TI-Nspire Navigator Handleiding

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page i Friday, February 5, 2010 8:39 AM

TI-Nspire™ Navigator™ Handleiding

Deze handleiding heeft betrekking op TI-Nspire-software versie 1.1. Ga voor de nieuwste versie van de documentatie naar education.ti.com/guides.

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page ii Friday, February 5, 2010 8:39 AM

Belangrijk Texas Instruments biedt geen enkele garantie, hetzij impliciet hetzij uitdrukkelijk, met inbegrip van en niet uitsluitend beperkt tot welke impliciete garanties dan ook wat betreft de geschiktheid voor verkoop en een specifiek gebruik, voor de programma's of documentatie en stelt deze documentatie slechts ter beschikking “as-is”. Texas Instruments kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor speciale, indirecte, toevallige of resulterende schade die in verband zou staan met of het gevolg is van de aankoop of het gebruik van deze produkten; de enige en uitsluitende aansprakelijkheid, ongeacht de wijze van de juridische procedure, die door Texas Instruments wordt gedragen, zal beperkt blijven tot het bedrag van de aankoopprijs van dit artikel of materiaal. Bovendien kan Texas Instruments niet aansprakelijk worden gesteld indien een eis tot schadevergoeding wordt ingediend, ongeacht de aard ervan, tegen het gebruik van deze produkten door een andere persoon. © 2008, 2009 Texas Instruments Incorporated

ii

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page iii Friday, February 5, 2010 8:39 AM

Inhoudsopgave Belangrijk........................................................................................ ii

De TI-Nspire™ Navigator™ software installeren ..................1 Uitpakken van de dozen................................................................ 2 De draadloze sledes opladen......................................................... 4 De rekenmachines aansluiten op de draadloze sledes ................ 6 Installeren van de software ........................................................... 7 Uw TI-Nspire™ Navigator™-netwerk voor de eerste keer instellen................................................................................... 13 De status van de draadloze sledes controleren.......................... 18

Overzicht ...............................................................................21 De TI-Nspire™ Navigator™-software starten op uw computer ..................................................................... 21 Het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer ...................................................................... 22 TI-Nspire™ Navigator™ computertools ...................................... 26 Uw docentaccount creëren en beheren...................................... 28 Aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-systeem vanaf de rekenmachine.......................................................... 31 Aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™ -systeem (instructies voor de leerlingen) .............................................. 33

Klassen beheren....................................................................35 Klassen creëren............................................................................. 35 Een klas selecteren ....................................................................... 37 Een klas-sessie beginnen en beëindigen..................................... 38 De klasweergave veranderen ...................................................... 38 Items verwijderen uit het Klasseoverzicht .................................. 40 Klassen verwijderen ..................................................................... 41

Leerlingaccounts beheren ....................................................43 Leerlingen toevoegen aan klassen.............................................. 43 Een leerling verwijderen uit een klas.......................................... 45 Wachtwoorden van leerlingen resetten ..................................... 46 De aanmeldstatus van een leerling controleren ........................ 48 De plaatsindeling ordenen .......................................................... 49 Leerlinginformatie sorteren ........................................................ 50 De klassen van een leerling veranderen ..................................... 50 Leerlingnamen en -nummers veranderen .................................. 52 Een leerling verplaatsen naar een andere klas .......................... 54 Een leerling kopiëren naar een andere klas............................... 54 iii

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page iv Friday, February 5, 2010 8:39 AM

Het portfolio gebruiken ....................................................... 57 Het portfolio bekijken.................................................................. 58 Een item opslaan in het portfolio................................................ 58 Een item importeren in het portfolio.......................................... 59 Informatie in het portfolio sorteren............................................ 60 Informatie over opdrachten bekijken ......................................... 60 Bestanden wissen uit het portfolio ............................................. 60 Een portfolio-item openen .......................................................... 61 Een portfolio-item terugsturen ................................................... 62 Een Portfolio-item een andere naam geven............................... 62 Ontbrekende bestanden van leerlingen verzamelen................. 62 Ontbrekende bestanden naar leerlingen verzenden ................. 63

Bestanden uitwisselen met leerlingen ............................... 65 Bestanden verzenden ................................................................... 65 Bestanden verzenden (instructie voor leerlingen) ..................... 68 Bestanden inzamelen ................................................................... 69 Ongevraagde acties beheren ....................................................... 71 Bestanden wissen van rekenmachines ........................................ 74 De status van bestandsoverzendingen controleren ................... 77 Het overzenden van bestanden annuleren................................. 78 Bestandseigenschappen bekijken................................................ 79

Een peiling uitvoeren bij leerlingen ................................... 81 Het venster Snelle peiling en de tabbladen................................ 81 De tool Snelle peiling openen ..................................................... 84 Een peiling uitvoeren bij uw leerlingen...................................... 84 Peilingen stoppen ......................................................................... 85 Peilingen pauzeren....................................................................... 85 Gepauzeerde peilingen hervatten............................................... 86 Antwoorden op peilingen (instructie voor de leerlingen)......... 86 Peilingsresultaten verzenden naar leerlingen ............................ 87 Peilingen opslaan.......................................................................... 88 Peilingsresultaten bekijken .......................................................... 88 Schermnamen weergeven en verbergen .................................... 90 Eerdere peilingen bekijken .......................................................... 90 De tool Snelle peiling sluiten ....................................................... 91

Rekenmachineschermen vastleggen .................................. 93 Rekenmachineschermen vastleggen ........................................... 94 Vastgelegde schermen bekijken .................................................. 97 Vastgelegde schermen opslaan.................................................... 98 Vastgelegde schermen vernieuwen............................................. 99 De Galerijweergave gebruiken .................................................. 100

iv

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page v Friday, February 5, 2010 8:39 AM

Stapels van leerlingschermen creëren....................................... 101 De functie Leerlingschermen vergelijken gebruiken ............... 102 Schermen willekeurig maken .................................................... 103 Een scherm kopiëren en plakken .............................................. 103 Schermen afdrukken .................................................................. 104 Live Presenter gebruiken ........................................................... 105 Sneltoetsen op het toetsenbord voor Schermvastlegging ...... 110

De Klasse-analysetool ........................................................113 Klasse-analyse openen ............................................................... 113 Weergaven gebruiken om resultaten van Klasse-analyse te interpreteren .................................................................... 115 Vragen beoordelen en juiste antwoorden fijnafstemmen ...... 123 Resultaten van klasse-analyses weergeven............................... 125 Resultaten van Klasse-analyse opslaan en exporteren ............ 127 Aanvullende informatie............................................................. 129 Woordenlijst ............................................................................... 129

De Overzendingstool ..........................................................131 De Overzendingstool openen.................................................... 131 Bestanden toevoegen aan de overzendlijst ............................. 132 Bestanden verwijderen uit de verzendlijst ............................... 133 De doelmap veranderen ............................................................ 134 De status van het overzenden bekijken.................................... 135 Alle mappen en bestanden op de rekenmachine wissen ........ 136 Het overzenden van bestanden stoppen.................................. 137 De Overzendingstool sluiten ..................................................... 137

De hardware beheren .........................................................139 Draadloze sledes......................................................................... 139 Een accesspoint vervangen ........................................................ 141

Oplossen van problemen....................................................145 Veelgestelde vragen................................................................... 145 Foutmeldingen ........................................................................... 151

Woordenlijst........................................................................161 Termen ........................................................................................ 161 Bestandstypen ............................................................................ 163

Wettelijke informatie .........................................................165 Voldoet aan de regels van de Europese Unie en de Europese Vrijhandels Associatie (EVA) ................................ 165 Productinformatie, service en garantie TI ................................ 173 v

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page vi Friday, February 5, 2010 8:39 AM

vi

TI-Nspire Navigator_Help_PRINT.book Page 1 Friday, February 5, 2010 8:39 AM

De TI-Nspire™ Navigator™ software installeren Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem biedt de hardware en softwaretools die u nodig heeft om een draadloos netwerk in de klas te installeren. Met het TI-Nspire™ Navigator™-systeem kunt u het volgende doen: •

Klassen creëren en beheren in het klasnetwerk.

•

Bestanden overzenden tussen uw computer of TI-Nspire™rekenmachine en de rekenmachines van uw leerlingen.

•

Uw leerlingen monitoren via schermvastleggingen en peilingen.

•

Verschillende tools gebruiken om lesmateriaal te creëren, te verspreiden en te analyseren.

•

Bestanden wissen van de rekenmachines van uw leerlingen, en bestanden naar de rekenmachines van uw leerlingen verzenden.

•

TI-Nspire™ Navigator™ OS-bestanden in één keer op alle rekenmachines van de leerlingen upgraden en installeren.

Het systeem bestaat uit twee onderdelen, hardware en software. De hardware creëert een draadloos communicatienetwerk, zodat uw computer kan communiceren met de TI-Nspire™ of TI-Nspire™ CAS rekenmachines van uw leerlingen. De software bevat een aantal tools waarmee u uw lessen kunt verrijken, waaronder: •

Snelle peiling. Hiermee kunt u peilingen naar uw leerlingen verzenden, de antwoorden van de leerlingen op de peilingen ontvangen en de resultaten van de peilingen doornemen met uw leerlingen.

•

Schermvastlegging. Hiermee kunt u de rekenmachineschermen van uw leerlingen vastleggen.

•

Overzendtools. Verschillende tools waarmee u gegevensbestanden op de rekenmachines van uw leerlingen kunt verzenden, ophalen en wissen.

•

Portfolio. Hiermee kunt u opdrachten van leerlingen inzamelen, en opdrachten en scores van leerlingen bekijken en terugzenden.

•

Klasse-analyse. Hiermee kunt u antwoorden van individuele leerlingen of van de hele klas analyseren, de analyse delen met de klas en de analyserapporten uitprinten.

U kunt educatief materiaal downloaden van het web via TI’s Activities Exchange (education.ti.com/activities).

De TI-Nspire™ Navigator™ software installeren

1


Er zijn verschillende manieren om te leren hoe u het TI-Nspire ™ Navigator™-systeem moet installeren en gebruiken: •

De poster Aan de slag — een korte versie van het installatieproces met minder details.

•

De TI-Nspire™ Navigator™ Handleiding (deze tekst, zowel in de geprinte vorm als in de PDF-versie) — volledige installatieinformatie en alles over instellingen, het oplossen van problemen en technische informatie. Nadat u de TI-Nspire™ Navigator™-software op uw computer heeft geïnstalleerd, kunt u het boek of het PDFbestand gebruiken als naslagwerk voor de softwaretools.

Het uitpakken van de apparatuur, het instellen van de hardware en het installeren van de software duurt in totaal ongeveer twee uur.

Uitpakken van de dozen Het TI-Nspire™ Navigator™-product bestaat uit één klas-set en een combinatie van leerlingsets en individuele sets, afhankelijk van uw specifieke bestelling. Elke set is apart verpakt. Indien nodig kunt u extra sets aanschaffen voor maximaal 40 leerlingen. 1.

Bekijk welke sets u heeft ontvangen.

2.

Pak de sets uit.

3.

Ga na welke onderdelen u heeft, en controleer de onderdelen met de volgende lijsten om te kijken of uw bestelling compleet is.

2



Klas-set •

1 TI-Navigator™ accesspoint

•

1 AC9930 netvoedingsadapter (bestaande uit een voedingseenheid en een netsnoer)

•

1 USB-computerkabel

•

1 cd met de systeem- en toepassingssoftware

•

Deze TI-Nspire™ Navigator™ Handleiding

Accesspoint

1 cd

AC9930 stroomadapter voor het accesspoint

Referentiehandleiding

USB-kabel

Klas-set De Standaard-A naar Mini-B USB-kabel en de zwarte en grijze TI-GRAPH LINK™ -kabels werken niet met het TI-Nspire™ Navigator™systeem.


3


Leerlingset (maximaal 5 leerlingen) •

1 TI-Nspire™ slede-oplader met AC9940-stroomadapter

•

5 TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes

5 draadloze sledes

AC9940-stroomadapter (voor de slede-oplader) Slede-oplader

Leerlingset

Individuele set •

1 TI-Nspire™ Navigator™ draadloze slede met AC9926stroomadapter

AC9926-stroomadapter Draadloze slede

Individuele set

De draadloze sledes opladen De TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes bevatten oplaadbare batterijen. U moet de batterijen een nacht opladen voordat u ze in de klas gebruikt. Als de sledes volledig zijn opgeladen, dan werken ze de hele dag bij voortdurend gebruik. U moet ze elke nacht opladen. In de TI-Nspire™ slede-oplader kunnen één tot vijf draadloze sledes geplaatst worden. Nadat u de sledes in de oplader heeft geplaatst, worden ze allemaal tegelijk opgeladen tot ze volledig opgeladen zijn. Als de batterijen helemaal leeg zijn, dan kan het 12 uur duren om de batterijen volledig op te laden.

4



Met vijf draadloze sledes in de oplader moet u ze 12 uur opladen. Gewoonlijk wordt dit 's nachts of in het weekend gedaan. Als de draadloze sledes volledig zijn opgeladen in de oplader, dan brandt het led-lampje ononderbroken groen. Opmerking: De batterijen raken niet beschadigd als u ze langer in de oplader laat zitten dan nodig is om ze volledig op te laden. Het is ook niet nodig om de batterijen helemaal te ontladen voordat u ze weer oplaadt. 1.

Zorg ervoor dat u genoeg (3–4) stopcontacten heeft voor de bestelde apparatuur. Koop indien nodig een stekkerdoos zodat u meerdere geaarde stopcontacten heeft.

2.

Steek het kleine uiteinde van het netsnoer van de AC9940stroomadapter in de stroomaansluiting van de oplader.

3.

Steek het andere uiteinde van de adapter in een stopcontact.

4.

Plaats alle TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes in de TI-Nspire™ slede-oplader. U kunt ze op slechts één manier plaatsen.

Opmerking: Als u de individuele set heeft gekocht en geen sledeoplader heeft, dan kunt u in plaats daarvan één draadloze slede opladen met de AC9926-adapter.

Controleren van de led-lampjes Twee led-lampjes aan de bovenkant van elke TI-Nspire™ Navigator™ draadloze slede knipperen of veranderen van kleur om een verschillende werking of status aan te geven. Ledlampjes

Het led-lampje geeft aan dat er netwerkactiviteit is. Het geeft aan dat de batterij wordt opgeladen. De TI-Nspire™ Navigator™ software installeren

led-lampje

5


Als de draadloze sledes nog in de TI-Nspire™ slede-oplader zitten: •

Een ononderbroken brandend oranje led-lampje betekent dat de draadloze slede op dat moment opgeladen wordt.

•

Een ononderbroken brandend rood led-lampje betekent dat de draadloze slede wordt opgeladen, maar geen goed contact met de oplader heeft. Verplaats de slede zo dat deze goed contact heeft. Het led-lampje moet dan oranje worden, wat aangeeft dat de slede wordt opgeladen.

•

Een ononderbroken brandend groen led-lampje betekent dat de draadloze slede volledig is opgeladen.

De rekenmachines aansluiten op de draadloze sledes Na het opladen van de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes bent u klaar om de draadloze sledes aan te sluiten op de TI-Nspire™- of TI-Nspire™ CAS-rekenmachines. 1.

Schuif de vergrendeling aan de achterkant van de slede in de OFFstand.

Vergrendeling in de OFF-stand.

2.

6

Om de rekenmachine aan te sluiten houdt u deze met het scherm omhoog en schuift u hem bovenop de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze slede. Zorg ervoor dat beide kanten van de rekenmachine in beide zijrails zijn geplaatst.



3.

Druk stevig voor een goede verbinding. Als hij goed is aangesloten, dan lijkt de TI-Nspire™-rekenmachine bovenop de slede te zitten.

4.

Vergrendel de rekenmachine op zijn plaats door de vergrendeling aan de achterkant van de slede in de ON-stand te zetten.

Vergrendeling in de ON-stand.

5.

Plaats de sledes in de oplader. Controleer of de led oranje is.

Plaats de draadloze sledes op het eind van elke schooldag weer in de oplader en laad ze 's nachts op. De sledes zijn opgeladen als alle (stroomstatus) led-lampjes ononderbroken groen of oranje branden

Installeren van de software Voordat u het TI-Nspire™ Navigator™-systeem installeert en instelt, moet u controleren of uw rekenmachines het nieuwste besturingssysteem geïnstalleerd hebben.

Het besturingssysteem van de rekenmachine installeren Voordat u de rekenmachines in het netwerk kunt gebruiken, moet u het besturingssysteem op elke rekenmachine updaten. U kunt de TI-Nspire™ docentensoftware 2.0 of de TI-Nspire™ Computer Link-software gebruiken om het besturingssysteem van de rekenmachine te updaten. De TI-Nspire™ Computer Link-software is verkrijgbaar op education.ti.com.


7


Alle rekenmachines in het netwerk moeten het nieuwste besturingssysteem geïnstalleerd hebben om het TI-Nspire™ Navigator™systeem goed te kunnen laten werken. Het nieuwste besturingssysteem staat op de cd die meegeleverd is in uw pakket. 1.

Download de nieuwste TI-Nspire™-besturingssoftware van de cd die meegeleverd is in uw pakket, of download deze vanaf education.ti.com/latest. Noteer waar u deze opslaat op de harde schijf van uw computer.

2.

Zorg ervoor dat u een TI-Nspire™-rekenmachine op uw computer heeft aangesloten. Opmerking: de TI-Nspire™ Computer Link-software werkt alleen met de TI-Nspire™ en TI-Nspire™ CAS-rekenmachines.

3.

Dubbelklik op het pictogram van de TI-Nspire™ Computer Linksoftware

op het bureaublad.

De software toont een lijst met aangesloten rekenmachines, waaruit u er één kunt selecteren. Opmerking: u kunt slechts met één rekenmachine tegelijk communiceren.

4.

Als er meerdere rekenmachines zijn aangesloten, klik dan op de rekenmachine waarmee u verbinding wilt maken.

5.

Klik op Selecteren. De TI-Nspire™ Computer Link-software geeft het tabblad Verkenner weer.

8



6.

Klik op Tools > OS installeren.

7.

Blader naar de locatie waar u het TI-Nspire™-besturingssysteem heeft opgeslagen.

8.

Markeer het besturingssysteembestand en klik op OS installeren. TI-Nspire™ Computer Link-software geeft een berichtvenster weer. Klik op Ja.


9


Er wordt een voortgangsscherm weergegeven.

9.

Als de besturingssysteemsoftware is overgezonden naar uw TI-Nspire™-rekenmachine klikt u op OK. U kunt de rekenmachine nu loskoppelen van uw computer; de besturingssysteemsoftware installeert zichzelf op uw rekenmachine.

Opmerking: overweeg om één of twee reserve-rekenmachines bij de hand te houden met het nieuwste besturingssysteem en ruim voldoende geheugen. Het is ook een goed idee om reserve-sledes bij de hand te hebben. Als er dan een probleem optreedt, kunt u een reserveapparaat gebruiken.

De TI-Nspire™ Navigator™ desktopsoftware installeren Om de software op uw computer te installeren moet u over beheerdersrechten beschikken wanneer u zich aanmeldt op het Windows®-besturingssysteem. Als u niet weet of u beheerdersrechten heeft, vraag dit dan na bij de helpdesk van uw school of bij uw systeembeheerder.

Installeren 1.

Plaats de TI-Nspire™ Navigator™-cd in het cd-rom-station van uw computer. Het venster naar de cd zou automatisch geopend moeten worden. Opmerking: als uw computer Windows® XP Service Pack 2 heeft, dan ziet u mogelijk het volgende bericht. Als dit het geval is, klik dan op Ja om door te gaan.

10



Opmerking: Als het setup-programma niet werkt, klik dan op Start > Uitvoeren en typ D:\Autorun.exe in, waarbij D uw cd-romstation is, en klik op OK. 2.

Klik op TI-Nspire Navigator-software en klik vervolgens op TI-Nspire™ Navigator™ software installeren. Het dialoogvenster TI-Nspire™ Navigator™ Setup verschijnt. Er vinden aparte installaties plaats: –

TI-Nspire™ Navigator™-software

–

TI-Nspire™ docentensoftware en TI-Nspire™ CAS docentensoftware. Raadpleeg de handleiding bij de TI-Nspire™ docentensoftware die bij uw systeem geleverd is voor meer informatie over de TI-Nspire™ docentensoftware.

3.

Als de installatie voltooid is, geeft het dialoogvenster TI-Nspire™ Navigator™ Setup de status van de geïnstalleerde onderdelen weer.

•

Als u de software al gekocht heeft, klikt u op Deze software activeren en vervolgens op Volgende. Volg de instructies op het scherm om de software te activeren.

•

Als u de software niet heeft gekocht, klikt u op Doorgaan met probeerversie. Het scherm geeft het aantal dagen dat de probeerperiode nog duurt.

•

Als u de probeerversie heeft gebruikt en u wilt de software kopen, klik dan op Software kopen. U kunt de software online kopen, en ontvangt dan het licentie- en serienummer dat u nodig heeft om te beginnen met het activeringsproces.

Activeren van de software Door de software te activeren kunt u deze blijven gebruiken na de proefperiode van 30 dagen.


11


1. Om met het activeringsproces te beginnen klikt u op Deze software activeren en klikt u vervolgens op Volgende. Ongeacht de activeringsmethode die u kiest, moet u altijd het serienummer en het licentienummer die op de binnenkant van uw cd-hoesje gedrukt staan invoeren. Opmerking: voer het systeemnummer exact in zoals weergegeven. Let erop dat u geen nul voor de letter O of een letter O voor een nul invoert. •

Internet — Bij deze methode wordt uw internetverbinding gebruikt om de software te activeren. U voert alleen het serienummer en het licentienummer in. Dit proces activeert uw software automatisch.

•

Webportaal — Deze alternatieve methode is voor gebruikers die geen actieve internetverbinding hebben op de computer waarop de software geactiveerd wordt. Ga naar deze webpagina en voer uw serienummer en licentienummer in wanneer dit gevraagd wordt, en haal uw activeringscode op. De code wordt getoond op de webpagina. Als u uw e-mail-adres opgeeft, wordt de code ook in een e-mail naar u verzonden. Opmerking: de volgende keer dat u de TI-Nspire™ Navigator™ -software start, ziet u een optie om deze te activeren. Voer nu de activeringscode in om het activeringsproces te voltooien

•

Telefoon — U geeft het serienummer en het licentienummer door aan een TI-medewerker, evenals de installatiecode die op uw scherm verschijnt. De medewerker geeft u vervolgens een activeringscode.

•

Ik heb al een activeringscode — Nadat u de licentieovereenkomst geaccepteerd heeft, vult u het serienummer, licentienummer en de activeringscode in op het scherm. Opmerking: uw activeringscode kan verlopen. Zorg ervoor dat u de activering zo snel mogelijk uitvoert zodra u uw activeringscode heeft verkregen via het webportaal of via uw klantenservicevertegenwoordiger.

2.

Klik op een activeringsmethode en klik op Volgende en volg de instructies.

3.

Om de activering te voltooien en een gebruikersprofiel te creëren voert u de gevraagde informatie in, en klikt u op Volgende.

U bent nu klaar om uw netwerk in te stellen.

12



Uw TI-Nspire™ Navigator™-netwerk voor de eerste keer instellen Een Netwerkinstellingswizard helpt u om het accesspoint en de draadloze sledes voor draadloze communicatie te activeren. Als u de TI-Nspire™ Navigator™-software niet eerder heeft gebruikt, dan wordt er een prompt geopend met de vraag of u uw klaslokaal wilt instellen. U kunt ervoor kiezen om uw klaslokaal in te stellen of om door te gaan op het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer. Als u Connect-to-Class eerder heeft gebruikt en klasgegevens bezit, wordt er een prompt geopend met de vraag of u de gegevens wilt importeren. Klik op Ja om de gegevens te importeren. U kunt deze stap overslaan en de gegevens later importeren door op Bestand > Klasgegevens importeren te klikken. U moet de software opnieuw opstarten om de veranderingen van kracht te laten worden.

Voordat u begint 1.

Zorg ervoor dat u de TI-Nspire™ Navigator™-software op uw computer heeft geïnstalleerd.

2.

Zorg ervoor dat elke draadloze slede volledig is opgeladen ( lampje brandt ononderbroken groen).

led-

De kabels op het accesspoint aansluiten 1.

Zoek de kabels op.

USB-kabel AC9930-stroomadapter

2.

Sluit de AC9930-stroomadapter aan op de stroomaansluiting op het accesspoint.


13


3.

Sluit de USB-kabel aan op het accesspoint.

USB-aansluiting

Aansluiting stroomadapter

Accesspoint, zijaanzicht

De wizard starten Als u de TI-Nspire™ Navigator™-software geïnstalleerd heeft, open dan de TI-Nspire™ Network Manager om uw systeem in te stellen. Openen vanuit de TI-Navigator™ home screen: •

Klik op Tools > Netwerkmanager of

•

Klik op

in de werkbalk

of

•

Klik op de tab Tools en klik onder Hulpprogramma's op TI-Nspire™ Netwerkmanager.

Een instellingswizard helpt u door de volgende stappen. Opmerking: U kunt de instellingswizard ook later gebruiken door TI-Nspire™ Network Manager te openen en op Acties > Setup Wizard te klikken. 1.

Controleer of de AC9930-stroomadapter is aangesloten op het accesspoint.

2.

Steek de AC-adapter in een stopcontact.

3.

Steek de USB-kabel in de computer.

14



4.

Klik op Volgende om door te gaan met de wizard. TI-Nspire™ Network Manager geeft een dialoogvenster weer voor het selecteren van een land en een kanaal.

5.

Selecteer uw land. Het geschikte kanaal wordt automatisch ingesteld op een standaardinstelling.

6.

Klik op OK.

Network Manager verzendt signalen naar het accesspoint om het toe te voegen aan het netwerk. Nadat het accesspoint is gevonden geeft de wizard een bericht weer.


15


7.

Klik op OK. De volgende stap is het toevoegen van de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes aan uw klasnetwerk.

Automatisch sledes toevoegen Voordat u de automatische detectiefunctie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes opgeladen zijn. TI-Nspire™ 1.

Klik op Slede(s) automatisch detecteren.

2.

Zet alle TI-Nspire™-rekenmachines aan.

3.

Schuif de vergrendeling aan de achterkant van de draadloze slede in de OFF-stand en bevestig de rekenmachine in de slede.

Vergrendeling in de OFF-stand

4.

Vergrendel de rekenmachine op zijn plaats door de vergrendeling aan de achterkant van de slede in de ON-stand te zetten.

Vergrendeling in de ON-stand

Na een korte zoekactie naar bestaande draadloze sledes wordt er een dialoogvenster geopend, met alle gevonden sledes.

16



5.

Markeer elke draadloze slede die u wilt toevoegen en klik op Toevoegen. Opmerking: als de slede na 6 minuten niet verschijnt in de kolom Beschikbare sledes, probeer dan of deze tips helpen:

6.

•

Controleer de sledenummers om te zien welke slede geen verbinding maakt.

•

Maak de rekenmachine los en bevestig hem weer in de slede.

•

Controleer of de slede vergrendeld is. (De vergrendeling aan de achterkant van de slede staat in de ON-stand.)

Als u klaar bent met het toevoegen van alle sledes klikt u op Voltooien.

