THUIS IN DE WERELD
Met hart en ziel samen leren en werken!
Strategisch beleidsplan 2013-2017
Inhoudsopgave 1.
Het Ashram College: met hart en ziel samen leren en werken
2. 2.1 2.2
Missie en Visie Missie Visie Mensvisie Context Kernwaarden
3. 3.1
Onderwijs Een stevige basis, samenhangend en hoogwaardig onderwijs De basis: kennis en vaardigheden De basis: verschillen in de school De basis: gezondheid en veiligheid Hoogwaardig Samenhang
3.2
Leerlingen leren actief Persoonlijk leren Variatie in leren Contextrijk leren
3.3
We halen de buitenwereld de school binnen en brengen de school naar buiten De lokale gemeenschap Thuis in de wereld
4.
Personeel en Organisatie De vitale school De ambitieuze school De lerende school De school in balans De faciliterende school
5.
Bedrijfsvoering De effectieve en efficiënte school: kwaliteit De effectieve en efficiënte school: huisvesting De effectieve en efficiënte school: financiën en strategie De effectieve en efficiënte school: governance Imago: de aantrekkingskracht van de leefgemeenschap Imago: de aantrekkingskracht van leren en innoveren
6.
Communicatie
7.
Besluitvorming
8.
Managementrapportage
9.
Bronnen
1
1. Het Ashram College: met hart en ziel samen leren en werken In 2010 heeft een kleine enthousiaste groep docenten, in opdracht van het MT, een nieuwe onderwijsvisie ontwikkeld. Eind 2010 presenteerde de projectgroep de nieuwe onderwijsvisie van het Ashram College in de notitie 'Het Ashram College gaat op reis’. Het MT heeft in de afdelingsteams een aantal dialoogsessies gehouden over deze visie. De uitkomsten zijn verwerkt in dit plan. Ook met ouders is van gedachten gewisseld. Leerlingen doen dat in klankbordgroepen als de plannen concreter zijn. Naast deze groep werkte er een projectgroep aan het thema 'De gezonde school'. Deze projectgroep leverde een integrale visie op een vitale, gezonde leer- en werkomgeving van leerlingen en medewerkers. In het kader van de verouderde huisvesting werd er ook lokaal nagedacht over onderwijs. Het Ashram College heeft zich verbonden aan de visie van het Masterplan Onderwijs van de gemeente Alphen aan den Rijn. Wij werken samen met de gemeente, het Scala College, de Scope Scholengroep, het Wellant College, het ID College en ROC Leiden. Het Masterplan Onderwijs van de gemeente Alphen aan den Rijn stelt zich ten doel om in samenwerking met het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen, de gemeente en het voortgezet onderwijs een contextrijke leeromgeving te creëren voor leerlingen. Het doel van het masterplan is een flexibele netwerkconstructie te organiseren met doorlopende leerlijnen naar opleidingen en de werkvloer. Ook in Nieuwkoop worden er samen met de gemeente plannen gemaakt voor verbetering van de Onderwijshuisvesting . Op landelijk niveau is de komende jaren het actieplan Beter presteren richtinggevend. We willen de visie van het Ashram College vastleggen en verschillende ontwikkelingen met elkaar verbinden. We beschrijven in dit plan wie we willen zijn, de route ernaar toe en welke resultaten we willen behalen. Het is ons doel om daarmee koers en richting te geven aan de ontwikkelingen in de school, die leiden tot werkplezier en uitdaging en tot verbetering van de resultaten voor alle betrokkenen. Iedereen kan constateren dat we het smart formuleren van doelstellingen hebben losgelaten. Ons inziens leidt dat vaak tot kunstmatige en middelmatige formuleringen die niet aanspreken en die makkelijk vergeten worden. Hoe gaan we verder? We bespreken dit plan in de school. Elk afdelingsteam bereidt zijn eigen jaarplan voor op basis van deze koers en bepaalt een eigen focus daarin. In 2013 starten we met de implementatie. In de jaren daarna maken we vervolgstappen: we evalueren en stellen mogelijk het plan bij. Op deze wijze kunnen we beter aansluiten op wat in een jaar gerealiseerd is. We willen samen leren een beleid, planning en controlcyclus op te bouwen om de uitvoering en onze resultaten te continueren en te verbeteren. In de begroting worden middelen gereserveerd die gebruikt worden om visiegestuurd de innovatie c.q. strategische doelstellingen binnen het Ashram College te realiseren. Daarnaast is er de komende jaren extra budget voor het realiseren van het actieplan Beter presteren. Ook is er ruimte voor investeringen in ICT. Natuurlijk houden we rekening met bezuinigingen van dit kabinet en onze financiële positie. Plannen moeten binnen deze kaders passen. In dit plan geven we op hoofdlijnen aan hoe we dat in de verdere toekomst vorm willen geven. Van al onze medewerkers wordt verondersteld dat ze de inhoud van de visie en het strategisch beleidsplan niet alleen kennen, maar dat ze er ook van harte mee instemmen. En dat ze er naar willen en durven handelen. Met hart en ziel samen leren en werken! Namens het managementteam Tilly van Wijk Voorzitter College van Bestuur Ashram College
2
3
2. Missie en Visie 2.1. Missie Inspirerend, persoonlijk, creatief en betrokken We bereiden leerlingen optimaal voor op de samenleving, de arbeidsmarkt en vervolgopleiding in een inspirerende en creatieve leeromgeving en in een persoonlijke en een betrokken sfeer. 2.2. Visie Mensvisie Onze mensvisie is de basis van ons onderwijs. In die mensvisie staat een persoonlijke benadering en betrokkenheid centraal. Onze mensvisie gaat ervan uit dat ons onderwijs een echte ontmoeting is met elkaar. In die ontmoeting zeggen we tegen elkaar: “Ik zie je, ik wil graag weten wie je bent, wat je kan, wat je wilt en je helpen dat te realiseren. Ik wil je helpen weloverwogen keuzes te maken in je eigen leerproces en in de maatschappij. Voor dat leerproces ben je mede verantwoordelijk. Ik wil je adviseren op basis van mijn ervaring en deskundigheid. Hoe beter je weet wie je bent, wat je kunt en wat je wilt, des te beter kun je zelf een verbintenis aangaan met anderen, de gemeenschap en de wereld.“ We werken samen. Dit uitgangspunt geldt voor de ontmoeting tussen alle mensen die betrokken zijn bij het Ashram College: tussen leerlingen onderling, docent en leerling, docent en ouders maar ook voor de ontmoeting tussen docenten, medewerkers, leidinggevenden en mensen die vanuit de samenleving betrokken zijn bij ons onderwijs. Op die manier willen we vorm geven aan de identiteit van het Katholieke Ashram College. Daarin onderscheiden wij ons daadwerkelijk van andere scholengemeenschappen. Al heel lang vormt dit de basis van ons gedachtegoed. Onze gemeenschap is onderdeel van de samenleving en ook daar willen we verbinding mee; de echte ontmoeting. We denken zo een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Op dit continuüm willen we voortbouwen, met alle veranderingen die in de komende jaren noodzakelijk zijn, door onze eigen professionaliteit te ontwikkelen zodat we onze leerlingen goed op de maatschappij kunnen voorbereiden. Context De school heeft een belangrijke plaats in het leven van leerlingen. Het is een ontmoetingsplaats voor jongeren. Zij leven echter ook in de digitale, virtuele wereld. De ontwikkelingen in de ICT volgen elkaar snel op en het is zaak dat wij daar als school niet in achter blijven. Hier zetten we dan ook stevig op in. Leerlingen zijn mediagericht. Deze mediagerichtheid van jongeren geeft ruimte voor interactieve toepassing in het onderwijs. Leerlingen staan open voor gebruik, zijn enthousiast. Docenten nemen de diversiteit in het gebruik van interactieve media als uitgangspunt. Kernwaarden In de notitie 'Het Ashram College gaat op reis' worden tien kernwaarden benoemd. Deze kernwaarden zijn voor een groot deel overlappend. De kernwaarden die in onze school op een breed draagvlak steunen zijn de volgende: 1. we bieden leerlingen een stevige basis en samenhangend en hoogwaardig onderwijs. 2. leerlingen leren actief. 3. we halen de buitenwereld binnen de school en brengen de school naar buiten.
