Themadag Natuurvriendelijke Oevers, 19-09-2011 (STOWA en Rijn-West) Stand van zaken van de KRW maatregelen voor Natuurvriendelijke oevers In het uitvoeringoverleg van de KRW van de 8 Rijn West waterschappen is de wens uitgesproken een themabijeenkomst te organiseren omtrent de maatregel Natuurvriendelijke oevers (NVO). Doel hiervan is kennis en informatie uit te wisselen omtrent de KRW maatregel Natuurvriendelijke oevers. Dit verzoek is opgepakt en uitgewerkt door Leo Apon van WSHD, Elbert Schrama van HHNK, Marinka Amesz van AGV en Christa Groshart van HHSK. Door deze trekkers is een enquête opgesteld over de planvorming en aanpak van de KRW maatregel NVO en deze is naar de Rijn West coördinatoren van de waterschappen gestuurd. De resultaten van deze enquête vindt u in onderstaand document. In de samenvatting is een korte conclusie uit de reacties van de enquête gegeven. Naast informatie over de aanpak en organisatie van de uitvoering van de KRW maatregel NVO, is ook behoefte aan inhoudelijke uitwisseling over de uitvoering van deze maatregel. Daarom wordt op 19 september tijdens de themadag natuurvriendelijke oevers middels workshoppen getracht zoveel mogelijk informatie uit te wisselen omtrent: uitvoerbaarheidstoets, inrichtingseisen en locatiekeuze, grondverwerving, kosten en capaciteit, onderhoud, slim aanbesteden en uitvoeren. Van deze workshops zal een kort verslag worden gemaakt met de belangrijkste leer/aandachtspunten.
Samenvatting van de resultaten van de enquête Het aantal waterlichamen verschilt behoorlijk tussen de verschillende waterschappen, van 7 tot 54 waterlichamen. Onbekend is hoe lang/groot deze waterlichamen zijn. Van de 8 waterschappen legt een groot deel van de waterschappen in 25% tot 55% van de waterlichamen natuurvriendelijke oevers aan. HHD legt in alle waterlichamen natuurvriendelijke oevers aan en HHR slechts in 4% van de waterlichamen. Ook het aantal kilometers natuurvriendelijke oever wat door de verschillende waterschappen wordt aangelegd, verschilt: van 17 km en 6 ha tot 112 km en 17 ha. Onbekend is of er voor de KRW ook nog NVO’s worden aangelegd buiten de waterlichamen. HHSK, HHD, AGV en HHNK leggen de NVO’s aan in zowel stedelijk, als natuur- en agrarisch gebied. WR legt alleen aan in agrarisch gebied. WSHD en HHR leggen niet aan in stedelijk gebied en HDSR niet in agrarisch gebied. De meeste waterschappen zijn gestart met de voorbereiding van de aanleg van alle NVO’s. Een klein deel van de maatregelen (2,5 tot 20%) is al gereed. WSHD en HHNK zijn slechts met een deel van de maatregelen gestart. Voor HDSR is onbekend hoeveel km in uitvoering is of gereed is. Er zijn 3 waterschappen die denken dat alle voor de KRW aangegeven km’s NVO voor eind 2015 gerealiseerd kunnen worden. 3 waterschappen hebben maatregelen getemporiseerd en 2 daarvan hebben de deadline verschoven naar 2017. Een ander waterschap kan de aangegeven km’s niet realiseren vanwege technische en maatschappelijke belemmeringen. De organisatie rondom de KRW maatregelen is door de meeste waterschappen via een KRW coördinator of programmamanager geregeld. Bij WSHD en AGV wordt de aanleg getrokken door de afdeling planvorming en de afdeling realisatie resp. afdeling voorbereiding. Bij WR is team Dijken, water en wegen de trekker. De sturing op de aanleg van NVO’s door andere partijen is zeer wisselend. Bij enkele waterschappen is er geen tot weinig sturing. Anderen nemen dit mee in gezamenlijke projecten. In 1 geval worden derden aangesproken op de gemaakte afspraken. De geraamde kosten van aanleg variëren tussen €65 en €195,-/m oever excl. voor lijnvormige wateren en tussen €50.000,- en €1.000.000,-/ha voor plassen. Over de meest bepalende kosten zijn de waterschappen vrij eensgezind: grondverzet, vooroever of onderwaterbeschoeiing, aanplant en grondverwerving. Niet alle waterschappen kopen echter grond aan. WR en WSHD kopen de grond aan. AGV, HHR en HHSK kopen juist geen grond aan terwijl de anderen alleen in sommige gevallen grond aankopen.
