invullen verzekeringspapieren, enz...
Waar vindt je meer informatie? Steunpunt Zuid-West Brabant van het Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant Contactpersoon: Karlien Leroux, tel.02-365 03 03,
[email protected]
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 5
Maand van de sportclub
Wat is het? De sportdienst organiseert samen met de sportclubs in de gemeente gedurende 1 maand opendeurdagen tijdens de trainingsmomenten waarbij specifiek aandacht gaat naar allochtone jongeren en kinderen. Bedoeling is dat kinderen en jongeren doorstromen naar de reguliere werking van de sportclubs.
Waarom doe je het? Gezinnen van allochtone herkomst zijn vaak niet bekend met het aanbod aan sportinitiatieven in de gemeente of weten niet hoe hun kinderen kunnen deelnemen. Daardoor is de participatie van allochtone kinderen beperkt. In dit project worden er extra inspanningen gedaan om via verschillende kanalen de werking van sportclubs bekend te maken. De clubs zelf wordt gevraagd om extra aandacht te hebben bij het onthaal en hun deuren gedurende een maand wagenwijd te openen.
Hoe kan je het doen? Hier beschrijven we de manier waarop het project in Vilvoorde tot stand kwam. STAP 1: overleg samenwerkingsverband en sportclubs Het project is een initiatief van de stedelijke diensten Maatschappelijke Integratie, jeugd en sport en het Provinciaal Integratiecentrum. Partners die je nodig hebt, zijn: - medestanders die instaan voor het bereik en de toeleiding van allochtone jongeren; - sportclubs die openstaan en begeleiders die in beginfase extra aandacht willen schenken. Het eerste jaar werd iedere sportvereniging aangeschreven en uitgenodigd om deel te nemen. Op de Sportraad werd de actie uitgelegd aan de leden. De actie verliep in de maand september omdat tijdens deze maand de meeste verenigingen hun activiteiten hervatten en omdat de meeste kinderen ook dan naar een activiteit zoeken. Om de actie tegen dan klaar te hebben, moet men in het voorjaar beginnen met de voorbereidingen. Er werd de verenigingen gevraagd om tijdens hun normale trainingsmomenten de kinderen op te vangen en niet op extra momenten, ook om te vermijden dat zij extra begeleiders moesten inzetten. De bedoeling is dat de clubs hun deuren opengooien voor iedereen die van hun sport wil proeven, gratis. STAP 2: informatieverzameling en promotie Voor het initiatief werden affiches en folders gemaakt die via verenigingen en scholen verspreid werden. Doordat de informatie via de scholen verspreid wordt, worden alle kinderen (autochtone en allochtone) bereikt. Bovendien maken de dienst maatschappelijke integratie en het Provinciaal Integratiecentrum publiciteit voor deze actie via de verenigingen en via rechtstreekse contacten.
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
De sportclubs krijgen publiciteit op de affiche en de folder en eventueel nieuwe leden dankzij dit initiatief. De jeugd heeft de kans een maand lang naar hun geliefde sporttak te zoeken, gratis en vrijblijvend. Gemiddeld nemen er een 25-tal clubs deel. STAP 3: voorbereiding en onthaal Als voorbereiding kan men ook een vorming 'werken met kwetsbare groepen voor leiding' organiseren. Belangrijk is wel om met de sportclubs goed door te praten welke de drempels zijn en waar men rekening mee moet houden bij het onthaal. Zo is een goede opvang en duidelijke uitleg voor de ouders van groot belang. STAP 4: evaluatie en opvolging De samenwerkende partners evalueren het verloop van het project en de doorstroming. Uit de eerste evaluatie is gebleken dat het een succes was, daarom werd het initiatief herhaald.
Wat levert het op? Voor de clubs, nieuwe leden. Voor de kinderen: doordat zij een maand gratis mogen sporten, maakt dit de drempel naar een club laag en vinden ze zo ook de weg naar hun geliefde sport.
