Theologische Vorming Gemeenteleden Op zaterdag 23 augustus 2014 start het seizoen 2014/2015 met de leerjaren : 1, 2, 3 en 4. Locatie: Hoeksteen, Kroonnweide te Rijssen. Vanaf oktober 2014 worden de lessen weer in Sion gegeven. Cursuskosten: 165 euro p.p. per jaar. Echtparen 250 euro per jaar. (leerjaar 1,2 en 3). 4e jaar Studium Generale: 50 euro p.p. per jaar. Echtparen 75 euro. Doel cursus: • Vorming en toerusting vanuit de Bijbel voor gemeenteleden en andere geïnteresseerden door: • Verdieping van de kennis van de Bijbel en belijdenis. • Verwerking van persoonlijke geloofsvragen. • Geschiedenis van kerk en zending. • Bezinning en doordenking van de vragen die in deze tijd op ons afkomen, op dogmatisch en ethisch gebied. • Toerusting voor het vervullen van allerlei taken in de gemeente.
Uitgangspunten: De basis en de uitgangspunten van de cursus TVG liggen in het schriftgeloof volgens de artikelen 2t/m 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Wij belijden dat dit Woord van God niet is gezonden of voortgebracht door de wil van een mens, maar dat heilige mensen Gods, door de Heilige Geest gedreven, (het) hebben gesproken.” De cursus wordt gehouden om behulpzaam te zijn bij de vorming en toerusting van gemeenteleden en andere geïnteresseerden. Vakken. • Oude Testament. • Nieuwe Testament. • Ethiek. • Dogmatiek. • Gemeente Opbouw.. • Diaconaat/Pastoraat. • Kerkgeschiedenis • Catechetiek. Opzet. De totale cursusduur is drie jaar. Men kan natuurlijk wel na 1 of 2 jaar tijdelijk of voorgoed stoppen. De cursussen worden gegeven op zaterdagmorgen eens per twee weken. Voor het cursusjaar 2014/2015 starten we DV 23 augustus 2014 en eindigen we op 30 mei 2015. Locatie: Sion, J. Vermeerstraat, Rijssen. Tijd: 09.00-12.15 uur. (onderbroken door een koffiepauze). Aan het eind van elk cursusjaar is er overleg tussen de jaargroepen en de docenten, waarbij er geëvalueerd wordt. Opmerkingen en wensen van de cursisten worden ook besproken tijdens de vergadering van de docenten.
Toelatingsvoorwaarden en Studiebelasting. Er zijn geen specifieke toelatingsvoorwaarden. Ieder is welkom. Voor elk vak geven de docenten meestal opdrachten mee voor zelfstudie. Deze thuisstudie is niet verplicht. Studium Generale. In Rijssen wordt voor degene die de driejarige cursus hebben gevolgd een vervolg cursus aangeboden, het zogenoemde “Studium Generale”. Dit Studium Generale (4e jaar) bestaat uit acht lesmorgens per jaar. Elke docent neemt 2 uur per morgen voor zijn rekening, waarop hij een afgerond onderwerp aan de orde stelt. De werkvorm zal niet alleen bestaan uit lesgeven, er is ook alle mogelijkheid tot gesprek. De docenten zullen hier tijdig informatie over geven. Het cursusgeld voor deze serie van acht morgens bedraagt 50 euro p.p. per jaar en voor echtparen 75 euro. Aanmelden. U kunt zich aanmelden voor de gekozen cursus bij het secretariaat TVG Rijssen. Het is fijn als u dat vroegtijdig doet, tot uiterlijk 28 augustus 2013. Secretariaat: Ria Harbers. Stokmansveldweg 9. 7461 BM Rijssen.
[email protected] Tel. 0548-515929 Wijze van betalen. Voor 12 oktober 2013 naar rekeningnummer NL26RABO01140 53 545 t.n.v. Stichting Cursus Theologische Vorming. Penningmeester en PR. Dhr. G.J. van Putten, Dannenberg 9, 7461TH Rijssen, tel. 0548-514174, e-mail:
[email protected] Bankrekeningnummer 1140 53 545 Docenten. Nieuwe Testament: Ds. A.W.J. Theunisse, Groeneweg 1, 7688 RC Daarle, 0546-697234,
[email protected] Kerkgeschiedenis: Dhr. W.C. Groenewegen, G.A.zn.Brederodestraat 12, 7461 ZT, Rijssen, 0548516293,
[email protected] Oude Testament: Ds. J.W.Goossen, Begherstr. 5a, 7671BE Vriezenveen. Tel. 0546-561867.