Alle waterschappen hebben de aan te leggen NVO’s aan gegeven als zoekgebied binnen de waterlichamen. De uitwerking van de aanleg van de NVO van zoekgebied naar exacte aanleglocatie wordt door HDSR, HHD gedaan in een gebiedsproces. Andere kijken vooral naar eigendomssituatie en lokale factoren. Op de vraag wanneer een NVO KRW proof is komen zeer verschillende antwoorden. Wel is duidelijk dat een ieder hiervoor een eigen streefbeeld/profiel heeft opgesteld. De genoemde breedten verschillen nog al. Het onderhoud van het natte profiel van de NVO wordt in wateren die in beheer zijn van het waterschap door waterschap uitgevoerd. De aanliggende droge NVO wordt veelal door de eigenaar van de grond uitgevoerd. In een aantal gevallen koopt het waterschap de grond aan zodat zij ook hier het onderhoud uitvoeren. Waar derden verantwoordelijkheid hebben worden de afspraken vastgelegd in beheerovereenkomsten.
HHSK HDSR HHD WSHD AGV HHNK HHR WR
HHSK HDSR HHD WSHD AGV
HHNK HHR
WR
Hoeveel waterlichamen heeft je waterschap? 23 waterlichamen waarvan 3 plassen 30 7 41 30 54 45 31 In hoeveel waterlichamen worden in de periode 2010-2015 natuurvriendelijke oevers aangelegd? In 9 waterlichamen waarvan 2 plassen (=39% van de waterlichamen) Van 1 is een gemeente trekker 13 (=43% van de waterlichamen) 7 (=100% van de waterlichamen) 16 (=39% van de waterlichamen) Totaal 8, waarvan per trekker (=26% van de waterlichamen) 4 (AGV) 1 (gemeente) 3 (provincies) 20 (=37% van de waterlichamen) 2 (Nieuwkoop, Reeuwijkse plassen) (=4% van de waterlichamen) + op div locaties langs boezem waterlichamen icm kadeverbeteringen In database van Brussel tot 2015 staat ca 60 km aan nvo 17 (=55% van de waterlichamen)
HDSR
Hoeveel km of ha is dat in totaal? 16,5 km en 5,5 ha Waarvan 2km door een gemeente 46 km
HHD
17 ha en 2 stuks
WSHD
21 km
AGV
Totaal 46,05 km, waarvan 31,55 km door AGV 2,5 km door gemeente
HHSK
Aantal km of ha als onderscheid wordt gemaakt in type gebied: in planvoorbereiding: 11,5 km en 5 ha in uitvoering: 0 km Gereed: 5 km en 0,5 ha In planvoorbereiding: 7,5-11 km In uitvoering: ? Gereed: ? In planvoorbereiding: 17 In uitvoering: 0 Gereed: 2 stuks In planvoorbereiding: 500m In uitvoering: 0m Gereed: 1 km In planvoorbereiding: 31,55 In uitvoering: Gereed:
% 80% 20% 25% ? ? 90% 10% 2% 5% 100% -
HHNK
HHR
12 km door provincies 112 km resultaatverplicht + 101 km inspanningsverplicht (t/m 2014 wordt 94 km aangelegd: 81 als resultaatsverplichting en 13 km als inspanningsverplichting) Totaal Indicatief 20 km (20102015)
st.v.z. 1 juli 2011 (rapportage 1 december 2010) In planvoorbereiding: 36 km In uitvoering: 5,4 km Gereed: 10,5 km
Tov 81 km
In planvoorbereiding: ca 17 km In uitvoering: 0 (vanaf 2012) Gereed: ca 3 km In planvoorbereiding: 82 In uitvoering: Gereed: 2
85% 15% 97,5% 2,5%
45% 7% 13%
WR
Gepland 126 km tot en met 2015; ambitie is inmiddels bijgesteld naar 84 km in 2015
HHSK
stedelijk gebied: 5,7 km en 0,5 ha (incl. Bergse en Kralingseplas) Natuurgebied/Recreatiegebied: 5 km en 5 ha (EGB en Rottemeren) agrarisch gebied: 5,8 km Stedelijk gebied: schatting 20% Natuurgebied: schatting 40% Stedelijk gebied: nog onbekend Natuurgebied: 2 stuks Agrarisch gebied: nog onbekend Stedelijk gebied: 0 km Natuurgebied: 1 km Agrarisch gebied: 20 km Stedelijk gebied: 2,5 km (Noorder IJplas door gemeente) Natuurgebied: 6 km (faunaverbinding + compensatie N201 door provincie) Recreatie+natuur: 20 km (Loosdrechtse Plassen door AGV) Agrarisch gebied: 8,55 km (Spiegelplas, Mijdrechtse Bovenlanden door AGV) Boezem, lintbebouwing, weg over dijk: 3 km (Vecht door AGV) Stedelijk gebied: Natuurgebied: geen onderscheid Agrarisch gebied: Stedelijk gebied: Natuurgebied: 15 km Agrarisch gebied: Ik beschouw kades boezem even als buitengebied: 5 km Stedelijk gebied: 0 Natuurgebied: 0 Agrarisch gebied: 84
HDSR HHD
WSHD
AGV
HHNK
HHR
WR
HHSK
HDSR HHD
Gaat het lukken om het richting Brussel aangegeven aantal km of ha ook daadwerkelijk voor eind 2015 te realiseren? Zo nee, waarom niet? Het gaat niet lukken om alle aangegeven km te realiseren omdat dit vanwege technische en maatschappelijke belemmeringen niet geheel te realiseren is. Wel kan goede motivatie worden gegeven waarom niet alle kms te realiseren zijn. Waarschijnlijk wel. Alleen die NVO’s zijn in fase tot 2015 die al vanaf het begin in watergebiedsplannen e.d. zijn opgenomen. Ja. Wel zijn er risico’s die tot vertraging kunnen leiden, nl: - Ruimtelijke planvorming blijft (door crisis) achter en dus het vrijkomen van de mogelijke lokaties voor nvo’s en het tegen lagere kosten aanleggen van nvo’s (meelift voordelen).
