RAAD VA DE EUROPESE UIE
Brussel, 18 mei 2009 (26.05) (OR. en)
9909/09
DEVGE 147 EER 187 EV 371 COAFR 172 OTA van: d.d.: nr. vorig doc.: Betreft:
het secretariaat-generaal 18 mei 2009 9100/09 Conclusies van de Raad over de toegang tot duurzame energiebronnen op lokaal niveau in ontwikkelingslanden
Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.
________________________
9909/09
gys/LEP/rv DG E II
1
L
BIJLAGE Conclusies van de Raad over de toegang tot duurzame energiebronnen op lokaal niveau in ontwikkelingslanden
Toegang tot energie, een belangrijke uitdaging voor ontwikkeling
1.
Op het gebied van energie zijn de drie belangrijkste uitdagingen van onze tijd het verzekeren van de continuïteit en de duurzaamheid van energievoorziening voor allen, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen tot een niveau dat geen onherstelbare schade aan het klimaat toebrengt en het helpen van ontwikkelingslanden om toegang te krijgen tot moderne, betaalbare en betrouwbare energiediensten, teneinde te voorzien in de menselijke basisbehoeften, de economische groei te versnellen en het levensniveau van de bevolking te verbeteren. Deze drie uitdagingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en de EU is vastbesloten ze op een geïntegreerde manier aan te pakken via de relevante beleidsgebieden en instrumenten, in samenwerking met de internationale gemeenschap.
2.
In de ontwikkelingslanden hebben 1,6 miljard mensen geen toegang tot elektriciteit. 2,5 miljard mensen gebruiken de traditionele biomassa om te koken en op het platteland is elektriciteit erg schaars, niettegenstaande het potentieel van diverse hernieuwbare energiebronnen. Toegang tot duurzame energiebronnen en moderne energiediensten is een noodzakelijke voorwaarde voor economische groei en sociale ontwikkeling en voor het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's). Door bijzondere aandacht te schenken aan duurzame energie komen de MDG's dichterbij en wordt bijgedragen aan de aanpak van de mondiale crisis en het verlichten van de klimaatverandering. In dit opzicht kijkt de EU uit naar de besprekingen die de ministers van Energie op de bijeenkomst van de G8 in Rome zullen voeren (24 en 25 mei 2009)1.
1
http://www.g8italia2009.it.
9909/09 BIJLAGE
gys/LEP/rv DG E II
2
L
3.
De EU is bereid om deze situatie aan te pakken door de toegang tot duurzame energiebronnen op lokaal niveau in de ontwikkelingslanden te bevorderen en te ondersteunen, uitgaande van haar beginselen voor de integratie van energie in ontwikkelingssamenwerking2. De Raad is daarom verheugd over het desbetreffende initiatief van de Commissie3, dat op de volgende belangrijke actiedomeinen is gericht:
Ondersteunen van lokale oplossingen in samenwerking met lokale actoren 4.
De EU zal haar steun aan en samenwerking met lokale actoren (met name lokale instanties) opvoeren, alsmede met andere lokale organen die met energie-ontwikkeling zijn belast, de particuliere sector (met name het midden- en kleinbedrijf), lokale instellingen voor microkredieten en het maatschappelijk middenveld. De samenwerkingsmodellen moeten gebaseerd zijn op de beste praktijken, en kunnen onder meer jumelages en andere programma's voor institutionele steun op meerdere niveaus omvatten, met inbegrip van lokale capaciteitsopbouw voor energiediensten.
5.
De EU zal haar partnerlanden steunen bij hun inspanningen om de lokale democratische governance te versterken in het kader van de toegang tot duurzame energiediensten. Bij het beheren en verstrekken van energiediensten op lokaal niveau zal specifieke aandacht gaan naar de gelijkheid van mannen en vrouwen en de rechten van kinderen, onder meer door de mogelijkheden van vrouwen op het gebied van capaciteitsopbouw en besluitvorming te verbeteren.
Bevorderen van gedecentraliseerde oplossingen op basis van hernieuwbare energiebronnen 6.
Met inachtneming van de keuzes van haar partnerlanden op energiegebied, hun energiebehoeften en de plaatselijke omstandigheden, zal de EU haar steun aan systemen voor hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden opvoeren middels gepaste, vraaggestuurde, lokale oplossingen voor duurzame energie, het stimuleren van de markten voor lokale hernieuwbare energiesystemen, technologieoverdracht en toegepast onderzoek naar hernieuwbare energiebronnen4. De doelstellingen zijn duurzame energiediensten te verstrekken teneinde te voorzien in de lokale behoeften en het ondernemerschap en de werkgelegenheid te stimuleren.
2 3
4
Conclusies van de Raad van 11 april 2006 over energie en ontwikkeling (doc. 8358/06). Werkdocument van de Commissiediensten over de toegang tot duurzame energiebronnen op lokaal niveau in ontwikkelingslanden (doc. 8857/09 - SEC(2009)534 def.). Met inbegrip van hybride technologie, afhankelijk van het geval.
9909/09 BIJLAGE
gys/LEP/rv DG E II
3
L
7.
De EU zal publiek-private partnerschappen voor de verstrekking van energiediensten alsmede onderzoek en ontwikkeling inzake schone energie en koolstofarme opties aanmoedigen. Zij zal de bijstand aan ontwikkelingslanden opvoeren, teneinde de verschillende belemmeringen voor de voorziening, het gebruik en de diensten van hernieuwbare energie op lokaal niveau systematisch weg te nemen.