4
3. Onderwijs We willen een uitstekende school zijn voor onze leerlingen en hun ouders. Dé plek waar je kunt leren en jongeren ontmoet. Hieronder worden de kernwaarden die daar volgens ons toe leiden nader uitgewerkt. Met trefwoorden schetsen we onze ambitie. Het is een antwoord op de vraag hoe de kernwaarden er binnen het Ashram College uitzien. Vervolgens formuleren we 'het punt op de horizon’, onze droom: wie/wat willen we zijn? Welke route hoort daarbij? We vullen dit op hoofdlijnen in. We willen daarmee inspireren, motiveren en enthousiasme genereren. We willen ook voldoende ruimte laten aan professionals in onze school om vanuit hun inzichten samen verdere invulling te geven aan het plan. Veel zaken die we al doen, liggen in de lijn van onze ambitie.
3.1 Een stevige basis, samenhangend en hoogwaardig onderwijs
De basis
Een stevige basis, samenhangend en hoogwaardig
Hoogwaardig
Samenhang
5
De basis: kennis en vaardigheden Wie/wat willen we zijn?
Ons onderwijs is erop gericht de leerresultaten van leerlingen te verbeteren. Daar werken we doelgericht en systematisch aan. Nederlands, wiskunde/rekenen en Engels zijn essentieel voor een succesvolle (onderwijs)loopbaan van jongeren. Deze vakken vormen de basis, naast het aanbieden van overige vakkennis. We besteden integraal aandacht aan de basisvaardigheden binnen onze onderwijsleerprocessen. We brengen samenhang en afstemming aan tussen inhoud en werkwijze in de verschillende schoolvakken en de ontwikkeling van vaardigheden binnen de leerwegen. Leerlingen zijn in staat bij het oplossen van problemen kennis en vaardigheden uit verschillende vakken toe te passen. Er vindt transfer plaats.
De route
We volgen doelgericht en systematisch de leerresultaten van onze leerlingen. De mentor is de spil in dit proces. De mentor voert individuele gesprekken met leerlingen, zowel over de leer- als de sociaal-emotionele ontwikkeling. Resultaten worden vastgelegd in het leerlingendossier. Het docententeam analyseert minimaal 4 keer per jaar gezamenlijk de resultaten van leerlingen en maakt afspraken over hoe de resultaten verbeterd kunnen worden. We bereiden leerlingen voor op de taal- en rekentoets Vakoverstijgende vaardigheden (presenteren, reflecteren, onderzoeksvaardigheden, samenwerken, probleem oplossen) worden aangeleerd in de onderbouw. Ze worden geborgd in het curriculum en een Programma van Toetsing en Ontwikkeling.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de actieplannen van docententeams voor en met leerlingen en ouders; de prestaties van leerlingen in verschillende leerwegen; het aantal leerlingen dat in staat is om vaardigheden in de bovenbouw te gebruiken; het aantal leerlingen dat hun taal- en rekentoets haalt.
Wat doen we in de afdelingen?
In alle afdelingen wordt doelgericht en systematisch gewerkt aan de leerresultaten van de leerlingen. Er worden elke dinsdag en donderdag werkplaatsen georganiseerd. In die werkplaats worden projecten voorbereid, leerbesprekingen gehouden en overstijgende thema’s besproken. Er vinden minimaal 4 keer per jaar leerlingenbesprekingen plaats. Docenten houden in hun aanpak rekening met verschillen tussen leerlingen; extra uitleg/begeleiding, extra verdieping en zelfwerkzaamheid.
Resultaat
Vanaf 2015 slaagt 95% van alle leerlingen voor hun taal- en rekentoets. Vanaf 2015 zijn de prestaties van leerlingen in de verschillende leerwegen verbeterd. Vanaf 2015 gebruiken leerlingen vakoverstijgende vaardigheden in de bovenbouw.
6
De basis: verschillen in de school Wie/wat willen we zijn?
Leerlingen zijn uniek en verschillend. Onze school omarmt die verschillen en biedt veiligheid, uitdaging en ondersteuning op maat. We profileren ons niet als expliciete zorgschool maar krijgen vanwege ons schoolklimaat wel veel leerlingen binnen met een extra ondersteuningsvraag. We bieden hun een antwoord op maat met behulp van deskundigen binnen en buiten de school op basis van heldere ondersteuningsvragen en handelingsplannen. Dit willen we continueren binnen de kaders van Passend Onderwijs.
