TTVV
TherapieTrouw Versterkend Voorschrift
Inleiding: van voorschrift op stofnaam naar therapietrouw-versterkend voorschrift
In het vooruitzicht van de voorstellen inzake het Voorschrijven Op Stofnaam, zoals die klaar lagen op het kabinet Demotte, werd door de huisartsen in het VHP een alternatief voorstel uitgewerkt. In dat voorstel werd gezocht naar een manier waarop dit VOS een meerwaarde kon zijn voor de huisartsenpraktijk. Het kabinet Demotte heeft echter geen rekening gehouden met dit huisartsenvoorstel. De wijze waarop het VOS wordt ingevoerd wordt door vele huisartsen ervaren als een “verschuiving” van de beslissingsmacht. Waar voorheen de regel was “arts schrijft voor – apotheker levert af” blijkt nu dat definitieve beslissing van wat de patiënt zal krijgen meer in handen van de apotheker wordt geschoven. Daarbij heerst de vrees dat een apotheker meer “commerciëel” handelt dan een arts. Vooral bij oudere patiënten en chronische therapieën is er onzekerheid: wordt het belang van de patiënt nog erkend? Wie kan correctheid van therapie nog garanderen? Net op dit laatste punt had het huisartsenvoorstel wel belangrijke nieuwe elementen. Het huisartsenvoorstel is niet “dood” na het afwijzen ervan door de overheid. We willen het voorstel opnieuw onder de aandacht brengen. De nieuwe benaming “therapietrouwversterkend-voorschrift” beklemtoont de aspecten, die naar onze mening te weinig aandacht kregen tot nu toe. De onderhandelingen en discussies die in de tussentijd gevoerd werden, hebben ons er tevens toe gebracht om ook enkele andere aspecten van het voorstel te herschrijven of beter te nuanceren. Conditiones sine qua non
Reeds bij het vorige voorstel werd uitgegaan van de criteria die UHAK en VHP vroeger omschreven; criteria die we blijvend noodzakelijk vinden: 1. Ten allen tijde op een VRIJWILLIGE basis 2. Een EENVOUDIG voorschrijfsysteem zijn, zonder bijkomende of nieuwe spelregels. 3. Correct JURIDISCH kader in verband met de verantwoordelijkheden. 4. EVALUATIE door de beroepsgroep, die verder gaat dan de loutere financiële evaluatie. 5. COMPLIANCE van de patiënten moet bewaakt worden en geëvalueerd. 6. De overheid moet garant staan voor de nodige KWALITEITSGARANTIES 7. Nieuwe modaliteiten passen in evolutie naar een VRAAGGESTUURD medicatiebeleid. Elementen van het VHP-VOS-voorstel
Herhalen we even de basisprincipes uit het VHP-VOS-voorstel: 1. Toepassing op geneesmiddelen met vervallen patent 2. Een “beste koop” selecteren - via de openbare aanbesteding 3. Overheidsgarantie om voor het hele land “identieke” afleveringsvorm te bekomen 4. Productie in “unit-dosis” 5. Aflevering door “huis-apotheker” 6. Volledig “gepersonaliseerd” geneesmiddel bij de patiënt. Deze elementen blijven van toepassing, blijven de grondfilosofie van wat we nu verder TTVV zullen noemen.