Handmatig sledes toevoegen Wanneer u een slede handmatig toevoegt, dan verschijnt deze onmiddellijk in het TI-Nspire™ Network Manager-venster. 1.

Klik op Slede(s) handmatig toevoegen. Het dialoogvenster Draadloze sledes op ID-nummer toevoegen verschijnt.


17


2.

Zoek het ID-nummer van de slede op op de achterkant, en voer het in in het vak ID-nummer slede. Het ID-nummer van de slede bestaat uit zes cijfers.

3.

Voer een schermnaam voor de slede in. Schermnamen kunnen bestaan uit letters, spaties en getallen. Een schermnaam moet minimaal één teken en maximaal 64 tekens bevatten.

4. 5.

Klik op Volgende toevoegen om nog een slede toe te voegen als u meer dan één slede wilt toevoegen. Als u klaar bent met het toevoegen van alle sledes klikt u op Voltooien.

De status van de draadloze sledes controleren Alle draadloze sledes die u heeft toegevoegd verschijnen in het TI-Nspire™ Network Manager-venster. Als de draadloze slede volledig is opgeladen en aangesloten op een ingeschakelde TI-Nspire™rekenmachine, geeft TI-Nspire™ Network Manager de status "aangesloten" weer. Het kan 30 seconden duren om de slede te herkennen en de status ervan weer te geven als aangesloten.

18



Als de draadloze slede niet is opgeladen of niet is aangesloten op een ingeschakelde TI-Nspire™-rekenmachine, dan geeft TI-Nspire™ Network Manager de status weer als "losgekoppeld". TI-Nspire™ Network Manager onthoudt de ID-nummers van de sledes die u heeft toegevoegd; de volgende keer dat u de TI-Nspire™-rekenmachine die is aangesloten op de draadloze slede aanzet, herkent TI-Nspire™ Network Manager deze.

Led-lampjes op de draadloze sledes De led-lampjes op elke draadloze slede maken gebruik van verschillende kleuren en knipperpatronen om gegevensactiviteit of stroomstatus aan te geven. Dit kan gebeuren als de sledes in de oplader zitten, of als ze buiten de oplader zijn. De led-lampjes geven de verschillende toestanden als volgt aan. Activiteitslampje Kleur en patroon

Betekenis

Knipperend groen

Geeft gegevensoverzending van en naar het accesspoint aan.


19


Batterij (stroomstatus)-lampje Kleur en patroon

Betekenis

In de slede-oplader Ononderbroken oranje

De batterij wordt opgeladen.

Ononderbroken groen

Ingeschakeld; opgeladen en van stroom voorzien door een oplader of stroomadapter.

Ononderbroken rood

De batterij wordt opgeladen, maar heeft geen goed contact met de oplader. Plaats de slede zo dat deze goed contact heeft. Het led-lampje moet dan oranje worden, wat aangeeft dat de slede wordt opgeladen.

Buiten de slede-oplader Knipperend groen

Ingeschakeld; batterij krijgt stroom. De batterij is 30% tot 99% opgeladen.

Knipperend oranje

Batterij bijna leeg (minder dan 30% opgeladen).

Knipperend rood

Batterij is bijna helemaal leeg (minder dan 8% opgeladen).

20



Overzicht De TI-Nspire™ Navigator™ computersoftware bevat de tools en opties die u nodig heeft om uw draadloze klasnetwerk te gebruiken. De software wordt automatisch geopend na installatie, of u kunt de software op elk gewenst moment starten door onderstaande aanwijzingen op te volgen.

De TI-Nspire™ Navigator™-software starten op uw computer U kunt het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem starten vanuit het startmenu op uw computer. 1. Klik op Start > Programma's > TI Tools > TI-Nspire Navigator > TI-Nspire Navigator. Er verschijnt een venster Veiligheidswaarschuwing.

2.

Klik op Toestaan om volledige toegang tot de TI-Nspire™ Docenteneditie-software toe te staan, als u die optie geïnstalleerd heeft. Zie de gebruikershandleiding bij de TI-Nspire™ CAS Computersoftware Docenteneditie die bij uw systeem geleverd is voor meer informatie over de TI-Nspire™ Docenteneditie-software. Opmerking: als u op Blijf blokkeren of op Later opnieuw vragen

klikt, dan kunt u de optie "Verzenden naar klas" in de TI-Nspire™ Docenteneditie-software niet gebruiken, en verschijnt dit venster de volgende keer dat u de TI-Nspire™ Navigator™-software opent, opnieuw. U kunt dan voor Toestaan kiezen om volledige toegang tot de TI-Nspire™ Docenteneditie-software te krijgen.

Overzicht

21


Het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer wordt geopend.

Het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer Het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer biedt u de tools en opties die u nodig heeft om de TI-Nspire™ Navigator™-software te gebruiken. Hieronder ziet u een voorbeeld van het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer met de belangrijkste onderdelen gelabeld. Als u de aanwijzingen op het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ volgt, vindt u een gedetailleerde toelichting bij elk gelabeld onderdeel. Opmerking: onderstaand voorbeeld toont het tabblad Klaslokaal in de Plaatsindeling-weergave.

Ê

Ë

Ì

Í

Î

Netwerkindicator

Ê Tabblad Klaslokaal Ë Tabblad Tools Ì Tabblad Portfolio Í Huidige klas Î Klasseoverzicht

22

Overzicht


Opmerking: zorg ervoor dat de netwerkindicator aan de onderkant van het scherm aangeeft dat het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk beschikbaar is. Als het niet beschikbaar is, geeft de indicator een fout aan.

1: Tabblad Klaslokaal In het tabblad Klaslokaal kunt u de leerlingen in de geselecteerde klas bekijken en kunt u leerlingen toevoegen, verwijderen of bewerken. Het tabblad Klaslokaal heeft twee weergaven, de Plaatsindeling- en de Leerlingenlijst-weergave. In de Plaatsindeling-weergave kunt u uw leerlingen bekijken met hun schermnaam en een pictogram. In de Leerlingenlijst-weergave kunt u uw leerlingen bekijken in een tabel met een deel van hun account-informatie. Opmerking: onderstaand voorbeeld toont het tabblad Klaslokaal in de Leerlingenlijst-weergave.

A C B

A: KIaslokaal-werkbalk. Hiermee kunt u een klas toevoegen en

bestanden inzamelen, verzenden en wissen. B: Leerlingschema.

1) Plaatsindeling-weergave - Toont de leerlingen met hun schermnamen en leerlingpictogrammen. Met de Plaatsindelingweergave kunt u uw leerlingen in het tabblad Klaslokaal neerzetten zoals ze zitten in het klaslokaal. 2) Leerlingenlijst -weergave - Toont de leerlingen in een tabel met een deel van hun account-informatie. Met de Leerlingenlijstweergave kunt u leerlingen sorteren op hun schermnaam, voornaam, achternaam en leerlingennummer. C: Weergave-selectie. Hiermee kunt u overschakelen tussen de Plaatsindeling- en de Leerlingenlijst-weergave.

Overzicht

23


2: Tabblad Tools Het tabblad Tools bevat pictogrammen die verwijzen naar een bepaalde tool in de TI-Nspire™ Navigator™-software.

Met de taakpictogrammen kunt u taaktools starten in de TI-Nspire™ Navigator™-software, waaronder Snelle peiling, Schermvastlegging, Verzenden naar klas, Verzamelen uit klas, Wissen uit klas, Overzendingstool en TI-Nspire™ Netwerkmanager.

3: Tabblad Portfolio Het tabblad Portfolio geeft de leerlingnamen, opdrachtnamen en -scores en pictogrammen van ingezamelde bestanden weer.

24

Overzicht


4: Huidige klas Met Huidige klas kunt u door u gecreëerde klassen selecteren, en kunt u klas-sessies voor de geselecteerde klas beginnen en beëindigen. Hieronder ziet u een voorbeeld van de Huidige klas met de belangrijkste onderdelen ervan gelabeld. A

B

A: Klassenlijst. Een keuzelijst waaruit u een klas uit de door u gecreëerde klassen kunt selecteren. De klassenlijst is gedeactiveerd als u een klas-sessie heeft lopen. B: Knop Klas beginnen/beëindigen. Knop waarmee u een klas-sessie kunt beginnen of beëindigen.

5: Klasseoverzicht Het Klasseoverzicht bevat zowel de huidige als de eerder uitgevoerde activiteiten van de geselecteerde klas. Hieronder ziet u een voorbeeld van het Klasseoverzicht met de belangrijkste onderdelen ervan gelabeld, en een toelichting op de pictogrammen.

A B

E

Klasseoverzichtpictogrammen

C

Bestand gewist van rekenmachines van de leerlingen

D

Bestand verzonden naar klas

F

Bestand opgehaald uit klas

H

G

Opgeslagen in portfolio Teruggestuurd naar klas Klik hierop voor opties

A: Bestandsverwijdering. Het verwijderen van een bestand van de rekenmachines van uw leerlingen, aangegeven met het

Overzicht

-symbool.

25


B: Bestandsoverzending. Het overzenden van bestanden tussen uw computer en de rekenmachines van uw leerlingen. Pijltjes naast de bestanden geven het overzenden van bestanden aan. Het verzendsymbool duidt het overzenden van bestanden van uw computer naar de rekenmachines van uw klas aan. Het verzamelsymbool duidt het overzenden van bestanden van de rekenmachines van uw klas naar uw computer aan. Het overzenden van bestanden blijft staan tot alle leerlingen het bestand hebben ontvangen, u het verzenden stopt of tot u de klas-sessie beëindigt. C: Map Ongevraagd vanuit de klas. Een map met de bestanden die leerlingen u hebben gestuurd, maar die geen onderdeel uitmaakten van een verzamelactie. D: Status. De voortgang van een actie. Bijvoorbeeld: “23 van 25” geeft aan dat 23 van de 25 leerlingen een bestand hebben ontvangen. E: Huidige actie. Een actie (bijvoorbeeld verzenden) die nog steeds actief is. F: Menu-pictogram. Klik op dit pictogram om snelle toegang tot bepaalde menu-items te krijgen. Dit pictogram geeft u dezelfde opties als wanneer u met de rechtermuisknop klikt. U kunt de volgende acties op een geselecteerd item in het Klasseoverzicht uitvoeren: Openen in klasseanalyse, Opslaan in portfolio, Geselecteerd bestand inzamelen, Geselecteerd bestand terugsturen, Ontbrekende bestanden inzamelen, Verwijderen uit klasseoverzicht en Item-eigenschappen vastleggen. G: Knop Verwijderen uit klasseoverzicht. Knop waarmee u geselecteerde historische of actieve acties kunt verwijderen uit het klasseoverzicht. U kunt één actie of meerdere acties verwijderen. H: Knop Opslaan naar portfolio. Knop waarmee u een item in het

Klasseoverzicht kunt opslaan in het portfolio. De knop is beschikbaar als hij gekleurd is:

.

TI-Nspire™ Navigator™ computertools Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem bevat tools die u kunt gebruiken om te communiceren met uw leerlingen vanaf uw computer. In deze paragraaf worden de tools beschreven, en wordt verteld hoe u ze start.

De TI-Nspire™ Navigator™ computertools

Snelle peiling – Hiermee kunt u peilingen naar uw leerlingen verzenden en hun antwoorden op de peilingen ontvangen.

26

Overzicht


Schermvastlegging – Hiermee kunt u de rekenmachineschermen van uw leerlingen vastleggen en ze op uw computer weergeven.

Verzenden naar klas – Hiermee kunt u TI-Nspire™ rekenmachinecompatibele bestanden naar de rekenmachines van uw leerlingen verzenden vanaf uw eigen rekenmachine of vanaf uw computer. U kunt bestanden naar de hele klas verzenden, naar leerlingen die op dat moment aangemeld zijn of naar individuele leerlingen.

Verzamelen uit klas – Hiermee kunt u TI-Nspire™ rekenmachinecompatibele bestanden van de rekenmachines van uw leerlingen naar uw computer halen.

Wissen uit klas – Hiermee kunt u bestanden van de rekenmachines van uw leerlingen wissen. U kunt bestanden van de hele klas of van individuele leerlingen wissen.

Overzend-tool – Hiermee kunt u documentbestanden, toepassingsbestanden en besturingssysteem (OS)-bestanden overzenden naar een serie rekenmachines, zonder dat de leerlingen zich hoeven aan te melden.

TI-Nspire™ Network Manager – Hiermee kunt u TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes en TI-Nspire™ accesspoints aan uw netwerk toevoegen of eruit verwijderen.

De TI-Nspire™ Navigator™ computertools starten 1.

Klik op het tabblad Tools. Het tabblad Tools wordt geopend.

Overzicht

27


2.

Als de tool die u wilt starten niet actief is, begin dan de klas-sessie.

3.

Klik op het pictogram van de tool die u wilt starten.

Opmerking: u kunt veel van deze tools ook starten vanuit het menu Tools.

Uw docentaccount creëren en beheren U kunt uw docentaccount creëren in het gedeelte Docentvoorkeuren van het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem. Met uw docentaccount kunt u zich aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf uw rekenmachine. Nadat u uw docentaccount gecreëerd heeft, kunt u later uw wachtwoord of gebruikersnaam veranderen.

Uw docentaccount creëren 1.

Als u een klas-sessie heeft lopen, beëindig deze dan.

2.

Klik op Tools > Docentvoorkeuren of klik op Docentvoorkeuren

28

.

Overzicht


Het dialoogvenster Docentvoorkeuren wordt geopend.

3.

Voer een gebruikersnaam in.

4.

Voer een wachtwoord in.

5.

Selecteer of deselecteer de voorkeur om het docentpictogram in de klaslokaal-weergave te laten verschijnen. Als u deze voorkeur selecteert, dan verschijnt het docentpictogram in de klaslokaal-weergave, en wordt u opgenomen als ontvanger bij de bewerkingen Verzenden naar klas, Verzamelen uit klas en Wissen uit klas. Het rekenmachinescherm van de docent wordt opgenomen bij de schermvastleggingen van de klas.

6.

7.

Selecteer of deselecteer de opties voor het willekeurig maken van de volgorde in Schermvastlegging, en voor het individualiseren van de docentenrekenmachine in Schermvastlegging. •

Volgorde van Schermvastlegging willekeurig maken: door deze optie te selecteren worden schermen van leerlingen in een willekeurige volgorde vastgelegd en weergegeven, dus niet in de volgorde van de klasselijst. Hierdoor kunnen de leerlingen zich concentreren op de opdracht, niet op wiens scherm ze zien.

•

Docentenrekenmachine individualiseren in Schermvastlegging door deze optie te selecteren wordt het scherm van de docent weergegeven in de schermvastlegging.

Klik op OK.

Overzicht

29


Het wachtwoord van uw docentaccount veranderen 1.

Zorg ervoor dat u niet bent aangemeld op het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk op uw rekenmachine.

2.

Klik op Tools > Docentvoorkeuren of klik op Docentvoorkeuren

.

Het dialoogvenster Docentvoorkeuren wordt geopend.

3.

Klik op Resetten. De TI-Nspire™ Navigator™-software wist het huidige wachtwoord.

4.

Voer een nieuw wachtwoord in.

5.

Klik op OK.

30

Overzicht


Aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™systeem vanaf de rekenmachine Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem gebruikt zowel uw computer als de rekenmachines van uw leerlingen. Uw computer en de rekenmachines van uw leerlingen communiceren via het TI-Nspire™ Navigator™netwerk. Opmerking: u hoeft u niet aan te melden om te communiceren met de rekenmachines van uw leerlingen; u kunt de Overzendingstool gebruiken om bestanden te wissen of om bestanden en besturingssystemen te verzenden naar de rekenmachines van uw leerlingen. Als u echter van plan bent om mee te doen vanaf uw rekenmachine tijdens de TI-Nspire™ Navigator™ klas-sessie, dan moet u zich aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf uw rekenmachine.

Pictogrammen van de aanmeldstatus van TI-Nspire™ rekenmachines De pictogrammen op de TI-Nspire™ en TI-Nspire™ CAS rekenmachineschermen geven de communicatiestatus tussen de rekenmachine en het accesspoint, de slede of het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk aan. De pictogrammen geven de status als volgt aan.. Knipperend

De rekenmachine zoekt naar een accesspoint.

Ononderbroken brandend

De rekenmachine heeft een accesspoint gevonden.


De rekenmachine communiceert niet met de slede. Haal de rekenmachine uit de slede, wacht tot het pictogram verdwijnt en plaats de rekenmachine weer terug in de slede.

Knipperend

De rekenmachine is aangesloten op het netwerk en is gereed voor aanmelding.


De rekenmachine is aangemeld bij het netwerk en is volledig opgeladen.

Voordat u zich aanmeldt Creëer uw docentaccount in Docentvoorkeuren.

Overzicht

31


Aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk 1.

Begin met de klas-sessie op uw computer, als u dit nog niet gedaan heeft.

2.

Zorg ervoor dat de TI-Nspire™-rekenmachine gereed is voor aanmelding. (Het

3.

pictogram knippert.)

Meld u als volgt aan: –

Selecteer op het hoofdscherm van uw TI-Nspire™-rekenmachine 5:Instellingen & status > 5:Aanmelden.

–

Op een ander scherm dan het hoofdscherm drukt u op ~ > 8:Aanmelden.

4.

Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord. (Druk op e om naar het volgende veld te gaan).

5.

Selecteer Aanmelden. Het scherm Aanmelden gelukt verschijnt.

32

Overzicht


Aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™ systeem (instructies voor de leerlingen) Uw computer en de rekenmachines van uw leerlingen communiceren via het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk. Om te kunnen communiceren via dit netwerk, moeten uw leerlingen zich aanmelden bij het netwerk vanaf hun rekenmachines. Hieronder vindt u instructies die u kunt gebruiken om uw leerlingen te vertellen hoe ze zich moeten aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk.

Voordat uw leerlingen zich aanmelden •

Creëer accounts voor uw leerlingen.

•

Geef uw leerlingen hun gebruikersnamen en indien nodig hun wachtwoorden.

Gezichtspunt van de leerlingen: Onderstaande stappen zijn beschreven vanuit het gezichtspunt van de leerlingen.

Aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk 1.

Zorg ervoor dat de TI-Nspire™-rekenmachine gereed is voor aanmelding. (Het pictogram knippert, wat aangeeft dat de rekenmachine volledig is opgeladen en met het netwerk communiceert.)

2.

Meld u als volgt aan: –

Selecteer op het hoofdscherm van uw TI-Nspire™-rekenmachine 5:Instellingen & status > 5:Aanmelden.

–

Op een ander scherm dan het hoofdscherm drukt u op ~ > 8:Aanmelden.

3.

Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord. (Druk op e om naar het volgende veld te gaan).

4.

Selecteer Aanmelden. Het scherm Aanmelden gelukt verschijnt.

Overzicht

33


34

Overzicht


Klassen beheren Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem bevat doorgaans één of meer klassen. Om TI-Nspire™ Navigator™ te gebruiken moet u klassen creëren en gebruiken voor elk lesuur dat u geeft. Dit hoofdstuk bevat de informatie die u nodig heeft voor het creëren en effectief beheren van uw klassen.

Klassen creëren Wanneer u het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem voor het eerst gebruikt, is een van de eerste dingen die u moet doen het creëren van uw klassen. Zorg ervoor dat u een klas creëert voor elk lesuur waarin u wilt lesgeven met TI-Nspire™ Navigator™.

Klassen creëren 1.


2.

Klik op Bestand > Klas toevoegen of klik op Klas toevoegen

.

Het dialoogvenster Een klas toevoegen wordt geopend.

3.

Voer een naam voor de klas in. Opmerking: u kunt geen combinatie van TI-Nspire™-rekenmachines en TI-Nspire™ CAS-rekenmachines in dezelfde klas gebruiken.

4.

Klik op Klas toevoegen. De nieuwe klas verschijnt in het dialoogvenster Een klas toevoegen.

Klassen beheren

35


5.

(Optioneel) Importeer leerlingen in de klas. Opmerking: u kunt een kommagescheiden (CSV)-bestand of een

*.txt-bestand importeren. Het CSV- of .txt-bestand moet alle volgende kopjes in deze volgorde hebben: Voornaam Achternaam Gebruikersnaam Wachtwoord Schermnaam Leerlingnummer a)

Klik op de klas.

b)

Klik op Leerlingen importeren. Het dialoogvenster Openen wordt weergegeven.

36

c)

Selecteer het bestand met de leerlingen die u wilt importeren.

d)

Klik op Openen.

Klassen beheren


Het dialoogvenster Importstatus wordt geopend, waarin u geïnformeerd wordt over het aantal leerlingen dat succesvol geïmporteerd is door de TI-Nspire™ Navigator™software.

e)

(Optioneel) Als bepaalde leerlingen niet geïmporteerd zijn, klik dan op Details bekijken om het probleem vast te stellen. De details over de importeeractie worden geopend in het dialoogvenster Importstatus.

f)

Klik op OK.

6.

Als u nog een klas wilt creëren, herhaal dan de stappen 3 - 5.

7.

Klik op Voltooien.

Een klas selecteren U kunt veel klassen creëren in het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem. Om een klas te bekijken of te starten moet u deze selecteren in een lijst met klassen in het gedeelte Huidige klas op het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer.

Een klas selecteren 1.


2.

Klik op Bestand > Klas selecteren. Er wordt een lijst met klassen geopend.

3.

Klik op de gewenste klas.

Klassen beheren

37


De TI-Nspire™ Navigator™-software toont de informatie over de geselecteerde klas. Opmerking: u kunt informatie over de geselecteerde klas bekijken en bewerken, maar u kunt geen netwerkactiviteiten uitvoeren voordat u met de klas begint.

Een klas-sessie beginnen en beëindigen Een klas-sessie is de periode waarin het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem actief is voor een specifieke klas. Terwijl er een klas-sessie bezig is, kunt u TI-Nspire™ Navigator™-communicatiefuncties uitvoeren met de geselecteerde klas. U kunt de TI-Nspire™ Navigator™-software niet gebruiken om informatie uit te wisselen met uw klas voordat u een klas-sessie bent begonnen, en u kunt geen andere klas-sessie beginnen in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem voordat u de huidige klas-sessie heeft beëindigd.

Een klas-sessie beginnen 1.


2.

Selecteer de klas die u wilt verwijderen in de keuzelijst Huidige klas.

3.

Klik op Bestand > Klas beginnen of klik op Klas beginnen

.

Een klas-sessie beëindigen f Klik op Bestand > Klas beëindigen of klik op Klas beëindigen

.

De klasweergave veranderen In het tabblad Klaslokaal kunt u de geselecteerde klas bekijken in de Leerlingenlijst-weergave of in de Plaatsindeling-weergave. De Leerlingenlijst-weergave toont uw leerlingen in een tabel met hun schermnaam, voornaam, achternaam, gebruikersnaam en leerlingennummer. De Plaatsindeling-weergave toont uw leerlingen als leerlingpictogrammen met schermnamen. U kunt de klasweergave op elk gewenst moment veranderen.

De klasweergave in Leerlingenlijst veranderen 1.

Klik op het tabblad Klaslokaal. Het tabblad Klaslokaal wordt geopend. Opmerking: de inhoud van het tabblad Klaslokaal varieert afhankelijk van de geselecteerde klas en weergave. Onderstaand

38

Klassen beheren


voorbeeld toont het tabblad Klaslokaal in de Plaatsindelingweergave.

2.

Klik in het menu op Weergave > Klaslokaal > Leerlingenlijst. -ofKlik in het tabblad Klaslokaal op Weergave > Leerlingenlijst. Het tabblad Klaslokaal verandert de klasweergave in Leerlingenlijst.

De klasweergave veranderen in Plaatsindeling 1.

Klik op het tabblad Klaslokaal. Het tabblad Klaslokaal wordt geopend. Opmerking: de inhoud van het tabblad Klaslokaal varieert afhankelijk van de geselecteerde klas en weergave. onderstaand voorbeeld toont het tabblad Klaslokaal in de Leerlingenlijstweergave.

Klassen beheren

39


2.

Klik in het menu op Beeld > Klaslokaal > Plaatsindeling. -ofKlik in het tabblad Klaslokaal op Weergave> Plaatsindeling. In het tabblad Klaslokaal verandert de klasweergave in Plaatsindeling.

Items verwijderen uit het Klasseoverzicht Het Klasseoverzicht houdt een lijst bij van alle acties die u heeft uitgevoerd in uw klas. Items blijven in deze lijst staan tot u ze verwijdert, of tot u de klas verwijdert. U kunt items op elk gewenst moment uit het Klasseoverzicht verwijderen. Opmerking: Als u een lijst met verzamelde bestanden uit het Klasseoverzicht verwijdert zonder deze eerst in het portfolio op te slaan, dan wist de TI-Nspire™ Navigator™-software deze leerlingbestanden.

Items verwijderen uit het Klasseoverzicht 1.

40

Klik in het Klasseoverzicht op het item dat u wilt verwijderen.

Klassen beheren


De TI-Nspire™ Navigator™-software markeert het geselecteerde item in het Klasseoverzicht.

2.

Klik op Bewerken > Verwijderen uit klasseoverzicht. Opmerking: als u een item verwijdert dat nog in bewerking is, dan wordt het dialoogvenster Verwijderen uit klasseoverzicht geopend, met de vraag of u zeker weet dat u het item wilt verwijderen. Klik op Verwijderen.

Klassen verwijderen Als er een klas is die u niet meer nodig heeft, kunt u deze verwijderen uit het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem. Wanneer u een klas verwijdert, dan verwijdert de TI-Nspire™ Navigator™-software de klas uit de software en worden tevens de bestanden op de harde schijf die bij die klas horen verwijderd. Als de betreffende klas leerlingen bevat die geen deel uitmaken van andere klassen, dan verwijdert de software die leerlingen ook uit de software. Opmerking: u kunt het verwijderen van een klas niet ongedaan maken.

Klassen verwijderen 1.


2.

Selecteer de klas die u wilt verwijderen in de keuzelijst Huidige klas. Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem geeft de geselecteerde klas weer in het veld Huidige klas.

3.

Klik op Bestand > Klas verwijderen. Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem vraagt of u zeker weet dat u de klas wilt verwijderen.

4.

Klik op Verwijderen.

Klassen beheren

41


42

Klassen beheren


Leerlingaccounts beheren Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem bevat doorgaans een groot aantal leerlingaccounts die bij één of meer klassen horen. Elke leerling moet een account hebben om toegang te krijgen tot TI-Nspire™ Navigator™ op hun rekenmachines. Dit hoofdstuk bevat informatie over het creëren en beheren van uw leerlingaccounts.

Leerlingen toevoegen aan klassen Zodra u uw klassen heeft gecreëerd, kunt u er leerlingen aan toevoegen. U kunt op elk gewenst moment leerlingen toevoegen aan uw klassen. Opmerking: onderstaande instructies geven aan hoe u leerlingen toevoegt nadat u een klas heeft gecreëerd. U kunt ook leerlingen toevoegen wanneer u een klas creëert door ze te importeren.

Leerlingen toevoegen aan klassen 1.

Selecteer de klas waaraan u de leerlingen wilt toevoegen. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik op Klas > Leerling toevoegen of klik op Leerling toevoegen

.

Het dialoogvenster Leerling toevoegen wordt geopend.

3.

Voer de voornaam van de leerling in.

4.

Voer de achternaam van de leerling in.

Leerlingaccounts beheren

43


5.