De route
De mentor is de spil in de zorg voor de leerling. De mentor legt de ontwikkelingen van de leerling vast in het leerlingendossier en verwijst leerlingen door, indien meer hulp gewenst is, naar het zorgteam op afdelingsniveau. Het zorgteam bespreekt leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. Zij worden aangemeld vanuit de leerlingbespreking. Er worden noodzakelijke acties afgesproken en er vindt een evaluatie plaats. Bij onvoldoende voortgang in de ontwikkeling van leerlingen en onvoldoende expertise van de docenten wordt doorverwezen en zo nodig hulp van buiten aangetrokken, in samenwerking met de ouders. Wanneer er sprake is van gedragsproblematiek wordt doorverwezen naar het zorgadviesteam op locatieniveau. Indien nodig, kan een handelingsplan opgesteld worden. De organisatie van het zorgadviesteam verschilt per locatie. We bieden een gedifferentieerd aanbod aan ondersteuning , aangepast aan de ondersteuningsvraag van onze leerlingen. Het docententeam is i.s.m. het zorgteam en het zorgadviesteam gezamenlijk verantwoordelijk voor de gedifferentieerde aanpak. Er zijn efficiënte faciliteiten op het gebied van ICT, digitale leermiddelen, werkruimtes, het leerlingvolgsysteem, zorgkaarten en zo nodig extra expertise in de vorm van bijscholing, nascholing of het in de school halen van deskundige hulp.
Waar zien we het aan?
We zien het leer- en zorgrendement aan: de scores op de toetsen van het PTO en de PTA’s; het aantal leerlingen met gedifferentieerde onderwijsprogramma’s; een adequate ondersteuning op maat en de handelingsplannen; de slagingspercentages, doorstroomcijfers en uitstroomcijfers.
Wat doen we in de afdelingen?
We organiseren minimaal 4 keer per jaar een leerlingbespreking. Er vinden verwijzingen plaats naar het zorgteam. We werken samen met het zorgteam. Er vinden minimaal 2 keer per jaar besprekingen plaats over de zorgleerlingen. Ondersteuningsvragen en acties worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem en zorgleerlingen worden systematisch besproken.
7
De basis: gezondheid en veiligheid Wie/wat willen we zijn?
Leerlingen voelen zich thuis in de school. Zij voelen zich verbonden met medeleerlingen en docenten. Gezondheid en veiligheid vormen de basis waarin leren en ontwikkelen mogelijk is. In een veilige en zorgzame leer-/werkomgeving stimuleren en prikkelen we leerlingen om te leren wat gezond gedrag is, om gezond gedrag vorm te geven en gezond gedrag te behouden, actief en samen met anderen.
De route
De gebouwen voldoen aan de normen voor een gezond schoolklimaat. Sfeer en inrichting van gebouwen dragen bij aan veiligheid en uitdaging tot leren. We ontmoedigen roken en het drinken van alcohol. We moedigen kinderen aan te bewegen. We bieden een uitgebreid sportprogramma aan op onze school. Docenten, conciërges en toezichthouders voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de veiligheid en stellen zich op als gastheren in de school. We hanteren bestaande veiligheidsnormen en protocollen. Leerlingen en medewerkers zijn daar mee bekend.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: het certificaat gezond schoolklimaat ; GGZ-onderzoek onder de leerlingen; rook- en drankarme school; het aantal leerlingen dat sport in pauzes, tussenuren en na school.; het aantal leerlingen dat bekend is met de protocollen
Wat doen we in de afdelingen?
Sportlife als keuze. Voorlichting over alcohol en drugs. Gezond productenaanbod in de kantine.
Resultaat
95% van de leerlingen ervaart het Ashram College als een veilige en gezonde omgeving om te leren. De normen van het keurmerk “Frisse School” zijn behaald. Minder uitval. Minder VAVO. Aangepaste en systematische begeleiding.
Resultaat
8
Hoogwaardig Wie/wat willen we zijn?
Leerlingen ontdekken en ontwikkelen binnen hun eigen mogelijkheden hun talenten. Docenten dagen leerlingen uit op hoog niveau te presteren en hun passie te ontdekken. Leren is een persoonlijk proces, waarin we rekening houden met individuele leerstijlen, talenten en (hulp)vragen van onze leerlingen. Dat vraagt dat we de leerlingen zien! Dit stelt hoge eisen aan docenten en vergt een gedifferentieerd onderwijsaanbod. Dat wil zeggen: niet altijd meer, meestal anders: een verrijkings- en verdiepingsaanbod. We willen meer bieden dan alleen basiskennis, we zetten in op een hoge kwaliteit. Daarbij maken we gebruik van een effectieve en efficiënte werkwijze. We werken met leerlingencoaches. We benutten ook de mogelijkheden op het gebied van ICT en de samenwerking met andere (vervolg)opleidingen.
De route
We volgen doelgericht en systematisch de leerresultaten van onze leerlingen. De mentor is de spil in dit proces. De mentor volgt de ontwikkeling van de leerling. Resultaten worden vastgelegd in het leerlingendossier. Samen met het docententeam wordt de ontwikkeling van de leerling besproken. Wanneer excellentie wordt geconstateerd of hoogbegaafdheid wordt vermoed, wordt een specifiek programma aangeboden gericht op verrijking en verdieping. (bijvoorbeeld Pre-University en Bèta excellent) Het team van docenten is gezamenlijk verantwoordelijk voor de gedifferentieerde aanpak. Er zijn efficiënte faciliteiten op het gebied van ICT, werkruimtes en portfolio's.
Waar zien we het aan?
We zien het aan het leerrendement: aan de scores op de toetsen van het PTO en de PTA’s; het aantal experts in verschillende vakken en het aantal generalisten; het aantal leerlingen met gedifferentieerde onderwijsprogramma's; de slagingspercentages, doorstroomcijfers en uitstroomcijfers; specifieke programma’s.
Wat doen we in de afdelingen?
Het toepassen van een didactiek toegespitst op de vmbo-leerling, de havoleerling en de vwo-leerling. Vmbo: ICT en samenwerken met vervolgopleidingen Havo: ontwikkelen van interpersoonlijke competenties door middel van intervisie en training. Vwo: didactiek die aansluit bij excellente leerlingen.
Resultaat
Alle vormen van onderwijs hebben een meer dan gemiddeld leerrendement:een hoger dan gemiddeld slagingspercentage, hogere doorstoomcijfers en een lager dan gemiddeld uitstroompercentage.
9
Samenhang Wie/wat willen we zijn?
De school maakt onderdeel uit van een leerweg die begint bij de basisschool en eindigt bij een beroepsopleiding of de universiteit. We willen een brug slaan tussen het actieve leren in het basisonderwijs en de actieve leerhouding die verwacht wordt op het middelbaar beroepsonderwijs, de universiteit of de hogeschool en in toekomstige banen.
De route
We versterken de zelfstandige en actieve leerhouding waarmee leerlingen van de aanleverende basisscholen komen. De teams stemmen het programma af op de individuele leerling. Dat betekent dat er gekeken wordt naar inhoud, thema’s, studiebelasting en voorkennis.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: een actieve en zelfstandige werkhouding van leerlingen in de onderbouw; groei van leerlingen, voortgang in hun resultaten; het onderwijsprogramma, daarin wordt verwezen naar gezamenlijke thema's bij andere vakken en er vindt afstemming plaats tussen vakken.