WSHD AGV
HHNK
HHR
WR
HHSK
HDSR
HHD WSHD
AGV
HHNK
HHR
WR
- Ruimte is erg duur (kosten grond): het moet wel financieel haalbaar blijven (niet al het grond kan aangekocht worden) Dat gaat niet lukken. Daarom heeft het bestuur va WSHD er voor gekozen de grens te verleggen naar 2017 Wel als km en beoogde breedtes omgezet mogen worden in hectares. Dit geldt met name in Loosdrechtse Plassen waar niet lengte maar wel oppervlak kan worden gerealiseerd. Nee, bestuurlijk is de keuze gemaakt om te temporiseren tot 2017 (i.p.v. 2015) en te starten met een rompprogramma voor 94 km nvo (i.p.v. 112). Bovendien gaan meerdere combinatiemogelijkheden door de kredietcrisis (m.n. nieuwbouw en gebiedsontwikkelingen) en rijksbezuinigingen (m.n. EHS en RODS) niet door. Veel beoogde locaties blijken niet geschikt en prioriteit en (personele)capaciteit zijn beperkt. (t/m 2015 ca 60 km nvo)Nee. Omdat een aantal waterlichamen (met aanzienlijke lengte nvo’s) in de tijd om diverse uiteenlopende redenen zijn getemporiseerd. In twee N2000 gebieden (Stein resp De Wilck; totaal ca 32 km) worden geen nvo’s gerealiseerd maar wordt met terreinbeheerder gekeken wat via onderhoud kan worden gerealiseerd. Nee, realisatie blijft achter Hoe is de uitvoering van de KRW maatregelen in jouw organisatie geregeld? Wie is verantwoordelijk?: Hoofd afdeling watersysteem heeft dit gedelegeerd aan KRW coördinator (afdeling Integrale Plannen en Projecten) Wie is trekker? KRW coördinator; De KRW coördinator i.o.m. NVO coordinator Wie is verantwoordelijk? Afdeling watersysteembeheer Wie is trekker? Afdelingshoofd, gedelegeerd aan KRW-regisseur & KRWuitvoeringscoordinator Wie is verantwoordelijk? Programmamanager Schoon Water Wie is trekker? Verschillende projecttrekkers Wie is verantwoordelijk? Afdeling planvorming Wie is trekker? Afdeling planvorming in de planvormingsfase en afdeling voorbereiding in de uitvoeringsfase Wie is verantwoordelijk? lijnorganisatie (team realisatie, afd. planvorming en realisatie, sector Watersysteem) Wie is trekker? Projectleider Wie is verantwoordelijk? In 2009 is verantwoordelijkheid uitvoering KRW maatregelen conform onderstaande tabel toegekend. Voor de regie (binnen HHNK), terugkoppeling met directie en bestuur en afstemming Rijn West levert de afdeling planvorming een KRW coördinator. De investeringsmaatregelen (m.n. vismigratie en NVO’s) werden uitgevoerd onder regie van het programmabureau van HHNK. Eind 2010 heeft het programmabureau haar opdracht aan de directie teruggegeven. De afdeling Planvorming heeft dit interim overgenomen. Deze zomer wordt een nieuw KRW programmaplan vastgesteld. Wie is trekker? Programmabureau Wie is verantwoordelijk? Afdelingshoofd afdeling plannen en projecten. Ondersteunt door programmamanager Gezond Water. Uitvoering ligt bij team projecten en bij afdeling bouwzaken Wie is trekker? projecten zijn neergelegd bij div proces-/projectleiders die eea trekken Uitvoering bestaat uit verschillende stappen: grondige vegetatieopnamen en verkenning mogelijkheden, ism bewoners vaststelling beschikbare locaties, gefaseerde aanleg en monitoring. De aanleg gaat vergezeld van een omvangrijk gebiedsproces. Wie is verantwoordelijk? team Dijken, Water en Wegen Wie is trekker? team Dijken, Water en Wegen
HHSK HDSR HHD
WSHD AGV HHNK
HHR
WR
HHSK
HDSR HHD
WSHD AGV HHNK
HHR WR
HHSK
HDSR HHD