[email protected] Diaconaat en Pastoraat: Ds. E. de Mots, J.W. Frisostr. 38, 7462GX Rijssen, 0548-519549,
[email protected] Dogmatiek: Ds. M.B. Plette, Garvesingel 82, 7672 AM Vriezenveen, 0546-561527,
[email protected] Ethiek: Ds. J.W. van Bart, Jacobsonstr.8b , 7642BZ Wierden, 0546-571698,
[email protected] Catechetiek: Dhr. G. Flim, Barmsijs 85, 7463 BB Rijssen, 0548-515288,
[email protected] Gemeenteopbouw: Ds. A.P.D. Zijlstra, Rosinckserve 11, 7447 BE Hellendoorn, 0548-546640,
[email protected] Cursusleider:
Ds. K. Hazeleger. Kievitstraat 2a. 7731ZE Ommen. Tel. 0529-467745. Voor vragen kunt u contact opnemen met het secretariaat. Nieuwe Testament Jezus Christus, de Zoon van God, is het hart van ons geloof en de hoeksteen van de gemeente van God. De boeken van het Nieuwe Testament getuigen van Hem. En van de Vader en de Heilige Geest. In het vak Nieuwe Testament onderzoeken we deze geschriften. Door onderzoek zijn we des te beter in staat ze te beluisteren, het Woord van God te horen en verbanden te ontdekken. Dit is wezenlijk voor ons persoonlijk geloofsleven en onmisbaar wanneer we enige vorm van gemeentewerk doen. Een schets van de opzet van dit vak in de drie cursusjaren: In het eerste jaar is de aandacht gericht op de vorming van het Nieuwe Testament tot één gezaghebbend geheel en op de Evangeliën en de Handelingen. Eén cursusjaar is gevuld met de brieven van Paulus en één jaar met Hebreeën, de katholieke brieven en de Openbaring. Niet alle boeken van het Nieuwe Testament kunnen afzonderlijk aan bod komen. In plaats daarvan wordt een selectie diepgaand behandeld. We onderzoeken wie het geschrift wanneer en in welke omstandigheden en met welk doel aan wie heeft geschreven. Welke lijnen lopen door dit geschrift? Welke verbanden zijn er met andere geschriften uit het Nieuwe (en Oude) Testament? Dit verdiepende onderzoek gaat alleen door heel nauwkeurig de teksten te lezen en te beluisteren. A.W.J. Theunisse.
Oude Testament In de christelijke kerk staat Jezus Christus centraal. Hij wordt met name in het Nieuwe Testament aan ons voorgesteld. Toch heeft de kerk – terecht – altijd volgehouden dat het Oude Testament nog steeds volop actueel is. Tijdens de cursus gaan we op zoek naar een dieper verstaan van dit deel van de bijbel. In jaar 1 kijken we met name naar de vorm van het Oude Testament, zeg maar het uiterlijk. Het Oude Testament is voor ons het eerste deel van de bijbel, maar dat is niet altijd zo geweest. Het Oude Testament is allereerst het boek van Israël. En: oorspronkelijk was het helemaal geen eenheid; de boeken die later het Oude Testament gingen vormen, bestonden eerst los van elkaar. We vragen ons af: hoe is die ontwikkeling gegaan? Waarom ging men op een gegeven moment bepaalde boeken anders bekijken dan andere boeken? Hoe bepaalde men welke boeken wel bij het Oude Testament moesten horen en welke niet? In jaar 2 gaan we meer aan de slag met de inhoud van het Oude Testament, zeg maar het innerlijk. We volgen de geschiedenis van Israël zoals het Oude Testament die beschrijft. We gaan daarbij ook op zoek naar de ‘prediking’ zoals die door de geschiedenis van Israël heen uit het Oude Testament naar voren komt. Wat is de boodschap van het Oude Testament? In jaar 3 tenslotte houden we ons bezig met de uitleg van bepaalde teksten van het Oude Testament. We nemen de tijd om een aantal gedeeltes grondig met elkaar te lezen en gaan op zoek naar de betekenis ervan. J.W.Goossen.