Voer een gebruikersnaam in. Opmerking: de door u gekozen gebruikersnaam moet uniek zijn. Hij mag nog niet bestaan in de huidige klas of in een willekeurige andere klas.

6.

Als u wilt dat de leerling zijn of haar eigen wachtwoord kan kiezen, selecteer dan Leerling kiest. -ofAls u zelf een specifiek wachtwoord voor de leerling wilt creëren, selecteer dan het lege vak voor wachtwoordinvoer en voer een nieuw wachtwoord in.

7.

(Optioneel) Voer een schermnaam in. Opmerking: als u de schermnaam leeg laat, dan gebruikt de TI-Nspire™ Navigator™-software de voornaam van de leerling als de schermnaam.

8.

(Optioneel) Voer een leerlingnummer in.

9.

(Optioneel) Wijs de leerling toe aan andere klassen: a)

Klik op Klassen toewijzen. Het dialoogvenster Klassen toewijzen wordt geopend.

b)

Selecteer de vakjes van de klassen van de leerling.

c)

Wis de vakjes van de klassen waarin de leerling niet thuishoort.

d)

Klik op OK.

10. Als u nog een andere leerling wilt toevoegen, klik dan op Volgende leerling toevoegen en herhaal de stappen 3 - 9. 11. Klik op Voltooien.

44



Een leerling verwijderen uit een klas U kunt leerlingen verwijderen uit uw klassen als dit nodig is. Wanneer u leerlingen verwijdert, verwijdert het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem ze alleen uit de geselecteerde klas. Als de leerlingen ook in andere klassen thuishoren, dan blijven ze wel in die klassen. Opmerkingen:

•

U kunt leerlingen die aangemeld zijn op het TI-Nspire™ Navigator™netwerk niet verwijderen.

•

U kunt het verwijderen van leerlingen niet ongedaan maken.

•

U kunt de leerlingaccounts openen door met de rechtermuisknop op de leerling te klikken en een actie uit het menu te kiezen.

Een leerling verwijderen uit een klas 1.

Selecteer de klas waaruit de leerling wilt verwijderen. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik op het tabblad Klaslokaal. Het tabblad Klaslokaal wordt geopend. Opmerking: de inhoud van het tabblad Klaslokaal varieert afhankelijk van de geselecteerde klas en weergave.

3.

Klik op de leerling die u wilt verwijderen.

4.

Klik op Klas > Leerling verwijderen of klik op Leerling verwijderen of klik met de rechtermuisknop op de leerling en kies Leerling verwijderen uit het menu.

De TI-Nspire™ Navigator™-software vraagt of u zeker weet dat u de leerling wilt verwijderen.


45


5.

Klik op Ja.

De TI-Nspire™ Navigator™-software verwijdert de leerling.

Wachtwoorden van leerlingen resetten Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem tast de privacy van de wachtwoorden van uw leerlingen niet aan. Hierdoor kunt u geen wachtwoorden terughalen voor uw leerlingen als ze deze zijn vergeten. U kunt de wachtwoorden van uw leerlingen echter wel resetten als dat nodig is. U kunt de wachtwoorden voor alle leerlingen in een klas resetten, of dit doen voor individuele leerlingen. Opmerking: u kunt de wachtwoorden van leerlingen die op dat moment aangemeld zijn bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk niet resetten.

Wachtwoorden voor alle leerlingen in een klas resetten 1.

Selecteer de klas van de leerlingen. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik op het tabblad Klaslokaal. Het tabblad Klaslokaal wordt geopend.

3.

Klik op een leerling in de klas.

4.

Klik op Bewerken > Alles selecteren. Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem selecteert alle leerlingen in de klas.

5.

Klik op Klas > Leerlingwachtwoord(en) resetten. Het dialoogvenster Resetten van leerlingwachtwoorden bevestigen wordt geopend.

46



6.

Klik op OK.

7.

De volgende keer dat uw leerlingen zich aanmelden, instrueert u ze om een wachtwoord naar keuze in te voeren.

Leerlingwachtwoorden voor individuele leerlingen resetten 1.

Selecteer een klas van de leerling wiens wachtwoord u wilt resetten. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.


3.

Klik op de leerling die u wilt bewerken.

4.

Klik op Klas > Leerling bewerken of klik op Leerling bewerken of klik met de rechtermuisknop op de leerling en kies Leerling bewerken in het menu. Het dialoogvenster Leerlingeigenschappen wordt geopend.


47


5.

Klik op Resetten.

6.

Als u wilt dat de leerling zijn of haar eigen wachtwoord kan kiezen, selecteer dan Leerling kiest. -ofAls u zelf een specifiek wachtwoord voor de leerling wilt creëren, selecteer dan het lege vak voor wachtwoordinvoer en voer een nieuw wachtwoord in.

7.

Klik op OK. Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem reset het wachtwoord van de leerling.

8.

De volgende keer dat de leerling zich aanmeldt: •

Als u Leerling kiest geselecteerd heeft, instrueer de leerling dan om een wachtwoord naar keuze in te voeren.

•

Als u zelf een wachtwoord voor de leerling heeft gecreëerd, geef de leerling dan het nieuwe wachtwoord.

De aanmeldstatus van een leerling controleren Met het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem kunt u de aanmeldstatus van uw de leerlingen bekijken vanaf het tabblad Klaslokaal. De kleur van het pictogram bij de schermnaam van uw leerlingen geeft hun aanmeldstatus aan, evenals de klasstatus: Pictogram

48

Klasstatus

Leerlingstatus

Kleur

Klas-sessie niet gestart.

N.v.t

Grijs

Klas-sessie gestart.

Leerling is niet aangemeld.

Lichtblauw



Pictogram

Klasstatus

Leerlingstatus

Kleur

Klas-sessie gestart.

Leerling is aangemeld.

Donkerblauw

De plaatsindeling ordenen Aanvankelijk ordent het tabblad Klaslokaal de leerlingen in de Plaatsindeling-weergave in de volgorde waarin u ze heeft toegevoegd. U kunt de leerlingen echter opnieuw ordenen, zodat ze op dezelfde plaats zitten in het tabblad Klaslokaal, als in uw echte klas. U kunt de plaatsindeling op elk gewenst moment opnieuw ordenen.

Leerlingen ordenen in de plaatsindeling 1.

Selecteer de klas van de leerlingen. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik in het menu op Beeld > Klaslokaal > Plaatsindeling. Het tabblad Klaslokaal wordt geopend, met uw klas in de Plaatsindeling-weergave.

3.

Sleep elk leerlingenpictogram binnen het tabblad Klaslokaal naar de door u gewenste plaats. De TI-Nspire™ Navigator™-software verplaatst de leerlingpictogrammen naar de nieuwe plaatsen. Opmerking: plaats geen leerlingpictogram bovenop een ander leerlingpictogram. Als u dit doet, dan ziet u maar één van de leerlingpictogrammen.


49


Leerlinginformatie sorteren De Leerlingenlijst-weergave in het tabblad Klaslokaal geeft de informatie over leerlingen in de geselecteerde klas weer. Die informatie bevat onder andere de schermnamen van uw leerlingen, de voor- en achternamen, gebruikersnamen en leerlingennummers. In de Leerlingenlijst-weergave kunt u de leerlinginformatie sorteren volgens elk van deze categorieën. Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem sorteert de informatie alfabetisch van A-Z of Z-A en numeriek van 1-9 of 9-1. U kunt de leerlinginformatie op elk gewenst moment sorteren.

Leerlinginformatie sorteren 1.

Selecteer de klas met de leerlinginformatie die u wilt sorteren. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik in het menu op Beeld > Klaslokaal > Leerlingenlijst. Het tabblad Klaslokaal wordt geopend met de Leerlingenlijstweergave.

3.

Klik op de kolomtitel van de lijst die u wilt sorteren. De TI-Nspire™ Navigator™-software sorteert de geselecteerde lijst.

4.

Als u de geselecteerde informatie in omgekeerde volgorde wilt sorteren, klik dan nogmaals op de kolomtitel.

De klassen van een leerling veranderen Af en toe kan het voorkomen dat uw leerlingen naar een andere klas gaan, of dat ze in meer dan één van uw klassen zitten. Met het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem kunt u de klassen van uw leerlingen indien nodig veranderen. Opmerking: u kunt de klassen van leerlingen die aangemeld zijn bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk niet veranderen.

50



Opmerking: u kunt de leerlingaccounts openen door met de rechtermuisknop op de leerling te klikken en een actie uit het menu te kiezen.

De klassen van een leerling veranderen 1.

Selecteer een klas waarin de leerling thuishoort. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.


3.


4.



51


5.

Klik op Klassen toewijzen. Het dialoogvenster Klassen toewijzen wordt geopend.

6.

Selecteer de vakjes van de klassen van de leerling.

7.

Wis de vakjes van de klassen waarin de leerling niet thuishoort.

8.

Klik op OK.

9.

Klik in het dialoogvenster Leerlingeigenschappen op OK.

Leerlingnamen en -nummers veranderen Nadat u uw leerlingen heeft toegevoegd, kan het zijn dat u een van hun namen of nummers moet veranderen. In het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem zijn er vijf verschillende namen of nummers die bij uw leerlingen horen: •

Voornaam

•

Achternaam

•

Gebruikersnaam

•

Schermnaam

•

Leerlingnummer

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u deze types namen en nummers kunt veranderen. Opmerking: u kunt de accountinformatie van leerlingen die aangemeld

zijn bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk niet veranderen. Opmerking: u kunt de leerlingaccounts openen door met de rechtermuisknop op de leerling te klikken en een actie uit het menu te kiezen.

Leerlingnamen of -nummers veranderen 1.

52

Selecteer een klas waarin de leerling thuishoort.



Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.


3.


4.


5.

Klik op het veld van de naam of het nummer dat u wilt veranderen.

6.

Breng de wijzigingen aan.

7.

Herhaal de stappen 5 en 6 voor eventuele andere namen of nummers die u wilt veranderen.


53


8.

Klik op OK.

Een leerling verplaatsen naar een andere klas Als één van uw leerlingen naar een andere klas gaat, dan kunt u hem of haar ook binnen het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem verplaatsen. Opmerking: u kunt leerlingen die aangemeld zijn op het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk niet verplaatsen.

Opmerking: u kunt de leerlingaccounts openen door met de rechtermuisknop op de leerling te klikken en een actie uit het menu te kiezen.

Een leerling verplaatsen 1.


2.

Klik op de leerling die u wilt verplaatsen.

3.

Klik op Bewerken > Knippen of klik op Knippen

.

De TI-Nspire™ Navigator™-software verwijdert de leerling uit de klas en plaatst zijn of haar leerlingaccount-informatie naar het klembord. 4.

Selecteer in de keuzelijst Huidige klas de klas waarnaar u de leerling wilt verplaatsen.

5.

Klik op Bewerken > Plakken of klik op Plakken

.

De TI-Nspire™ Navigator™-software verplaatst de leerling naar de geselecteerde klas.

Een leerling kopiëren naar een andere klas Wanneer u leerlingen in meer dan één klas heeft, dan kan het handig zijn om deze leerling te kopiëren van de ene klas naar de andere. Door leerlingen te kopiëren bespaart u zich de tijd die u kwijt zou zijn aan het opnieuw invoeren van alle informatie. Opmerking: u kunt leerlingen die aangemeld zijn op het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk niet kopiëren.

Opmerking: u kunt de leerlingaccounts openen door met de rechtermuisknop op de leerling te klikken en een actie uit het menu te kiezen. 54



Een leerling kopiëren 1.


2.

Klik op de leerling die u wilt kopiëren.

3.

Klik op Bewerken > Kopiëren of klik op Kopiëren

.

Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem kopieert de leerling naar het klembord. 4.

Selecteer in de keuzelijst Huidige klas de klas waarnaar u de leerling wilt kopiëren.

5.

Klik op Bewerken > Plakken of klik op Plakken

.

De TI-Nspire™ Navigator™-software kopieert de leering naar de geselecteerde klas.


55


56



Het portfolio gebruiken Het portfolio biedt u een manier voor het opslaan, bewaren, bekijken en beheren van bestanden die uw leerlingen naar u verzenden. Bestanden die u opslaat in het portfolio, blijven daar tot u ze verwijdert. Het tabblad Portfolio geeft een lijst met leerlingen in de geselecteerde klas, met de scores die ze hebben behaald voor elke opdracht die opgenomen is in het portfolio. A

B

C D E F G

A. De knop Portfolio-item(s) openen. Hiermee kunt u een geselecteerd

.tns-bestand in de TI-Nspire™-software openen. B. De knop Openen in Klasseanalyse. Hiermee kunt u een geselecteerd

item in de Klasseanalyse openen. C. Kolomtitel. Geeft de naam van het bestand of de map die verzameld of opgeslagen is in het portfolio. Met de kolomtitel Leerling kunt u sorteren op leerlingnaam. U kunt de grootte van de kolomtitel veranderen. De TI-Nspire™ Navigator™-software onthoudt de verandering de volgende keer dat u de software start. D. Kolomacties. Hiermee kunt u bepaalde acties op een kolom

uitvoeren. Door op een bestandspictogram in deze rij te klikken kunt u de volgende acties uitvoeren: Openen in Klasseanalyse, Kolom selecteren, Sorteren, Ontbrekende bestanden verzenden, Ontbrekende bestanden verzamelen, Portfoliokolom terugsturen, Portfoliokolom verwijderen of Naam van portfoliokolom wijzigen. Al deze acties worden elders in dit hoofdstuk gedetailleerd beschreven. Het portfolio gebruiken

57


E. Datum. Toont de datum waarop het bestand werd gecreëerd of opgeslagen. B. Klassegemiddelde. Geeft de gemiddelde score van de klas voor het

item in die kolom. G. Bestandspictogram. Geeft het bestandstype weer. De weergegeven bestandstypes zijn Snelle peilingen *.tns-bestanden.

Het portfolio bekijken 1.

Selecteer de klas waarin het portfolio zit dat u wilt bekijken. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik in het menu op Beeld > Portfolio, of klik op het tabblad Portfolio.

Het portfolio wordt weergegeven.

Een item opslaan in het portfolio U kunt verzamelde *.tns-bestanden en resultaten van snelle peilingen opslaan in (toevoegen aan) het portfolio. 1.

Om een item op te slaan in het portfolio vanuit het Klasseoverzicht, markeert u het verzamelde bestand dat u wilt toevoegen aan het portfolio. Opmerking: U kunt meerdere items in een venster selecteren en ze in één keer toevoegen aan het portfolio. Om een item op te slaan in het portfolio vanuit een snelle peiling, stopt u alle actieve peilingen.

58

Het portfolio gebruiken


2.

Klik op Bewerken > Opslaan in portfolio of kies Opslaan in portfolio vanuit het menupictogram

3.

.

Het dialoogvenster Opslaan in portfolio wordt geopend. U kunt een nieuwe portfoliokolom creëren of het item toevoegen aan een bestaande portfoliokolom. •

KiesAls nieuwe portfoliokolom toevoegen om een nieuwe kolom te creëren. Typ een naam voor de kolom en klik op Opslaan.

•

Kies Toevoegen aan bestaande portfoliokolom om het bestand aan een bestaande kolom toe te voegen. Klik op het pijltje van het drop-down menu om de gewenste kolom te selecteren en klik op Opslaan.

Het item wordt toegevoegd aan het portfolio, en de toevoeging wordt bevestigd in de statusbalk. Items die opgeslagen zijn in het portfolio worden opgeslagen in chronologische volgorde volgens het tijdstip van verzameling. In het Klasseoverzicht wordt het item gemarkeerd met een Portfoliopictogram

.

De standaardnamen voor bestanden die opgeslagen zijn in het portfolio zijn als volgt. U kunt de namen bewerken in het tekstvak. •

Snelle peilingen krijgen de naam Poll_mmddjjjj.

•

Klasseoverzichten krijgen de bestandsnaam.

Opmerking: als er al één of meer items met dezelfde naam bestaan in het portfolio, dan verschijnt er een waarschuwing dat u een dubbele naam voor het bestand gebruikt.

Een item importeren in het portfolio U kunt een .tns-bestand van uw computer in het portfolio van een leerling importeren. Zorg er voordat u begint voor dat de kolom waarnaar u het bestand importeert, niet geopend is in Klasseanalyse. 1.

Markeer de cel in de rij van de leerling waarnaar u het bestand wilt importeren. Opmerking: U kunt een bestand voor slechts één leerling tegelijk importeren.

2.

Klik met de rechtermuisknop op de cel en kies Item importeren.


59


Er wordt een Windows Explorer-venster geopend. 3.

Navigeer naar het bestand dat u wilt importeren en klik erop. Opmerking: U kunt slechts één bestand tegelijk importeren.

4.

Klik op Importeren. Als er al een bestand bestaat in die cel, dan verschijnt er een dialoogvenster met de vraag of u het bestand wilt vervangen. •

Klik op Vervangen om uw geïmporteerde bestand over het bestaande bestand heen op te slaan.

•

Klik op Bestaande houden om het bestaande bestand te houden en het importeren van het bestand te annuleren.

Informatie in het portfolio sorteren 1.

Klik op de kolomtitel van de lijst die u wilt sorteren. De TI-Nspire™ Navigator™-software sorteert de geselecteerde lijst.

2.

Als u de geselecteerde informatie in omgekeerde volgorde wilt sorteren, klik dan nogmaals op de kolomtitel.

Informatie over opdrachten bekijken f

Dubbelklik op de cel Klassegemiddelde voor het portfolio-item dat u wilt bekijken. De gewenste opdracht wordt geopend in Klasseanalyse. Opmerking: een stippellijn (---) geeft aan dat er geen klasseanalysebestand is om te openen.

Bestanden wissen uit het portfolio Het kan voorkomen dat u bestanden uit het portfolio wilt wissen. Een leerling heeft bijvoorbeeld een Snelle peiling-bestand ingeleverd voordat hij het af had, en de lage score geeft een verkeerd klassegemiddelde; of er is een verkeerd bestand naar een leerling verzonden of van een leerling ingezameld. 1.

Selecteer de items die u wilt wissen. U kunt meerdere bestanden in een kolom selecteren.

2.

Voer één van de volgende bewerkingen uit:

60

•

Klik op Portfolio > Kolomacties > Item(s) verwijderen.

•

Klik op de rechtermuisknop en selecteer Item(s) verwijderen

•

Druk op de Delete-toets op uw computer.



3.

Het systeem geeft een bevestigingsscherm voor het wissen weer. Klik op Verwijderen om het wissen uit te voeren; klik op Niet verwijderen om het verzoek te annuleren.

Opmerking: als een bestand is opgeslagen in het portfolio en later wordt gewist uit het Klasseoverzicht, dan wordt de kopie van het bestand in het portfolio niet gewist. De kopie blijft in het portfolio tot hij wordt gewist.

Een portfolio-item openen U kunt een portfolio-item in de TI-Nspire™-software openen, of u kunt een item of een geselecteerde kolom met items openen in Klasseanalyse.

Een item openen in de TI-Nspire™-software 1.

Selecteer het .tns-bestand dat u wilt openen. Opmerking: u kunt meer dan één bestand in een kolom openen, maar u kunt niet meerdere bestanden uit verschillende kolommen openen.

2.

3.

Voer één van de volgende bewerkingen uit: •

Klik op Portfolio > Kolomacties > Portfolio-item(s) openen.

•

Klik op de knop Portfolio-item(s) openen

•

Druk op Enter op uw computer.

.

De TI-Nspire™-software opent het item. Als u een kolom heeft geselecteerd, worden alle bestanden één voor één geopend.

Een item openen in Klasseanalyse U kunt een .tns of Snelle peiling-bestand openen in de Klasseanalyse. Opmerking: u kunt een bestand niet openen als u dit heeft ingezameld met de optie Aangepaste bestanden. Ga op een van de volgende manieren te werk om één of meerdere bestanden te openen: •

Selecteer één of meerdere bestanden in een kolom en klik op de knop Openen in Klasseanalyse.

•

Klik op een bestandspictogram in de rij Kolomacties en selecteer Openen in Klasseanalyse om alle items in die kolom te openen.


61


•

Dubbelklik op een cel in de rij Klassegemiddelde om alle items in die kolom te openen.

Een portfolio-item terugsturen Dit is een handige manier om beoordeelde opdrachten terug te sturen. Deze functie is ook handig als u de rekenmachines van de leerlingen wist (bijvoorbeeld voorafgaand aan een toets) en later opdrachten wilt terugsturen als extra werk. 1.

Selecteer het item dat u wilt terugsturen (markeer het item.)

2.

Klik op Portfolio> Kolomacties >Portfolio-item terugsturen, of klik met de rechtermuisknop op de kolom en kies Portfolio-item terugsturen.

3.

Het systeem verzendt het betreffende bestand naar elke leerling die aangemeld is op het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk.

Een Portfolio-item een andere naam geven U kunt de naam van een kolomtitel wijzigen. 1.

Selecteer de kolom waarvan u de naam wilt wijzigen door te dubbelklikken op de kolomtitel.

2.

Klik op Portfolio > Kolomacties > Naam van portfoliokolom wijzigen of klik op de knop Naam van portfoliokolom wijzigen.

3.

Het systeem geeft het dialoogvenster Naam van portfolio-item wijzigen weer. Typ de nieuwe naam in en druk op Naam wijzigen om de bewerking uit te voeren.

4.

De kolom verschijnt in het portfolio met de nieuwe naam.

Ontbrekende bestanden van leerlingen verzamelen Het kan voorkomen dat u een verzameling leerlingbestanden opslaat in het portfolio die niet compleet is, omdat niet alle leerlingen er waren, de leerlingen hun bestand niet klaar hadden of niet aangemeld waren.

62



1.

Selecteer een bestand, of klik op een bestandspictogram in de rij Kolomacties om alle bestanden in die kolom te selecteren. Opmerking: u kunt slechts één kolom met bestanden tegelijk verzenden.

2.

Selecteer Ontbrekende bestanden verzamelen.

3.

De ontbrekende bestanden worden opgehaald van die leerlingen die zijn aangemeld op het netwerk, en van wie de bestanden eerder niet waren opgehaald. Opmerking: u kunt ontbrekende bestanden ook ophalen vanuit het Klasseoverzicht.

Ontbrekende bestanden naar leerlingen verzenden Het kan voorkomen dat u een verzameling leerlingbestanden verzendt en dat die zending niet compleet is uitgevoerd, omdat niet alle leerlingen aanwezig of aangemeld waren, of omdat er een nieuwe leerling in de klas is gekomen. 1.

Selecteer een enkel bestand, of klik op het bestandspictogram in de rij Kolomacties om alle bestanden in die kolom te selecteren. Opmerking: u kunt slechts één kolom met bestanden tegelijk verzenden.

2.

Selecteer Ontbrekende bestanden verzenden.

3.

De ontbrekende bestanden worden verzonden naar de leerlingen die aangemeld zijn bij het netwerk, en die de bestanden eerder niet hebben ontvangen. Opmerking: u kunt ontbrekende bestanden ook verzenden vanuit het Klasseoverzicht.


63


64



Bestanden uitwisselen met leerlingen Met het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem kunt u informatie uitwisselen met de leerlingen in uw klassen. Vanaf het TI-Nspire™ Navigator™-systeem kunt u bestanden naar uw leerlingen verzenden en bestanden ophalen van uw leerlingen. U kunt ook bestanden wissen van de rekenmachines van uw leerlingen. Uw leerlingen kunnen bestanden naar u verzenden en bestanden van u ontvangen. In dit hoofdstuk worden de verschillende manieren waarop u met bestanden kunt werken in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem behandeld. Het bevat zowel instructies voor uw eigen gebruik als instructies die u aan uw leerlingen kunt geven.

Bestanden verzenden U kunt bestanden die compatibel zijn met rekenmachines (zoals .tnsbestanden) naar de rekenmachines van uw leerlingen verzenden, vanaf uw computer of uw rekenmachine. Het kiezen van de locatie vanwaaruit u bestanden wilt verzenden, hangt af van de locatie van uw bestanden en het aantal keuzemogelijkheden dat u wilt hebben voor de locatie(s) waar u de bestanden naartoe wilt sturen. Als u ervoor kiest om de bestanden vanaf uw rekenmachine te verzenden, dan stuurt u de bestanden aan uw hele klas. Wanneer u bestanden vanaf uw computer verzendt, kunt u: •

Bestanden naar uw hele klas verzenden, of

•

Bestanden naar leerlingen in uw klas verzenden die zijn aangemeld, of

•

Bestanden naar individuele leerlingen verzenden.

Bestanden verzenden vanaf uw computer 1.

Begin met de klas-sessie, als u dit nog niet gedaan heeft.

2.

Klik op Tools > Verzenden naar klas of klik op Verzenden naar klas

.

Het dialoogvenster Selecteer bestand(en) om te verzenden wordt geopend.

Bestanden uitwisselen met leerlingen

65


3.

Klik op de toets Mappen om mappen te kiezen, of klik op de toets Bestanden om bestanden te kiezen. Opmerking: u kunt alleen bestanden of alleen mappen verzenden, geen combinatie van bestanden en mappen.

4.

Om de bestanden of mappen die u wilt verzenden te kiezen doet u het volgende: •

Navigeer naar het bestand of de map die u wilt verzenden en klik erop. Om meerdere bestanden te selecteren houdt u de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u op de naam van ieder bestand klikt.

•

Typ de naam van het bestand of de map in het vak Bestandsnaam of Mapnaam. Mapnamen kunnen alleen alfanumerieke tekens bevatten. U kunt slashes ( / en \ ) invoeren, maar dubbele slashes ( // en \\ ) en sommige speciale tekens (? | : * " " < > | ) zijn niet toegestaan.

Opmerking: u kunt bestanden ook verslepen vanuit een bestandsbrowser-venster en neerzetten in het TI-Nspire™ Navigator™-venster om bestanden te verzenden.

5.

Selecteer de leerling(en) naar wie u het bestand wilt verzenden: •

Om het bestand naar de hele klas te verzenden klikt u op . Om het bestand alleen naar leerlingen uit de klas te vezenden die op dat moment zijn aangemeld, selecteert u het vakje Alleen aangemeld. Klas

66



•

Om het bestand naar een individuele leerling te verzenden klikt u op Personen

en klikt u vervolgens op de leerling.

Opmerking: als u leerlingen geselecteerd had in het tabblad Klaslokaal, dan zijn deze in de TI-Nspire™ Navigator™-software reeds geselecteerd.

6.

Klik op Voltooien. Het overzenden van de bestanden verschijnt in het Klasseoverzicht.

Zodra de leerlingen het bestand hebben ontvangen, kunnen ze het openen op hun rekenmachines.

Bestanden vanaf uw rekenmachine verzenden 1.


2.

Meld u op uw rekenmachine aan op het TI-Nspire™ Navigator™netwerk.

3.

Open vanuit de TI-Nspire™ rekenmachine het bestand dat u naar de klas wilt verzenden. Druk op ~ > 1:Bestand > 6:Verzenden.


67


Het bestand dat verzonden is vanaf de rekenmachine van de docent verschijnt in het Klasseoverzicht.

Op de rekenmachine van de leerling verschijnt het bericht Overzenden voltooid. De bestandsverzending verschijnt in het Klasseoverzicht wanneer u de TI-Nspire™ Navigator™-software op uw computer bekijkt. Nadat uw leerlingen zich hebben aangemeld bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk, kunnen ze het bestand vanaf hun overzendscherm ontvangen. Zodra ze het bestand hebben ontvangen, kunnen ze het openen op hun rekenmachine.