Hoe stuurt jouw waterschap op maatregelen die door andere organisaties moeten worden uitgevoerd? NVO coördinator heeft contact met deze partijen Van 5 NVO’s zijn externen de trekker (2x gemeente). NVO’s worden in gezamenlijke plannen (synergieprojecten e.d. ) opgenomen en uitgevoerd. In Delfland is een ‘Bestuursovereenkomst KRW-Delfland’ getekend. Hierin zijn afspraken gemaakt met de gemeenten en Delfland over de uitvoering van de KRW in het gebied. Minimaal 1 maal per jaar komen de bestuurders bijeen en wordt de stand van zaken en aanpak besproken. Sturing vind plaats in dit overleg en tevens op ambtelijk niveau. Sturing wil ik het niet noemen, gemeenten hebben hun eigen verantwoordelijkheid tav resultaat verplichte maatregelen uitvoeren, wel hebben met elkaar afspraken gemaakt tav de uitvoering van maatregelen. Met de provincie en terreinbeheerder, die beide een opgave hebben in het gebied, spreken we bilateraal of tijdens besprekingen van concrete projecten. Door participatie in projecten van derden Niet Programmamanager spreekt derden aan op gemaakte afspraken (vastgelegd in bestuursbesluit KRW “Samen werken aan schoon Water” en samenwerkingovereenkomst waterplannen e.d.) Vaak geringe sturing of indirect. Laten we meelopen in de reguliere overleggen met bijv provincies, gemeenten via de diverse accounts. De afdeling plannen maakt afspraken met oa. Gemeenten in stedelijk waterplannen en Agrarisch natuurverenigingen en Natuurbeheerders Is het nodig grond te verwerven voor de aanleg van de natuurvriendelijke oevers? Zo ja, op welke manier gebeurt dat? In de meeste gevallen is een overheidsinstantie eigenaar van de aanliggende grond. In het geval particulieren eigenaar zijn worden deze benaderd om de grond aan te kopen. Verder heeft HHSK in het veenweidegebied als KRW maatregel het hebben van een subsidieregeling opgevoerd. Deze regeling is opgesteld. In het kader van de watergebiedsplannen In sommige gevallen wel. Soms wordt grond van anderen gebruikt (gemeenten), soms van Delfland. Als grond aangekocht wordt proberen we dit zo goed mogelijk onderling met betrokkenen af te handelen. Bijna standaard. We gaan dus de boer op en kopen grond aan. Nee Gedeeltelijk. 20 km van 94 km Rompprogramma, 31 km van 112km met resultaatverplichting. Op basis van vrijwilligheid (groen/blauwe dienst) en aankoop. Nee Ja, bij voorkeur wel. Gebeurd door quick-scan uit te voeren naar mogelijkheden in het gebied en gebeurd op vrijwillige basis. Wat is de meest kostenbepalende factor bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers? Aanleg van een benodigde onderwaterbeschoeiing of vooroever Inplanten of toepassen vooringezaaide of vooringeplante matten Afvoeren uitkomende grond. Aankoop grond Aan- of afkoop van gronden en herbruikmogelijkheden voor afgegraven grond 1. Als nodig: grond aankoop
WSHD AGV
HHNK HHR WR
2. Als ze aanwezig zijn: kabels en leidingen Grondaankoop en inrichting ongeveer 50-50 Grondverwerving Beschoeiing Aanplant Grondaankoop, grondwerk en beschoeiing Grondverzet Beschermende vooroevers grondverwerving Welke eenheidsprijs heeft je waterschap gebruikt om de kosten te ramen? (in kosten per km of ha)
Aanlegkosten Per km of ha (zonder grondverwervin g)
HHSK
€130,- per m oever (gebaseerd op een oever van 4m breed met onderwaterbeschoeiing zonder aankoop van gronden en zonder inplant; incl 10% voorbereiding, 10% directie en 10% onderzoekskosten, 5-20% onvoorzien en incl BTW) In principe zoveel mogelijk proberen te realiseren zonder grondaankoop; dus eerst mogelijke locaties bij collega-overheden zoeken
130.000,- incl. (omgerekend 65.000,-tot 76.000,- excl.)
HDSR
Investering: € 88.000, grondverwerving: € 25.000, onderhoud: € 1.500,- per km, uitgaande van 5 m breedte (dit zijn kale realisatiekosten, zonder posten voorbereiding, btw, onvoorzien). 1 miljoen per ha
88.000,- excl.