Opmerkingen Afhankelijk van de middelen die men kan of wil inzetten, kan men hier ook andere acties aan koppelen zoals bvb. - een prijs uitreiken aan een kind of kinderen (in de vorm van een cheque waarmee ze zich in een club kunnen aansluiten of sportuitrusting kopen) gekoppeld aan een aantal deelnames en in verschillende clubs. - Men kan eventueel de club die de meeste (diverse) kinderen aangetrokken heeft een “Prijs van de meest toegankelijke club” uitreiken.
Waar vindt je meer informatie? Steunpunt Midden Brabant van het Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant Contactpersoon: Hamid Abroudi, tel.02-02-251 10 33,
[email protected] Stad Vilvoorde, Dienst Sport Contactpersoon: Liesbet Suls Sportfunctionaris diensthoofd Leuvensestraat 117 1800 Vilvoorde tel. 02-255 47 44 fax 02-255 47 49
[email protected]
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 6
Voorbeelden buurtsport
Buurtsport is erop gericht mensen te laten sporten in hun eigen woon- en leefomgeving en kan niet los gezien worden van thema's als toegankelijkheid en sociale samenhang. Buurtsport heeft dus heel wat raakvlakken met verschillende sectoren zoals sport, jeugd, welzijn. Interessante informatie over buurtsport en welke functies het kan vervullen vind je op de site www.buurtsport.be. Ook voor nuttige tips en ideeën kan je er terecht. Enkele voorbeelden uit onze provincie Buurtsport in Leuven De kenmerken van de Leuvense buurtsport zijn de centrale positie van het buurthuis, de aandacht voor doorstroming naar sportclubs en het uitwerken van een vraaggericht aanbod op maat van het doelpubliek. Diversiteit is het uitgangspunt. Naast de activiteiten in de wijken waarmee allochtone en autochtone bevolking bereikt wordt, zijn er 2 samenwerkingsactiviteiten met de Koning Boudewijnstichting. Voor de 12 tot 15-jarigen organiseert de buurtsportmedewerker de STAR-competitie. Deze competitie wordt betaald met projectmiddelen uit het "Stand up, speak up"-fonds, beheerd door de KBS. ‘Stand up, speak up’ is een campagne die specifieke aandacht vraagt om te sensibiliseren op het vlak van racisme. Wekelijks worden op woensdagnamiddag voetbalmatchen georganiseerd voor tieners tussen 12 en 15 jaar oud uit verschillende tienerwerkingen, verbonden aan de buurthuizen en wijkbureaus. Momenteel nemen 6 ploegen (zowel meisjes als jongens) deel aan deze competitie, bedoeling is om deze nog uit te breiden, en hen eventueel in te schrijven via de Vlaamse Zaalvoetbalbond om zo deel te nemen aan de competitie op landelijk niveau (Jeugdcompetitie scholieren). Het gaat om gemengde ploegen, autochtoon-allochtoon. Respect voor mekaar en positieve uitstraling van de teams spelen een belangrijke rol. Verder is er een scheidsrechtersopleiding voor 16 jarigen en ouder in samenwerking met de Vlaamse Zaalvoetbalbond. Zij worden ingeschakeld voor de competities op woensdagnamiddag. En er is ondersteuning van allochtone ploegen bij hun jeugdafdeling. Zie www.standupspeakup.com: nieuwe dossiers kunnen ingediend vanaf 19 februari tot 13 mei 2007. In het kader van het Open Stadion Fonds van de Koning Boudewijnstichting diende de Leuvense voetbalclub O.H.L. een dossier in. Dit dossier bevat 3 pijlers: “O.H.L. komt naar je toe: in je klas, in je wijk en bij de buren”. Voor de tweede pijler: “O.H.L. komt naar je toe in je wijk” werd er een samenwerking aangegaan met Buurtsport, OCMW, Integratiedienst, JAC