H. M.
commissie geneesmiddelenbeleid VHP
1/ 5
TTVV
TherapieTrouw Versterkend Voorschrift
1. Toepassing op geneesmiddelen met vervallen patent Wanneer een nieuwe voorschrijfmodaliteit ingevoerd wordt, dan is het reeds louter pragmatisch om alvast in een beginstadium het enkel toe te passen op geneesmiddelen met vervallen patent. Deze geneesmiddelen zijn reeds jaren gekend in al hun facetten. Van deze geneesmiddelen is er doorgaans een ruim aanbod op de markt. Het is ook in deze categorie geneesmiddelen dat het “overaanbod” problemen opleverde: Voor de artsen omdat er een heel ruim aanbod ontstaat, waarin de verschillen nog nauwelijks relevant zijn voor de therapie, terwijl diezelfde verschillen wel verantwoordelijk kunnen zijn voor neveneffecten (denk aan kleurstoffen); wel verantwoordelijk kunnen zijn voor verschil in tolerantie (denk aan minimale verschillen in galeniek) ; wel verantwoordelijk kunnen zijn voor de therapietrouw (denk aan de patiënt die zelfs twijfelt wanneer enkel de kleur van het doosje van zijn vertrouwde medicijn wijzigt) Voor de apothekers omdat ze met een evident “stockprobleem” te kampen krijgen, wanneer ze effectief 35 vormen van amoxicilline in hun voorraad moeten hebben. Voor de Pharma-industrie omdat ze zich moeten inspannen om voor een kleiner “marktaandeel” toch een continuë toelevering te garanderen. Deze extra inspanning zal zich vertalen in een hogere prijs. Voor de patiënt is er vooreerst de mindere efficiëntie indien de factoren, die we opsomden bij de “artsenproblemen” een rol spelen. Er is ook de kans dat de apotheker het voorgeschreven medicijn niet onmiddellijk kan leveren. Er is tenslotte de zekerheid dat een hogere prijs zal moeten betaald worden. Voor de overheid blijft uiteindelijk dat ook zij, via de terugbetaling, bijdraagt in die hogere prijs. Het invoeren van een nieuw voorschrijfsysteem gebeurt best geleidelijk. Rekening houdend met de nodige evolutie naar een “vraaggestuurd medicatiebeleid” ligt het voor de hand dat eerste experimenten van TTVV best worden opgezet met een vertrouwde medicatie, waarvan beschikbaarheid op onze markt geen probleem is, maar waar het overaanbod wel moeilijkheden veroorzaakt.
2. Een “beste koop” selecteren - via de openbare aanbesteding In het VHP-VOS-voorstel werd beschreven hoe een openbare aanbesteding leidt tot een contract per geneesmiddel tussen overheid en het Pharma-bedrijf dat het beste aanbod deed. De essentie van deze stap betreft het “zoeken naar de beste koop”. Openbare aanbesteding is daarbij een middel. We kunnen het middel echter ook anders benoemen: we zouden ook kunnen spreken van een vergelijkende test. De prijs van een geneesmiddel is ook één van de “te testen” elementen. Maar het moet duidelijk zijn dat vele andere elementen ook voldoende aandacht moeten krijgen: Effectiviteit moet uiteraard reeds gegarandeerd zijn – maar welke vorm biedt het meeste garanties op het uitblijven van neveneffecten? Welke vorm gebruikt eventueel minderwaardige “bulk-agentia”? In welke vorm zijn er meer onnodige kleurstoffen? Welke waarborgen kunnen voor de “beste koop” voorgelegd worden inzake van continuë bevoorrading? In deze optiek kan de keuze voor een “beste koop” vergeleken worden met een “TestAankoop”-procedure. Onze contacten met de apothekers (APB) hebben ons geleerd dat software om dit soort vergelijkingen te maken beschikbaar is.
H. M.
commissie geneesmiddelenbeleid VHP
2/ 5
TTVV
TherapieTrouw Versterkend Voorschrift
3. Overheidsgarantie om tot “identieke” afleveringsvorm te komen Na de aanbesteding volgt een contract. Deze stap blijft ook in het TTVV-model. Een duidelijk contract is tegelijk de overheidsgarantie dat: gedurende de contractperiode na een TTVV in het hele land bij alle apothekers een zelfde afleveringsvorm geboden wordt aan de patiënten. kwaliteitscriteria waaraan een TTVV-medicatie moet voldoen duidelijk beschreven zijn. omstandigheden aanwezig zijn om voor TTVV zelfde juridische regels te kunnen toepassen als voor andere voorschrift-vormen. Deze drie randvoorwaarden zijn nodig om de volle verantwoordelijkheid over het voorschrift bij de arts te kunnen plaatsen. De verantwoordelijkheid van de apothkere als afleveraar van het geneesmiddel blijft dan ook gelijk aan de verantwoordelijkheid die de apotheker draagt bij afleveren van andere pharmaceutische specialiteiten.