In principe de richtlijnen van de Grontmij, zie bijlage. Soms de kosten uit het betreffende project als er al wat liep. Vaak aankoop € 50.000,-/ha en inrichting
50.000,-/ha
HHD WSHD
AGV
€50.000,-/ha. Natuurvr.oever < 3 m breed, excl. plantjes en beschoeiing - totale oeverlengte (m) € 98 Natuurvr.oever > 3 m breed, incl. plantjes en beschoeiing - totale oeverlengte (m) € 195 Aanleg vooroeververdediging - totale oeverlengte (m) € 147
1.000.000,-/ha
98.000,- tot 195.000,- excl.
Dit betreft kale kosten inclusief toeslagen : ontwerp, voorbereiding 25% directie, toezicht 25% onvoorzien 30% BTW 20% HHNK
Voor de berekening van de kosten is er gewerkt met normbedragen. Hierbij is er rekening gehouden met de eigendomssituatie (wel of geen grondaankoop nodig) en of er oeverbeschoeiing aangelegd moet worden. De volgende normbedragen gehanteerd: Uitvoeringskosten aanleg natuurvriendelijke oever € 60.000,- per km Uitvoeringskosten onderwater beschoeiing € 60.000,- per km Grondaankoop € 18.000,- per km
120.000,-
De interne uren die nodig zijn voor de planvormingfase en coördinatie van de NVO-projecten zijn apart opgenomen in het rompprogramma (lijn NVO - interne uren). Er is een schatting gemaakt dat er per jaar 2 fte nodig is voor de planvorming (advies en coördinatie) € 221.000 per jaar.
HHR
Nvo’s (ex evt grondaankoop van eigenaar): Eerste SSK ramingen geven voor de veenplassen een prijs van ca €300,-/m. Verwachting is dat marktprijs lager zal uitvallen. In boezemgebied houdt Rijnland rekening met een prijs van ca €150,-/m. Kan het (bijv kadeverbeteringen) werk met werk worden uitgevoerd dan gaat de raming richting ca €100,-/m.
150.000,- tot 300.000,-
WR
HHSK HDSR HHD WSHD AGV HHNK HHR WR
HHSK
HDSR HHD
WSHD
AGV
HHNK
HHR
WR
Tussen € 125.000 en € 175.000
125.000,- tot 175.000,-
Zijn de aan te leggen natuurvriendelijke oevers aangegeven als zoekgebied binnen het waterlichaam of is de locatie al bekend? Deels zijn de locaties al bekend en deels is er sprake van een zoeklocatie waarbinnen de opgave gerealiseerd moet worden. zoekgebied Als zoekgebied Als zoekgebied binnen het waterlichaam Zoekgebied Als zoekgebied Zoekgebied, tijdens planvorming wordt locatie concreet De aan te leggen NVO’s zijn aangeduid als zoekgebied (waterlichamen en deel op waterlichamen afwaterende wateren) Hoe is de stap van zoekgebied naar exacte locatie doorlopen? Dit is gedaan door een veldbezoek waarbij is gekeken naar beschikbare ruimte, drooglegging, obstakels, beschaduwing, vraatdruk, stroming, riooloverstorten, kwaliteit van evt. aanwezige beschoeiing en of kostenefficiënte aanleg mogelijk is (bijvoorbeeld een NVO langs perceelskoppen is kostentechnische veel duurder dan langs een geheel perceel). Verder in kaart brengen van kabels en leidingen, in kaart brengen bestemmingen volgens bestemmingsplan, bodemkwaliteit, archeologische waarden en overleg met de eigenaren/beheerders. Aan de hand van al deze factoren Uitwerking in concrete watergebiedsplannen, inrichtingsplannen. Onderzoeken voor NVO’s na 2015 worden in de periode tot 2015 opgestart Deze is nog bezig. Dit doen we in een gebiedsproces. Eerst brengen we de kansen in kaart daarna beoordelen we de locaties inhoudelijk: kosten, ecologie, techniek. Dit wordt vervolgens aan het ‘Bestuurlijk Overleg KRW-Delfland’ voorgelegd en aan het bestuur van Delfland. Moet veelal nog gebeuren. Normaal kijken we waar grond beschikbaar is van mede-overheden, waar grond aangekocht kan worden, wara fysieke beperkingen zijn (bebowuing, waardevolle bomen), waar de grond al of niet vervuild is ed. In beeld brengen exacte eigendomssituatie en verantwoordelijkheden beheer en onderhoud. Keukentafelgesprekken met eigenaren en/of aanwonenden en/of gebruikers. In 2008 is op basis van de eigendomsituaties, toekomstige ontwikkelingen en lokale beperkingen een haalbaarheidstoets uitgevoerd en zijn mogelijke locaties bepaald. Aanvankelijk werd bij de start van de projecten de zoekgebieden en mogelijke locaties als vast gegeven gezien. Bij nader inzien bleek op veel locaties de aanleg van een nvo niet realiseerbaar. We hebben daarom nu een voorverkenning in het veld ingelast, voorafgaand aan de echte projectindeling. Dat geeft ook ruimte om nieuwe kansen mee te nemen. Verder gebruiken we onderstaand schema als spoorboekje tijdens de projecten. Zie stappenschema Reeuwijkse plassen: In gesprek met alle eigenaren. Diegene die oevers wilde “afnemen” zijn betrokken in verdere proces. Boezem: nvo’s lopen (zo mogelijk) mee in kadeverbetering strekkingen Nieuwkoop: vanuit historische kaart bepaald waar legakkers (incl nvo’s) te herstellen Er is een kaart geleverd aan uitvoerende afdeling maar onvoldoende verankerd