en enkele wijkbureaus en buurthuizen. Doel van deze samenwerking is om jongeren tussen 16 en 30 jaar op 2-wekelijkse basis voetbal aan te bieden in 3 aandachtswijken (den Bruul (centrum Leuven), Casablanca (Kessel-Lo) en Schorenshof (Wilsele)). Naast de trainingen, zullen de jongeren ook kunnen deelnemen aan het OHLindoorvoetbaltoernooi. In een tweede fase worden drie initiatieven opgestart waaraan de verschillende deelnemers kunnen deelnemen: - het gezamenlijk bouwen van een panna-kooi (techniek uit het straatvoetbal) - een engagement in de dagelijkse werking van OHL (jeugdwerking, ticketing, steward, logistiek ..) - een individuele trajectbegeleiding met het oog op een mogelijke job of engagement. Voor meer info kan u contact opnemen met
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Buurtsportmedewerker Leuven, Iris De Keyser Sportdienst Leuven Koetsweg 122 3010 Kessel-Lo Tel 016-44 26 56 0499 677 602 Buurtsport in Vilvoorde De stad Vilvoorde biedt buurtsport aan in 2 wijken waarbij ze veel allochtone jongeren bereiken. Buurtsport De Vest: tijdens het schooljaar is er elke woensdagnamiddag een sportaanbod (vooral voetbal maar ook basket, hockey, initiaties gevechtssporten e.a.). Jongeren kunnen zich gratis lid maken en dan deelnemen. Wordt begeleid door 4 allochtone animatoren die doorgegroeid zijn van deelnemer tot animator. Breakdance in Houtem: elke zondag geven 4 vrijwilligers uit de wijk breakdance in de sporthal. Deelnemers kunnen zich ter plaatse inschrijven en betalen 1€. In de zomer is er een voetbal- en basketbalaanbod op 7 openbare speelpleintjes van Vilvoorde waarvoor jongeren zich ter plaatse kunnen inschrijven en waaraan ze gratis mogen deelnemen. De meeste begeleiders zijn van allochtone afkomst en waren vroeger zelf deelnemer. Vilvoorde legt de nadruk op de doorgroeimogelijkheden van deelnemende jongeren naar animator, streeft naar een zo groot mogelijke laagdrempeligheid en vindt deelnemen veel belangrijker dan winnen (eerder recreatief dan competitief karakter). Voor meer info kan u contact opnemen met Jeugdwelzijnswerker, Stefaan Fabri Dienst Jeugd Vilvoorde Leuvensestraat 117 1800 Vilvoorde Tel. 02-255 46 96 Fax: 02 251 58 89
[email protected]
Over buurtsport in Halle kom je meer te weten op www.buurtsport.be, klikken 'op het veld'.
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Fiche 7
KOEK voor kinderen en kinderen ontdekken de kunstacademie Waarover gaat het? Een samenwerking van de Halse Stedelijke Dienst Sociale Projecten, Halse Integratiedienst, Buurtwerk Halle, Stedelijke kunstacademie De Meiboom, Stedelijke Muziekacademie Servais, Dagcentrum BJZ De Wip, Schoolopbouwwerk Halle en het Steunpunt Zuid-West Brabant van het Provinciaal Integratiecentrum om kinderen toe te leiden naar de kunstacademie. KOEK staat voor Kunst Op Een Kier.
Waarom? Gezinnen van allochtone herkomst zijn vaak niet bekend met het aanbod aan kunstinitiatieven in de gemeente of weten niet hoe hun kinderen kunnen deelnemen. Daardoor is de participatie van allochtone kinderen beperkt. Toch heeft deelname vele voordelen wat blijkt uit de doelstellingen van het project: - Kennismaken met verschillende kunstvormen. - Doorstroming naar de reguliere voorzieningen. - Oefenen van de Nederlandse taal , buiten de schooluren. - Nuttige vrijetijdsbesteding. - Leren omgaan, van kleinsaf aan, met verschillende nationaliteiten en culturen.