Een betere energie-efficiëntie
8.
Energie-efficiëntie zal een vast onderdeel vormen van de ontwikkelingssamenwerking van de EU, en de partnerlanden zullen worden bijgestaan in het uitwerken van hun nationale, regionale en lokale actieplannen, het opzetten van gepaste beleidsmaatregelen en het verspreiden van informatie en beste praktijken.
9.
De EU zal een verhoogd gebruik van moderne en efficiënte toestellen en brandstoffen voor het koken, verwarmen en koelen nader ondersteunen, middels de promotie van duurzaam energiegebruik op zowel openbaar, productief als huishoudelijk niveau, duurzaam bosbeheer en een capaciteitsverhoging van de lokale particuliere sector.
Opstellen van de gepaste kaders en financieringsmodellen
10.
De EU zal haar partnerlanden meer steun bieden bij het ontwikkelen en versterken van hun beleid voor een duurzame energievoorziening op lange termijn en de daarmee verband houdende wet- en regelgeving en institutionele kaders. Tevens zal zij haar partnerlanden helpen om gedecentraliseerde duurzame energiebronnen te integreren in hun planning van de energiemix, waaronder energie voor het koken van maaltijden, met bijzondere nadruk op de toegang tot duurzame energiebronnen op lokaal niveau.
11.
Overeenkomstig de agenda van Parijs/Accra over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp zal de EU een verhoogde samenwerking, coördinatie, complementariteit en coherentie aanmoedigen onder de verschillende donoren en met alle relevante stakeholders in de energieontwikkelingssector, op basis van de reeds bestaande kaders en met inbegrip van het recentelijk opgerichte Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (Irena).
9909/09 BIJLAGE
gys/LEP/rv DG E II
4
L
12.
De Raad is verheugd dat de Commissie coördinatie en ondersteuning wil verstrekken aan het Afrika-EU-partnerschap inzake energie, en hij verzoekt de Commissie, de lidstaten en de Afrikaanse partnerlanden om de routekaarten van de Afrika-EU-partnerschappen inzake energie, klimaatverandering, de MDG's en infrastructuur beter op elkaar af te stemmen.
13.
De EU zal haar partnerlanden intensiever steunen bij het aantrekken van internationaal, nationaal en lokaal kapitaal, ook uit de particuliere sector en multilaterale organisaties, teneinde de investeringen met het oog op een langetermijnstoegang tot duurzame energiebronnen op lokaal niveau te kunnen financieren. De financieringsregelingen moeten aangepast zijn aan de lokale schaal van het optreden. Geschikte ondernemingsmodellen die ook op grotere schaal kunnen worden toegepast, en publiek-private partnerschappen die het lokale niveau beogen, moeten worden aangemoedigd. De EU zal in het bijzonder geschikte modellen voor een gezamenlijke financiering met de particuliere sector onderzoeken. In dit opzicht wijst de Raad op het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM), dat een belangrijke bron van aanvullende financiering van projecten rond hernieuwbare energie kan zijn, onder meer voor de minst ontwikkelde landen. Hij verzoekt de lidstaten om zich te richten op het verminderen van de transactiekosten en het stimuleren van de bewustwording en de capaciteitsopbouw in dit domein.
14.
De Raad is ingenomen met de ondertekening van de indicatieve ACS-EU-programmering door de ACS-landen voor het tiende EOF en met het voornemen van de Commissie om een tweede ACS-EU-energiefaciliteit te starten (200 miljoen € binnen het tiende EOF). Hij roept de lidstaten op middels medefinanciering hieraan deel te nemen. De nieuwe energiefaciliteit zal bijdragen tot het verminderen van armoede en het verbeteren van het levensniveau, via de ondersteuning van innovatieve projecten die de toegang tot moderne energiediensten in rurale, geïsoleerde en peri-urbane gebieden in de ACS-landen moeten verbeteren. De nieuwe energiefaciliteit zal gericht zijn op hernieuwbare energie, zal worden uitgevoerd in samenwerking met gedecentraliseerde actoren en de particuliere sector, en zal in de strategieën en prioriteiten van de ACS-partnerlanden verankerd zijn.
15.
De Raad onderkent de rol die het EU-Afrika-infrastructuurtrustfonds speelt in de ondersteuning van de energiesector in Afrika. In dit kader onderstreept de Raad dat bij de uitvoering ervan de drie uitdagingen op het vlak van energie (energie-armoede, energiezekerheid en klimaatverandering) op passende en gelijktijdige wijze moeten worden aangepakt.
9909/09 BIJLAGE
gys/LEP/rv DG E II
5
L
16.
De EG zal tot de doelstellingen van deze conclusies bijdragen via het programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking5. De EU kan op dit gebied nog verdere steun aan alle ontwikkelingslanden verstrekken via de instrumenten voor de aanpak van de klimaatverandering, onder meer het Wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie (GEEREF) en het Wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering (GCCA). In dit opzicht blijft de EU ernaar streven een leidende rol te spelen bij de totstandbrenging van een brede, mondiale klimaatovereenkomst in december 2009 in Kopenhagen6.
______________________
5
6
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41). Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 19 en 20 maart 2009 (doc. 7880/09).
9909/09 BIJLAGE
gys/LEP/rv DG E II
6
L