Wat doen we?
In de onderbouw continueren we het actief leren zoals dat op de basisschool vorm heeft gekregen. Er worden lessen gegeven die leerlingen uitnodigen actief mee te doen. Daarnaast wordt in de lessen structureel een beroep gedaan op de vaardigheden die in het beroepsonderwijs ook worden verlangd, zoals samenwerking, presentatie, planning en reflectie. In de onderbouw gaan we werken met een Programma van Toetsing en Ontwikkeling waardoor we beter zicht krijgen op de studiebelasting, inhoud en thema's. In de PTO's leggen we op hoofdlijnen de planning van de toetsen en ontwikkeling vast. In de havo-afdeling gaan leerlingen proefstuderen op hogescholen. In de vmbo-afdeling bieden we projectonderwijs aan en onderhouden we intensievere contacten met het mbo. In de vwo-afdeling onderhouden we contacten met universiteiten, leerlingen kunnen voorstuderen.
Resultaat
Leerlingen wisselen minder van vervolgopleiding. Zij maken een duidelijke, consistente keuze. Vmbo:25% van het curriculum in basis- en kaderberoepsgerichte leerweg is in 2014 ingevuld met projectmatig onderwijs. Havo/vwo: met ingang van het schooljaar 2014-2015 liggen er voor alle vakken in de onderbouw PTO's klaar waarin de programma's en de toetsmomenten en toetssoorten onderling op elkaar zijn afgestemd.
10
3.2 Leerlingen leren actief
Contextrijk
Leerlingen leren actief Persoonlijk leren
Variatie
11
Persoonlijk leren Wie/wat willen we zijn?
Op onze school is leren een persoonlijk proces, waarin leerlingen verschillende rollen hebben. Zij verwerven hun eigen kennis, coachen anderen en werken zowel samen als zelfstandig. De leerling reflecteert op zijn eigen leerproces en weet waar zijn leerbehoefte ligt. We spreken leerlingen aan op hun medeverantwoordelijkheid in hun leerproces. Wij geven ze ook die verantwoordelijkheid. We nemen daarbij de inbreng van leerlingen serieus: zij zijn ervaringsdeskundigen.
De route
We starten binnen de drie leerwegen in de onderbouw een pilot. Het docententeam biedt gedifferentieerd onderwijs aan waarbij leerlingen verschillende rollen vervullen en mede verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen onderwijsproces.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: een plan van aanpak: pilot persoonlijk leren; een activiteitenplan voor de implementatie van teamvoorstellen; verschillende rollen van leerlingen in het onderwijsleerproces; individuele afspraken met leerlingen over leerroute en leerbehoefte; korte aantekeningen in een digitaal portfolio.
Wat doen we in de afdelingen?
- Teamoverleg organiseren. - Een pilot benoemen voor de afdeling in de onderbouw. - Teamdoelen stellen. - Een plan van aanpak formuleren. - Een implementatieplan maken en uitvoeren. - Aan de secties advies vragen. - De voortgang van de pilot bewaken en die bespreken in het team in verband met gemeenschappelijk leren en hefboomfunctie voor andere ontwikkelingen in de afdeling. In 2014 wordt er geëvalueerd en wordt de pilot op basis van het resultaat stopgezet of uitgebreid.
Resultaat
Alle leerlingen in de pilot krijgen onderwijs op maat. Zij voelen zich gezien door de docent. Alle leerlingen in de pilot geven in evaluaties aan dat ze actief bijdragen in hun onderwijsleerproces. Alle leerlingen in de pilot voelen zich medeverantwoordelijk en spelen verschillende rollen.
12
Variatie in leren Wie/wat willen we zijn?
We dagen de leerlingen uit om gemotiveerd en met plezier met de leerstof aan de gang te gaan, op gevarieerde manieren. De leerinhoud, de instructie en de verwerkingsopdracht is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. Leren en transfer staan centraal. Samenwerking tussen leerlingen is belangrijk en er wordt, waar mogelijk en gewenst, gebruik gemaakt van ICT.
De route
De onderwijsleersituaties laten over een langere periode, bijv. een week, variatie zien. Die variatie is terug te vinden in de aard van de opdrachten, de lengte van de opdrachten, individueel of groepsgewijs, wel of geen ICT, de ruimte waar het leren plaats vindt, de soort begeleiding en de rol van de docent.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: een gevarieerd onderwijsaanbod van elke docent: individueel/groepsgewijs, variatie in lengte en complexiteit; ICT wordt doelgericht en efficiënt ingezet door alle docenten; leerlingen variëren in rol en maken gebruik van verschillende ruimtes, binnen en buiten de school.
Wat doen we in de afdelingen?
Teamoverleg organiseren. Een pilot benoemen voor de afdeling, bijvoorbeeld de onderbouw van een afdeling, of een aantal vakken van een leergebied in de onderbouw. Teamdoelen stellen. Een plan van aanpak formuleren. Een implementatieplan maken en uitvoeren. Aan de secties advies vragen. De voortgang van de pilot bewaken en die bespreken in het team in verband met gemeenschappelijk leren en hefboomfunctie voor andere ontwikkelingen in de afdeling. In 2014 wordt er geëvalueerd en wordt de pilot op basis van het resultaat stopgezet of uitgebreid.
Resultaat
Alle leerlingen in de pilot krijgen onderwijs op maat. Zij voelen zich gezien door de docent. Alle leerlingen in de pilot geven in evaluaties aan dat ze actief bijdragen in hun onderwijsleerproces. Alle leerlingen in de pilot voelen zich medeverantwoordelijk en spelen verschillende rollen.
13
Contextrijk leren Wie/wat willen we zijn?
De school maakt onderdeel uit van de maatschappij. Wij voelen ons verbonden met de maatschappij en willen met ons onderwijs een praktische bijdrage aan de verbetering van de maatschappij leveren. Die maatschappelijke verbinding komt terug in onze lessen. Met authentieke situaties/problemen brengen we leerlingen in verbinding met de maatschappij. Zij passen bij het oplossen van die problemen kennis en vaardigheden uit de verschillende vakken toe.
De route
Elke leerling neemt in zijn schoolloopbaan minimaal twee keer deel aan projecten die vakoverstijgend zijn, waar externe partijen bij betrokken zijn en die maatschappelijke betekenis hebben. Het curriculum moet opdrachten bevatten waarin nadrukkelijk verbinding wordt gelegd tussen de leerstof en de buitenwereld/actualiteit. Beroepsbeelden en de benodigde competenties voor de vervolgopleidingen zijn geïntegreerd in de lessen. Deze competenties worden ook beoordeeld.