Bestanden verzenden (instructie voor leerlingen) Uw leerlingen kunnen buiten een inzameling om bestanden naar u verzenden. Leerlingen kunnen u op elk gewenst moment tijdens een klas-sessie ongevraagd bestanden toezenden. Hieronder vindt u instructies die u kunt gebruiken om uw leerlingen te vertellen hoe ze bestanden moeten verzenden tijdens het inzamelen, en hoe ze ongevraagd bestanden kunnen verzenden.

Gezichtspunt van de leerlingen: Onderstaande stappen zijn beschreven vanuit het gezichtspunt van de leerlingen.

Bestanden verzenden 1.

Meld je aan bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk als je dit nog niet gedaan hebt.

2.

Open het bestand op de rekenmachine.

3.

Druk op ~ > 1:Bestand > 6:Verzenden.

68



Bestanden inzamelen U kunt bestanden die compatibel zijn met rekenmachines (zoals .tnsbestanden) van de rekenmachines van uw leerlingen naar uw computer ophalen. U heeft tevens de mogelijkheid om de opgehaalde bestanden van de rekenmachines van uw leerlingen te wissen.

Bestanden inzamelen 1.


2.

Klik op Tools > Verzamelen uit klas of klik op Verzamelen uit klas

.

Het dialoogvenster Selecteer bestand(en) om te verzamelen wordt geopend. Opmerking: alleen geldige items voor het klastype worden weergegeven.

3.

Als u een bestand wilt verzamelen dat al in het dialoogvenster is genoemd, navigeer dan naar het bestand dat u wilt verzamelen en klik erop. -ofKlik met de rechtermuisknop op het verzonden bestand in het Klasseoverzicht en selecteer Geselecteerde bestand(en) verzamelen. -of-


69


Als u een aangepast bestand wilt dat niet in het dialoogvenster staat:

4.

a)

Klik op Bestandsnaam invoeren. De opties voor aangepaste bestanden worden geopend.

b)

Voer de bestandsnaam in, zoals huiswerk.tns.

c)

Klik op Toevoegen.

Klik op Volgende. Het dialoogvenster Selecteer perso(o)n(en) wordt geopend.

70



5.

Selecteer de leerling(en) van wie u het bestand wilt inzamelen: •

Om het bestand van de hele klas in te zamelen klikt u op Klas

•

.

Om het bestand van een individuele leerling te verzamelen klikt u op Leerlingen

en klikt u vervolgens op de leerling.

Opmerkingen:

•Om een ononderbroken reeks leerlingen in de lijst te selecteren drukt u op Shift + klik. Om meerdere leerlingen te selecteren drukt u op Ctrl + klik. •als u leerlingen geselecteerd had in het tabblad Klaslokaal, dan zijn deze in de TI-Nspire™ Navigator™-software reeds geselecteerd. 6.

Als u het bestand van de rekenmachines van de leerlingen wilt verwijderen nadat u het heeft ingezameld, selecteer dan Wis van rekenmachine na verzamelen.

7.

Klik op Voltooien. Het overzenden van de bestanden verschijnt in het Klasseoverzicht.

Opmerking: u kunt de bestanden corrigeren of opmerkingen

toevoegen en de bestanden terugsturen naar de leerlingen.

Ongevraagde acties beheren Als een bij een klas-sessie aangemelde leerling u een bestand stuurt buiten een inzameling om, wordt er een Ongevraagde actie gecreëerd. Bestanden uitwisselen met leerlingen

71


Deze bestanden, die opgeslagen worden in een database, verschijnen in het Klasseoverzicht tot ze worden verwijderd. In deze paragraaf wordt beschreven hoe u met deze bestanden omgaat, waaronder: •

Bekijken

•

Opslaan in portfolio

•

Verwijderen

•

Exporteren

Ongevraagde acties bekijken en openen Ongevraagde acties krijgen de naam "Ongevraagd" gevolgd door de datum (maand en dag). Elke klas-sessie bevat alle van leerlingen ontvangen .tns bestanden in één map "Ongevraagd". De laatste ongevraagde actie verschijnt bovenaan in het Klasseoverzicht van de meest recente bestanden die tijdens een klas-sessie door een leerling zijn verzonden. Tijdens de volgende klas-sessie verschijnen de recentere ongevraagde acties boven de vorige actie in het Klasseoverzicht. De ongevraagde actie openen: 1.

Dubbelklik op de actie of klik op de rechtermuisknop en kies Itemeigenschappen vastleggen. Het dialoogvenster Ongevraagd wordt geopend. Standaard zijn er geen ongevraagde acties geselecteerd.

2.

Vanuit het dialoogvenster Ongevraagd kunt u één of meer items bekijken, de items opslaan in het portfolio, de items verwijderen, de items exporteren naar een andere bestandslocatie of niets doen.

Items in een ongevraagde actie bekijken 1.

Klik in het dialoogvenster Ongevraagd op het vakje links van de item(s) die u wilt bekijken. Opmerking: u kunt ook op het pictogram Bekijken naast een item klikken om snel toegang te krijgen tot het item.

2.

Klik op Bekijken. De items worden geopend als alleen-lezen-bestanden.

Ongevraagde actie-items opslaan in het portfolio Items toevoegen aan een nieuw portfolio-record 1.

72

Klik vanuit het Klasseoverzicht op de actie Ongevraagd om deze te openen.



2.

Selecteer de items die u wilt toevoegen aan het nieuwe portfoliorecord.

3.

Klik op Opslaan in portfolio. Het dialoogvenster Opslaan in portfolio wordt geopend. Opmerking: als u een foutmelding krijgt bij het opslaan, dan zijn er waarschijnlijk meerdere documenten toegekend aan één gebruiker. U keert terug naar het dialoogvenster Ongevraagd. Bekijk de bestanden op het scherm, deselecteer het dubbele bestand dat u niet wilt bewaren en ga door met het opslaan.

4.

Typ de naam voor de nieuwe portfoliokolom en klik op Opslaan. De items worden opgeslagen in het portfolio en u keert terug naar het dialoogvenster Ongevraagd. Opmerking: de bestanden die u heeft opgeslagen in het portfolio worden weergegeven in het Klasseoverzicht tot u ze verwijdert met het commando Verwijderen

Items toevoegen aan een bestaand portfolio-record Opmerking: Met deze optie vervangt u bestaande bestanden, dus wees er zeker van dat dit is wat u wilt doen. 1.


2.

Selecteer de items die u wilt toevoegen aan het nieuwe portfoliorecord.

3.

Klik op Opslaan in portfolio. Het dialoogvenster Opslaan in portfolio wordt geopend. Opmerking: als u een foutmelding krijgt bij het opslaan, dan zijn er waarschijnlijk meerdere documenten toegekend aan één gebruiker. U keert terug naar het dialoogvenster Ongevraagd. Bekijk de bestanden op het scherm, deselecteer het dubbele bestand dat u niet wilt bewaren en ga door met het opslaan.

4.

Klik op Toevoegen aan bestaande portfoliokolom.

5.

Selecteer de gewenste kolomnaam uit de keuzelijst.

6.

Klik op Opslaan.

Ongevraagde actie-items verwijderen Het Klasseoverzicht geeft items in ongevraagde acties weer tot u de ongevraagde actie verwijdert. Zelfs als u items geëxporteerd of opgeslagen heeft, blijft de ongevraagde actie verschijnen tot u deze verwijdert. Bestanden uitwisselen met leerlingen

73


Losse items uit een ongevraagde actie verwijderen Items uit een ongevraagde actie verwijderen: 1.


2.

Klik in het dialoogvenster Ongevraagd op het vakje links van de item(s) die u wilt verwijderen.

3.


Een ongevraagde actie in zijn geheel verwijderen U kunt een ongevraagde actie uit een Klasseoverzicht verwijderen. Hierdoor worden alle items binnen de ongevraagde actie verwijderd, tevens wordt de ongevraagde actie uit het Klasseoverzicht verwijderd. 1.

Klik vanuit het Klasseoverzicht op de actie Ongevraagd om deze te markeren.

2.

Klik op Verwijderen uit klasseoverzicht.

Items uit ongevraagde acties exporteren U kunt items uit de database exporteren naar het bestandssysteem. Items uit een ongevraagde actie exporteren: 1.


2.

Selecteer de bestanden die u wilt exporteren.

3.

Klik op Exporteren. Er wordt een bestandsbrowser geopend.

4.

Selecteer de locatie voor de export.

5.

Klik op Map selecteren.

Bestanden wissen van rekenmachines Indien nodig kunt u bestanden van de rekenmachines van uw leerlingen wissen.

Bestanden wissen van rekenmachines 1.


2.

Klik op Tools > Wissen uit klas of klik op Wissen uit klas

.

Het dialoogvenster Selecteer bestand(en) om te wissen wordt geopend.

74



Opmerking: alleen geldige items voor het klastype worden weergegeven.

3.

Als u een bestand wilt wissen dat al in het dialoogvenster wordt genoemd, navigeer dan naar het bestand dat u wilt wissen en klik erop. -ofAls u een aangepast bestand wilt wissen dat niet in het dialoogvenster staat: a)

Klik op Bestandsnaam invoeren. Het dialoogvenster wordt geopend.

b)

Voer de bestandsnaam in.


75


c) 4.

Klik op Toevoegen.

Klik op Volgende. Het dialoogvenster Selecteer perso(o)n(en) wordt geopend.

5.

Selecteer de leerling(en) van wie u de bestanden wilt wissen: •

Om het bestand van de rekenmachines van de hele klas te wissen klikt u op

•

Klas.

Om het bestand van de rekenmachine van een individuele leerling te wissen klikt u op

Personen en klikt u

vervolgens op de leerling. Opmerking: als u leerlingen geselecteerd had in het tabblad Klaslokaal, dan zijn deze in de TI-Nspire™ Navigator™-software reeds geselecteerd.

6.

Klik op Voltooien. Het wissen van de bestanden verschijnt in het Klasseoverzicht.

76



De status van bestandsoverzendingen controleren Wanneer u bestanden verzendt of inzamelt, kan het zijn dat u wilt controleren wie van uw leerlingen hun bestanden hebben ontvangen of verzonden.

De status van het overzenden van bestanden controleren 1.


2.

Klik in het Klasseoverzicht op het bestand waarvan u de status wilt controleren.


77


De TI-Nspire™ Navigator™-software geeft de status van uw leerlingen als volgt aan:

•

Een groene achtergrond geeft aan dat leerlingen het bestand hebben verzonden/ontvangen.

•

Een gele achtergrond geeft aan dat een leerling de verzamel- of wis-actie heeft ontvangen, maar dat hij of zij het bestand niet op zijn of haar rekenmachine heeft.

•

Een rode achtergrond geeft aan dat leerlingen het bestand nog niet hebben verzonden/ontvangen/gewist.

Opmerking: u kunt de status van het overzenden van bestanden ook zien in het dialoogvenster Eigenschappen van het bestand.

Het overzenden van bestanden annuleren Als u van gedachten verandert over het overzenden van bestanden, kunt u het overzenden annuleren in het Klasseoverzicht. Door het overzenden te annuleren stopt het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem met het overzenden van bestanden. Eventuele bestanden die TI-Nspire™ Navigator™ verzendt voordat u de verzending annuleert, blijven op de rekenmachines van de leerlingen staan.

Het overzenden van bestanden annuleren 1.

Klik in het Klasseoverzicht op het bestand waarvan u het overzenden wilt annuleren.

2.

Klik op Bewerken > Verwijderen uit klasseoverzicht of klik op Verwijderen uit klasseoverzicht. De TI-Nspire™ Navigator™-software vraagt of u zeker weet dat u de actie wilt verwijderen.

3.

Klik op Verwijderen. De TI-Nspire™ Navigator™-software stopt het overzenden en verwijdert het bestand uit de lijst in het Klasseoverzicht.

78



Bestandseigenschappen bekijken Elk bestand dat u verzendt of verzamelt, heeft een serie eigenschappen die u kunt bekijken. Deze eigenschappen zijn de naam en grootte van het bestand, de datum waarop het verzonden is en de status. U kunt de bestandseigenschappen op elk gewenst moment bekijken.

Bestandseigenschappen bekijken in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem 1.

Selecteer de klas met het bestand in het Klasseoverzicht. Opmerking: als u een klas-sessie heeft lopen, dan moet u deze beëindigen om de klas te selecteren.

2.

Klik op het bestand.

3.

Klik op Bewerken > Item-eigenschappen vastleggen of klik met de rechtermuisknop op het bestand in het Klasseoverzicht en selecteer Item-eigenschappen vastleggen.


79


80



Een peiling uitvoeren bij leerlingen Met de tool Snelle peiling in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem kunt u uw leerlingen “peilen”. Een peiling is een onderzoek dat u naar uw leerlingen verzendt en dat ze onmiddellijk ontvangen op hun rekenmachines. Nadat uw leerlingen de peiling hebben ontvangen, kunnen ze hun antwoorden terugsturen naar uw computer. Zodra u de antwoorden van uw leerlingen heeft ontvangen, kunt u de tool Snelle peiling gebruiken om de antwoorden zelf of samen met uw klas te bekijken. Dit hoofdstuk bevat informatie die u nodig heeft om te weten hoe u de tool Snelle peiling in uw klas gebruikt.

Het venster Snelle peiling en de tabbladen Het venster Snelle peiling bevat verschillende sets met instellingen en drie tabbladen die u kunt gebruiken om peilingen uit te voeren en te bekijken in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem. Hieronder ziet u: •

Het venster Snelle peiling

•

Tabblad Peiling-prompt

•

Tabblad Samenvatting peiling

•

Tabblad Details peiling

Het venster Snelle peiling

Ê Ë Ì

Í

Î

Ï

Een peiling uitvoeren bij leerlingen

81


Ê Peiling-knoppen. Knoppen waarmee u peilingen kunt starten, pauzeren en stoppen, peilingsresultaten kunt verzenden naar uw leerlingen, de peilingsresultaten kunt bijwerken en ze opslaan in het portfolio. Ë Peiling-instellingsbalk. Een serie opties waarmee u de vragen en peilingen kunt creëren die u naar uw leerlingen verzendt. Ì Tabbladen met peilingsgegevens. Tabbladen waarop u peilingsresultaten kunt bekijken in de vorm van een lijst of een grafiek. Í Gegevens-instellingen. Knoppen waarmee u schermnamen in de peilingenlijst kunt weergeven/verbergen, en waarmee u vorige peilingsresultaten kunt bekijken. Î Antwoorden op de peiling. Toont het aantal antwoorden en het aantal aangemelde leerlingen. Ï Statusbalk. Toont het aantal antwoorden en het aantal aangemelde leerlingen.

Tabblad Peiling-prompt

Ê

Ê Actieve peiling. Toont vragen en mogelijke antwoorden voor de momenteel actieve peiling.

82



Tabblad Samenvatting peiling

Ê

Ê Grafiek. De grafische representatie van de antwoorden op de peiling die u heeft ontvangen van uw leerlingen.

Tabblad Details peiling Ê

Ë

Ì

Ê Kolom Schermnaam. Kolom met de schermnamen van de leerlingen die reageren op de peiling. De tool Snelle peiling verbergt standaard de schermnamen. Ë Kolom Antwoord. Kolom met een lijst met de van uw leerlingen ontvangen antwoorden op de peiling.


83


Ì Kolom Tijdstip. Kolom met de datums en tijden waarop uw leerlingen hun antwoorden op de peiling hebben verzonden.

De tool Snelle peiling openen U kunt de tool Snelle peiling openen vanaf het hoofdscherm van het TI-Nspire™ Navigator™-systeem.

De tool Snelle peiling openen 1.


2.

Klik op Tools > Snelle peiling of klik op

Snelle peiling.

Het venster Snelle peiling wordt geopend.

Een peiling uitvoeren bij uw leerlingen Met de tool Snelle peiling kunt u uw klas peilen vanaf het TI-Nspire™ Navigator™-systeem. U kunt een groot aantal soorten peilingsvragen verzenden, waaronder: •

Open antwoord

•

Eens/Oneens

84

–

Eens/Oneens (5)

–

Eens/Oneens (3)

–

Eens/Oneens (2) Een peiling uitvoeren bij leerlingen


•

Ja/Nee

•

Waar/Onwaar

•

Goed/Fout

•

Altijd/Soms/Nooit

•

Multiple choice

•

Multiple choice: A-E, A-D, A-C of A-B

U kunt een peiling uitvoeren bij uw leerlingen vanaf uw computer. Wanneer u een peiling uitvoert bij uw leerlingen vanaf uw computer, kunt u de vraag creëren die u naar uw leerlingen verzendt.

Een peiling uitvoeren bij leerlingen vanaf uw computer 1.

Selecteer of wis het vakje Opnieuw verzenden.

2.

Selecteer een vraagtype uit de keuzelijst.

3.

Voer uw vraag in na de peiling-prompt.

4.

Klik op Peiling > Peiling starten of klik op

Peiling starten.

Uw leerlingen ontvangen de peiling op hun rekenmachines. 5.

Geef uw leerlingen de instructie om te antwoorden op de peiling.

Peilingen stoppen U kunt peilingen op elk gewenst moment stoppen. Als u een peiling eenmaal gestopt heeft, kunt u deze niet opnieuw starten. Als u van plan bent om door te gaan met de peiling, dan moet u de peiling pauzeren in plaats van stoppen. Uw leerlingen hoeven niets te doen op hun rekenmachines om de peiling te stoppen.

Peilingen die verzonden zijn vanaf uw computer stoppen f Klik op Peiling > Peiling stoppen of klik op

Peiling stoppen.

Peilingen pauzeren Als u wilt dat de leerlingen nog even niet antwoorden op een peiling, dan kunt u de peiling pauzeren. Zolang u de peiling gepauzeerd heeft kunnen uw leerlingen geen enkele handeling uitvoeren op hun rekenmachines.


85


Peilingen pauzeren f Klik op Peiling > Peiling pauzeren of klik op pauzeren.

Peiling

Gepauzeerde peilingen hervatten Als u een peiling gepauzeerd heeft, kunt u deze op elk gewenst moment hervatten.

Gepauzeerde peilingen hervatten f Klik op Peiling > Peiling hervatten of klik

Peiling hervatten.

Antwoorden op peilingen (instructie voor de leerlingen) De peiling die u naar uw leerlingen verzendt, onderbreekt alles wat uw leerlingen op dat moment aan het doen zijn. Als ze de peiling ontvangen, kunnen ze ervoor kiezen om deze te beantwoorden, of om de peiling te sluiten en door te gaan met wat ze daarvoor aan het doen waren. U kunt dit hoofdstuk gebruiken om uw leerlingen instructies te geven over hoe ze moeten antwoorden op de peilingen die u ze stuurt, zowel op multiplechoice-vragen als op open vragen. Opmerking: Multiple choice verwijst naar vragen van het type Eens/Oneens, Ja/Nee, Waar/Onwaar, Goed/Fout en Altijd/Soms/Nooit en naar standaard multiplechoice-vragen.

Gezichtspunt van de leerlingen: De volgende instructies zijn beschreven vanuit het gezichtspunt van de leerlingen.

Antwoorden op peilingen met multiplechoice-vragen 1.

Als de peiling “Markeer je antwoord” aangeeft, wacht dan tot de docent je de peilingsvraag stuurt.

2.

Gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag of de tab-toets om naar je antwoord te gaan.

3.

Druk op de tab-toets om Verzenden te selecteren en druk vervolgens op Enter of op de kliktoets x om je antwoord naar de docent te sturen.

86



Je rekenmachine stuurt je antwoord op de peiling naar je docent, waarna het scherm weer verschijnt dat je als laatste gebruikt hebt. Je antwoord op de peiling verschijnt op de computer van je docent in het venster Snelle peiling. Opmerking: de inhoud van het venster Snelle peiling varieert afhankelijk van het tabblad dat je docent heeft geselecteerd en de peilingsantwoorden die je docent heeft ontvangen van je klasgenoten.

Antwoorden op peilingen met open vragen 1.

Als de peiling “Markeer je antwoord” aangeeft, wacht dan tot de docent je de peilingsvraag stuurt.

2.

Druk op de tab-toets om de cursor naar het antwoordvak te verplaatsen en typ je antwoord in.

3.

Druk op de tab-toets om Verzenden te selecteren en druk vervolgens op Enter of op de kliktoets x om je antwoord naar de docent te sturen. Je rekenmachine stuurt je antwoord op de peiling naar je docent, waarna het scherm weer verschijnt dat je als laatste gebruikt hebt. . Je antwoord op de peiling verschijnt op de computer van je docent in het venster Snelle peiling. Opmerking: de inhoud van het venster Snelle peiling varieert afhankelijk van het tabblad dat je docent heeft geselecteerd en de peilingsantwoorden die je docent heeft ontvangen van je klasgenoten.

Peilingsresultaten verzenden naar leerlingen Nadat u de resultaten van uw peiling van uw leerlingen heeft ontvangen, wilt u deze misschien bespreken met uw klas. U kunt de resultaten van de peiling naar uw klas verzenden ter ondersteuning van uw bespreking. Opmerking: u kunt resultaten van peilingen met open vragen niet

verzenden.

Resultaten van peilingen naar leerlingen verzenden 1.

Als er een peiling aan de gang is, stop deze dan.

2.

Klik op Peiling > Resultaten verzenden of klik op verzenden.


Resultaten

87


Peilingen opslaan 1.


2.

Klik op Peiling > Opslaan in portfolio of klik op portfolio.

Opslaan in

Opmerking: Na de eerste keer opslaan kunnen daaropvolgende veranderingen in de peiling worden ge-update in het portfolio door op Peiling > Portfolio bijwerken te klikken. Alle snelle peilingen die u uitvoert en update in het portfolio binnen een klas-sessie, veranderen de score als één beoordeling

Peilingsresultaten bekijken Nadat uw leerlingen hun antwoorden op de peiling naar u hebben verzonden, kunt u de resultaten bekijken in een histogram of in een tabel. In het venster Snelle peiling kunt u peilingsresultaten grafisch in een staafdiagram of als een lijst in een tabel bekijken.

Peilingsresultaten grafisch bekijken Klik op Beeld > Samenvatting peiling of klik op het tabblad Samenvatting peiling . Het tabblad Samenvatting peiling wordt geopend, met de peilingsresultaten weergegeven in een histogram.

88



Peilingsresultaten in een tabel bekijken Klik op Beeld > Details peiling of klik op het tabblad Details peiling. Het tabblad Details wordt geopend met de peilingsresultaten in een tabel weergegeven.

Peilingsgegevens sorteren De peilingsgegevens die verzameld worden met de tool Snelle peiling bevatten de schermnamen van de leerlingen, de antwoorden op de peilingen en het tijdstip van verzending. U kunt de peilingsgegevens volgens elk van deze categorieën sorteren.

Peilingsgegevens sorteren 1.

Klik op Beeld > Details peiling of klik op het tabblad Details peiling. Het tabblad Details peiling wordt geopend.

2.

Klik op de kolomtitel van de informatie die u wilt sorteren. De tool Snelle peiling sorteert de informatie in de geselecteerde kolom. Opmerking: onderstaand voorbeeld toont de peilingsgegevens gesorteerd op Tijdstip.


89


3.

Als u de informatie in omgekeerde volgorde wilt sorteren, klik dan nogmaals op de kolomtitel.

Schermnamen weergeven en verbergen Op het tabblad Details peiling heeft u de optie om de schermnamen van de leerlingen die de peiling hebben beantwoord weer te geven of te verbergen. Opmerkingen: de tool Snelle peiling verbergt standaard de

schermnamen.

Schermnamen weergeven of verbergen f Selecteer of wis het vakje Leerlingnamen weergeven. Als u het vakje Leerlingnamen weergeven geselecteerd heeft, verschijnen de namen van de leerlingen in de kolom Schermnaam. Als u het vakje Leerlingnamen weergeven gewist heeft, dan verschijnt het woord “Verborgen” in plaats van de namen van de leerlingen in de kolom Schermnaam.

Eerdere peilingen bekijken De tool Snelle peiling slaat alle peilingen voor de huidige klas-sessie op in de geschiedenis. U kunt deze peilingen zo nodig openen en bekijken, tot u de klas-sessie beëindigt.

Eerdere peilingen bekijken 1.


2.

Klik op Geschiedenis.

90



Er verschijnt een keuzelijst met eerdere peilingen. 3.

Klik op de peiling die u wilt bekijken. De geselecteerde peiling wordt geopend in het venster Snelle peiling.

De tool Snelle peiling sluiten U kunt de tool Snelle peiling sluiten vanaf uw computer.

De tool Snelle peiling sluiten op uw computer f Klik op Peiling > Sluiten.


91


92



Rekenmachineschermen vastleggen Met de tool Schermvastlegging in het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem kunt u het volgende doen: •

de rekenmachineschermen van uw leerlingen bekijken en monitoren Hierdoor kunt u controleren of alle leerlingen op schema zijn bij een opdracht.

•

vastleggen om ze klassikaal te bespreken. U kunt de namen van de leerlingen verbergen om de aandacht in de discussie te richten op de onderwijsdoelen en niet op de personen.

•

het scherm van een individuele leerling selecteren en weergeven en het werk bekijken als een live presentatie.

Dit hoofdstuk bevat de informatie die u nodig heeft om te weten hoe u de Schermvastleggingstool in uw klas gebruikt.

Weergaven in de tool Schermvastlegging Er zijn drie manieren om vastgelegde schermen te bekijken in de Schermvastleggingstool: •

In tegelvorm - Deze weergave toont alle vastgelegde schermen als miniatuurweergaven op het computerscherm. Dit is de normale weergave voor schermvastleggingen binnen de TI-Nspire™ Navigator™-software.

•

Galerij - Deze weergave toont alle vastgelegde schermen langs de linkerkant van het scherm. Als u een scherm selecteert, dan wordt

Rekenmachineschermen vastleggen

93


het vergroot en aan de rechterkant van het scherm weergegeven, zodat u het in meer detail kunt bekijken.

•

Live Presenter - Met deze functie kan de leerling of de docent projecteren wat hij/zij aan het doen is op zijn/haar rekenmachine.

Meer informatie over de galerij- en Live Presenter-weergave vindt u verderop in dit hoofdstuk.

Rekenmachineschermen vastleggen In het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem kunt u de Schermvastleggingstool gebruiken om de rekenmachineschermen van uw leerlingen vast te leggen en te bekijken. U kunt het rekenmachinescherm van één leerling, van een selectie van leerlingen of van alle leerlingen in uw klas vastleggen. Opmerkingen: om de rekenmachineschermen van uw leerlingen te kunnen vastleggen moeten zij aangemeld zijn bij de TI-Nspire™ Navigator™-software.

Rekenmachineschermen vastleggen 1.

Begin, als u dit nog niet gedaan heeft, met de klas-sessie en vraag uw leerlingen om zich aan te melden.

2.

Klik op Tools > Schermvastlegging of klik op Schermvastlegging vanuit het tabblad Tools. Het dialoogvenster Selecteer leerlingen wordt geopend.

94



Opmerking: als u één of meer leerlingen in de tab Klaslokaal heeft geselecteerd voordat u de Schermvastleggingstool startte, dan heeft de TI-Nspire™ Navigator™-software deze leerlingen al geselecteerd in het venster Selecteer leerlingen.