Hoe ga je tewerk? Hier staat het proces beschreven zoals het gedurende een aantal jaren in Halle plaatsvond. VOORBEREIDING Wie werkt mee? En wie doet wat? - Medestanders (OCMW, asielcentrum, onthaalbureau, scholen, verenigingen, enz... ) die instaan voor het bereik en de toeleiding van allochtone kinderen/jongeren - Academie die openstaat en begeleiders die in beginfase extra aandacht willen schenken. Eventueel vorming/infosessie in functie van onthaal en begeleiding - Vrijwilligers die de kinderen begeleiden. Overleg met stadsdiensten en kunstacademies In een overleg met stadsdiensten en kunstacademies wordt gepolst naar hun bereidheid om samen te werken. Men maakt afspraken over de manier waarop de kinderen toegeleid en onthaald worden. Welk systeem? Waar en wanneer? Kunstbegeleiders en vrijwilligers-begeleiders zoeken In dit project werden er speciale lessen georganiseerd voor de groepjes kinderen, dit werd niet geïntegreerd in het bestaande aanbod. De kunstbegeleiders begeleidden de lessen voor de kinderen. Vrijwilligers begeleidden de kinderen tot aan de academie en tijdens de lessen. ACTIE Toeleiding en deelname kunstles
Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant februari 2007
Via verschillende kanalen informeerde men kinderen en ouders van het feit dat men kan deelnemen aan de kunstlessen. De kinderen gingen in leeftijsgroepen naar de kunstacademies, op woensdagnamiddag (kan ook op een ander moment). Dit onder de begeleiding van vrijwilligers. In het begin lag de focus op kennismaking met de kunst. Daarna werd er week na week aan een muzikaal of artistiek project gewerkt en dit gedurende een afgesproken periode. Bijvoorbeeld, in het Halse project brachten 3 organisaties kinderen aan - concreet: 2 organisaties 2 leeftijdsgroepen en 1 organisatie 1 leeftijdsgroep - dus in totaal waren er 5 groepen. Elke groep kreeg een traject bijv. elke groep ging 1 maand naar de muziekschool en 1 maand naar de tekenschool. De lesgevers werden betaald door de subsidies van Vlaamse Ministerie van onderwijs en vorming in het kader van Tijdelijke projecten kunstinitiatie. Het waren geen lesgevers van de academies, het waren speciaal aangeworven mensen. De resultaten uit het kunstproject werden tentoongesteld en de ouders werden hierop uitgenodigd. Ook de lokale pers kwam hier vaak op af. Tijdens deze ontmoeting kan men ouders wijzen op de mogelijkheid om deel te nemen aan de reguliere lessen binnen het kunstonderwijs. Opvolging: Eventueel toeleiding en deelname reguliere lessen Wanneer kinderen geïnteresseerd zijn, krijgen zij en hun ouders op een eenvoudige en duidelijke manier uitleg over de werking van de academie. Ruimte laten om problemen te bespreken. Evaluatie en opvolging Korte termijn : Afspraken om na een bepaalde periode te evalueren: Hoeveel kinderen bereikte men? Zijn de kinderen (en hun ouders) tevreden? Lange termijn : Hoeveel beslisten zich in te schrijven? Hoeveel hiervan zijn na bijv. 1 jaar nog actief? Welke problemen deden zich voor?
Opmerkingen OCMW's hebben meestal vrijetijdsbudgetten, waarvan het inschrijvingsgeld en/of materiaal kan betaald worden. Subsidies aanvragen kan ook. De voorwaarden voor toekenning tot subsidies in het kader van Tijdelijke projecten kunstinitiatie zijn gewijzigd en daardoor kon het project geen beroep meer doen op deze middelen. In Halle loopt op dit ogenblik wel een ander project 'De kunstboom' die de jongeren inwijdt in de wereld van het kunstonderwijs.
Waar vindt je meer informatie? Steunpunt Zuid-West Brabant van het Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant Contactpersoon: Karlien Leroux, tel.02-365 03 03,
[email protected] Integratiedienst Halle Contactpersoon: Maria Urbina Oudstrijdersplein 18 1500 Halle tel. 016-363 23 06
[email protected]