Waar zien we het aan ?
We zien het aan: het aantal opdrachten in het curriculum waarin verbinding wordt gelegd tussen leerstof en de buitenwereld c.q. de actualiteit.; het aantal vakoverstijgende projecten; het aantal authentieke situaties/problemen in de maatschappij die door onze leerlingen worden opgelost.
Wat doen we in de afdelingen?
Teamoverleg organiseren. Teamdoelen stellen. Projectkeuzes voor de afdeling bepalen. Opdrachten waarin nadrukkelijk verbinding wordt gelegd tussen de leerstof en de buitenwereld/actualiteit vaststellen. Een plan van aanpak voor de projecten formuleren. Een implementatieplan maken en uitvoeren. In 2014 wordt er geëvalueerd.
Resultaat
De praktische bijdragen aan het oplossen van problemen in de maatschappij. Leerlingen hebben een reële voorstelling van verschillende beroepen. Zij bezitten de competenties en kennis voor een vervolgopleiding. Leerlingen zijn succesvol in vervolgopleidingen.( 2 jaar volgen)
14
3.3. We halen de buitenwereld de school binnen en brengen de school naar buiten
De lokale gemeenschap
De buitenwereld naar binnen en de binnenwereld naar buiten
Thuis in de wereld
15
De lokale gemeenschap Wie/wat willen we zijn?
De school maakt onderdeel uit van de maatschappij. Wij voelen ons verbonden met de maatschappij en willen er met ons onderwijs een praktische bijdrage aan de verbetering van de maatschappij leveren. Leerlingen leren ook van allerlei situaties buiten de school. Dit betekent dat we mensen van buiten naar binnen halen of zelf naar buiten gaan.
De route
Leerlingen komen in contact met de veelzijdigheid van beroepen, bedrijven en instellingen in de lokale samenleving. Gedurende hun schoolloopbaan werken zij minimaal eenmaal in een project dat een antwoord biedt op een vraag van de lokale samenleving c.q. lokale bedrijven. Deze projecten krijgen binnen de leerwegen verschillende uitwerkingen: een leerlingbedrijf, een leerlingwerkplaats/atelier, stages op de werkvloer.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de deelname aan projecten door alle leerlingen; de uitvoering van opdrachten in samenwerking met het bedrijfsleven en instellingen; de aanwezigheid van een leerlingbedrijf, -werkplaats, -atelier; leerlingen die werkstages lopen; maatschappelijke stages.
Wat doen we in de afdelingen?
We continueren bestaande initiatieven. Er is een lokale focus in projecten. Vmbo: stages beter afstemmen op het bedrijfsleven. Havo/vwo: sturen op meer maatschappelijke betekenis in profielwerkstukken.
Resultaat
Betrokkenheid van leerlingen bij lokale samenleving door deelname aan lokale initiatieven. Het aantal lokale opdrachten, werkstages, maatschappelijke stages.
16
Thuis in de wereld Wie/wat willen we zijn?
De globalisering en de ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie hebben de wereld verkleind en hebben regio’s, bedrijven én mensen afhankelijker van elkaar gemaakt. Er is een andere behoefte aan kennis ontstaan. Leerlingen moeten worden voorbereid op deze internationale samenleving. We willen leerlingen begeleiden in hun ontwikkeling naar mediawijze wereldburger.
De route
Talen spreken, kennismaken met verschillende culturen, kennis van politieke en internationale verhoudingen op doen. De voertaal in de lessen bij de moderne vreemde talen is de taal waarin de les wordt gegeven. Module mediawijsheid.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: het feit dat leerlingen tijdens de lessen in de moderne vreemde taal spreken; leerlingen die, daar waar mogelijk, in aanraking gebracht worden met native speakers; buitenlandse reizen en excursies; de mediawijsheid van leerlingen: ze zijn kritisch ten opzichte van hun bronnen, bewust van hun social media profiel en de impact van de social media; deelname aan politieke debatten, MEP en MUN.
Wat doen we in de afdelingen?
We continueren wat we nu doen en ontwikkelen nieuwe initiatieven op het gebied van internationalisering. We onderzoeken de mogelijkheden van digitale hulpmiddelen bij taalverwerving. In de havo en het vwo wordt moderne vreemde taal de voertaal in de les en het vmbo zet Anglia in.
Resultaat
Leerlingen besteden 30% van de lestijd aan actief spreken in een MVT. Leerlingen doen mee aan politieke en filosofische debatten. Meer leerlingen in het vmbo halen een Anglia- of Camebridge-certificaat.
17
4. Personeel en Organisatie De strategische hoofddoelstelling voor het beleidsterrein Personeel en Organisatie is het realiseren van de excellente school voor medewerkers. De excellente school is een school waar medewerkers plezier hebben in hun werk en met hun collega’s, waar vertrouwen is tussen medewerkers onderling en tussen medewerkers en leidinggevenden, waar alle medewerkers trots zijn op wat ze doen. We creëren een school waar werkomstandigheden veilig en gezond zijn. Medewerkers voelen zich veilig en uitgedaagd, ze voelen en geven waardering, voelen zich betrokken en verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling en die van de organisatie. Er is ruimte en waardering voor verschillen. Er is een cultuur van vertrouwen en vriendschappelijke omgang.
De vitale school Wie/wat willen we zijn?
Medewerkers voelen zich gezond en veilig in de school. Er is aandacht voor elkaar en van leidinggevenden. Er is sprake van wederzijdse waardering op alle niveaus in de organisatie.
De route
Er zijn comfortabele en veilige werkplekken en werkomstandigheden. Medewerkers ervaren uitdaging en variatie in hun werk. Er is ondersteuning in gezondheid o.a. door een fitnessprogramma en een stoppen met rokencursus. Medewerkers werken plezierig samen in hun team en met hun leidinggevenden aan les- en schooltaken. ICT-bronnen zijn toegankelijk voor het thuiswerken.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: een actieve deelname aan de schoolorganisatie; de kwaliteit van de werkplekken; de mate van collegialiteit in het team; deelname aan ondersteuningsprogramma’s in gezondheid; vermindering van werkgerelateerd ziekteverzuim.
Wat doen we in de afdelingen?
Er is verbetering van werkplekken bij de renovatie. P&O adviseert over ondersteuningsprogramma’s in gezondheid. In het persoonlijk ontwikkelingsplan van medewerkers besteden we ook aandacht aan collegialiteit, gezondheid en veiligheid.