Kerkgeschiedenis
Hoe ontstond het christendom? Hoe was het mogelijk dat het zich zo snel verspreidde binnen het Romeinse Rijk? Hoe was het leven van de eerste christenen? Welke plaats namen zij in in de samenleving? Eerst vervolgd en later staatgodsdienst? In deze tijd ontstonden ook de eerste belijdenisgeschriften als die van Nicea en Athanasius. Wat vertellen die ons over die tijd en heeft dat ons nu nog iets te zeggen Augustinus een van de invloedrijkste kerkvaders. Van vrouwenversierder tot kerkvader en bisschop van Hippo. Beroemd om zijn eigen””Belijdenissen”. Minder bekend zijn de preken van hem. Kluizenaars. De grondleggers voor de latere kloosters. Wat waren dat voor mensen? Wat bewoog hen zich terug te trekken uit de samenleving? Kloosters als centra van beschaving in de donkere Middeleeuwen. De kerstening van Europa tussen 500 en 1000. En hoe preekte Gregorius de Grote eigenlijk? Wat vertelt de kunst ons over het geloofsleven in de Middeleeuwen. Erasmus, Luther en Calvijn, maar ook Leonardo da Vinci en Michel Angelo als grote figuren uit Renaissance en Hervorming. Dat leverde twee kerken op en nieuwe belijdenisgeschriften als de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Dordtse leerregels en de Heidelberger Catechismus In oude bijbeltjes staat, dat deze vertaling tot stand is gekomen op last van de Hoogmogende Heren Staten-Generaal der verenigde Nederlanden en volgens het besluit van de Synode Nationaal gehouden te Dordrecht, in de jaren 1618-1619. Maar wat wil dit alles zeggen. Nieuwe ontwikkelingen in de katholieke Kerk: de Contra Reformatie, maar ook bij de Protestanten: De Nadere Reformatie, het Piëtisme, de Puriteinen. Wat voor stromingen waren dat en wat vinden we daar nu nog van terug in onze christelijke kerken? God gaat gewoon door met Zijn werk in de wereld en de kerk blijft Zijn lichaam Nieuwe ontwikkelingen in cultuur en kerk door: de Verlichting, het Reveil, maar ook nieuwe scheuringen: de Afscheiding en Doleantie. Hoe gaat het verder met de kerk in de negentiende en twintigste eeuw? Welke rol spelen theologen en figuren als Kohlbrugge, Abraham Kuyper, Dittrich Bonhoeffer en Karl Barth? Waren zij kind van hun tijd of stuurden ze de kerk in de wereld? Hoe is de PKN tot stand gekomen? En welke toekomst heeft de kerk in Europa. Heeft de kerk nog antwoorden op vragen van deze tijd? Tenslotte: Hoe heeft de kerk de eeuwen door ernst gemaakt met de zendingsopdracht? Boeiend: De weg van Gods kerk door de eeuwen heen. De kerk een vorm van Gods handelen in onze wereld Docent kerkgeschiedenis: Wim Groenewegen
Dogmatiek Begripsbepaling. Dogmatiek is geloofsleer. Hoe denkt de kerk over een bepaald geloofsstuk, bijvoorbeeld, de maagdelijke geboorte van Christus? En hoe is in de geschiedenis van de kerk daarover gedacht? Daarop geeft de dogmatiek antwoord. Het is dus een vak dat nauw verbonden is met de geschiedenis der kerk. In de dogmatiek vatten we dus schriftgegevens samen. Daarmee wordt duidelijk dat wij niet de eerste christenen zijn, maar dat we staan in de traditie van de kerk der reformatie en van alle eeuwen. Als het gaat om de kernpunten van het christelijk geloof, beleden christenen in vroeger tijden hetzelfde als wij. En als zij soms bepaalde leerstukken anders beleden of beleefden was dat omdat zij in een andere tijd leefden dan wij. Het spreekt vanzelf dat de dogmatiek in de Rooms Katholieke Kerk anders wordt gefundeerd dan in de gereformeerde traditie. Dit verschil hangt samen