4. Productie in “unit-dosis” Het idee om medicatie beschikbaar te stellen in kleinere hoeveelheden is niet nieuw. In een aantal van de ons omringende landen bestaat de mogelijkheid om de apotheker hoeveelheden te laten afleveren, die niet overeenkomen met hoeveelheden van de “commerciële” verpakkingen. In ons land is er het voorbeeld van de kliniekverpakking. Ook de apothekers hebben in het verleden al nagedacht over systemen waarin kleinere of grotere hoeveelheden – los van standaardverpakking – kunnen afgeleverd worden. Artsen en apothekers zijn dus samen “vragende partij” om op dit domein nieuwe wegen in te slaan. De mogelijkheid om medicaties af te leveren in blister-stroken, is zeer gelijklopend met de huidige kliniekverpakking. Enkele praktische problemen kunnen er ons echter toe aanzetten om toch te werken met blisters met een vast aantal tabletten. We denken hierbij aan het aantal beschikbare bijsluiters, die de apothekers wettelijk mee moeten afleveren; maar ook aan de minder handige verpakkingsmogelijkheden van “lange repen” van de af te scheuren blisters. Een uniform aantal per blister zou dan kunnen gesteld worden op 7 – waarbij het makkelijk wordt om hoeveelheden voor te schrijven en af te leveren in functie van het aantal behandelingsweken. Voor artsen is het zeker een pluspunt dat dit systeem hen een herwonnen vrijheid biedt: voor het eerst kan met specialiteiten echt voorgeschreven worden “à la tête du client”. De arts kan een hoeveelheid voor schrijven in functie van de controles die we nodig achten. (de ene keer voor een maand, de andere keer misschien voor 6 maanden…) Ook kortdurende therapieën kunnen voorgeschreven worden, zonder dat de patiënt opgezadeld wordt met “overschotten”. Het zijn deze overschotten die vaak door de patiënt (of door familieleden van de patiënt) vaak achteraf in foute indicaties opnieuw aangesproken worden. Het zijn diezelfde overschotten die voor benzodiazepines en pijnstillers vaak aanleiding geven tot het ontstaan van afhankelijkheid.
5. Aflevering door “huis-apotheker” Wanneer de medicatie bij de apotheker geleverd wordt in unit-dosissen of grote verpakkingen met “standaard-blisters”, dan kunnen apothekers de voorgeschreven medicatie naar gelang het voorschrift, in een doosje of zakje stoppen. Mogelijkheid om hierbij “apotheek-eigen” verpakkingen te gebruiken, verstekt de herkenbaarheid van de apotheker. Mogelijkheid om de posologie – specifiek voor de bedoelde patiënt – te vermelden verhoogt ook het “patiënt-eigen” aspect van het voorgeschreven geneesmiddel. H. M.
commissie geneesmiddelenbeleid VHP
3/ 5
TTVV
TherapieTrouw Versterkend Voorschrift
Patiënten worden gemotiveerd tot “trouw aan hun huisarts” door de invoering van het Globaal Medisch Dossier. Met dit model kunnen we naast de vertrouwensrelatie met de huisarts, ook pleiten voor een vaste vertrouwensband met de eigen apotheker. Het concept “huisapotheker” kan gepromoot worden. We sluiten hier perfect aan bij het thema “pharmaceutisch dossier” waarover nu gesprekken lopen tussen overheid en apothekers.