Resultaat
Het ziekteverzuimpercentage neemt af.
18
De ambitieuze school Wie/wat willen we zijn?
Onze school daagt medewerkers uit om uit te blinken en hun talenten te ontwikkelen en die in te zetten voor de meest optimale ontwikkeling van leerlingen. Zij scholen zich op het gebied van hun vakkennis en op het gebied van hun didactische en pedagogische aanpak. We dagen medewerkers uit om zich op diverse (wetenschappelijke) podia voor (divers) publiek te manifesteren.
De route
Medewerkers leveren naar eigen inzicht en die van de school goede prestaties. Ze halen de doelstellingen, krijgen nieuwe werkwijzen en nieuwe werkvormen onder de knie. Ze reflecteren in teamverband op resultaten van hun werk en brengen verbeteringen aan, nemen daarvoor verantwoordelijkheid en de ruimte om die vorm te geven binnen de kaders van de school. Zij brengen hun eigen ontwikkeling in kaart met behulp van een persoonlijk ontwikkelingsplan.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: verbetering van de prestaties van leerlingen, medewerkers en teams; het aantal docenten dat op topniveau presteert, binnen zijn vak of team, op de daarvoor bestemde (wetenschappelijke) podia. Denk bij podia bijvoorbeeld aan: (wetenschappelijke) referaten of presentaties voor belangstellenden binnen het Ashram College, op studiedagen, aan nominaties voor onderwijsprijzen zoals Willy Wortel, ThinkQuest, Docent van het Jaar, CKV Topper, sociale prestaties voor en met elkaar. het aantal medewerkers dat zijn kerntaken optimaal uitvoert en daar plezier aan beleeft.
Wat doen we in de afdelingen?
In alle verticale afdelingsteams is de eigen verantwoordelijkheid voor werkplezier en interesse onderwerp van gesprek. In de havo wordt een aanvullend scholingsprogramma opgesteld voor de teams en individuele medewerkers en wordt er een gemeenschappelijke ambitie genoemd op het gebied van doorstroom. In het vmbo leggen docenten verbinding met bedrijven en opleidingen. P&O adviseert over de carrièrelijnen in ons functiegebouw. In vwo heeft elke docent contact met een wetenschappelijke instelling.
Resultaat
Het aantal bevoegde docenten neemt toe.Het aantal docenten met een masteropleiding neemt toe. Er zijn veel samenwerkingsprojecten met het mbo, de hogescholen en universiteiten.
Topprestaties: Walter heeft het minste aantal fouten!!
19
De lerende school Wie/wat willen we zijn?
We zijn een lerende organisatie, zowel individueel als collectief. We leren van fouten en voeren daarover open gesprekken. Medewerkers brengen, in dialoog met de leidinggevende, hun mogelijkheden en wensen in beeld, in relatie tot de strategische doelen van de school. Deze wensen zijn het uitgangspunt voor persoonlijke groei. Om hun wensen te realiseren, verdiepen medewerkers hun reflectieve vaardigheden en hun onderzoeksvaardigheden. Zij onderhouden hun vakkennis en creativiteit, werken met een open blik en flexibele houding. Zij verleggen hun eigen grenzen en bevorderen de eigen intrinsieke motivatie.
De route
Iedere medewerker formuleert een uitdagende leerroute in relatie tot zijn vak , zijn persoonlijke groei en de strategische doelstellingen van de organisatie. Daarbij worden beginnende en ervaren docenten begeleid door coaches in de school. Zelfstudie en teamleren nemen een centrale plaats in. Docenten werken in leergroepen en teams aan hun ontwikkeling.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de persoonlijke ontwikkelingsplannen en de realisatie daarvan; de werkwijzen van teams: intervisie, leerlingenbesprekingen aan de hand van analyse van data en aanpak, collegiale consultatie, critical friendships; de successen van beginnende docenten in onze school; de ontwikkeling van medewerkers in de gesprekkencyclus; de verbinding van docenten aan bedrijven en opleidingen en universiteiten; de beoordeling van medewerkers in een bepaalde frequentie.
Wat doen we in de afdelingen?
De afdeling P&O adviseert over de nieuwe gesprekkencyclus. Het bureau bedrijfsvoering werkt aan teamvorming, doet aan collegiale consultatie en ontwikkeling van vakkennis. Havo, vmbo en vwo plegen intervisie en collegiale consultatie op teamniveau. Vwo organiseert ‘wetenschappelijke’ referaten. Vmbo docenten lopen in het kader van hun ontwikkeling stages in bedrijven.
Resultaat
Alle medewerkers zijn lerend.
20
De school in balans Wie/wat willen we zijn?
De medewerkers voelen zich thuis in de organisatie en voelen zich verbonden met elkaar. Er is sprake van goed teamwork op alle niveaus. Je kunt zijn wie je bent en rekenen op elkaar. Er is een goede en collegiale afstemming tussen het takenpakket van het team/de school enerzijds en de capaciteiten en de beschikbare tijd van het team/personeel anderzijds. De te behalen resultaten zijn duidelijk en vastgesteld. Er wordt intensief samengewerkt. Er is een gezonde balans in draagkracht en belasting van medewerkers/team. Medewerkers/teams doen wat ze willen doen en waar ze goed in zijn en staan in relatie tot de doelstellingen van de school. Ze ervaren dat hun werk er toe doet voor anderen en willen graag goede resultaten behalen. Medewerkers verbinden zich met het werk en de betekenis daarvan. De juiste persoon wordt voor de juiste taak ingezet. Het voeren van de dialoog over de bronnen van werkplezier is hiervoor een essentiële basisvoorwaarde.
De route
Er is een externe toetsing van de ambities van de organisatie. Alle medewerkers kennen de taken van het team en de schoolbrede taken in relatie tot de doelstellingen van de afdeling/de school. De schooltaken en de teamtaken zijn onderdeel van de taken van medewerkers en worden evenredig verdeeld. Medewerkers zijn in balans omdat ze: - de taken in het team/de school evenwichtig hebben verdeeld. - bij voorkeur de taken hebben die bij hen passen en waarvoor zij gepassioneerd zijn. - in staat zijn de subjectief beleefde werkdruk en het werkplezier in kaart te brengen en te bespreken met de leden van het team en de leidinggevende. - weten hoe zij de beleefde werkdruk en het werkplezier zelf kunnen beïnvloeden.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: rapportage van de externe toetsing; een jaarlijks team- en planningsgesprek over de verdeling van de team- en schooltaken en de resultaten; een jaarlijks evaluatiegesprek over de taken en de taakbelasting en de resultaten van de individuele medewerker; Onderdeel van beide gesprekken zijn de bronnen van werkplezier met de vragen wat gaat goed, wat kan beter en wat kun je er zelf aan doen.