met het feit dat in de gereformeerde traditie de Schrift alleen beslist over het dogma en het desnoods corrigeert, terwijl in de R.K-kerk de kerk beslist over het dogma. Dat is een totaal andere benadering. Wat doe je vandaag met dogmatiek? Dogmatiek is van groot belang om: te beseffen dat je niet de eerste belijder en verdediger bent van de waarheid van God en Zijn Zoon Jezus Christus. We staan dus op de schouders van ons voorgeslacht. Dat maakt ons bescheiden en ootmoedig. Zij hebben dwalingen onderkend en afgewezen. Ze hebben door dieptepunten heen zicht gehad en gekregen op de hoogtepunten in de Schrift en dat ook opnieuw verwoord. Dat maakt ons vrijmoedig om de klassieke dogma’s der kerk eigentijds te belijden en te verwoorden. ons geloof te belijden en naar de wereld te verdedigen. Zo dragen we uit wat de Schrift ons voorzegt en wat altijd beleden is. Zonder dogmatistisch te worden houden we aan het christelijk en schriftuurlijk dogma vast en komen we daarvoor op omdat het hart van de kerk daarin klopt. de lijnen en kaders van de Schrift helder te hebben. Dogmatische bezinning geeft een scherpe belijning aan de kerkelijke arbeid zoals bijv. prediking, catechese en theologie. Zonder dogmatische bezinning blijft dit alles wat vaag en wazig verwoord. Dat maakt ons vrijmoedig om de klassieke dogma’s der kerk eigentijds te belijden en te verwoorden. M.B. Plette
Pastoraat en diaconaat Meer naar de praktijk van het kerkelijk leven komen o.a. vakken als pastoraat en diaconaat aan de orde. Dit zijn onderdelen van wat we noemen de praktische theologie. Ook het vak catechetiek valt daaronder, maar dat krijgt hieronder aparte aandacht. De inbreng van de cursisten vanuit de praktijk van de gemeente zal aan het volgen van deze vakken een levendig karakter geven. In het eerste jaar komt het pastoraat in meer algemene zin aan de orde. De eerste vraag is: Wat is pastoraat? Vervolgens: Hoe krijgt dit nu in de gemeente gestalte? Wat is een pastorale gemeente? We besteden aandacht aan achtergrond, doel en praktijk van het 'gewone' huisbezoek. Ook is het nuttig om ons enigszins te verdiepen in gespreksvaardigheden. En we gaan in op een vraag als; Hoe breng ik God ter sprake? In derde jaar proberen we bepaalde thema’s die in het pastoraat aan de orde zijn wat uit te diepen en concreter te maken. Daarbij valt te denken aan b.v. pastoraat rond het Heilig Avondmaal (heilstoe-eigening, geloofszekerheid) pastoraat aan zieken, pastoraat bij rouw, innerlijke genezing, pastoraat en hulpverlening (psychosociale nood), vermanen in het pastoraat. In het tweede jaar is het onderdeel diaconaat aan de beurt. Het diaconaat is verwant aan het pastoraat, maar verdient zeker aparte aandacht. Na een algemene verkenning (wat is diaconaat?) gaan we in op enkele achtergronden uit OT en NT (bv. verhouding barmhartigheid en gerechtigheid; Koning Jezus is Diaken; start van het diaconaat volgens Handelingen). Vanuit de kerkgeschiedenis zijn mooie staaltjes van diaconaat bekend, maar eerlijk gezegd ook slechte voorbeelden. Tenslotte gaan we meer praktisch naar de vraag hoe de diaconale roeping gestalte krijgt binnen de gemeente, in de samenleving en wereldwijd. E. De Mots.
Ethiek 2 Om er in te komen Hoe zou de samenleving eruit zien, als niemand zou stelen?
B5. Niet stelen Je mag je niet iets toe-eigenen, dat van een ander is. Het accent ligt in dit gebod op het heimelijk stelen. Denk aan de valse weegschaal (Hos. 12: 8). Roven mag ook niet, ook niet van de vrijheid (denk aan de verkoop van Jozef, Gen. 40: 15). ……………… B6. Alles is van God De onderliggende gedachte onder dit gebod is, dat alles van God is (Ps. 24: 1). Ook wat wij hebben, hebben we gekregen van God. Het recht op eigendom (dat er Bijbels gezien is) mogen we nooit verabsoluteren. ……………………………… B7. Bezit en geld Het Nieuwe Testament noemt geld een grote macht. In 1 Tim. 6: 10 heeft Paulus het over de geldgierigheid als de wortel van alle kwaad. Jakobus wijst ook duidelijk op dit gevaar. En in het Lukasevangelie komt het thema ook verschillende keren aan de orde (in de andere evangeliën ook, maar bij Lukas opvallend vaak). ………………………………. C3 Stellingen Eens een dief, altijd een dief Niet geven is ook stelen. Als je in de handel zit, kun je niet eerlijk zijn Zwartwerk moet een thema worden voor het `censura morum’ Wij dienen de Mammon door niet meer over te hebben voor de 3e wereld. De secularisatie heeft alles te maken met de Mammon. Een arme mag een brood stelen C4 Wat kunnen we leren over de omgang met geld van Lukas 16: 1-18. C5 De macht van het geld is in onze tijd een veel bedreigender macht dan die van de seksualiteit. J.W. van Bart.