6. Volledig “gepersonaliseerd” geneesmiddel bij de patiënt. Gevolg van de hoger genoemde regels is dat de patiënt een volledig “gepersonaliseerd” geneesmiddel zal ontvangen. Het geneesmiddel wordt een herkenbaar element uit de driehoeksrelatie arts-apotheker-patiënt (voorschrijver-afleveraar-gebruiker). In de eerste plaats zullen we hiermee de therapie-trouw van de patiënt kunnen versterken. Maar er zijn ontegensprekelijk ook andere voordelen: Mogelijke vergissingen met medicaties kunnen meer vermeden worden. Minder overschotten zullen leiden tot minder foutief gebruik van “medicatierestjes”. Minder overschotten kunnen helpen om de “afvalberg” te verkleinen. Reeds lang stellen we dat een voorgeschreven geneesmiddel “persoonlijk” is. In dit systeem wordt dat nog extra benadrukt. Een ander nieuw “voordeeltje” betreft de extra bescherming op de privacy van de patiënt: de patiënt wordt niet meer “nagekeken” omdat een medicatie wordt afgeleverd in een doos, die om één of andere reden daags voordien getoond werd in het TVjournaal. Voorschrijven is in onze moderne maatschappij een complex gegeven: vooral omwille van de vele verschillende regels waaraan een voorschrift moet voldoen. (Vooral de terugbetalingsregels hebben hier een kwalijke reputatie) Bij het invoeren van een “nieuwe wijze van voorschrijven” moet dan ook nagedacht worden over de mogelijkheid om vereenvoudigingen mogelijk te maken: het zijn vooral onze patiënten, die alle regels omtrent het voorschrift niet meer kunnen volgen. We stellen hier een “voorschrijfwijze” voor, waarin de patiënt met zijn/haar gepersonaliseerd geneesmiddel terug een centrale positie krijgt. Dit komt dit alvast duidelijkheid op het niveau van de patiënt ten goede. Het afstappen van “standaardverpakkingen” is ook voor artsen een vereenvoudiging: denk maar aan de huidige chaos. (Was de grote verpakking nu met 56, 60, 84, 90 of 100 tabletten?) TTVV-voorstel als aanzet naar een nieuw geneesmiddelenbeleid
Minister Demotte opteerde voor een VOS-systeem, dat te weinig garanties biedt: noch op het gebied van de afgeleverde vorm, noch op het gebied van een goedkope prijs. De arts voelt een deel van zijn/haar verantwoordelijkheid over het voorschrift wegglippen. Wij blijven daartegenover resoluut ons voorstel verdedigen. Weze het nu door “een openbare aanbesteding” of door “een test-aankoop-proef”: op deze wijze voeren we wel een garantie in op een uniforme aflevering bij alle apothekers; op deze wijze voeren we wel een garantie in op het bekomen van een “lage prijs”. Het VHP pleitte voor een evolutie naar een “vraaggestuurd geneesmiddelenebeleid”. Het TTVV biedt hiervoor specifiek twee elementen aan: 1. Het voorafgaandelijk vastleggen (via aanbesteding of via vergelijkende test) gebeurt uiteraard in functie van wat als effectieve noden (vraag) in de basiszorg wordt ervaren. 2. De afleveringsvorm, waarbij hoeveelheden beter kunnen afgestemd worden aan het voorliggende probleem, is ook een vraaggestuurd element.
H. M.
commissie geneesmiddelenbeleid VHP
4/ 5
TTVV
TherapieTrouw Versterkend Voorschrift
Voordelen van TTVV
Om af te sluiten geven we nog de voordelen van het beschreven voorstel. We beschrijven de voordelen vanuit het standpunt van de verschillende betrokken partijen. Voordelen voor de patiënt Uniformiteit en therapietrouw Gepersonaliseerde medicatie en therapietrouw Meer privacy bij afhalen van medicaties Minimale prijs Transparantie Voordelen voor de apotheker Uniformiteit Herwaardering rol van de apotheker (promotie voor het concept “huisapotheker”) Afbouw van stock-probleem Voordelen voor de voorschrijver De hele substitutiediscussie wordt vermeden. Er wordt een nieuwe therapievrijheid gegeven aan de arts: geen standaardverpakkingen. Uniformiteit Voordelen voor de maatschappij Uniformiteit en transparantie Geen standaardverpakking Planning Besparing Onafhankelijke vertegenwoordigers
H. M.
commissie geneesmiddelenbeleid VHP
5/ 5