Wat doen we in de afdelingen?
Alle afdelingen zijn betrokken bij de werkgroep taakbeleid. De werkgroep maakt aan de hand van de opdracht een implementatievoorstel. Bovendien geeft zij een advies over de organisatiestructuur om deze plannen te realiseren.
Resultaat
Er is een evenwichtige taakverdeling waarin naast aandacht voor kwantiteit ook aandacht is voor de kwalitatieve verdeling van taken. Eventueel noodzakelijke aanpassingen in de organisatiestructuur zijn gerealiseerd. Er is een significante verbetering van het percentage medewerkers dat aangeeft zich in balans te voelen. Er is een evenwichtige verdeling van de taken in het team/in de school. Er is een significante verbetering van het percentage medewerkers dat aangeeft dat de taken aansluiten bij de belangstelling en de passie van die medewerkers en de doelstellingen van de organisatie. Er is een significante verbetering in het
21
percentage medewerkers dat in staat is de subjectief beleefde werkdruk en het werkplezier in kaart te brengen en te bespreken. Er is een significante verbetering van het percentage medewerkers dat aangeeft te weten hoe zij de werkdruk en het werkplezier zelf kunnen beïnvloeden, zonder de doelstellingen van de organisatie uit het oog te verliezen. Het percentage van de significante verbetering wordt vastgesteld naar aanleiding van de uitkomsten van de nulmeting. De resultaten van de taken zijn behaald op het afgesproken niveau.
22
De faciliterende school Wie/wat willen we zijn?
We hebben oog voor de omstandigheden waarin medewerkers verkeren. We faciliteren medewerkers op maat daar waar mogelijk, gericht op het realiseren van werkplezier, balans en het voorkomen van langdurige uitval.
De route
Faciliteiten op maat
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de diversiteit aan faciliteiten; de onderlinge betrokkenheid en opvang van en door medewerkers.
Wat doen we in de afdelingen?
Niet van toepassing.
Resultaat
Uitval neemt af.
23
5. Bedrijfsvoering Belangrijkste doelstelling van het beleidsterrein bedrijfsvoering is minimaal het op orde krijgen van alle randvoorwaarden, processen en diensten.
De effectieve en efficiënte school: kwaliteit Wie/wat willen we zijn?
We leveren onderwijskwaliteit en scoren minimaal voldoende op de kwaliteitsaspecten van de onderwijsinspectie. Maar onze ambitie gaat verder. Wij voelen ons verplicht om hoge kwaliteitseisen aan onszelf te stellen: leerlingen hebben recht op goed onderwijs en ouders mogen goed onderwijs voor hun kinderen van ons verwachten. Wij willen leren van hun feedback en die van andere partners. Voor de realisatie van duurzame ontwikkeling in opbrengsten is afstemming van leerprocessen, ook in de doorlopende lijn, noodzakelijk. Het gaat om leren in samenhang. Minimaal voldoen we aan wet- en regelgeving. Om de eerder genoemde doelstellingen te realiseren is het van belang om de ondersteunende processen op orde te krijgen d.w.z. een formalisatie en transparante beschrijving van de rollen en een adequate planning en bewaking.
De route
De school scoort hoog op de kernindicatoren van de onderwijsinspectie. De ondersteunende processen van bedrijfsvoering zijn op orde. De data waarmee de indicatoren gemeten worden zijn ingevoerd. De instrumenten om feedback van leerlingen en ouders te vragen worden gebruikt om resultaten te verbeteren.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de scores op de prestatie-indicatoren van de toezichthouder; de actieve betrokkenheid van docenten bij het gebruik van het kwaliteitssysteem; de feedback en voorstellen ter verbetering die onderdeel zijn van intervisie, collegiale consultatie en teambesprekingen.
Wat doen we in de afdelingen?
We maken prestatie-indicatoren bespreekbaar, stellen doelen en maken plannen van aanpak, we implementeren en stellen bij per afdeling.
Resultaat
Een verbetering van de resultaten in vergelijking met voorgaande inspectierapporten.
24
De effectieve en efficiënte school: huisvesting Wie/wat willen we zijn?
We realiseren onze visie op leren en werken in gebouwen die daarop afgestemd zijn. Dat vraagt om veel variatie en flexibiliteit in krachtige, veilige leeromgevingen voor leerlingen en medewerkers. Daarbij hebben we aandacht voor verticalisering, leergebieden, sectoren/profielen. Onze scholen zijn de place to be om jongeren te ontmoeten, te leren, te spelen, te onderzoeken. Onze gebouwen staan zowel in Alphen aan den Rijn als in Nieuwkoop midden in de woonwijk. In beide gebouwen is renovatie nodig om een open en transparante uitstraling te realiseren waarin we het onderwijs in verbinding met elkaar en met de samenleving tot uitvoering kunnen brengen. We ontwerpen onze gebouwen duurzaam, vanuit verantwoordelijkheid voor onze planeet.
De route
Gebouwen die zijn afgestemd op het realiseren van onze visie. Een voorlopig ontwerp voor Alphen aan den Rijn. Een voorlopig ontwerp voor Nieuwkoop. De realisatie van de renovaties.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: het plan van eisen voor de renovatie in Alphen aan den Rijn; het plan van eisen voor de renovatie in Nieuwkoop.
Wat doen we in de afdelingen?
We gebruiken de verbouwing als een uniek leerproject voor onze leerlingen.
Resultaat
Gebouwen waarin de onderwijsvisie kan worden vorm gegeven. Veiligheid, variatie en flexibiliteit hebben vorm gekregen in ruimte en uitstraling. Het gebouw is duurzaam. De afdelingen zijn zichtbaar in het gebouw.
25
De effectieve en efficiënte school: financiën en strategie Wie/wat willen we zijn?
Een gezonde school heeft oog voor financiële continuïteit. Daartoe wordt een financieel meerjarenperspectief geschetst. De ruimte voor het realiseren van het strategisch beleid komt daarin duidelijk naar voren en daarmee het continueren en realiseren van de visie van het Ashram College. Er is een strategisch plan, gedragen door medewerkers van de school en omgezet in jaarplannen per afdeling. Aan deze jaarplannen zijn middelen gekoppeld die gefinancierd worden uit extra middelen van overheidswege of vanuit de eigen innovatieruimte. Voor het management is adequate en tijdige informatie voorhanden, naast een begroting en een jaarrekening, een voorjaars- en een najaarsrapportage (4- en 8-maandelijks). Zowel financiële als beleidsmatige en andere managementinformatie wordt geanalyseerd. We zijn transparant en sturen bij.