Gemeenteopbouw Het vak gemeenteopbouw is een nieuw vak binnen de cursus. We staan stil bij tal van vragen die zich aandienen bij het gemeente zijn in de 21e eeuw. Verschillende gemeenten bezinnen zich op hun rol en roeping in deze tijd. Visies op zaken die lange tijd gemeengoed waren, worden opnieuw doordacht. Elke tijd brengt immers eigen vragen met zich mee. Welke invloed heeft de samenleving op de kerk? Wat is het eigene van de gereformeerde traditie? En wat is daarin onopgeefbaar? En hoe kun je als kerk tegelijkertijd midden in deze tijd en cultuur staan? Dat zijn zo een aantal vragen waar we bij stilstaan. We gaan daarbij ook in op missionair gemeente zijn, waar vandaag de dag veel over gesproken wordt. Tevens willen we enige helderheid verschaffen in het almaar groeiende veld van gemeenteopbouw, door verschillede modellen te bestuderen, waarbij we ook ingaan op de achtergronden en de theologie die erachter zit. We kijken welke trends en veranderingen zich afspelen, en hoe je daar vanuit onze traditie tegenaan kunt kijken. We begeven ons, anders gezegd, in het spanningsveld van traditie en vernieuwing. Binnen het vak gemeenteopbouw is ook aandacht voor een aantal andere deelgebieden. Zo staan we ook een aantal uren stil bij liturgie, is er aandacht voor homiletiek en de kerkorde. A.P.D. Zijlstra.
Catechetiek Inleiding Om als gemeente van Christus gestalte te kunnen geven aan haar taak in deze wereld is het van belang dat zij blijvend een lerende gemeente is. Binnen het totaal van activiteiten die de vorming en
toerusting van de gemeente beogen, neemt de catechisatie een belangrijke plaats in. Catechisatie is de leerschool die jongeren doorlopen vanaf hun 12e jaar of eerder, tot het moment dat de openbare geloofsbelijdenis wordt afgelegd. We leven in een zeer snelle tijd. Er zijn veel veranderingsprocessen, waarbij steeds meer Bijbelse normen en waarden onder druk komen te staan. Bovendien bieden zich voortdurend nieuwe religieuze bewegingen aan. Daarom is blijvend onderwijs onmisbaar. Voor een goede praktijk van de catechisatie is kennis van bijbels-theologische en historische achtergronden noodzakelijk. Alleen wie toegerust is, zal in staat zijn om in de catechisatie zijn of haar weg te vinden. Daarnaast dient de catecheet over pedagogische en didactische vaardigheden te beschikken. Inzicht in de leefsituatie van de jongeren, en principes van geloofsoverdracht kunnen niet gemist worden. Daarom willen wij binnen de cursus Theologische Vorming van Gemeenteleden tijd en ruimte maken om alle facetten van de catechese te behandelen en te toetsen binnen het gemeenteleven. Doelstelling De doelstellingen van het vak catechetiek laten zich als volgt omschrijven. : 1) we maken kennis met de Bijbelse betekenis van leren 2) we kennen de betekenis, de functie en doel van de catechese binnen de kerkelijke gemeente en in het bijzonder vanuit de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. 3) we kijken naar de leefwereld van de jongeren – wat is hun leefwereld en hoe steken zij sociaal emotioneel in elkaar. 4) we kennen de leerprocessen (curriculum) die gevolgd worden binnen het geheel van de catechisatie vanaf het eerste leerjaar tot en met de belijdenis. 5) daarbij leren wij hoe de organisatie van de catechese, binnen de gemeente, gestalte krijgt en hoe zij organisatorisch wordt uitgevoerd. 6) we leren daarbij hoe een catechetisch werkplan gemaakt moet worden gemaakt. 7) we maken kennis met diverse catechese methoden, maar ook met bijzondere vormen van catechisatie zoals huiscatechisatie; kindercatechisatie; mentorcatechisatie; huwelijkscatechisatie; doopcatechisatie; 8) we leren wat het belang van didactische werkvormen zijn en op welke manier wij didactisch modellen moeten gebruiken voor een catechese les. G.Flim.