HHNK Stappenschema natuurvriendelijke oevers Fasen
Hoofdactiviteiten
Acties
(be)trekken intern
Verkennen gebiedsopgaven
Vanuit KRW-opgave en doelen mogelijke locaties en zoekgebieden bepalen. Doelbepaling: welk planadvies+onderzoek watertype streven we na en op welke punten moeten we verbeteren om een stap hoger op de KRWmaatlat te komen? Op grond daarvan principeprofielen bepalen. Check monitoringspunten
Verkennen combinatiemogelijkheden
Zowel in- als extern. M.n. letten op versterking boezemkades, waterberging, gemeentelijke plannen en plannen NBO Inventariseren eigendommen, quick scan aanwezigheid kabels- en leidingen Globale actorenanalyse en verkennen draagvlak Samenwerkingsmogelijkheden inschatten, mede i.r.t. eigendom, beheer, combinatiemogelijkheden Verkenning subsidiemogelijkheden en medefinancierng Geldende beheersafspraken en beoogd beherende partijen Quick scan bestaande gegevens en inschatting benodigd aanvullend onderzoek
Betrekken extern
1 Initiatiefase
Verkennen Verkennen Verkennen Verkennen Verkennen Verkennen
eigendomssituaties draagvlak samenwerkingsmogelijkheden financieringsmogelijkheden beheersafspraken onderzoeksgegevens
planadvies + pm waterveiligheid, wateroverlast, waterplannen en grondzaken of voorbereiding planadvies+regioadviseurs planadvies projectleider+subsidiedeskundige beheer+planadvies onderzoek+planadvies
Resultaat verkenningsfase: Advies locatiekeuze en inrichtingseisen 2 Definitiefase Bepalen locatie(s)
Nader bepalen locatiekeuze: medewerking grondeigenaren, kabels en leidingen, verwacht effect op ecologische kwaliteit, combinatiemogelijkheden, etc. uitwerken en verzegelen Samenwerkingsconvenant (incl. beheerafspraken)Samenwerkingsafspraken met externe partijen nader (contract/convenant). Afspraken over wie het beheer gaat doen, vergoedingen (blauw-groene diensten). Grondverwerving Onderhandelingen mbt grond, taxatie, koopovereenkomst, notaris en kadaster Actorenanalyse & communicatieplan Kostenraming Schetsontwerp (incl. kostenraming) Procedures & vergunningen
planadvies projectleider+beheer+juridische zaken
grondzaken
Actorenanalyse, communicatieplan, informatieverstrekking start voor betrokkenen (en directe omgeving?) Begroting, medefinanciers, subsidiekansen en voorwaarden
planadvies+communicatie+relatiebeheer der voorbereiding+subsidiedeskundige
Nadere uitwerking inrichting- en beheerplan. Varianten, cultuurhistorie, landschap, natuur, recreatie, Proceduresbeheerplan. en vergunningen voorbereiden en (in)plannen (check: bestemmingsplan/omgevingsvergunning, projectplan/watervergunning, aanlegvergunning/ ontgrondingvergunning, FF-wet, NB-wet, kapvergunning, depotvergunning)
projectteam planadvies+juridische zaken
notaris
Resultaat locatiefase: Schetsontwerp en samenwerkingsovereenkomst 3 Ontwerpfase Onderzoeken
Natuurtoets (Natura 2000, F&Fwet, Vogel- en habitatrichtlijn, etc.), bodemonderzoek (bodemkwaliteitskaart), archeologisch onderzoek (incl. cultuurhistorische waarden, gemeentelijk beleid is uitgangspunt), KLIC, planschaderisicoanalyse, fijnstof, wildschade, Ontwerpopdracht uitzetten bij extern bureau. Van schetsontwerp naar definitief ontwerp
onderzoek+waterproof en planadvies
projectleider + projectteam
adviesbureau
Beheersplan
Geen interactief planproces, tenzij complex, ingrijpend in omgeving, verwachte weerstand. Indien interactief:beheerplan, traject opzetten voor planvorming met betrokkenen en omgeving. Uitwerking afstemming met beheersorganisaties
projectleider + communicatie + relatiebeheerder projectteam