De route
Er is volledige, adequate informatie volgens planning, gedeeld met betrokkenen d.m.v. 4- en 8-maandsrapportages, een jaarrekening en een begroting. Er is voldaan aan landelijke normen voor liquiditeit, solvabiliteit en risicobeheersing.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: het bestaan van een beleidsplan; een beleidsrijke begroting en jaarplan en een geïntegreerd jaardocument (jaarrekening, jaarverslag); het op orde zijn van de liquiditeit, de solvabiliteit en het weerstandsvermogen.
Wat doen we in de afdelingen?
Er zijn budgetten en er is beleid per afdeling in jaarplannen.
Resultaat
Een financieel gezonde school: in control en op koers.
26
De effectieve en efficiënte school: governance Wie /wat willen we zijn?
Goed toezicht, goed bestuur en goede medezeggenschap zijn een randvoorwaarde om onze visie te kunnen realiseren. Dat wil zeggen dat we intern en extern beleid bepalen in dialoog met de belanghebbenden en daarover ook verantwoording afleggen, zowel horizontaal als verticaal. Toezicht en bestuur zijn functioneel van elkaar gescheiden. In deze context opereert de MR als strategische partner. Externe partijen zijn ons klankbord en deze partijen geven we transparante informatie over onze school.
De route
De implementatie van de code ‘Goed Onderwijsbestuur’. De actualisatie van ‘Vensters voor Verantwoording’.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: het handboek: Goed onderwijsbestuur en de uitvoering daarvan; de werkwijze voor het actualiseren van Vensters voor Verantwoording en de uitvoering daarvan.
Wat doen we in de afdelingen?
Op alle niveaus binnen de organisatie realiseren mensen zich dat we te maken hebben met publieke middelen waarover we ons mogen verantwoorden naar verschillenden partijen, die toezicht houden vanuit vertrouwen en betrokkenheid. We nemen die verantwoording op alle niveaus in de organisatie serieus.
Resultaat
Transparante verantwoording aan betrokkenen bij de school.
27
Imago: de aantrekkingskracht van de leefgemeenschap Wie /wat willen we zijn?
We willen zowel voor leerlingen als medewerkers een school zijn met een grote aantrekkingskracht: door ons onderwijsaanbod, ons schoolklimaat, onze betrokkenheid bij elkaar en bij de samenleving. We zijn open, hebben aandacht voor elkaar en voor de wereld waarin we leven. We vormen een leefgemeenschap. In een wereld waarin de polarisatie toeneemt, omarmen wij verschillen. We zien elkaar staan.
De route
We hebben een persoonlijke en betrokken aanpak. Spelen en onderzoeken zijn belangrijke werkvormen in ons onderwijs en in onze onderlinge samenwerking. We vertellen elkaar over de verschillen die we beleven en hoe we daarin elkaar leren verstaan. We stimuleren en motiveren leerlingen en medewerkers tot vrijheid, autonomie en authenticiteit. Het nemen en dragen van verantwoordelijkheid voor de gemeenschap en de samenleving.
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de omgang van leerlingen en medewerkers met elkaar; de ruimte die er is om authentiek te zijn.; het schoolklimaat; projecten met maatschappelijke betekenis.
Wat doen we in de afdelingen?
We informeren elkaar over deze aspecten van de school. We houden in alle afdelingen regelmatig referaten, informatieve bijeenkomsten. We houden elkaar op de hoogte van wat er in de school gaande is. We voelen ons allen ambassadeurs van onze school, van de filosofie die aan onze school ten grondslag ligt.
Resultaat
Presentaties in de afdelingen. Bijdragen aan studiedagen. Artikelen in de krant, goede informatie naar alle betrokkenen bij de leefgemeenschap.
28
Imago: de aantrekkingskracht van leren en innoveren Wie /wat willen we zijn?
De komende jaren is onze school op beide locaties bezig met renovatie van het onderwijsgebouw. Dat biedt leerlingen een unieke kans. Ze kunnen leren van dit renovatieproces omdat wij het integreren in ons onderwijsaanbod. Leerlingen kunnen in allerlei vakken en op allerlei niveaus kennis maken met een bouwproces in de school.
De route
Binnen elke afdeling is er een groep docenten die voor de verschillende thema’s, op basis van de vraag van leerlingen, programma’s ontwikkelt. Het betreft programma’s op het gebied van duurzaamheid, architectuur, communicatie, participatie, logistiek en bekostiging. Bedrijven die betrokken zijn bij de renovatie leveren een actieve bijdrage aan de projecten. MBO, HBO en universitaire opleidingen nemen deel aan het project
Waar zien we het aan?
We zien het aan: de ontwikkeling van lesprogramma's bij vakken als ckv, economie, natuur- en scheikunde en mvt, met als thema de renovatie van onze schoolgebouwen. leerlingen die zich verdiepen in thema’s rond de verbouwing. de aanwezigheid in school van studenten van diverse opleidingen. Zij werken mee en begeleiden leerlingen in diverse activiteiten.
Wat doen we in de afdelingen?
Projectkeuzes op het gebied van leren en renoveren voor de afdeling bepalen. Opdrachten bekijken en uitbreiden waarin nadrukkelijk verbinding wordt gelegd tussen de leerstof en de renovatie. Een plan van aanpak opstellen voor renovatieprojecten. Een implementatieplan maken en uitvoeren.
Resultaat
Praktische bijdragen aan de renovatie/samenleving. Leerlingen hebben een reële voorstelling van verschillende beroepen/van de renovatie en van andere thema’s die daarmee verbonden zijn.
29
6. Communicatie MT, hoofd bedrijfsbureau en P&O MT en coördinatoren MT en PMR MT en teams MT en ouders MT en leerlingen Raad van Toezicht MR Bijstelling Definitieve versie voorgenomen besluit MT en basisscholen, vervolgopleidingen, instellingen, bedrijfsleven.
7. Besluitvorming MR: advies op 16 april 2012 Raad van Toezicht: vastgesteld op 28 januari 2013
8. Managementrapportage In 2013 start het werken met afdelingsplannen. Bij de 4- en 8-maandenrapportage leveren de afdelingsdirecteuren en de staf leden een verslag aan over de voortgang.
9.Bronnen 1. Het Ashram College gaat op reis 2. De uitkomsten van dialoogsessies 3. Historische documenten van het Ashram College 4. De Gezonde School 5. Het Masterplan Onderwijs van de gemeente Alphen aan den Rijn 6. De 7 bronnen van Arbeidsvreugde 7. Beter presteren
30