3.

Selecteer de leerlingen van wie u de rekenmachineschermen wilt vastleggen: •

Om de rekenmachineschermen van al uw leerlingen vast te leggen klikt u op Klas

•

.

Om de rekenmachineschermen van afzondelijke leerlingen vast en klikt u vervolgens op de te leggen klikt u op Leerlingen naam van elke leerling van wie u een scherm wilt vastleggen.

Opmerking: om alleen de schermen te verzamelen van de leerlingen die zijn aangemeld, klikt u op het vakje Alleen aangemeld onder het linkerpaneel. Als u uw scherm vernieuwt, dan worden alle leerlingen die zich hebben aangemeld na de eerste inzameling op het eind van het schermvastleggingsvenster weergegeven. 4.

Klik op OK.


95


De TI-Nspire™ Navigator™-software legt de schermen van de geselecteerde leerlingen vast en geeft deze weer in het venster van de Schermvastleggingstool. Opmerking: onderstaand voorbeeld toont de schermen van de rekenmachines van drie geselecteerde leerlingen.

5.

Beslis of u de namen van de leerlingen wilt weergeven of verbergen. De standaardinstelling is het verbergen van de namen, maar u kunt dit veranderen. Om dit te doen klikt u op Bekijken > Leerlingnamen weergeven of klik op het selectievakje op de werkbalk. Opmerking: telkens wanneer u een schermvastlegging start, wordt de standaardinstelling teruggezet op het verbergen van de leerlingnamen. U moet deze optie steeds opnieuw veranderen als u de namen wilt weergeven.

U kunt u aanmelden en uw eigen rekenmachinescherm vastleggen, samen met de schermen van de leerlingen. U kunt er ook voor kiezen om uw scherm te laten opvallen op het display door naar het scherm Docentvoorkeuren te gaan vanuit het hoofdvenster van TI-Nspire™ Navigator™, en "Docentenrekenmachine onderscheiden in schermvastlegging" te selecteren.

96



Vastgelegde schermen bekijken Als u schermen eenmaal heeft vastgelegd, kunt u deze herordenen en inzoomen op de weergave.

Vastgelegde schermen herordenen 1.

Klik om het gewenste scherm te selecteren.

2.

Houd de linkermuisknop ingedrukt, sleep het scherm naar de gewenste locatie en laat het los.

Inzoomen op de weergave van vastgelegde schermen f Klik op zien, of op

om een grotere weergave van de schermen te om de weergave kleiner te maken.

Deze commando's zijn ook beschikbaar vanuit het menu Beeld of door de sneltoetsen op het toetsenbord te gebruiken, Ctrl + # (inzoomen) en Ctrl + $ (uitzoomen).

De afmetingen van vastgelegde schermen veranderen Selecteer het menu Beeld en selecteer een vergrotingsniveau. Het standaard zoomniveau is 50% van de schermgrootte. In de tegelweergave kunt u het gehele beeld met alle vastgelegde schermen met een gespecificeerd percentage vergroten of verkleinen. De schermen worden weergegeven in de vorm van een rooster. Als de afmeting van de stapel groter wordt, klappen de schermen over het display heen, zodat ze allemaal helemaal worden weergegeven. Scroll omlaag op de pagina om alle vergrote vastgelegde schermen te zien.


97


Vastgelegde schermen opslaan U kunt de afzonderlijke vastgelegde schermen van uw leerlingen opslaan op uw computer.

Eén scherm opslaan 1.

Klik op het scherm dat u wilt opslaan.

2.

Klik op Bestand > Geselecteerde scherm(en) opslaan. Het dialoogvenster Opslaan wordt geopend.

3.

Navigeer naar de locatie waar u het vastgelegde scherm wilt opslaan.

4.

Voer een bestandsnaam in.

5.

Klik op Opslaan. De TI-Nspire™ Navigator™-software slaat het beeld als een Portable Network Graphics (.png)-bestand op.

Meerdere schermen opslaan 1.

Selecteer de schermen die u wilt opslaan. Om meer dan één scherm te selecteren drukt u op Ctrl en klikt u op elk scherm dat u wilt opslaan.

2.

Klik op Bestand > Geselecteerde scherm(en) opslaan.

3.

Selecteer de locatie waarin u de schermen wilt opslaan.

4.

Klik op Opslaan.

Opmerking: De sneltoets Ctrl + S kan gebruikt worden voor het opslaan van schermafbeeldingen.

98



Vastgelegde schermen vernieuwen Nadat u schermen van uw leerlingen heeft vastgelegd, kunt u deze vernieuwen in het venster van de Schermvastleggingstool. Wanneer u schermen vernieuwt, legt de Schermvastleggingstool de meest recente schermen van de rekenmachines van uw leerlingen vast.

Vastgelegde schermen vernieuwen f Klik op

.

De Schermvastleggingstool legt de meest recente schermen van de rekenmachines van de geselecteerde leerlingen vast. Opmerking: Als de Schermvastleggingstool het scherm van een leerling niet kan vernieuwen, dan verschijnt er een geel vak rond het eerder vastgelegde scherm van die leerling.

De schermen van één of meer geselecteerde leerlingen vernieuwen Soms kan het handig zijn om de schermen van slechts één of van een paar leerlingen in een klas te opnieuw vast te leggen. Om dit te doen: 1.

Klik vanuit de Tegelweergave van de schermen van een klas op de leerling(en) van wie u het scherm opnieuw wilt vastleggen.

2.

Klik op . Er wordt een nieuw scherm vastgelegd voor elke geselecteerde leerling.


99


De automatische vernieuwingsfunctie voor schermvastleggingen inschakelen Deze functie is handig voor het monitoren van de verrichtingen van een klas. Wanneer de TI-Nspire™ Navigator™ Schermvastleggingstool voor het eerst wordt gestart, dan staat automatisch vernieuwen standaard Uit. De functie inschakelen: 1.

Klik op Beeld > Automatisch vernieuwen of klik op het vakje Automatisch vernieuwen op de werkbalk.

2.

Selecteer een van de beschikbare tijdsintervalopties.

Opmerking: Automatisch vernieuwen is beschikbaar als u de Tegel- of de Galerijweergave gebruikt. De functie is niet beschikbaar in de Presentatiemodus.

De Galerijweergave gebruiken Doe één van de volgende dingen om naar de Galerijweergave van de Schermvastleggingstool te gaan. •

Klik op Beeld > Galerij of

•

Klik op het uitrolmenu van het pictogram Beeld en selecteer Galerij.

De miniatuurbeeldjes van vastgelegde schermen worden in een kolom in het linkerpaneel van deze weergave getoond. Ze verschijnen in dezelfde volgorde als in de Tegelweergave. Wanneer u een scherm selecteert om dit in detail te bekijken, wordt het weergegeven in het rechterpaneel. Als u meerdere miniatuurbeeldjes in het linkerpaneel selecteert om te bekijken, dan worden deze in het rechterpaneel weergegeven. Als u meer dan vier miniatuurbeeldjes selecteert, dan ziet u de extra schermen door omlaag te scrollen langs het rechterpaneel.

100



Tips en aanwijzingen voor het gebruik van de Galerijweergave: Als u ervoor gekozen heeft om de namen van leerlingen weer te geven, dan verschijnen deze in het midden onder het vastgelegde scherm van elke leerling. Zoomfuncties zijn uitgeschakeld in de Galerijweergave. U kunt schermen herordenen in de Galerijweergave. De breedte van het miniaturenpaneel kan niet worden veranderd.

Stapels van leerlingschermen creëren Met deze functie van de Schermvastleggingstool kunt u een geschiedenis van de schermvastleggingen van één of meer leerlingen verzamelen. Deze verzamelingen worden stapels genoemd. U kunt schermen toevoegen of verwijderen uit de stapel van elke leerling, en U kunt navigeren binnen en tussen de stapels van leerlingen. Het gebruik van stapels is een handige manier om de vordering in een les te controleren, presentaties of opdrachten van leerlingen te verzamelen om later na te kijken en te beoordelen, of om prestaties en vorderingen te laten zien op ouderavonden.

Schermen toevoegen aan een stapel f Klik op Beeld > Stapels > Toevoegen aan stapel, klik op het werkbalkpictogram ( ) of open het Context-menu en selecteer Stapels > Toevoegen aan stapel.

Tips voor het creëren/toevoegen aan stapels: •

Als de eerste serie schermen wordt toegevoegd aan een nieuwe stapel, dan worden deze gelabeld met Beeld1. Bij elke volgende toevoeging wordt het nummer één hoger; b.v. Beeld2, Beeld3 etc.

Een beeld uit een stapel verwijderen f Klik op Beeld > Stapels > Verwijderen uit stapel, klik op het werkbalkpictogram ( ), of open het Context-menu en selecteer Stapels > Verwijderen uit stapel.


101


Als beelden worden verwijderd uit een stapel, worden de beeldnamen aangepast zodat ze opeenvolgend blijven en het wissen weerspiegelen. Bijvoorbeeld: als Beeld6 wordt gewist, dan wordt Beeld7 hernoemd tot Beeld6 en alle daaropvolgende beeldnummers worden één lager.

Navigeren door stapels f Beeld > Stapels > Volgend beeld, klik op het werkbalkpictogram ( ) of open het Context-menu en selecteer Stapels > Volgend beeld. f Beeld > Stapels > Vorig beeld, klik op het werkbalkpictogram ( ) of open het Context-menu en selecteer Stapels > Vorig beeld. Opmerking: deze opties zijn alleen beschikbaar als er een volgend of

vorig beeld is om te bekijken. U kunt door een stapel beelden navigeren vanuit de tegelof galerijweergave.

De functie Leerlingschermen vergelijken gebruiken Met deze functie kunt u de schermen van twee leerlingen in één stap bekijken. Hierbij wordt de Galerijweergave gebruikt om de schermvergelijking te tonen, maar u kunt deze functie ook gebruiken vanuit de Tegelweergave. In beide weergaven selecteert u leerlingenschermen om te vergelijken.

Een vergelijking starten 1.

Selecteer de tegels van de leerlingschermen die u wilt vergelijken. Wanneer u een scherm selecteert, verandert de rand van kleur. Opmerking: als u meer dan vier schermen selecteert, dan moet u door het weergavepaneel scrollen om ze te zien.

2.

Klik op Beeld > Galerij. De weergave verandert naar de Galerijweergave en vergroot de schermen zodat ze in het paneel passen.

U kunt ervoor kiezen om de leerlingnamen weer te geven of te verbergen.

102



Een vergelijking beëindigen Klik op een willekeurige tegel van een leerlingscherm om de vergelijking te stoppen. Wanneer u een vergelijking beëindigt, dan blijft het geselecteerde leerlingscherm de gemarkeerde rand houden.

Schermen willekeurig maken Als u een beamer gebruikt om schermvastleggingen aan uw klas te laten zien en u verbergt de namen van de leerlingen, dan kunnen uw leerlingen na verloop van tijd hun eigen scherm en dat van anderen toch herkennen. Deze functie is standaard ingeschakeld. Het willekeurig maken van schermen gooit de volgorde van de vastgelegde schermen door elkaar.

Schermvastleggingen willekeurig maken selecteren of deselecteren 1.

Open Docentvoorkeuren in het hoofdvenster van TI-Navigator™.

2.

Klik op het vakje Volgorde van vastgelegde schermen willekeurig maken.

Als u er niet voor kiest om vastleggingen willekeurig te maken, dan worden de leerlingschermen in alfabetische volgorde op schermnaam vastgelegd en weergegeven. Het vernieuwen van de schermen verandert de volgorde niet. Het veranderen van deze instelling geldt voor al uw klassen. Het is niet mogelijk om een andere instelling voor andere klassen te specificeren.

Een scherm kopiëren en plakken U kunt een vastgelegd scherm selecteren en het naar het klembord kopiëren om het op te nemen in andere documenten of toepassingen. U kunt gekopieerde schermen ook printen. Gekopieerde schermen worden vastgelegd op een zoomniveau van 100%, en ze worden gekopieerd in volgorde van selectie. Rekenmachineschermen vastleggen

103


De toepassingen die gekopieerde schermen kunnen ontvangen zijn: •

Microsoft Word®

•

Microsoft PowerPoint®

•

Microsoft Excel®

Een scherm kopiëren 1.

Selecteer het scherm dat u wilt kopiëren.

2.

Klik op Bewerken > Geselecteerd scherm kopiëren, klik op het pictogram Kopiëren

of druk op Ctrl + C.

Een scherm plakken f Klik afhankelijk van de toepassing waarin u plakt op Bewerken > Plakken of druk op Ctrl + V. Opmerking: u kunt een vastgelegd scherm ook verslepen naar een andere toepassing. Dit werkt hetzelfde als kopiëren en plakken.

Schermen afdrukken U kunt één, meerdere of alle vastgelegde schermen van de klas afdrukken. Bij elke afgedrukte pagina wordt de naam van de klas in de kopregel van de pagina afgedrukt, en de datum en het paginanummer in de voetregel.

Vastgelegde schermen afdrukken 1.

Selecteer de vastgelegde schermen die u wilt afdrukken.

2.

Klik op Bestand > Afdrukken.

3.

Als u meer dan één scherm selecteert, kies dan het aantal vastgelegde schermen dat u per pagina wilt hebben. U kunt kiezen voor één scherm per pagina, zes schermen per pagina of alle schermen op de pagina.

104



4.

Selecteer de individuele printeropties voor uw printer.

5.

Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken.

6.

Selecteer of u wel of niet wilt dat de namen van de leerlingen onder hun schermen worden afgedrukt.

7.

Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Live Presenter gebruiken U kunt uw eigen rekenmachinescherm weergeven, of u kunt het rekenmachinescherm van een willekeurige leerling selecteren om werk te tonen terwijl het uitgevoerd wordt en de stap-voor-stap voortgang bespreken met de klas. Terwijl de live-presentatie wordt weergegeven kunt u toetsaanslagen registreren, de TI-Nspire™ Navigator™ rekenmachine laten zien en een toetsaanslaggeschiedenis tonen. De Live Presenter-sessie wordt gestart en gestopt vanaf uw computer. U regelt ook wat er op het presentatiescherm verschijnt: de naam van de leerling, het scherm van de rekenmachine, de weergave van de toetsaanslaggeschiedenis en de filmopnamemodus. Terwijl Live Presenter actief is worden de rekenmachines van alle andere leerlingen niet beïnvloed door de presentatie en kunnen deze gewoon worden gebruikt. Opmerking: tijdens een Live Presentation zijn alle menu's en bijbehorende werkbalk-/contextmenuonderdelen uitgeschakeld, behalve de volgende: Bestand > Sluiten Bewerken > Geselecteerde scherm(en) kopiëren

Beeld > Leerlingnamen weergeven Beeld > Live Presenter Presenter stoppen

Help.

Live Presenter starten via het scherm van een leerling Zorg ervoor dat de leerling die u heeft uitgekozen om de "live presentator" te zijn, aangemeld is in een actieve sessie. 1.

Selecteer het scherm van de leerling. •

Klik op het vastgelegde scherm van de leerling vanuit de tegelof galerijweergave, of


105


•

selecteer de leerling vanuit het contextmenu en kies Live Presenter.

Opmerking: als de namen van de leerlingen worden weergegeven in de tegelof galerijweergave, dan worden deze ook weergegeven in de live presentator-modus. 2.

Klik op Beeld > Live Presenter > Presenter maken of klik op het pictogram Presenter maken

.

Het geselecteerde scherm wordt weergegeven als een Live Presenter-scherm. Hoewel er slechts één leerling tegelijk kan presenteren, kunt u elke willekeurige leerling selecteren om te presenteren, zolang de leerling maar aangemeld is en de sessie actief is.

Live Presenter starten via de rekenmachine van de docent Het kan zijn dat u uw eigen rekenmachine in de Live Presenter-modus wilt gebruiken. Dit is zeer effectief bij demonstraties met behulp van een beamer. 1.

Meld uw rekenmachine aan.

2.

Selecteer de rekenmachine met het label Docent.

3.

Klik op Beeld > Live Presenter > Presenter maken of klik op het pictogram Presenter maken

.

Het Live Presenter-scherm Het standaardscherm voor Live Presenter toont alleen het geselecteerde scherm. Als er namen van leerlingen worden weergegeven, dan verschijnt de naam onder het scherm.

106



De opties Rekenmachine weergeven en Toetsaanslaggeschiedenis weergegeven zijn beschikbaar vanaf de balk onder het scherm.

De rekenmachine aan het scherm toevoegen Klik op het vakje om Rekenmachine weergeven te selecteren. Het scherm wordt gesplitst om de rekenmachine links van het presentatiescherm weer te geven. De besturingsbalk geeft aan dat Rekenmachine weergeven actief is.

Door de weergave van de rekenmachine kan de klas zien op welke toetsen er wordt gedrukt tijdens de presentatie. De laatst ingedrukte toets blijft gemarkeerd tot er op een andere toets wordt gedrukt. Opmerking: u kunt niet drukken (of klikken) op de toetsen op de rekenmachine. Deze visuele weergave toont alleen wat de live presentator indrukt op zijn rekenmachine.

De toetsaanslaggeschiedenis toevoegen aan het scherm Klik op het selectievakje om Toetsaanslaggeschiedenis weergeven te selecteren. Als u start vanaf de standaardweergave, dan wordt het scherm gesplitst om de geschiedenis links van het presentatiescherm weer te geven. De besturingsbalk geeft aan dat Toetsaanslaggeschiedenis weergeven actief is.


107


Terwijl er toetsen worden ingedrukt tijdens de live-presentatie, verschijnen deze in het geschiedenisgebied van het scherm. De toetsaanslagen worden van links naar rechts en daarna van boven naar beneden toegevoegd. Als de presentator meer dan eens op dezelfde toets drukt, wordt elke herhaalde toetsindruk in de geschiedenis weergegeven. Als de presentator een toets ingedrukt houdt (zoals bij het verplaatsen van de cursor), dan wordt de toets slechts één keer in de geschiedenis opgenomen. U kunt de toetsaanslaggeschiedenis kopiëren naar het klembord en haar vervolgens in een ander document plakken. U kunt de toetsaanslaggeschiedenis ook wissen. (Leerlingen kunnen dit niet doen.)

Rekenmachine en toetsaanslaggeschiedenis toevoegen Klik op beide selectievakjes op de balk onder het scherm. Het scherm wordt gesplitst om de rekenmachine links van het presentatiescherm weer te geven. De toetsaanslaggeschiedenis wordt onder het scherm weergegeven.

108



Tijdens lange live presentaties kan het zijn dat de toetsaanslaggeschiedenis buiten het weergavegebied gaat doorlopen. Als dit gebeurt, verschijnt er een scrollbalk zodat u alle toetsaanslagen tijdens de sessie kunt bekijken.

Live Presentation stoppen Om de live-presentatie te stoppen klikt u op het pictogram Presenter stoppen , of klikt u op Beeld > Live Presenter > Presenter stoppen. Het presentatievenster wordt gesloten en de weergave vanwaaruit u Live Presentation selecteerde verschijnt weer. Als bijvoorbeeld de tegelweergave actief was, dan keert uw computerscherm terug naar die tegelweergave.

Een Live Presentation opslaan als een film U kunt een live presentatie opslaan als een film. Dit kan uw eigen presentatie of de presentatie van een leerling zijn. Films zijn een goede manier om demonstraties aan een klas te presenteren, of om extra lessen te geven bij moeilijke onderwerpen. Live Presentation-bestanden worden opgeslagen met de bestandsextensie .avi. U regelt het creëren van de film (starten en stoppen) vanaf uw computer. Als u besluit om een live presentatie op te slaan, heeft dit geen invloed op de feitelijke presentatie.

f Om de film te beginnen klikt u op Beeld > Live Presenter > Opname starten of klikt u op de toets Opname starten op de besturingsbalk onder het live presentatie-scherm. f Om de film te beëindigen klikt u op Beeld > Live Presenter > Opname stoppen of klikt u op de toets Opname stoppen op de besturingsbalk onder het live presentatie-scherm.


109


Als u stopt met opnemen, dan vraagt de software u om de film op te slaan. De standaardnaam voor de film is "presentatie" en de standaard opslaglocatie is de locatie van het leerlingenportfolio voor de actieve klas. U kunt zowel de naam van het filmbestand als de opslaglocatie veranderen.

•

Om de bestandsnaam te veranderen typt u een nieuwe naam over de standaardnaam.

•

Om de opslaglocatie te veranderen typt u een nieuwe locatie waarin ook de aanduiding van de schijf is opgenomen.

Sneltoetsen op het toetsenbord voor Schermvastlegging De volgende tabel bevat de sneltoetsen die beschikbaar zijn bij het gebruik van de Schermvastleggingstool. Menu

Optie

Sneltoets

Commentaar

Bestand

Geselecteerde scherm(en) opslaan

Ctrl + S

Slaat op op uw computer

Afdrukken

Ctrl + P

Verzendt schermafdrukken van de klas naar de standaard printer

Sluiten

Ctrl + W

Kopiëren

Ctrl + C

Bewerken

110

Er moeten één of meer schermen geselecteerd zijn



Beeld

Help

Alles selecteren

Ctrl + A

Tegels

Ctrl +T

Galerij

Ctrl + G

Nu vernieuwen

F5

Zoom in

Ctrl + #

Zoom uit

Ctrl + $

Schermvastlegging Help

F1


111


112



De Klasse-analysetool Met de TI-Nspire™ Navigator™ Klasse-analysetool kunt u het volgende doen: •

Antwoorden van leerlingen op een geselecteerde TI-Nspire™opdracht nakijken en analyseren. Met het TI-Nspire™ Navigator™netwerk haalt u de antwoorden elektronisch op uit de hele klas.

•

Een klas-samenvatting, een analyse per leerling of een analyse per item bekijken. Deze weergaven zijn beschikbaar via tabbladselecties in Klasse-analyse.

•

Beoordelingen van open vragen opnemen in de analyse, en deelscores of extra punten geven voor antwoorden van elk vraagtype.

•

De analyse delen met de klas met behulp van de diavoorstellingfunctie.

Klasse-analyse openen Er zijn verschillende manieren om Klasse-analyse te openen: •

Een ingezamelde opdracht uit het Klasseoverzicht openen (met uitzondering van opdrachten die ingezameld zijn met de optie Aangepaste bestanden)

•

Open een analyse vanuit het portfolio

Openen vanuit het Klasseoverzicht 1.

Zoek de ingezamelde opdracht die u wilt analyseren op. Opmerking: u kunt een bestand niet openen als u dit heeft ingezameld met de optie Aangepaste bestanden.

2.

Klik met de rechtermuisknop op de naam van de opdracht en selecteer Openen in Klasse-analyse.

3.

De geselecteerde opdracht wordt geopend in het venster Klasseanalyse. Klasse-analyse leest en beoordeelt het antwoord van elke leerling met behulp van een nakijkmodel voor de opdracht, en geeft vervolgens de resultaten weer.

De Klasse-analysetool

113


Om de beoordeling te kunnen uitvoeren moet u de bestanden naar de leerlingen hebben verzonden, de ingezamelde bestanden kunnen vervolgens worden geanalyseerd. Bij vragen met een open antwoord kunt u met Klasse-analyse het antwoord elektronisch nakijken en beoordelen. De herziene score wordt automatisch opgeslagen, en alle scoreberekeningen worden bijgewerkt zodat de verandering erin opgenomen wordt. Opmerking: Als er geen vraagpagina's in de opdracht zijn, dan wordt Klasseanalyse niet geopend. Als er vraagpagina's zonder antwoorden in het modelbestand zijn opgenomen, dan opent Klasseanalyse de opdracht, maar kunnen die vragen niet beoordeeld worden. U moet die vragen dan handmatig beoordelen.

Openen vanuit het portfolio 1.

Lokaliseer de toetsbeoordeling die u wilt openen.

2.

Dubbelklik op de cel Klassegemiddelde of markeer de cel Klassegemiddelde voor de toetsbeoordeling en klik op de knop Portfolio-item(s) openen

.

Opmerking: er moet een score in de cel staan om de toetsbeoordeling te kunnen openen. 3.

114

De geselecteerde toetsbeoordeling wordt geopend in het venster Klasse-analyse.



Een ingezamelde opdracht selecteren en naar het portfolio verzenden met automatische beoordeling Deze optie is een "stille" analyse van de resultaten. De opdrachten worden rechtstreeks naar het portfolio verzonden en automatisch op de achtergrond nagekeken. Als de opdracht vragen heeft, dan wordt er een score weergegeven in het portfolio. Als de opdracht geen vragen heeft, dan verschijnt er een pictogram in het portfolio. De analyse blijft in het portfolio tot u deze opent om te bekijken. 1.

Om een ingezamelde opdracht naar het portfolio te verzenden met automatische beoordeling doet u één van de volgende dingen: • •

Klik vanuit het Klasseoverzicht met de rechtermuisknop op de ingezamelde opdracht en selecteer Opslaan in portfolio. Markeer de ingezamelde opdracht en klik op de knop Opslaan in portfolio.

•

Markeer de ingezamelde opdracht en klik op Bewerken > Opslaan in portfolio.

2.

Het dialoogvenster Opslaan in portfolio wordt weergegeven. U kunt het beoordelingsbestand opslaan als een nieuwe portfoliokolom, of het toevoegen aan een bestaande kolom.

3.

Klik op de naam van het beoordelingsbestand en klik op Opslaan. Wanneer de bestandsnaam is ingevoerd, begint het nakijken op de achtergrond.

De status van de klas-sessie heeft geen invloed op de automatische beoordeling.

Weergaven gebruiken om resultaten van Klasseanalyse te interpreteren Klas-samenvattingsweergave Wanneer Klasse-analyse voor het eerst wordt weergegeven, dan verschijnt deze in de Klas-samenvattingsweergave. De Klasse-analysetool

115


5

6 7

1 2

3

4

8

Interpreteren van deze samenvatting: 1: Net onder het tabblad Klas-samenvatting staat het klassegemiddelde van de opdracht. In bovenstaand voorbeeld is het klassegemiddelde 72%. De hoogste score is 100%, de mediaanscore is 60% en de laagste score is 40%. 2: De leerlingnaam met de blauwe achtergrond (of de kleur van uw computer) is de op dat moment geselecteerde leerling. 3: De leerlingnaam met de rode achtergrond is een leerling van wie geen bestand is opgehaald. Als er geen bestand is ontvangen om na te kijken, dan wordt die leerling automatisch uitgesloten uit de klas-samenvattingsresultaten. (Zie het vinkje in het vakje uiterst rechts op het scherm.) 4: De rij Items uitsluiten bevat selectievakjes waarmee u één of meer items van het nakijken kunt uitsluiten. In het voorbeeld is het vijfde item in de opdracht uitgesloten door de docent. 5: Het Itemgemiddelde geeft de gemiddelde klasscore voor elk item in de opdracht. 6: Deze kolom geeft de ruwe score van de leerling weer. 7: De kolom % Score converteert de ruwe score van elke leerling in een procentscore.

116



8: Met de selectievakjes voor uitsluiten kunt u de scores van een leerling handmatig uitsluiten uit alle berekeningen. Hierdoor wordt het bestand van de leerling niet gewist. In het voorbeeld is de derde leerling uitgesloten door de docent. Leerlingen die geen documenten inleveren worden altijd uitgesloten.