adviesbureau of zelf
Ruimtelijke procedures starten Financieringsmogelijkheden benutten
planadvies Subsidies aanvragen, combinatiemogelijkheden, stapeling gelden, administratie, accountantscontrole projectleider+subsidiedeskundige
Programma van eisen
werkomschrijving
Inrichtingsplan Interactief proces
adviesbureau
planadvies+voorbereiding+beheer
Resultaat ontwerpfase: Inrichtingsplan, Beheerplan en Programma van eisen 4 Bestekfase T echnisch ontwerp
Technisch ontwerp
voorbereiding
adviesbureau
Bestek en raming
Besteksuitwerking en - raming
voorbereiding
adviesbureau
Vergunningen aanvragen
Projectplan, verslechterings en verstoringstoets (in gebieden die vallen onder Natura 2000, of binnen 3 kmdirect daarvan), Informeren betrokkenen + omgeving
voorbereiding+planadvies
Meetpunten bepalen, nulmeting starten
planadvies+onderzoek
Inspraak
communicatie
Resultaat: bestek en vergunningen 5 Realisatiefase Monitoring Aanbesteding Uitvoering Oplevering Communicatie
waterproof
voorbereiding+inkoop controle op uitvoering, afstemmen met gemeenten en eigenaren, bewaking voortgang
voorbereiding
aannemer
voorbereiding+beheer
aannemer
Informeren (planning, voortgang, overlast, afronding)
projectteam + communicatie
Overdracht beheer Verwerking in beheerregisters
Betrekken beheerpartners, mits extern Legger, onderhoudskaarten en -register, schouwkaarten
voorbereiding+beheer+programmamanag NBO voorbereiding+Geobureau
T erugkoppeling resultaat
Direct betrokkenen + omgeving
communicatie
Uitvoering beheer
controle op uitvoering, afstemmen met gemeenten en eigenaren en verrekening kosten
beheer
Resultaat realisatiefase: Oplevering 6 Nazorgfase
HHSK
HDSR
HHD WSHD AGV
HHNK
Wanneer is een natuurvriendelijke oever KRW-proof? Dat weten we niet precies. We streven nu een percentage van ca. 10% van het wateroppervlakte na wat begroeid moet zijn met oevervegetatie met een interne dichtheid van 50%. Verder hebben we een PVE en een streefbeeld opgesteld van in het beheergebied haalbare vegetaties. Vanwege kosteneffectiviteit leggen we zelf oevers aan die minimaal een 2m breed nat profiel hebben. Wanneer hij gemiddeld ten minste 5 meter breed en een aquatische zone omvat met een minimale waterdiepte (dus niet alleen maar flauwe oevers rond of boven waterniveau). Als de nvo is aangeslagen en het onderhoud de gewenst doelsoorten op levert. Goede vraag. Hebben we geen normen voor. Veelal kijken we wat haalbar is. Als beheer en onderhoud ook goed zijn geregeld. Als de gewenste groepen organismen ook van de oevers gebruik gaan maken. Als de gewenste structuur en vegetatie aanslaat. Als deze bijdraagt aan de KRW doelen, met name door een verbetering van de
HHR WR
HHSK
HDSR HHD
WSHD
AGV
HHNK HHR WR
biologische kwaliteitselementen macrofyten, macrofauna en vissen. Daarvoor moet een nvo bestaan uit een flauw onderwatertalud (ten minste 2 m breed), een plasberm (ten minste 1 m breed) en een overgangszone van nat naar droog (ten minste 1 m breed). De inrichting (alle onderdelen tezamen 4-6 m breed) en omvang (> 0,5 km) moet robuust zijn. Voor plassen: een breedte van tenminste 3 meter waarvan 1 meter op het land en twee meter op het water. Talud van maximaal 1:3 Als inrichting conform nvo profielen is Breedte nvo is afhankelijk van breedte watergang en de aankoopmogelijkheden. Meestal wordt ongeveer 12 meter aangekocht. Hoe is het beheer en onderhoud van de oevers geregeld? Waterschap, agrariër tegen vergoeding, gemeente, ……… Het beheer van de natte oevers wordt veelal door HHSK uitgevoerd. Het beheer van de droge oevers door de aanliggende overheidseigenaar. Er worden met die partijen beheerovereenkomsten gemaakt. Agrariërs die gebruik maken van de subsidieregeling krijgen geen beheervergoeding. Er wordt nog gewerkt aan een beleidskader hiervoor. Op dit moment is het meestal het waterschap. Het onderhoud wordt uitgevoerd door de eigenaar van de grond van de nvo. Dit is of het waterschap of een gemeente. In sommige gevallen zijn andere afspraken gemaakt met de gemeenten waarbij waterschap het onderhoud pleegt van nvo van gemeente. Er wordt op dit moment uitgezocht of agrariërs een bijdrage