Dingen om te onthouden: •

Leerlingen worden in een alfabetische lijst weergegeven, oplopend op achternaam.

•

Als u de resultaten aan de klas wilt laten zien met behulp van een overheadprojector, dan kunt u de namen van de leerlingen verbergen door op Beeld > Klas-samenvatting > Leerlingen te klikken.

•

Als u een leerling of een item handmatig uitsluit van de beoordeling, dan zet de software die leerlingrij of itemkolom automatisch in cursief. Er worden geen leerlingen of waarden gewist; de uitgesloten waarden worden echter niet gebruikt in berekeningen.

•

Als u een leerling om een bestand heeft gevraagd maar niets heeft ontvangen, dan heeft de rij van die leerling een rode achtergrond, en worden de scores van die leerling automatisch uitgesloten van de berekeningen voor het klassegemiddelde en itemgemiddelde.

•

Als u Klasse-analyse sluit voordat alle bestanden van de leerlingen zijn opgehaald, dan wordt het ophalen afgemaakt, maar wordt de analyse geannuleerd, tenzij u deze heeft opgeslagen in het portfolio.

•

U kunt de antwoorden van leerlingen niet bewerken, maar u kunt hun scores voor elk item wel bewerken.

•

U kunt halve punten of extra punten voor antwoorden geven.

•

Als een bestand van een leerling wordt opgehaald maar de leerling één of meer vragen niet beantwoord heeft, dan geeft de antwoordcel een score van 0.

•

De achtergrondkleur van een geselecteerde leerling kan afwijken van de kleur in het voorbeeld. De kleur die u ziet is gebaseerd op uw computervoorkeuren.

•

Alle bewerkingen die u in deze weergave maakt, worden in realtime overgenomen in alle weergaven.

•

U kunt kolommen met gegevens verbergen in de weergave. Als Klasse-analyse voor het eerst geopend wordt, worden alle kolommen weergegeven. Om een kolom te verbergen klikt u met de rechtermuisknop op de titel van een willekeurige kolom en selecteert u de kolommen die u wilt weergegeven of verbergen door


117


ze te selecteren in het menu. Een vinkje naast een kolom geeft aan dat deze zal worden weergegeven. Een leeg hokje naast een kolom geeft aan dat deze zal worden verborgen: U kunt de volgende elementen verbergen: leerlingen, itemkolommen, score en % score. U kunt ook geselecteerde items verbergen vanuit het menu Weergave. •

Om de gegevens te sorteren klikt u op het label bovenaan de kolom waarop u wilt sorteren. De gegevens worden gesorteerd en er wordt een sorteringsaanduiding weergegeven naast het label waarop u geklikt heeft.

Klik nogmaals op het label om de volgorde van de sortering om te keren. •

De breedte van een kolom veranderen: –

Wijs bovenaan de kolom de grens aan die u wilt verplaatsen. De muisaanwijzer verandert in een dubbelkoppige pijl.

–

Sleep de grens naar links of naar rechts.

Leerlingweergave Om de prestaties van één leerling op een toets te bekijken: 1.

Klik op het tabblad Leerling of klik op Beeld > Leerling.

2.

Op het scherm verschijnt het antwoord van de leerling op elke vraag, samen met de vraag zelf en het juiste antwoord.

118



6 5 1 4 2 3

3.

Om de resultaten van een andere leerling te bekijken klikt u op de knoppen Vorige / Volgende of gebruikt u de leerlingkeuzelijst om de gewenste leerling op te zoeken en te selecteren.

Interpreteren van deze weergave 1: De procentscore van de geselecteerde leerling voor de toets. 2: De itemtabel van alle items in de toets. U kunt een toetsvraag

selecteren om te bekijken. Gebruik de µ en ¶ toetsen op uw computer om andere items te bekijken. 3: Details van de geselecteerde vraag. De oorspronkelijke vraag en

alle mogelijke antwoorden worden weergegeven, samen met het antwoord van de leerling en het juiste antwoord. Het voorbeeld laat zien dat het antwoord van een leerling correct is door een selectievakje naast de vraag weer te geven. Bij een onjuist antwoord zou een rode X in het vakje te zien zijn. 4: Het selectievakje Leerling uitsluiten van analyse. Als u de leerling

van de klasse-analyse zou willen uitsluiten, dan kunt u dit hier doen, in plaats van terug te gaan naar de klassamenvattingsweergave. Als u dit vakje al geselecteerd had in de klas-samenvattingsweergave, dan blijft het vakje geselecteerd in deze weergave. 5: De knoppen Vorige / Volgende om de prestaties van andere

leerlingen te bekijken. Deze bevinden zich rechts van het keuzevak voor selectie van de leerling.


119


6: De leerling wiens toets en beoordeling wordt bekeken. U kunt

een andere leerling selecteren uit de keuzelijst, of op de knoppen Vorige / Volgende klikken om de resultaten van een andere leerling te bekijken.

Celgegevens kopiëren en plakken U kunt rijen met tekst kopiëren en plakken als u in de bewerkingsmodus bent.

Tekst naar het klembord kopiëren 1.

Dubbelklik op de rij.

2.

Klik op Bewerken > Kopiëren, klik op

of druk op Ctrl + C.

De geselecteerde rij is nu beschikbaar om te plakken.

Tekst vanaf het klembord plakken 1.

Dubbelklik op het item.

2.

Klik om de tekstcursor in te voegen op de plaats waar u de rij of tekst van het klembord wilt plakken.

3.

Klik op Bewerken > Plakken, klik op

of druk op Ctrl + V.

De tekst van het klembord wordt ingevoegd op de plaats van de cursor. De tekst wordt niet verwijderd van het klembord, dus u kunt deze ook nog op andere plaatsen plakken.

Tips om te onthouden •

U kunt antwoorden van leerlingen niet bewerken.

•

Eventuele plaatjes of niet-vraag-toepassingen zoals notities, rekenmachine-items of grafieken die opgenomen zijn in de opdracht worden niet weergegeven.

•

De achtergrondkleur van een geselecteerd item kan afwijken van de kleur in het voorbeeld. De kleur die u ziet is gebaseerd op uw computervoorkeuren.

•

Als u op een specifiek item in de tabel klikt, dan worden de vraag en alle mogelijke antwoorden, samen met het antwoord van de leerling weergegeven. Het correcte antwoord wordt geidentificeerd.

•

U kunt kolommen met gegevens verbergen in de weergave. Als Klasse-analyse voor het eerst geopend wordt, worden alle kolommen weergegeven. Om een kolom te verbergen klikt u met de rechtermuisknop op de titel van een willekeurige kolom en selecteert u de kolommen die u wilt weergegeven of verbergen door ze te selecteren in het menu. Een vinkje naast een kolom geeft aan

120



dat deze zal worden weergegeven. Een leeg hokje naast een kolom geeft aan dat deze zal worden verborgen: •





–


Itemweergave Antwoorden van alle leerlingen op een item bekijken: 1.

Klik op het tabblad Item of klik op Beeld > Item > Tabblad Item.

2.

Gebruik het uitrolmenu Item om het gewenste item te selecteren, of gebruik de knoppen Vorige / Volgende om het gewenste item weer te geven.

3.

Het item en alle leerlingantwoorden worden weergegeven.


121


6

5

1 4

2

3

Interpreteren van deze weergave 1: Het klassegemiddelde van het geselecteerde item. 2: Leerlingenlijst met van elke leerling het antwoord en de score. 3: De geselecteerde toetsvraag in detail. 4: Selectievakje Item uitsluiten van analyse. U kunt hierop klikken

om het item uit te sluiten van berekeningen. Als u dit vakje al geselecteerd had in de klas-samenvattingsweergave, dan wordt het hier automatisch geselecteerd. 5: Vorige / Volgende-knoppen. Deze bevinden zich rechts van het

uitrolmenu Items, zodat u zoveel afzonderlijke items kunt bekijken als u wilt. 6: Het item dat momenteel bekeken wordt. U kunt een ander item uit de keuzelijst selecteren, of op de knoppen Vorige / Volgende

klikken om een ander item te bekijken.

Tips om te onthouden •

Leerlingen die handmatig zijn uitgesloten in de schermen Klassamenvatting of Leerlingweergave blijven cursief vermeld in deze weergeven.

•

Leerlingen die hun werk niet hebben ingeleverd worden met een rode achtergrond weergegeven.

•

U kunt de antwoorden van leerlingen niet bewerken, maar u kunt hun scores wel bewerken.

122



•

Eventuele plaatjes of niet-vraag-toepassingen zoals notities, rekenmachine-items of grafieken die opgenomen zijn in de opdracht worden niet weergegeven.

•

De achtergrondkleur van een geselecteerde leerling kan afwijken van de kleur in het voorbeeld. De kleur die u ziet is gebaseerd op uw computervoorkeuren.

•





–


Vragen beoordelen en juiste antwoorden fijnafstemmen Een antwoord op een open vraag beoordelen Alle vragen met een open antwoord moeten worden beoordeeld door de docent. De score voor een vraag met een open antwoord vaststellen: De Klasse-analysetool

123


1.

Klik op het tabblad Leerling.

2.

Dubbelklik, in de rij met vragen met open antwoorden, de cel Max score en verander de maximale score van 0 in de waarde van de vraag.

3.

Druk op Enter.

4.

Bekijk het antwoord van de leerling.

5.

Dubbelklik de cel Leerlingscore en verander de score van de leerling van 0 in de gewenste waarde.

6.

Klik op de knop Vorige / Volgende om de vraag van een andere leerling te bekijken en te beoordelen.

7.

Klik op de knop Opslaan in portfolio om de klas-scores en leerlingscores te updaten.

De score van een leerling voor een item veranderen Het kan voorkomen dat een leerling een open antwoord geeft dat equivalent is aan het juiste antwoord. Een opdracht bevat bijvoorbeeld een vraag met als juiste antwoord het woord “Herfst”. Een leerling heeft “Najaar” ingevuld. Als u de leerling alle of een deel van de punten wilt geven voor dit antwoord, dan kunt u dit doen door de score van de leerling voor de vraag te veranderen. Hoewel u het antwoord van de leerling niet kunt veranderen, kunt u wel de score van de leerling voor die vraag veranderen. 1.

Klik op het tabblad Klas-samenvatting.

2.

Dubbelklik in de leerlingrij op de itemscore.

3.

Typ de nieuwe score en druk op Enter. Om te annuleren drukt u op Esc.

De analyse wordt opnieuw berekend op basis van de nieuwe score van de leerling.

De maximumscore voor een item veranderen Het kan voorkomen dat u de score voor een item op verschillende manieren wilt splitsen. Breng deze verandering als volgt aan: 1.

Klik op het tabblad Klas-samenvatting.

2.

Dubbelklik in de rij Maximumscore op de itemscore.

3.

Typ de nieuwe score en druk op Enter. Om te annuleren drukt u op Esc.

De analyse wordt voor alle leerlingen opnieuw berekend op basis van de nieuwe maximumscore. 124



Het juiste antwoord voor een item veranderen Het kan voorkomen dat u ontdekt dat u een verkeerd juist antwoord voor een item heeft geselecteerd. Bijvoorbeeld: In een multiplechoicevraag in de opdracht is de aanduiding voor het juiste antwoord ten onrechte aangegeven als C. U ziet dat het juiste antwoord in werkelijkheid A is. U kunt het juiste antwoord veranderen van C in A.

Het juiste antwoord veranderen bij een open vraag 1.

Klik op het tabblad Item.

2.

Zoek het item op waarvan u het juiste antwoord wilt veranderen.

3.

Dubbelklik op het juiste antwoord.

4.

Typ het nieuwe juiste antwoord en druk op Enter. Om te annuleren drukt u op Esc. De analyse wordt voor alle leerlingen opnieuw berekend op basis van het nieuwe juiste antwoord.

Het juiste antwoord in een multiplechoice-vraag veranderen 1.

Klik op het tabblad Item.

2.

Zoek het item op waarvan u het juiste antwoord wilt veranderen.

3.

Klik op het juiste antwoord. Er verschijnt een keuzemenu met mogelijke antwoorden.

4.

Selecteer het juiste antwoord uit het menu. Als er meerdere antwoorden mogelijk zijn op de vraag, gebruik dan Shift+klik of Ctrl+klik om meer dan één optie te selecteren.

5.

Druk op Enter.

Resultaten van klasse-analyses weergeven Als u de mogelijkheid heeft om uw computer op een beamer aan te sluiten, kunt u resultaten van opdrachten aan de klas laten zien door een diavoorstelling van de vragen en antwoorden te geven of door een histogram voor elk item te tonen. Opmerkingen: •

Als u grafische afbeeldingen of niet-vraagtoepassingen zoals notities, rekenmachine-items of grafieken in het oorspronkelijke opdrachtbestand heeft opgenomen, worden deze niet bij hun vragen weergegeven in Klasse-analyse.


125


•

Leerlingen die geen opdracht hebben ingeleverd worden niet opgenomen in de categorie Geen antwoord en ook niet in de resultaatgrafieken.

Diavoorstellingen 1.

Er zijn twee manieren om een diavoorstelling te maken: a)

Klik vanuit het hoofdmenu op Beeld > Diavoorstelling.

b)

Klik in de werkbalk op het pictogram Diavoorstelling bekijken

.

2.

Als u Beeld > Diavoorstelling gebruikt, dan wordt het venster Opties diavoorstelling geopend. Alle opties zijn standaard geselecteerd. Deselecteer de opties die u niet wilt.

3.

Klik op Bevestigen om te beginnen met de diavoorstelling. Het venster Klasse-analyse wordt geminimaliseerd. U bestuurt de diavoorstelling met de knoppen Eerste, Vorige, Volgende en Laatste aan de bovenkant van het venster van de diavoorstelling om de dia's te bekijken. Druk op ESC om de diavoorstelling op elk gewenst moment te beëindigen. Klik op Stoppen ( ) om de diavoorstelling af te sluiten.

126



De diavoorstelling toont elk item zoals dit oorspronkelijk gezien is door de leerlingen, met alle mogelijke antwoorden bij multiplechoiceitems/items met korte antwoorden. De tweede dia voor elk item toont het aantal keren dat elk mogelijk antwoord gekozen is, en het aantal keren Geen antwoord als één of meer leerlingen de vraag niet beantwoord heeft. De balk met het percentage juiste antwoorden wordt in het groen weergegeven, en de balken met onjuiste antwoorden en Geen antwoord in het blauw.

Resultaten van Klasse-analyse opslaan en exporteren Als u Klasse-analyse heeft gestart vanuit het klasseoverzicht of de leerlingweergave, dan moet u de analyse opslaan als u deze later nog eens wilt bekijken.

Opslaan in het portfolio 1.

Voer één van de volgende bewerkingen uit: •

Klik vanuit de Klasse-analyseweergave op het pictogram Opslaan in portfolio

•

.

Klik op Bestand > Opslaan in portfolio (beschikbaar vanuit alle weergaven.)

Opmerking: Als u Klasse-analyse sluit zonder de analyse eerst op te slaan, of als u veranderingen heeft aangebracht in de analyse sinds u deze voor het laatst opsloeg, dan verschijnt het dialoogvenster Opslaan in portfolio. 2.

Als het de eerste keer is dat u de analyse opslaat, moet u de titel voor de opgeslagen analyse invoeren. De standaardnaam is de bestandsnaam.


127


•

Klik op Opslaan om de analyse op te slaan. Als de analyse al bestaat in het portfolio, dan wordt de analyse onder de bestaande naam opgeslagen.

•

Klik op Annuleren om Klasse-analyse te sluiten zonder de analyse op te slaan. Als u Annuleren selecteert en er zijn nietopgeslagen veranderingen in het bestand, dan wordt u verzocht om de veranderingen op te slaan voordat u Klasse-analyse afsluit.

Resultaten exporteren Als u of uw scholenstichting gebruik maakt van elektronische resultatenopslag en -rapportage, dan wilt u de procentscores wellicht exporteren naar deze programma's. Het bestandstype dat door de exportservice gecreëerd wordt is .csv. Geëxporteerde scores worden niet opgeslagen in het portfolio. 1.

Klik op Bestand > Scores exporteren.

2.

Klasse-analyse verzoekt u om een exportlocatie.

De standaardlocatie is de map Mijn documenten. De standaardnaam is de analysenaam. 3.

Klik op Opslaan. Informatie die voor elke leerling in het bestand wordt opgenomen is:

128

•

"Achternaam, Voornaam"

•

Leerlingnummer De Klasse-analysetool


•

Itemscores

•

Scorepunten

•

Maximumscore

•

Score in %

•

Maximum scorepercentage

Alle items en leerlingen die uitgesloten zijn van de analyse worden opgenomen in dit bestand. Opmerking: de status van uw klas heeft geen invloed op uw mogelijkheid om een exportbestand te creëren.

Aanvullende informatie Gebruikte bestandstypen in Klasse-analyse Class Analysis werkt met twee bestandstypen, .edc en .tns. opdracht (.tns)-bestand – Een computerbestand met de titel van de opdracht, de tekst en de plaatjes van elk item, mogelijke antwoorden, aanduiding van het juiste antwoord en alle andere informatie m.b.t. een specifieke opdracht. LearningCheck™ Creator (.edc)-bestand – Een LearningCheck™ Creator documentbestand. Met LearningCheck™ Creator kunt u toetsen of zelftoetsen creëren.

Woordenlijst Opdrachttype – Kan Zelftoets of Toets zijn. Bij Zelftoets-opdrachten kunnen de leerlingen het juiste antwoord op hun rekenmachines bekijken. Bij toetsopdrachten mogen de leerlingen de juiste antwoorden niet zien (die zijn alleen beschikbaar in de Klas-samenvattingsweergave). Juiste antwoord – De tekst van het juiste antwoord (bij vragen waarbij iets ingevuld moet worden) of de aanduiding (zoals 1, 2, 3 of a, b, c) van het juiste antwoord op een vraag. Maximumscore – Het hoogste aantal punten dat behaald kan worden voor een item (alleen beschikbaar in de Klas-samenvatting en de Leerlingweergave).


129


Score – In de Klas-samenvattingsweergave: het aantal punten dat behaald is voor een item of voor alle items. In de Leerlingweergave: het aantal punten dat behaald is door de huidige leerling voor elk item. In de Item-weergave: het aantal punten dat door elke leerling behaald is voor het huidige item. Score in % – In de Klas-samenvattingsweergave: de score van de leerling voor de hele opdracht, gedeeld door de maximumscore voor de hele opdracht, uitgedrukt als percentage. Deze waarde kan hoger dan 100% zijn. In de Leerlingweergave: de score van de huidige leerling voor een afzonderlijk item, gedeeld door de maximumscore voor dat item, uitgedrukt als een percentage.. Deze waarde kan hoger dan 100% zijn. Leerling – De naam die de leerling heeft gebruikt om zich aan te melden bij de klas vanaf zijn rekenmachine. Leerlingantwoord – Het volgnummer (zoals 1, 2, 3 of a, b, c) van het antwoord van de leerling op een multiplechoice-vraag.

130



De Overzendingstool De TI-Nspire™ Navigator™-software bevat een Overzendtool die u kunt gebruiken om bestanden over te zenden naar TI-Nspire™-rekenmachines als er geen klas-sessie actief is. Met de overzendingstool kunt u documentbestanden en besturingssysteem (OS)-bestanden overzenden naar een serie rekenmachines, zonder dat de leerlingen zich hoeven aan te melden. De overzendingstool stroomlijnt het bestandoverzendproces. U kunt mappen of TI-Nspire™ documenten OS-bestanden die u heeft opgeslagen op uw computer selecteren en deze installeren op de TI-Nspire™-rekenmachines van uw leerlingen. Als het overzenden is begonnen, gaat dit door totdat u het proces stopt. TI-Nspire™rekenmachines kunnen in serie worden aangesloten en in een wachtrij staande bestanden ontvangen. De TI-Nspire™ Navigator™-software houdt bij welke rekenmachines aangesloten zijn geweest en houdt de status van het overzenden van de bestanden naar die rekenmachines bij. Dit hoofdstuk bevat de informatie die u nodig heeft om de overzendingstool te gebruiken.

De Overzendingstool openen U kunt de Overzendingstool vanaf het hoofdscherm van de TI-Nspire™ Navigator™-software openen, op het Overzendingstool-pictogram op de werkbalk van TI-Nspire™ Navigator™ klikken of de sneltoets Ctrl + T gebruiken.

De Overzendingstool openen vanaf het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ 1.


2.

Selecteer Tools > Overzendingstool. Het dialoogvenster Overzendingstool verschijnt.

De Overzendingstool

131


Bestanden toevoegen aan de overzendlijst U moet TI-Nspire™ documentbestanden, mappen of besturingssysteembestanden (OS) aan de verzendlijst toevoegen om ze te kunnen overzenden Er mag slechts één OS per type rekenmachine worden toegevoegd aan de lijst.

Bestanden of mappen toevoegen aan de verzendlijst 1.

Klik op de toets Toevoegen aan verzendlijst.

2.

Het venster Openen wordt weergegeven.

132

De Overzendingstool


3.

Om bestanden te selecteren voor verzending klikt u op het tabblad Bestand. Om mappen te selecteren, klikt u op het tabblad Map.

4.

Navigeer naar het bestand of de map die u wilt toevoegen, en klik erop om deze te selecteren. Opmerking: om meerdere bestanden te selecteren houdt u de Ctrltoets ingedrukt terwijl u op de naam van ieder bestand klikt.

5.

Klik op Selecteren. De bestand(en) worden toevoegd aan de lijst op het scherm Overzendingstool.

6.

Herhaal de stappen 2 - 6 tot u alle bestanden of mappen voor verzending aan de lijst heeft toegevoegd

7.

Klik op Overzending starten om de bestanden te verzenden.

Opmerking: door op Overzenden starten te klikken worden alle bestanden en mappen in de overzendtool verzonden, inclusief bestanden die misschien al in de lijst stonden toen u nieuwe bestanden toevoegde.

Bestanden verwijderen uit de verzendlijst Als er TI-Nspire™ documenten, mappen of OS-bestanden in de verzendlijst staan die u niet meer wilt overzenden, kunt u die bestanden uit de verzendlijst verwijderen

De Overzendingstool

133


1.

Klik op de naam van het bestand dat u wilt verwijderen uit de verzendlijst. Opmerking: om meerdere bestanden te selecteren houdt u de Ctrltoets ingedrukt terwijl u op de naam van ieder bestand klikt.

2.

Klik op Selectie verwijderen.

De doelmap veranderen U kunt de doelmap voor het verzenden van bestanden veranderen. 1.

Klik op de naam van de huidige map.

2.

Typ een nieuwe naam in het vak Doelmap bewerken. Opmerking: mapnamen kunnen alleen alfanumerieke tekens bevatten. U kunt slashes ( / en \ ) invoeren, maar dubbele slashes ( // en \\ ) en sommige speciale tekens (? | : * " " < > | ) zijn niet toegestaan.

3.

Klik op Veranderen.

Daarnaast kunt u een doelmap uit een lijst met eerder gebruikte mapnamen selecteren. Om dit te doen klikt u op de cel en vervolgens op het pijltje omlaag aan de rechterkant van de cel om eerder gebruikte klasnamen te zien. Klik op de klasnaam die u wilt gebruiken.

134

De Overzendingstool


De status van het overzenden bekijken Om de status van een enkele bestandsoverzending voor een geselecteerde rekenmachine te bekijken, klikt u op het tabblad Status en vervolgens op de + voor de bestandsnaam om de weergave uit te vouwen. In de uitgevouwen weergave wordt de volgende informatie voor elke aangesloten rekenmachine weergegeven: •

Het rekenmachinenummer (en rekenmachinepictogram).

•

De naam van het bestand

•

Een voortgangsbalk voor het overzenden van dat bestand op die rekenmachine.

•

Foutmeldingen: –

Batterij bijna op

–

Verkeerd type rekenmachine

–

Geheugen vol

–

Verbroken verbinding

Overige informatie over de status van het overzenden •

Wanneer er een nieuwe rekenmachine wordt aangesloten, wordt de status bijgewerkt.

•

De voortgangsbalk van het overzenden van een bestand verdwijnt als 100% is bereikt.

•

Onvolledige overzendingen blijven zichtbaar in de uitgevouwen weergave van de bestandsstatus.

•

Tijdens een overzendsessie houdt de overzendingstool bij welke rekenmachinenummers er zijn aangesloten, en voor welke machines één of meer overzendingen succesvol zijn voltooid.

•

Als een rekenmachine wordt losgekoppeld en vervolgens weer wordt aangesloten, geeft de overzendingstool de status van uitgevoerde overzendingen, en wordt indien nodig het overzenden van andere bestanden hervat.

•

Als u het tabblad Setup selecteert tijdens het overzenden, dan worden alle bedieningselementen uitgeschakeld (alleen-lezen).

Als u het overzenden stopt •

Bestanden onder het tabblad Setup blijven in de lijst staan.

De Overzendingstool

135


•

Statusinformatie voor de overzending wordt niet langer weergegeven onder het tabblad Status. Het bericht "Er zijn geen overzendingen actief. Gebruik het tabblad Setup om de overzending te configureren en te starten" verschijnt.

Alle mappen en bestanden op de rekenmachine wissen De Overzendingstool biedt de mogelijkheid om alle bestanden en mappen op elke aangesloten rekenmachine te wissen, alvorens met een nieuwe bestandoverzending te beginnen. Hiermee kunt u de rekenmachines van uw leerlingen "gelijkstellen" om ervoor te zorgen dat alleen de bestanden waarmee u de leerlingen wilt laten werken op hun rekenmachine staan. Deze optie is standaard niet geselecteerd. De mogelijkheid om alle mappen en bestanden te wissen bestaat ook als commando in het menu Tools van TI-Nspire™ Navigator™. U kunt dit commando oproepen terwijl de klas in een sessie is. Het voert dezelfde acties uit als het commando in de Overzendingstool. Opmerking: u hoeft geen bestand te verzenden om alle bestanden te wissen.

Mappen en bestanden op aangesloten rekenmachines wissen 1.

Klik op het selectievakje naast de optie.

2.

Klik op de knop Overzending starten om met het wissen te beginnen.

136

De Overzendingstool


Er verschijnt een bericht waarin u gevraagd wordt om het wissen van de mappen en bestanden te bevestigen.

3.

Klik op Ja om te bevestigen. Het tabblad Status houdt de voortgang van de wisacties bij terwijl deze plaatsvinden; weergegeven wordt welke rekenmachines aangesloten zijn, en wanneer de acties voltooid zijn.

Het overzenden van bestanden stoppen U kunt het overzenden van bestanden op elk gewenst moment stoppen.

Een bestandsoverzending stoppen 1.

Druk op de knop Overzending stoppen.

2.

Er verschijnt een waarschuwingsvenster, waarin gevraagd wordt of u zeker weet dat u het overzenden wilt stoppen.

3.

Klik op Ja om te bevestigen dat u het overzenden wilt stoppen. Het overzenden wordt gestopt. Opmerking: als rekenmachines van leerlingen het bestand of de bestanden al ontvangen hebben, dan blijven die bestanden op de rekenmachines staan.

De Overzendingstool sluiten Wanneer u klaar bent met het overzenden van bestanden naar de TI-Nspire™-rekenmachines, dan sluit u de Overzendingstool. Om dit te doen klikt u op Sluiten.

De Overzendingstool

137


138

De Overzendingstool


De hardware beheren Dit hoofdstuk geeft aanvullende informatie over de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes en stappen voor het toevoegen of loskoppelen van het accesspoint.

Draadloze sledes Geselecteerde sledes identificeren Soms kunt u een probleem hebben met één of twee TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes in uw netwerk die niet reageren. Wanneer u naar de lijst met sledes in het Netwerkmanager-venster kijkt, kunt u via het statusbericht nagaan welke sledes niet reageren, en kunt u de serienummers ervan zien. U kunt vervolgens aan de hand van de serienummers op de achterkant nagaan bij welke draadloze slede de serienummers in het venster horen. Netwerkmanager biedt u echter een eenvoudigere manier om de sledes te vinden. U kunt de opdracht Selectie identificeren gebruiken om snel te weten te komen welke sledes in uw klas op de juiste manier werken. 1.

Selecteer in de lijst met hardwarecomponenten in het Netwerkmanagervenster alle werkende sledes door ze aan te klikken. Om meer dan één slede te selecteren houdt u de Shift- of Ctrl-toets ingedrukt en klikt u op de sledes die u wilt selecteren.

2.

Klik op Acties > Selectie identificeren. Kijk in uw klas naar de sledes in uw netwerk. De beide lampjes op de sledes die u geselecteerd heeft zijn groen en knipperen snel. U kunt zien welke sledes niet werken als hun leds niet knipperen.

Nu u weet waar de niet-werkende sledes zijn, kunt u de sledes opnieuw aan het netwerk toevoegen.

Sledes uit een bestaand netwerk verwijderen Ook als een klassenetwerk correct is ingesteld, kan het voorkomen dat u TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes uit het netwerk wilt verwijderen.

De hardware beheren

139


1.

Het kan bijvoorbeeld zijn dat u sledes moet verwijderen omdat uw accesspoint geassocieerd is met sledes die tot een andere klas behoren.Selecteer in het Network Manager-venster de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes die u uit het netwerk wilt verwijderen. Opmerking: als u meer dan één slede wilt selecteren houdt u de Shift-toets of de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u op de sledes die u wilt selecteren.

2.

Klik op Acties > Selectie verwijderen of klik op

3.


.

De slede verschijnt niet meer in het Network Manager-venster.

Batterij-informatie voor draadloze sledes •

De batterijen worden niet beschadigd als u ze langer in de oplader laat zitten dan nodig is om ze volledig op te laden. Evenmin worden de draadloze sledes beschadigd als u ze op elk gewenst moment in de oplader plaatst of ze eruit haalt.

•

Het is niet nodig om de stroomadapter uit het stopcontact te halen, ook niet als er geen draadloze sledes in de oplader zijn geplaatst.

•

Om maximaal vijf draadloze sledes tegelijk op te laden gebruikt u de oplader. Als u slechts één slede wilt opladen, kunt u de AC9926stroomadapter rechtstreeks van de slede op een stopcontact aansluiten.

•

U hoeft de batterijen niet te ontladen voordat u ze opnieuw oplaadt.

•

Laat de draadloze sledes niet achter op een extreem koude of extreem warme plaats, zoals in een auto bij warm weer.

•

Om de paar weken moet u de elektrische contacten op de oplader en de draadloze sledes schoonmaken met een schone, droge doek.

De draadloze sledes bewaren Als u de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes langer dan twee weken moet opslaan, bewaar ze dan op een koele, droge plaats. Laad de sledes minimaal eenmaal in de 10-12 maanden volledig op. 140

De hardware beheren


Een accesspoint vervangen Een accesspoint is een essentieel onderdeel van alle draadloze netwerken. In het TI-Navigator™-systeem kan de computer via het accesspoint communiceren met de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes, die weer communiceren met de rekenmachines van de leerlingen. Normaal gesproken wordt uw accesspoint geconfigureerd met de setupwizard wanneer u uw klasnetwerk voor het eerst instelt. Als u een TI-Navigator™ accesspoint moet vervangen vanwege een probleem of een storing, dan moet u het oude accespoint loskoppelen, de sledes loskoppelen, een nieuw accesspoint installeren en vervolgens de sledes weer aansluiten.

Het accesspoint loskoppelen Voordat u een accesspoint loskoppelt moet u ervoor zorgen dat u de draadloze sledes uit het netwerk verwijdert. Zie “Sledes uit een bestaand netwerk verwijderen.” 1.

Haal de USB-kabel uit het TI-Navigator™ accesspoint.

2.

Haal de stroomadapter uit het accesspoint. Het Netwerkstatus-venster geeft het bericht “Accesspoint losgekoppeld” weer.

Het accesspoint toevoegen 1.

2.

Zorg ervoor dat het TI-Navigator™ accesspoint: –

Goed is aangesloten op de computer met de USB-kabel

–

Aangesloten is op een stroomadapter die in een stopcontact is gestoken.

Klik op Acties > Accesspoint controleren of klik op

.

Netwerkmanager zoekt het accesspoint en geeft een statusvenster weer.

De hardware beheren

141


3.

Klik op OK.

Opmerking: Om het venster Netwerkmanager te vernieuwen klikt u op Beeld > Vernieuwen of klik op

.

Informatie over draadloos netwerk Het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem bevat een draadloos local-area network op basis van de IEEE 802.11b/g-standaard, ook wel bekend als Wi-Fi (wireless fidelity). Deze netwerkstandaard biedt zeer snelle gegevensoverdracht in het licentievrije 2,4 GHz-bereik. Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem is getest om te presteren binnen een bereik van ruim 20 meter. Vermijd indien mogelijk bronnen van mogelijke interferentie, zoals metalen wanden, magnetrons en draadloze telefoons.

LEDs

142

De hardware beheren


USB-aansluiting

Aansluiting stroomadapte

Led-lampjes op het accesspoint STROOM – Geeft aan dat het accesspoint stroom ontvangt van de stroomadapter. TEST – Het accesspoint staat in de zelftest-modus. Dit led-lampje moet ongeveer een minuut knipperen en dan stoppen. STATUS: 100 LINK/ACT – Geeft aan dat er gegevens verzonden worden. SIGNAAL: 802,11 b/g – Geeft aan dat de draadloze verbinding actief is.

De hardware beheren

143


144

De hardware beheren


Oplossen van problemen Dit hoofdstuk bevat informatie om u te helpen problemen die u tegen kunt komen bij het gebruik van het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem, snel op te lossen. Als u hier of in de Help-bestanden geen antwoord op uw vraag kunt vinden, ga dan naar de TI-Cares KnowledgeBase.

Veelgestelde vragen Hieronder vindt u veelgestelde vragen over het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem. Om u te helpen om antwoorden sneller te vinden, zijn de vragen ingedeeld in de volgende categorieën: •

Klassen

•

Bestandsoverzendingen

•

De tool Snelle peiling

•

De tool Schermvastlegging

•

Leerlingen

•

TI-Nspire™ Navigator™-netwerk

Klassen Waarom kan ik geen klas creëren? U kunt geen klas creëren omdat u een klas-sessie heeft lopen. Als u een klas wilt creëren, dan moet u eerst de lopende klas-sessie beëindigen.

Waarom kan ik geen klas selecteren? U kunt geen klas selecteren omdat u een klas-sessie heeft lopen. Als u een klas wilt selecteren, dan moet u eerst de lopende klas-sessie beëindigen.

Hoeveel tekens kan ik gebruiken in mijn klasnaam? Uw klasnaam kan uit 3 tot 32 letters en/of cijfers bestaan.

Bestandsoverzendingen Waarom kan ik mijn standaard bestandslocatie in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem niet veranderen? U heeft een klas-sessie lopen. U kunt de standaard bestandslocatie alleen veranderen als er geen klas-sessie bezig is.

Oplossen van problemen

145


Waarom kan ik geen bestanden verzenden of inzamelen? U heeft uw klas-sessie nog niet gestart. U kunt geen TI-Nspire™ Navigator™-netwerktaken uitvoeren voordat u een klas-sessie heeft gestart.

Als ik bestanden vanaf het TI-Nspire™ Navigator™-systeem verzend naar de rekenmachines van mijn leerlingen, waar zet het TI-Nspire™ Navigator™-systeem de bestanden dan neer op de rekenmachines? De bestanden die u verzendt naar de TI-Nspire™-rekenmachines gaan naar de map Mijn documenten op het hoofdscherm van de rekenmachine, verdeeld in mappen op klasnaam. Om de documenten op de rekenmachine te openen drukt u op c 7.

Waar slaat het TI-Nspire™ Navigator™-systeem de ongevraagde bestanden op die ik ontvang van mijn leerlingen? Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem slaat ongevraagde bestanden standaard op in Mijn documenten\My TI-Nspire Navigator, en verdeelt ze onder in mappen op klasnaam. U kunt de standaard bestandslocatie voor ongevraagde bestanden echter veranderen als dit nodig is.

Kan ik bestanden naar individuele leerlingen verzenden vanaf mijn rekenmachine? Nee. Vanaf uw rekenmachine kunt u alleen bestanden naar de hele klas verzenden.

De tool Snelle peiling Wat voor type peilingsvragen kan ik verzenden? U kunt de volgende typen peilingsvragen verzenden: •

Open antwoord

•

Eens/Oneens

•

Ja/Nee

•

Waar/Onwaar

•

Goed/Fout

•

Altijd/Soms/Nooit

•

Multiple choice

Is er een lengtebeperking aan mijn peilingsvragen? Ja. Uw vragen mogen niet meer dan 249 tekens bevatten.

146



Moet ik een vraag invoeren om een peiling te verzenden? Nee, u hoeft geen vraag in te voeren om een peiling te verzenden. Als u geen vraag invoert, dan verzendt de Snelle peiling-tool standaard de tekst “Markeer uw antwoord”.

Waarom hebben mijn leerlingen de peiling niet ontvangen die ik gestuurd heb? Er is een aantal redenen waarom uw leerlingen een peiling mogelijk niet ontvangen hebben: •

De leerlingen zijn niet aangemeld op het netwerk.

•

De TI-Nspire™-rekenmachine van de leerling is niet aangesloten op de draadloze slede.

Waarom kan ik resultaten van peilingen niet verzenden aan mijn leerlingen? Er is een aantal redenen waarom u mogelijk geen peilingsresultaten kunt verzenden: •

U kunt geen peilingsresultaten verzenden naar uw leerlingen omdat u de huidige peiling niet heeft gestopt. U moet de huidige peiling stoppen om peilingsresultaten te kunnen verzenden.

•

De peiling is een Open antwoord-peiling. U kunt de resultaten van een Open antwoord-peiling niet verzenden naar uw leerlingen.

Wat gebeurt er als ik "Portfolie bijwerken" kies? Alle snelle peilingen die u uitvoert en bijwerkt in het portfolio tijdens een klas-sessie, veranderen de score als één beoordeling.

Waarom is de open peiling op mijn computer gesloten? De open peiling kan gesloten zijn omdat u een nieuwe peiling vanaf uw rekenmachine heeft gestart. Als u een nieuwe peiling op uw rekenmachine start, dan sluit de open peiling op uw computer en wordt de nieuwe peiling die u verzonden heeft vanaf uw rekenmachine geopend.

De tool Schermvastlegging Kan ik schermen van mijn eigen rekenmachine vastleggen? Ja. U kunt zowel schermen van uw eigen rekenmachine als van de rekenmachines van leerlingen vastleggen.

Kan ik de schermen van leerlingen die niet zijn aangemeld


147


vastleggen? Ja. Leerlingen worden opgenomen in een schermvastlegging als ze zich minimaal één keer hebben aangemeld tijdens de klas-sessie, ook al zijn ze op het moment zelf niet aangemeld.

Waarom zit er een gele rand rond een vastgelegd scherm? De gele rand geeft aan dat het scherm niet vernieuwd is.

Waarom verschijnt er een geel scherm met de woorden “Communicatiefout”? Dit geeft aan dat de TI-Nspire™ Navigator™-software de leerling niet kan vinden op het netwerk. De rekenmachine van de leerling is misschien losgeraakt uit de draadloze slede.

Leerlingen Waarom zie ik het pictogram van een leerling niet? Misschien staat er een pictogram van een andere leerling bovenop het pictogram dat u probeert te vinden.

Als ik een leerling uit een klas wis, kan ik die leerling dan later terughalen naar de klas? Dit hangt ervanaf of de leerling ook in andere klassen is opgenomen. Als de leerling ook in andere klassen is opgenomen, dan kunt u de gegevens van de leerling herstellen door hem of haar te kopiëren naar de klas. Als de leerling niet in andere klassen is opgenomen, dan is de verwijdering definitief.

Kan ik de wachtwoorden van de accounts van mijn leerlingen terughalen uit het TI-Nspire™ Navigator™systeem als ze deze zijn vergeten? Nee. Als u de wachtwoorden van uw leerlingen eenmaal heeft ingevoerd, dan worden ze verborgen. Als uw leerlingen hun wachtwoorden zijn vergeten en u heeft ze niet ergens anders opgeschreven, dan moet u hun wachtwoorden resetten in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem.

Waarom kan ik de gegevens van een leerling niet bewerken? U kunt de gegevens van uw leerlingen niet bewerken omdat ze zijn aangemeld bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk.

Waarom kan ik een leerling niet wissen? U kunt de leerling niet wissen omdat hij of zij is aangemeld bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk.

148



Waarom kan ik de wachtwoorden van mijn leerlingen niet zien? Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem verbergt de wachtwoorden om de privacy van uw leerlingen te beschermen. U kunt de wachtwoorden niet terughalen uit het TI-Nspire™ Navigator™-systeem. U kunt de wachtwoorden echter wel resetten.

Kunnen mijn leerlingen hun eigen wachtwoorden creëren? Ja. Wanneer u uw leerling toevoegt of bewerkt, kies dan voor Leerling kiest. Hierdoor kan uw leerling zijn eigen wachtwoord kiezen als hij of zij zich voor de eerste keer aanmeldt.

Waarom is het wachtwoord van een leerling niet gereset? Er zijn twee redenen waarom het wachtwoord van een leerling mogelijk niet is gereset: •

U heeft de leerling niet geselecteerd toen u de wachtwoorden resette.

•

De leerling was aangemeld op het moment dat u het wachtwoord resette. U kunt het wachtwoord van een leerling die aangemeld is niet resetten.

Hoeveel tekens kan ik gebruiken in de gebruikersnaam van een leerling? U kunt 3 tot 12 letters en/of cijfers gebruiken.

Hoeveel tekens kan ik gebruiken in het wachtwoord van een leerling? U kunt 3 tot 12 letters en/of cijfers gebruiken.

Kan ik leerlingen dezelfde gebruikersnaam geven? Nee, u kunt leerlingen niet dezelfde gebruikersnaam geven, ook al zitten ze in verschillende klassen. Alle gebruikersnamen van leerlingen moeten uniek zijn.

Waarom kan ik leerlingen niet naar andere klassen verplaatsen of kopiëren? De leerlingen zijn aangemeld, of de leerlingen bestaan al in de klas waarnaar u ze probeert te verplaatsen.


149


TI-Nspire™ Navigator™-netwerk Waarom krijg ik de fout “Kan geen klas-sessie starten”? Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem kan de juiste netwerkhardware (bijvoorbeeld een accesspoint en één of meer draadloze sledes) niet lokaliseren. Controleer uw hardwareaansluitingen. Als deze fout blijft verschijnen, open dan Netwerkmanager en zorg ervoor dat uw netwerkhardware op de juiste manier geconfigureerd is.

Waarom verschijnt er rechtsonder op mijn hoofdscherm “TI-Nspire Navigator-netwerk niet beschikbaar”? Het TI-Nspire™ Navigator™-systeem kan de juiste netwerkhardware (bijvoorbeeld een accesspoint en één of meer draadloze sledes) niet lokaliseren. Controleer uw hardwareaansluitingen. Als deze fout blijft verschijnen, open dan Netwerkmanager en zorg ervoor dat uw netwerkhardware op de juiste manier geconfigureerd is.

Kunnen meerdere leerlingen zich tijdens klas-sessies aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf één rekenmachine? Ja. Meerdere leerlingen kunnen zich aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk op elke rekenmachine. Maar alleen de laatste leerling die zich heeft aangemeld is actief in de klas.

Wat heb ik nodig om me aan te melden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf mijn rekenmachine? Om u aan te melden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf uw rekenmachine heeft u een docentaccount nodig. U kunt uw docentaccount creëren onder Docentvoorkeuren.

150



Hoeveel tekens kan ik gebruiken in de gebruikersnaam van mijn docentaccount? U kunt 3 tot 12 letters en/of cijfers gebruiken.

Kan ik mijn wachtwoord terughalen als ik het vergeet? Nee. U kunt eerder ingevoerde wachtwoorden niet terughalen. Als u uw wachtwoord vergeet, dan moet u het resetten.

Hoeveel tekens kan ik gebruiken in het wachtwoord van mijn docentaccount? U kunt 3 tot 12 letters en/of cijfers gebruiken.

Wat moet ik doen als ik mijn wachtwoord vergeet? Als u uw wachtwoord vergeet, dan kunt u het wachtwoord van uw docentaccount resetten.

Wat kan ik doen nadat ik me heb aangemeld bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf mijn rekenmachine? Nadat u zich heeft aangemeld bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk vanaf uw rekenmachine kunt u het volgende doen: •

Bestanden verzenden naar leerlingen

•

Bestanden inzamelen van leerlingen

Foutmeldingen Hieronder vindt u oplossingen voor foutmeldingen die u of uw leerlingen zouden kunnen tegenkomen tijdens het gebruik van het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem, waaronder: •

Foutmeldingen op de computer

•

Rekenmachine foutmeldingen

•

Foutmeldingen van de TI-Nspire™ Navigator™-software


151


Foutmeldingen op de computer Foutmelding

Mogelijke oorzaken of oplossingen

TI-Nspire™ Navigator™-netwerk niet beschikbaar

Het TI-Nspire™ Navigator™systeem kan de juiste netwerkhardware (bijvoorbeeld een accesspoint en één of meer draadloze sledes) niet lokaliseren. Controleer uw hardwareaansluitingen. Als deze fout blijft verschijnen, open dan Netwerkmanager en zorg ervoor dat uw netwerkhardware op de juiste manier geconfigureerd is.

Kan geen klas-sessie starten

Het TI-Nspire™ Navigator™systeem kan de juiste netwerkhardware (bijvoorbeeld een accesspoint en één of meer draadloze sledes) niet lokaliseren. Controleer uw hardwareaansluitingen. Als deze fout blijft verschijnen, open dan Netwerkmanager en zorg ervoor dat uw hardware op de juiste manier geconfigureerd is.

Ongeldige voornaam

In het dialoogvenster Leerling toevoegen heeft u de voornaam van de leerling niet ingevoerd, of heeft u ongeldige tekens gebruikt in de voornaam.

Ongeldige achternaam

In het dialoogvenster Leerling toevoegen heeft u de achternaam van de leerling niet ingevoerd, of heeft u ongeldige tekens gebruikt in de achternaam.

152



Foutmelding


Ongeldige gebruikersnaam

In het dialoogvenster Leerling toevoegen heeft u geen gebruikersnaam ingevoerd, of heeft u niet voldaan aan de vereisten voor de gebruikersnaam. Gebruikersnamen moeten 3 tot 12 letters en/of cijfers bevatten.

Ongeldig wachtwoord

In het dialoogvenster Leerling toevoegen heeft u geen wachtwoord ingevoerd, of heeft u niet voldaan aan de vereisten voor het wachtwoord. Wachtwoorden moeten 3 tot 12 letters en/of cijfers bevatten.

Geen klassen geselecteerd

U heeft geen klas geselecteerd voor de leerling die u creëert of bewerkt.

Foutmeldingen op de rekenmachine Foutmelding


Communicatie mislukt

•

De rekenmachine is niet aangesloten op de draadloze slede. Controleer de aansluiting naar de rekenmachine en probeer het opnieuw.

•

(Alleen vanuit het gezichtspunt van de leerling) De docent

Controleer de aansluiting.

heeft het TI-Nspire™ Navigator™-systeem niet gestart op zijn of haar computer. Wacht tot de docent het TI-Nspire™ Navigator™-systeem en de klas start, en probeer het dan opnieuw. Oplossen van problemen

153


Foutmelding


Klas is niet gestart

(Alleen vanuit het gezichtspunt van de leerling) De docent heeft de klas niet gestart in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem. Wacht tot de docent de klas heeft gestart en probeer het opnieuw.

Kon niet aanmelden

Geen bestand geselecteerd

154

•

De gebruikersnaam of het wachtwoord dat u heeft ingevoerd zijn niet juist. Zorg ervoor dat u de juiste gebruikersnaam en het juiste wachtwoord gebruikt en probeer het opnieuw.

•

De docent heeft de klassessie nog niet gestart. Wacht tot de docent de klas heeft gestart en probeer het opnieuw.

U heeft geen bestand geselecteerd om over te zenden.



Foutmeldingen van de TI-Nspire™ Navigator™-software Probleem of melding

Mogelijke oplossingen

Apparaat niet gevonden (slede)

•

Zorg ervoor dat de TI-Nspire™-rekenmachine stevig is aangesloten op de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze sledes.

•

Zorg ervoor dat het accesspoint is aangesloten en dat de stroomadapter in het stopcontact is gestoken.

•

Klik met de rechtermuisknop op Mijn computer op het Windows® bureaublad en klik op Eigenschappen. Kijk onder het tabblad Algemeen of uw computer Windows Vista® Ultimate Service Pack 1, Home Premium Service Pack 1, of Business Service Pack 1 geïnstalleerd heeft; Windows® XP Professional met Service Pack 2 of 3; of Windows® 7 Home Premium, Ultimate, of Professional geïnstalleerd heeft.

Probleem of melding


Apparaat is onjuist geconfigureerd

Volg de procedure voor het oplossen van problemen met het accesspoint om dit apparaat opnieuw te configureren. (See “Uw TI-Nspire™ Navigator™-netwerk voor de eerste keer instellen” on page 13.)

Er is een accesspoint gevonden, maar één of meer configuratiepara meters zijn verkeerd ingesteld.


155


Probleem of melding


Apparaat reageert niet of Apparaat niet gevonden

•

Voer Networkmanager uit en klik op Accesspoint controleren.

Kan het accesspoint niet toevoegen aan het netwerk

•

Het accesspoint is niet in een ontvangende toestand. Als de configuratie niet meer functioneert, reset het accesspoint dan op de oorspronkelijke instellingen. U moet het accesspoint opnieuw configureren en alle sledes opnieuw toevoegen aan het netwerk.

Apparaat is onjuist geconfigureerd

•

Herhaal de procedure voor het toevoegen van sledes om deze slede opnieuw te configureren.

Deze slede is gevonden, maar één of meer configuratiepara meters zijn verkeerd ingesteld.

•

Verwijder de slede en voeg hem opnieuw toe aan het netwerk.

Er is geen accesspoint gevonden door het systeem. De sledes kunnen niet geconfigureerd worden tot deze situatie gecorrigeerd is. Het accesspoint is nog niet toegevoegd aan het systeem. Het accesspoint is ingeschakeld, maar nog bezig met initialiseren.

156



Probleem of melding


Het apparaat reageert niet

•

Het accesspoint is niet gevonden.

•

De slede is te ver weg van het accesspoint. Probeer de sledes binnen een straal van 20 meter van het accesspoint te houden.

•

Als u het kanaal veranderd heeft, probeer dan alle sledes te verwijderen en ze vervolgens weer toe te voegen aan het netwerk.

•

Vernieuw de netwerkstatus. Vernieuw het statusscherm nadat u de eerdere voorwaarden gecontroleerd heeft, en kijk of de slede nu wel gevonden is.

•

Zorg ervoor dat de batterij van de slede volledig opgeladen is of controleer of de stroomadapter is aangesloten.

•

Zorg ervoor dat de slede binnen het bereik van het accesspoint ligt.

•

Heb geduld bij de procedure voor het toevoegen van sledes. Na het resetten van een slede kan het 30 seconden duren, voordat deze wordt herkend en geconfigureerd door de software.

•

Soms moet u een ander kanaal kiezen om interferentie te vermijden en de ontvangst te verbeteren. Als u het kanaal veranderd heeft, probeer dan alle sledes te verwijderen en ze vervolgens weer toe te voegen aan het netwerk.

•

Als er meer dan één netwerk in hetzelfde gebied is, dan maken sledes soms verbinding met het verkeerde accesspoint. Om dit te voorkomen moet u ervoor zorgen dat sledes aan slechts één TI-Nspire™ Navigator™systeem tegelijk worden toegevoegd, en dat een TI-Nspire™ Navigator™-systeem in een naastgelegen klaslokaal niet op hetzelfde tijdstip sledes toevoegt.

De slede werd eerder toegevoegd aan het klasnetwerk, maar is nu niet gevonden. Het apparaat reageert niet of de slede staat niet genoemd in het Netwerkmanagervenster.


157


Probleem of melding


Communicatiest oring

•

Eén of meer sledes communiceren niet met het accesspoint.

Om de communicatie tussen de slede en het accesspoint te herstellen klikt u op Beeld > Vernieuwen.

•

Als de foutmelding aanhoudt, selecteer dan de sledes die niet werken, verwijder ze uit het netwerk en voeg ze weer toe aan het netwerk.

De batterijen in de draadloze sledes raken leeg tijdens de les, wat leidt tot lege of zwakke batterijen.

•

Zorg ervoor dat de draadloze sledes minimaal om de andere nacht een nacht worden opgeladen. Als uw systeem overdag intensief wordt gebruikt, laad de batterijen dan iedere nacht op.

•

Normaal gesproken kunnen de oplaadbare batterijen van de draadloze slede tot drie jaar worden opgeladen en gebruikt. Als u een batterij een nacht oplaadt en het led-lampje op de netwerkslede nog steeds rood of oranje knippert, neem dan contact op met Texas Instruments voor hulp.

Er verschijnen extra sledes op het netwerk

•

Probeer niet om meer dan één klasnetwerk tegelijk te configureren.

•

Verwijder de netwerkconnector uit de sledes die u niet wilt toevoegen aan uw netwerk.

•

Vergelijk de sledenummers in het Networkmanager-venster met de nummers die op de achterkant van de sledes zelf staan gedrukt. Markeer en verwijder alle sledes uit de lijst die niet in uw netwerk thuishoren.

158



Probleem of melding


Gegevens worden ontvangen door sommige rekenmachines, maar niet door alle.

•

Zorg ervoor dat de TI-Nspire™-rekenmachine stevig is aangesloten op de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze slede.

•

Zorg ervoor dat alle rekenmachines het nieuwste besturingssysteem van Texas Instruments geïnstalleerd hebben.

•

Zorg ervoor dat het RAM van de rekenmachine niet helemaal vol is.

•

Zorg ervoor dat er geen ander besturingssysteem zoals Mirage geïnstalleerd is. Als u dit aantreft, verwijder het dan van de rekenmachine.

De rekenmachine reageert op geen enkele manier, en lijkt “op slot” te zitten.

•

Reset de rekenmachine. Zie voor instructies de handleiding bij de rekenmachine.

U heeft een conflict op het kanaal dat gebruikt wordt door uw TI-Navigator™ accesspoint.

•

Er kan een conflict ontstaan als een ander accesspoint of een draadloze telefoon hetzelfde kanaal gebruikt.