kunnen leveren aan het onderhoud. In principe wordt de oever het eigendom van het waterschap en onderhouden we zelf de oever. Soms doen derden dat (SBB, recreatieschap). Bij gemeenten wordt de gemeente de onderhoudsplichtige. Daar waar AGV zelf verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud wordt dit intern geregeld door op te nemen in de onderhoudsplannen. Daar waar derden die verantwoordelijkheid hebben worden overeenkomsten afgesloten. Volgens onderstaand kader en op basis van beheerplan en -overeenkomst. Onderhoudsplichtige voert het onderhoud uit (in veel gevallen is dat Rijnland zelf) Het beheer en onderhoud wordt alleen door waterschap uitgevoerd in de wateren die in beheer zijn bij waterschap
HHNK Aanleiding en doel In de periode 2009 t/m 2014 worden conform het KRW programma 95 km natuurvriendelijke oevers aangelegd. In de initiatiefase (1) van de projecten worden de beheersafspraken verkend en in de definitiefase (2) worden deze vastgelegd. De insteek van HHNK t.a.v. de beheersafspraken moet op programmaniveau worden vastgesteld. Doel is om zo duidelijk en eenduidig mogelijke beheersafspraken te maken. In de ontwerpfase (3) worden de beheersafspraken uitgewerkt in een beheerplan. Momenteel stagneert de uitvoering van (enkele) projecten, omdat de insteek van HHNK t.a.v. de beheersafspraken nog niet duidelijk is. Voor de beheersafspraken is afstemming nodig met de beheersafspraken over de bestaande natuurvriendelijke oevers en de mogelijkheden en uitwerking van blauw-groene diensten. Uitgangspunten voor de beheersafspraken zijn: 1. HHNK, afdeling beheer is verantwoordelijk voor het onderhoud van de natuurvriendelijke oever; 2. Beheersafspraken voldoen aan ons beleid (o.m. keur, groen-blauwe diensten, aanbestedings-beleid). Beheersafspraken natuurvriendelijke oevers 1.1 De onderhoudsgrens ligt in principe op de waterlijn. HHNK onderhoudt het waterdeel, inclusief de plasberm. De aanliggende eigenaar onderhoudt de droge oever. Afhankelijk van de (KRW) doelen op de overgang van nat naar droog wordt de wijze van onderhoud van de droge oever voorgeschreven (bv. afvoeren maaisel). Indien er sprake is van extra kosten worden deze vergoed. 2.1 Het onderhoud van natuurvriendelijke oevers kan worden uitbesteed aan: a. zoveel mogelijk aan de afdeling onderhoud; b. Landschap Noord Holland (onder voorwaarde dat dit volgens het aanbestedingsreglement onderhands kan worden aanbesteed, wordt nagegaan). SBB en NM voor zover het hun eigen gronden betreft; c. Aannemers (via raamcontracten); d. Agrarische natuurverenigingen. 3.1 De kosten voor onderhoud op zuiverheid van een waterloop zonder natuurvriendelijke oever bedraagt ongeveer € 2,- per meter en met natuurvriendelijke oever ongeveer € 4,per meter. Bij het maken van de beheersafspraken kan hier van worden uitgegaan. De kosten verschillen (sterk) per project. In het beheerplan worden de kosten voor het onderhoud specifiek berekend en toegedeeld. 4.1 De afdeling beheer neemt de kosten voor het (totale) onderhoud (incl. natuurvriendelijke oevers) op in de meerjarenraming en begroting. 5.1 Indien het onderhoud van de natuurvriendelijke oevers wordt aanbesteed aan andere partijen worden de extra kosten vergoed. Als een derde het onderhoud uitvoert bedraagt de standaardvergoeding € 4,- per meter. Als de aanliggende eigenaar het onderhoud uitvoert bedraagt de standaardvergoeding € 2,- per meter. De onderhoudskosten waarvoor de aanliggende eigenaar al verantwoordelijk was zijn in mindering gebracht. De daadwerkelijke vergoeding wordt op basis van het beheerplan vastgesteld. 6.1 Wijze van aanbesteding bij externe partijen: a. Aannemers openbare aanbesteding via raamcontracten; b. LNH en Agrarische natuurvereniging onderhands via beheersovereenkomst (onder voorwaarde dat dit volgens het aanbestedingsreglement kan, wordt nagegaan) De beheersovereenkomst wordt voor de duur van 5 jaar aangegaan. In de overeenkomst worden de verplichtingen en vergoedingen conform het beheerplan opgenomen. De kosten worden jaarlijks begroot en verrekend. De kosten worden niet via een afkoopsom verrekend.