•

Open Networkmanager om een ander kanaal te proberen. Schakel indien nodig om tussen hardwaretypes. Klik op Acties > Kanaal veranderen. Klik op het scherm Selectie Kanaal in de lijst Kanaal op een ander kanaalnummer en klik op OK. Als verandering van kanaal het probleem niet oplost, probeer dan nog een ander kanaal.

Verbroken verbindingen Bepaalde handelingen, zoals het resetten van het accesspoint, kunnen ervoor zorgen dat het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk zijn verbinding met één of meer draadloze sledes verliest. Dit kan zelfs gebeuren als Networkmanager meldt dat de sledes reageren. Als u gegevens probeert te verzenden naar of van rekenmachines en sommige draadloze sledes niet reageren (ook al worden ze genoemd als “gevonden”), probeer dan de TI-Nspire™-rekenmachine uit de nietreagerende slede te halen en hem opnieuw aan te sluiten.


159


160



Woordenlijst Dit hoofdstuk geeft naslaginformatie die van nut kan zijn bij het gebruik van het TI-Nspire™ Navigator™ klassysteem. U vindt hier terminologie en bestandstypen.

Termen App – Een softwaretoepassing voor TI grafische rekenmachines. klas – Een groep leerlingaccounts met een bijbehorend klasseoverzicht, een plaatsindeling en verschillende voorkeuren en instellingen. Klasseoverzicht – Een onderdeel van het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer. Het Klasseoverzicht geeft de netwerkacties van een klas weer, evenals een lijst met eerder uitgevoerde acties. klas-sessie – Een tijdsperiode gedurende welke het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk beschikbaar is voor een bepaalde klas. Tabblad Klaslokaal – Een onderdeel van het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer. In het tabblad Klaslokaal kunt u de leerlingen in de huidige klas bekijken; leerlingen toevoegen aan de huidige klas, bewerken of verwijderen; de aanmeldstatus van de leerlingen bekijken; en de status van de huidige netwerkactie bekijken. plaatsindeling – Een manier om de leerlingen in een klas weer te geven. De twee klaslokaal-weergaven die beschikbaar zijn in het TI-Nspire™ Navigator™-systeem zijn de Plaatsindeling-weergave en de Leerlingenlijst-weergave. verzamelen – Bestanden overzenden van de rekenmachines van uw leerlingen naar uw computer. huidige klas – Een deel van het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ waarin u eerder gecreëerde klassen kunt selecteren en klassessies voor de geselecteerde klas kunt starten/beëindigen. schermnaam – De naam van een leerling zoals die in het TI-Nspire™ Navigator™-venster verschijnt. Verzamelen afdwingen – Een actie die uw leerlingen onderbreekt om zo het bestand onmiddellijk op te halen.

Woordenlijst

161


geforceerd verzenden – Een verzendactie die uw leerlingen onderbreekt om het bestand onmiddellijk naar de rekenmachine te verzenden. peiling – Een onderzoek in de klas. In een peiling gebruiken leerlingen het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk om te antwoorden op een mondeling of schriftelijk verzoek. punt – Wiskundige gegevens (vaak een verzameling X- en Y-waarden) die een punt in de grafiek vertegenwoordigen. netwerktoepassing – Een toepassing die verbinding legt met het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk. Een voorbeeld van een netwerktoepassing is Schermvastlegging. netwerkstatusindicator – Een onderdeel van het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer. De netwerkstatusindicator geeft weer of u verbonden bent met het TI-Nspire™ Navigator™netwerk. De indicator toont het pictogram Netwerk beschikbaar als de netwerkhardware is aangesloten en ingeschakeld, en het pictogram Netwerk niet beschikbaar

als dit niet het geval is.

Plaatsindeling – De klaslokaal-weergave die de leerlingen in een klas weergeeft als pictogrammen gelabeld met hun schermnamen. verzenden – Bestanden verzenden van uw computer naar de rekenmachines van de leerlingen en van de rekenmachines van uw leerlingen naar uw computer. schermvastleggingen – Beelden van schermen van de rekenmachines van uw leerlingen die vastgelegd zijn . status – De voortgang van een huidige netwerkactie of de eindstatus van een actie uit het verleden. Bijvoorbeeld: de status “15 van 20” betekent dat TI-Nspire™ Navigator™ 15 van 20 mogelijke bestanden heeft overgezonden. leerlingenlijst – De klaslokaal-weergave die de leerlingen van een klas weergeeft in een lijst met schermnamen, voornamen, achternamen, gebruikersnamen en leerlingnummers. docentaccount – Een account (gebruikersnaam en wachtwoord) waarmee u zich als docent kunt aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™-netwerk als leraar. 162

Woordenlijst


TI-Nspire™-rekenmachine – Een TI-Nspire™ of TI-Nspire™ CASrekenmachine. TI-Nspire™ Navigator™-computer – Een computer waarop de TI-Nspire™ Navigator™-software wordt uitgevoerd. Tabblad Tools – Een onderdeel van het hoofdscherm van TI-Nspire™ Navigator™ op de computer. Het tabblad Tools bevat snelkoppelingen naar de Apps en tools van het TI-Nspire™ Navigator™-systeem. overzenden – Het uitwisselen van rekenmachinegegevens tussen TI-Nspire™ Navigator™-computers en TI-Nspire™-rekenmachines. Bijvoorbeeld een verzending of inzameling. Niet verzocht vanuit klas – Bestanden die leerlingen naar u verzenden die u niet heeft opgevraagd via een verzamelactie. gebruikersnaam – De naam die gebruikt wordt om uw leerlingen te identificeren wanneer ze zich aanmelden bij het TI-Nspire™ Navigator™netwerk vanaf hun rekenmachines. Elke gebruikersnaam moet uniek zijn over al uw klassen.

Bestandstypen Hieronder vindt u een lijst met bestandstypen die u kunt verzenden naar of inzamelen van de rekenmachines van uw leerlingen met behulp van het TI-Nspire™ Navigator™-systeem. Type

TI-Nspire™ of TI-Nspire™ CAS-extensie

Opdrachtbestand

.tns

Besturingssysteembestand

.tno of .tnc

Apps

.edc of .fig

Woordenlijst

163


164

Woordenlijst


Wettelijke informatie Voldoet aan de regels van de Europese Unie en de Europese Vrijhandels Associatie (EVA) Dit apparaat mag worden gebruikt in de landen die de lidlanden omvatten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandels Associatie. Aan deze landen, opgesomd in de volgende alinea, wordt in dit document gerefereerd als aan De Europese Gemeenschap: OOSTENRIJK, DENEMARKEN, FINLAND, FRANKRIJK, DUITSLAND, ITALIË, NEDERLAND, PORTUGAL, SPANJE, ZWEDEN, VERENIGD KONINKRIJK, NOORWEGEN, ZWITSERLAND De TI-Navigator™ access point communiceert met een TI-Navigator™ netwerkhub of een TI-Nspire™ Navigator™ draadloze houder via een draadloze 802.11b/g link om WLAN mogelijkheden te leveren en tevens met een PC verbonden te kunnen worden via een standaard USB-kabel. Het TI-Navigator™ access point omvat een 802.11a en een 802.11b/g radio. In het onderhavige model, NAV-AP-US, is de 802.11a radio op de fabriek en met behulp van software onbruikbaar gemaakt zodat deze niet kan worden geconfigureerd en gebruikt bij installatie op een apparaat van de eindgebruiker.

165


Overeenkomstverklaring Markering door middel van dit symbool:

geeft aan dat het apparaat voldoet aan de Essentiële Vereisten van de R&TTE-richtlijn van de Europese Unie (1999/5/EC). Dit apparaat voldoet aan de volgende conformiteitnormen: Veiligheid: EN 60950-1:2001 + A11:2004 EMC: EN 55022:2006, EN 55024:1998 + A1:2001 + A2:2003, EN 301-489-1 v1.7.1, EN 301-489-17 v1.3.2, CISPR22:1997, CISPR24 Inbegrepen: EN 61000-3-2, -3-3, -4-2, -4-3, -4-4, -4-5, -4-6 en -4-11. Dit product is ook vrijgegeven zoals vereist voor extra landspecifieke normen zoals vereist voor de International Markt. Radio: EN 300-328 v.1.7.1 (2006-10) Electromagnetische compatibiliteit en Radio spectrum Matters (ERM); breedband transmissiesystemen; datatransmissie-apparaat opererend in de 2,4 GHz ISM band met gebruik van breedbandmodulatietechnieken. De verklaringen zijn geharmoniseerd met de EN-normen die essentiële vereisten dekken onder artikel 3.2 van de R&TTE-richtlijn. Om aan de richtlijn te voldoen is getest met de bijgeleverde integrale antenne. SAR: EN 50385:2002

EC-verklaring van conformiteit Hierbij verklaart Texas Instruments dat het TI-Navigator™ access point en de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze houder voldoen aan de essentiële vereisten en aan andere relevante bepalingen van de Richtlijn 1999/5/EC.

English

Hereby, Texas Instruments declares that the TI-Navigator™ access point and TI-Nspire™ Navigator™ wireless cradle are in compliance with the essential requirements and other relevant provisions of Directive 1999/5/EC. The Declaration of Conformity may be consulted in the Product Stewardship page at education.ti.com.

166


Dansk

Texas Instruments erklærer hermed, at dette TI-Navigator™-adgangspunkt og denne trådløse TI-Nspire™ Navigator™-holder er i overensstemmelse med de væsentlige krav og andre relevante bestemmelser i direktiv 1999/5/EF. Overensstemmelsesdirektivet (Declaration of Conformity) kan findes på Product Stewardship siden på education.ti.com.

Norsk

Hierbij verklaart Texas Instruments dat het TI-Navigator™ toegangspunt en de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze houder voldoen aan de wezenlijke vereisten en andere relevante bepalingen van de Richtlijn 1999/5/EC. Samsvarserklæringen kan konsulteres på produktforvaltningssiden (Product Stewardship) på education.ti.com.

Suomi

Texas Instruments vakuuttaa, että tukiasema TI-Navigator™ ja langaton teline TI-Nspire™ Navigator™ täyttävät niitä koskevat oleelliset vaatimukset ja muut direktiivin 1999/5/EY ehdot. Vaatimustenmukaisuusvakuutus on saatavilla tuotteen ympäristövaikutuksen sivulta osoitteessa education.ti.com.

Français

Par le présent, Texas Instruments déclare que le point d'accès TI-Navigator™ et le support sans fil TI-Nspire™ Navigator™ sont conformes aux conditions essentielles et aux autres dispositions appropriées de la Directive 1999/5/EC. La déclaration de conformité peut être consultée sur le site education.ti.com à la page Responsabilité Produit (Product Stewardship)

Deutsch

Hiermit erklärt Texas Instruments, dass der Zugang zu TI-Navigator™ und das drahtlose System TI-Nspire™ Navigator™ den wesentlichen Anforderungen und anderen relevanten Bestimmungen der Richtlinie 1999/5/EC entsprechen. Die Konformitätserklärung ist unter Produktbetreuung (Product Stewardship) bei education.ti.com einzusehen.

167


Italiano

Texas Instruments dichiara che il TI-Navigator™ access point e il caricatore wireless TI-Nspire™ Navigator™ sono conformi con i requisiti essenziali e altri provvedimenti pertinenti della Direttiva 1999/5/EC. La dichiarazione di conformità può essere consultata sulla pagina Product Stewardship del sito education.ti.com.

Nederlands

Texas Instruments erklærer herved at TI-Navigator™ aksesspunkt og TI-Nspire™ Navigator™ trådløs krybbe er i overensstemmelse med de vesentligste kravene og andre relevante bestemmelser i Direktivet 1999/5/EC. De verklaring van overeenstemming kan worden geraadpleegd op de pagina Product Stewardship (Productverantwoordelijkheid) op education.ti.com.

Português

Texas Instruments declara por meio deste documento que TI-Navigator™ access point e TI-Nspire™ Navigator™ wireless cradle estão em conformidade com os requisitos essenciais e outras disposições relevantes da Directiva 1999/5/CE. Pode-se consultar a Declaração de Conformidade na página de Gestão de Produto, (Product Stewardship) no sítio education.ti.com.

Español

Por el presente documento, Texas Instruments declara que este punto de acceso TI-Navigator™ y la base de conexión inalámbrica TI-Nspire™ Navigator™ cumplen los requisitos básicos y otras disposiciones relevantes de la Directiva 1999/5/EC. La Declaración de Conformidad puede consultarse en la página de Administración de Productos (Product Stewardship) en education.ti.com.

168


Svenska

Texas Instruments intygar härmed att åtkomstpunkten TI-Navigator™ och den trådlösa vaggan TI-Nspire™ Navigator™ uppfyller de väsentliga kraven och andra relevanta bestämmelser enligt direktivet 1999/5/EG. Förenlighetsdeklarationen kan konsulteras på Produktförvaltningssidan (Product Stewardship) på education.ti.com.

169


Landen van Toegestaan Gebruik en Gebruiksbeperkingen in de Europese Gemeenschap Gebruik van de 2.400 tot 2.4835 GHz kanalen in de Europese Gemeenschap De installateur en/of eindgebruiker moet de bij dit product geleverde configuratiefaciliteit gebruiken om te controleren welk kanaal wordt gebruikt, met het verwachte peil van het zendvermogen, en zich ervan te verzekeren dat het apparaat functioneert overeenkomstig de regels betreffende het radiospectrumgebruik voor het betrokken land van de Europese Gemeenschap. Wanneer er sprake is van gebruik buiten de goedgekeurde kanalen, aangegeven in deze handleiding, moet dit gebruik terstond worden gestaakt en moet de installateur overleg plegen met de plaatselijke ondersteunende technische staf die verantwoordelijk is voor het draadloze netwerk. Deze apparaten zijn bedoeld voor gebruik in alle landen van de Europese Gemeenschap. Extra beperkingen voor het gebruik van het TI-Navigator™ access point binnen de landen van de Europese Gemeenschap in de 2.400 to 2.4835 GHz band worden hieronder opgesomd: •

De frequenties die behoren bij de kanalen 1 tot 13 in de 2.400 tot 2.4835 GHz band worden toegestaan voor binnen- of buitengebruik, in alle landen van de Europese Gemeenschap, met de onderstaande restricties:

•

In Griekenland, Italië, Letland en Spanje dient de eindgebruiker een vergunning aan te vragen bij de landelijke radiospectrumautoriteit voor het gebruik van dit apparaat buiten. Raadpleeg de TI Navigator™ Handleiding voor verdere informatie met betrekking tot restricties en gebruiksvoorwaarden voor gebruiksconfiguraties voor buiten.

•

In Frankrijk is het volgende gebruik toegestaan:

170

–

Gebruik buiten is alleen toegestaan met gebruik van de 2.400 2.454 GHz band, waarbinnen de kanalen 1 tot 7 vallen, met een maximum EIRP van 100 mW (20 dBm).

–

Gebruik buiten is toegestaan in de 2.400 tot 2.4835 GHz band op de kanalen 1 tot 13 met een maximum EIRP van 10 mW (10 dBm).

–

Gebruik binnen is toegestaan in de 2.400 to 2.4835 GHz band op de kanalen 1 tot 13 met een maximum EIRP van 100 mW (20 dBm).


Waarschuwingen Waarschuwing! Installeer het TI-Navigator™ access point zodanig dat er een minimale afstand van 20 cm bestaat tussen de stralende elementen en alle personen. Deze veiligheidswaarschuwing voldoet aan de FCC blootstellingbeperkingen betreffende radiogolven. Waarschuwing! Raak het TI-Nspire™ access point niet aan en beweeg het niet wanneer de antennes zenden of ontvangen. Waarschuwing! Het TI-Nspire™ access point en de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze houder zijn alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Installeer of gebruik het apparaat niet buiten. Waarschuwing! Apparatuur met opzettelijke straling zoals het TINspire™ access point en de TI-Nspire™ Navigator™ draadloze houder zijn niet bedoeld voor gebruik met een andere antenne dan die door Texas Instruments worden bijgeleverd. Een apparaat met opzettelijke straling mag alleen worden gebruikt met de antenne(s) waarvoor toestemming is verkregen. Waarschuwing! De TI-Nspire™ access point radio('s) zijn standaard onbruikbaar gemaakt en kunnen alleen door de systeemadministrator bruikbaar worden gemaakt door toepassing van de beheersoftware. Waarschuwing! De radiofrequentieband, werkkanalen en zendvermogen hangen af van het door de systeemadministrator met gebruik van de beheersoftware bij de opbouw en configuratie gespecificeerde land van gebruik. Waarschuwing! Alleen gekwalificeerd personeel mag de installatie uitvoeren. Lees en volg alle waarschuwingen en instructies op het product of in de documentatie.

171


172


Productinformatie, service en garantie TI Product en Voor meer informatie over producten van en serviceinformatie TI service door TI, kan per E-mail contact worden opgenomen met TI. Ook is informatie te vinden op de TI-pagina op het World Wide Web. E-mailadres: [email protected] Internetadres: education.ti.com Informatie service over garantie

Raadpleeg voor informatie over de garantievoorwaarden en -periode of over service, de garantiebepalingen die bij dit product worden geleverd of neem contact op met het verkooppunt waar u dit TI-product heeft gekocht.

173


174


Index A aanmelden bij het netwerk (leerlingen) 33 aanmeldstatus 48 aansluiten rekenmachines op draadloze sledes 6 accesspoint Led-lampjes 143 toevoegen 141 account, docent 28 antwoorden op peilingen 86 antwoorden, sorteren in Snelle peiling 89

B batterijen opladen 4 bekijken bestandseigenschappen 79 eerdere peilingen 90 peilingsresultaten 88 Portfolio 58 beschrijving juiste antwoord 129 beschrijving leerlingantwoord 130 beschrijving opdrachtbestand 129 beschrijving opdrachttype 129 beschrijving procentscore 130 bestanden eigenschappen bekijken 79 overzendingen annuleren 78 toevoegen aan de overzendlijst 132 verwijderen uit de verzendlijst 133 verzamelen 69 verzenden 65 verzenden vanaf computers 65 verzenden vanaf rekenmachines 67 bestanden inzamelen 69 bestanden wissen uit het portfolio 60 bestandseigenschappen 79

bestandsoverzendingen annuleren 78 status controleren 77 veelgestelde vragen 145 bestandsoverzendingen annuleren 78 bestandstypen voor Klasse-analyse 129

C computers bestanden verzenden vanaf 65 foutmeldingen 152 computertools starten 27 computertools, starten 27 copyright statement ii creëren docentaccount 28 film in Live Presentation 109 klassen 35

D de aanmeldstatus van een leerling controleren 48 de afmetingen van vastgelegde schermen veranderen 97 diavoorstellingen van vastgestelde schermen 101 docent toevoegen aan klaslokaalweergave 29 docentaccount 28 wachtwoord veranderen 30 docentaccount beheren 28 draadloze sledes controleren van de led-lampjes 5 opladen 4 rekenmachines aansluiten op 6

E een peiling uitvoeren bij leerlingen 84

175


F foutmeldingen 151

G Galerijweergave 100 gebruikte bestandstypen in TINspire Navigator 163 gepauzeerde peilingen hervatten 86

H het Netwerkmanager-venster vernieuwen 142 hoofdscherm op computer 22 Huidige klas 25 Klasseoverzicht 25 Tabblad Klaslokaal 23 tabblad Tools 24 hoofdscherm, computer 22

I Individuele set 4 informatie over de batterijen 140 inhoud van de sets 2 inventaris 2 itemweergave in Klasse-analyse 121

J juiste antwoord, veranderen 125

K Klasse-analyse beschrijving 113 bestandstypen 129 itemweergave 121 juiste antwoorden veranderen 125 leerlingweergave 118 opdracht verzenden naar portfolio 115 openen 113 openen vanuit het klasseoverzicht 113 openen vanuit portfolio 114 samenvattingsweergave 115 scores veranderen 124 176

vragen beoordelen 124 klassen creëren 35 leerlingen kopiëren naar 54 leerlingen toevoegen aan 43 leerlingen verplaatsen naar 54 leerlingen verwijderen uit 45 selecteren 37 veelgestelde vragen 145 veranderen voor leerlingen 50 verwijderen 41 weergave veranderen 38 klassen selecteren 37 Klasseoverzicht bestandseigenschappen bekijken 79 bestandsoverzendingen annuleren 78 gebruiken 25 items opslaan naar portfolio 26, 58 items verwijderen 26, 40 Klasse-analyse openen 113 opdracht verzenden naar portfolio 115 status van het overzenden van bestanden controleren 77 klas-sessies beëindigen 38 beginnen 38 klas-sessies beëindigen 38 klas-sessies beginnen 38 Klas-set 3 kopiëren/plakken van schermen 103

L Led-lampjes op accesspoint 143 op draadloze sledes 19 status op de sledes 5 leerlingen aanmeldstatus controleren 48 antwoorden op peilingen 86 bestanden verzenden 68 klassen veranderen 50 kopiëren 54 namen veranderen 52


ordenen in de plaatsindeling 49 peilen 84 peilingsresultaten verzenden naar 87 toevoegen aan klassen 43 veelgestelde vragen 148 verplaatsen 54 verwijderen uit klassen 45 wachtwoorden resetten voor 46 leerlingen kopiëren naar 54 leerlingen verplaatsen 54 leerlingenlijst, weergave veranderen 38 leerlinginformatie, sorteren 50 leerlingschermen vergelijken 102 Leerlingset 4 leerlingweergave in Klasse-analyse 118 Live Presenter 105

M maximumscore beschrijving 129 veranderen 124

N namen veranderen 52 navigeren door stapels 102 netwerk aanmelden bij (leerlingen) 33 veelgestelde vragen 150 Netwerkmanager-venster vernieuwen 142

O openen Klasse-analyse 113 Overzendingstool 131 Portfolio-item 61 Snelle peiling 84 opladen van draadloze sledes 4 oplossen van problemen 155 opslaan een presentatie als een film 109 items in het portfolio 58

schermvastleggingen 98 overzendingen annuleren 78 veelgestelde vragen 145 Overzendingstool bestanden toevoegen 132 openen 131 sluiten 137 Overzend-tool bestanden verwijderen 133

P peilingen antwoorden op 86 eerdere bekijken 90 gegevens sorteren 89 gepauzeerde peilingen hervatten 86 pauzeren 85 resultaten bekijken 88 resultaten naar leerlingen verzenden 87 stoppen 85 veelgestelde vragen 146 peilingen pauzeren 85 peilingen stoppen 85 plaatsindeling klasweergave veranderen 39 ordenen 49 plaatsindeling ordenen 49 Portfolio 57 bekijken 58 een andere naam geven 62 een item openen 61 een item terugsturen 62 items wissen 60 opslaan 58 sorteren 60 Portfolio-items een andere naam geven 62

R rekenmachines aansluiten op sledes 6 bestanden verzenden vanaf 67 foutmeldingen 153 rekenmachineschermen 177


vastleggen 94 vernieuwen van vastgelegde 99 rekenmachineschermen vastleggen 94 resultaten van peilingen, verzenden 87

S samenvattingsweergave in Klasseanalyse 115 schermen afdrukken 104 schermnamen weergeven en verbergen in Snelle peiling 90 schermnamen verbergen in Snelle peiling 90 schermnamen weergeven in Snelle peiling 90 schermvastleggingen opslaan 98 vastleggen 94 veelgestelde vragen 147 schermvastleggingen willekeurig maken 103 Schermvastleggingstool automatisch vernieuwen 100 beeld uit stapel verwijderen 101 de afmetingen van vastgelegde schermen veranderen 97 diavoorstellingen 101 een presentatie als een film opslaan 109 Galerijweergave 93, 100 kopiëren/plakken van schermen 103 leerlingnamen weergeven 96 leerlingschermen vergelijken 102 Live Presenter 105 navigeren door stapels 102 rekenmachinescherm vastleggen 94 schermen afdrukken 104 schermen willekeurig maken 103 sneltoetsen 110 stapels 101 Tegelweergave 93

178

vastgelegde schermen herordenen 97 veelgestelde vragen 147 score van een leerling, veranderen 124 score, veranderen 124 scorebeschrijving 130 set Individuele 4 Klas 3 Leerling 4 sledes controleren van de led-lampjes 5 opladen 4 rekenmachines aansluiten op 6 verwijderen uit een netwerk 139 sledes uit een netwerk verwijderen 139 sluiten Overzendingstool 137 Snelle peiling 91 Snelle peiling 83 antwoorden op peilingen (leerlingen) 86 een peiling uitvoeren bij leerlingen 84 eerdere peilingen bekijken 90 gegevens sorteren 89 gepauzeerde peilingen hervatten 86 items opslaan naar portfolio 58 openen 84 peilingen pauzeren 85 peilingen stoppen 85 resultaten bekijken 88 resultaten verzenden 87 schermnamen weergeven en verbergen 90 sluiten 91 Tab Det. peiling 81 Tab Peiling-pr. 81 Tab Samenv. peiling 81 Tabblad Peiling-prompt 82 Tabblad Samenvatting peiling 83 veelgestelde vragen 146 venster 81 sneltoetsen voor de Schermvastleggingstool 110


sorteren leerlinginformatie 50 peilingsgegevens 89 Portfolio-items 60 stapels 101 navigeren 102 verwijderen van een beeld 101

T Tab Det. peiling 81 Tab Samenv. peiling 81 Tabblad Details peiling 83 tabblad Huidige klas op hoofdscherm 25 Tabblad Klaslokaal onderdelen van 23 weergave veranderen 38 Tabblad Peiling-prompt 82 Tabblad Samenvatting peiling 83 tabblad Tools 24 tabbladen Details peiling 83 Klaslokaal 23 Peiling-prompt 82 Samenvatting peiling 83 Tools 24 tabs Det. peiling 81 Peiling-pr. 81 Samenv. peiling 81 termen 161 TI-Nspire Navigator aanmelden bij het netwerk (leerlingen) 33 hoofdscherm (computer) 22 starten 21 tools (computer) 26 TI-Nspire Navigator starten 21 toevoegen accesspoint 141 bestanden aan de overzendlijst 132 leerlingen aan klassen 43 tools op computer 26

U uitpakken van de dozen 2

V vastgelegde schermen herordenen 97 opslaan 98 vernieuwen 99, 100 vastgelegde schermen automatisch vernieuwen 100 vastgelegde schermen vernieuwen 99 veelgestelde vragen 145 bestandsoverzendingen 145 klassen 145 leerlingen 148 netwerk 150 overzendingen 145 peilingen 146 Schermvastlegging 147 venster Snelle peiling 81 veranderen juiste antwoorden 125 klassen met leerlingen 50 leerlingnamen 52 maximumscores 124 weergave tabblad Klaslokaal 38 verwijderen beelden uit een stapel 101 bestanden uit de verzendlijst 133 items uit het klasseoverzicht 40 klassen 41 leerlingen uit klassen 45 verzenden bestanden 65 bestanden (leerlingen) 68 bestanden vanaf computers 65 bestanden vanaf rekenmachines 67 peilingsresultaten naar leerlingen 87 vragen beoordelen 124

W wachtwoorden

179


resetten voor leerlingen 46 veranderen voor docent 30 wachtwoorden van leerlingen resetten 46 weergave, veranderen van de klas 38

180

TI-Nspire Navigator Handleiding

Recommend Documents